lilt hum Ninvi- llraiutli- Laiinillaf. M Bronchitis i i Abdijsiroop ALS EEN ADELAAiï Donderdag 5 Maart 1925 688te Jaargang. No. 7592. Uilgevcrs i N.V, v.h. TRAPMAN Gd., Slagen EERSTE BLAD. Ingezonden Slukken. Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. Dit is het merk WYBERT 40CC Binnenlandse!* Nieuws. FEUILLETON. SCHABBR CIUKAHIT. Hem pit blad vorschljnt viormaal por wook: Dinsdag, Woonsdag, Donder dag on Zatordag. BIJ inzending tot 'a anorgoiia 8 uur, worden Advor tontlën nog zoovool mogelijk in hot oeralultkoinend ntiinmoy; goplnntat. POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF no. 20 PrIJo per 3 ninnnden fl.05. I.onao nummora O cwit. ADVElO'liN TlóN vnn 1 tot 6 regola f 1.10, lodoro regel meer 20 cnnt (howtjano. inlionrepon). Gi'oulo lnlliit'r> Wi;r.loil hnnt* plnnlut'iiiiulo )iei*oLöii«l. DU NUMMER BESTAAK Uil KWEE BLADEN. DE KNECHT VAN DEN PLOE&ERI „Vrede is goed, maar geen vrede ten koste van draaierij." Hooggeachte Redactie, Hopende, UEd. voor 't laatst eenige plaatsruimte te moeten vragen in Uw veel gelezen blad, verzoek ik U beleefd, deze regelen nog te willen opnemen. Im mers, iemand, die niets met de „ploegerij" te maken had, heeft zich in dienst gesteld van. zijn buurman, en nog wel op een zeer laffe manier. De heer H. G. Rijs, gemeente-secretaris te Warmenhui- zen, wetende, dat ik g e e n lezer-aboünó ben van het Noord-Holl&ndsch Dagblad, heeft in dat blad een in gezonden stuk geplaatst, om op die wijze mij ach ter mijn rug een verwijt te maken over 't z.g.n. „te persoonlijk zijn", wat hij afkeurt tenminste: dat wil hij doen voorkomen. De heer Rijs evenwel is blijkbaar niet genoeg „letterwijs" (zoo spreekt de volksmond), om werkelijkheid, tegenstrijdigheid en belachelijkheid te onderscheiden en om zichzelf te controleeren en te begrijpen. Immers, hij richtte zich in dat stuk beschuldigend jegens mij en maakte zichzelf eohter in hooge mate schuldig aan de fout, die hij bij bij anderen meende op te merken'. Maar zoo gaat het met menschen, die blijk baar niet voldoende onderlegd zijn, om logisch te denken en om verstandig en begrijpelijk te schrijven. Hoewel ik hem eenige malen persoonlijk heb Ver zocht, zoo flink te zijn, z'n stuk ook bijv. in de Schager Courant te plaatsen (eveneens in de Alkmaarsche Crt.), heeft hij dat niet willen (of mo gen??) doen, en zich er tegen mij op een kwajongens achtige wijze over afgemaakt. Bij nader onderzoek is mij gebleken, wat er achter de schermen is afge speeld. Er is getracht, het stukje van den heer Rijs ergens geplaatst te krijgen en daarbij te verlangen, dat mij' de pas werd afgesneden, om ter verdediging mijn antwoord te geven. Mag de waarheid dan niet meer gezegd en verdedigd worden? De heer Rijs, die ml. niet voldoende in staat is, onze Nederlandsche taal te begrijpen, heeft de wer kelijkheid voorbij gekeken en daardoor, ongeveer zoo gis volgt, in 't Noord-Holl. Dagblad mij ver weten, dat ik het noodig had geacht, den heer Van Hesteren te persoonlijk aan1 te vallen, daarbij de zaak j uit 't oog verliezende. Daarop liet de heer Rijs in 'n oogenblik van zelfoverschatting een berisping tegen over mij volgen, omdat ik volgens hem zijn vriend Van Hesteren aanpakte op een wijze, die hij af- keurt. Dat bij anders denkt dan ik, kan ik wel ver-! dragen, billijk ik in 't algemeen ten zeerste, maar daarmee dan op e e r lij k e, royale wijze voor den dag komen, gelijk het een man van karakter past. Nog altijd sta ik voor alles, wat ik schreef, omdat Ik beschik over zeer positieve bewijzen, ja.méér nog dan die alleen! Alleen de kleine kogels zijn nog slechts door mij verschoten; de