Schayer Courant
Van allerlei uit de Men-
schelijke samenleving.
ALS EEN ADELAAR
Zaterdag 17 Januari 1925.
G8sle Jaargang. Mo. 7572.
TWEEDE BLAD.
FEUILLETON.
Na het rooken
WYBERT
Binnenlandse)) Nieuw»,
de financieele en economische wereld
belangen van het internationaal
petroleumbedrijf.
Indien wij, tengevolge van don grooten oorlog, het
nog niet wisten, dan is het sedertdien., dank zij do
voortdurende aandacht, die de pers van alle landen
aan het petroleumvraag9tuk schenkt, wel tot ons
doorgedrongen welke beteekenis aan de petroleum,
in de tegenwoordige verhoudingen der Internationale
wereld kan en moet worden toegekend. De tijden, dat
Amerika het monopolie van petroleum had. zijn voor
bij; do tijden, dat de bijproducten van petroleum een
ondergeschikte zaak waren, die men nauwelijks in
waarde omzette, behooren lang tot het verleden. Het
totale verbruik van petroleum en petroleumproduc-
ten over de geheele wereld in 1923, wordt, naar de
vrij goede statistieken van het Amerikaaosche iDe-
1>artement van Handel vaststellen, op 38 nüll-iard' gal
ons geraamd, waarvan do Vereenlgde Staten er
toch nog altijd 25, zijnde 66 pet. van het totaal, ver
bruiken. Waarbij dan nog komen de VA milliard
gallons bunkerolie, in de Amerikaansche havens,
bestemd voor schepen in de vaart op het buitenland,
welk bedrag wel eens zou kunnen afnemen, wan
neer v de nieuwe vinding van den windmolenmotor,
met zooveel succes te Hamburg in toepassing ge
bracht, zich even snel zou verspreiden als imen na
haar geslaagde proefneming verwacht. De cijfers, die
tegenover die van 1923 gesteld zouden kunnen wor
den, van b.v. een kwarteeuw geleden, zijn 'zoo geheel
daarvan afwijkend, dat men .ze niet behoefde om een
ieder van de veranderde wereldtoestanden te door
dringen. Maar wat vooral gewijzigd is, is hot petro
leumbedrijf zelf. De overmacht van Amerika, dank
xij de groote Standard Óil, die jaren achteroen alle
touwtjes in handen hield, is vervallen. Twee Engei
sche groepen, de Shell, waarin de groote Nederland-
ache pctroleuimbelaavgen zijn ondergebracht, en de
Anglo-Persian, strijden om den voorrang, zullen
zoo straks misschien, één zijn, maar hebben toch ook
een gelij'k doel en wel om ziqji van Amerika onafhan
kelijk te maken.
iMen dient dan .ook wel te beseffen, dat eigenlijk
eerst gedurende de laatste kwarteeuw van een petro-
leumvraagstuk in den werk el ijken zin des woords
sprake ia. Tot in den aanvang der negentiger jaren
was de petroleumindustrie slechte in de Verocnigde
Staten, in het bijzonder In Roekefeller's organisatie,
tot ontwikkeling gekomen. Deze trust, die jaarlijks
haar kapitaal met gemiddeld de helft vermeerderde,
zocht natuurlijk steeds voor dit enorm toenemend'
kapitaal noodgedrongen nieuwe gebieden. Het voor
nemen om zich ook buiten de Amerikaansche markt
te begeven en andere landen onder haar heerschappij
te brengen, werd spoedig onmiskenbaar. Voor Ame
rika ging het destijds voornamelijk om afzetmoge
lijkheden van de overweldigend aanzwellende pe-
troleumvoorradien en dacht men niet of althans min
der aan de zekerstelling van de grondstof zelf, waar
in men thans het criterium van den strijd erkent.
