Oude en Nieuwe Lords in Engeland.
TWEEDE BLAD»
ALS EEN ADELAAS2
Dlnsdog 3 februari 1925.
GBsIe Juarpuy. No. 7501.
PLANTENZIEKTENLEER.
133.
NIEUW ZIEKTEVERSCHIJNSEL BIJ AARD
APPELS.
Dezen, wintend oet ridh. weer eens een nieuw ziekte
verschijnsel voor bij Schotsohe muizen. V ersebeddene
aardappels vertoon en zwarte vlekken op de schil.
Het kwaad zit slechts oppervlakkig. Krabbe men
met don nagel do schil weg, dan is hot vieesoh. er
ouder gaaf. Opmerkelijk is, dat dergelijke knollen
org hard Zijn. Ik liob dozo knollen naar Wageniuii
Sou gestuurd, maar daar kan man niets vindon, in
o zieke plekken.
I k dank den boor P. Otsea te Zwaagdijk voori do
zending aardappels met deze vlekken, diu bij' mij
thuis bracht. Ook don heer O. Koomen te Werfc
vers'hoof, dio mij: in do gelegenheid, wilde stellen; er
^h«i party te verzamelen.
Het advies van Wageningen luidt deze knollen er
uit to schieten, hetgeen wel allo bouwers zullen
duon. Ik 'houd mij aanbevolen omtrent mededeelinn
gen betreffende ait verscbgiriseL
MOLLEN.
Ik. bob thans gelegenheid do brieven te publiceef-
ron, die ik ontvmg naar aanleiding van nnja vraag
omtrent gegevens inzake den# mollenstand. Deze
brieven ztjji eerst naar Wageningen geweest, vans-
waar men zo mij nu terug stuurt.
De beer J. Kamp te Berkhout schijft:
„La verband met uw vraag naar dep. mollenstand,
kan ik u mededeelen, dat de mollen in Bierkhoutrin
veel grooter aantal aanwezig zijn, dan voor den tijd
toen door de 'hooge prijzen der vellen de groote
massa is weggevangen. Naar mijn meening is de
schade in het grasland aangericht door de mollen,
veel grooter dan bet nut dat ze stichten. Door de
vermeerdering van de oppervlakte bouwland en de
moeilijkheden, die het vangen in zwart land mee
brengt, vermeerderen ze steeds en Zjj'n er een massa,
ook in grasland, waar vroeger geen mollen waren.
Mode doordien in de Westerkogge, meer bepaald
nog in de banne Berkhout, de bovenlaag van het
land uitsluitend zware humus -is, is het voor de
mollen een Eldorado, en graven en wroeten ze naar
hartelust en Zij'n moeilijk te vangen. Op Zwaardere
gronden, waar de rellen gladder, vaster zijn en
men beter den weg van den vernielal kan bereke
nen, gaat dat beter. 1 r
Onaangetast wil ik gaarne de meening van-.de
landbouwkundigen laten, omtrent het nut der mol-
len, maar als mij'n .stellige meening houd ik vast,
dat de mol een groote vyiand isi van den' gebruiker
van groen land.
Den heer Kamp onzen dank voor rifa Schrijven.
WETEN WAT MEN DOET.
(In het Parkhotel.)
En dan wou 'ik dezen .winter mij'n kruisl»
bessenstruiken ook spuiten met oarbolineum.''
„Waartegen wou dan spuiten?"
„Tegen de Amerikaanschen kruisbessenmeeldauw."
„Het is natuurlijk niet slecht, als U Uw kruis
bessen spuit met carbolineum, maar tegen den
meeldauw is dit niet noodig, ik zou ze liever na den
bloei spuiten met Alcalisohe Bourgondische pap en
dat maakt een bespuiting met carDolineum overbo
dig. Carbolineum is goed om den groenen aanslag
der boomen weg te krijigen, b.v. mossen, maar ik
zou mij'n geld m den zak houden en tegen ften
meeldauw niet met carbolineum optreden.
NESTKASTJES.
Daar het nog den goeden tijd is om nestkastjesl te
plaatsen, vestig ik .nogmaals de aandacht op'dit
middel ter vooraitbrenging van den vogelstand.
De Controleur bij' den Plantenriektenk.
