lilt hum Ninvi-
llraiutli- Laiinillaf.
M
Bronchitis i
i Abdijsiroop
ALS EEN ADELAAiï
Donderdag 5 Maart 1925
688te Jaargang. No. 7592.
Uilgevcrs i N.V, v.h. TRAPMAN Gd., Slagen
EERSTE BLAD.
Ingezonden Slukken.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Dit is het merk
WYBERT
40CC
Binnenlandse!* Nieuws.
FEUILLETON.
SCHABBR
CIUKAHIT.
Hem pit blad vorschljnt viormaal por wook: Dinsdag, Woonsdag, Donder
dag on Zatordag. BIJ inzending tot 'a anorgoiia 8 uur, worden Advor
tontlën nog zoovool mogelijk in hot oeralultkoinend ntiinmoy; goplnntat.
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF no. 20
PrIJo per 3 ninnnden fl.05. I.onao nummora O cwit. ADVElO'liN
TlóN vnn 1 tot 6 regola f 1.10, lodoro regel meer 20 cnnt (howtjano.
inlionrepon). Gi'oulo lnlliit'r> Wi;r.loil hnnt* plnnlut'iiiiulo )iei*oLöii«l.
DU NUMMER BESTAAK Uil KWEE BLADEN.
DE KNECHT VAN DEN PLOE&ERI
„Vrede is goed, maar geen vrede ten
koste van draaierij."
Hooggeachte Redactie,
Hopende, UEd. voor 't laatst eenige plaatsruimte
te moeten vragen in Uw veel gelezen blad, verzoek ik
U beleefd, deze regelen nog te willen opnemen. Im
mers, iemand, die niets met de „ploegerij" te maken
had, heeft zich in dienst gesteld van. zijn
buurman, en nog wel op een zeer laffe manier. De
heer H. G. Rijs, gemeente-secretaris te Warmenhui-
zen, wetende, dat ik g e e n lezer-aboünó ben van het
Noord-Holl&ndsch Dagblad, heeft in dat blad een in
gezonden stuk geplaatst, om op die wijze mij ach
ter mijn rug een verwijt te maken over 't z.g.n.
„te persoonlijk zijn", wat hij afkeurt tenminste:
dat wil hij doen voorkomen. De heer Rijs evenwel is
blijkbaar niet genoeg „letterwijs" (zoo spreekt de
volksmond), om werkelijkheid, tegenstrijdigheid en
belachelijkheid te onderscheiden en om zichzelf
te controleeren en te begrijpen. Immers, hij richtte
zich in dat stuk beschuldigend jegens mij en
maakte zichzelf eohter in hooge mate schuldig
aan de fout, die hij bij bij anderen meende op te
merken'. Maar zoo gaat het met menschen, die blijk
baar niet voldoende onderlegd zijn, om logisch te
denken en om verstandig en begrijpelijk te schrijven.
Hoewel ik hem eenige malen persoonlijk heb Ver
zocht, zoo flink te zijn, z'n stuk ook bijv. in de
Schager Courant te plaatsen (eveneens in de
Alkmaarsche Crt.), heeft hij dat niet willen (of mo
gen??) doen, en zich er tegen mij op een kwajongens
achtige wijze over afgemaakt. Bij nader onderzoek
is mij gebleken, wat er achter de schermen is afge
speeld. Er is getracht, het stukje van den heer Rijs
ergens geplaatst te krijgen en daarbij te verlangen,
dat mij' de pas werd afgesneden, om ter verdediging
mijn antwoord te geven. Mag de waarheid dan niet
meer gezegd en verdedigd worden?