Aangezien behalve de Standard' Oil trust destijds Rus
land slechts een noemenswaardige productie bezat,
welke door de Nobel- en Rothschild-groepen werd) be-
heerscht, en er weldra overeenstemming tusschen
Standard Oil en deze beide groepen tot stand kwam,
was niemand tegen de kracht der Amerikaansche
organisatie, die bovendien over tallooze hulpmidde
len beschikte, opgewassen. Tot in 1907 moesten dan
ook alle continentale Europeesche petroleumbeïan-
gen, waarin ook Duitschland deel had (de Deutsche
Bank, Dfekonto Gesellschaft cn Bleichröder Co.) en
waarvan de Roemeensche velden een der belangrijk
ste onderdeelen vormden, zich naar de voorschriften
van de 'Standard Oil voegen- Reeds toen intusschen
was de Pure Oil Company erin geslaagd de in Ame
rika onafhankelijk gebleven petroleumconcerns aan
zich te binden, en vormde zij, voorts door hare ver
bindingen met de Europeesche petroleummachtheb-
bers eii de Nederlandsch-Indische vennootschappen
een groep, die tegenover de Standard Oil niet geheel
zonder beteekenis was. Maar toch kan men zeggenf
dat tot 1912 de Standard Oil zich in Europa zoodanig
geconsolideerd wist. dat b.v. de te Bremcn gevestigde
„Europaische Petroleum Union" zich voor het Duit-
flche Rijksgerechtshof moest beroepen op de alge-mee-
d-oor ethel ML dell, uit het Engelsch door
w. j. a. roldanus jts
16.
Hij aarzelde even. „Het is moeilijk uit te leggen.
Ziet u de man. die de zorg voor u op zich nam,
moest bereid zijn tot tot alles. U weet, welke dui-
veis die inboorlingen zijn. Er mocht niet de gering
ste kans bestaan, dat u in hun handen zoudt vallen.
Er moest dus niet alleen gestreden worden, dat be
grijpt u wel. Dat hadden we allen wel willen doen
tot onzen laatsten ademtocht. Maar uw vader was
gedwongen nog meer te vragen. En dat wou alléén
Nick Ratcliffe op zidh nemen. Het 19 een vreemde
man. Ik had nooit veel idee van hem, tot ik hom
eens zag vechten, toen ben ik heelcmaal van opinie
veranderd. Dat was geloof ik de voornaamste reden,
waarom generhal Roscoe hem tót uw beschermer
koos. Hij wist, dat hij op den kalmen mood van dien
Ban rekenen kon. De anderen waron vrouwen ver
geleken bij Nick".
Hij zweeg. Murieï had met strakke aandacht naar
hem geluisterd, zonder een woord te spreken.
„Heb ik mij duidelijk genoeg uitgedrukt?" vroeg
hjj, toen ze bleef zwijgen.
„Bedoelt u, dat ik doodgeschoten moest wonden,
*ls de nood aan den man kwam?" vroeg ze met
haar diepe, bedaarde stem.
Hij knikte. „Ja, dat was het juist. Uw vader zag
•kt heel goed in en wij ook. Maar wij durfden dat
pet op ons nemen Marshall en ik. Toen bleef al-
'een Nick nog over en hij bood aan u veilig weg te
voeren."
^Alleen Nick nog over?" herhaalde ze langzaam,
jftek zou voor niets gestaan hebben, kapitein
Gïtogp."
-ba- geloof ik ook", zei Grange. „Maar hij is ont-
zeUend moedig. Hij zou eerst alles beproefd hebben,
u te redden."
Een huivering liep haar over den rug. „Ja dat weet
Jk, dat weet ikl" zei ze. „Maar soms schijnt het mij
toe. alsof er een duivel in Nick huist."
Langzaam boog ze zich weer over haar vaders
schatten en legde ze met trillende vingers bij elkaar.
"H waa dus de oplossing van het raadsel het ge
ne zinsnede: Vergrijp tegen de goede handelszeden l
De toestand in Engeland was wat andera Reeds in
1886 was daar de Burmah Oil Company in het leven
geroepen, die op eigen afzetgebied wel met de Stan
dard Oil had te vechten, maar in haar strijd hulp
van de Regeering kreeg. De Amerikaansche petroleum
werd door tolrechten getroffen. De in 1897 opgerichte
Petroleum-transport- en handelsvennootschap, de
Shell, verbond zich in- 1907, gelijk bekend mag wor
den verondersteld, met d-e Koninklijke, waardoor 600
millioen gulden, in de productie aangewend, steun
kregen en gaven aan 25 millioen» pond aterling van
dit petroleumbedrijf. In 1909 koebt de Burmah Oil
Company de concessies, die Engeische ondernemers
in Perziö hadden verkregen, en richtto daarmede de
Anglo-Persian -met een aanvankelijk kapitaal van 5
millioen p.st., thans tot 20 mill. p.st. uitgegroeid, op.