Dienst te Hoorn,
K. VAN KEULEN.
Voor allen die sukkelen
met -moeilijken en om'egelmatigen stoelgang 'zijn
Mijnh.ardt's Lax'eertabletten onmisbaar. Zij' werken
vlug en radicaal en veroorzaken n-ie.t de minste
kramp. Doos 60 ct. Bij apot-h. en drogisten-
Lord Claud John Hamilton 1$ overleden, Voor ons
Hollander» heelt hij beteekeni* doordat hij bijna een
halve oeuw lid van den Raad van beheer en Pre
sident van de Great Eastern Railway i» geweest, wel
ke spoorweg maatschappij de bekende verbinding
Londen—Harwich—Hoek van Holland exploiteerde.
Vooral in de dagen, dat de Stoomvaartmaatschappij
Zeeland, typisch Hollandeche onderneming te Vlis-
slngen, in verbinding stonci met de Maatschappij' tot
Exploitatie van Staatsspoorwegen en de Holland-
sche Spoor, de Hoek van Holland-verbinding pous
seerde, was de Great Eastem cn dus ook de Presi
dent Lord Hamilton, een macht in den Staat.
Sedert enkele jaren zijn „Staatsspoor" en .Hollan
der" gefusioneerd, sedert 20 Februari 1923 heeft de
Great Eastern R-ailway, met d;e Great Northern Hail
way samen da North Eastern Railway-combinatie tot
stand gebracht en dus is tegelijk met de wijziging
van belangen en systeem de concurrentie anders ge
worden.
Bij de oprichting van do. North Eastern-combinatie
trad. de 80-jarige Lord Claud Hamilton als Chair-
rrian af. Zoo'n chairman, president dus, is in Enge
land niet iemand als onze voorzitter van' don Raad
van Commissarissen in do meesto naamiooze ven
nootschappen, ie mand, die zich niet mot do dage-
lijkscho leiding bemoeit,het i9 integendeel „de"
man, hot is do President-Directeur, de meest ver
antwoordelijke leider.
Ik hob een paar jaar geledien nog een® het voor
recht gehad; den ouden heer hij is op 82-jarigen
leeftijd gestorven to ontmoeten en haalden wij toen
oude, tij den en herinneringen op. Hij had wijlen mijn
vader goed gekend, zij hadden nu ruim 30 jaar ge
leden veel met elkaar te maken gehad en ik vectel Jo
dat ik mij1 hem nog goed herinnerde en hoe mijn
vader, toen ik een jongen was, uit Engeland kwam,
waar hij- een feest der Great Eastern Railway had
bijgewoond, ik geloof ter eere van do proefvaart van
hot stoomschip „Amsterdam", dat dienst zou doen
tussohen Harwich en Hoek van Holland en hoe hij
allerlei verhalen deed. Op mij: als jongen had o.a. een
verhaal' grooten indruk gemaakt en wel hoe men de
kathedraal van Ely bezocht had en hoe men daar
allemaal gephotographeerd: was en dat, terwijl de
Hollanders juist dachten: hoe zal dat allemaal gaan;
Lord Claud Hamilton met duidelijke stem zei:
„Gentlemen, arrange yourself please", dus: -heeren
ga maar staan zooals je goed dunkt. Hiermede was
alle quaestie van voorrang meteen uit den weg ge
ruimd en het was ik herinner me de photo nog
heel goed een leuke losse kiek geworden.
Later, toen ik zelf Ely bezocht, moest ik dikwijls
aan dien tocht denken. Er hing in de rookkamer
van mijn vader een groote schets van d:e kathedraal
te Ely, een geschenk van Lord Claud. De kranige
grijsaard herinnerde zich alles nog levendig en toen
£k vertelde van: met luide stem, zei hij dadelijk: ik
ben dan bok jarenlang officier van die Grenadier
Guards geweest.
Lord Claud Hamilton 'is de tweede zoon van den
eersten Hert-og van. Abercom. De titel Lord is een
ee-retitel, zooals bij de Cecils, en geeft geen recht op
een zetel in het Heerenhuis.
Lord Claud begon zijn carrière als officier van- de
Grenadier Guards éen dier voorname regimenten
na te Harrow, met Eton, de meest bekende public
school in Engeland, opgeleid te zijn.
