Oude en Nieuwe Lords in Engeland. TWEEDE BLAD» ALS EEN ADELAAS2 Dlnsdog 3 februari 1925. GBsIe Juarpuy. No. 7501. PLANTENZIEKTENLEER. 133. NIEUW ZIEKTEVERSCHIJNSEL BIJ AARD APPELS. Dezen, wintend oet ridh. weer eens een nieuw ziekte verschijnsel voor bij Schotsohe muizen. V ersebeddene aardappels vertoon en zwarte vlekken op de schil. Het kwaad zit slechts oppervlakkig. Krabbe men met don nagel do schil weg, dan is hot vieesoh. er ouder gaaf. Opmerkelijk is, dat dergelijke knollen org hard Zijn. Ik liob dozo knollen naar Wageniuii Sou gestuurd, maar daar kan man niets vindon, in o zieke plekken. I k dank den boor P. Otsea te Zwaagdijk voori do zending aardappels met deze vlekken, diu bij' mij thuis bracht. Ook don heer O. Koomen te Werfc vers'hoof, dio mij: in do gelegenheid, wilde stellen; er ^h«i party te verzamelen. Het advies van Wageningen luidt deze knollen er uit to schieten, hetgeen wel allo bouwers zullen duon. Ik 'houd mij aanbevolen omtrent mededeelinn gen betreffende ait verscbgiriseL MOLLEN. Ik. bob thans gelegenheid do brieven te publiceef- ron, die ik ontvmg naar aanleiding van nnja vraag omtrent gegevens inzake den# mollenstand. Deze brieven ztjji eerst naar Wageningen geweest, vans- waar men zo mij nu terug stuurt. De beer J. Kamp te Berkhout schijft: „La verband met uw vraag naar dep. mollenstand, kan ik u mededeelen, dat de mollen in Bierkhoutrin veel grooter aantal aanwezig zijn, dan voor den tijd toen door de 'hooge prijzen der vellen de groote massa is weggevangen. Naar mijn meening is de schade in het grasland aangericht door de mollen, veel grooter dan bet nut dat ze stichten. Door de vermeerdering van de oppervlakte bouwland en de moeilijkheden, die het vangen in zwart land mee brengt, vermeerderen ze steeds en Zjj'n er een massa, ook in grasland, waar vroeger geen mollen waren. Mode doordien in de Westerkogge, meer bepaald nog in de banne Berkhout, de bovenlaag van het land uitsluitend zware humus -is, is het voor de mollen een Eldorado, en graven en wroeten ze naar hartelust en Zij'n moeilijk te vangen. Op Zwaardere gronden, waar de rellen gladder, vaster zijn en men beter den weg van den vernielal kan bereke nen, gaat dat beter. 1 r Onaangetast wil ik gaarne de meening van-.de landbouwkundigen laten, omtrent het nut der mol- len, maar als mij'n .stellige meening houd ik vast, dat de mol een groote vyiand isi van den' gebruiker van groen land. Den heer Kamp onzen dank voor rifa Schrijven. WETEN WAT MEN DOET. (In het Parkhotel.) En dan wou 'ik dezen .winter mij'n kruisl» bessenstruiken ook spuiten met oarbolineum.'' „Waartegen wou dan spuiten?" „Tegen de Amerikaanschen kruisbessenmeeldauw." „Het is natuurlijk niet slecht, als U Uw kruis bessen spuit met carbolineum, maar tegen den meeldauw is dit niet noodig, ik zou ze liever na den bloei spuiten met Alcalisohe Bourgondische pap en dat maakt een bespuiting met carDolineum overbo dig. Carbolineum is goed om den groenen aanslag der boomen weg te krijigen, b.v. mossen, maar ik zou mij'n geld m den zak houden en tegen ften meeldauw niet met carbolineum optreden. NESTKASTJES. Daar het nog den goeden tijd is om nestkastjesl te plaatsen, vestig ik .nogmaals de aandacht op'dit middel ter vooraitbrenging van den vogelstand. De Controleur bij' den Plantenriektenk. Dienst te Hoorn, K. VAN KEULEN. Voor allen die sukkelen met -moeilijken en om'egelmatigen