grootere ligg-m ten allen tijde „voor 't gebruik gereed". De heer Rijs heeft het gewaagd, in de nabijheid van mijn ammu- nitie-magazijn te komen, 't geen hem blijkbaar rJet best is bekomen. Wel heeft hij zich daartoe verleden Zaterdag ten tweeden male verstout, maar tegelij kertijd in 't Noord-Hollandsch Dagblad medegedeeld, dat hij nu niet meer „van zijn voetstuk" af zal ko men. Hij beschouwt zich dus vermoedelijk als een standbeeld. Laat hij dat dan blijven en zich er naar gedragen: dus voortaan zwijgenl Waarvoor zich ook bemoeien met zaken, die hem niet aangaan en dan bovendien op zoo'n laffe manier! Hiermede sluit ik van mijn zijde deze aangelef^nheid. Hoogachtend met dank voor de plaatsing, Uw dw., H. E, DIJKEN. Zitting van Dinsdag 3 Maart. EEN -BUUT AAI» HEERSCHAP. Do eerste zaak was die van den Leer Officier contra Jaoob JohanneS iSteins, een 22-jarige schoon maker, gebaren 9(Aptril 1920 te Amsterdam en woonf- achtig te Alkmaar. Hij werkte daar in een perceel, verbonden aan de woning van. de fabrikant J. Bos eert en had valschheid in geschrifte en daarenboven diefstal gepleegd. De brieven en poststukken, voor den heer Bossert bestemd, kwamen in de brievenbus, die uitkwam in de bij Steins in gebruik zijnde werkplaats. Een omstandigheid, waarmede de heer Bossert, vertrou wen «tellende in Steins, genoegen nam. Pp 5 Januari jh kwam een poetwissel,'groot f81, bestemd voor J. Bossert, in bedoelde brievenbus terecht. Den volgenden dag ging1 Steins, met dien wissel naar het postkantoor. Hij had op dien de noodige aanvulling aangebracht, waarbij hp kon gelden als gemachtigde, aan wien uitbetaling moont ge schieden. Weidra was sinjeur dan ook in het bezit van de f 31. Maar het onrechtmatig verkregen geld, waarmee (hij naar (Amsterdam was gereisd, niet voor pleizier, maar, om, izooals hijji voorgaf, loer te koot pen, was weldra op en toen zat Steins opnieuw op zwart zaad. Wéér naar Alkmaar, waar hjj zh „zaak" onbeheerd had achtergelaten. Steins vond de deur gesloten en ging toen door het perceel van Bossert, aldaar zoo „en passant" handig een revoL Ver wegslikkende. Dat wapen heeft hij naderhand te Amsterdam, waar hiji weer z'n heil scheen te zoeken, bij het Binnengasthuis weggeworpen. Bossert informeerde, waarom de 31 huur over de maand December, van 't vorige jaar verschuif digd, zoolang wegbleef. Een hem toebehoorend toeroeel werd gehuurd en bewoond door mevr. Wiel'age. Haar zoon, winkelbediende in Hoorn, stuurde gewoonlijk de huursoin van daar uit aan het adres van den heer Bossert en antwoordde dezen dan ook, dat ,reeds 5 Januari jlL te hebben gedaan. Bij1 nader onderzoek ten postkantore bleek den heer Bossert weldra, hoe de vork in den steel zat en deed •hij' aangifte, ook van de vermissing van den re volver. Voor een en ander stond Steins (thafoja ge detineerd) terecht. Hij bekende. De O.vJT. was van oordeel^ dat het' gebeurde van ernstigen aard is, maar wilde het -blanco strail- van de sinds 78 jaren als het beste middel tegen hoest en verkoudheid beproefde TABLETTEN In origineele doozcn 65 en 45 Cts. register en de jeugd van beklaagde in aanmerking hemen en vroeg 8 maanden gevangenisstraf voor waardelijk met 3 proefjaren en door de rechtbank op te leggen bijzondere voorwaarden. Beklaagde's raadsman, Air. Langeveld, refereerde zich aan het oordeel der rechtbank. HET TWEEDE BEDRLTP. Weder was ihet deze beklaagde, die terechtmoest staan. Want hij had nog meer op zthn geweten. In de door Steins gebezigde sdhoenmakerswerkplaata te Alkmaar stond een brandkast van den heer Poifc- (gieser, dfie hem machtigde^ die kast voor f 50 te mogen verkoopen. Haakte Steins er eventueel meer voor dan f 50, dan mocht hij dat meerdere behouden. Er kwam een gegadigde opdagen in den persoon van den bier bottelaar Nieuwenhuizen uit Egmond aan den Hoef- Deze kocht de brandkast en her taalde er f 65 voor aan Steins, die echter, jammer genoeg, in gebreke blééf om do f50 aan Potgieéer af te aragen. .