Als kapitein verliet hij den dienst, omdat hij zich
tot de politiek aangetrokken gevoelde en tot lid! van
het Lagerhuis verkozen werd.
Toen- zijn vader Lord Lieutenant (gouverneur) van
Ierland was, deed Lord Claud dienst als assistent
particulier secretaris en als Parlementslid was hij
een tijdlang Junior Lord of the Treasury. een soort
onder-ministerschap van finantiën. Lord Claud is
nooit heel hoog op d.e politieke ledder geklommen
en in 1918 op 76-jarigen leeftijd stelde hij zich niet
meer herkiesbaar en 'bleef zich nog uitsluitend wij
den aan de Great Eastern Railway en eenige an
dere sociale functies.
In het Parlement werd overigens gaarne naar hem
geluisterd, omdat hij uitsluitend sprak over zaken,
die hij; door en: door kende. Uit zijn Ierschen-tijd had
hij overgehouden een krachtig" verzet tegen Glad-
stone's Home Rule en door zijn spoorwegrelatie was
hij een expert op verkeerswezengebied, terwijl hij
steeds, waar hij kon, particulier initiatief aanmoe
digde.
Sedert 1923, uit het openbare leven teruggetrokken,
begon hij langzamerhand te sukkelen en stierf op
den zelfden dag dat een nieuwen Lord gecreëerd
werd: Lord Oxford, „Le Lord est mort, vive le Lord"!
Terwijl Lord Claud Hamilton een zoon was van
een hertog van Abercom en door zijn moeder een
kleinzoon van den zesden hertog van Bedford, en dus,
afgezien van zijne groote verdiensten, reeds den
adellijken titel bezat, heeft de'nieuwe Lord zijn titel
FEUILLETON.
I
door ETHEL M. DELL, uit het Eugel&ch door
W. J. A. ROLDANUS Jr..
21.
Na een poosje zag ze de beide heeron opstaan.
Ilefc werk was afgeloopen. Zooals ze daar naast
elkaar stonden, Blake, forsch, een reus t van een
kerel, goed geproportioneerd, krachtig; Nick, klein
magdr en verminkt, met zijn éénen arm, was Mu
lle! toch vast overtuigd, dat de man, tegen wien zij
den strijd had aangebonden, niettegenstaande zijn
lichamelijke zwakheid, de macht bezat zelfs een
reus als Blake te overheers'chen.
„Ik heb Grange gevraagd," Zei Nick kaJün, op
Muriel toetredend, ,of jelui op Redlands wilt
komen lunchen."
„En heeft Blake het aangenomen?"
„Ja. natuurlijk. Waarom zou hij niet? Kom* kind
tegen Olga „nu mag jij' mij naar huis
terugrii'den."
Ze gehoorzaamde hem onmiddellijk:. Vlug als een
eekhoorn nam ze het stuur ter hand' en Niok ging
naast haar zitten. En Muriel, die hen te paard
met Blake volgde, zag, hoe het kind liefkoozend
kaai hoofd tegen Zijn schouder Jeun.de.
Toen ze het open hek van Redlands insloegen,
uitte Muriel e'en kreet van verrassing. Aan het
einde van een slingerend pad, aan' weerszijden bd-
ffroeid met Yuurroode bhododendrons, stand het
kuis, breed, laag en onregelmatig gebouwd met een
rieten dak.' Aan den linkerkant; strekte zich een
aai uit, waaruit het gemurmel en stroomendi waj.
ter opsteeg. Rechts verhieven zich groepen oude
focmeu, 'die den weg aan dien kant geheel aan
kfct oog onttrokken.
„0, Blake," riep ze uit het is alsof we in- een
Sprookjesland, komen."
„Het doet mij genoegen, dat je het zoo_ mooi
juidt," klonk opeens de stem van Nick, uit een
beschaduwd pad achter hen te voorschijn, homend
Met een schok hield Muriel halt, liet zich van
kot paard glijden, gaf Blake den teugel en zei:
„Ik moet eens even een kijkje'int,dat aal nemen.
En eer Blake recht begreep, wat ze, wilde, sloeg
zo snel"een zijpad in.
