jiUESIIE'S WONDERE JAAR
ïiiaard en Clauwaard.
n
Woensdag 8 April 1925.
TWEEDE BLAD,
Lel
FEUILLETON.
68ste Jaargang. No. 7618.
Slot
a het afdrukken van ons blad van. Zaterdag
blijkt ons», dat bij het "opmaken <yan, dcyaourant
gedeolto van hot vorig- artikel «eruit ggooloven. ia
lat daarvoor in do 'plaatct 'n gedeelte ia gekomen,
or niet in behoorde. Voor'het krijgen van een
d overzicht geven we nu het uitgelaten gedeelte
iet reeds afgedrukte gedeelte methet slotstuk.)
EN.
6.
het kleinste deel van) België Jagen de Belgische
aten in de loopgraven. Laat je niet wijsmaken,
de Belgen lafaards zijni Primo heeft een
imech militair, die in Holland geïnterneerd was,
oude overjas en pet van mij weggenomen de
9 koetsier van mijn vader noemde dat: leenen
nooit terug te geven, en er een oude Belgische
orm en képi voor in de plaats in de buurt be
ren. De man had dadelijk mijn zegen en is goed
;eland gearrivberd en heeft zich later aan het
onderscheiden. Secundo heb ik hier voor mij
itten van twee Belgische gewonden, voor wie
een en ander gedaan heb. Zij zijn beiden, zoo
zij even hersteld waren, weer naar het front ge-
t. Alle drie waren het Vlaamsche jongens, d.w.z.
uit Vlaanderen, één uit de Kempen en één uit
Brabant. Zoo lag,en er duizenden Vlamingen
hef, fronten «eiken dag werden zij weer in het
;ch gecommandeerd. Indien zij1 hun officieren of
rofficieren niet verstonden, werden zij naar het
Cézembre, naar het kamp in "het Ome Bosch
dat van Auvours gezonden en werden daar,
el, door Fransche officieren en onderofficieren,
zij natuuriijk heelemaal niet verstonden, inis-
deld. Is het een wonder, dat die Vlamingen in de
traven, die 80 van het Belgische legertje aan
front vormden, ontevreden werden en mopper-
Ik heb Vlaamsche -ex-soldaten gesproken, die
iren, dat het een zegen is geweest, dat de Beu-
,ere en anderen toen de Frontpartij hebben opge-
want aldus waren de Vlaamsche soldaten ge-
iseerd en bleven zij nog trouw aan het vaandel,
•een stellig niet het geval zou zijn geweest indien
een de Beukelaere en anderen, waaronder b.v.
aamsche militaire priesters de aalmoezeniers
troep, omdat zij georganiseerd was, in bedwang
len kunnen houden. Dat zij niet hebben kunnen
iin-.leren, dat een Generaal, die Vlaanderen en de
ingen in een toespraak beleedigde, van het
■d werd gesnieten, is hun schuld niet, doch zij
erger weten te voorkomen1,
wordt altijd gesproken van Fronters en Activis-
alsof dit de eenige Belgen zijn met Separatia-
;6 neigingen, doch dat is absoluut niet het ge-
Wat men wil is: een bestuursscheiding voor
llonië en Vlaanderen en dan een Bondstaat. De
llonen zullen hun Franschsprekend parlement
:n en de Vlamingen hun Vlaamschsprekend. Het
it dus een soort Home Rule voor beide deelen
taal gescheiden, doch dan onder den Koning
ijk vormend. Zeker, er zijn anderen die bij Hol-
willen, doch dat is toch niet de zaak, waarvoor
sympathie kan hebben, wel echter voor de be-
Rjke scheiding, deze is er gedurende de Duitsche
•heersching feitelijk al geweest. Het eigenaardige
^Jdat dit eigenlijk nog door een Fran&killota! ia be-
Hl [ierd. Puisset, afgevaardigde voor Henegouwen,
rechte Leliaard, is naar van Bissing gegaan en
Ft hem gevraagd om: Fransche postzegels te la-
maken. Von Bissing vond dit goed en behalve
utches Reich" stond er Fransch op. De Vlamingen,
lun wiek geschoten, ook naar von Bissing. Weeg
regeren. Het gevolg was natuuriijk: twee talen.