De heer Rijs, die ml. niet voldoende in staat is,
onze Nederlandsche taal te begrijpen, heeft de wer
kelijkheid voorbij gekeken en daardoor, ongeveer
zoo gis volgt, in 't Noord-Holl. Dagblad mij ver
weten, dat ik het noodig had geacht, den heer Van
Hesteren te persoonlijk aan1 te vallen, daarbij de zaak j
uit 't oog verliezende. Daarop liet de heer Rijs in 'n
oogenblik van zelfoverschatting een berisping tegen
over mij volgen, omdat ik volgens hem zijn vriend
Van Hesteren aanpakte op een wijze, die hij af-
keurt. Dat bij anders denkt dan ik, kan ik wel ver-!
dragen, billijk ik in 't algemeen ten zeerste, maar
daarmee dan op e e r lij k e, royale wijze voor den
dag komen, gelijk het een man van karakter past.
Nog altijd sta ik voor alles, wat ik schreef, omdat Ik
beschik over zeer positieve bewijzen, ja.méér nog
dan die alleen! Alleen de kleine kogels zijn nog
slechts door mij verschoten; de grootere ligg-m ten
allen tijde „voor 't gebruik gereed". De heer Rijs
heeft het gewaagd, in de nabijheid van mijn ammu-
nitie-magazijn te komen, 't geen hem blijkbaar rJet
best is bekomen. Wel heeft hij zich daartoe verleden
Zaterdag ten tweeden male verstout, maar tegelij
kertijd in 't Noord-Hollandsch Dagblad medegedeeld,
dat hij nu niet meer „van zijn voetstuk" af zal ko
men. Hij beschouwt zich dus vermoedelijk als een
standbeeld. Laat hij dat dan blijven en zich er naar
gedragen: dus voortaan zwijgenl Waarvoor zich
ook bemoeien met zaken, die hem niet aangaan en
dan bovendien op zoo'n laffe manier! Hiermede sluit
ik van mijn zijde deze aangelef^nheid.
Hoogachtend met dank voor de plaatsing,
Uw dw., H. E, DIJKEN.
Zitting van Dinsdag 3 Maart.
EEN -BUUT AAI» HEERSCHAP.
Do eerste zaak was die van den Leer Officier
contra Jaoob JohanneS iSteins, een 22-jarige schoon
maker, gebaren 9(Aptril 1920 te Amsterdam en woonf-
achtig te Alkmaar. Hij werkte daar in een perceel,
verbonden aan de woning van. de fabrikant J. Bos
eert en had valschheid in geschrifte en daarenboven
diefstal gepleegd.
De brieven en poststukken, voor den heer Bossert
bestemd, kwamen in de brievenbus, die uitkwam
in de bij Steins in gebruik zijnde werkplaats. Een
omstandigheid, waarmede de heer Bossert, vertrou
wen «tellende in Steins, genoegen nam.
Pp 5 Januari jh kwam een poetwissel,'groot f81,
bestemd voor J. Bossert, in bedoelde brievenbus
terecht.
Den volgenden dag ging1 Steins, met dien wissel
naar het postkantoor. Hij had op dien de noodige
aanvulling aangebracht, waarbij hp kon gelden
als gemachtigde, aan wien uitbetaling moont ge
schieden. Weidra was sinjeur dan ook in het bezit
van de f 31. Maar het onrechtmatig verkregen geld,
waarmee (hij naar (Amsterdam was gereisd, niet voor
pleizier, maar, om, izooals hijji voorgaf, loer te koot
pen, was weldra op en toen zat Steins opnieuw op
zwart zaad. Wéér naar Alkmaar, waar hjj zh
„zaak" onbeheerd had achtergelaten. Steins vond
de deur gesloten en ging toen door het perceel van
Bossert, aldaar zoo „en passant" handig een revoL
Ver wegslikkende. Dat wapen heeft hij naderhand
te Amsterdam, waar hiji weer z'n heil scheen te
zoeken, bij het Binnengasthuis weggeworpen.
Bossert informeerde, waarom de 31 huur over
de maand December, van 't vorige jaar verschuif
digd, zoolang wegbleef. Een hem toebehoorend
toeroeel werd gehuurd en bewoond door mevr.