-Zoo kwam ook hiervan ee>n rechtszaald- je en de O.v.J. eischte wegens dit feit een maand gev. voorwaardelijk met een jaar proeftijd.^ Mr. Langeveld, verdediger, refereerde zich ook in deze zaak aan het oordeel' van de rechtbank. en andere borstaandoenmgen genezen met AKKER'* EEN GEZELLIG NLEWJAARSBAL. 1 Oornelis Kerkmeer, een 23-jarige hulpstoker, ge boren en wonende te Heerhugowaard, heeft wegens mishandeling van den rijksveldwachter H. Visser van Sint Panctras lonlangs al terechtgestaah voor den i Politierechter en hebben we toen die zaak reeds in deze rubriek beschreven- Haar de Politie rechter heeft destijds de zaak verwezen naar de groote rechtbank, waar ze heden opnieuw diende. Er was in den nacht van 1 op 2 (tfanuari jil te Sint Panctras in het oafó van Boers oen druk 4(h woelig NieuwjaarsbaL Het kwam tot ruzie en vech ten onder de jongelui en zekere Buisman verstoor** de wel het ergst de orde en moest de zaal worden uitgezet. Toen rijksveldwachter Visser druk bezig was en (handen vol werk had om de orde te hert- stellen, werd hij van achteren besprongen en aan *okk< Hij verklaarde, Sat^een der andere jongelui, ZO- rl o h Q i*An CTAflYllrton Beklaagde ontkende, dit te hebben gedaan, ai was het hem ten laste kere Ploeger, den rijksveldwachter in den nek greep. Hij /Berkmeer) 'had toen Ploeger nog wagv getrokken. Na verhoor van rijksveldwachter Viseer en do getuigen J. Zeeman en J. Schuit, beiden jongelui uit Sint Panoras, achtte de O.v.J. de aan Kerkmeer ten laste gelegde mishandeling bewezen. Z.E.Geetr. eisohte f25 boete of 25 dagen hechtenis, dezelfde eisch, die werd ingesteld bijl de behandeling, voor den Politierechter. NIKS VOOR ON& De volgende beklaagde is J\ Roosloot, van beroep opperman en wonende te Bergen. Zijh zaakje wordt met het oog op de goede zeden, mot geeioten deuren behandeld. Ook de laatste heden behandelde zaak die ter gen beklaagde E. Busjer, een 64jarig oud-zeeman wordt met het oog op de goedde zeden met ge sloten deuren behandeld. BROEK OP LANGENDLJK. 't Kon slechter, maar 't moest veel beter. Veel beter, als we een vergelijking willen treffen tusschen de tegenwoordige en de prijzen van verleden jaar; siechter als we ons terugdenken in de 3 daaraan voorafgaande Jaren, waarin soms de kool bet ar beidsloon van laden, vervoeren en lossen niet goed maakte. Toch kon het, ook zonder in die vergelij king te treden, wel slechter zijn. En dan letten we b.v. op de omzetten aan de veilingen. Zoo bleef Noordscharwoude, waar in Januari 1924 voor f410.497.76 werd omgezet, in diezelfde maand van 1925 met f367.823.61 wel wat achter haar voorgang ster, toch zijn het cijfers die per saldo nog meeval len. Nu is het ook weer waar, dat voor dit minder geld heel wat meer is aangevoerd moeten word";.i, doch daar kan woer t^geno^er worden gesteld, dat er heel veel meer geteeld is op dezelfde oppervlakte land dan het vorige jaar. Men bedenke ook dat een hooge markt maar zelden samengaat met een grooten aanvoer; in dat geval moeten factoren werkzaam zijn, die op bijzondere omstandigheden wijzen. Deze zijn momenteel niet aanwezig. Ten slotte houdt de bouwer in hoofdzaak rekening met het eindresul taat en 't laat hem vrij onverschillig of in x X ij de eerste letter den prijs of de hoeveelheid-voorstelt, als