|n, wij weten allèmaal van de bestuurlijke schei-
van de Vlaamsche Hoogeschool te Gent en hoe
.'egenen, die aan het front hardop Vlaamsch had-
durven denken of degenen, die onder de Duit-
irs een bestyursbetrekking 'of een hoogleeraars-
r aanvaard hebben va nlahdverraad beschuldigd
■BAfden'en hoe er in ons land verscheidene uitge-
en veroordeelde Vlamingen wonen. Is niet kort-
fj den Docter Depla uit Kortrijk in Holland' ge-
ven? Talrijk zijn de veroordeelden. Men heeft de
vist Dossel, die van zijne politieke rechten be-
d is, men heeft Dr. Borms, de bekwame onder
man, die te Leuven in de gevangenis zit.
de
ilov
H0B öfcwi der mwrtétertea bet dfcr feark.
Die vervolging van Vlaming»!* een Bonn», oen
Depla, een Cteua, een de Bèukri&m druiacht» lijn
recht in tegen de beloften door den Koning in het
najaar van 1918 gesproken. Men had aan de Vla
mingen gelijke rechten beloofd en inplaats die be
lofte te houden, vervolgt men de Vlamingen, de in*
tellectueele Vlamingen. Het bloed der martelaren is
het zaadi der kerk. Docter Depln. de geliefde ge
neesheer uit Kortrijk, had als vluchteling, vluchtende
voor zijn eigen landslieden, zijn vaderstad en1 va
derland verlaten en keerde slechts als doode terug.
Doch hij bracht met zich mede, wat men noemt: de
erfenis van Depla: Vlamingen rust niet vóór U recht
gedaan is geworden, Vlamingen, sluit U aan bij Hol
land, het land van vrijheid, rechtvaardigheid en out-
I wikkeling. Aan het graf van dezen martelaar von
den oudere en jongere Vlamingen elkaar en beloof
den die erfenis te aanvaarden en uit te voeren.
Zoo ontstond er weer meer actie, de Fronters kre
gen steun en de organisatie greep om zich heen. De
Fronters hadden inmiddels gevoeld van front te
moeten Veranderen en gaven het neutrale geloofs-
j artikel hunner partij prijs.
In Vlaanderen is gleohts eeno Roomsobe bewe
ging mogelijk. Daarbij komt, dat rij wisten meteen
steun te vinden bij de lagere geestelijkheid, die in
I elk dorp, elk gehucht feitelijk te midden eener
Roomsöhe Vlaanisohe beweging stonden. Die gees
telijkheid had reeds lang ingezien, dat zij ook van
front moesten veranderen, aati de Leliaard Cardi-
naai Mercier en al' die Franskülotnsiclho bisschop»
secretarissen berig waren met vuur te spelen,
eenerrijds de bevolking in de armen der Sociaal
Democratie drijvend, anderzijds door hun dwepen
met Frankrijk, een aJgeheele en onherroepelijke 1
afscheiding van Vlaanderen in de hand te werken.
Buitendien, eeh groot deel dier geestelijkheid wil
dat wel en wil zich dan aansluiten bij: Holland,
aldus de Moederkerk den grootsten dienst bewij
zend, die_ mogelijk is, het weer Rooinsch regeeren
'i van de Nederlanden, het geven, van een Roomsche
bevolkingsnieerderiieid aan het aldus uitgebreide
Holland, het begin der vernietiging van het werk
der Hervorming en Willem van Oranje. De Chris
ten Volkspartij1 voor Vlaanderen, zoo heet de jonge,
j doch krachtige organisatie, is een levendige actie
I begonnen. Overal worden de Valsöhe Profeten be
streden. Een Frans van Oauwelaert, do burgemees
ter van Antwerpen, die nu hij1 over de schouders
der Vlamingen zijne hooge positie bereikt heeft,
vergeet te strijden voor de Vlaamsche plinten,
waaraan hij trouw had gezwtoren, wordt in rijn
eigen Antwerpen door de Christel Democraten be
j streden. Hij zal wel niet vallen, maar op rijn liist
staat een Leliaard als Seghers en anderen, en die
zullen ze doen vallen, daar zal de jonge vpartij^ voor
zorgen. Hoe gaarne zouden die> jonge Vlamingen
ook een Oauwelaert wippen, die met de veront
schuldiging wij, konden net ministerie-Theunis niet
laten vallen, al de Vlaamsche punten: da Vlaamsche
Hoogeschool van Gent, het VTaamsoh in het leger
en ae vermindering van diensttijd verraden heeft
en toegelaten heeft dat een Paul' Heijmans België
aan Frankrijk heeft verkocht, zoodat zelfs Fransche
zeeofficieren in Brugge en elders Vlaanisohe jon
gens tot Jantjes moeten drillen, ten einde Frank
rijk door dik en dun te steunen. Militair en eco
nomisch heeft men België aan Frankrijk over
geleverd. Toen pnlangs de commandant van de
muziek van de Garde Republioaine dit per ongeluk
constateerde, door te spreken van: „la Bel'gique est
le prolongement de la F.ranoe", werd hijl bij terug
keer in Parijs voor 6 weken de pot ingeduwd.
