jiUESIIE'S WONDERE JAAR ïiiaard en Clauwaard. n Woensdag 8 April 1925. TWEEDE BLAD, Lel FEUILLETON. 68ste Jaargang. No. 7618. Slot a het afdrukken van ons blad van. Zaterdag blijkt ons», dat bij het "opmaken <yan, dcyaourant gedeolto van hot vorig- artikel «eruit ggooloven. ia lat daarvoor in do 'plaatct 'n gedeelte ia gekomen, or niet in behoorde. Voor'het krijgen van een d overzicht geven we nu het uitgelaten gedeelte iet reeds afgedrukte gedeelte methet slotstuk.) EN. 6. het kleinste deel van) België Jagen de Belgische aten in de loopgraven. Laat je niet wijsmaken, de Belgen lafaards zijni Primo heeft een imech militair, die in Holland geïnterneerd was, oude overjas en pet van mij weggenomen de 9 koetsier van mijn vader noemde dat: leenen nooit terug te geven, en er een oude Belgische orm en képi voor in de plaats in de buurt be ren. De man had dadelijk mijn zegen en is goed ;eland gearrivberd en heeft zich later aan het onderscheiden. Secundo heb ik hier voor mij itten van twee Belgische gewonden, voor wie een en ander gedaan heb. Zij zijn beiden, zoo zij even hersteld waren, weer naar het front ge- t. Alle drie waren het Vlaamsche jongens, d.w.z. uit Vlaanderen, één uit de Kempen en één uit Brabant. Zoo lag,en er duizenden Vlamingen hef, fronten «eiken dag werden zij weer in het ;ch gecommandeerd. Indien zij1 hun officieren of rofficieren niet verstonden, werden zij naar het Cézembre, naar het kamp in "het Ome Bosch dat van Auvours gezonden en werden daar, el, door Fransche officieren en onderofficieren, zij natuuriijk heelemaal niet verstonden, inis- deld. Is het een wonder, dat die Vlamingen in de traven, die 80 van het Belgische legertje aan front vormden, ontevreden werden en mopper- Ik heb Vlaamsche -ex-soldaten gesproken, die iren, dat het een zegen is geweest, dat de Beu- ,ere en anderen toen de Frontpartij hebben opge- want aldus waren de Vlaamsche soldaten ge- iseerd en bleven zij nog trouw aan het vaandel, •een stellig niet het geval zou zijn geweest indien een de Beukelaere en anderen, waaronder b.v. aamsche militaire priesters de aalmoezeniers troep, omdat zij georganiseerd was, in bedwang len kunnen houden. Dat zij niet hebben kunnen iin-.leren, dat een Generaal, die Vlaanderen en de ingen in een toespraak beleedigde, van het ■d werd gesnieten, is hun schuld niet, doch zij erger weten te voorkomen1, wordt altijd gesproken van Fronters en Activis- alsof dit de eenige Belgen zijn met Separatia- ;6 neigingen, doch dat is absoluut niet het ge- Wat men wil is: een bestuursscheiding voor llonië en Vlaanderen en dan een Bondstaat. De llonen zullen hun Franschsprekend parlement :n en de Vlamingen hun Vlaamschsprekend. Het it dus een soort Home Rule voor beide deelen taal gescheiden, doch dan onder den Koning ijk vormend. Zeker, er zijn anderen die bij Hol- willen, doch dat is toch niet de zaak, waarvoor sympathie kan hebben, wel echter voor de be- Rjke scheiding, deze is er gedurende de Duitsche •heersching feitelijk al geweest. Het eigenaardige ^Jdat dit eigenlijk nog door een Fran&killota! ia be- Hl [ierd. Puisset, afgevaardigde voor Henegouwen, rechte Leliaard, is naar van Bissing gegaan en Ft hem gevraagd om: Fransche postzegels te la- maken. Von Bissing vond dit goed en behalve utches Reich" stond er Fransch op. De Vlamingen, lun wiek geschoten, ook naar von Bissing. Weeg regeren. Het gevolg was natuuriijk: twee talen. |n, wij weten allèmaal van de