zij maar een loonend exploitatie in zich sluit. De hoop hierop werd verlevendigd door de lichts vorst. Doch daarmee was het spoedig afgeloopen: regen en wind kwamen in zijn plaats. Van dien kant bekeken, vielen de prijzen nog mee. Voor enkele koolsoorten was dan ook vrij goede .vraag, doch voor de Deensche witte liet de vraag veel te wenschen over. De hoop, dat Amerika weer §ens wat zou noodig hebben, ging niet in vervulling. Roode kool was vrij goed gevraagd; ongeveer 55 wagens van 10.000 K.G. werden aangevoerd. De groote werd zelfs tot hij de f4 verkocht, middelsoort van 1^2 Kg. was wat meer gewild, terwijl de kleinere scort, eerste qualiteit de f7 haalde. Met gele kool ging het nog beter. We noteerden Woensdag zelfs tot f7.60 en al werd die prijs na dien niet meer be haald, Zaterdag, besteedde men toch nog f7.30. On danks grooten aanvoer (Donderdag 19 wagons gele, 18 roode!) konden de prijzen der grootere soorten zich niet slechts handhaven, doch stegen zelfs boven de f4 uit. De Deensche witte doet het slecht. Toch werden verschillende partijen nog voor fl.20 ver kocht, de kieine soort van eerste qualiteit kon de f3.50 per 100 K.G. halen. Er werden eiken dag ruim 10 wagons aangevoerd. De eer is deze week weer aan de uien. Bij een flinken aanvoer werden prijzen van f 15.30 besteed, drielingen besomden als hoog- sten prijs f 14.30, nep f 13.40. De laatste uiensoort werd slechts op 3 dagen aangevoerd. Peen wisten het Don-» derdag nog tot f.2.30 te brengen, doch dit is voor een enkel mooi partijtje: f 1.50f 1.70, is ongeveer de door- sneeprijs, die voor een loonende teelt veel en veel te laag is. We zijn nu Maart ingegaan. De hoop op vriezend weer'wordt geringer. Toch laat de Langendijker bou wer die hoop nog niet varen. Moge zij alsnog wor den vervuld. DE BELA8TINGONTWERPEN. De regeering ie, aldus de Nieuwe Crt., voorneu nemens, de bekende belastingontwerpda tusschen Pastihon en Pinksteren door ae Tweede Kam eg in openbare behandeling te doen nemdn. Men acht het in parlementaire kringen eohtqr uitgesloten, dat het ontwerpi-weeldcbelasting, tenzij geheel' omgewerkt, het tot een ope(nbare bohandeu Rng brengen zal. door ETHEL M. DELL, uit het Eanolsch door W. J. A ROLDANUS JrH 30. Drie dagen later was Muriel op den terugweg naar Ghawalkhand. Sir Reginald, die haar tegemoet reis de, vertelde haar, dat het nog steeds een beetje op roerig' was in den omtrek. De laatste dagen waren er weer een paar opstootjes geweest, wel niet van ernstigen aard, maar toch bleek daaruit, dat de in boorlingen nog onrustig bleven. En Lady Bassett maakte zich daar een beetje zenuwachtig over. Bij aankomst gaf deze haar blijdschap te kennen, Muriel weer bij zich te hebben. „Maar wat zie je bleek, kind", zei ze. „Je moet zorgen weer geheel uitgerust te zijn tegen het bal hij den Radjah. Volgens Bobby Traser zal het een schit terend feest worden. Ik hoop, dat hij je in je afwezig heid niet vergeten heeft. Dat zou jammer zijn van je vooruitzichten. Apropos, heb je het groote, het verrassende nieuws al gehoord van meneer Ratclif- fe?" „Neen, wat dan?" vroeg Muriel verbleekend. „Dat verwondert mij; ik dacht, dat mevrouw Mus grave, die vroeger zoo met hem bevriend placht te zijn, het je wel verteld zou hebben, 't Is ongehoord maar naar ik hoor onherroepelijk. Hij is altijd een vreemde man geweest Hij1 had iets abnormaals, iets „Maar wat is er met hem gebeurd?" vroeg Muriel met een stem, alsof ze zou stikken. „Hij is in een klooster in Thibet gegaan". Deze woorden op kalmen toon gezegd, brachten den doodsteek toe aan het hart van het meisje, dat ze aanhoorde. Ze