VAN DIT EN VAN DAT/«
f EN VAN ALLES WAT I
m
Wk
M
m
m
m
m
M
M
WÊ
m
m
m
m
m
m
m
DAMRUBRIEK.
fü
s
11
f§
s
jü
fH
PANTOMIME
ROMMELKRUID-
19!
H
ga
nn
S
11
1
p
Bijvoegsel, der Schager Courant van Zaterdag 18 April 1925. No. 7623.
9
9
r
IÉ
m
tb
eke
drai
t. ui
h&
beg
ar
n
3 Jt
athi
j aaj
ist|
nist<
sure
»urgj
iora4
twaï
,oog
\m
irre
:'bor-
PP
311
Sof:
OW
en';:;
nabi
Bl
e. 1
drej
T WAS PASCHEN«1
Was Paschen, H was Pasohen' de lente komt weer,
De vogeltjes gaan als verliefden te keer,
Ze huren geen woning, maar bouwen een nest,
Geen huisheer, geen huur, hypotheek en de reatl
Ze rijden niet deftigjes naar het stadhuis,
Maar ook zonder dat is hun leven wét kuisoh,
Ze zongen hun lied, nu het licht overwon,
Hun lied van de Paschen, hun lied van de zon!!
't Was Paschen, 't was Pasohen het feest der kleedij,
De Paaschpronk verliet weer de kleermakerij,
De lefdoekjes wuifden der lente een groet
En streefden zeer kleurig het licht tegemoet 1
Veel keurige mensohen bevolkten de straat,
Costuum contant en een lach op 't gelaat!
Ze zongen, de pijp van hun broek in 't gelid,
Hun lied van confectie, het lied van den gnlttl
't Was Pasohen, 't was Paschen op allerlei wijs,
De eieren stegen weer langzaam in prijs,
We klutsten en kookten, de eetlust was graag,
H Ontwakende leven begon bij de maag!
Daar waren weer eters, doorkneed en perfect,
Behept met een ei-kwaal en eet-dntellect,
Ze zongen het lied van de eetlust er bij,
Hun lied van consumptie, het lied van het eil!
't Was Paschen, 't was Pasohen, de Paaschkoe
ging rond,
ij c Behangen met vleesch en uitbundig gezond,
Het „schoon aan de haak" werd getrouw genoteerd,
Benevens het vet, dat zoo'n beest produceert!
Z'n dood werd met vreugde verwacht en juist n u,
De fijnproevers prezen z'n vleesch en z'n jus,
Ze zongen, al keken die zangers wat dwaas,
Hun lied van de biefstuk, hun lied; van „de haas"!!
iWOI
ovei
üsw
ck
va
't Was Pasohen, t was Pasohen de wereld is dom,
H| Ze schranst en ze zingt en ze weet niet waarom!
We stellen ons nu al met gifgas tevree,
Want och, een granaatscherf valt ook al niet mee!l
De wedergeboorte der wereld' mislukt,
Omdat ze door ons uit elkaar wordt gerukt 1
We zingen, omdat we wat angstig soms zijn,
Het lied van den vrede...., het lied van den schijn!!!
mi
rbei^
ricM
bied
voD
Hi
Irijk
er 2
April 1925.
Alle rechten voorbehouden!
KROES.
dig<
•eei
ui
s.
;one
toei
na.!.
:ich:
1
com
}QTi
stol
S II
hoi
r-sg
offi
ipenl
>chi;
hm*
lUi-
sch.
rek
u
rgd
•ooft
ieur
bt
ekf
bi
r'A'-
ikö
vf>
i
Verzoeke allee betreffende deze rubriek te renden
aan O. Amal» Wt, Winkel.
Deze week een 2-tal etukjee van J. Sterk, Hoog.
woud.
StAND No. 1.
ZWART.
DE DRAAIBNDE POSITIE.
lütt
.cm
T.K M TKV KITSTEN. TT-
Het meest bekende Paasohgebruik is wel het eten
van Paasoheieren, In sommige streken doet men zijn
maal dan bijna uitsluitend met eieren, bi| voorkeur
hard gekookte. Heele schalen vol komen er op tafel
en menigeen doet zijn maag geweld aan door 10
20, soms nog meer eieren in één keer naar binnen
te werken.
