PUROL
Brieven over Engeland.
Jubileum-Geschenk
Hel Nieuwe Modeblad.
De dingen om ons he
Schrale lippen
RuweVluid
Bruine schoenen?
Binnenlandse!* Ni««wa
krijgen. En al» lomand een niet al ie fijne lucht
heeft, ja zolfs zijn nou» gaaroo In andortmanszakon
stookt, al heeft hij er nlete mee noodig, dio zegt:
„Dat lucht lokker". En als zoo'n stuk gekruld ls mot
eonlge hatelijkheden on onjuiste voorstellingen van
^i| ki
het katholieke geloof, als zoo'n Pastoor met zijn dog
ma's on zUn domme volgelingen daarin op een on
ware on bespottelijke manier voorgesteld worden,
zoodat het publiek zegt: „Wat een idioten die room-
schen! wat oen bedriegers die Pastoors!" nee maar,
dan is het zoo lekker, dan smult men pas naar
hartelust van deze wrange vrucht van Heijermans,
een twistappel voor een groot deel der bevolking
van Noordholland.
En nu wil daar waarachtig een! burgemeester van
Anna Paulowna niet eens aan, omdat maar Xf7 ge
deelte van zijn gemeentenaren R.-K. is. Was nu de
helft Katholiek of 3/4 bijvoorbeeld, dat wij dan deze
menschen in hun overtuiging niet mochten kren
ken, ja, dan was het anders, maar nu maar 1/7 ge
deelte, ls dit nu zoo erg? Wat een logica?
Geachte Opmerker, neem Mr. Mendels ln zijn arm,
en gaat arm in arm op stap naar Den Haag, vraag
een audiëntie aan bij don Minister van Binnenland-
sche Zaken, zeg' hem wat een diepe duisternis daar
hoerscht in „Hollands Noorden", dat er slechts
enkele sterren schitteren in deze duisternis, waar
onder vooral twee jonkheeren uitblinken in de rij
van Burgemeostertjea.
Zeg hem dat er in Anna Paulowna in het bij
zonder een burgemeestertje woont diei den moed
had, om Allerzielen te verbieden, een procesverbaal
iaat opmaken voor Zondagswerk, een godsdienstige
bijeenkomst, het gebler van een orgel niet verbiedt,
zelfs 3 agenten heen stuurt om de orde te bewaren,
en nog veel meer dinsigheden, en de Minister zal u
zekér niet ongetroost heenzenden. Hij zal zeker deer
nis met u hebben.
Geachte Opmerker, ik neem afscheid van u met
oprechte deelneming in uw leed, echter wel met
een weinig jaloerschheid op uw Burgemeester, dien
den moed en het karakter toonde om ook voor 1/7
gedeelte van zijn burgers een vader te zijn.
VERITAS.
Geachte Redactie!
Vergun mij s.v.p. een plaatsje in uw blad voor Za
terdag a.s. Bij voorbaat dank.
Toen ik Dinsdag jl. de Courant las en daarin de
advertentie, oprichting van een vereeniging van
ziekenhuisverpleging, toen kon ik eerst mijn oogen
niet gelooven, maar toch, het stond er. Nu, miinh. de
R., er ontgingen mij een paar woorden, die ik hier
maar niet weergeven zal. Wat is toch het geval?
Het was met onze jaarvergadering van H. E. K.,
dat het bestuur op de agenda had geplaatst: „Op
richting van een vereeniging van Ziekenhuisverple
ging" Het werd met open armen ontvangen. Er werd
opdracht gevraagd en verkregen om het verder uit
te werken, om dan weer te vergaderen en dan tot
oprichting over te gaan (zoo gezegd, zoo gedaan). Er
werden circulaires rondgestuurd, waarin op beknop
te wijze doel en middelen werden aangegeven, te
vens om op de vergadering te komen om tot defi
nitieve oprichting over te gaan.