In 1914, kort voordat de groote oorlog uitbrak, is wol
gebleken, welko beteekenis do Engeische admiraliteit,
destijds geleid door Winsten Churchill, aan' de Anglo-
Persian toeschreef. De Regeering besloot voor 50 pet.
daaraan deel te nemen. Het hoofdargument was daar
bij de grondstoffenvoorzioning van' den Engelschon
Staat: de voorziening met brandstof van de oorlogs
schepen. Daarnevens speelden billijke prijzen een rol.
terwijl strategisch nog werd gesproken van' de zeker
heid van het transport naar die plaatsen, waar men
de stookolie allereerst behoefde. Men moet dan ook
niet vergeten, dat alleen in 1921 Engeland voor de
oprichting van petroleunube-vaarplaaiscn oen an
derhalf millioen p.st. heeft uitgegeven. Do Asiatic be
zat aan het einde van 1920 reeds 80 petroleumsta-
tions in alle groote havens der wereld en had er 20 in
voorbereiding, die nu zeker alle gereed zijn. In
Rangoon, den zetel der Burma Oil Company, zijn
alleen een tiental olietanks, die elk 12.000 ton kun
nen bevatten. Door gelijke motieven geleid, kwam in
1917 de groote nationale raffinaderij te Swansea van
de Anglo-Persian tot stand, die geacht wordt groo.
tendeels in de behoeften van Engeland te kunnen voor
zien en in verband waarmede dan ook de prijsover-
een-komst, die tot het einde van dit jaar tusschen de
Koninklijke Shell-groep en de Anglo-Persian bestond
betreffende het Engeische handelsgebied, zou kmen
te vervallen. De Standard Oil werd geacht daar nog
35 pet. te bezitten.
Deze gegevens brengt een Duitsch econoom, Dr.
Sy-d-n-ey Jcs-senjin een kort geleden verschenen aardig
boekje naar voren, teneinde zijn, vermoedelijk meest
Duitsche lezers, op de hoogte te stellen zij het niet
volkomen onbevangen van de .wereldbelangen van
de Engeische petroleumindustrie". Hij constateert,
met begrijpelijke bitterheid, dat de oorlog een defini
tief einde heeft gemaakt aan Midden-Europeesche
aspiraties om een eigen rol in de belangrijke petro-
leum-politiek van deze- dagen te spelen. Hij betreurt
dit, daar het belang van de petroleum voor de tegen
woordige samenleving onmiskenbaar Is. Hij deelt de
functies van het aardoliebedrijf oyer de geheele we
reld in een viertal soorten in, zijnde achtereenvol
gens: de productie, het transport, de raffinage en de
handel, waarbij dan nog tusschen groot- en klein
handel te onderscheiden valt. Hij wijst er daarbij op,
dat slechts de Standard Oil van Rockefeller deze vier
functies, in één hand uitoefenden, maar het vonnis
waardoor deze trust, dank zij het aandringen harer
niot-Amerikaansche tegenstanders, door hot Hoogge
rechtshof in 1910 werd getroffen, heeft hare ontbin
ding noodzakelijk gemaakt en daardoor een deel van
haar kracht verzwakt. De groote petroleummaat-
schappijcn oefenen, gelijk hij aantoont, geen van al
len alle vier deze functies uit. D.w.z. zij doen deze
functies door verschillende, onderling vorbonden
maatschappijen waarnemen. De ideale combinatie
zou nu natuurlijk zijn, dat voor elke functie ééno
maatschappij gereed stond, en dat boven het geheele
samenstel de zoogenaamde „holding company" zou
staan, die, van alle technische en tactische zorgen*be
vrijd, de handels-strategische leiding zou hebben.