liet echter niet blijken, wat ze leed. Ze klemde haar lippen vast op elkaar en staarde Lady Bassett aan met onbeweeglijk, als versteend gezicht. „Wie heeft u dat verteld?" „Ik weet niet meer precies, wie het mij het eerst gezegd heeft. Ik geloof kapitein Gresham, maar ik heb het daarna van verschillende kanten gehoord. Maar kind, je ziet er allerakeligst uit. Je bent zeker doodop van de reis, wat slaap zal je goeddoen." (Met deze woorden ging Lady Bassett heen. Maar nog lang daarna zat Muriel met starre oogen, onbeweeglijk, wanhopig voor zich uit te staren. Dit was dus de reden van zijn zwijgen, de reden dat haar boodschap niet beantwoord was. Ze had de handen te laat te laat naar hem uitgestrekt. En in haar verbeelding hoorde ze een mannen stem weer hartstochtelijk zeggen: „Je geheele leven zul je je herinneren, dat ik eens van jou was. Je hadt mij lief en toch verkoos je, mij weg te zenden." HOOFDSTUK XLVH. Op het Bal. Op den avond van het groote bal hij den Radjah was Muriel zoo bleek £ls het witte kleedje, dat ze voor het eerst na haar vaders dood weer droeg. Haar oogen keken zonder verwachting, apathisch, met droevige onverschilligheid in het rond. Toen ze het hek uitgereden was van de Residents woning, had zij den ouden bedelaar op zijne gewone plaats zien zitten. Hij had zich diep voor haar ter aarde gebogen, maar ze had geen geld hij zich gehad om zijn nederige buiging met een aalmoes te beloo- nen. En onwillekeurig moest ze daar aan denken, toen ze de schitterende balzaal binnengekomen was, waar Europeesche en Indische uniformen en lichte avondtoiletten, zich in bonte mengeling dooreen be wogen in het helle licht. „Zóó! Is u daar eindelijk", klonk Bobby Traser's stem haar opgewekt in de ooren. „Mag ik een dans van u? Wat zegt u? Is u bang, dat u er geen meer over heeft? Dat komt er niet op aan, dan kunnen we een oogenblik rustig gaan zitten. Ik weet een gezel lig hoekje, dat juist voor ons geschikt is. IV moet u noodzakelijk spreken. Na nummer vijf dan? Goea. Tot straks". Muriel was benieuwd wat Bobby Traser haar te zeggen kon hebben. Dat hij haar ernstig het hof maakte, kon ze niet gelooven; ook had ze zijn attenties nooit aangemoedigd, maar toch had de intieme toon, die er uit zijn woorden had ge^prektn, haar een weinig verontrust. En met een gevo.-j ^an beklemming zag ze het oogenblik tegemoet, dat hij haar zou komen halen. Toen hij eindelijk verscheen was ze zoo in het ocgloopend zenuwachtig, dat hij niet kon nalaten d 1 op te merken. Hij leidde haar naar een rustig hoekje van de veranda en begon: „Ik hoop, dat u zich geen schrik heeft laten aan jagen door de verhalen over die vervloekte opstootjes, Die berichten daaromtrent zijn heel overdreven. Wel is er onlangs een Engelschman vermoord, maar dnt was mijlen hier vandaan. En daarin lag volstrekt niets verontrustends. Dat had overal kunnen gebeu ren. De blanken hebben zelf de grootste schuld; ze beginnen met de inboorlingen schuin aan te zien, die dan natuurlijk dadelijk op hun qui vive zijn. Dat kan niet anders. Zoo heeft hte natuurlijk ook kwaad bloed gezet, dat ze hier een Resident heen gestuurd hebben, want het spreekt immers vanzelf, dat ze den Radjah, wiens invloed enorm is, trouw blijven. Het zijn alleen die stomme administrateurs, die den boel in de war sturen. Maar laat ons nu over iets vroolijkers spreken. Hoe heeft u het op uw uit stapje gehad?" Muriel vertelde hem er het een en ander van, on der meer dat ze bij* de familie Musgrave gelogeerd had. „Musgrave? Will Musgrave?" viel hij in, „dien ken ik. Hij is ingenieur, nietwaar? Ik heb hem jaren geled enin Sharapura