Wiel'age. Haar zoon, winkelbediende in Hoorn,
stuurde gewoonlijk de huursoin van daar uit aan
het adres van den heer Bossert en antwoordde dezen
dan ook, dat ,reeds 5 Januari jlL te hebben gedaan.
Bij1 nader onderzoek ten postkantore bleek den heer
Bossert weldra, hoe de vork in den steel zat en deed
•hij' aangifte, ook van de vermissing van den re
volver. Voor een en ander stond Steins (thafoja ge
detineerd) terecht. Hij bekende.
De O.vJT. was van oordeel^ dat het' gebeurde van
ernstigen aard is, maar wilde het -blanco strail-
van de sinds 78 jaren als
het beste middel tegen hoest
en verkoudheid beproefde
TABLETTEN
In origineele doozcn 65 en 45 Cts.
register en de jeugd van beklaagde in aanmerking
hemen en vroeg 8 maanden gevangenisstraf voor
waardelijk met 3 proefjaren en door de rechtbank
op te leggen bijzondere voorwaarden.
Beklaagde's raadsman, Air. Langeveld, refereerde
zich aan het oordeel der rechtbank.
HET TWEEDE BEDRLTP.
Weder was ihet deze beklaagde, die terechtmoest
staan. Want hij had nog meer op zthn geweten. In
de door Steins gebezigde sdhoenmakerswerkplaata
te Alkmaar stond een brandkast van den heer Poifc-
(gieser, dfie hem machtigde^ die kast voor f 50 te
mogen verkoopen. Haakte Steins er eventueel meer
voor dan f 50, dan mocht hij dat meerdere behouden.
Er kwam een gegadigde opdagen in den persoon
van den bier bottelaar Nieuwenhuizen uit Egmond
aan den Hoef- Deze kocht de brandkast en her
taalde er f 65 voor aan Steins, die echter, jammer
genoeg, in gebreke blééf om do f50 aan Potgieéer
af te aragen. .-Zoo kwam ook hiervan ee>n rechtszaald-
je en de O.v.J. eischte wegens dit feit een maand
gev. voorwaardelijk met een jaar proeftijd.^
Mr. Langeveld, verdediger, refereerde zich ook
in deze zaak aan het oordeel' van de rechtbank.
en andere borstaandoenmgen
genezen met AKKER'*
EEN GEZELLIG NLEWJAARSBAL. 1
Oornelis Kerkmeer, een 23-jarige hulpstoker, ge
boren en wonende te Heerhugowaard, heeft wegens
mishandeling van den rijksveldwachter H. Visser
van Sint Panctras lonlangs al terechtgestaah voor
den i Politierechter en hebben we toen die zaak
reeds in deze rubriek beschreven- Haar de Politie
rechter heeft destijds de zaak verwezen naar de
groote rechtbank, waar ze heden opnieuw diende.
Er was in den nacht van 1 op 2 (tfanuari jil te
Sint Panctras in het oafó van Boers oen druk 4(h
woelig NieuwjaarsbaL Het kwam tot ruzie en vech
ten onder de jongelui en zekere Buisman verstoor**
de wel het ergst de orde en moest de zaal worden
uitgezet. Toen rijksveldwachter Visser druk bezig
was en (handen vol werk had om de orde te hert-
stellen, werd hij van achteren besprongen en aan
*okk<
Hij verklaarde, Sat^een der andere jongelui, ZO-
rl o h Q i*An CTAflYllrton
Beklaagde ontkende, dit te hebben gedaan, ai was
het hem ten laste
kere Ploeger, den rijksveldwachter in den nek
greep. Hij /Berkmeer) 'had toen Ploeger nog wagv
getrokken.