bestuurlijke schei- van de Vlaamsche Hoogeschool te Gent en hoe .'egenen, die aan het front hardop Vlaamsch had- durven denken of degenen, die onder de Duit- irs een bestyursbetrekking 'of een hoogleeraars- r aanvaard hebben va nlahdverraad beschuldigd ■BAfden'en hoe er in ons land verscheidene uitge- en veroordeelde Vlamingen wonen. Is niet kort- fj den Docter Depla uit Kortrijk in Holland' ge- ven? Talrijk zijn de veroordeelden. Men heeft de vist Dossel, die van zijne politieke rechten be- d is, men heeft Dr. Borms, de bekwame onder man, die te Leuven in de gevangenis zit. de ilov H0B öfcwi der mwrtétertea bet dfcr feark. Die vervolging van Vlaming»!* een Bonn», oen Depla, een Cteua, een de Bèukri&m druiacht» lijn recht in tegen de beloften door den Koning in het najaar van 1918 gesproken. Men had aan de Vla mingen gelijke rechten beloofd en inplaats die be lofte te houden, vervolgt men de Vlamingen, de in* tellectueele Vlamingen. Het bloed der martelaren is het zaadi der kerk. Docter Depln. de geliefde ge neesheer uit Kortrijk, had als vluchteling, vluchtende voor zijn eigen landslieden, zijn vaderstad en1 va derland verlaten en keerde slechts als doode terug. Doch hij bracht met zich mede, wat men noemt: de erfenis van Depla: Vlamingen rust niet vóór U recht gedaan is geworden, Vlamingen, sluit U aan bij Hol land, het land van vrijheid, rechtvaardigheid en out- I wikkeling. Aan het graf van dezen martelaar von den oudere en jongere Vlamingen elkaar en beloof den die erfenis te aanvaarden en uit te voeren. Zoo ontstond er weer meer actie, de Fronters kre gen steun en de organisatie greep om zich heen. De Fronters hadden inmiddels gevoeld van front te moeten Veranderen en gaven het neutrale geloofs- j artikel hunner partij prijs. In Vlaanderen is gleohts eeno Roomsobe bewe ging mogelijk. Daarbij komt, dat rij wisten meteen steun te vinden bij de lagere geestelijkheid, die in I elk dorp, elk gehucht feitelijk te midden eener Roomsöhe Vlaanisohe beweging stonden. Die gees telijkheid had reeds lang ingezien, dat zij ook van front moesten veranderen, aati de Leliaard Cardi- naai Mercier en al' die Franskülotnsiclho bisschop» secretarissen berig waren met vuur te spelen, eenerrijds de bevolking in de armen der Sociaal Democratie drijvend, anderzijds door hun dwepen met Frankrijk, een aJgeheele en onherroepelijke 1 afscheiding van Vlaanderen in de hand te werken. Buitendien, eeh groot deel dier geestelijkheid wil dat wel en wil zich dan aansluiten bij: Holland, aldus de Moederkerk den grootsten dienst bewij zend, die_ mogelijk is, het weer Rooinsch regeeren 'i van de Nederlanden, het geven, van een Roomsche bevolkingsnieerderiieid aan het aldus uitgebreide Holland, het begin der vernietiging van het werk der Hervorming en Willem van Oranje. De Chris ten Volkspartij1 voor Vlaanderen, zoo heet de jonge, j doch krachtige organisatie, is een levendige actie I begonnen. Overal worden de Valsöhe Profeten be streden. Een Frans van Oauwelaert, do burgemees ter van Antwerpen, die nu hij1 over de schouders der Vlamingen zijne hooge positie bereikt heeft, vergeet te strijden voor de Vlaamsche plinten, waaraan hij trouw had gezwtoren, wordt in rijn eigen Antwerpen door de Christel Democraten be j streden. Hij zal wel niet vallen, maar op rijn liist staat een Leliaard als Seghers en anderen, en die zullen ze doen vallen, daar zal de jonge vpartij^ voor zorgen. Hoe gaarne zouden die> jonge