B. H. Lenghaus, Winkel.
WHITE'! WONDERE JU1
lil het hort Yan Holland.
SCHERP CONCURREERENOE PRIJZEN.
Zaterdag 9 Mei 1925.
G8sle Jaargang. Mo. 7635.
DERDE BLAD.
FEUILLETON.
I.
Vraagt Stalen of zichtzending.
Staatsloterij.
Gemengd Nieuws.
30
heeren, die zich uitgeven voor volksvertegen-
i'rdigers, hebben zich fraai aangesteld,
s er bij do Olympische Spelen ook oen wedstrijd
in onbenulligheid, en dwarsdrijverij, zou Kersten
mooie kans hebben op 'u groote gouden medail
le! record van geborneerdheid heeft hij geslagen,
natuurlijk Geuzenkop, Viascher en minister
imskerk op 'n neuslengte afstand,
ieomskerk, de jolige Calvinist, heeft de initieele
lid door toe te geven aan de drijverij van zijn
Jemaal onjolige partijgenooten die van 'n sport-
irij niet wilden weien. Als hij hen niet had ge
ld en kalm de Olympische premieleening had
;ekeurd. sloeg Nederland nu geen figuur als
(er. Zijn toegeven aan de drijverij, dat spel zon-
jqu zijn, een opvatting beperkt tot een klein
der coalitie en zelfs daar onder voorbehoud aan-
,_r is de eerste dwaasheid in dit spel van fouten,
'as het hierbij gebleven, dan zou de schatkist de
is hebben gehad op te moeten komen voor een
r intueel tekort inplaats dat de noodige gelden wor-
(j ibijeengebracht door liefhebbers van sport en....
11 de kans op 'n fortuintje:
[ad Heemskerk niet geluisterd naar de stemmen
zijn gereformeerde vrienden van allerlei gading,
zou nu het beramde millioen op tafel liggen,
bus beroemde onverschilligheid heeft de natie
kefien gespeeld. Eerst toen hij de toestemming der
üng weigerde, later toen hij in den 'Ministerraad
dewerkte tot het thans verworpen voorstel, zonder
eerst op de hoogte te hebben gesteld van de ver-
25|edelijke houding zijner partijgenooten. Zijn oor-
onkelijke weigering bracht mede, dat de regeering
anders zou doen. Die toezegging reeds ge-
gj liiceerd door het optreden van den gezant te Ro-
is niet ingelost.
in dit is een schandaal, waarvoor Heemskerk ver-
fcjwoordelijk is. Ook al vertoonde hij zich, evenmin
Coiijn trouwens, in de Kamer,
en belooft niet zonder te weten, dat men zijn be-
B kan inlossen. De particulier, die verplichtingen
zich neemt, zonder ze te kunnen invullen, komt
Ie handen van een curator of valt in 't kader van
waarschuwingsberichten van een commissaris
politie.
i overheid, die zegt: „nu mij de onmogelijkheid
'Ejlkt, te doen wat gij wenscht, zal ik het doel toch
wezenlijken door iets anders", dient te weten wat
oezegt. en in hoeverre zij haar toezegging kan
wezenlijken.
3 is zij praat en met voorstellen komt waarvoor zij
meerderheid te vinden weet, is het beter te
gen en geen uitzichten te openen. Zeker, niet. of-
eel uit te noodigen tot een diner zonder te weten,
althans de hors d'oeuvre betaald kunnen worden,
oe dit zij, de meerderheid van de Kamer heeft
subsidie of liever gezegd: de pro-memoriepost
een garantie afgestemd en zoodoende het hou
der Olympische spelen in Nederland zooal niet
nogelijk, dan toch zeer twijfelachtig gemaakt,
ïermede is tevens groote schade toegebracht aan
erland, dat waarlijk, wel wat bezoek uit het bui
and kan vélen.