Hardop denken is onverstandig. De Vlamingen
haten die p overeenkomst met Frankrijk, want de
geschiedenis heeft geleerd, dat de Vlamingen er
altyd op achteruit gegaan rijn indien do LeRaards
met hun Franschgezinde politiek zegevierden en
steeds vooruit rijn gegaan -indien da Olauwaards
wisten te zorgen voor uitbreiding der .belangen met
Engeland en Holland.
Het eigenaardige geval deed rich altijd voor, dat
dè Vlamingen geen leiders hadden, de adel en aris
tocratie hield tóch (en houdt rich nog) afzijdig
van de VLaamsöhe beweging en het gevolg was,
dat de leiding bijha steeds kwam in handen van
gelukzoekers, die zoodra Zij' hun dioel' bereikt had
aen, *de leuzen waardoor riji er gekomen waren,
vergaten. Vóór den oorlog was de Vlaamsche be
weging daarbij ook* meer oen beweging van leer
aren, studenten en sommige in teÜoctueelen ge
weest. Pas na den oorlog is de Vlaamsahe» beweging
een Volksbeweging geworden en ja juist door het
heulen met Frankrijk en alles wat Branseh is,
een groote, economische en ^timilitairistische be-
weging# geworden. Wanneer "men nu jongelieden
van middelbare of hoogere scholen spreekt, dan
blijkt u dat in de laatste 20 jaar heel' wat veranderd]
is.
Degenen, die 20 mar geleden b.v. te Brugge op
school gingen op ae St, Louis of St. Leo or een
andeer schol, zullen U vertellen, hoe zij' absoluut
geen Vlaamsch op school leerden, doen evenmin
mochten spreken. De surveillanten oudere jon-
gjr MABEL BARNES—GRTJNDY, voor N«Ierland
bewerkt door ELI.Y HARTING.
HOOFDSTUK XII.
Nanty vroolijkt op.
fu is er een buiige, winderige dag gekomen. Qe
die ons den laatsten tijd' zoo goedgunstig iSj
/eest, ging rood en boos onder gisterenavondI
g nadat zij verdwenen was, vlamdie de hemel neg
schitterende schoonheid..
t zei tot Dimbie. dat we Hare Hoogheid misschien
l dankbaar genoeg waren geweest; we haddien Ha-
Goedheid wel een beetje als vanzelf sprekend! be-
ouwd enZij wil niet verwaarloosd worden.
■n vandaag hebben die kleine vergeet-mij-nietjes
de vioolt jes met huni sprekende snuitjes hun kop-
0| heel dicht naar Moeder Aarde gebogen, gedrukt
w de hevige windvlagen en regenbuien. De lange
ken van denberkenboom in het kikvorschenveld
1 ivert en buigen en schudden al zwaaiend huil
)rdl 'lom van fijne, teergjroene blaadje» uit, in alge-
te overgave.
k vrees een beetje voor 'de latyrus. Dimbie heeft
stokken, waartegen' d'e plantjes moeten opklim-
3» 'ii, wat laat in dien grond gestoken, zoodat ze nog
[J ar heel losjes er aan vastgehecht zijn.
iwee lange rijen van Eckfords en Tennönts en van
D" allermooiste soort latyrus, Countess Cadogam,
an aan beide zijdien van' het grasperk. Over een
0 kr dagen zullen ze uitkomen en ik zal dan liggen,
midden van die véélkleurige bloeiende lieflijk-
lUM
k heb zooveel om dankbaar voor te zijn.