ontmoet, toen Nick Ratcliffe den Grooten Mogolsbeker won. Dat heb ik u immers verteld?" „Ja", zei ze, met stalen gezicht. „Kent u Nick Ratcliffe?" Zij bloosde hevig bij deze vraag; ze had die niet verwacht. „Ja, maar ik heb hem al in heel lang niet ont moet", zei ze zoo onverschillig als haar mogelijk was. „Een rare Chinees", zei hij. „Je weet nooit, wat hij zal uitvoeren. Zoo vertelt men bijvoorbeeld, dat hij onlangs ün een klooster in Thibet is gegaan. Maar dat kan ik niet gelooven. Dat zou voor iemand met zijn temperament een onmogelijkheid zijn. Vindt u ook niet? Maar misschien kent u hem niet voldoende om dat te kunnen beoordeelen." Onverschillig haalde hij zijn balboekje voor den dar en begon het ijverig te bestudeeren, wat het voor ^aar gemakkelijker maaktè te antwoorden. „Noen-zoo heel goed ken ik hem niet. Maar omda het praatje mij als een feit werd verteld, heb ik het natuurlijk voor waar aangenomen". Zij voelde zich vuurrood worden en ze luiipte ze nuwachtig met de oogen. „Zal ik je eens zeggen, wat ik denk? Dat het niets als een boosaardig verzinsel is." „Maar waarom waarom?" Hij keek haar vast aan. zijn gewoonlijk vroo'ijk gezicht in een ernstigen plooi. „Omdat een zeker iemand het voor haar doel noo dig achtte, u te doen gelooven, dat Nick Ratcliffe voor goed verdwenen was." „Ik ik begrijp niet goed H „Ik kan u verder niets zeggen. Zeker weet ik niets. Ik kan allBen gissen". Hij stond op, bood haar zijn arm en vervolgde: „Heeft u lust een eindje met mij door den tuin te wandelen? Het is 'hier zoo be nauwd" Ze liepen samen langs de verfrisschende, hoog- opspuitende fonteinen, waar de koele avondwind hen verkwikkend langs hun verhitte gezichten streek. Duizenden vragen brandden Muriel op de lippen, maar ze kon er niet top komen ze uit te spreken. En verstrooid luisterde ze naar de anecdotes, die hij 'haar vertelde, nu en dan met het hoofd knikkend, zonder er iets van te hooren. Want de vogel in haar hart, had zijn kopje weer opgericht en zong zijn hoogste lied tegen de sterren. HOOFDSTUK XLVIIL De Bedelaar. Dien avond was Muriel zoo vroolijk, als haar ca valiers haar nog nooit gezien hadden. Haar oogen straalden, alsof ze in een schoone toekomst zagen, haar wangen waren hoogrood getint ext ze had voor elk een vroolijk antwoord of gezegde. Het bal was bijna ten einde, toen Lady Basset: haar wenkte, dat ze zich klaar moest maken om naar huis te gaan. 'Muriel wierp snel een dunne sjaal om haar hals en daalde de breede trap af, naar de groote marmeren vestibule, die gevuld was met vertrekkende gasten. Het dansen had nog niet opgehouden en brokstukken muziek drongen tot haar door. Men speelde J>e blauwe Donau." Als in een droom luisterde ze er naar en onwille keurig kwamen haar de tranen in de oogen. Hoe lang zou Nick haar nog in spanning houden? 't Was niets voor hem weg te blijven, na haar bood schap ontvangen te hebben. Ze hoopte, dat hij gauw zou komen. Het wachten viel haar zoo hard. De menigte rondom haar begon langzamerhand te luwen. Ze ging naar de deur en wilde juist do stoep afgaan, toen ze den ouden bedelaar in de haar welbekende smeekende houding, bij de onderste trede zag staan. Ze bedacht, dat hij een paar uren geleden tevergeefs om een aalmoes had gevraagd en keerde zich om, om Sir Reginald Bassett, die vlak achter haar stond, te vragen of hij haar een rupee kon leenen. Hij tastte in zijn zak en gaf haar het muntstukje, waarmee ze langzaam de stoep afging. De oude man keek evenwel niet naar haar. Iets anders scheen zijn aandacht te hebben getrokken. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1925 | | pagina 1