Mek holde haag na, Blake over rijta Schouder
toeroepend:
ÏGa jij maar recht uit, Olga wacht thuis je op."
kj den oever van den stroom haalde hij Muriel
m Met. een zenuwachtig lachje stak m hem haar
Jand toe. Inwendig had ze wel geweten, dat hij
aaw volgen zou.
ila het vrede?" vroeg ze buiten adem.
Siheel aan cich zelf en zijne verdiensten- te danken.
erbert Henry Asquith werd op voordracht van den
Premier Minister Baldwin, tot Pair verheven en koos,
daar hij den grafelijken titel mocht aannemen, -dien
van Earl of Oxford. Dat ia m.i. eene aardige kouze
voor den geleerde, die deze groote politicus eigenlijk
ia. Asquith heeft zich gedurende zijn ganachen po
litiek en- loopbaan gek en-mèrkt door fraaien opbouw,
moolen stijl en fijnheid van woordenkeu®, zoowel bij
zijne redevoeringen als bij do van zijn hand versche
nen letterkundige of politieke bijdragen.
Lloyd Georgo is een veel geestiger sprekeT, doch
Asquith is de fijnbeschaafde «preker, een man der
letteren, een geleerde, die de taal beheerscht, zoo-
als slecht® weinigen dat kunnen.
Ik heb nog niemand ontmoet of hij is ingenomen
met d'en nieuwen Pair, met het nieuwe lid van het
Hoogerhuis du9.
Asquith, bij de jongste verkiezingen niet meer her
kozen te Paisley, had een eenigszins moeilijke posi
tie gekregen. Elk liberaal zag. en ziet in hem nog dieh
leider der liberale partij, aan den coalitieman, Lloyd
Goorge wil sedert 1918 geen enkele pur sang liberaal
m-eeir vertrouwen schenken. MaarAsquith was
geen liid) van het Parlement, du® moest een- ander de
partij in het Lagerhuis leiden. Na geducht tegonge- j
stribbel van-' verschillende ledlen word Lloyd Goorge
die leider.
Asquith was geen Pair, dus geen lidl van het Hoo
gerhuis, daar word dus Lord Beauchamp de aan
voerder der liberalo fractie.
Asquith ging wat wijlen Dr. Kuyper zoo geestig
noemdie: buiten af. Hij ging na de verkiezingen naar
Egypte en dezer -dagen teruggekeerd', komt Baldwin
aam alle moeilijkheden een einde maken; dóór zijne
verheffing in den adelstand te bevorderen en wel1 zoo*;
danig, dat Asquith èn „Peer of the Realia" gewor
den is èn als graaf een hem waardige onderschei
ding gekregen heeft.
Asquith mag dan' liberaal zijn; hij was een figuur,
waar elke Brit zonder onderscheid van politieke
kleur, respect voor had.
Toen hij in 1908 na den dood) van den zeer popu-
lairen C. B., d.w.z. Sir Henry Cam-pbell-Bamneman,
lei-dier der Liberale Partij en Premier werd, stond hij
voor een zeer moeilijke taak, wamt de verantwoor
delijkheid van een leider der Liberale Partij^wa&Jfo
die dagen zeer groot en nu de groote persoonlijkheid
C, B. heengegaan' was, moest een nieuwe leidér een j
nieuwe reputatie scheppen, die de vergelijking met
die van C. B. kon verdragen-.
Alsquith heeft daarwel aan beantwoord en in de
critieke dagen van 1914, toen velen hem influister
den om toch niet eer en gevoel aan het woord te la_*
ten. en. liever de Duitsohers Je laten bet-obben aan
het voor het recht en het benarde België op te ne
men, heeft Asquith gedaan, hetgeen elke Brit, met
het hart op dó rechte plaat®, heeft toegejuicht, ml. hij
heeft partij gekozen voor recht en eerlijkheid en
heeft -niet geduld, dat een neutraliteitsverdrag op
utiliteitsgronden tot „vodje papier" verlaagd zou wor
•den. Asquith heeft steeds de eer van- Engeland hoog
gehouden en heeft ook gedurende den oorlog naar
beste weten en kunnen als Eerste Minister, de moei
lijke staatszaken bestuurd.