Vlamingen ook een Oauwelaert wippen, die met de veront schuldiging wij, konden net ministerie-Theunis niet laten vallen, al de Vlaamsche punten: da Vlaamsche Hoogeschool van Gent, het VTaamsoh in het leger en ae vermindering van diensttijd verraden heeft en toegelaten heeft dat een Paul' Heijmans België aan Frankrijk heeft verkocht, zoodat zelfs Fransche zeeofficieren in Brugge en elders Vlaanisohe jon gens tot Jantjes moeten drillen, ten einde Frank rijk door dik en dun te steunen. Militair en eco nomisch heeft men België aan Frankrijk over geleverd. Toen pnlangs de commandant van de muziek van de Garde Republioaine dit per ongeluk constateerde, door te spreken van: „la Bel'gique est le prolongement de la F.ranoe", werd hijl bij terug keer in Parijs voor 6 weken de pot ingeduwd. Hardop denken is onverstandig. De Vlamingen haten die p overeenkomst met Frankrijk, want de geschiedenis heeft geleerd, dat de Vlamingen er altyd op achteruit gegaan rijn indien do LeRaards met hun Franschgezinde politiek zegevierden en steeds vooruit rijn gegaan -indien da Olauwaards wisten te zorgen voor uitbreiding der .belangen met Engeland en Holland. Het eigenaardige geval deed rich altijd voor, dat dè Vlamingen geen leiders hadden, de adel en aris tocratie hield tóch (en houdt rich nog) afzijdig van de VLaamsöhe beweging en het gevolg was, dat de leiding bijha steeds kwam in handen van gelukzoekers, die zoodra Zij' hun dioel' bereikt had aen, *de leuzen waardoor riji er gekomen waren, vergaten. Vóór den oorlog was de Vlaamsche be weging daarbij ook* meer oen beweging van leer aren, studenten en sommige in teÜoctueelen ge weest. Pas na den oorlog is de Vlaamsahe» beweging een Volksbeweging geworden en ja juist door het heulen met Frankrijk en alles wat Branseh is, een groote, economische en ^timilitairistische be- weging# geworden. Wanneer "men nu jongelieden van middelbare of hoogere scholen spreekt, dan blijkt u dat in de laatste 20 jaar heel' wat veranderd] is. Degenen, die 20 mar geleden b.v. te Brugge op school gingen op ae St, Louis of St. Leo or een andeer schol, zullen U vertellen, hoe zij' absoluut geen Vlaamsch op school leerden, doen evenmin mochten spreken. De surveillanten oudere jon- gjr MABEL BARNES—GRTJNDY, voor N«Ierland bewerkt door ELI.Y HARTING. HOOFDSTUK XII. Nanty vroolijkt op. fu is er een buiige, winderige dag gekomen. Qe die ons den laatsten tijd' zoo goedgunstig iSj /eest, ging rood en boos onder gisterenavondI g nadat zij verdwenen was, vlamdie de hemel neg schitterende schoonheid.. t zei tot Dimbie. dat we Hare Hoogheid misschien l dankbaar genoeg waren geweest; we haddien Ha- Goedheid wel een beetje als vanzelf sprekend! be- ouwd enZij wil niet verwaarloosd worden. ■n vandaag hebben die kleine vergeet-mij-nietjes de vioolt jes met huni sprekende snuitjes hun kop- 0| heel dicht naar Moeder Aarde gebogen, gedrukt w de hevige windvlagen en regenbuien. De lange ken van denberkenboom in het kikvorschenveld 1 ivert en buigen en schudden al zwaaiend huil )rdl 'lom van fijne, teergjroene blaadje» uit, in alge- te overgave. k vrees een beetje voor 'de latyrus. Dimbie heeft stokken, waartegen' d'e plantjes moeten opklim- 3» 'ii, wat laat in dien grond gestoken, zoodat ze nog [J ar heel losjes er aan vastgehecht zijn. iwee lange rijen van Eckfords en Tennönts en van D" allermooiste soort latyrus, Countess Cadogam, an aan beide zijdien van' het grasperk. Over een 