De kinderen krijgen gekleurde eieren om mee te
spelen. Daartoe kookt men de eieren hard in water
met een kleurstof. Ook wel in koffiewater of in een
aftreksel van uienschillen. 'Etn om mooie ringen om
de eieren te krijgen, bindt mén er voor het koken
gekleurde lapjes om. Voorzien van een aantal van
zulke veelkleurige eieren trekken de kleinen naar
een weide of heuvel buiten het dorp en gaan eieren
rollen, smijten, tikken, al naar het plaatselijk ge
bruik voorschrijft, Op de "Worp bij Deventer is het
eieren tikken of k\ppen in zwang. Wie het sterkste
ei heeft, wint het ingedeukte van' zijn tegenpartij
Verschillende rijmpjes worden daarbij gezongen. Het
meest bekendé is wel:
Eén ei is geen half ei,
Twee ei ia een half ei,
Drie ei is een Paaschei,
In Brabant bestaat nog het eghruik eieren ten ge
schenke te geven aan pastoor en koster, soms ook
aan den schoolmeester. Maar die valt er op de
meeste plaatsen tegenwoordig buiten-.
Kinderen, die rondgaan' oml eieren op te halen,
ringen in Brabant:
Vrouwke, vrouwke, doe uw best,
Haal de eikes uit het nest,
Van die witte hennen,
God zal ze kennen.
Een ei is geen ei,
De tweede is een half ei
De driede is een Paaschei,
Van die wit en van die zwart,
Geef van elke henneke wat.
En de koster wordt op de volgende wijze en op
rijm bespot:
Bimbambeieren,
De koster lust geen eieren,
Wat lust hij dan?
Spek in de pan,
Met een roggen boterham.
Zoo is uit overoude tijden het gebruik van eieren
als symbool van de vruchtbaarheid tot ons gekomen.
niet lang duurt 'het dan, of de heele berg staat in
vlam. Onder het zingen der dorpsliedjes danst dan
het heele gezelschap om het vuur. Jongens en meis
jes, hand aan hand, springen en dansen in een groe
ten kring om den brandendén berg. Als de hoop bij
na uitgebrand is, trachten de vermetelsten er over te
springen of er doorheen te loopen.
De teerton is voor t laatst bewaard gebleven maar
moet er eindelijk ook aan gelooven. Hoog laaien do
vlammen op en ver in den omtrek is de brandende
ton te zien. De vreugde heeft het toppunt bereikt.
En als ten slotte de brandende duigen in elkaar zak
ken en naar beneden vallen, is het feest afgeloo-
pen. De kinderen gaan aan de hand» hunner ouders te
rug naar huis. En de jongens en meisjes die alleen
en zonder ouderlijk toezicht huiswaarts mogen kee-
ren, vinden elkaar paarsgewijs en komen slenterend
achteraan. Onder aangenaam gesnap en minnekoo-
zen komen die geruimen tijd' later in het dorp terug,
waar het feest in de herbergen voortgezet wordt.
De plaatselijke rederijkerskamer „H3et Heide
bloempje"' „Demostenes" ef hoe die verecnigingen
meer genoemd worden, geeft een opvoering van een
drama in vijf bedrijven, dat den volgenden avond nog
eens herhaald wordt, en zoo wordt ook in de be
hoefte aan kunstgenot voorzien.
Verschillende Paaschgebruiken vinden uitsluitend
op Paaschmaandag plaats of worden dan nog eens
herhaald.
Een week na Paschen is het Beloken Paschen en
nog een week later Natte Paschen. Dan worden de
knechten en meiden door de huisgenooten met wa
ter gegooid, net zoo lang tot zij bij den- haard geko
men zijn en het haal vastgegrepen hebben, M.
MIJNONGELUKKEN.
(Het aantal zware ongevallen In kolenmijnen' is
betrekkelijk groot;'het ligt in den aard der zaak.
Immers, er wordt gewerkt bij zeer slechte verlichting
en dikwijls in een atmosfeer, die rijk kan zijn aan
ontbrandbaar gas, zoodat een toevallige vonk of een
mislukte ontploffing van een boorgat de massa kan
doen ontploffen. Verder i9 er steeds eenig gevaar
van loslaten van de massa uit de zoldering, kan er
de vrije beschikking te krijgen over een mestwagen, j iets gebeuren met een lift, etc. etc.
dan wordt die in triomf meegetrokken door de sterk-1 Het Amerikaansche „Bureau of Mines" bestudeert
sten onder hen, en alles wat zij aan de deuren krij- alle9 wat in de mijnen gebeurt met groote zorg en
gen gaat op den wagen. Volgeladen gaat die in op- heeft b.v. een statistiek gemaakt, waaruit blijkt dat
tocht mee naar de plaats van het Paaschruur en de tot het begin van 1924 in Amerika 257 mannen ge-
oude manden, bezems enz. worden aan den hoop
Dat eieren al heel vroeg zinnebeeldige beteekenis
hadden, blijkt b.v. ook uit een opgraving bij Worms,
waar men in een steenen graf een mei9jesgeraamte
vond, minstens van 300 jaar voor Christus, en ge
verfde eieren.