stoelgang 'zijn Mijnh.ardt's Lax'eertabletten onmisbaar. Zij' werken vlug en radicaal en veroorzaken n-ie.t de minste kramp. Doos 60 ct. Bij apot-h. en drogisten- Lord Claud John Hamilton 1$ overleden, Voor ons Hollander» heelt hij beteekeni* doordat hij bijna een halve oeuw lid van den Raad van beheer en Pre sident van de Great Eastern Railway i» geweest, wel ke spoorweg maatschappij de bekende verbinding Londen—Harwich—Hoek van Holland exploiteerde. Vooral in de dagen, dat de Stoomvaartmaatschappij Zeeland, typisch Hollandeche onderneming te Vlis- slngen, in verbinding stonci met de Maatschappij' tot Exploitatie van Staatsspoorwegen en de Holland- sche Spoor, de Hoek van Holland-verbinding pous seerde, was de Great Eastem cn dus ook de Presi dent Lord Hamilton, een macht in den Staat. Sedert enkele jaren zijn „Staatsspoor" en .Hollan der" gefusioneerd, sedert 20 Februari 1923 heeft de Great Eastern R-ailway, met d;e Great Northern Hail way samen da North Eastern Railway-combinatie tot stand gebracht en dus is tegelijk met de wijziging van belangen en systeem de concurrentie anders ge worden. Bij de oprichting van do. North Eastern-combinatie trad. de 80-jarige Lord Claud Hamilton als Chair- rrian af. Zoo'n chairman, president dus, is in Enge land niet iemand als onze voorzitter van' don Raad van Commissarissen in do meesto naamiooze ven nootschappen, ie mand, die zich niet mot do dage- lijkscho leiding bemoeit,het i9 integendeel „de" man, hot is do President-Directeur, de meest ver antwoordelijke leider. Ik hob een paar jaar geledien nog een® het voor recht gehad; den ouden heer hij is op 82-jarigen leeftijd gestorven to ontmoeten en haalden wij toen oude, tij den en herinneringen op. Hij had wijlen mijn vader goed gekend, zij hadden nu ruim 30 jaar ge leden veel met elkaar te maken gehad en ik vectel Jo dat ik mij1 hem nog goed herinnerde en hoe mijn vader, toen ik een jongen was, uit Engeland kwam, waar hij- een feest der Great Eastern Railway had bijgewoond, ik geloof ter eere van do proefvaart van hot stoomschip „Amsterdam", dat dienst zou doen tussohen Harwich en Hoek van Holland en hoe hij allerlei verhalen deed. Op mij: als jongen had o.a. een verhaal' grooten indruk gemaakt en wel hoe men de kathedraal van Ely bezocht had en hoe men daar allemaal gephotographeerd: was en dat, terwijl de Hollanders juist dachten: hoe zal dat allemaal gaan; Lord Claud Hamilton met duidelijke stem zei: „Gentlemen, arrange yourself please", dus: -heeren ga maar staan zooals je goed dunkt. Hiermede was alle quaestie van voorrang meteen uit den weg ge ruimd en het was ik herinner me de photo nog heel goed een leuke losse kiek geworden. Later, toen ik zelf Ely bezocht, moest ik dikwijls aan dien tocht denken. Er hing in de rookkamer van mijn vader een groote schets van d:e kathedraal te Ely, een geschenk van Lord Claud. De kranige grijsaard herinnerde zich alles nog levendig en toen £k vertelde van: met luide stem, zei hij dadelijk: ik ben dan bok jarenlang officier van die Grenadier Guards geweest. Lord Claud Hamilton 'is de tweede zoon van den eersten Hert-og van. Abercom. De titel Lord is een ee-retitel, zooals bij de Cecils, en geeft geen recht op een zetel in het Heerenhuis. Lord Claud begon zijn carrière als officier van- de Grenadier Guards éen dier voorname regimenten na te Harrow, met Eton, de meest bekende public school in