0 kr dagen zullen ze uitkomen en ik zal dan liggen, midden van die véélkleurige bloeiende lieflijk- lUM k heb zooveel om dankbaar voor te zijn. -en invalide int de stad! zou moeten kijken op cfoo- steenen murenen tochvandaag heeft de 'iW tevrodenheid zich in mijn hart' genesteld. Ik heb het koud' als het 's zomers regent. Is het kil in een cottage met klimplanten begroeidL Het Ut«r druipt van de blaadjes der clematis, tik-tok- -tok. Ik verlang zoo op te staan en te loopen, te n FT>en door de bosschen en langs de lanen en den t mild en frischgeurig te voelen op mijn! hoofd, en] w u"an?'en- 'ihc re^?ndroPios. bevende in het hartje van! d'e kam* "o©he, zouden zijn als nectar voor de goden). regen-wereld als men gevangen ia tus- (jou weawi* pBteCThdooenlissx or op indien tójv. in hef rrijo kwartierbje jongens Vlaamsch spraken. Viff keer betrapt ko.ittó oijv. een punt op bat maandrapport or in andere scnolen moest men elke keer 5 centimes boete betalen. Dat is trouwens nog zoo. Haar.,., de surveillanten gaven de jongens niet meer aan en spreken zelf ook Vlaamsöh, terwijl 20 jaar geleden zoo'n jongen voor het Vlaamsch zijn neus zou ophalen. Zoo groeit er oen jong Vlaande ren op. dat geheel anders denkt en voelt als 20 jaar geleden. Op de Universiteiten is de strijd enorm. In Leu ven is een z.g. Katholieke Hoogeschool. die door particuliere bedragen wordt bekostigd. Die bijdra gen komen hoofdzakelijk uit Frankrijk, onder voor waarde: Fransch spreken, Fransche propaganda. Steeds is er herrie. Een Franscfcgezmd student heeft enkele maanden geleden van uit rijn huis een VTaamsoh' student neergeschoten. De Vlaamsche studenten worden om het minste of geringste ver grijp van do Hoogeschool weggestuurd en.... rijn dan meteen in hün toekomst geknot. Veertien dagen geleden is weer eetn Vlaming weggestuurd, de Vlaamsahe studenten hebban toen aan alle kerken een plakaat opgehangen met vor zoek, niets to geven aan de collecte, die ten bate der Leuvonsöhé Hoogeschool, in alle Belgische keri ken gehouden 2ou worden. Natuurlijk haalden zij daarmee do kat uit de zak, d.w.z. de bisschoppen §ingen zich niet de zaak bemoeien, want die kon en natuurlijk niet dulden, dat hun Roomsohq Universiteit geboycot word. De Vlaamsche studon ten-iorganisatie héöft onrecht erkend ten opzichte van de boycot, maar hoeft overigens zoo keurig uiteengezet, hoe zij er toe gekomen waren, dat de bisschoppen rich verder en waarschijnlijk ten behoeve der Vlamingen met de Leuvensohe Uni versiteitsschandalen, want anders kan men die Franskillonsdha pesterij der Vlamingen niet noe men, zullen moeten bemoeien. Waarschijnlijk zal het den bisschoppen ook blij ken, hoe dwaas die Franslrillonsohe rector in Leu ven optreedt met stelselmatig de Vlamingen te fnuiken. AJ die weggejaagde studenten zijn nu pro pagandisten voor de Vlaamsche» zaak. Zijl werken als paarden en hun familieleden niet minder. Ik heb reeds gezegd, de Vlaamsche ^beweging mist leiders, ik meen daarmede groofce figuren. Eén steekt er natuurlijk ver boven uit, dat is Professor Doctor Frans Daels van Gent, maar wat om hem heen staat is dadelijk te klein en te onhandig. Stelt <u voor hetgeen in het najaar gebeurde. Het monu ment van Jan Hendrik van Dale werd te Sluis onthuld. Daar waren de vertegenwoordiger van H.M. de Koningin, de Commissaris der Koningin, Gedeputeerde Staten, en verschillende burgemees ters en daar komt de Vlaming pi. A. Hans plotseling