Na verhoor van rijksveldwachter Viseer en do
getuigen J. Zeeman en J. Schuit, beiden jongelui
uit Sint Panoras, achtte de O.v.J. de aan Kerkmeer
ten laste gelegde mishandeling bewezen. Z.E.Geetr.
eisohte f25 boete of 25 dagen hechtenis, dezelfde
eisch, die werd ingesteld bijl de behandeling, voor
den Politierechter.
NIKS VOOR ON&
De volgende beklaagde is J\ Roosloot, van beroep
opperman en wonende te Bergen. Zijh zaakje
wordt met het oog op de goede zeden, mot geeioten
deuren behandeld.
Ook de laatste heden behandelde zaak die ter
gen beklaagde E. Busjer, een 64jarig oud-zeeman
wordt met het oog op de goedde zeden met ge
sloten deuren behandeld.
BROEK OP LANGENDLJK.
't Kon slechter, maar 't moest veel beter. Veel
beter, als we een vergelijking willen treffen tusschen
de tegenwoordige en de prijzen van verleden jaar;
siechter als we ons terugdenken in de 3 daaraan
voorafgaande Jaren, waarin soms de kool bet ar
beidsloon van laden, vervoeren en lossen niet goed
maakte. Toch kon het, ook zonder in die vergelij
king te treden, wel slechter zijn. En dan letten we
b.v. op de omzetten aan de veilingen. Zoo bleef
Noordscharwoude, waar in Januari 1924 voor
f410.497.76 werd omgezet, in diezelfde maand van
1925 met f367.823.61 wel wat achter haar voorgang
ster, toch zijn het cijfers die per saldo nog meeval
len. Nu is het ook weer waar, dat voor dit minder
geld heel wat meer is aangevoerd moeten word";.i,
doch daar kan woer t^geno^er worden gesteld, dat
er heel veel meer geteeld is op dezelfde oppervlakte
land dan het vorige jaar. Men bedenke ook dat een
hooge markt maar zelden samengaat met een grooten
aanvoer; in dat geval moeten factoren werkzaam
zijn, die op bijzondere omstandigheden wijzen. Deze
zijn momenteel niet aanwezig. Ten slotte houdt de
bouwer in hoofdzaak rekening met het eindresul
taat en 't laat hem vrij onverschillig of in x X ij de
eerste letter den prijs of de hoeveelheid-voorstelt,
als zij maar een loonend exploitatie in zich sluit.
De hoop hierop werd verlevendigd door de lichts
vorst. Doch daarmee was het spoedig afgeloopen:
regen en wind kwamen in zijn plaats. Van dien
kant bekeken, vielen de prijzen nog mee. Voor enkele
koolsoorten was dan ook vrij goede .vraag, doch voor
de Deensche witte liet de vraag veel te wenschen
over. De hoop, dat Amerika weer §ens wat zou noodig
hebben, ging niet in vervulling.
Roode kool was vrij goed gevraagd; ongeveer 55
wagens van 10.000 K.G. werden aangevoerd. De groote
werd zelfs tot hij de f4 verkocht, middelsoort van
1^2 Kg. was wat meer gewild, terwijl de kleinere
scort, eerste qualiteit de f7 haalde. Met gele kool
ging het nog beter. We noteerden Woensdag zelfs
tot f7.60 en al werd die prijs na dien niet meer be
haald, Zaterdag, besteedde men toch nog f7.30. On
danks grooten aanvoer (Donderdag 19 wagons gele,
18 roode!) konden de prijzen der grootere soorten
zich niet slechts handhaven, doch stegen zelfs boven
de f4 uit. De Deensche witte doet het slecht. Toch
werden verschillende partijen nog voor fl.20 ver
kocht, de kieine soort van eerste qualiteit kon de
f3.50 per 100 K.G. halen. Er werden eiken dag ruim
10 wagons aangevoerd. De eer is deze week weer
aan de uien. Bij een flinken aanvoer werden prijzen
van f 15.30 besteed, drielingen besomden als hoog-
sten prijs f 14.30, nep f 13.40. De laatste uiensoort werd
slechts op 3 dagen aangevoerd. Peen wisten het Don-»
derdag nog tot f.2.30 te brengen, doch dit is voor een
enkel mooi partijtje: f 1.50f 1.70, is ongeveer de door-
sneeprijs, die voor een loonende teelt veel en veel te
laag is.