Zijne redevoeringen in het Lagerhuis werd,en dTior
eiken Brit met graagte en warmte gelezen, de in
houd dier redevoeringen, schoon van vorm, en woor
denkeus, getuigde van het enorme vertrouwen van
den- Eersten Minister van Groot-Britanmië en ïerfand
in zijn- volk, in zijn land en in de zegeviering van
-het recht.
Steeds zegt de conservatieve Moming Post. het
blad, hetwelk Asquith, d.-en liberalen leider immer
heeft bestreden hetzij in vrede of oorlog was Hen
ry Asquith en gentlemanf wiens geloof in eer als
grootste deugd steeds op den voorgrond stond.
Dit heeft hij ook bewezen toen ged-urende den oor
log zijn aftreden in het belang der goede zaak noo_
dig bleek; dë oorlog moest, gewonnen worden; stond
hij, de Premier daarbij in- den weg en 'hij moest dlat
na een ernstig meeninsverschil in het Kabinet wel
aannemen, dan wist hij: wat eer, en burgerdeugd hem
gebood, terwijl hij van April 1908, toen hij. Camp
bell -Banheman hij dien-s dood opvolgde, tot, Decem
ber 1916 Eerste Minister geweest was en men dus
wel mag aannemen-, dat het hem- zwaar moest val
len aan andieren, in- de dagen van groote crisis in
geheel de wereld, het bewind over te geven-, ging hij
heen en een oorlogskabinet, uit alle partijen, werd
geconstitueerd.
Het Britsche volk is -niet ondankbaar van aard en
het is dan ook thans vervuld van vreugde over de
koninklijke onderschei-ding den grooten liberaal te
beurt gevallen.
De titel graaf van Oxford is niet nieuw. Reeds in
1142 werd een de Vere met dezen titel begiftigd tot
in 1703 met Aubrey de Vere al® 20e graaf de titel uit-
•titrf. Eb 1711 kwt» door ▼•rhtfflng m* Hobrt Hfer*
lsy tot grsaf vaa Oxford ds titsl wsw la gebruik om
In 1863 bij dtn dood ran den zesden graaf te verdwij-
j nen.
Than», ruim 70 jaar latsr, ral Henry Asquith
in het Hoogerhuis «ltting nemen al» Graaf van
Oxford, oen titel dio bij den nieuwen Lord past.
Bij het hooren van Oxford denkt men aan kennis
on wetenschap1, welnu bij' hot hooren van den titel
Lord Oxford, mag men gerust aan deze beide
zaken donken. Asquith zal als Lord Oxford oen
sieraad 4jn .zoowel voor den Briteohen adel als root
het Hoogerhuis, het Huis der Lords.
Het strekt Baldwin tot eer en getuigt weer van
den breeden kijk op dingen, bij de Engelsohen in
Zh voelde rijn vingers, hard als metaal, de hare
omklemmen.
.Dat ljjkt er tenminste veel op;" zei hij. ,Waar
ben ,je eigenlek bang voor? voor mij
„Bang niet, zei ze met neergeslagen blik,"r maar
ik wil graag goede vrienden met je rijn, Nick."
„Waarom?" vroeg hij scherp.
Ze 'haalde kort en ongeduldig de schouders op.
Ze kon hem toch niet zeggen, dat de steun, waarop
ze huizen gebouwd had, bdj1 de eerste de beste ge
legenheid gebleken was, van geen waarde, voor
haar te zijn.
rDafc heb jon ooit te voren gewensoht," vervolgde
hij. „En zeker niet den laatsten koer, dat we elkaar
ontmoetten."
Ze bloosde van schaamte bijl de herinnering. Met
inspanning dwong ze zicth tot de openhartige be.
kentenis: r
„Ik vrees dat ik mtij!" dient dag heel
heb betoond. De kwestie is Nick: het had nfij' ovei
rompeld. Maar later heb ik er spijt over gehad."
Onbewust lag er iets beklagend® in haar toon.
Ze voelde, dat, als ze elkaar dikwijls; .zouden ontb
moeten, er de een of andere overeenkomst gei-
sloten moest worden, want ze zou het niet kunnen
verdragen met hem op denzelfden yijandigen voet
te»blijven doorgaan. .Maar Nick scheen er anders
over te denken.
