PUROL Brieven over Engeland. Jubileum-Geschenk Hel Nieuwe Modeblad. De dingen om ons he Schrale lippen RuweVluid Bruine schoenen? Binnenlandse!* Ni««wa krijgen. En al» lomand een niet al ie fijne lucht heeft, ja zolfs zijn nou» gaaroo In andortmanszakon stookt, al heeft hij er nlete mee noodig, dio zegt: „Dat lucht lokker". En als zoo'n stuk gekruld ls mot eonlge hatelijkheden on onjuiste voorstellingen van ^i| ki het katholieke geloof, als zoo'n Pastoor met zijn dog ma's on zUn domme volgelingen daarin op een on ware on bespottelijke manier voorgesteld worden, zoodat het publiek zegt: „Wat een idioten die room- schen! wat oen bedriegers die Pastoors!" nee maar, dan is het zoo lekker, dan smult men pas naar hartelust van deze wrange vrucht van Heijermans, een twistappel voor een groot deel der bevolking van Noordholland. En nu wil daar waarachtig een! burgemeester van Anna Paulowna niet eens aan, omdat maar Xf7 ge deelte van zijn gemeentenaren R.-K. is. Was nu de helft Katholiek of 3/4 bijvoorbeeld, dat wij dan deze menschen in hun overtuiging niet mochten kren ken, ja, dan was het anders, maar nu maar 1/7 ge deelte, ls dit nu zoo erg? Wat een logica? Geachte Opmerker, neem Mr. Mendels ln zijn arm, en gaat arm in arm op stap naar Den Haag, vraag een audiëntie aan bij don Minister van Binnenland- sche Zaken, zeg' hem wat een diepe duisternis daar hoerscht in „Hollands Noorden", dat er slechts enkele sterren schitteren in deze duisternis, waar onder vooral twee jonkheeren uitblinken in de rij van Burgemeostertjea. Zeg hem dat er in Anna Paulowna in het bij zonder een burgemeestertje woont diei den moed had, om Allerzielen te verbieden, een procesverbaal iaat opmaken voor Zondagswerk, een godsdienstige bijeenkomst, het gebler van een orgel niet verbiedt, zelfs 3 agenten heen stuurt om de orde te bewaren, en nog veel meer dinsigheden, en de Minister zal u zekér niet ongetroost heenzenden. Hij zal zeker deer nis met u hebben. Geachte Opmerker, ik neem afscheid van u met oprechte deelneming in uw leed, echter wel met een weinig jaloerschheid op uw Burgemeester, dien den moed en het karakter toonde om ook voor 1/7 gedeelte van zijn burgers een vader te zijn. VERITAS. Geachte Redactie! Vergun mij s.v.p. een plaatsje in uw blad voor Za terdag a.s. Bij voorbaat dank. Toen ik Dinsdag jl. de Courant las en daarin de advertentie, oprichting van een vereeniging van ziekenhuisverpleging, toen kon ik eerst mijn oogen niet gelooven, maar toch, het stond er. Nu, miinh. de R., er ontgingen mij een paar woorden, die ik hier maar niet weergeven zal. Wat is toch het geval? Het was met onze jaarvergadering van H. E. K., dat het bestuur op de agenda had geplaatst: „Op richting van een vereeniging van Ziekenhuisverple ging" Het werd met open armen ontvangen. Er werd opdracht gevraagd en verkregen om het verder uit te werken, om dan weer te vergaderen en dan tot oprichting over te gaan (zoo gezegd, zoo gedaan). Er werden circulaires rondgestuurd, waarin op beknop te wijze doel en middelen werden aangegeven, te vens om op de vergadering te komen om tot defi nitieve oprichting over te gaan. Welnu, Zaterdag j.1. hebben wij die vergadering gehad, pl.ra. zestig leden, en werd tot oprichting overgegaan. Er was een voorloopig reglement opge maakt. dat dan ook artikelsgewijs de revue passeer de en alles op enkele kloine wijzigingen na werd goedgekeurd, terwijl men zich tot 15 April nog kon opgeven en 1 April in werking zou treden, alles nog onder hot voorloopig bestuur van H. E. K. en daarna een geheel nieuw bestuur zou gekozen wor den uit do leden, geheel los van H. E. K. Nu was er een artikel dat nog stemming erlangde, namelijk contributieregeling. Het bestuur stelde voor: Allen