mand, die eens in ©roek in Waterland en eens
Harken behoorlijk is afgezet en afgebedeld, ge
it Nederland wel voor den tweeden keer. Denkt
liet over zijn schreden nogmaals naar Holland te
«en. Van Nederland ziet de gewone tourist bijster
fg. Kij kijkt 'n paar musea, *n paar dorpen met
te kleedingdrachten, ziet een paar steden, die
ies zijn als die bij hem thuis, eet en drinkt duur
verdwijnt.
it alles is geheel onnoodig. En te verbeteren!
la het vreemdelingenverkeer niet in handen was
officieele menschen en als de kans bestond voor
vreemdeling een reisroute aan te geven, „zonder
mpen, zonder oorijzers, zonder Marken". Als men
vreemdeling Nederland zou kunnen laten zien,
als het werkt _en hoe mooi het is, zou er zeer
I zijn gewonnen.
'ij hebben persoonlijk zoowat geheel Europa door
gezworven. Te voet, per flets, ln auto «n trein en
tram.
Zeker: bergen en watervallen mist men in one
land. Doch overigens heeft men hier landschappen,
waaraan geen andere natie kan tippen.
Er zijn plekken in Europa, in Denemarken, in
Duitschland, in Rusland, die doen denken aan onze
polders. Er zijn streken in Hongarije bijvoorbeeld,
die iets hebben van de Veluwsche of Drentsche
heide.
Maar altoos zonder de speciale Hollandsche at
mosfeer en vooral zonder de Hollandsche luchten en
wolken.
Waarom cijfert Nederland zich steeds weg? Waar
om zoeken wij altoos do attractie van klompen en
matrozenbroeken, van stapels kaas en van, afgeriste
op 'n hoop geworpen hyacinthen?
Wij hebben eon betere keuken, heter boter, beter
groenten, beter kaas, beter vleeach, betere viscb dan
eenig land in onze buurt.
Maar onze restaurants maken internationale scho-
teltejs, liefst uit blikjea En liefst even duur als de
allerergste restaurants van Londen, Parijs en Ber
lijn. Zeker: onze belastingen, onze huren, onze loo-
nen zijn hoog. Maar niet hooger dan elders. En &13
ik dan bijvoorbeeld in een der allerduurste restau
rants van het thans zeer dure Berlijn eon diner
kan krijgen voor f 3.60, is er toch werkelijk geen re
den om voor een lunch van veel minder hoedanig
heid in Den Haag f 4.50 te moeten betalen. Met
„wijndwang". Wat ook nog eens twee gulden betoe-
kent.
Als men den vreemdeling hier iets bijzonders voor
zet, iets ongewoons, iets zuiver-Hollandsch, zou het
hem vermoedelijk weinig kunnen schelen al kost'e
het een paar kwartjes meer dan bij hem thuis. Maar
hij krijgt ten onzent precies dezelfde universeele
restaurantkostjes, alleen wat duurder dan bij hem
thuis. Onze spoorwegen zijn bijna krankzinnig duur.
Minsters andrhalf nioal zoo duur als in Engeland,
driemaal zoo duur als in Frankrijk.
Dit weet men waarlijk in het buitenland ook.
En dit is een der redenen, waarom zoo veel toeris
ten ons land niet bezoeken. Of hun bezoek zooveel
mogelijk bekorten door precies de paar paradeplek-
ken: Rijksmuseum, Vredespaleis. Mauritshuis, Mar
ken, te gaan kijken en dan weg te reizen.
Dit land. dat zoozeer vreemdelingenverkeer zou
verdienen en waard zou zijn, tracht vanwege de op
vattingen der heeren Kersten en Visscher de Olym
pische spelen onmogelijk te maken.
En Coiijn vertoont zich niet in de Kamer.
„Ais zekere Juli-gebeurtenissen aanstaande zijn,
staat men voor niets."
Zegt u het wel. A.