met een Vlaamsche vlag Zwaaien en pro Vlaamsche propaganda maken. We wisten niet hoe we kijken moesten. Twee wéken later- komen ze met hun Vlaamsche vlagt in hun eigen land, in Gent, em laten zich kalm, om hun vlag, uit een stoet verwijderen. Daar hadden' ze met hun vlag de lieden, 'die hen wilden verwijderen om de ooren moeten Slaan. In Holland daarmede aan te komen is minder tactvol en onüesoh. Waarmede ik maar wil zeggen or is slechts één belangrijker porsooiilijkheia in de zuiver Vlaamsahe beweging, dat is de Clauwaard Professor Daels. Doch nu zullen er kordon, omdat het bloed der Martelaren het zaad der kerk is. De studenten, die als Vlamingen getrapt Zon, zul len dat nooit vergeten en niet rusten voor hun en hun Vlaanderen recht gedaan iö. Hert zal niet meer noodig rijn. dat een WaJlon Destrée, een Sociaal Democraat, de Vlamingen toespreekt en op afscheiding wijst. Destrée, bekwaam advocaat, ga wezen Minister, blijft toch Wollon, Neen, ver, zullen riöh nu Vlaamsche Destréé's ontwikkelen. De Vla mingen rijn conservatief, rij stemmen op dö oude namen, rij stommen gaarne op de namen der „no blesse". Tegenover die traditie konden de Vlamin gen geen namen plaatsen, die klank hadden, om dat de noblesse en de aristocratie rich van de Vlaamsche beweging afzijdig hield. Maar dat zal nu anders worden. De Vlaamsche noblesse en aris tocratie zal na den uitslag der aanstaande verkie- rihgen or< 5 lApril zien, dat er zich een nieuwe geest over Vlaanderen heeft vaardig gemaakt, zij zal in zien, dat er oen nieuwe noblesse, een nieuwe aristo cratie rich' baan breekt, de adel des goestes van de Universiteiten. Jongelieden met ruggegraat, die niet meer mooi zullen vinden om Fransch te spreken, maar mooi zullen vinden om Vlaamsoh, mooi Vlaamsch, te spreken en steeds yiaainsch te denken. Dan zullen, ook die oudere geslachten, Vlaamsche adel en aristocratie, van front veranderen en de Vlaamsche beweging steuneüj omdat zij niet zooals vroeger, steun meer zullen vinden bij: den Vlaam- schen middenstand. De jonge Vlaamsche Volkspir- tij zal nog geen meerderheid naar heb parlement sturen, maar het zal genoeg stemmen krijgen ara aan de wereld en vooral1 aan de Belgen te toonén, dat het uit is met de macht der/LeRaards. Brussel begrijpt Vlaanderen absoluut niet, maar Vlaanderen begrijpt Brussel best en het haat schen» viert muren maakt werkelijk neerslachtig en vanavond zal er geen Dimbie zijn. Dimbie, liefste als je eens wist, hoe ik je mi», 't Hart van je Mhrgue riltö roept» je, reept je. Je zegt, dat je gauw terug zult komen!, maart je wéét het niet Oude dametjes hebben zoo lang ntoo- dig cm te sterven. De vlam flikkert en wordit klei ner, flikkert weer en strekt zich hoog uit en het duurt o zoo lang. eer ze is uitgedoofd. Wat zeg ik toch? Dimbie. lieve Dimbie, vergeef me! Ik verlang niet naar tante Letitia's dood. Ik zal voor haar bidden, dat '^eter mag wordëni Gezond of ziek, ze heeft je w..