in het gezin zijn verzekerd, dit echter met dien verstande, dat niet meer dan drie kinderen beneden de zestien jaar in rekening worde gebracht, de jongeren zijn vrij en zijn ook verzekerd. Dit werd in stemming gebracht met een voorstel van enkele leden om allen in een gezin te laten betalen. Het werd verworpen met 34 tegen 26. Nu had ik eerlijk gedacht, dat het van de baan was, maar niet dat de minderheid stemming zou maken, om een vereeniging naast de onze te trachten op te richten. Wij zijn steeds van het idéé uitgegaan, laat ons de grootste gezinnen een wei nig ontlasten, zij betalen toch immers al het meest. Laat ons de zinspreuk: Helpt elkander, hoog hou den, en mocht er al een zijn, die meent, dat hij iets voor een ander ook betaalt, laat hij dan beden ken, dat het in de meeste gevallen weer de minst gesitueerde is, maar laten wij er niet aan medewer ken nog meejr twist en tweedracht in de gemeente te brengen, laten wij als een man achter het bestuur van H. E. K. medegaan en niet er aan meedoen om een tweede vereeniging naast de onze te plaatsen, waar ze misschien beiden een kwijnend bestaan zouden lijden, maar eendrachtig saam te werken. M. de R., Ik heb heel wat plaatsruimte van u ge vraagd, maar ik meende wel een weinig uitvoerig te moeten- zijn. Nogmaals mijn dank. A. KOUT. Zuidscharwoude, Maart 1925. gmivernanteaahtig denken rij; ik lees hefc op haat- gezicht en glimlach. Alls altijd, je liefhebbende Egoïste/' „Ja, waarlijk egoïste," zoi ik peinzend, terwijl ik den brief opvouwde en een photographie uit mjin bureautje nam.... een photographie van een flink, glimlachend gelaat, met een laag, breed voorhoofd, et haar in soheeve scheiding wat sohuin erover gelegd,, heldere, koene oogen en een grooton, be- ujimond Waarom zet je haar niet in een fybtie en hangt het ergens in ao kamerP'* vroeg Dimoie, „het ls een prettig gericht." I „Omdat ik haar beloofde het nooit tentoon te stellen. Ze verixeldt rioh dat ze leelyk is. Ik vind, dat menschen met verstandige oogen nooit leeiijk rijn/' „Je kon wel eens gelijk hebben," mi Dimbie, alle treinen vergetend. „Was ae erg knap?" Ik was folïij, dat hij rich zoo interesseerde voor mijn geliefde onderwijzeres. „Ik weet het niet," was mijfn antwoord, „ik ben zelf niet knap genoeg om daarover te kunnen oor- deel'en. Maar alles wat zo deed, leek miji verbazend interessant. Moeder en Peter zolAs ook, hingen g haar lippen l&ls ze vertelde. Zii ,was zoo geestig, zoo vroolijk; zo had zooveel gevoel voor humor. 5Öe je, ze was pas één en twintig{ toen ze wegging *Ze kwam by ons met haar twintigste jaar, nadat ze juist voor een heel moeilijk examen was geslaagd. Moeder zegt, dat Peter erg veelr op dat examen tegen had, ntf vond examens onvrouwelijk; vrouwen moesten niet knap willen worden: als juffrouw Fairbrother haar haar behoorlek wilde opmakon en witkanten japonnen wilde dragen, zou zélfs zij wel een man vindon, Moeder voerdo toen aan, dat zij Lynton. Ik herinner me nog, dat Peter hierop snuif de en zeij dat hij al' heel tevreden zou zijn als juffrouw Fairbrother de beginselen van lezen en rekenen in m'n hoofd kon pompen en me kon loeren schrij ven en wat naaien en breien. Bovendien verbood hij1 iedereen, man of vrouw, toij te onderwijzen in do kunst yan bloemenschilder ren, torn 'de resultaten later in lijstjes te zetten en op te hangen aan den muur. Ik kanje onmogelijk de minachti ng 'weergeven, waarmee hij het woord „blbe- monsohildoren" uitbulaorde". „Baar had hij toch gelijk in," zei Dimbïo. „Dat is ook zoo," lachte ik, „maar Peter was Vergeten, dat het schilderen van bloemen en stil- Xi Maart 1925. Enkele weken geleden stierf in Engeland een zo kero Mrs. Danieli, op den leeftijd van zes en tachtig jaar. Toen zij een jonge vrouw was, had ze ;zee officieren en matrozon gekend, die gevaren hadden onder Lord Nelson. Een directe verbinding dus tuseohen onzen .tijd en dien van Nelson. Verscheidene mensohen kenden Mrs. Danieli. Wij' zelf hadden haar kunnen ken nen. En zij had mensohen gesproken, die Lord Nelson gesproken hadden. 