J592 8U2 8637 3642
8 iiü B084 69J3 3k«»
8958 8961 8965 89,5
4095 4105 4165 4179
440 4451 4498 4496
4782 4797 4880 4910
5029 5^00 5209 5256
5847 5367 54S2 5o03
5624 5685 5750 5777
5949 5955 5992 6082
6279 6290 6372 6408
6726 6729 6751 6775
6893 6991 7025 7047
7268 7837 7866 7481
7591 7679 7780 7755
7947 7968 8078 8074
8812 8875 8888 8455
8689 8776 8899 8924
9048 9080 9093 9102
9192 9239 9379 9458
9612 9631 9659 9665
9974 10011 10092 10115
10238 10390 10433 10576
10815 10952 10960 10976
11093 11125 11192 11232
11320 11327 11437 11547
11699 11619 11694 11754
11809 11882 11986 12013
12213 12234 12243 12307
12368 12376 12394 12397
12721 12748 12759 12921
13032 13119 13121 13165
13340 13365 13495 13500
13837. 13681 13683 13734
13843 13847 13858 13893
14109 14143 14202 14209
14696 14742 14746 14758
14983 15020 15075 15120
15404 15535 15573 15623
15975 16055 16110 16115
16345 16360 16433 16452
16684 16767 16802 16804
16897 16927 16963 17008
17093 17134 17201 17254
17319 17338 17346 17378
17472 17485 17600 17627
17738 17793 17822 17841
18018 18100 18201 18307
18492 18596 18602 18707
18897 18911 18987 18990
19124 19133 19148 19218
19302 19313 19318 19351
19533 19580 19628 19638
19868 19900 19959 19995
20143 20196 20217 20383
20547 20600 20635 20669
20769 20811 20849 20870
8718 8732 3742
3917 39i8 3932
4035 4042 4075
4201 4315 4327
4562 4663 46761
4917 4973 499/
5279 5298 5330
5518 5526 5578
5860 5893 5a27
6093 6176 6238
6411 6496 6582
6815 6832 6848
7091 7153 7227
7501 75i0 7a88
7798 7897 7921
8253 8261 8279
5490 8552 8683
8927 8960 8999
9125 9133 9147-
9499 9516 9519
9711 9810 9941
10120 10151 —157
10609 10624 10793
11012 11053 11057
11237 2SZ —807
11564 11588 —597
11773 11779 —789
12135 12147 —181
12326 12328 12352
12496 12538 12559
12937 12952 130O9
13224 13269 13337
13502 —543 —563
13767 13810 13842
13908 14023 14066
14308 14426 14467
14770 14839 14981
15148 15161 15296
15734 15744 159}5
16127 16209 16238
16461 16512 10574
10828 16831 16832
17014 17020
17271
17401
17634 17064 17700
17918 17931 18004
18337 18469 18478
18721 18763 18828
19019 19025 19106
19233 19251 19268
19445 19489 19501
19722 19812 19820
20006 20043 20104
20437 20482 20485
20707 20715 20748
20877 20895 20967
17049
17273 17315
17415 17430
HABEL BARNESGRUNDT, voor Nederland
bewerkt door ELLY HARTINO,
j keek den tuin rond. alsof Dimbie verborgen
zijn achter de latyrus of in' de rhabarber en ik
moeite mijn lachen in te houden.
•laar zelfs al is u aan huis gebonden arm ding
aisschien zou uw man toch wel in onzen kring
en opgenomen worden.
'at voor neigingen heeft hij? Welke richting is
toegedaan?" 1)
aar conversatie was mysterieus, doch hier was
ninste eeri eenvoudige vraag te beantwoorden.
üj nam altijd de Zuid-West
et koude minachting zag ze mij aan. „Ik spreek
over spoorlijnen", viel zij mij in de rede. „Ik
'el voor welke kunstrichting, voor welke bewe
es hij geïnteresseerd."