- V- anders zou ze niet om je gezonden hebben, want haar boodschap was: ..Ik weet, dat je vrouw je niet' missen kan, maar nu hebi ik je nog meer noodig; het zal slechts voor een paö.r| dagen' zijnl( dan kan) je naar haar terugkeeren. Ik zou j Mairguerite zoo gaarne gezien hebben, maar Wat zou dat „maar" beteekenen? Voelt zij', dat] haar reis bijna ten einldle is? En' Dimbie zegt., dat die i reis gedaan is in1 groote eenzaamheid, gedragen met zacht geduld eni moedige opgewektheid. Ik denk, dat God! een aparte hemel geschapen heeft voor eenzame vrouwen, Hij* zal hen kinderen geven en een) liefde, die alle begrijpen te boven gaat. De liefde die hen onthouden is in deze wereld, zal hen duizendvoudi geschonken worden in het Nieuw Jeruzalem. Ik' heb zoo'n medielijdèn met eenzame vrouwent Nanty kwam binnen, een vochtiger!, frisschen lucht stroom mét rich voerend en diruipmat; mijn gevoel van verlatenheid! is spoorloos verdwenen. „Ik heb John gezegd, in het dorp uit te spannen en dus kan ik eeni paar uurtjes blijven", kondigde zij aan, terwijl ze haar mantel uittrok. „En jij hebf gehuild." „Jawel, ert zijn twee tranen- achter je oogen ge reed! om naar voren te rollen." „Nu niet meer", zei ik. „Wat scheelde er dan aan?" „Dimbie ia weg." „Lieve help", kwam ze met grappigen ernst, „en! hoe lang al?" „Sinds vanmorgen.* Ze lachte luidop. „Wat heb je gebruikt voor, je twaalfuurtje?" „Visch." „Wat voor viseh?" „Een wijting." Ze trok haar neus op. „Een dunne, koude wijting, met zin staart in rin hek, zonder smaak of geur en zoo saai mogelijk om naar te kijken." „Dat is de juiste beschrijving", lachte ik. BnzseaL dat de Vlsn&ma era <rr grieft he aft. De leuze der VJarringon is eigenlSV: weg met Brussel! waarmede rij bedoelenweg- met al de onrechtvaardigheid tegenover ons Vlamingen. Wij zijn to goedig geweest en hebben ons laten trappen. De Hauwen van onzen Vlaamsaheü Leeuw waren geknipt en 'deels zelfs uitgetrokken. Maar zooals pij Simson de haren gegroeid waren en hij, in Zyn wraak, de zuilen, die het gebouw torsten omwierp, zoo zijn nu bij den Vlaamsohen Leeuw de nagels gegroeid en riet men reeds de inaahtige klauwen rich onrustig bewegen. Maar terwijl Sim- son tevens zichzelf in het verderf stortte, zullen de Vlamingen bedachtzaam zijn en zorgen, dat de klauwen van den Vlaamsohen leeuw niet onnoodig ongeneeslijk bloedige wonden slaan. Wij hebben eeuwen door den striid gezien tus- schen LeRaards en Clauwaards pn ik twijfel' niet, of de sympathie der lezeressen en lezers is bij' de Clauwaards en ik twijfel evenmin of u heeft de schitterende werken van Hendrik Conscóenoe uit de biblotheek gfleend en uwe kinderen laten lezen, opdat zij zullen beseffen de schoonheid van de Vlaamsche taal en do rijkdom van hot Vlaamsche verleden. Wij zullen nu den strijd weer zien beginnen, zien hoe de Clauwaards het hoofd weer opsteken en wij zullen met spanning zien naar den uitslag der Bel gische verkiezingen (Zondag reeds gehouden). Wel licht zal deze verkiezing zijn een dag als een 12 Juli 1302, een nieuwe Gulden Sporenslag. De Vla mingen missen een De Koninök en een Breydel en rij missen ook een Jaoob of WïRem. van Artm-elide. Maar wellicht sluimert er ander die jonge VXamin- fen een g.roote geest, die geroepen z-il werden leidér er Clauwaards te Zijh om de Vlamingen, bin nen enkele jaren, in een onbloedigen veldslag bert victorie te leiden, terwüï men over geheel Vlaan deren hoort de oude Vlaamsche krijgskreet: Vlaanderen, de Leeuw. PLANTEN ZILXTENLEER. 