Welnu, Zaterdag j.1. hebben wij die vergadering
gehad, pl.ra. zestig leden, en werd tot oprichting
overgegaan. Er was een voorloopig reglement opge
maakt. dat dan ook artikelsgewijs de revue passeer
de en alles op enkele kloine wijzigingen na werd
goedgekeurd, terwijl men zich tot 15 April nog kon
opgeven en 1 April in werking zou treden, alles nog
onder hot voorloopig bestuur van H. E. K. en
daarna een geheel nieuw bestuur zou gekozen wor
den uit do leden, geheel los van H. E. K. Nu was
er een artikel dat nog stemming erlangde, namelijk
contributieregeling.
Het bestuur stelde voor: Allen in het gezin zijn
verzekerd, dit echter met dien verstande, dat niet
meer dan drie kinderen beneden de zestien jaar in
rekening worde gebracht, de jongeren zijn vrij en
zijn ook verzekerd. Dit werd in stemming gebracht
met een voorstel van enkele leden om allen in een
gezin te laten betalen. Het werd verworpen met 34
tegen 26. Nu had ik eerlijk gedacht, dat het van de
baan was, maar niet dat de minderheid stemming
zou maken, om een vereeniging naast de onze te
trachten op te richten. Wij zijn steeds van het idéé
uitgegaan, laat ons de grootste gezinnen een wei
nig ontlasten, zij betalen toch immers al het meest.
Laat ons de zinspreuk: Helpt elkander, hoog hou
den, en mocht er al een zijn, die meent, dat hij
iets voor een ander ook betaalt, laat hij dan beden
ken, dat het in de meeste gevallen weer de minst
gesitueerde is, maar laten wij er niet aan medewer
ken nog meejr twist en tweedracht in de gemeente te
brengen, laten wij als een man achter het bestuur
van H. E. K. medegaan en niet er aan meedoen om
een tweede vereeniging naast de onze te plaatsen,
waar ze misschien beiden een kwijnend bestaan
zouden lijden, maar eendrachtig saam te werken.
M. de R., Ik heb heel wat plaatsruimte van u ge
vraagd, maar ik meende wel een weinig uitvoerig te
moeten- zijn. Nogmaals mijn dank.
A. KOUT.
Zuidscharwoude, Maart 1925.
gmivernanteaahtig denken rij; ik lees hefc op haat-
gezicht en glimlach.
Alls altijd, je liefhebbende Egoïste/'
„Ja, waarlijk egoïste," zoi ik peinzend, terwijl ik
den brief opvouwde en een photographie uit mjin
bureautje nam.... een photographie van een flink,
glimlachend gelaat, met een laag, breed voorhoofd,
et haar in soheeve scheiding wat sohuin erover
gelegd,, heldere, koene oogen en een grooton, be-
ujimond
Waarom zet je haar niet in een fybtie en hangt
het ergens in ao kamerP'* vroeg Dimoie, „het ls
een prettig gericht." I
„Omdat ik haar beloofde het nooit tentoon te
stellen. Ze verixeldt rioh dat ze leelyk is. Ik vind,
dat menschen met verstandige oogen nooit leeiijk
rijn/'
„Je kon wel eens gelijk hebben," mi Dimbie, alle
treinen vergetend.
„Was ae erg knap?"
Ik was folïij, dat hij rich zoo interesseerde voor
mijn geliefde onderwijzeres.
„Ik weet het niet," was mijfn antwoord, „ik ben
zelf niet knap genoeg om daarover te kunnen oor-
deel'en. Maar alles wat zo deed, leek miji verbazend
interessant. Moeder en Peter zolAs ook, hingen g
haar lippen l&ls ze vertelde. Zii ,was zoo geestig, zoo
vroolijk; zo had zooveel gevoel voor humor. 5Öe je,
ze was pas één en twintig{ toen ze wegging *Ze
kwam by ons met haar twintigste jaar, nadat ze
juist voor een heel moeilijk examen was geslaagd.
Moeder zegt, dat Peter erg veelr op dat examen
tegen had, ntf vond examens onvrouwelijk; vrouwen
moesten niet knap willen worden: als juffrouw
Fairbrother haar haar behoorlek wilde opmakon en
witkanten japonnen wilde dragen, zou zélfs zij wel
een man vindon, Moeder voerdo toen aan, dat zij
Lynton.