V' kwam ik verward, „ik geloof voor niets in
bijzonder. Mijn man is tamelijk gemakzuchtig,
houdt van wandelen en o ja", ik werd geest-
lig. „hij is dol op tuinieren."
uinieren is te afgezaagd", antwoordde ze ferm.
erliefst onderwerp, samenspraak, met de na-
maar daar hebben we al zoovelén in ge-
Elizabeth, Alfred Austin, Mrs. Earle, Deane
en een heele zwerm anderen."
lijn echtgenoot houdt geen samenspraken met
.natuur, hij doodt slakken en wiedt de bloembed-
i wêervoer ik.
En geen van ai die menschen, waarvan u spreekt
v°or ons gewerkt. Elizabeth mag in extaze
bij het zien van een eenzame crocus int Fe-
en Alfred Austin kan een allerliefste conver-
gaande houden tusschen zichzelf en zijn verbe-
s en lavender, doch zij weten niet waar Dimbie
selderij geplant heeft"
maakte een ongeduldige beweging. „U schijnt
met te begrijpen, doch ik wil trachten het u dui-
JK te maken. Ziet u eens, eenigen van1 ons heb-
i een club gevormd, een
Muziekclubje?" vroeg ik opgewekt
imalias: „Nou zal 't nie lang meer du-u-ren!"
j vanuit de keuken en ik had Mevrouw
aerbys conversatie niet geheel gevolgd,
was niet van plan „muziekclubje" te zeggen",
ri.Kü teKen» »ofechoon ook zéé? muzikale
*1? n.. ziJn van onze vereeniging. Wij zijn
_J^digen ik ben een letterkundige (een pau-
artiste, kunstenares! Wij hebben ons vereenigd
hingen; elltander 66118 Per week in eikaars j
Groote sorteering Confectie
en Modeartikelen,
Trekking van Woensdag 6 Mek
4e Klasse. 8e Inj'sfc.
No. 15129 6-5000.
No. 13437 f 2000.
No. 17343 f1500.
No. 10614 flflOO.
Nos. 2309 2772 8332 15622 elk f400.
Nos. 342 688 3019. 16958 elk f200.
Nos. 865 1937 3799 14916 19333 elk f 100.
"Prijzen van f65.
38 206 245 315 359 422 439
503 507 519 602 611 830 872
912 921 932 948 998 1013 1032
1073 1182 1246 1350 1370 1392 1471
1504 1522 1550 1563 1581 1731 1747
1886 1901 1994 1997 2012 2061 209Q
2120 2152 2233 2247 2269 2274 2279|
2333 2355 2394 2406 2424 2518 2534
2573 2579 2588 2648 2658 2679 27681
2797 2806 2890 2906 2942 3090 3097
3100 3123 3145 3286 3293 3315 911
3392 3406 3412 3484 3496 3499 3555
van Donderdag 7 Mal
4e Klasse. 4e lijst
N<x 15900 f100.
Prijzen van f65.
833 1161 1244 1268 1468 1489 1831
2201 2370 2436 2629 2662 2954 2995
8203 3228 3674 40S2 4110 4177 4382
5009 5320 5370 5679 5699 61S3 6323
7018 7056 7130 8162 8771 8792 8855
9138 9158 9358 9373 9380 9435 9496
9756 9982 10801 11092 11746 11891 12052
12133 12413 12627 12904 12:193 13327 13698
13731 13790 13976 14057 14062 14396 14613
14639 14870 15030 15453 15497 15804 16370
16576 16687 16905 17042 17522 17569 17724
18003 18091 18205 18528 18648 18738 19162
19168 19263 19480 19522 19557 19662 19723
20261 20307 20501 26042 20857 20940 20941 20992
BEDORVEN LEVER.
Te Bordeaux werd het huisgezin Fromenca, na het
gebruik van kalfslever, plotseling ongesteld. Een on
middellijk ontboden geneesheer constateerde vergif
tigingsverschijnselen.
De oudste zoon van 27 jaar is overleden, terwijl de
ouders en hun anderen zoon nog in zorgwekkenden
toestand verkeeren.