't Is eigenaardig, zoo eens terug te gaan in het verleden. Er is een tamelijk groote belezenheid voor noodig, Maar wie die heeft, zou misschien in onze eigen geschiedenis een heel1 eind terug kunnen werken. Wie weet. of ihy niet een ketting zou kun nen Imakon van zxdnlzelif tot, laten we zeggen Maurita of Rembrandt. Leigh Hunt, een Engelsoh schrijver en Hiohter van een honderd jaar geleden, sohrijift in oen van rijn artikelen, dat ieder, dio wél eens de hand hooft gedrukt van een dichter, mag veronderstellen, dat hij, over vele andere heen, de hand heeft godrukt van Shakespeare. John o\London, de bokonde re daotour vanlhet bekende blad, dat zijn naam draagt, hoeft deze onderstelling vaai Leigh Hunt onlangs uitgewerkt, en hoewel er een eeuw ia voorbijgegaan sinas Hunt het bovenstaande schreef, kwam John c/London tot de conclusie, dat het ook nu nog ge makkelijk gedaan kan worden. Zelf had hij' gekend een Mrs. Severn, een vrien din van John Ruskin. Ruskin was eens, als jongen, op bezoek geweest bij' den dichter Samuell Rogers 'had ,Sheiidan gekend, den schrijver Rivalen", dat eenige jaren geleden door Verkade dikwijls is opgevoerd. Sheridan kende Dr. Samuel Johnson, den man van het groote woordenboek, heel intiem, en den dichter Ridhard Savage. Savage kende weer Ricfhard Steele ,en die kende Oongreve, en die Dryden. We schieten al aardig op, want Dryden leefde van 1631 tot 1700 en Shakespeare stierf in 1616. Nu, Dryden had Milton gesproken, en Davenant. Davenant was heel intiem met den philosooph Hobbes, Hobbes was secretaris geweest van Baoon, tegelijk met Ben Jonson. En (Ben Jonson was Shakespeare'® vriend. Dus .heeft John o'London de -hand gedrukt van Shakespeare. En laat nu iemand maar eens nagaan, of hij* hetzelfde kan doen in onze litteratuur ol onze geschiedenis, bedenk me ineens, dat ik zelf hoogstwaarschijnlijk ook wel mijn hand terug zou kunnen laten werken tot Shakespeare, over ongeveer dezelfde schakels als John o' London. Want ik heb in Engeland me nigmaal de hand gedrukt van iemand, dien mijln vrouw en ik noemden Professor, maar dio in de taal van ons dochtertje heette ,/üncle" Wyatt, En „Oom" Wyatt ,was een goede kennis geweest van den dichter William Morris. Ik geloof zekeÉ, dat ik van Morris, of van Morris' vriend Dante Gabriel Roesetti, den dichter-sohilder, heel gemakk kelhk bij Samuel Rogers zou aanlanden en zoo verder naar Shakespeare. Ik moet wel bedenken, dat ik dezen brief begon nen ben met het plan te schrijven over de onlangs overleden Mrs. Danieli. Het mocht me anders eens precies zoo vergaan als Ooleridge, den diohfcer van The Anoient Mariner. gebruik ikalhjd Ooleridge was een van de grootste „praters,, die er ooit geweest rijm, Macanlay was een andere. Van Macanlay wordt het volgende verteld. Eenige Van Syn vrienden, die bij elkaar waren op ae kamer van een van hen het waren studenten zaten gezellig te boomen, toen iemand van hot gezelschap toevallig uit het raam keek en Maoan- ly zag komen. „Gauw/ riep hijf gejaagd, „als iemand van jullie nog wat te zeggen heeft, laat hij het dan gauw doen, want daar komt Maoan* lay". Pe heeron wisten, dat na het binnentreden van Macanlay niemand moer aan 't woord kou komen. Maar de bekende aneodote over Ooleridge is sterker. Als ik mijl goed herinner, is ze afkomstig"' van Oharles Lainb. Voor het gemak zullen we dat (bet zoo is. Lamb aan beweerde, dat Geen bezwaar