Ik herinner me nog, dat Peter hierop snuif de en
zeij dat hij al' heel tevreden zou zijn als juffrouw
Fairbrother de beginselen van lezen en rekenen
in m'n hoofd kon pompen en me kon loeren schrij
ven en wat naaien en breien.
Bovendien verbood hij1 iedereen, man of vrouw,
toij te onderwijzen in do kunst yan bloemenschilder
ren, torn 'de resultaten later in lijstjes te zetten en op
te hangen aan den muur. Ik kanje onmogelijk de
minachti ng 'weergeven, waarmee hij het woord „blbe-
monsohildoren" uitbulaorde".
„Baar had hij toch gelijk in," zei Dimbïo.
„Dat is ook zoo," lachte ik, „maar Peter was
Vergeten, dat het schilderen van bloemen en stil-
Xi Maart 1925.
Enkele weken geleden stierf in Engeland een zo
kero Mrs. Danieli, op den leeftijd van zes en tachtig
jaar. Toen zij een jonge vrouw was, had ze ;zee
officieren en matrozon gekend, die gevaren hadden
onder Lord Nelson.
Een directe verbinding dus tuseohen onzen .tijd
en dien van Nelson. Verscheidene mensohen kenden
Mrs. Danieli. Wij' zelf hadden haar kunnen ken
nen. En zij had mensohen gesproken, die Lord
Nelson gesproken hadden.
't Is eigenaardig, zoo eens terug te gaan in het
verleden. Er is een tamelijk groote belezenheid
voor noodig, Maar wie die heeft, zou misschien in
onze eigen geschiedenis een heel1 eind terug kunnen
werken. Wie weet. of ihy niet een ketting zou kun
nen Imakon van zxdnlzelif tot, laten we zeggen Maurita
of Rembrandt.
Leigh Hunt, een Engelsoh schrijver en Hiohter
van een honderd jaar geleden, sohrijift in oen van
rijn artikelen, dat ieder, dio wél eens de hand hooft
gedrukt van een dichter, mag veronderstellen, dat
hij, over vele andere heen, de hand heeft godrukt
van Shakespeare. John o\London, de bokonde re
daotour vanlhet bekende blad, dat zijn naam draagt,
hoeft deze onderstelling vaai Leigh Hunt onlangs
uitgewerkt, en hoewel er een eeuw ia voorbijgegaan
sinas Hunt het bovenstaande schreef, kwam John
c/London tot de conclusie, dat het ook nu nog ge
makkelijk gedaan kan worden.
Zelf had hij' gekend een Mrs. Severn, een vrien
din van John Ruskin. Ruskin was eens, als jongen,
op bezoek geweest bij' den dichter Samuell
Rogers 'had ,Sheiidan gekend, den schrijver
Rivalen", dat eenige jaren geleden door Verkade
dikwijls is opgevoerd. Sheridan kende Dr. Samuel
Johnson, den man van het groote woordenboek, heel
intiem, en den dichter Ridhard Savage. Savage
kende weer Ricfhard Steele ,en die kende Oongreve,
en die Dryden. We schieten al aardig op, want
Dryden leefde van 1631 tot 1700 en Shakespeare
stierf in 1616. Nu, Dryden had Milton gesproken,
en Davenant. Davenant was heel intiem met den
philosooph Hobbes, Hobbes was secretaris geweest
van Baoon, tegelijk met Ben Jonson. En (Ben
Jonson was Shakespeare'® vriend. Dus .heeft John
o'London de -hand gedrukt van Shakespeare. En
laat nu iemand maar eens nagaan, of hij* hetzelfde
kan doen in onze litteratuur ol onze geschiedenis,
bedenk me ineens, dat ik zelf hoogstwaarschijnlijk
ook wel mijn hand terug zou kunnen laten werken
tot Shakespeare, over ongeveer dezelfde schakels als
John o' London. Want ik heb in Engeland me
nigmaal de hand gedrukt van iemand, dien mijln
vrouw en ik noemden Professor, maar dio in
de taal van ons dochtertje heette ,/üncle" Wyatt,
En „Oom" Wyatt ,was een goede kennis geweest
van den dichter William Morris. Ik geloof zekeÉ,
dat ik van Morris, of van Morris' vriend Dante
Gabriel Roesetti, den dichter-sohilder, heel gemakk
kelhk bij Samuel Rogers zou aanlanden en zoo
verder naar Shakespeare.