Een onderzoek heeft uitgewezen, dat de lever reeds
vóór den verkoop bedorven was, doch dat de „sla
ger" haar in een zuur had gedoopt, om ze er ooglijk
te doen uitzien.
LORD LEVERHULME. t
- Lord Leverhuime, de stichter van Port Sunlight,
de bekende zeepfabrikant, dio zijn leven als klein
handelaar begon, is Donderdagmorgen overleden.
Met lord Leverhuime is een groote figuur in het
Engelsche bedrijfsleven heengegaan. Dit blijkt wel
voldoende uit de enkele vermelding van het aan
deelenkapitaal der geweldige maatschappij Lever
„Dat klinkt zeer interessant en vooruitstrevend",
bemerkte ik. „Ik ken een wetenschappelijk man. Hij
is een uitvinder. Hij stelde een aeroplane samen,
waarmee hij zijn moeder doodde...."
Blijkbaar luisterde zij niet.
„Wij hebben slechts één heer in onze club."
„Maar het is een echte heer. Hij is deze boog
voorover en staarde mij met ingehouden adem aan.
„Wat is er," vroeg ik verschrikt, „loopt er een
beest over me heen?"
„Veel erger."
„Veel ergerl" angstig greep ik mijn japon tezamen.
„Een wesp?"
„Q, windt u zich niet op", mompelde zij, nog ver
der naar mij toebuigend. „Het is zéér belangwek
kendU heeft een gleufje onder uw neus, tus
schen de heide neusvleugels, dat is een bewijs, van
overgroote artistieke gevoeligheid."
„O, neen", weerlegde ik, „u vergist zich. Het is een
lidteeken. Als kind ben ik eens tegen de haard
plaat gevallen. Ik dacht dat het bijna onzichtbaar
was. Mijn man noemt het een kuiltje, Ik ben bang,
dat we niet zoo artistiek zijn aangelegd als u wel
meent. Wij zijn slechts doodgewone, alledaagsche
menschen." -
„Zooveel te gelukkiger voor u" zuchtte zij en streek
het haar van haar voorhoofd, alsof de zwaarte er
van haar hinderde.
„Gij, doodgewone menschen, zooals ge uzelf noemt,
zijt veel gelukkiger dan wij, nerveuse, overgevoelige
denkers. O, de gedachten, die branden en woelen i n
mijn hoofd! Somtijds lig ik néér, mijn hoofd ge
prest aan de borst van moeder Aarde en ik druk
mijn lippen op het grastapijt en fluister tot Haar,
wordt één met Haar en zij sust mij en vertroost mij,
zooals een Moeder haar vermoeid kind vertroost."
Onwillekeurig rees een visioen voor mijn oogen
van de tamelijk gezette mevroyw Winderby, die in
haar groenfluweelen nachtpon over „Moeder Aarde"
rolde en ik glimlachte.
Ik wilde het doen voorkomen of ik Amalia toe-1
lachte, die juist met een voorhoede van Japansch
papieren servetjes verscheen edoch mevrouw Win
derby doorzag me, fronste de wenkbrauwen en rees
op.
Mét voel ik een pijnlijke prik van m'n geweten.
Mevrouw Winderby deed haar best mij aangenaam
bezig te houden, had mij zelfs in haar vertrouwen
genomen en ik verwaand, ziek nest dat ik was,
lachte haar uit.
„Toe, gaat u nog niet heen. mevrouw Winderby".;
pleitte ik. „We krijgen zoo dadelijk thee en ik zou u
zoo graag aan mijn man voorstellen."
„Meheer is op de vliering", zei Amalia. die kwam
aandragen met een schaal cake en deze pal voor Me
vrouw Winderby neerzette.
„Op de wat?" vroeg ik.
„Op de vliering, in de donkere kamer, hij maakt
portret j e§".