-en invalide int de stad! zou moeten kijken op cfoo-
steenen murenen tochvandaag heeft de
'iW tevrodenheid zich in mijn hart' genesteld.
Ik heb het koud' als het 's zomers regent. Is het
kil in een cottage met klimplanten begroeidL Het
Ut«r druipt van de blaadjes der clematis, tik-tok-
-tok. Ik verlang zoo op te staan en te loopen, te
n FT>en door de bosschen en langs de lanen en den
t mild en frischgeurig te voelen op mijn! hoofd,
en] w u"an?'en-
'ihc re^?ndroPios. bevende in het hartje van! d'e kam*
"o©he, zouden zijn als nectar voor de goden).
regen-wereld als men gevangen ia tus-
(jou weawi* pBteCThdooenlissx or op indien tójv.
in hef rrijo kwartierbje jongens Vlaamsch spraken.
Viff keer betrapt ko.ittó oijv. een punt op bat
maandrapport or in andere scnolen moest men elke
keer 5 centimes boete betalen. Dat is trouwens nog
zoo. Haar.,., de surveillanten gaven de jongens niet
meer aan en spreken zelf ook Vlaamsöh, terwijl 20
jaar geleden zoo'n jongen voor het Vlaamsch zijn
neus zou ophalen. Zoo groeit er oen jong Vlaande
ren op. dat geheel anders denkt en voelt als 20
jaar geleden.
Op de Universiteiten is de strijd enorm. In Leu
ven is een z.g. Katholieke Hoogeschool. die door
particuliere bedragen wordt bekostigd. Die bijdra
gen komen hoofdzakelijk uit Frankrijk, onder voor
waarde: Fransch spreken, Fransche propaganda.
Steeds is er herrie. Een Franscfcgezmd student
heeft enkele maanden geleden van uit rijn huis
een VTaamsoh' student neergeschoten. De Vlaamsche
studenten worden om het minste of geringste ver
grijp van do Hoogeschool weggestuurd en.... rijn
dan meteen in hün toekomst geknot.
Veertien dagen geleden is weer eetn Vlaming
weggestuurd, de Vlaamsahe studenten hebban toen
aan alle kerken een plakaat opgehangen met vor
zoek, niets to geven aan de collecte, die ten bate
der Leuvonsöhé Hoogeschool, in alle Belgische keri
ken gehouden 2ou worden. Natuurlijk haalden zij
daarmee do kat uit de zak, d.w.z. de bisschoppen
§ingen zich niet de zaak bemoeien, want die kon
en natuurlijk niet dulden, dat hun Roomsohq
Universiteit geboycot word. De Vlaamsche studon
ten-iorganisatie héöft onrecht erkend ten opzichte
van de boycot, maar hoeft overigens zoo keurig
uiteengezet, hoe zij er toe gekomen waren, dat de
bisschoppen rich verder en waarschijnlijk ten
behoeve der Vlamingen met de Leuvensohe Uni
versiteitsschandalen, want anders kan men die
Franskillonsdha pesterij der Vlamingen niet noe
men, zullen moeten bemoeien.
Waarschijnlijk zal het den bisschoppen ook blij
ken, hoe dwaas die Franslrillonsohe rector in Leu
ven optreedt met stelselmatig de Vlamingen te
fnuiken. AJ die weggejaagde studenten zijn nu pro
pagandisten voor de Vlaamsche» zaak. Zijl werken als
paarden en hun familieleden niet minder. Ik heb
reeds gezegd, de Vlaamsche ^beweging mist leiders,
ik meen daarmede groofce figuren. Eén steekt er
natuurlijk ver boven uit, dat is Professor Doctor
Frans Daels van Gent, maar wat om hem heen
staat is dadelijk te klein en te onhandig. Stelt <u
voor hetgeen in het najaar gebeurde. Het monu
ment van Jan Hendrik van Dale werd te Sluis
onthuld. Daar waren de vertegenwoordiger van
H.M. de Koningin, de Commissaris der Koningin,
Gedeputeerde Staten, en verschillende burgemees
ters en daar komt de Vlaming pi. A. Hans plotseling
met een Vlaamsche vlag Zwaaien en pro Vlaamsche
propaganda maken. We wisten niet hoe we kijken
moesten. Twee wéken later- komen ze met hun
Vlaamsche vlagt in hun eigen land, in Gent, em laten
zich kalm, om hun vlag, uit een stoet verwijderen.