,Trek 'het jen iet aan." verzocht hjjrhaar luchtig
„j.£ neem plooit iets kwalijk, dat niet als een
beleediging bedoeld werd, en zelfs dan "nog 'niet
altijd. Denk er dus niet meer over. Er is niet de
minste reden, er spijt over te gevoelen."
Dit izeggende scheen bü1 het onderhoud als be
ëindigd te beschouwen en zonder verder een woord
keerden ze zidli om.
Toen ze het met moö begroeide pad naar het
hius weer afliepen, hijl zegevierend glimlachend,
zij verbitterd on ortsteind, spraken ze over onver
schillige onderworpen. Maar inwendig zou ze alles
hebben willen gpven, om hem rijn gastvrijheid, voor
de voeten te gooien en to Vluchten naar hot uit
einde der aarae.
HOOFDSTUK XXXL
Op Redlands.
De lunöh, in de Iage{ ouderwetsche 'eetkamer! van
Redlands, met 't uitzicht op zee, zou prettig en
gezellig zijin voorbijgegaan, als Muriel's gemoeds
toestand haar had veroorloofd daarvan te 'genieten.
Maar Nick's minachtende beantwoording van haar
welwillende tegemoetkoming, had den maaltijd voor
haar bedorven. En zoo ze hem tevoren had gevresd,
haatte ze hem nu met alle kracht^ die in haar was.
Hij scheen zich van die vijandige gevoelen® vol
komen onbewust en voerde net hoogste woord-
het algemeen én nü, Wj Baldwin in het bijzonder^
dat deze niet geschroomd heeft om zijn tegenpartij
een dienst te bewijzen door Asquith's verheffing
tot graaf, bij den Koning voor te dragen.
Deze verheffing doet groote moeilijkheden in
de Liberale Party verdwijnen, en is een eer voor
die partij en voor het geheele Britsohe Rijk, niet
het minst voor Baldwin.
Nu ik het toch over „deftigheden" heb, wil ik
U nog iets óver de mooie kathedraal van Londen, -
do Sa Paul, vertellen.
Dozie kerk, een sieraad van Londen, is, nadat
de vorige tijdens den grooten brand, welke Londen
gedurende ae regeering van Karei II, geteisterd
heeft, verwoest werd, volgen® -plannen van don
beroemden arohitoot Sir Uhristoffol Wron, her
bouwd. De kerk is reeds jaren aan hot verzakkon.
Allerlei redenen worden genoemd; le.. do to zware
koepel: 2e. verschil in waterstand van' de Theems;
3e. het zware vervoer van motorlorries, hetwelk
6 dagen in de weok bijtaa onafgebroken rondom hot
gebouw davert. Ik voor mll geloof aan dit laatste
als de eigenlijke oorzaak. Ik logeerde onlangs bii
een oom, die op de Heerengracht hiji de vijzel*,
straat te Amsterdam woont, 's Morgens vroeg werd)
ik wakker, sprong slaapdronken uit mijn bed, den
kende: aan oen aardbeving. Mijn bed had ge*
trild, zooals ik dat gedurende mijne reizen in net
Oosten, bij aardbevingen had meegemaakt. Aan het
ontbijt sprak ik er over en toen vertelde mijn oom,
dat er eenvoudig een zware vrachtauto voorbij ge
komen was en hij" liet mij na het ontbijt de veil*
schillende scheuren in het. „hecht en sterk en wel
doortimmerde" huis rien. Nimmer had hij' iets van
dien aard bemerkt, trouwens dit huis, .door een
„Hooft" in de rijkste dagen" van hetrijke Amjw
sterdam" gebouwd, was zeer soliede en werkelijk:
hecht en sterk, wel doortimmerd, maar gedurende
de laatste 8 jaar was tegelijk met het verschijnen
der voorbij dreunende vrach tauto's het ongemak gei
komen.
De arme St. Paul verzakt en heeft de twijfelt
achtige eer genoten dat door groote architecten
over dit bouwwerk is gerapporteerd en verklaard
dat het gebouw „in gevaarlijken toestand" verkeert.
Toen men dat in de oourant las, ging een trilling
door het land.
De St. Paul in gevaar. De St. Paul, het symbool
van geloovig Londen, dus eigenlijk van geloovig
Engeland, de cathedraal van de City of London
in gevaar.