Ik moet wel bedenken, dat ik dezen brief begon
nen ben met het plan te schrijven over de onlangs
overleden Mrs. Danieli. Het mocht me anders eens
precies zoo vergaan als Ooleridge, den diohfcer van
The Anoient Mariner.
gebruik ikalhjd
Ooleridge was een van de grootste „praters,, die
er ooit geweest rijm, Macanlay was een andere.
Van Macanlay wordt het volgende verteld. Eenige
Van Syn vrienden, die bij elkaar waren op ae
kamer van een van hen het waren studenten
zaten gezellig te boomen, toen iemand van hot
gezelschap toevallig uit het raam keek en Maoan-
ly zag komen. „Gauw/ riep hijf gejaagd, „als
iemand van jullie nog wat te zeggen heeft, laat
hij het dan gauw doen, want daar komt Maoan*
lay". Pe heeron wisten, dat na het binnentreden
van Macanlay niemand moer aan 't woord kou
komen.
Maar de bekende aneodote over Ooleridge is
sterker. Als ik mijl goed herinner, is ze afkomstig"'
van Oharles Lainb. Voor het gemak zullen we
dat (bet zoo is. Lamb aan beweerde, dat
Geen bezwaar m'ynheer. Er dal
is er ook in bruin en donken
01 bruin.En fyn is ze
ook.dal ziel U wel
aan den m ooien
glans.
levens tot een vorige eeuw behoorde. Stel je voor
juffrouw Fairbrother aan het bl'oemenachiideren,
k geloof, dat jze me even goed sahilderym yan
wol' zou hebben kunnen laten borduuren. Groot
moeder heeft twee groote woedende katten gebor-
duurd met reuzen van snorren.... en .juffrouw
Fairbrother placht prettige, opwindende verhalen
te vertellen over die twee... en 'S'nachts droomde
ik, dat 'zo uit hun lijsten kwamen gestapt en het
dak opklauterden.
Wo noemden ze Mijnheer Oharhberlain en Mijn
heer Bal tour."
„Ik moet gaan/' zei na Dimbie, Hmaar die katten
zijn heel' interessant en juffrouw Fairbrother ook.
Vind je het goed, dat we haar een poosje te logee ren
vragen als ze in het Land komtP"
Iiy sprak op een lossen, onverschilligen toon en
ik keek snel naar hem op. Kort van te voren had hij
gezegd, dat hij de eerste twaalf maanden niemand
in n-ils wilde hebben.
„Zou ie het prettig vindonV vroeg Jk
.prettig vinden, welnoen zeker niet. Maar jij
sriiynt zoo dol op (haar 'te rijn.... en rij lijkt ino
zooeenzaam."
„Dimbiezoi ik, „je bont een schat en ik waar
deer je opofferingsgezindheid, maar.../'
„Nu schrijf haar dan gauw en vraag haar vóórdat
ik van gedachten verander. Ik geloof wel, dat zo
verstandig genoeg is er 'e avonds vop uit te trekken
eu ons abten te laten."
zul je het heel erg vindenP," vorsahte ik.
HU lachte.