Daar hadden' ze met hun vlag de lieden, 'die hen
wilden verwijderen om de ooren moeten Slaan.
In Holland daarmede aan te komen is minder
tactvol en onüesoh. Waarmede ik maar wil zeggen
or is slechts één belangrijker porsooiilijkheia in
de zuiver Vlaamsahe beweging, dat is de Clauwaard
Professor Daels. Doch nu zullen er kordon, omdat
het bloed der Martelaren het zaad der kerk is.
De studenten, die als Vlamingen getrapt Zon, zul
len dat nooit vergeten en niet rusten voor hun
en hun Vlaanderen recht gedaan iö. Hert zal niet
meer noodig rijn. dat een WaJlon Destrée, een
Sociaal Democraat, de Vlamingen toespreekt en op
afscheiding wijst. Destrée, bekwaam advocaat, ga
wezen Minister, blijft toch Wollon, Neen, ver, zullen
riöh nu Vlaamsche Destréé's ontwikkelen. De Vla
mingen rijn conservatief, rij stemmen op dö oude
namen, rij stommen gaarne op de namen der „no
blesse". Tegenover die traditie konden de Vlamin
gen geen namen plaatsen, die klank hadden, om
dat de noblesse en de aristocratie rich van de
Vlaamsche beweging afzijdig hield. Maar dat zal
nu anders worden. De Vlaamsche noblesse en aris
tocratie zal na den uitslag der aanstaande verkie-
rihgen or< 5 lApril zien, dat er zich een nieuwe geest
over Vlaanderen heeft vaardig gemaakt, zij zal in
zien, dat er oen nieuwe noblesse, een nieuwe aristo
cratie rich' baan breekt, de adel des goestes van de
Universiteiten.
Jongelieden met ruggegraat, die niet meer mooi
zullen vinden om Fransch te spreken, maar mooi
zullen vinden om Vlaamsoh, mooi Vlaamsch, te
spreken en steeds yiaainsch te denken.
Dan zullen, ook die oudere geslachten, Vlaamsche
adel en aristocratie, van front veranderen en de
Vlaamsche beweging steuneüj omdat zij niet zooals
vroeger, steun meer zullen vinden bij: den Vlaam-
schen middenstand. De jonge Vlaamsche Volkspir-
tij zal nog geen meerderheid naar heb parlement
sturen, maar het zal genoeg stemmen krijgen ara
aan de wereld en vooral1 aan de Belgen te toonén,
dat het uit is met de macht der/LeRaards.
Brussel begrijpt Vlaanderen absoluut niet, maar
Vlaanderen begrijpt Brussel best en het haat
schen» viert muren maakt werkelijk neerslachtig en
vanavond zal er geen Dimbie zijn. Dimbie, liefste
als je eens wist, hoe ik je mi», 't Hart van je Mhrgue
riltö roept» je, reept je.
Je zegt, dat je gauw terug zult komen!, maart je
wéét het niet Oude dametjes hebben zoo lang ntoo-
dig cm te sterven. De vlam flikkert en wordit klei
ner, flikkert weer en strekt zich hoog uit en het
duurt o zoo lang. eer ze is uitgedoofd.
Wat zeg ik toch? Dimbie. lieve Dimbie, vergeef
me! Ik verlang niet naar tante Letitia's dood. Ik zal
voor haar bidden, dat '^eter mag wordëni Gezond
of ziek, ze heeft je w..- V- anders zou ze niet om je
gezonden hebben, want haar boodschap was: ..Ik
weet, dat je vrouw je niet' missen kan, maar nu hebi
ik je nog meer noodig; het zal slechts voor een paö.r|
dagen' zijnl( dan kan) je naar haar terugkeeren. Ik zou j
Mairguerite zoo gaarne gezien hebben, maar
Wat zou dat „maar" beteekenen? Voelt zij', dat]
haar reis bijna ten einldle is? En' Dimbie zegt., dat die i
reis gedaan is in1 groote eenzaamheid, gedragen met
zacht geduld eni moedige opgewektheid.
Ik denk, dat God! een aparte hemel geschapen
heeft voor eenzame vrouwen, Hij* zal hen kinderen
geven en een) liefde, die alle begrijpen te boven gaat.