We zijn nu Maart ingegaan. De hoop op vriezend
weer'wordt geringer. Toch laat de Langendijker bou
wer die hoop nog niet varen. Moge zij alsnog wor
den vervuld.
DE BELA8TINGONTWERPEN.
De regeering ie, aldus de Nieuwe Crt., voorneu
nemens, de bekende belastingontwerpda tusschen
Pastihon en Pinksteren door ae Tweede Kam eg in
openbare behandeling te doen nemdn.
Men acht het in parlementaire kringen eohtqr
uitgesloten, dat het ontwerpi-weeldcbelasting, tenzij
geheel' omgewerkt, het tot een ope(nbare bohandeu
Rng brengen zal.
door ETHEL M. DELL, uit het Eanolsch door
W. J. A ROLDANUS JrH
30.
Drie dagen later was Muriel op den terugweg naar
Ghawalkhand. Sir Reginald, die haar tegemoet reis
de, vertelde haar, dat het nog steeds een beetje op
roerig' was in den omtrek. De laatste dagen waren
er weer een paar opstootjes geweest, wel niet van
ernstigen aard, maar toch bleek daaruit, dat de in
boorlingen nog onrustig bleven. En Lady Bassett
maakte zich daar een beetje zenuwachtig over.
Bij aankomst gaf deze haar blijdschap te kennen,
Muriel weer bij zich te hebben.
„Maar wat zie je bleek, kind", zei ze. „Je moet
zorgen weer geheel uitgerust te zijn tegen het bal hij
den Radjah. Volgens Bobby Traser zal het een schit
terend feest worden. Ik hoop, dat hij je in je afwezig
heid niet vergeten heeft. Dat zou jammer zijn van
je vooruitzichten. Apropos, heb je het groote, het
verrassende nieuws al gehoord van meneer Ratclif-
fe?"
„Neen, wat dan?" vroeg Muriel verbleekend.
„Dat verwondert mij; ik dacht, dat mevrouw Mus
grave, die vroeger zoo met hem bevriend placht te
zijn, het je wel verteld zou hebben, 't Is ongehoord
maar naar ik hoor onherroepelijk. Hij is altijd een
vreemde man geweest Hij1 had iets abnormaals,
iets
„Maar wat is er met hem gebeurd?" vroeg Muriel
met een stem, alsof ze zou stikken.
„Hij is in een klooster in Thibet gegaan".
Deze woorden op kalmen toon gezegd, brachten
den doodsteek toe aan het hart van het meisje, dat
ze aanhoorde. Ze liet echter niet blijken, wat ze leed.
Ze klemde haar lippen vast op elkaar en staarde
Lady Bassett aan met onbeweeglijk, als versteend
gezicht.
„Wie heeft u dat verteld?"
„Ik weet niet meer precies, wie het mij het eerst
gezegd heeft. Ik geloof kapitein Gresham, maar ik
heb het daarna van verschillende kanten gehoord.
Maar kind, je ziet er allerakeligst uit. Je bent zeker
doodop van de reis, wat slaap zal je goeddoen."
(Met deze woorden ging Lady Bassett heen.
Maar nog lang daarna zat Muriel met starre oogen,
onbeweeglijk, wanhopig voor zich uit te staren.
Dit was dus de reden van zijn zwijgen, de reden
dat haar boodschap niet beantwoord was. Ze had de
handen te laat te laat naar hem uitgestrekt.
En in haar verbeelding hoorde ze een mannen
stem weer hartstochtelijk zeggen:
„Je geheele leven zul je je herinneren, dat ik eens
van jou was. Je hadt mij lief en toch verkoos je,
mij weg te zenden."