Engeland, opgeleid te zijn. Als kapitein verliet hij den dienst, omdat hij zich tot de politiek aangetrokken gevoelde en tot lid! van het Lagerhuis verkozen werd. Toen- zijn vader Lord Lieutenant (gouverneur) van Ierland was, deed Lord Claud dienst als assistent particulier secretaris en als Parlementslid was hij een tijdlang Junior Lord of the Treasury. een soort onder-ministerschap van finantiën. Lord Claud is nooit heel hoog op d.e politieke ledder geklommen en in 1918 op 76-jarigen leeftijd stelde hij zich niet meer herkiesbaar en 'bleef zich nog uitsluitend wij den aan de Great Eastern Railway en eenige an dere sociale functies. In het Parlement werd overigens gaarne naar hem geluisterd, omdat hij uitsluitend sprak over zaken, die hij; door en: door kende. Uit zijn Ierschen-tijd had hij overgehouden een krachtig" verzet tegen Glad- stone's Home Rule en door zijn spoorwegrelatie was hij een expert op verkeerswezengebied, terwijl hij steeds, waar hij kon, particulier initiatief aanmoe digde. Sedert 1923, uit het openbare leven teruggetrokken, begon hij langzamerhand te sukkelen en stierf op den zelfden dag dat een nieuwen Lord gecreëerd werd: Lord Oxford, „Le Lord est mort, vive le Lord"! Terwijl Lord Claud Hamilton een zoon was van een hertog van Abercom en door zijn moeder een kleinzoon van den zesden hertog van Bedford, en dus, afgezien van zijne groote verdiensten, reeds den adellijken titel bezat, heeft de'nieuwe Lord zijn titel FEUILLETON. I door ETHEL M. DELL, uit het Eugel&ch door W. J. A. ROLDANUS Jr.. 21. Na een poosje zag ze de beide heeron opstaan. Ilefc werk was afgeloopen. Zooals ze daar naast elkaar stonden, Blake, forsch, een reus t van een kerel, goed geproportioneerd, krachtig; Nick, klein magdr en verminkt, met zijn éénen arm, was Mu lle! toch vast overtuigd, dat de man, tegen wien zij den strijd had aangebonden, niettegenstaande zijn lichamelijke zwakheid, de macht bezat zelfs een reus als Blake te overheers'chen. „Ik heb Grange gevraagd," Zei Nick kaJün, op Muriel toetredend, ,of jelui op Redlands wilt komen lunchen." „En heeft Blake het aangenomen?" „Ja. natuurlijk. Waarom zou hij niet? Kom* kind tegen Olga „nu mag jij' mij naar huis terugrii'den." Ze gehoorzaamde hem onmiddellijk:. Vlug als een eekhoorn nam ze het stuur ter hand' en Niok ging naast haar zitten. En Muriel, die hen te paard met Blake volgde, zag, hoe het kind liefkoozend kaai hoofd tegen Zijn schouder Jeun.de. Toen ze het open hek van Redlands insloegen, uitte Muriel e'en kreet van verrassing. Aan het einde van een slingerend pad, aan' weerszijden bd- ffroeid met Yuurroode bhododendrons, stand het kuis, breed, laag en onregelmatig gebouwd met een rieten dak.' Aan den linkerkant; strekte zich een aai uit, waaruit het gemurmel en stroomendi waj. ter opsteeg. Rechts verhieven zich groepen oude focmeu, 'die den weg aan dien kant geheel aan kfct oog onttrokken. „0, Blake," riep ze uit het is alsof we in- een Sprookjesland, komen." „Het doet mij genoegen, dat je het zoo_ mooi juidt," klonk opeens de stem van Nick, uit een beschaduwd pad achter hen te voorschijn, homend Met een schok hield Muriel halt, liet zich van kot paard glijden, gaf Blake den teugel en zei: „Ik moet eens even een kijkje'int,dat aal nemen. En eer Blake recht begreep, wat ze, wilde, sloeg zo snel"een zijpad in. Mek holde haag na, Blake over rijta Schouder toeroepend: ÏGa