De liefde die hen onthouden is in deze wereld, zal
hen duizendvoudi geschonken worden in het Nieuw
Jeruzalem.
Ik' heb zoo'n medielijdèn met eenzame vrouwent
Nanty kwam binnen, een vochtiger!, frisschen lucht
stroom mét rich voerend en diruipmat; mijn gevoel
van verlatenheid! is spoorloos verdwenen.
„Ik heb John gezegd, in het dorp uit te spannen
en dus kan ik eeni paar uurtjes blijven", kondigde zij
aan, terwijl ze haar mantel uittrok. „En jij hebf
gehuild."
„Jawel, ert zijn twee tranen- achter je oogen ge
reed! om naar voren te rollen."
„Nu niet meer", zei ik.
„Wat scheelde er dan aan?"
„Dimbie ia weg."
„Lieve help", kwam ze met grappigen ernst, „en! hoe
lang al?"
„Sinds vanmorgen.*
Ze lachte luidop.
„Wat heb je gebruikt voor, je twaalfuurtje?"
„Visch."
„Wat voor viseh?"
„Een wijting."
Ze trok haar neus op.
„Een dunne, koude wijting, met zin staart in rin
hek, zonder smaak of geur en zoo saai mogelijk om
naar te kijken."
„Dat is de juiste beschrijving", lachte ik.
BnzseaL dat de Vlsn&ma era <rr
grieft he aft. De leuze der VJarringon is eigenlSV:
weg met Brussel! waarmede rij bedoelenweg- met
al de onrechtvaardigheid tegenover ons Vlamingen.
Wij zijn to goedig geweest en hebben ons laten
trappen. De Hauwen van onzen Vlaamsaheü Leeuw
waren geknipt en 'deels zelfs uitgetrokken. Maar
zooals pij Simson de haren gegroeid waren en hij,
in Zyn wraak, de zuilen, die het gebouw torsten
omwierp, zoo zijn nu bij den Vlaamsohen Leeuw
de nagels gegroeid en riet men reeds de inaahtige
klauwen rich onrustig bewegen. Maar terwijl Sim-
son tevens zichzelf in het verderf stortte, zullen
de Vlamingen bedachtzaam zijn en zorgen, dat de
klauwen van den Vlaamsohen leeuw niet onnoodig
ongeneeslijk bloedige wonden slaan.
Wij hebben eeuwen door den striid gezien tus-
schen LeRaards en Clauwaards pn ik twijfel' niet,
of de sympathie der lezeressen en lezers is bij' de
Clauwaards en ik twijfel evenmin of u heeft de
schitterende werken van Hendrik Conscóenoe uit de
biblotheek gfleend en uwe kinderen laten lezen,
opdat zij zullen beseffen de schoonheid van de
Vlaamsche taal en do rijkdom van hot Vlaamsche
verleden.
Wij zullen nu den strijd weer zien beginnen, zien
hoe de Clauwaards het hoofd weer opsteken en wij
zullen met spanning zien naar den uitslag der Bel
gische verkiezingen (Zondag reeds gehouden). Wel
licht zal deze verkiezing zijn een dag als een 12
Juli 1302, een nieuwe Gulden Sporenslag. De Vla
mingen missen een De Koninök en een Breydel en
rij missen ook een Jaoob of WïRem. van Artm-elide.
Maar wellicht sluimert er ander die jonge VXamin-
fen een g.roote geest, die geroepen z-il werden leidér
er Clauwaards te Zijh om de Vlamingen, bin
nen enkele jaren, in een onbloedigen veldslag bert
victorie te leiden, terwüï men over geheel Vlaan
deren hoort de oude Vlaamsche krijgskreet:
Vlaanderen, de Leeuw.
PLANTEN ZILXTENLEER.
41.
BOEIKREOORDEEI .ING.