Maar de praktijk, die met tal van factoren, waar
onder de geographische niet de minst belangrijke
zijn, heeft rekening te houden, staat een dergelijke
eenvoudige structuur niet toe, en $oo is over en om
geheel de wereld gespannen dat eigenaardig samen
stel van afzonderlijke vennootschappen- met ingewik
kelde en nauwelijks meer te herkennen verbindingen
en onder-verbindingen, die de groote massa ten aan
zien van de beteekenis van sommige maatschappijen
dikwerf in het duister laten. Eén ding is door dit al
les, zoo valt te constateeren. wel komen vast te staan:
er zijtn groote kapitalen noodig om aan de petroleum
industrie op behoorlijke wijze deel te nemen en klei
ne maatschappijen verhinderen slechts den techni-
schen uitbouw van dit bedrijf. De ondernemingen
moeten zoodanig gecombineerd zijn, dat zij de vier
functies geheel omvatten, en bovendien een geogra
phische verspreiding vinden, die met verschillende
denkbare mogelijkheden van dezen tijd rekening
houdt. Uit wolke enkele eischen reeds voldoende
blijkt, dat de leiding van het petroleumbedrijf .een
groote mate van technische kennis met paren aan
algemeen doorzicht, en dat men niet ten onrechte een
man als Sir Henry Deterding, die in een korte spanne
tijd» de Koninklijke Shall-combinatie heeft opge
bouwd, tot één machtig concern, geniale kwaliteiten
toeschrijft!
Want, dat is het eigenaardige In het bij uitstek
internationaal petroleumbedrijf, dat de persoonlijke
verbindingen daarin een groote rol spelen. Bij alle
combinaties zit natuurlijk de neiging en de bedoeling
heim, waarom hij gekozen werd om- haar te redden.
Nu bogroep ze alles. Na een korte pauze vervolgde
ze iets -kalmer: „Heeft Nick wel eens met u over mij
gesproken?"
„Neen, nooit"
„Dan verzoek ik u, kapitein Grange Muriel
stond op en keek hem scherp aan „nooit weeT zijn
naam tegen mij te noemen. Ik ik wil -hem ver
geten."
Ze loek nog zoo jong en tenger, zooals ze daar
stond en weer gevoelde Grange een groot medelijden
met haar. Er waren vage geruchten tot hem geko
men over die paar weken in Slmla, toen haar naam
en die van Nick Ratcliffe steeds samen genoemd wer
den, maar toch wist hij niet precies, wat er tusschen
hen was voorgevallen. Zou Nick wel goed voor haar
geweest izijn Hoe kwam het, dat zij 't niet kon ver
dragen, zijn naam te hooron noemen? Wat hald -hij
gedaan, dat ze rilde van afschuw, als ze aan hem
dacht en probeerde hem geheel uit haar gedachten
te verbannen?
Onwillekeurig balde hij de vuisten. Was het ver
trouwen van den generaal misschien misplaatst ge
weest? En was Nick een schurk?
„Ik zal uw wensch eerbiedigen, juffrouw Roscoe".
zei hij hardop. %JTet spijt mij dat ik een voor u zoo
pijnlijk onderwerp aangeroerd heb, ofschoon het mij
genoegen doet, u de waarheid te -hebben kunnen zeg
gen. U is toch niet boos op mij, hoop ik?"
Haar oogen straalden van oprechte vriendschap.
„Neen, volstrekt niet, maar laat mij vergeten, dat
is alles."
In die paar woorden uitte ze -haar innigsten ziele-
wensch. Haar eenig verlangen was te vergeten.
En dat was het juist wat ze niet kon.
Het binnenkomen van Daisy verbrak hun tête-èu
tête. Deze legde haar handen op Grange's breede
schouders en fluisterde teeder:
„Ga mee naar boven, Grange, om mijn Jongen te
zien. Hij ligt zoo lief te slapen."
Zoodra de deur zich achter hen gesloten had, zag
Muriel Will's brief op den grond liggen, waar hij
waarschijnlijk uit Daisy's zak was gevallen, Zc
raapte hem op en zag dat hij nog ongeopend was.
Met een licht wenkbrauwfronsen zette ze hem op
een in 't oog loopende plaats op den schoorsteen
mantel.
„Overwint de liefde ten slotte?" fluisterde xe en
terwijl ze deze vraag deed, plooide zich een cynisch
lachje om haar mond.
verdwijnt de onaangename
■maak In den mond direct jk
door gebruik van de ver-
TABLBTTIN
Groote doozen 65 Cts«
voor om zekere alleenheerschappij uit te oefenen,
maar omtrent de wijze, waarop dit dient te geschie
den, loopen de -meerlingen uiteen. Fusies worden dik
werf vermeden; wat voor den buitenstaander prac-
tisch en eenvoudig zou lijkon, zou het bij de uitoefe
ning van het bedrijf niet zijn.