41. BOEIKREOORDEEI .ING. Verschenen is de vierde, geheel omgewerkte druk van „Ziekten en Beschadigingen der Tuinbouwge- wassen", waarvan mij een exemplaar ter recensie wordt toegezonden. De schrijvers zijn de heeren M. v. d. Broek, Directeur der R.K. Landbouwschool te Boxlel en P. J. Schenk, Technisch Ambtenaar 1ste klasse bij den Plantenriektenkundigen dienst te Bussum. De laatste is voor vele Noordhollanders geen onbekende en ieder, die den heer Schenk kent, weet dat uit zijn handen iets goeds komt. Dat is dan hier ook he' geval, hier wordt iets goeds ge boden. Het is een echt boek voor den Noordhollan der, die in het bezit is van een gemengd bedrijf van groente en fruit. Beschreven toch worden „Dierlijke em Plantaardige parasieten in Fruitaamplantrngen, Groentekweekerijen en Moestuinen," dus zooals ik «i, net iets aoct den Noordhollander, wanc ook aUe aardappelziekten worden beschreven. Verbazend rijik van inhoud is het boek. Laten we eens een gTeej^ doen. Van de aalbes worden 17 ziekten be schreven, van den aardappel 20, van de aardbei 11, van den appel 25, van den augurk 10, van de boon 10, van do peer 28 riekten. De bestrijding wordt overal vermeld. Voorts bevat het boek 2 registers een van de parasieten, en een van de planten, wat heel overzichtelijk, is. Ik we noch het boek, dat f 3.50 kost, in het bezit van ieder, die een vruchten- of groententuin heeft en man doet zichzelf schade als men het niet aamschatffa Je i 3.50 duur? Wel neen, als men er ook maar eens iets aan heeft, heeft men zóó f 3.50 verdiend. En ik weet zeker, dat er voot leder wat te verdienen valt met dit boek. Men beu ptelie het boek dus bij den boekhandelaart of desge- wenscht wil ik er ook wel voor zorgen. Men sture dan f 3.50 per postwissel. Ik vergat nog op te merken, dat het boek rijk geillusteerdi ia met goede duide lijke afbeeldingen. SLAKKEN, De schadelijkste «lakkensoart is wel de grauwe akkerslak. De lengte van dit diertje bedraagt maar 35 c.èM., de breedte Ö.5 c.M. De kleur is licht, tot donkergrauw en gewoonlijk zeer goed in overeen stemming met die van don grond, waarop de slakken leven, zood'at zij niet gemakkelijk in het oog val. len. Zij scheiden een kalkhoudende slijm af. De slakken zijn tweeslachtig, d.i alle individuen rijn in staat zich na paring met een gelijksoortig dier voort te planten. De akkerslakken vermenigvul digen zich den gehee'en zomer door. Zij leggen 400— 500 eieren in hoopjes van 20—30 stuks onder gras, mos, in bodemspleten, maar steeds op verborgen plaatsen. Na ongeveer 2 weken komen 's zomers de jongen te voorschijn, dio na 6 weken in staat zijn zich weer te vermenigvuldigen. De in den herfst ge legde eieren overwinteren, deze zijn goed! bestand te gen koude en droogte. Onder gunstige omstandigheden kan! de akkerslak eenige jaren oud worden. Van honger en droogte „En heb ja hem opgegeten?" „Neem, Amalia, zal eer een schoteltje Van' maken voor morgenmiddag." „Amalia schijnt in een verbazend zuinige stem ming te zijn." NanJty stond' op en) belde. Breng alsjeblieft dadelijk' thee", feeide ze, toen Amalia verscheen, „en een zacht gekookt ei voor me vrouw met wat warm geroosterd! brood; en maak heit vuur aan in den haard." Amalia's oogen puilden uit haar hoofd. „We benne' aan de voorjaarsschoonmaak en' het vuur maak' stof en rommel." „Leg onmiddellijk het vur 8an, mevrouw is koud, de stof komt er niets op aan; mevrouws gemak en comfort behooren vóór alles te gaan'". „Maar de voorjaars.." .Lucifers", commandeerde' Nanty streng en Aima- 11a tooverde als met een bliksemslag een doos te voorschijn. Nanty zette het scherm opzij, en knielde Deer. Amalia bleef stokstijf staan) en sloeg haar gade. „Ik dacht, dat je thee en brood zou halen", zei] Nanty, zonder om te zien. „Ik ben mie' gekleed M'frou", argumenteerde Ama lia. „Thee en rood", donderde Nanty en Amalia vluchtte. j „Wat is u moedig", zei