Naast Paasoheieren zijn ook de Paaschvuren alge
meen bekend.
De Germanen ontstoken bij de terugkomst van de
lente, die een eind maakte aan den doodschen win
tertijd, overal hun vreugdevuren, om hun blijdschap
uit te drukken over de komende vruchtbaarheid) in
de stallen en op de welden en aJkkers. Ten deele wa
ren het ook offervuren om de Goden, die den groei
en de vruchtbaarheid in hun macht hadden^ gun
stig te stemmen. Onder het Christendom kregen die
vuren de beteekenis van zuiveringsvuren.
Nog is het gewoonte in tal van plaatsen in het
Oosten van on9 land, om op Paaschdag een groot
•vuur te branden buiten het dorp, vooral in Drente.
Dagen te voren zijn dé kinderen reeds bezig alles
wat brandbaar is bijeen te halen en op de bestemde
plaats tot een berg op te stapelen. De bosschen wor
den afgezocht en alle dorre takjes en twijgjes op den
grond bijeengezameld. Wie in stilte een bijl weet
machtig te worden, gaat er mee naar het bo9oh en
kapt hier en daar takken af voor het Paaschvuur.
Ook jonge boompjes zijn niet veilig en alles gaat
naar dezelfde plaats. Bij- voorkeur zoekt inen eerst
een slank dennetje uit, dat in den grond wordt ge
plant en waaromheen de rest wordt opgestapeld. Zoo
noodig zijn de „opgeschoten jongens" van een jaar
of 17-18 hierbij, behulpzaam.
Een der laatste dagen vóór Paschen gaat de jeugd
het dorp door om huis aan huis te vragen om oude
bezems, manden, wannen en wat maar meer goed
brandbaar is. Zij zingen daarbij' een liedje,, dat niet
overal gelijk luidt, maar in hoofdzaak» op hetzelfde
Deerkomt. Bijvoorbeeld:
Heb ie ook olde mande,
Die we op Paesohen branden?
Heb ie ook een bossien riet?
Oars hebben we veur t Paeechvuur niet
Is een van de jongens zoo gelukkig van zijn vader
Wz
WIT.
Stand Zwart, 8 schijven* op: 8 8 9 10 29 30 34 35.
en dam' op 1.
Stand Wit, 10 schijven, op: 11 17 23 28 27 31
32 37 38 44.
De witte schijf op 23 slaat al zeer onnatuurlijk,
maar het gaat hier om den eindstand.
Wit speelt als 't volgt: Wit: 34—29, Zwart 1 21,
Wit: 26 17, Zwart 29 18, Wit 17—11, Zwart 0 17,
Wit: 27—22, Zwart: 18 36, Wit 37-31, Zwart 36 27,
Wit 321, Het eindspel wat nu volgt, is volgeDs
Sterk op de volgende manier voor Zwart verloreni,
Wit: laatste zet 32 1, Zwart 34—39, Wit 44 33.
Zwart 35-40, Wit: 5-28, Zwart 40-44, Wit 28—11,
Zwart 30—35, Wit 33—29.
Zwart geeft op. Misschien is er iemand die in dit
eindspel voor Zwart nog een remise-gang vindt
STAND No. S
ZWART.
i
H
9
u
5
6
m
dB
10
11
H
WWA
VMb
m
m
t§
15
16
m
v
Wffo
ffff
20
21
m
"m
Wm
25
26
in
w
mm
m
30
31
ZB
wf™/.
veugt
s*
m
35
36
mm,
&P
Wm
u
m
w
40
41
Ww
45
46
50
toegevoegd.
Op Texel zingen de kinderen bij het ophalen vaD
brandstof voor 't Paaschvuur:
Hooi, heb je geen strooi,
Heb je geen oude mandeni?
Die zullen in de meierblits branden^
Hekken en stekken, jolen en palen,
Als je niet komt, dan zullen we je halen.
Boer, wil je het laten staan,
Hekken en stekken an enden slaan,
Zoo, en onder het zingen van weer andere liedjes
op andere plaatsen, komt het Paaschvuur eindelijk
klaar.
Den laatsten dag, op Stillen Zaterdag dus, gaan de
jongens soms nog rond om centen op te halen, Daar
voor wordt dan een leege teerton gekocht, maar
waarvan de {taigen nog dik met teer besmeerd moe
ten zhn. De teerton wordt op twee lange palen naast
het Paaschvuur vastgebonden en zal niet weinig bij-
WIT.