m'ynheer. Er dal is er ook in bruin en donken 01 bruin.En fyn is ze ook.dal ziel U wel aan den m ooien glans. levens tot een vorige eeuw behoorde. Stel je voor juffrouw Fairbrother aan het bl'oemenachiideren, k geloof, dat jze me even goed sahilderym yan wol' zou hebben kunnen laten borduuren. Groot moeder heeft twee groote woedende katten gebor- duurd met reuzen van snorren.... en .juffrouw Fairbrother placht prettige, opwindende verhalen te vertellen over die twee... en 'S'nachts droomde ik, dat 'zo uit hun lijsten kwamen gestapt en het dak opklauterden. Wo noemden ze Mijnheer Oharhberlain en Mijn heer Bal tour." „Ik moet gaan/' zei na Dimbie, Hmaar die katten zijn heel' interessant en juffrouw Fairbrother ook. Vind je het goed, dat we haar een poosje te logee ren vragen als ze in het Land komtP" Iiy sprak op een lossen, onverschilligen toon en ik keek snel naar hem op. Kort van te voren had hij gezegd, dat hij de eerste twaalf maanden niemand in n-ils wilde hebben. „Zou ie het prettig vindonV vroeg Jk .prettig vinden, welnoen zeker niet. Maar jij sriiynt zoo dol op (haar 'te rijn.... en rij lijkt ino zooeenzaam." „Dimbiezoi ik, „je bont een schat en ik waar deer je opofferingsgezindheid, maar.../' „Nu schrijf haar dan gauw en vraag haar vóórdat ik van gedachten verander. Ik geloof wel, dat zo verstandig genoeg is er 'e avonds vop uit te trekken eu ons abten te laten." zul je het heel erg vindenP," vorsahte ik. HU lachte. Nu, niet zóo verschrikkelijk. Geen enkele man is dol op een vreemde vrouw in rijln huis. vooral niet als hij 'zoo'n lief dingsko heeft. öLs ik. Maar ik wil dat ju gelukkig zult zijn Marg," rijn stem word hetu. teer, „ik wil niet dat je teveel alleen bent. Ik wu'dat je dagen in één groote vreugde zullen voor- voorbijgaan/ Hij kwam de kamer doorgestapt en itreelao myn haar. mouw, npi. jpHMvn me ai' waarom God me zoo een groot gelhk g< ken heeft. Ik verdien het niet meer dan iemand anders. Peter en al m'n oude zorgen liggen achter me en voor ane ligt (het heorlnko leven. Ik ben gelona op een klein groen eiland, het eilandje van tevredenheid.... dat ligt te midden een er gouden, dooi do zon gekuste zoe. De golven bespoelen de stranden en een zacht windje strijkt als een liefkoo- zing door mijn haar... en we zijn heeT alleen, Dim- jij en ik." Een oogenblik drukten rijn lippen zachtjes de mijne, toen rende hij heen. Wordt vervolgd. Coleridge de gewoonte had, als hu met je sprak, om een knoop van je jas vast to paicken -en zijn oogen te sluiten. Eens was Lamb-Ooleridge ergens buiten tegen gekomen, en Coleridge was aan 't woord, oogen dicht. Maar, zegt Lamb, ik had weinig tijd dien dag, dus snoea ik den knoop van mijn jas. Toen ik 's middags terugkwam, stond Co leridge nog op dezelfde plaats. Ik ben toen 'maar weer tegen den knoop aan gaan staan. Het zou kunnen rijm, dat Lamb overdreef, maar daarom geeft zün verhaal toch geen minder goedea indruk van 'Coleridge. Ooleridge was een groote Shakespeare-kenner. Hij zou eens een lezing houden over de kindermeid in Romeo .en Juliet. Als zulk een lezing werd aangekondigd, zorgde de geheele 'letterkundige wereld yan Londen en omstreken pre sent -te (rijim Zoo ook bij deze gelegenheid. 