jij maar recht uit, Olga wacht thuis je op." kj den oever van den stroom haalde hij Muriel m Met. een zenuwachtig lachje stak m hem haar Jand toe. Inwendig had ze wel geweten, dat hij aaw volgen zou. ila het vrede?" vroeg ze buiten adem. Siheel aan cich zelf en zijne verdiensten- te danken. erbert Henry Asquith werd op voordracht van den Premier Minister Baldwin, tot Pair verheven en koos, daar hij den grafelijken titel mocht aannemen, -dien van Earl of Oxford. Dat ia m.i. eene aardige kouze voor den geleerde, die deze groote politicus eigenlijk ia. Asquith heeft zich gedurende zijn ganachen po litiek en- loopbaan gek en-mèrkt door fraaien opbouw, moolen stijl en fijnheid van woordenkeu®, zoowel bij zijne redevoeringen als bij do van zijn hand versche nen letterkundige of politieke bijdragen. Lloyd Georgo is een veel geestiger sprekeT, doch Asquith is de fijnbeschaafde «preker, een man der letteren, een geleerde, die de taal beheerscht, zoo- als slecht® weinigen dat kunnen. Ik heb nog niemand ontmoet of hij is ingenomen met d'en nieuwen Pair, met het nieuwe lid van het Hoogerhuis du9. Asquith, bij de jongste verkiezingen niet meer her kozen te Paisley, had een eenigszins moeilijke posi tie gekregen. Elk liberaal zag. en ziet in hem nog dieh leider der liberale partij, aan den coalitieman, Lloyd Goorge wil sedert 1918 geen enkele pur sang liberaal m-eeir vertrouwen schenken. MaarAsquith was geen liid) van het Parlement, du® moest een- ander de partij in het Lagerhuis leiden. Na geducht tegonge- j stribbel van-' verschillende ledlen word Lloyd Goorge die leider. Asquith was geen Pair, dus geen lidl van het Hoo gerhuis, daar word dus Lord Beauchamp de aan voerder der liberalo fractie. Asquith ging wat wijlen Dr. Kuyper zoo geestig noemdie: buiten af. Hij ging na de verkiezingen naar Egypte en dezer -dagen teruggekeerd', komt Baldwin aam alle moeilijkheden een einde maken; dóór zijne verheffing in den adelstand te bevorderen en wel1 zoo*; danig, dat Asquith èn „Peer of the Realia" gewor den is èn als graaf een hem waardige onderschei ding gekregen heeft. Asquith mag dan' liberaal zijn; hij was een figuur, waar elke Brit zonder onderscheid van politieke kleur, respect voor had. Toen hij in 1908 na den dood) van den zeer popu- lairen C. B., d.w.z. Sir Henry Cam-pbell-Bamneman, lei-dier der Liberale Partij en Premier werd, stond hij voor een zeer moeilijke taak, wamt de verantwoor delijkheid van een leider der Liberale Partij^wa&Jfo die dagen zeer groot en nu de groote persoonlijkheid C, B. heengegaan' was, moest een nieuwe leidér een j nieuwe reputatie scheppen, die de vergelijking met die van C. B. kon verdragen-. Alsquith heeft daarwel aan beantwoord en in de critieke dagen van 1914, toen velen hem influister den om toch niet eer en gevoel aan het woord te la_* ten. en. liever de Duitsohers Je laten bet-obben aan het voor het recht en het benarde België op te ne men, heeft Asquith gedaan, hetgeen elke Brit, met het hart op dó rechte plaat®, heeft toegejuicht, ml. hij heeft partij gekozen voor recht en eerlijkheid en heeft -niet geduld, dat een neutraliteitsverdrag op utiliteitsgronden tot „vodje papier" verlaagd zou wor •den. Asquith heeft steeds de eer van- Engeland hoog gehouden en heeft ook gedurende den oorlog naar beste weten en kunnen als Eerste Minister, de moei lijke staatszaken bestuurd. Zijne redevoeringen in het Lagerhuis werd,en dTior eiken Brit met graagte en warmte gelezen, de in houd dier redevoeringen, schoon van vorm, en woor denkeus, getuigde van het enorme vertrouwen van den- Eersten Minister van Groot-Britanmië en ïerfand in zijn- volk, in zijn land en in de zegeviering van -het recht. Steeds zegt de conservatieve Moming Post. het blad, hetwelk Asquith, d.