Er is helaas eenige wrij'ving tussohen het ge
meentebestuur van de City of London en Dean W*
R. Inge, de deken, dus bestuurder van da St.
Paul en het gevolg is niet gunstig voor het oude
gebouw. Slechts eensgezindheid kan het redden.
Daarbij komt, dat de begrootingen der heeren
experts zoo zeer uiteen loopen. De experts van
Dean Inge komen juist op een tiende van het
bedrag der experts van de City of London.
Verder heeft Dean Inge m.i. slechte raadgevers
gehad, die erg geprutst en niets verbeterd hebben.
Integendeel, zij hebben de zaak erger gemaakt.
Laat ik een voorbeeld noemen. De geweldige
koepel drukt natuurlijk-hevig op het gebouw. Wren
heeft de pilaren, waarop de koepel rust, hol gel3.
ten en slechts met puin doen opvullen. De pilaren
1 begonnen wat toe te geven, naar mijne meening
omdat het gebouw beneden begon te werken. De
j experts van Dean Inge deden de holle pilaren met
beton vullen. Gevolg: meer druk op het gebouw,
I meer neiging beneden om toe te geven.
De Times heeft dadelijk een Beroep «op het
publiek gedaan met het succes, dat in 14 dagen
tijd ruim 186.000 Pond (pl.m. 2.300.000 gulden)
I Zijin binnen gekomen.
Gisteren heeft Sir Harold Bowden, eigenaar van
de Raleigh rijwielfabriek 10.0C0 Pond (plm.. 120
1 duizend gulden) gegeven, de grootste gift in eens,
die voor dit doel geschonken werd. IIu schrijft er
bij, dat hij een goed voorbeeld werisoht te geven.
Enfin, het is ook met dit fonds nietipreciea aani^
genaam, omdat de Times het alleen begonnen is,
zoodat er andore bladen zijn, die er zich nu! buiten
houden. Leve de concurrentie.
Ik hebhooren Zeggen dat er niet 200.000 1 ond,
maar 100 maal zooveel', nl. 20.000.000 Pond (pl.m.
f210.000.0000) noodig zullen zijn, Dat komt mij
_,Je gaat zeker in September naar je regiment
vroeg Grange aan Niok.
„Ik ben inog niet geheel besloten, wat te doen.
Als ik i^i jlouw plaats was, zou ik zeker mijn out.
slag nemen," merkte Grange op, rijh oogen op de
schitterende zee gericht.
„Dat zou je ongetwijfeld," antwoordde Nick droog
jes. „En wat zou jij mij raden, Muriel?"
De vraag was onverwacht, maar zij was zichzelf
w eer volkomen meester geworden en antwoordde
dadelijk:
„Ik zou het je niet aanraden".
Hij, trok de wenkbrauwen op.
„En- waarom niet als ik vragen mag?"
In een onmeedoogenden-drang, hem zoo mogelijk te
kwetsen, zei ze bevend:
„Omdat, als je je^beroep opgaf, waardoor je de
gelegenheid ontnomen zou worden menschen te doo-
den, het leven geen waarde meer voor je zou heb
ben".
De lach, waarmee Nick haar woorden begroette,
deed Kaar onaangenaam -aan.
Groote goden!" zei hij. „Je hebt mij geducht on
der -den microscoop. Maar toch kan je niet door mij
heen zien. Ik heb ook nog een anderen kant. Moet»
je -dien niet eens leeren kennen?"
„Neen, dank je. Daarin stel ik niet het minste be
lang", zei ze koud-onverschillig. „Het weinige, dat
ik ken, is mij voldoende".
„Goed getroffen!" lachte Nick. „Ik trek mij ver
slagen uit den strijd! terug. Olga mia, geef mij dó si
garen eens aan, kind. Je weet. waar ze zijn".
Olga sprong op, om aan zijn verzoek te voldoen.
En na Grange *het kistje gepresenteerd te hebben,
kwam ze naast Nick staan, sneed het puntje van zijn
sigaar en stak die voor hem aan.
Hij sloeg even zijin arm om haar heen en zei, zijn
hoofd naar hetr hare overgebogen. „Ga eens met Mu
riel in den tuin. Ze heeft dien nog niet gezien".