Stand Zwart, 13 schijven, op: 1 3 5 9 10 12 tot
15 17 19 23 24.
Stand Wit, 13 schijven, op: 21 25 27 28 32 tot 36,
37 tot 40 42.
f
In bovenstaanden voor Wit nadeeligen stand denkt
Wit remise te maken, door den volgenden mooien
damzet.
Wit: 27—22, 37—31, 22—18, 28 8, 32-28, 33—29,
40 38, 35 4.
De volgende stand, die nu ontstaan is, Zwart 6
scffljven, op: 1 5 10 12 14 15, Wit, 2 schijven, op:
38 en dam op 4, is echter voor Wit vrijwel verloren.
Zwart speelt b.v.: 15 20, Wit 4 7, Zwart 112, Wit
rad rijn bij verschillende mijnongevallen, alleen maar 3 Zwart 'w,'t j,art 10_15; WH
omdat ze zich goed gebarricadeerd hadden in ae'
ruimte, waar zij waren. Dat dit een der beste metho
den is om aan het ongeval te ontkomen, en gered te
worden door de reddingsexpeditievolgt uit het feit.
dat een ontploffing van mijngaa volstrekt niet de go-
heele mijn behoeft te treffen, maar dat in elk geval
door een ontploffing giftige dampen ontstaan, die
langzaam door de geheele mijn heen trekken en dan
uiterst gevaarlijk zijn. Wanneer dus een^ groep ar
beiders in een betrekkelijk groote ruimte zich op
sluit, door die ruimte als het ware van de rest van
de mijn af te dammen, door het oprichten van een
muur van kool, gruis, etc., dan kan de diffusie en de
verspreiding door luohtstroomen het giftige gas niet.
gemakkelijk ter plaatse brengen. Is die ruimte dus
groot genoeg en voorzien van voldoende lucht voor
bet aantal, erin besloten menschen, dan kunnen de
ze het vele dagen uithouden», wachtende op hulp.
Bij het bestudeeren van 140 groote ongelukken in
Amerika bleek het, dat 1477 mannen direct gedood
waren door de explosie, terwijl 1391 den dood ge
dragen tot de feestvreugde van den volgenden avond, i vonden hadden door de gevolgen van inademing
Tegen den avond trekt jong en oud dan naar hetvan giftige gassen. Bovendien werd geconstateerd,
Paaschvuru buiten het dorp. Onder toezicht van de dat in vele gevallen zeer groote afstanden in de
20-2* Zwart 12—17, Wit 23—18, Zwart 14-19, Een
mooi geheel.
J. K. te A. Paulowna. Je probleem was onjuist
Na 28—22 van Wit was Zwart al verloren. Om iets
&am«n te stellen zonder bij-opl. is niet zoo gemak-,
kei ijk als dat wel lijkt
grooteren begint nu de pret. Gelukkig als het weer
meewerkt en de brandstapel flink droog is, want an
ders kost het soms moeite om het vuur aan te hou-
mijuen waren afgelegd na een ontploffing, alvorens
het giftige gas den dood veroorzaakte.
Als voorbeeld kan ook het volgende dienen. In
den. Zoodra het donker begint te worden, neemt men 1908 werd' in de Cherry-mijn in Illinois (N.-AnDerikaï
een paar bossen droog stroo en duwt die aan deeen baal hooi in de mijn gebracht om naar de onder
windzijde in de stapel takkèbossen, manden, «nz. Engrondsche stallen gevoerd te worden en te dienen
als voer voor dé ponies, die de kolenwagentjes ver
voeren. Deze baal hooi raakte in brand, met als ge
volg een ontploffing en een mtynbrand, die het leven
kostte aan 258 mannen.
Ook een reddingsbrigade ging na vorgeefsche po
gingen tot redding ten onder (nog wel door een ver
gissing van den man die de liften bediende). Het
bleek, dat de brand uiterst moeilijk te Husschen zou
zijn en slechts met behulp van een groote motorspuit
uit Ghicago gelukte het den brand meester te worden,
zoodat na een volle week een nieuwe red-
diögsexpeditie kon afdalen. Deze expeditie vond 12
mannen in leven, die zich gebarricadeerd hadden
Het genoemde Bureau of Mines zegt dan ook met
nadruk, dat veel meer gevallen van redding voor
zouden kunnen komen, wanneer de methode van
barricadeeren meer toegepast zou worden.
Volgens de Amerikaansche gegevens is het per
centage ongevallen in steenkolenmijnen in Amerika
veel grooter dan dat in Europa. In Belgié bedraagt