Brothers, aan wier hoofd hij stond, en dat thans,
met inbegrip van uitstaande obligatieleeningen,
meer dan 60 millioen Pond Sterling bedraagt, d.i.
dus nog ca. f300 millioen meer dan het kapitaal
van onze geweldige Koninklijke Petroleum Maat
schappij. Dit cijfer alleen geeft reeds eenigen kijk
op den enormen omvang van het bedrijf van Lever
Brothers, dat niet alleen zeep- en kaarsenfabrieken,
doch ook groote margarinefabrieken etc. omvat.
Wereldbekend is de Sunlight-zeep, die door Lever
Brothers in den handel is gebracht. Sinds eenige
jaren wordt deze voor ons land ook gefabriceerd
door een ondermaatschappij van Lever Brothers, de
Lever Zeep Maatschappij, te Vlaardingen, welker
obligatiën ln de officieele noteering aan de Am-
sterdamsche beurs zijn opgenomen.
Lord Leverhuime is niet alleen een groot fabri
kant geweest, maar heoft zich ook sterk geïnteres
seerd voor sociale onderwerpen. In zijn reusach
tige fabrieken Is een systeem van winstaandeel voor
de arbeiders toegepast, ©enigszins in den geest van
dat, hetwelk wij hier te lande o.o. bij de firma
Stork te Hengelo kennen.
De Engelsche regeering heeft indertijd de verdien
sten van den heer Lever erkend door hem in den
adelstand te verheffen. Gewoonlijk kiezen deze
nieuwe Engelsche edellieden zich een naami, die
ontleend is aan hun landgoederen of aan het een
of andere belangrijke feit uit hun loopbaan. De heer
Lever het teekent den man heeft eenvoudig
den naam van zijn vrouw bij den zijne gevoegd,
en deze vereenigd tot dien van Leverhuime, waar
onder hij sindsdien bekend is geweest.
Lord Leverhuime heeft onlangs nog een zakenreis
gemaakt naar Afrika, waarbij de gouverneur van
Nigerië, die weigerde een uitnoodiging tot een diner
op zijn jacht te aanvaarden, daarmede uiting gaf
aan zijn ontstemming over een reeds eenige jaren
geleden door Lord Leverhuime uitgesproken rede,
waarin hij hot beleid van den gouverneur critiseor-
de.
Uit Lord Loverhulme's geschiedenis verdient ook
nog vermelding het feit. dat hij*, in 1917, Stafford
House, het Londensche huis van de hertogen van
Sutherland, aankocht en het aan den Staat ten ge
schenke gaf als een onderdak voor het Londensch
Museum.
Lord Leverhuime werd 74 jaar oud.
HET CNDER CURATEELE STELLEN VAN PRINS
GEORGE VAN SERVIë.
De JfN. Fr. Presse" herinnert eraan hoe prins
George in 1903 uit Rusland terugkeerde, waar hij
gediend had in het Tsaristische pagenkorps. Een
maand na zijn terugkeer werd hij als infanterist
ingelijfd bij het leger in het 18e regiment infanterie
dat zijn naam droeg. Kort daarop werd de Fransche
majoor Levasseur tot zijn gouverneur benoemd.
Alras drongen nu geruchten tot het publiek door,
dat kroonprins George zich telkens door zijn harts
tochtelijk temperament liet verleiden tot geweldadig-
heden en grofheden tegenover zijn omgeving. Geen
dag ging voorbij, of de kroonprins ranselde een be
diende af, maakte ruzie met een of andere civielen
of militairen dignitaris. Telkens moest koning Pe
ter ingrijpen en zijn oudsten zoon kapittelen.
Toen de kroonprins zich op een goeden dag zoo
ver vergat, dat hij zijn gouverneur, die met klach
ten over hem bij zijn vader was gekomen, een wa-
terkraft naar het hoofd wierp, waarop majoor Le
vasseur antwoordde met een paar fiksche draaien,
om de kroonprinselijke ooren, zag de koning zich
gedwongen, zoonlief tien dagen vestingstraf te ge
ven. Maar ook tijdens zijn arrest toonde prins George
zich bandeloos: meubelen, die uit het paleis naar oe
vesting waren gebracht om z'n verblijf aldaar te ver
aangenamen, wierp hij de ramen uit, onder het mot
to. dat, als hij toch zijn straf moest uitzitten, hij
ook geen gunsten wenschte.