Verschenen is de vierde, geheel omgewerkte druk
van „Ziekten en Beschadigingen der Tuinbouwge-
wassen", waarvan mij een exemplaar ter recensie
wordt toegezonden. De schrijvers zijn de heeren M.
v. d. Broek, Directeur der R.K. Landbouwschool te
Boxlel en P. J. Schenk, Technisch Ambtenaar 1ste
klasse bij den Plantenriektenkundigen dienst te
Bussum. De laatste is voor vele Noordhollanders
geen onbekende en ieder, die den heer Schenk kent,
weet dat uit zijn handen iets goeds komt. Dat is
dan hier ook he' geval, hier wordt iets goeds ge
boden. Het is een echt boek voor den Noordhollan
der, die in het bezit is van een gemengd bedrijf van
groente en fruit. Beschreven toch worden „Dierlijke
em Plantaardige parasieten in Fruitaamplantrngen,
Groentekweekerijen en Moestuinen," dus zooals ik
«i, net iets aoct den Noordhollander, wanc ook aUe
aardappelziekten worden beschreven. Verbazend
rijik van inhoud is het boek. Laten we eens een
gTeej^ doen. Van de aalbes worden 17 ziekten be
schreven, van den aardappel 20, van de aardbei 11,
van den appel 25, van den augurk 10, van de boon
10, van do peer 28 riekten. De bestrijding wordt
overal vermeld. Voorts bevat het boek 2 registers
een van de parasieten, en een van de planten, wat
heel overzichtelijk, is. Ik we noch het boek, dat f 3.50
kost, in het bezit van ieder, die een vruchten- of
groententuin heeft en man doet zichzelf schade als
men het niet aamschatffa Je i 3.50 duur? Wel neen,
als men er ook maar eens iets aan heeft, heeft men
zóó f 3.50 verdiend. En ik weet zeker, dat er voot
leder wat te verdienen valt met dit boek. Men beu
ptelie het boek dus bij den boekhandelaart of desge-
wenscht wil ik er ook wel voor zorgen. Men sture
dan f 3.50 per postwissel. Ik vergat nog op te merken,
dat het boek rijk geillusteerdi ia met goede duide
lijke afbeeldingen.
SLAKKEN,
De schadelijkste «lakkensoart is wel de grauwe
akkerslak. De lengte van dit diertje bedraagt maar
35 c.èM., de breedte Ö.5 c.M. De kleur is licht, tot
donkergrauw en gewoonlijk zeer goed in overeen
stemming met die van don grond, waarop de slakken
leven, zood'at zij niet gemakkelijk in het oog val.
len. Zij scheiden een kalkhoudende slijm af.
De slakken zijn tweeslachtig, d.i alle individuen
rijn in staat zich na paring met een gelijksoortig
dier voort te planten. De akkerslakken vermenigvul
digen zich den gehee'en zomer door. Zij leggen 400—
500 eieren in hoopjes van 20—30 stuks onder gras,
mos, in bodemspleten, maar steeds op verborgen
plaatsen. Na ongeveer 2 weken komen 's zomers de
jongen te voorschijn, dio na 6 weken in staat zijn
zich weer te vermenigvuldigen. De in den herfst ge
legde eieren overwinteren, deze zijn goed! bestand te
gen koude en droogte.
Onder gunstige omstandigheden kan! de akkerslak
eenige jaren oud worden. Van honger en droogte
„En heb ja hem opgegeten?"
„Neem, Amalia, zal eer een schoteltje Van' maken
voor morgenmiddag."
„Amalia schijnt in een verbazend zuinige stem
ming te zijn."
NanJty stond' op en) belde.
Breng alsjeblieft dadelijk' thee", feeide ze, toen
Amalia verscheen, „en een zacht gekookt ei voor me
vrouw met wat warm geroosterd! brood; en maak heit
vuur aan in den haard."
Amalia's oogen puilden uit haar hoofd.
„We benne' aan de voorjaarsschoonmaak en' het
vuur maak' stof en rommel."
„Leg onmiddellijk het vur 8an, mevrouw is koud,
de stof komt er niets op aan; mevrouws gemak en
comfort behooren vóór alles te gaan'".
„Maar de voorjaars.."
.Lucifers", commandeerde' Nanty streng en Aima-
11a tooverde als met een bliksemslag een doos te
voorschijn. Nanty zette het scherm opzij, en knielde
Deer.
Amalia bleef stokstijf staan) en sloeg haar gade.
„Ik dacht, dat je thee en brood zou halen", zei]
Nanty, zonder om te zien.
„Ik ben mie' gekleed M'frou", argumenteerde Ama
lia.
„Thee en rood", donderde Nanty en Amalia
vluchtte. j
„Wat is u moedig", zei ik.
Zij lachte.