ik. Zij lachte. „Ik zal me toch zekert niet laten regeeren door zoo'n jong ding als zij is. Hoe bevalt ze je?" ,Jk heb er nooit over nagedacht hoe ze ons be valt; maar ik geloof, dat wij haar nog al tamelijk bevallen, al zijin we niet zoo d'eftig als de Tompkin- „Wie zijn dat, de Tompkinsen?" vroeg Nanfty zich zoo gemakkelijk mogelijk in een armstoel zettend. „Wel, de menschen, waarbij ze diende vóór ze bij ons kwam, herinnert u rich niet? Ze kenden een dichter en gaven „denees" en had'd'en daarbij „horre uivers", dat wil zeggen hors d'oeuvres". „Maar zorgt ze goed voor je?" ,Ja", zei ik, „zoolang ik geen inbreuk maak op haar schoon makerij. Ze is een geboren, schoonmaak ster, dat is haar zwakke punt. Zuinigheid is het twee- do. ze is te voorzichtig. Ik heb haar verteld, diat we niet rijk zijn en nu schijnt ze te denken, diat we van aardappelschillen moeten leven. Dan draagt ze krakende, hooggehakte schoenen, een parelsnoer, en zet ontelbare stukken in haar Rijven". Maar tegenover al deze slechte hoedanig heden staan haar strikte eerlijkheid, haar vroege opstaan en haar gehechtheid aan mij. Vanaf het oogenblik, dat ze ons huis betrad, heeft ze mijn op voeding ter hand genomen. Diep in haar haart vindt ze mij het beklagenswaardigste schepsel ter wereld. Ze heeft me bij' diverse gelegenheden vergeleken bij een pinksterbloem en een Minorca-hen. Toch weet ik, dat ze voor miji dbor het vuur zou gaan. Ze kleedt me ''s morgens met een zachtheid en een ge duld, die een verpleegster beschaamd zou maken en de üeederheid, waarmee ze me van1 het bed op dén ruststoel draagt, is onovertrefbaar. U vroeg me, of ze ons bevalt; nu ik er goed over nadenk, zou ik Ama lia voor alles ter wereld' niet willen missen." Zij kwam binnen, juist toen ik uitgesproken had en zette het theeblad voor me neer. terwijl ze Nanty aankeek met onverholen vijandschap in haar blik. Nanty keek terug, doch in haar oogen lag zacht heid ,,'k Geloof, dat u denik' dat ik haar laa verbom* gere'." „Neen", zei Nanty vroolijk, „dat heb ik geen oogen blik gedacht en mevrouw vertelt me Juist hoe goed je haar oppast." Amalia's trekken verzachtten zich. „Ja mot wel goed rijn voor een dams as zij.zij is een echte dame" en ze rende dia kamer uit. Nanty glimlachte. „Erg vervelend kan het niet zijn in huis zoolang dat persoontje er in rondwandelt" Ze schoof mijn stoel dichter bij het vuur, sloeg het kopje van mijn ei af en gelastte me te eten. „Het is heerlijk u hier te hebben", begon ik, „ik ging me juist wat verlaten voelen. Hoe kwam u er toe met zulk een weer?" „Je man telegrafeerde om mij." „Dus u wist, dat hij weg was." „Ja", gaf ze toe, „en ik ging regelrecht naar Jé ouders, om te zien' of ik Peter kon overhalen je moe der naar je toe te laten gaan en bij je te blijven, zoolang Dimbie weg waa" „Eni?" riep ik. „Je vader was er juist in geslaagd een kano te doen drijven, in de eendenkom; ik voo-r mij denk% dat ze op den bodem dreef, maar hield! het wijselijk voor me, en in zijn geluk over de behaalde overwin ning, zei hij, dat je moeder overmorgen gaan kon. Zoo, dat is beter.", eindigde ze, toen het bloed naar ra'm wangen vloog. „Je zag zoo wit als een doek, toen ik binnenkwam." „U is knap", zei ik. „Ja", stemde ze toe, „itt enkele opzichten". Een glimlach draaide om haart mondu „Als u met Peter getrouwd...." „De hemel beware me", riep ril tilt Ik lachte. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1925 | | pagina 5