-en liberalen leider immer heeft bestreden hetzij in vrede of oorlog was Hen ry Asquith en gentlemanf wiens geloof in eer als grootste deugd steeds op den voorgrond stond. Dit heeft hij ook bewezen toen ged-urende den oor log zijn aftreden in het belang der goede zaak noo_ dig bleek; dë oorlog moest, gewonnen worden; stond hij, de Premier daarbij in- den weg en 'hij moest dlat na een ernstig meeninsverschil in het Kabinet wel aannemen, dan wist hij: wat eer, en burgerdeugd hem gebood, terwijl hij van April 1908, toen hij. Camp bell -Banheman hij dien-s dood opvolgde, tot, Decem ber 1916 Eerste Minister geweest was en men dus wel mag aannemen-, dat het hem- zwaar moest val len aan andieren, in- de dagen van groote crisis in geheel de wereld, het bewind over te geven-, ging hij heen en een oorlogskabinet, uit alle partijen, werd geconstitueerd. Het Britsche volk is -niet ondankbaar van aard en het is dan ook thans vervuld van vreugde over de koninklijke onderschei-ding den grooten liberaal te beurt gevallen. De titel graaf van Oxford is niet nieuw. Reeds in 1142 werd een de Vere met dezen titel begiftigd tot in 1703 met Aubrey de Vere al® 20e graaf de titel uit- •titrf. Eb 1711 kwt» door ▼•rhtfflng m* Hobrt Hfer* lsy tot grsaf vaa Oxford ds titsl wsw la gebruik om In 1863 bij dtn dood ran den zesden graaf te verdwij- j nen. Than», ruim 70 jaar latsr, ral Henry Asquith in het Hoogerhuis «ltting nemen al» Graaf van Oxford, oen titel dio bij den nieuwen Lord past. Bij het hooren van Oxford denkt men aan kennis on wetenschap1, welnu bij' hot hooren van den titel Lord Oxford, mag men gerust aan deze beide zaken donken. Asquith zal als Lord Oxford oen sieraad 4jn .zoowel voor den Briteohen adel als root het Hoogerhuis, het Huis der Lords. Het strekt Baldwin tot eer en getuigt weer van den breeden kijk op dingen, bij de Engelsohen in Zh voelde rijn vingers, hard als metaal, de hare omklemmen. .Dat ljjkt er tenminste veel op;" zei hij. ,Waar ben ,je eigenlek bang voor? voor mij „Bang niet, zei ze met neergeslagen blik,"r maar ik wil graag goede vrienden met je rijn, Nick." „Waarom?" vroeg hij scherp. Ze 'haalde kort en ongeduldig de schouders op. Ze kon hem toch niet zeggen, dat de steun, waarop ze huizen gebouwd had, bdj1 de eerste de beste ge legenheid gebleken was, van geen waarde, voor haar te zijn. rDafc heb jon ooit te voren gewensoht," vervolgde hij. „En zeker niet den laatsten koer, dat we elkaar ontmoetten." Ze bloosde van schaamte bijl de herinnering. Met inspanning dwong ze zicth tot de openhartige be. kentenis: r „Ik vrees dat ik mtij!" dient dag heel heb betoond. De kwestie is Nick: het had nfij' ovei rompeld. Maar later heb ik er spijt over gehad." Onbewust lag er iets beklagend® in haar toon. Ze voelde, dat, als ze elkaar dikwijls; .zouden ontb moeten, er de een of andere overeenkomst gei- sloten moest worden, want ze zou het niet kunnen verdragen met hem op denzelfden yijandigen voet te»blijven doorgaan. .Maar Nick scheen er anders over te denken. ,Trek 'het jen iet aan." verzocht hjjrhaar luchtig „j.