Zoo ls men, en de Koninklijke Shell-groep doet dit
evenzeer als andere combinaties, gekomen tot hot ver
bindingsmiddel bij uitnemendheid: de persoonlijk
heid. Het is een der loden van de Directie, die do
schakel vormt met andero maatschappijen, en al
naarmate hij door kapitaal ondersteunde belangen
vertegenwoordigt, heeft zijn stem zeggenschap. Bij
ongeveer 300 Engeische petroleummaatschappijen is
het gemiddeld aantal directeuren vier. Zou dus ieder
der directeuren van die maatschappijen ééne functie
uitoefenen, dan zouden een 1200 directeuren noodig
zijn. Maar daadwerkelijk worden deze 300 maatschap,
pijen door 300 directeuren bestuurd, zoodat ieder di
recteur in ongeveer vier vennootschappen stem heefi
en leiding geeft. De grenzen tusschen de talrijkheid
der directeurschappen zijn tusschen 2 en 28, hetgeen
natuurlijk verband houdt è-n.m-et de belangrijkheid
der -onderscheidene directoraten, èn met de kracht en
de beteekenis der diverse persoonlijkheden.
Ziet men naar een tabel, aan het boekje van den
voornoemden Dr. Sydney Jessen verbonden-, dan ziet
men, dat de Koninklijke Shall-combinatie door mid
del van de heeren Deterding, Loudon, Colijn, Cohen,
Lane en Debenham eenerzijds i9 verbonden met de
Asiatic; anderzijds door de heeren Capad-ose, Dr. van
Aalst, Dr. IJzerman en Jhr. H. Loudon met de Tam-
pico Panuco Petrolouimmaatschappij. De Asiatic is
door de heeren- Weil. Lane en Cohen weer verbonden
met de United British Petroleum Cy. Ltd., die in de
personen van de heeren Wat<son, Barnes en Whigham
weer verbinding heeft met de Burmah Oil Company.
De Anglo-Persian nu is door de heeren Greenway,
Barnes, Wassen en Cargill met de Burmah verbon
den, maar naar den anderen kaait zijn het de vier
overige bestuursleden van de Anglo-Persian, de hee
ren Stewart, Black, Lloyd en Lord Inchcape, die do
Anglo-Persian met de Britian Oil and Bunkery Cy.
Ltd. verbinden. Lord Inchcapt nu is weer directeur
van de Anglo-French Middl-e East Development Cor
poration Ltd., welke directoraat bij waarneemt met
den heer Exbrayat, welko laatste met de genoemde
vier directeuren van de Koninklijke Shell-combinatie
weer in het Be9tuur der Tarmpico-Pamico Petroleum-
maatschappij zitting heeft. Combinaties, die veel ver
der strekken dan deze enkele voorbeelden kunnen
aangeven, maar die reeds het bewijs vormen hoezeer
met groot talent het persoonlijk element, dat natuur
lijk alleen door eerste krachten op commercieel ge
bied kan worden vertegenwoordigd, is aangewend
teneinde zekere eenheid in bepaalde petroleumgroo-
pen tot uiting te brengen.
Wanneer men dan ook een blik werpt op het groot
aantal petroleummaatschappijen, dat zich thans in
verschillenden linden bevindt, dan is de toestand
geenszins zoo verward.en' ongeorganiseerd', als hij op
het eerste oog lijkt. Wel verre vandaar. Het concern,
dat zich tot uit. 1920 rondom de Anglo-Persian had
gevormd, bestond uit 77 maatschappijen met een no-
minaal kapitaal van rond 120 mill. p.st. pe Koninklij
ke Shell-combinatie kan geacht worden te bestaan
uit een 50 maatschappijen, die een gezamenlijk ka
pitaal van 300 mill. p.st. vertegenwoordigen. Met
beide concerns staan dan omtrent 177 maatschap
pijen, die afwisselend de verschillende functies in-
het petroleumbedrijf uitoefenen, met een gezamenlijk
kapitaal van 266 mill. part. in betrekking. In tegen
stelling daarmede zijn er omtrent 174 onafhanke
lijke petroleummaatschappijen in Engeland met eon
kapitaal van omtrent 52 mill. p.st., van welke, althans
aan hot, einde van 1920. geen directe of indirecte af
hankelijkheid van een der beide groote petrpleum-
groepen, die onderling weer een belangenovereen,
komst hebben, valt vast te stellen. Zoodanig gerang
schikt, zou ruim 90 pet. van het gezamenlijk Engelsch
petroleumkapitaal naar belongcnovereenstcmmimg
samenwerken. Het overblijvend deel van omtrent
pet. neemt tot 36 pet. toe, wanneer men naar het
aantal maatschappijen en niet naar het kapitaal re-
kent. hetgeen wel e en-bewijs vormt voor den betrek
kelijk geringen omvang van het kapitaal dezer „klei
ne' maatschappijen).