HOOFDSTUK XLVH.
Op het Bal.
Op den avond van het groote bal hij den Radjah
was Muriel zoo bleek £ls het witte kleedje, dat ze
voor het eerst na haar vaders dood weer droeg. Haar
oogen keken zonder verwachting, apathisch, met
droevige onverschilligheid in het rond.
Toen ze het hek uitgereden was van de Residents
woning, had zij den ouden bedelaar op zijne gewone
plaats zien zitten. Hij had zich diep voor haar ter
aarde gebogen, maar ze had geen geld hij zich gehad
om zijn nederige buiging met een aalmoes te beloo-
nen. En onwillekeurig moest ze daar aan denken,
toen ze de schitterende balzaal binnengekomen was,
waar Europeesche en Indische uniformen en lichte
avondtoiletten, zich in bonte mengeling dooreen be
wogen in het helle licht.
„Zóó! Is u daar eindelijk", klonk Bobby Traser's
stem haar opgewekt in de ooren. „Mag ik een dans
van u? Wat zegt u? Is u bang, dat u er geen meer
over heeft? Dat komt er niet op aan, dan kunnen we
een oogenblik rustig gaan zitten. Ik weet een gezel
lig hoekje, dat juist voor ons geschikt is. IV moet u
noodzakelijk spreken. Na nummer vijf dan? Goea.
Tot straks".
Muriel was benieuwd wat Bobby Traser haar te
zeggen kon hebben. Dat hij haar ernstig het hof
maakte, kon ze niet gelooven; ook had ze zijn
attenties nooit aangemoedigd, maar toch had de
intieme toon, die er uit zijn woorden had ge^prektn,
haar een weinig verontrust. En met een gevo.-j ^an
beklemming zag ze het oogenblik tegemoet, dat hij
haar zou komen halen.
Toen hij eindelijk verscheen was ze zoo in het
ocgloopend zenuwachtig, dat hij niet kon nalaten d 1
op te merken. Hij leidde haar naar een rustig hoekje
van de veranda en begon:
„Ik hoop, dat u zich geen schrik heeft laten aan
jagen door de verhalen over die vervloekte opstootjes,
Die berichten daaromtrent zijn heel overdreven. Wel
is er onlangs een Engelschman vermoord, maar dnt
was mijlen hier vandaan. En daarin lag volstrekt
niets verontrustends. Dat had overal kunnen gebeu
ren. De blanken hebben zelf de grootste schuld; ze
beginnen met de inboorlingen schuin aan te zien, die
dan natuurlijk dadelijk op hun qui vive zijn. Dat
kan niet anders. Zoo heeft hte natuurlijk ook kwaad
bloed gezet, dat ze hier een Resident heen gestuurd
hebben, want het spreekt immers vanzelf, dat ze den
Radjah, wiens invloed enorm is, trouw blijven.
Het zijn alleen die stomme administrateurs, die
den boel in de war sturen. Maar laat ons nu over
iets vroolijkers spreken. Hoe heeft u het op uw uit
stapje gehad?"
Muriel vertelde hem er het een en ander van, on
der meer dat ze bij* de familie Musgrave gelogeerd
had.
„Musgrave? Will Musgrave?" viel hij in, „dien
ken ik. Hij is ingenieur, nietwaar? Ik heb hem jaren
geled enin Sharapura ontmoet, toen Nick Ratcliffe
den Grooten Mogolsbeker won. Dat heb ik u immers
verteld?"
„Ja", zei ze, met stalen gezicht.
„Kent u Nick Ratcliffe?"
Zij bloosde hevig bij deze vraag; ze had die niet
verwacht.
„Ja, maar ik heb hem al in heel lang niet ont
moet", zei ze zoo onverschillig als haar mogelijk was.