£ neem plooit iets kwalijk, dat niet als een beleediging bedoeld werd, en zelfs dan "nog 'niet altijd. Denk er dus niet meer over. Er is niet de minste reden, er spijt over te gevoelen." Dit izeggende scheen bü1 het onderhoud als be ëindigd te beschouwen en zonder verder een woord keerden ze zidli om. Toen ze het met moö begroeide pad naar het hius weer afliepen, hijl zegevierend glimlachend, zij verbitterd on ortsteind, spraken ze over onver schillige onderworpen. Maar inwendig zou ze alles hebben willen gpven, om hem rijn gastvrijheid, voor de voeten te gooien en to Vluchten naar hot uit einde der aarae. HOOFDSTUK XXXL Op Redlands. De lunöh, in de Iage{ ouderwetsche 'eetkamer! van Redlands, met 't uitzicht op zee, zou prettig en gezellig zijin voorbijgegaan, als Muriel's gemoeds toestand haar had veroorloofd daarvan te 'genieten. Maar Nick's minachtende beantwoording van haar welwillende tegemoetkoming, had den maaltijd voor haar bedorven. En zoo ze hem tevoren had gevresd, haatte ze hem nu met alle kracht^ die in haar was. Hij scheen zich van die vijandige gevoelen® vol komen onbewust en voerde net hoogste woord- het algemeen én nü, Wj Baldwin in het bijzonder^ dat deze niet geschroomd heeft om zijn tegenpartij een dienst te bewijzen door Asquith's verheffing tot graaf, bij den Koning voor te dragen. Deze verheffing doet groote moeilijkheden in de Liberale Party verdwijnen, en is een eer voor die partij en voor het geheele Britsohe Rijk, niet het minst voor Baldwin. Nu ik het toch over „deftigheden" heb, wil ik U nog iets óver de mooie kathedraal van Londen, - do Sa Paul, vertellen. Dozie kerk, een sieraad van Londen, is, nadat de vorige tijdens den grooten brand, welke Londen gedurende ae regeering van Karei II, geteisterd heeft, verwoest werd, volgen® -plannen van don beroemden arohitoot Sir Uhristoffol Wron, her bouwd. De kerk is reeds jaren aan hot verzakkon. Allerlei redenen worden genoemd; le.. do to zware koepel: 2e. verschil in waterstand van' de Theems; 3e. het zware vervoer van motorlorries, hetwelk 6 dagen in de weok bijtaa onafgebroken rondom hot gebouw davert. Ik voor mll geloof aan dit laatste als de eigenlijke oorzaak. Ik logeerde onlangs bii een oom, die op de Heerengracht hiji de vijzel*, straat te Amsterdam woont, 's Morgens vroeg werd) ik wakker, sprong slaapdronken uit mijn bed, den kende: aan oen aardbeving. Mijn bed had ge* trild, zooals ik dat gedurende mijne reizen in net Oosten, bij aardbevingen had meegemaakt. Aan het ontbijt sprak ik er over en toen vertelde mijn oom, dat er eenvoudig een zware vrachtauto voorbij ge komen was en hij" liet mij na het ontbijt de veil* schillende scheuren in het. „hecht en sterk en wel doortimmerde" huis rien. Nimmer had hij' iets van dien aard bemerkt, trouwens dit huis, .door een „Hooft" in de rijkste dagen" van hetrijke Amjw sterdam" gebouwd, was zeer soliede en werkelijk: hecht en sterk, wel doortimmerd, maar gedurende de laatste 8 jaar was tegelijk met het verschijnen der voorbij dreunende vrach tauto's het ongemak gei komen. De arme St. Paul verzakt en heeft de twijfelt achtige eer genoten dat door groote architecten over dit bouwwerk is gerapporteerd en verklaard dat het gebouw „in gevaarlijken toestand" verkeert. Toen men dat in de oourant las, ging een trilling door het land. De St. Paul in gevaar. De St. Paul, het