Het is eigenaardig om na te gaan hoe de onderlin
ge verhoudingen en functies in liet petroleumbedrijf
zich ook in de kapitalen der maatschappijen uit
spreken. Van totaal 307 vennootschappeïr met een
gezamenlijk kapitaal van 687 mill. p.st. hielden zich
met de productie bezig 167 (54,4 pet.), die 368 mill. p.
st. (52 pet.) vertegenwoordigen. Met het transport
13 (4,2 pot.), die 85 mill. (12 pet.) vertegenwoordigen.
HOOFDSTUK XIX.
Een Helden vereerster.
,Goed gespeeld! Goed gespeeld .juffrouw Roscoe!"
klonk de vroolijke stem van Oiga. het veertienjarige
dochtertje van den dokter, schril over het hockey
veld en ze drong door het gezelschap jongens en
m>eisje9, die Muriel omringden, heen om haar te fe-
liciteeren met haar succes.
Olga Ratcliffe was een buitengewoon kind. im
pulsief en schrander, met vlugge, lichtblauwe oogen,
aan wier blik niets ontging.
Eerst had Muriel een soort tegenzin voor haar
opgevat, zoo sprekend geleek dit kind op den man.
dien ze met inspanning van al haar krachten uit
haar gedachten wenschte te verdrijven. Maar bij na
dere kennismaking had deze antipathie zich langza
merhand opgelost in een woderzijdsche groote vriend
schap. Eh Muriel mocht, zoo dikwijls zo daartoe lustt
gevoolde, in bet doktersgezin komen.
Toch maakte ze daarvan maar zelden gebruik. In
het begin was ze bang geweest, dat Dr. Ratcliffe iets
gehoord mocht hebben van haar engagement met
Nick; maar toen hij nooit eenige zinspeling maakte
op haar leven in Indiö, noch op Nick, in verband
met haarzelve, was die vrees allengs gaan sluimeren.
Maar inwendig verlangde ze soms te weten, -hoe
haar vroegere kameraad ini den nood het maakte.
Kapitein Grange's bericht omtrent hem had een
vage ongerustheid bij haar achtergelaten, «Ho niet
weg te redeneeren was.
Misschien kon ze iets meer van Olgia te weten ko
men. Zoodra het spel dien dag afgeloopen en ze met
haar naar boven gegaan was. om zich voor de thee
op te knappen, begon ze over Nick. Olga straalde,
toen zo zijn naam hoorde noemen.
„Kent u hem?" vroeg ze verrukt. „Vindt u het_
geen schat van een man? Ik heb ergens een portret'
van hem. Ik zal eens zien. of ik het kan vinden.
Ik weet zeker, dat hij ziek geweest is. Vader is boos,
omdat hij niet hieT wil komen. Hij had gemakkelijk
wegens riekte verlof kunnen krijgen, maar dat wil
hij niet. Maar vader zegt, dat hij daartoe toch ten
slotte nog za! moeten overgaan. Vader zou graag
zien, dat hij uit den dierst ging en zich op zijn land
goed vestigde. Hij heeft, zooals je weet. een groot
buiten, hier ongeveer twaalf mijlen vandaan, dat hora
door een oudtante is nagelaten; maar daar wil hl)
niets van hooren. Er is geen praten tegen."