„Ik zal me toch zekert niet laten regeeren door
zoo'n jong ding als zij is. Hoe bevalt ze je?"
,Jk heb er nooit over nagedacht hoe ze ons be
valt; maar ik geloof, dat wij haar nog al tamelijk
bevallen, al zijin we niet zoo d'eftig als de Tompkin-
„Wie zijn dat, de Tompkinsen?" vroeg Nanfty zich
zoo gemakkelijk mogelijk in een armstoel zettend.
„Wel, de menschen, waarbij ze diende vóór ze bij
ons kwam, herinnert u rich niet? Ze kenden een
dichter en gaven „denees" en had'd'en daarbij „horre
uivers", dat wil zeggen hors d'oeuvres".
„Maar zorgt ze goed voor je?"
,Ja", zei ik, „zoolang ik geen inbreuk maak op
haar schoon makerij. Ze is een geboren, schoonmaak
ster, dat is haar zwakke punt. Zuinigheid is het twee-
do. ze is te voorzichtig. Ik heb haar verteld, diat we
niet rijk zijn en nu schijnt ze te denken, diat we van
aardappelschillen moeten leven.
Dan draagt ze krakende, hooggehakte schoenen,
een parelsnoer, en zet ontelbare stukken in haar
Rijven". Maar tegenover al deze slechte hoedanig
heden staan haar strikte eerlijkheid, haar vroege
opstaan en haar gehechtheid aan mij. Vanaf het
oogenblik, dat ze ons huis betrad, heeft ze mijn op
voeding ter hand genomen. Diep in haar haart vindt
ze mij het beklagenswaardigste schepsel ter wereld.
Ze heeft me bij' diverse gelegenheden vergeleken
bij een pinksterbloem en een Minorca-hen. Toch
weet ik, dat ze voor miji dbor het vuur zou gaan. Ze
kleedt me ''s morgens met een zachtheid en een ge
duld, die een verpleegster beschaamd zou maken en
de üeederheid, waarmee ze me van1 het bed op dén
ruststoel draagt, is onovertrefbaar. U vroeg me, of ze
ons bevalt; nu ik er goed over nadenk, zou ik Ama
lia voor alles ter wereld' niet willen missen."
Zij kwam binnen, juist toen ik uitgesproken had
en zette het theeblad voor me neer. terwijl ze Nanty
aankeek met onverholen vijandschap in haar blik.
Nanty keek terug, doch in haar oogen lag zacht
heid
,,'k Geloof, dat u denik' dat ik haar laa verbom*
gere'."
„Neen", zei Nanty vroolijk, „dat heb ik geen oogen
blik gedacht en mevrouw vertelt me Juist hoe goed
je haar oppast."
Amalia's trekken verzachtten zich.
„Ja mot wel goed rijn voor een dams as zij.zij
is een echte dame" en ze rende dia kamer uit.
Nanty glimlachte. „Erg vervelend kan het niet zijn
in huis zoolang dat persoontje er in rondwandelt"
Ze schoof mijn stoel dichter bij het vuur, sloeg het
kopje van mijn ei af en gelastte me te eten.
„Het is heerlijk u hier te hebben", begon ik, „ik
ging me juist wat verlaten voelen. Hoe kwam u er
toe met zulk een weer?"
„Je man telegrafeerde om mij."
„Dus u wist, dat hij weg was."
„Ja", gaf ze toe, „en ik ging regelrecht naar Jé
ouders, om te zien' of ik Peter kon overhalen je moe
der naar je toe te laten gaan en bij je te blijven,
zoolang Dimbie weg waa"
„Eni?" riep ik.
„Je vader was er juist in geslaagd een kano te
doen drijven, in de eendenkom; ik voo-r mij denk%
dat ze op den bodem dreef, maar hield! het wijselijk
voor me, en in zijn geluk over de behaalde overwin
ning, zei hij, dat je moeder overmorgen gaan kon.
Zoo, dat is beter.", eindigde ze, toen het bloed naar
ra'm wangen vloog. „Je zag zoo wit als een doek, toen
ik binnenkwam."
„U is knap", zei ik.
„Ja", stemde ze toe, „itt enkele opzichten". Een
glimlach draaide om haart mondu
„Als u met Peter getrouwd...."
„De hemel beware me", riep ril tilt
Ik lachte.
Wordt vervolgd.