symbool van geloovig Londen, dus eigenlijk van geloovig Engeland, de cathedraal van de City of London in gevaar. Er is helaas eenige wrij'ving tussohen het ge meentebestuur van de City of London en Dean W* R. Inge, de deken, dus bestuurder van da St. Paul en het gevolg is niet gunstig voor het oude gebouw. Slechts eensgezindheid kan het redden. Daarbij komt, dat de begrootingen der heeren experts zoo zeer uiteen loopen. De experts van Dean Inge komen juist op een tiende van het bedrag der experts van de City of London. Verder heeft Dean Inge m.i. slechte raadgevers gehad, die erg geprutst en niets verbeterd hebben. Integendeel, zij hebben de zaak erger gemaakt. Laat ik een voorbeeld noemen. De geweldige koepel drukt natuurlijk-hevig op het gebouw. Wren heeft de pilaren, waarop de koepel rust, hol gel3. ten en slechts met puin doen opvullen. De pilaren 1 begonnen wat toe te geven, naar mijne meening omdat het gebouw beneden begon te werken. De j experts van Dean Inge deden de holle pilaren met beton vullen. Gevolg: meer druk op het gebouw, I meer neiging beneden om toe te geven. De Times heeft dadelijk een Beroep «op het publiek gedaan met het succes, dat in 14 dagen tijd ruim 186.000 Pond (pl.m. 2.300.000 gulden) I Zijin binnen gekomen. Gisteren heeft Sir Harold Bowden, eigenaar van de Raleigh rijwielfabriek 10.0C0 Pond (plm.. 120 1 duizend gulden) gegeven, de grootste gift in eens, die voor dit doel geschonken werd. IIu schrijft er bij, dat hij een goed voorbeeld werisoht te geven. Enfin, het is ook met dit fonds nietipreciea aani^ genaam, omdat de Times het alleen begonnen is, zoodat er andore bladen zijn, die er zich nu! buiten houden. Leve de concurrentie. Ik hebhooren Zeggen dat er niet 200.000 1 ond, maar 100 maal zooveel', nl. 20.000.000 Pond (pl.m. f210.000.0000) noodig zullen zijn, Dat komt mij _,Je gaat zeker in September naar je regiment vroeg Grange aan Niok. „Ik ben inog niet geheel besloten, wat te doen. Als ik i^i jlouw plaats was, zou ik zeker mijn out. slag nemen," merkte Grange op, rijh oogen op de schitterende zee gericht. „Dat zou je ongetwijfeld," antwoordde Nick droog jes. „En wat zou jij mij raden, Muriel?" De vraag was onverwacht, maar zij was zichzelf w eer volkomen meester geworden en antwoordde dadelijk: „Ik zou het je niet aanraden". Hij, trok de wenkbrauwen op. „En- waarom niet als ik vragen mag?" In een onmeedoogenden-drang, hem zoo mogelijk te kwetsen, zei ze bevend: „Omdat, als je je^beroep opgaf, waardoor je de gelegenheid ontnomen zou worden menschen te doo- den, het leven geen waarde meer voor je zou heb ben". De lach, waarmee Nick haar woorden begroette, deed Kaar onaangenaam -aan. Groote goden!" zei hij. „Je hebt mij geducht on der -den microscoop. Maar toch kan je niet door mij heen zien. Ik heb ook nog een anderen kant. Moet» je -dien niet eens leeren kennen?" „Neen, dank je. Daarin stel ik niet het minste be lang", zei ze koud-onverschillig. „Het weinige, dat ik ken, is mij voldoende". „Goed getroffen!" lachte Nick. „Ik trek mij ver slagen uit den strijd! terug. Olga mia, geef mij dó si garen eens aan, kind. Je weet. waar ze zijn". Olga sprong op, om aan zijn verzoek te voldoen. En na Grange *het kistje gepresenteerd te hebben, kwam ze naast Nick staan, sneed het puntje van zijn sigaar en stak die voor hem aan. Hij sloeg even zijin arm om haar heen en zei, zijn hoofd naar hetr hare