Met de raffinage 30 (9.8 pet.), die 73 mill. (11 pet) ver
tegenwoordigen. Met den handel 46 (16 pet.) die 111
mill. (10 pet!) vertegenwoordigen. En ten laatste met
de financiering 51 (10,0 pet.), die 00 mill. (8 pet) ver.
tegenwoordige». De gemiddelde grootten der kapita*
len zijn voor de productie op 2,5 mill. p.st. vast te
stellen; voor het transport op 0H; voor de raffinage
op 2,65; voor den handel op 2,4 en voor de financie
ring op 1.15 mill. pst. Dat het petroleumbedrijf mot
zijn gowoldigon omvang alleen dan' rendoerend kan
werken, wanneer onderlinge combinaties het gioo't
maken., blijkt ook uit do dividenden. Kleine ven
nootschappen kuimcn slechts zelden dividendon be
talen en dan nog zeer geringe, tmvijld aarentegen
de groote combinaties over ruime dividenden be
schikken. Naar de medodeellngen van <le Federal Tra-
de Gommission in de Verocnigde Staten sloten over
1919, van de totaal 82 dor met do productie belaste
vennootschappen er 14, die 2,6 pet. van de gohoe'e
-productie der Vereenigde Staten vertegenwoordigen,
haar rekening met 3 pet. verlies af, torwijl ondero 14
vennootschappen, dio 37.3 pet. van do productie ver
tegenwoordigen, een dividend van hooger dan 30 pet.
konden betalen. Hieruit blijkt wel. dat slechts mach
tige combinaties als ook door do Koninklijke Shell
zijn ontworpen, van beteekenis zijn op de petrolcum-
niatkt.
Het behoeft dan ook niet te verwonderen, dat de
belangstelling van den gemiddelden Nederlander
meer en meer uitgaat naar dit groote concern, waar
omheen- zich thans bijkans een vijftigtal maatschap
pijen, over geheel do wereld verspreid, groepeeren.
Het systeem, krachtens hetwelk deze combinaties
worden totstandgebracht, ia even afwisselend als
veelzijdig.
De Koninklijke staat met de Shell in rechtstreek-
sche verbinding; van daaruit gaan vanzelf de lijnen
naar de liataafsche, de Anglo-Persian, de Asiatic, ae
Mexican Eagle, do Astra Romana en andere groote
combinaties. De Asiatic, groot-distributiebedrijf. is
weer verbonden met de distributiemaatschappijen in
de verschillende deelen van de wereld. Geheel het
concern ia verbonden met de Shell Union Oil Corpo
ration, die met de overige maatschappijen in Ameri
ka en Califortiiö. de betrekkingen onderhoudt. De An.
glo-Saxén heeft hare verbindingen in Trinidaü, in
Egypte, in Serawak. in den Kau-kasus, in den Oeral,
uiteraard meest productie-maatschappijen, mjiar in
direct is zij met enkele distributiemaatschappijen
verbonden, waaronder in Zuid-Afrika, in- Finland, in
België, in Japan, in Portugal gn waar al niet meer.
De Bataafsche heeft de rechtstreeksche verbindingen,
met de diverse Indische maatschappijen, die de aan
vankelijke kern van de macht der Koninklijke vorm
den, maar ook hier zijn het maatschappijen van ver
schillenden aard, over een groot deel van de wereld
verspreid, tot welke zij in betrekking staat.
Wil men een ind.ru-k krijgen van do verhouding,,
waarin do verschillende landen van de wereld staan
ton aanzien van verbruik en productie van pew-
leum, dan is het hieronder volgend staatje, waarin
de cijfers van het verbmik in millioenen gallons zijn
weergegeven met daarachter tusschen haakjes de
cijfers van do productie, tcekenend. Dit staatje ziet
er als volgt uit: Groot-Brittannië 1486 (nihil), Frank
rijk 480 (21). Rusland 1153 (1603), Duitschland 167
(15), Pol enlOÖ (210), Italië 175 (1), Spanje 49 (nihil),
Belgiö en Luxemburg 78 (nihil), Nederland 183
(nihil), Roemenie 277 (456), Canada 715 (7), Mexico
476 (6278), Cuba 275 (nihil), Argentinië 418 (137), Bra
zilië 109 (nihil), Chili 217 (nihil), Venezuela 18 (160),
andere Zuid-Amcrikaansche Staten 113 (290). Cen
traal Amerika 15 (nihil), Ncderl. Indiö 200 (630), Ja
pen en Fonmosa 106 (71), China 253 (nih.), Britsch-In-
diö 471 (318), Australië 50 (nihil). Nieuw Zeeland 25
(nihil), do Philippijnen 83 (nihil), Zuid-Afrikaansche
Unie 38 (nihil), Egypte 95 (44), bunkerolie in de Mexi-
caansche havens 292, petroleum verhandeld aan het
Panamakanaal 559, bunkerolie in de havens van de
V. S. 1579. alle a-ndere landen en verbruik op de
schepen 2628 (1352).