Zooals zoovele straffen had intusschen ook deze
niet het gewenschte gevolg: de kroonprins zette
zijn streken voort en moest telkens zwaarder ge
tuchtigd worden. De toestand werd langzamerhand
zoodanig, dat geen officier meer dienst wenschte te
doen bij den prins.
Hoewel hij in de dagen van de moeilijkheden met
Oostenrijk-Hongarije zich eerst door zijn anti-Oosten
rijksche houding veler sympathie had verworven,
verspeelde hij toch alles weer door zijn mateloos en
overdreven optreden.
De daad van zijn lijfknecht deed de deur toe; de
kroonprins moest afstand doen van zijn rechten op
den troon.
Al zijn pogingen later om weer kroonprins te wor
den. mochten hem niet baten. Eindelijk wist inen
hem onder toewijzing van een apanage te bewegen
het land te verlaten en te Parijs te gaan wonen.
Gedurende den Balkanoorlog en de wereldoorlog
heeft prins George zich ter beschikking gesteld van
het legerbestuur» In 1914 werd hij aan de Drina zwaar
gewond. Toen men weigerde hem na zijn herstel
Ik vond Dimbie's gedrag méér dan laf. Hij had
Mevrouw Winderby binnen zien komen, z'n boeltje
bij elkaar gepakt en verstopte zich nu op de vliering.
„Wil je mijnheer zeggen, dat dé thee klaar is en
dat ik hem graag aan Mevrouw Winderbey zou wil
len voorstellen", vroeg ik Amalia.
„Ja, Mfrou".
Tevredengesteld ging mijn gast weer zitten. Be
vallig accepteerde ze eon kopje thee, dat, volgens
haar verlangen niet veel meer was dan melk met
suiker „voor haar zenuwen", voegde zij eraan toe
en bracht daarna het gesprek zeer handig op een
man met een naam die klonk als een nies en waar
van ik nog nooit gehoord had. Ze praatte over hem,
haalde citaten van hem aan, in één woord was vol
lof van hem. „Hij was zoo'n lieve, ondeugende philo-
soof en zijn philosofie maakte hem krankzinnig",
eindigde zij en ik maakte stilletje een aanteekening
op den omslag van een boek, dat naast me lag:
„Niets of Ntiez. man, die gek werd," met het plan
hem eens op te zoeken in do encyclopaedie. Me
vrouw Winderby mocht eens terug komen en -weer
over die niesphilosoof beginnen.
Zij betrapte me.
„Wat doet u daar", vroeg ze.
„Ik schrijf even iets op."
„Uw citatenboek zeker? Wat heb ik gezegd? Mijn
vrienden plegen dikwijls gedeelten van mijn conver
satie op te schrijven voor copie."
Zij streek haar fluweeien gewaad glad met haari
korte dikke vingers.
„Voor copieboeken?" mompelde ik.
„Wel zeker niet", babbelde zij, „Copie wil zeggen,
stof voor een boek iets interossants of grappigs. I
Hebt u nog wel eens meer literaire personen ont-|
moet?"
„Neen", was mijn nederig antwoord, „maar Ama
lia Amalia is mijn dienstbode heeft dikwijls
een dichter ontmoet in haar laatsten dienst. Hij was
een kennis van de Tompkinsen."
„Hoe verbazend interessant! Zou zij zich zijn naam
nog herinneren en hoe hij er uit zag."