overgebogen. „Ga eens met Mu riel in den tuin. Ze heeft dien nog niet gezien". Muriel stond op, stak haar arm door dien van het kind en ging met haar naar het schaduwrijke boschje achter het grasveld, waar ze op een rustieke bank gingen zitten. Ze zaten een poosje twijgend. Toen zei het kind aarzelend-schuchter: „Muriel, houd je niet van oom Nick?" Een diepe blos overtoog Muriel's wangen. „Of ik' van hem houd? Waarom vraag je mij dat?" „Omdat wees niet hoos, dat ik het zeg je hem zoo gekwetst hebt aan de lunch". „Gekxvetst.? Ik Nick gekwetst?" herhaalde Muriel werktuigelijk. „Kindlief, dat zou ik onmogelijk kun nen, al wou ik het ook." „Maar het is toch zoo!" hield Olga vol. „Je kent Oom Nick niet en weet niet, hoe diep hij voelt. Je zag het misschien niet, want men merkt het niet gauw. Maar ik weet het ik weet het altijd, als hij zich gekwetst gevoelt, aan de manier waarop hij lacht. En. vanmiddag heb je hem pijn gedaan Muriel voelde zelfverwijt over haar scherpheid. Ze wist, dal als Nick het gewild had, hij haar flink op haar plaats had kunnen zetten, zooals zij-n gewoonte was. Maar inplaats daarvan-, had hij de door haar ge slagen wonde bedekt met den lach, die Olg-a's lief hebbend hartje had gegriefd. Ze zou wel een® willen weten, hoe diep die steek was gegaan. Had ze het gesprek kunnen afluisteren, dat op dat oogenblik plaats had tusschen Nick en rijn gast, dan zou ze daaromtrent nader ingelicht zijn, maar Nick zorgde wel, dat niemand hen kon hooren. Zoodra Grange zijn koffie op had, had hij hem voorgesteld een sigaar te gaan róoken in zijn studeer kamer, een groot, gezellig- vertrek, afgezonderd van de rest van het huis. 'De ramen zagen uit op een groot grasveld en het licht, dat door de groene jaloe zieën naar binnen drong, was koel en rustig voor de oogen. Een slordig schrijfbureau en een1 sofa, bezaaid met kussens, duidden aan, dat Nick deze kamer geheel voor eigen gebruik had ingericht. Hij wees zijn bezoeker een gemakkelijken stoel en zocht naar een aschbakje. „Het heeft je zeker bevreemd, Grange", begon hiji „dat ik al die weken gewacht heb je te felicitee- ren met je engagement. Ik had je natuurlijk wel kunnen schrijven, maar ik- meende, dat ze monde ling van meer kracht zou zijn." Grange schoof onrustig op zijn stoel heen en weer- Hij wenschte, dat Nick het onderwerp nu maar ver der liet rusten. Deze was dit echter feenszins van plan. Er speelde een duivelachtig lachje om zijn mond, toen hij vervolgde: „Welnu, ik wensch je dan bij deze van harte geluk' „Dank je", antwoordde Grange kortaf, hopend, dat het nu uit zou zijn, maar Nick had blijkbaar nog niet met hem afgedaan. „Denk je te gaan trouwen, vóórdat je naar Indiö teruggaat?" „Ik geloof het niet". „Waarom niet?" „Omdat Muriel liever wil wachten, tot xe uit den rouw is." „Waarom gaat ze dan niet uit den rouw"* Grange kon het niet zeggen. .Misschien wil ze hadr heele leven wel in den rouw blijven. Heb je daar aan gedacht?" Er was zoo iet® scherps in deze vraag, dat Grange het onaangename gevoel kreeg niet tegen hem op gewassen te zijn. „Ik ben gaarne bereid op haar te wachten, zoolang ze verkiest", zei hij. „En dat weet ze." „Dan moet ik zeggen, dat je verduiveld gemakke lijk te voldoen bent", hoonde Nick. „Maar "eloof mij er is geen vrouw ter wereld, die dat soort geduld apprecieert." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1925 | | pagina 5