'Zeker niet minder, omdat het onderwerp zoo dankbaar is. De kindermeid van Juli et. De .echte, ouwe klets tante. Nooit was ze uitgepraat. Ze kon met geweid tot zwijgen worden gebracht, maar anders ging- ze door. Anders praatte ze nu, op dit ogoenblik nog. Of eigenlijk, praat ze nu op dit oogenblik nog-, want ze heeft vele nakomelingen. Is de vrouw van mijn glazenmaker geen nakomelinge van haar ga het maar frrobeeren iwie een uur of wat den tijd heeft -r- en ons eigen doohtertjel Daarom schrijf'ik dezen brief nu rij naar school is. t Maar de kindermeid van Juliet was een eigenaar dige praatster. Ze was zoo, wel, ze was zoo allesbe halve netjes in haar gesprekken. Een vani de rede nen- veronderstel ik, waarom er nog steeds geen schooluitgave van Romeo en Juliet verschenen is. Over deze kindermeid dus zou Coleridge op zeke ren dag 't kan ongeveer honderd 'jaar geleden zijn een rede houden. En een aandachtig gezelschap was te zamen gekomen om naar zijn woorden te luisteren. Wij kunnen het ook nu nog allen doen, wanneer we ons voor een paar shilling zijn „Essays and Lectures en Shakespeare" aanschaffen. De groote man begon met een pleidooi ten gun ste van het aframmelen van schooljongens. Daarop Volgden opmerkingen over den tijd van Elizabeth en Jacobus I, vergeleken met den tijd van Karei I. Het onderscheid1 tusschen geest en verbeelding. De ver schillende talen, die in Europa gesproken worden. Het toentertijd heerschend' idee over wat dichterlij ke taal behoorde te zijn. De breedsprakigheid! of her haling in sommige versregels van Samuel Johnson. De zedelijke reinheid in de taal van Shakespeare. Toen kreeg Charles Lamb, die natuurlijk bij de le zing tegenwoordig was, er genoeg van. „Dat is nog zoo kwaad- niet," fluisterde hij zijn buurman in het oor. „Hij beloofde ons een lezing over de kindermeid in Romeo en Juliet, en in «de plaats daarvan heeft hij ons een lezing gegeven op de manier, zooals do kindermeid het zelf zou gedaan hebben." En van dit laatste is deze brief, helaas, een voor beeld, Ik kan niet meer zeggen, dat ik vrees, dat hij dat zal worden. Ik merk, dat hij' -het i®. Misschien, dat hij- nog iets goeds kan uitwerken. Ten eerste: doordat allen, die dit lezen, eenstemmig zeggen: „laat ik oppassen, dat ik zóó nooit schrijf'. En ten tweede, doordat deze of gene zegt: „Ik heb Romeo en Juliet nog nooit gelezen. Laat ik het eens doen. Ik heb immers toch een volledige uitgave van Shakes peare. En laat ik dan ook eens wat lezen van -dien meneer Coleridge. Laat ik eerst Romeo en Juliet eens lezen, en dan wat Coleridge er over zegt." Zoo sus ik mijn verontrust geweten. En overigens kan ik niet meer doen dan beloven, dat ik de vol gende maal heusch zal schrijven over Mrs. Danieli, die dan al weer twee weken langer van deze» aarde verdwenen zal zijn. Maar toch nog niet te lang. Den 31sten Januari werd ze begraven. VAN HET NIEUWE MOEEBLAD (2e uitgave), hetwelk wij voor onze lezereseen tegen zoo billijken prijs verkrijgbaar stallen, ls dit jaar den 2Seu jaargang ingetreden. Ter herdenking van dit feit, zullen de Uitgevers aan de eerste 3000 nieuwe abonné's, die zich met In gang van 1 April u, als abonné Modeblad laten in. schrijven, voor minsten, twee kwartalen, een LUXE-CASSETTE „CARABA" cadeau geven, bevattende 2 flacons eau de cologne en één flacon parfum. Daarenboven: ontvangen nieuwe abonné's voor zoover de voorraad strekken zal, gratis de ln Maart ver schenen nummers en zullen ze ln den loop van bet abonnementsjaar gratis kunnen deel. nemen aan een zeer interessante prijsvraag, waarbij 100 kostbare en fraaie geschenken worden uitgeloofd, o.a. een NAAIMACHINE. Bestaande tbonné'o op HET NIEtJWE MODE BLAD ontvangen de CarabaJoeantta, indien zij zelf abonné blijvend, één of meor nieuwe abonné's opge ven en nadat deze tenminste 2 kwartalen zullen heb ben betaald. HET NIEUWE MODEBLAD, 't welk 2 maal per maand verschijnt, geeft in elk nummer een over vloed van modellen der allerlaatste mode, voor ei ken leeftijd on eke figuur, beroops- en onderklee. dlng, klnderkleedlng voor Jongens en meisjes, een prachtige handwerkenrubrlek, modesnufjes, hoedeu, schoenen, enz. enz.; alsmede 2 Knippatronenbleden. De prifs bedraagt Oaohts 12S oents per kwartaal. Wilt U het Cadeau