Muriel stond op, stak haar arm door dien van het
kind en ging met haar naar het schaduwrijke boschje
achter het grasveld, waar ze op een rustieke bank
gingen zitten.
Ze zaten een poosje twijgend. Toen zei het kind
aarzelend-schuchter:
„Muriel, houd je niet van oom Nick?"
Een diepe blos overtoog Muriel's wangen.
„Of ik' van hem houd? Waarom vraag je mij dat?"
„Omdat wees niet hoos, dat ik het zeg je hem
zoo gekwetst hebt aan de lunch".
„Gekxvetst.? Ik Nick gekwetst?" herhaalde Muriel
werktuigelijk. „Kindlief, dat zou ik onmogelijk kun
nen, al wou ik het ook."
„Maar het is toch zoo!" hield Olga vol. „Je kent
Oom Nick niet en weet niet, hoe diep hij voelt. Je
zag het misschien niet, want men merkt het niet
gauw. Maar ik weet het ik weet het altijd, als hij
zich gekwetst gevoelt, aan de manier waarop hij
lacht. En. vanmiddag heb je hem pijn gedaan
Muriel voelde zelfverwijt over haar scherpheid. Ze
wist, dal als Nick het gewild had, hij haar flink op
haar plaats had kunnen zetten, zooals zij-n gewoonte
was. Maar inplaats daarvan-, had hij de door haar ge
slagen wonde bedekt met den lach, die Olg-a's lief
hebbend hartje had gegriefd. Ze zou wel een® willen
weten, hoe diep die steek was gegaan.
Had ze het gesprek kunnen afluisteren, dat op
dat oogenblik plaats had tusschen Nick en rijn gast,
dan zou ze daaromtrent nader ingelicht zijn, maar
Nick zorgde wel, dat niemand hen kon hooren.
Zoodra Grange zijn koffie op had, had hij hem
voorgesteld een sigaar te gaan róoken in zijn studeer
kamer, een groot, gezellig- vertrek, afgezonderd van
de rest van het huis. 'De ramen zagen uit op een
groot grasveld en het licht, dat door de groene jaloe
zieën naar binnen drong, was koel en rustig voor de
oogen.
Een slordig schrijfbureau en een1 sofa, bezaaid met
kussens, duidden aan, dat Nick deze kamer geheel
voor eigen gebruik had ingericht.
Hij wees zijn bezoeker een gemakkelijken stoel en
zocht naar een aschbakje.
„Het heeft je zeker bevreemd, Grange", begon hiji
„dat ik al die weken gewacht heb je te felicitee-
ren met je engagement. Ik had je natuurlijk wel
kunnen schrijven, maar ik- meende, dat ze monde
ling van meer kracht zou zijn."
Grange schoof onrustig op zijn stoel heen en weer-
Hij wenschte, dat Nick het onderwerp nu maar ver
der liet rusten. Deze was dit echter feenszins van
plan. Er speelde een duivelachtig lachje om zijn
mond, toen hij vervolgde:
„Welnu, ik wensch je dan bij deze van harte geluk'
„Dank je", antwoordde Grange kortaf, hopend, dat
het nu uit zou zijn, maar Nick had blijkbaar nog
niet met hem afgedaan.
„Denk je te gaan trouwen, vóórdat je naar Indiö
teruggaat?"
„Ik geloof het niet".
„Waarom niet?"
„Omdat Muriel liever wil wachten, tot xe uit den
rouw is."
„Waarom gaat ze dan niet uit den rouw"*
Grange kon het niet zeggen.
.Misschien wil ze hadr heele leven wel in den
rouw blijven. Heb je daar aan gedacht?"
Er was zoo iet® scherps in deze vraag, dat Grange
het onaangename gevoel kreeg niet tegen hem op
gewassen te zijn.
„Ik ben gaarne bereid op haar te wachten, zoolang
ze verkiest", zei hij. „En dat weet ze."
„Dan moet ik zeggen, dat je verduiveld gemakke
lijk te voldoen bent", hoonde Nick. „Maar "eloof mij
er is geen vrouw ter wereld, die dat soort geduld
apprecieert."
Wordt vervolgd.