„Ik weet wel hoe hij er uitzag", kwam ik. "blij een
ondorwerp gevonden te hebben, waarin zij belang
stelde. „Amalia heeft hem mij beschreven. Hij zag
eruit als een gekookte prei ik denk dat ze bedoelt
zoo'n beetje geelachtig en.. ..O, ja. een vriendin
van mij kende een schrijfster zooiets als Marie Co-
relll haar boek was al voor de vijfde maal her-1
drukt cn zij had een hoofd als een suikerbiet."
Ik begon me meer en meer de gelijke van Mevrouw
Winderby to gevoelen. De glorie van Nant#> en Ama
lia bestraalde ook mij.
„Ik vrees, dat ik u niet goed begrijp", zei mijn be
zoekster.
„O, dat kwam omdat haar hoofd zoo...." plotseling
zweeg ik. Het schoot me te binnen, dat Mevrouw
Winderby ook literair was aangelegd.
I Zij keek mij aan met ijekouden blik, doch wei
gerde mij tegemoet te komen.
Ze zag dat ik zenuwachtig werd, dat pareltjes van
angst op m'n voorhoofd kwamen enhet eenige
woord dat ik vinden kon was „opgeblazen". Dit kon
ik toch niet gebruiken, tegenover haar in geen geval.
Ik greep mijn schildpad en mijn muiltjes vielen
in het gras.
„Ik vrees, dat ik u nog steeds niet begrijp", her
haalde ze. „Ik kan geen verband zien tusschen een
suikerbiet en een bekende schrijfster."
„We! ze zijnze zijn."
Dimbie verscheen en redde me.
„Ze zijn beide zoo belangwekkend en nuttig", zei
hij en stak Mevrouw Winderby hoffelijk zijn hand
toe. Toen nam hij 'n stoel, die hij tot dicht bij de hare
trok. De situatie was gerecL Dimbie zat vol spinnc-
webben en zijn handen waren vuil. doch zijn optre
den was zóó onweerstaanbaar, dat Mevrouw Win
derby onmiddellijk verliefd op hem werd.
„Het is hijzonder vriendelijk van u, dat u mijn
vrouw eens komt opzoeken", jokto hij. „Zij is zóó
verheugd mot de menschen van Pino Tree Valley Ln
aanraking te komen."
O, Dimbie, Dimbie!
Mevrouw Winderby kruiste gracieus het eene, flu-
weelbekleede been over het andere. Zij scheen ge
neigd haar bezoek nog wat te rekken nu Dimbie ien
tooneele verschenen was.
Jumbles sprong over haar voet heen en draaide
zich genoegelljk naast mij neer.
,Jk heb iMevrouw Westover juist verteld dat ik
hoopte, dat u een der onzen zou worden. Wij hebben
nieuwe leden noodig."
„O", kwam Dimbie beleefd.
„Wij noemen ons „Sesamiten."
Het klonk als een naam uit een oud testamentiscih.
verhaal en ik wilde er juist om lachen, toen Dim
bie's strenge gezicht me weerhield.
„Wij hebben een club gevormd ter vermeerdering
van onze kennis, ter verruiming van onzen horizon.
Wij bespreken onze gedachten en inzichten. Wij
helpen elkaar zooals
„De jongelingsvereeniging,kwam een stem uit
Üe buurt van mijn stoel, aoch mijn stem was het
zeker niet. Zij behoorde aan Amalia, die achter mij
stond en Mevrouw Winderby met open mond aan
staarde.
„AMALIA"riep ik.
„AMALIA V' echode Dimbie.
„Mijn broer is der lid van,'* verdedigde zij zich,
doch kreeg toch een kleur, „ik daoh' dat ie mes
schien by dezelfde club hoorde as deze dame* Zij
ïegr', dat het is om mekaar te hellepe'
„Nu is 't genoeg,'- zei ik, zoo gauw ik er een
woord tusschen kon krijgen. „Je kunt het theeblad
meenemen.''
Onwillig ging ze heen en wy wendden ons ver
onfcsohulcugend tot onze gast.
„U zei zooeven.. F'" vroeg Dimbie.