Nu, niet zóo verschrikkelijk. Geen enkele man
is dol op een vreemde vrouw in rijln huis. vooral niet
als hij 'zoo'n lief dingsko heeft. öLs ik. Maar ik wil
dat ju gelukkig zult zijn Marg," rijn stem word
hetu. teer, „ik wil niet dat je teveel alleen bent. Ik
wu'dat je dagen in één groote vreugde zullen voor-
voorbijgaan/ Hij kwam de kamer doorgestapt en
itreelao myn haar.
mouw, npi. jpHMvn
me ai' waarom God me zoo een groot gelhk g<
ken heeft. Ik verdien het niet meer dan iemand
anders. Peter en al m'n oude zorgen liggen achter
me en voor ane ligt (het heorlnko leven. Ik ben
gelona op een klein groen eiland, het eilandje van
tevredenheid.... dat ligt te midden een er gouden,
dooi do zon gekuste zoe. De golven bespoelen de
stranden en een zacht windje strijkt als een liefkoo-
zing door mijn haar... en we zijn heeT alleen, Dim-
jij en ik."
Een oogenblik drukten rijn lippen zachtjes de
mijne, toen rende hij heen.
Wordt vervolgd.
Coleridge de gewoonte had, als hu met je sprak,
om een knoop van je jas vast to paicken -en zijn
oogen te sluiten. Eens was Lamb-Ooleridge ergens
buiten tegen gekomen, en Coleridge was aan 't
woord, oogen dicht. Maar, zegt Lamb, ik had
weinig tijd dien dag, dus snoea ik den knoop van
mijn jas. Toen ik 's middags terugkwam, stond Co
leridge nog op dezelfde plaats. Ik ben toen 'maar
weer tegen den knoop aan gaan staan.
Het zou kunnen rijm, dat Lamb overdreef, maar
daarom geeft zün verhaal toch geen minder goedea
indruk van 'Coleridge. Ooleridge was een groote
Shakespeare-kenner. Hij zou eens een lezing houden
over de kindermeid in Romeo .en Juliet. Als zulk
een lezing werd aangekondigd, zorgde de geheele
'letterkundige wereld yan Londen en omstreken pre
sent -te (rijim Zoo ook bij deze gelegenheid. 'Zeker niet
minder, omdat het onderwerp zoo dankbaar is.
De kindermeid van Juli et. De .echte, ouwe klets
tante. Nooit was ze uitgepraat. Ze kon met geweid
tot zwijgen worden gebracht, maar anders ging- ze
door. Anders praatte ze nu, op dit ogoenblik nog.
Of eigenlijk, praat ze nu op dit oogenblik nog-, want
ze heeft vele nakomelingen. Is de vrouw van mijn
glazenmaker geen nakomelinge van haar ga het
maar frrobeeren iwie een uur of wat den tijd heeft
-r- en ons eigen doohtertjel Daarom schrijf'ik dezen
brief nu rij naar school is. t
Maar de kindermeid van Juliet was een eigenaar
dige praatster. Ze was zoo, wel, ze was zoo allesbe
halve netjes in haar gesprekken. Een vani de rede
nen- veronderstel ik, waarom er nog steeds geen
schooluitgave van Romeo en Juliet verschenen is.
Over deze kindermeid dus zou Coleridge op zeke
ren dag 't kan ongeveer honderd 'jaar geleden zijn
een rede houden. En een aandachtig gezelschap
was te zamen gekomen om naar zijn woorden te
luisteren. Wij kunnen het ook nu nog allen doen,
wanneer we ons voor een paar shilling zijn „Essays
and Lectures en Shakespeare" aanschaffen.
De groote man begon met een pleidooi ten gun
ste van het aframmelen van schooljongens. Daarop
Volgden opmerkingen over den tijd van Elizabeth en
Jacobus I, vergeleken met den tijd van Karei I. Het
onderscheid1 tusschen geest en verbeelding. De ver
schillende talen, die in Europa gesproken worden.
Het toentertijd heerschend' idee over wat dichterlij
ke taal behoorde te zijn. De breedsprakigheid! of her
haling in sommige versregels van Samuel Johnson.
De zedelijke reinheid in de taal van Shakespeare.
Toen kreeg Charles Lamb, die natuurlijk bij de le
zing tegenwoordig was, er genoeg van. „Dat is nog
zoo kwaad- niet," fluisterde hij zijn buurman in het
oor. „Hij beloofde ons een lezing over de kindermeid
in Romeo en Juliet, en in «de plaats daarvan heeft
hij ons een lezing gegeven op de manier, zooals do
kindermeid het zelf zou gedaan hebben."