terstond ontvangen? Zendt dan omgaand een postwissel voor 2 kwar talen (f 230) aan de Administratie onzer Courant en vermeldt daarop: voor 2 kwartalen Modeblad mét premie. Degenen, die de twee kwartalen niet vooruit wen- schen te betalen, kunnen de Luxedoos met flanoons eerst later ontvangen, DE UITGEVERS. Ook hri tweoda on«l«»rhoud lu»*chr.n H«rrt Chamborlitin schijnt niet vool 1" hui»bcn opwil H«t communiqué sprak natuurlijk van kin>o|| tolijkheid en overoonntomminK op vereohllloude Bentlflelo punten", doch wolko dio punfon wan vooral aangaande welke puntoQ dio overeenstem niet word bereikt, zwijgt mon in PariJ» zoowi in Londen. Het protocol ls dood, dit staat wel vast, &u tonminste hoort hoe Chamberlain aan de Jo listen mededeelt, dat hij met Herriot „eenige heeft geplengd op het graf dier overeenkomst"., aan don anderen kant beweert Herriot tot zijn nalisten, dat er van die tranenplengerij niets beurd, want dat er geen graf en goon dood pro1, 'snt is. Omdat zegt hij het protocol, door Kt S< rijk, België, Tsjechoslowakije en nog een aantal dayi dero landen geratificeerd en ter vergadering den Volkenbond geteekend on goedgevonden ongeveer alle delegaties, niet zoo maar zonder dood verklaard kan worden. Voor deze opvatting is heel veel aan te Metterdaad bestaat het protocol dan ook nog. Ai vooi hoeft het zijn wuarde verloren, nu de machtige Tan sche groep, benevens verschillende andere lundi ïw niet aan mee doenOnderlinge garantiovi'rdt nn. zijn heel fraai, doch als degenen van wie in ste instantie do garantie moet komen, er niet mee doen. is de waarde van zulk een overeonk zeer betrekkelijk. Nu heet het wel, dat Chamberlain bereid is het protocol iets anders in de plaats te stellen,, het is tot dusverre niet bekend hoe dit Brt plan er zal uitzien en wat het zal bevatten. Alj aan Frankrijk voldoende veiligheid moet gevei tegelijk aannemelijk moet zfjn voor de Dominion voor het Engelsche volk, ia het zeer moeilijk maar een gissing te wagen naar de methode, op Chamberlain deze beide desiderata denkt wezenlijken. Gemakkelijk zal het niet zijn. WÏ Dominons zullen, precies als zij ten aanzien vai Protocol van Geneve deden, zich vrijheid van delen voorbehouden, dus zich niet willen bl om in alle gevallen en omstandigheden voor, en ten bate van Frankrijk op te (reden, hun krachten en geld ter beschikking te stellen. Ej de garantie niet in alle omstandigheden wordt leend, als de garant dus zich voorbehoudt zoo zelf uit te maken of de casus foederis zich af niet voordoet, spreekt het van zelf, dat degene, op zulk een wijze zijn veiligheid gegarand|U4 krijgt, slechts een zeer beperkte waarborg ontvi 12 De in uitzicht gestelde hulp wordt hem nami alleen verleend, als hij volkomen in het geli En in dit geval zou hij natuurlijk toch zeker z\ weest van de sympathie en eventueelen hijstand andere mogendheden, die lid zijn van den Vo! ont bond. Deze overweging brengt on9 weder tot de vroeger hier verdedigde stelling, dat, als het tuut van den Volkenbond waarde heeft en ai, ieden van den bond bereid zijn hun woord ges te doen, verdere overeenkomsten en verdragen met andere woorden precies hetzelfde nog eens gen, overbodig zijn, ja zelfs schadelijk, omdi aan het Statuut, dat zij heeten te versterken, lijk den smet aanwrijven van onvoldoendheid, Men heeft dus alle •recht benieuwd te zijn de oplossing, die de Britsche minister van landsche zaken zal weten te vinden voor deze lij'kheid, en, vooral ook, in hoeverre zijn oploi de verschillende belanghebbende partijen zal digen. Zoo ooit, dan heet het hier voorzichtig Als er nooit sprake was geweest van bijzond- rantieverdragen, zoodat men geheel en al vertrouwen op den Volkenbond en op de moi zijner leden, zou het