Men behoeft maar naar den aanvang van het
staatje te kijken om te begrijpen waarom, en zulks in
zoodanige mate, de openbare -meening in Engeland
zich met het petroleum vraagstuk bezighoudt als in
den loop der laatste jaren geschied 19. Het nieuw-op
getreden ministerie heeft een eventueele fusie van
de belangen van Anglo Persian cn Koninklijke.Shell
reeds aan de orde gestled, tot stichting waarlijk niet
van diegenen in ons land. die vreezen, dat zoodoende
het Nederlandsche overwicht in deze laatste groep
wel eens op onverwachte wijze gebroken zou kunnen
worden.
Petroleum is niet uitsluitend oen factor van het
economisch, maar, zoo niet meer, van het politieke
levenl
mrw p. j. troelstra.
Bij het Partijbestuur van de S.D.A.P. is, naar wij
In „Het Volk" lezen, het volgend schrijven van mr.
P. J. Troelstra ingekomen:
„De verdere ontwikkeling van mijn gezondheids-
toestand is niet van dien aard, dat zij optimistische
beschouwingen omtrent nog te leveren praestatles wet
tigt -
„Had ik de mogelijkheid verondersteld, dat het
Olga sprong van haar stoel op, nam Muriel In. den
arm en zei vleiend: „Juffrouw Roscoe dk mtfg u
zeker wel bij dien naam noemen, niet? wat ben
ik blij dat jij Oom ick ook zoo graag moogt lijden.
Ik ben doller op hem dan op Iemand anders ter we
reld. Soms schrijft hij mij heel lange brieven. Die
laat ik nooit aan iemand lezen en hij die van mij
ook niet. Maar zijn portret kan ik je laten zien
Het Ijjkt sprekend met zijn grijnslach en al. Ga Je
na de thee n-og even mee naar boven? Dan zal ik het
eens opzoeken."
En gearmd met Muriel ging ze druk babbelend de
kamer uit.
HOOFDSTUK XX.
Nieuws uit de Oost^
„lk heb gedaoht," zei Grande orv zijn verlegen
manier, „of u, zool'ang ik hier ben, lust zoudt heb
ben, nu en dan eens met mn te gaan paard rijden?"
ylk?" vroeg Muriel verbaasd.
Zo hadden samen eon eindje gewandeld en daar
ze niet veel met elkaar wisten te praton, hadden ze
den meeaten tijd gezwegen.
,.Ik zou het heel prettig vinden," vervolgde zo.
„Ik heb niet moer gereden, sedert ik Simla verliet.
Allééén rij ik niet graag"
Ze keek een oogen blik voor zioh uit, zonder iets
te zien. Ze was weer terug in Simla, on hoorde
het paardengetrappel onder haar raam, heel vroeg
's morgens, vergezeld door het gezang van een
vroolijke, onmuzikale stem, toen haar metgezel haar
in eens tot de werkelijkheid terugbracht met de
woorden
„Daisy blijft zeker den heelen zomer hier?"
„Ik geloot het wel."
„De kleine jongen ziet er niet uit, alsof hij het
Indisch klimaat zou kunnen verdragen. En wat
moet ze dan? Zou zo er ooit toe overgaan, hem bij
de RatcRffe,s te laten?"
„Neen, dat zal ze zeker niet; ze leeft alleen voor
het kind"
„Dat dacht ik ook," zei Grange droevig. „En als
het ooit eens verkeerd met hem ging, zou ze
Muriel'a donkere oogen keken hem smeekend aan.
„O, zeg dat niet. Ik durf er niet aan donken. Dat
zou haar dood zijn." v
,,Ze begint nu bch wat sterker te worden," zei
IMT tlBBHfc t