En van dit laatste is deze brief, helaas, een voor
beeld, Ik kan niet meer zeggen, dat ik vrees, dat hij
dat zal worden. Ik merk, dat hij' -het i®. Misschien,
dat hij- nog iets goeds kan uitwerken. Ten eerste:
doordat allen, die dit lezen, eenstemmig zeggen:
„laat ik oppassen, dat ik zóó nooit schrijf'. En ten
tweede, doordat deze of gene zegt: „Ik heb Romeo en
Juliet nog nooit gelezen. Laat ik het eens doen. Ik
heb immers toch een volledige uitgave van Shakes
peare. En laat ik dan ook eens wat lezen van -dien
meneer Coleridge. Laat ik eerst Romeo en Juliet
eens lezen, en dan wat Coleridge er over zegt."
Zoo sus ik mijn verontrust geweten. En overigens
kan ik niet meer doen dan beloven, dat ik de vol
gende maal heusch zal schrijven over Mrs. Danieli,
die dan al weer twee weken langer van deze» aarde
verdwenen zal zijn. Maar toch nog niet te lang. Den
31sten Januari werd ze begraven.
VAN
HET NIEUWE MOEEBLAD (2e uitgave), hetwelk
wij voor onze lezereseen tegen zoo billijken prijs
verkrijgbaar stallen, ls dit jaar den 2Seu jaargang
ingetreden.
Ter herdenking van dit feit, zullen de Uitgevers
aan de eerste 3000 nieuwe abonné's, die zich met In
gang van 1 April u, als abonné Modeblad laten in.
schrijven, voor minsten, twee kwartalen, een
LUXE-CASSETTE „CARABA"
cadeau geven, bevattende 2 flacons eau de cologne
en één flacon parfum.
Daarenboven:
ontvangen nieuwe abonné's voor zoover de
voorraad strekken zal, gratis de ln Maart ver
schenen nummers en zullen ze ln den loop
van bet abonnementsjaar gratis kunnen deel.
nemen aan een zeer interessante prijsvraag,
waarbij 100 kostbare en fraaie geschenken
worden uitgeloofd, o.a. een NAAIMACHINE.
Bestaande tbonné'o op HET NIEtJWE MODE
BLAD ontvangen de CarabaJoeantta, indien zij zelf
abonné blijvend, één of meor nieuwe abonné's opge
ven en nadat deze tenminste 2 kwartalen zullen heb
ben betaald.
HET NIEUWE MODEBLAD, 't welk 2 maal per
maand verschijnt, geeft in elk nummer een over
vloed van modellen der allerlaatste mode, voor ei
ken leeftijd on eke figuur, beroops- en onderklee.
dlng, klnderkleedlng voor Jongens en meisjes, een
prachtige handwerkenrubrlek, modesnufjes, hoedeu,
schoenen, enz. enz.; alsmede 2 Knippatronenbleden.
De prifs bedraagt Oaohts 12S oents per kwartaal.
Wilt U het Cadeau terstond ontvangen?
Zendt dan omgaand een postwissel voor 2 kwar
talen (f 230) aan de Administratie onzer Courant en
vermeldt daarop: voor 2 kwartalen Modeblad mét
premie.
Degenen, die de twee kwartalen niet vooruit wen-
schen te betalen, kunnen de Luxedoos met flanoons
eerst later ontvangen,
DE UITGEVERS.
Ook hri tweoda on«l«»rhoud lu»*chr.n H«rrt
Chamborlitin schijnt niet vool 1" hui»bcn opwil
H«t communiqué sprak natuurlijk van kin>o||
tolijkheid en overoonntomminK op vereohllloude
Bentlflelo punten", doch wolko dio punfon wan
vooral aangaande welke puntoQ dio overeenstem
niet word bereikt, zwijgt mon in PariJ» zoowi
in Londen.