aanzien van den Bond getwijfeld door zijn gestegen en zou hij veel diger de kracht hebben gekregen uit zich ze] men hem nu poogt te geven, door onder zijn allerlei speciale overeenkomsten te sluiten, reeds in den beginne heeft Frankrijk afgeziei verschillende eischen, die het te Versailles hat lenr stellen en vermoedelijk wel had kunnen zetten, alleen op voorwaarde, dat het speciale borgen voor zijn veiligheid zou erlangen. Men dat noch de Vereenigde Staten, noch Groot-L tannië, die als garant zouden optreden, die w borgen hebben verstrekt. Amerika niet omdat Senaat weigerde te ratificeeren on Engeland i omdat het alleen de ristico niet wilde dragen, nu Amerikaansche deelneming uitbleef. Van dit oogenblik af is Frankrijk voortdw doende geweest middelen te zoeken om het beo< doel toch te bereiken. Het trad in verbinding de Kleine Entente, knoopte engere en engere reli aan met Polen en België, trachtte steeds Engelen bewegen alsnog zijn houding te herzien en tens slaagde Herriot erin MacDonald zoover mee te gen, dat het Protocol geschapen werd. Hetgeen zuivere overwinning der Fransche groep in den kenbond was, wat ook bleek uit het feit, Frankrijk en zijn vrienden de eerste waren on teekenen en zoowat de eenige om te ratificei Dit is duidelijk, want het zijn juist deze staten, eventueel zouden blootstaan aan een aanval Duitschland en die derhalve voordeel zouden nen hebben van het bestaan eener garantieovet komst. In elk geval is de zaak nog steeds aanhangig, blijkt uit het voornemen van Herriot binnenkoi Londen opnieuw te gaan confereeren. De e« vraag is echter of Herriot nog lang premier zijn. Zeer groot lijkt de kans hierop niet, as.ngi D< #ch' 0| TW itn Itftt D< dit Sc 'in« Sc g U' Sc H büi' If II looi verl een en D Eer met Itto ziel een ged P N slot de tia« v rlg« voc 65 Z LA uit een botsing met den Senaat naar aanleiding begroeting vrijwel onvermijdelijk schijnt te zijn zulk een botsintr zou Herriot bijna zeker aan kortste eind trékken, daar de oppositie tegen anticlerikale politiek aanhoudend toeneemt en zijner naaste vrienden ernstig bezwaar hebben de manier, waarop hij zich door de soclalisti sleeptouw laat nemen, en waardoor thans in Lotharingen eon zeer ernstig conflict is ontstal conflict verdient een afzonderlijke behandeld) Zeer kwallik wordt Herriot de toespraak gen^ die hij tot krassin heeft gehouden on waari sprak van den broederband met Rusland en vf kameraadschap tijdens den oorlog, terwijl tof dereen, Krassin zelf niet het minst, weet. dat de schuld van de Sovietregeering niet is, dat I rijk en zijn vrienden in alleserustigst gevaar ben verkeerd toon Rusland, na don moord qp Czaar, den vrede van Brost Litowsk sloot en „wapenbroeders" in den steek liet. Het is nat lijk laatig, als iemand een gezant moet toospn van een land. waarmede hij wel officieel op g« voet staat, doch waarvan mon inderdaad moet hebben. Dan moeten er vriendelijke wow worden gesproken, doch de taal vun Herriot wi verregaand vriendelijk en güng recht in tegel overtuiging van verreweg de meeste Franschen, tolitk van nlle Franschen voor zoover zijniet socialistisch of ronduit communist zijn. DÜt alii zamen maakt het vrij twijfelachtig of den heer riot nog een lang ministerieel leven zal zijn schoren. UITKIJ1 VERDUISTERING. Te Ileercnveen is gisteravond gearresteerd J klerk bij den gemeente-ontvanger, van Ingw [aldaar, verdacht van verduistering van gelden.' spreekt van een bedrag van t 3000. DOOR EEN BOOM GETROITEN. In de buurtschap Rlele onder Olepenveei.. vil het laden van boomen op oen kar. de 24-jarigtj Rijsel van de kar; een boom rolde hem na C I hem op het hoofd. De m&a werd onmiddellijk I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1925 | | pagina 10