„Een rare Chinees", zei hij. „Je weet nooit, wat hij
zal uitvoeren. Zoo vertelt men bijvoorbeeld, dat hij
onlangs ün een klooster in Thibet is gegaan. Maar
dat kan ik niet gelooven. Dat zou voor iemand met
zijn temperament een onmogelijkheid zijn. Vindt u
ook niet? Maar misschien kent u hem niet voldoende
om dat te kunnen beoordeelen."
Onverschillig haalde hij zijn balboekje voor den
dar en begon het ijverig te bestudeeren, wat het
voor ^aar gemakkelijker maaktè te antwoorden.
„Noen-zoo heel goed ken ik hem niet. Maar
omda het praatje mij als een feit werd verteld, heb
ik het natuurlijk voor waar aangenomen".
Zij voelde zich vuurrood worden en ze luiipte ze
nuwachtig met de oogen.
„Zal ik je eens zeggen, wat ik denk? Dat het niets
als een boosaardig verzinsel is."
„Maar waarom waarom?"
Hij keek haar vast aan. zijn gewoonlijk vroo'ijk
gezicht in een ernstigen plooi.
„Omdat een zeker iemand het voor haar doel noo
dig achtte, u te doen gelooven, dat Nick Ratcliffe
voor goed verdwenen was."
„Ik ik begrijp niet goed H
„Ik kan u verder niets zeggen. Zeker weet ik niets.
Ik kan allBen gissen". Hij stond op, bood haar zijn
arm en vervolgde: „Heeft u lust een eindje met mij
door den tuin te wandelen? Het is 'hier zoo be
nauwd"
Ze liepen samen langs de verfrisschende, hoog-
opspuitende fonteinen, waar de koele avondwind hen
verkwikkend langs hun verhitte gezichten streek.
Duizenden vragen brandden Muriel op de lippen,
maar ze kon er niet top komen ze uit te spreken. En
verstrooid luisterde ze naar de anecdotes, die hij
'haar vertelde, nu en dan met het hoofd knikkend,
zonder er iets van te hooren. Want de vogel in haar
hart, had zijn kopje weer opgericht en zong zijn
hoogste lied tegen de sterren.
HOOFDSTUK XLVIIL
De Bedelaar.
Dien avond was Muriel zoo vroolijk, als haar ca
valiers haar nog nooit gezien hadden. Haar oogen
straalden, alsof ze in een schoone toekomst zagen,
haar wangen waren hoogrood getint ext ze had voor
elk een vroolijk antwoord of gezegde.
Het bal was bijna ten einde, toen Lady Basset:
haar wenkte, dat ze zich klaar moest maken om naar
huis te gaan.
'Muriel wierp snel een dunne sjaal om haar hals en
daalde de breede trap af, naar de groote marmeren
vestibule, die gevuld was met vertrekkende gasten.
Het dansen had nog niet opgehouden en brokstukken
muziek drongen tot haar door. Men speelde J>e
blauwe Donau."
Als in een droom luisterde ze er naar en onwille
keurig kwamen haar de tranen in de oogen.
Hoe lang zou Nick haar nog in spanning houden?
't Was niets voor hem weg te blijven, na haar bood
schap ontvangen te hebben. Ze hoopte, dat hij gauw
zou komen. Het wachten viel haar zoo hard.
De menigte rondom haar begon langzamerhand te
luwen. Ze ging naar de deur en wilde juist do
stoep afgaan, toen ze den ouden bedelaar in de haar
welbekende smeekende houding, bij de onderste
trede zag staan. Ze bedacht, dat hij een paar uren
geleden tevergeefs om een aalmoes had gevraagd en
keerde zich om, om Sir Reginald Bassett, die vlak
achter haar stond, te vragen of hij haar een rupee
kon leenen.
Hij tastte in zijn zak en gaf haar het muntstukje,
waarmee ze langzaam de stoep afging.
De oude man keek evenwel niet naar haar. Iets
anders scheen zijn aandacht te hebben getrokken.
Wordt vervolgd.