Het protocol ls dood, dit staat wel vast, &u
tonminste hoort hoe Chamberlain aan de Jo
listen mededeelt, dat hij met Herriot „eenige
heeft geplengd op het graf dier overeenkomst".,
aan don anderen kant beweert Herriot tot zijn
nalisten, dat er van die tranenplengerij niets
beurd, want dat er geen graf en goon dood pro1, 'snt
is. Omdat zegt hij het protocol, door Kt S<
rijk, België, Tsjechoslowakije en nog een aantal dayi
dero landen geratificeerd en ter vergadering
den Volkenbond geteekend on goedgevonden
ongeveer alle delegaties, niet zoo maar zonder
dood verklaard kan worden.
Voor deze opvatting is heel veel aan te
Metterdaad bestaat het protocol dan ook nog. Ai vooi
hoeft het zijn wuarde verloren, nu de machtige Tan
sche groep, benevens verschillende andere lundi ïw
niet aan mee doenOnderlinge garantiovi'rdt nn.
zijn heel fraai, doch als degenen van wie in
ste instantie do garantie moet komen, er niet
mee doen. is de waarde van zulk een overeonk
zeer betrekkelijk.
Nu heet het wel, dat Chamberlain bereid is
het protocol iets anders in de plaats te stellen,,
het is tot dusverre niet bekend hoe dit Brt
plan er zal uitzien en wat het zal bevatten. Alj
aan Frankrijk voldoende veiligheid moet gevei
tegelijk aannemelijk moet zfjn voor de Dominion
voor het Engelsche volk, ia het zeer moeilijk
maar een gissing te wagen naar de methode,
op Chamberlain deze beide desiderata denkt
wezenlijken. Gemakkelijk zal het niet zijn. WÏ
Dominons zullen, precies als zij ten aanzien vai
Protocol van Geneve deden, zich vrijheid van
delen voorbehouden, dus zich niet willen bl
om in alle gevallen en omstandigheden voor,
en ten bate van Frankrijk op te (reden, hun
krachten en geld ter beschikking te stellen. Ej
de garantie niet in alle omstandigheden wordt
leend, als de garant dus zich voorbehoudt zoo
zelf uit te maken of de casus foederis zich af
niet voordoet, spreekt het van zelf, dat degene,
op zulk een wijze zijn veiligheid gegarand|U4
krijgt, slechts een zeer beperkte waarborg ontvi 12
De in uitzicht gestelde hulp wordt hem nami
alleen verleend, als hij volkomen in het geli
En in dit geval zou hij natuurlijk toch zeker z\
weest van de sympathie en eventueelen hijstand
andere mogendheden, die lid zijn van den Vo! ont
bond.
Deze overweging brengt on9 weder tot de
vroeger hier verdedigde stelling, dat, als het
tuut van den Volkenbond waarde heeft en ai,
ieden van den bond bereid zijn hun woord ges
te doen, verdere overeenkomsten en verdragen
met andere woorden precies hetzelfde nog eens
gen, overbodig zijn, ja zelfs schadelijk, omdi
aan het Statuut, dat zij heeten te versterken,
lijk den smet aanwrijven van onvoldoendheid,
Men heeft dus alle •recht benieuwd te zijn
de oplossing, die de Britsche minister van
landsche zaken zal weten te vinden voor deze
lij'kheid, en, vooral ook, in hoeverre zijn oploi
de verschillende belanghebbende partijen zal
digen. Zoo ooit, dan heet het hier voorzichtig
Als er nooit sprake was geweest van bijzond-
rantieverdragen, zoodat men geheel en al
vertrouwen op den Volkenbond en op de moi
zijner leden, zou het aanzien van den Bond
getwijfeld door zijn gestegen en zou hij veel
diger de kracht hebben gekregen uit zich ze]
men hem nu poogt te geven, door onder zijn
allerlei speciale overeenkomsten te sluiten,
reeds in den beginne heeft Frankrijk afgeziei
verschillende eischen, die het te Versailles hat
lenr stellen en vermoedelijk wel had kunnen
zetten, alleen op voorwaarde, dat het speciale
borgen voor zijn veiligheid zou erlangen. Men
dat noch de Vereenigde Staten, noch Groot-L
tannië, die als garant zouden optreden, die w
borgen hebben verstrekt. Amerika niet omdat
Senaat weigerde te ratificeeren on Engeland i
omdat het alleen de ristico niet wilde dragen, nu
Amerikaansche deelneming uitbleef.
Van dit oogenblik af is Frankrijk voortdw
doende geweest middelen te zoeken om het beo<
doel toch te bereiken. Het trad in verbinding
de Kleine Entente, knoopte engere en engere reli
aan met Polen en België, trachtte steeds Engelen
bewegen alsnog zijn houding te herzien en tens
slaagde Herriot erin MacDonald zoover mee te
gen, dat het Protocol geschapen werd. Hetgeen
zuivere overwinning der Fransche groep in den
kenbond was, wat ook bleek uit het feit,
Frankrijk en zijn vrienden de eerste waren on
teekenen en zoowat de eenige om te ratificei
Dit is duidelijk, want het zijn juist deze staten,
eventueel zouden blootstaan aan een aanval
Duitschland en die derhalve voordeel zouden
nen hebben van het bestaan eener garantieovet
komst.
In elk geval is de zaak nog steeds aanhangig,
blijkt uit het voornemen van Herriot binnenkoi
Londen opnieuw te gaan confereeren. De e«
vraag is echter of Herriot nog lang premier
zijn. Zeer groot lijkt de kans hierop niet, as.ngi
D<
#ch'
0|
TW
itn
Itftt
D<
dit
Sc
'in«
Sc
g U'
Sc
H
büi'
If
II
looi
verl
een
en
D
Eer
met
Itto
ziel
een
ged
P
N
slot
de
tia«
v
rlg«
voc
65
Z
LA
uit
een botsing met den Senaat naar aanleiding
begroeting vrijwel onvermijdelijk schijnt te zijn
zulk een botsintr zou Herriot bijna zeker aan
kortste eind trékken, daar de oppositie tegen
anticlerikale politiek aanhoudend toeneemt en
zijner naaste vrienden ernstig bezwaar hebben
de manier, waarop hij zich door de soclalisti
sleeptouw laat nemen, en waardoor thans in
Lotharingen eon zeer ernstig conflict is ontstal
conflict verdient een afzonderlijke behandeld)
Zeer kwallik wordt Herriot de toespraak gen^
die hij tot krassin heeft gehouden on waari
sprak van den broederband met Rusland en vf
kameraadschap tijdens den oorlog, terwijl tof
dereen, Krassin zelf niet het minst, weet. dat
de schuld van de Sovietregeering niet is, dat I
rijk en zijn vrienden in alleserustigst gevaar
ben verkeerd toon Rusland, na don moord qp
Czaar, den vrede van Brost Litowsk sloot en
„wapenbroeders" in den steek liet. Het is nat
lijk laatig, als iemand een gezant moet toospn
van een land. waarmede hij wel officieel op g«
voet staat, doch waarvan mon inderdaad
moet hebben. Dan moeten er vriendelijke wow
worden gesproken, doch de taal vun Herriot wi
verregaand vriendelijk en güng recht in tegel
overtuiging van verreweg de meeste Franschen,
tolitk van nlle Franschen voor zoover zijniet
socialistisch of ronduit communist zijn. DÜt alii
zamen maakt het vrij twijfelachtig of den heer
riot nog een lang ministerieel leven zal zijn
schoren.
UITKIJ1
VERDUISTERING.
Te Ileercnveen is gisteravond gearresteerd J
klerk bij den gemeente-ontvanger, van Ingw
[aldaar, verdacht van verduistering van gelden.'
spreekt van een bedrag van t 3000.
DOOR EEN BOOM GETROITEN.
In de buurtschap Rlele onder Olepenveei.. vil
het laden van boomen op oen kar. de 24-jarigtj
Rijsel van de kar; een boom rolde hem na C
I hem op het hoofd. De m&a werd onmiddellijk I