llitntü Niens- ai, lierman Nypels, Peet Cloppenburg's Afsluiting en droog making Zuiderzee. Hecren- Kinderkleeding Donderdag 4 Juni 1925 68ste Jaargang, No. 7(148. flfiyeversN.V, v.ï IESX® BLAD. munt uit door soliditeit eo pasvorm. Zie de' Etalages. Mijnhardt's Hoofdpijntabletten Binnenidndscil Nieuw», en B|| >/iAoa I MMj t l'iw ooooi un va) ->ud iw vat lllum ran. ti lud a 025. s Smii o l'ie- coitj^ orn elU Maa on v£ doch. t blad vnrachljnt vioemnnl por woolc: Dinsdag, ,Wonnadng, Donder Theo. g on Zaterdag. DIJ inzending tot 'omm-ffono 0 nnr, wordon Advor- III,]f yuiiViM'l >il,i|'nll|lv in lint (un';il uili.nliMMIilf Vmiltlnór MaïJ r posrr?nrcp.NïNO No. 23330 in Co., Schagca INT. TEI.EP no. 20 Prijo por 0 maanden (1.05. ï.onnn nnmmova 0 cont. ADVMI'tTICN- TïöN van 1 t«*l 5 regola (1.10, ledero ïegel moor DO cent (bewljaao, Inbegrepen). Croote lol lor» worden nnat plnuluüuli.do LoroLoiwL irdfl eo, DIT NUMMER BESTAAT UÏT TWEE BLADEN. >annï ;lan<t 'atha. Verschenen zijn, zooals gister reeds gemeld, de etsonlwerpen lot: Wijziging van de wet van 14 Juni 1918 tot afslui- ng eii droogmaking van de Zuiderzee; Wijziging van de wet van 20 December 1918, tot ïstelling van een fonds ten behoeve van de afslui-i jig pn droogmaking'der Zuiderzee. Aan de^Memorie van Toelichting is het volgendei ntleend: i Met deze wetsontwerpen wordt in hoofdzaak be- ogd: a. krachtig ter hand te nemen de uitvoering van e werken voor het maken van een afsluitdijk en oor Je droogmaking van den N.W. polder: b de kosten verbonden aan het,maken van den fsluitdijk niet te doen drukken op de rekening der rorgmakingswerken, doch deze voor de helft te wijten uit de gewone middelen en voor de weder- werd [gift uit buitengewone middelen, te vinden uit lee- ingen t Pit Johan. erg «q 'onelli tl 6| to Be wit i Jon- ud scfaj oent <)onV roluh I, N, aidar- s om e. de mogelijkheid! een© zekerder en sneller spoorwegverbinding tusischen Noordholland en Fries land dan de thans bestaande en de veiliger vaart, welke voor de scheepvaar door vorming van bet IJssejmeer zal ontstaan; f. de mogelijkheid om het IJsselmeer tot een zeer rijk vischwaer te maken. De te zijner tijd in cultuur te brengen gronden zullen uitsluitend zijn bezwaard met de te* directe winning er van opgenomen kapitalen, waarvan ren te en aflosing dan zoodra en voor zoover mogelijk uit de te verkrijgen opbrengsten zullen moeten wor den bestreden ardif J oer llllB VK)f veen De vraag of reeds thans het oogenblik gekomen is. .5» periode, waarin de uitvoering der werken in ge- r i <-n- - natigd tempo werd aangevangen en voortgezet, af te {\?J. luiten, met andere woorden, of de toestand van ilands financiën reeds thans gedoogt, dat de uit deling met kracht wordt aangevat, moet naar de meening van de regeering in bevestigenden zin woor den beantwoord. Het behoeft overigens niet te worden betreurd, dat ,on|le omstandigheden een tijdlang het werken in zeer fematigd tempo noodig hebben gemaakt, daar men lezen tijd beeft kunnen benutten, voor het bestu- wen van verschillende punten, die een nadere be-1 io\iwing eischten, in de eerste plaats de hoogte m den afsluitdijk en de hoogte van de meerdijken >tie-Bongaerta-De Muralt), voorts de bijdragen ia belanghebbenden wellicht te vorderen, voor zoo- ir hun ten gevolge van de afsluiting en droogma- :ng van de Zuiderzee geldelijke voordeelen zullen j beurt vallen (motie-Alberda) en de maatregelen, j 'elke zouden moeten worden getroffen, ten einde; e Zuiderzeevisschersbevolking en andere personen j •gemoet te komen wegens schade, welke de afslui-: ing der Zuiderzee hmn mocht berokkenen. Later voegde zich daar nog bij het onderzoek naar Ie volledige kosten van het geheele werk van af- iluiting en droogmaking en van de daaruit te ver- vachten baten, een en ander ingevolge de topzeg-| [ing van Minister König in verband met de interpel- niij |atie-Teen9tra in de vergadering van de Tweede Ka- zijn oer van 15 September 1921. Wat de uitvoering der werken aangaat, heeft men ich de vierjarige-periode ten nutte gemaakt voor; adere bestudeering van het plan van uitvoering.: ermoedelijk zal in de hoogte van den afsluitdijk' in in de richting daarvan eenige wijziging noodig ;ijn. Omtrent de verhooging van den waterstand ten Worden van den afsluitdijk is een commissie onder oorzitterschap van prof. dr. H. A. Lorentz werk- aam, dit vraagstuk te onderzoeken. Het onderzoek betreffende betaling van bijdragen loor hen. die geldelijk voordeel van afsluiting, en Iroogmaking der Zuiderzee mochten ondervinden, is >ij den Zuiderzeeraad aanhangig, i Het wetsontwerp ter tegemoetkoming in door de ^uiderzeevisscherijbevolking o.a. door de afsluiting 'e lijden schade, is bij de Stat en-Oeneraal ingediend.) Ten aanzien van de hoogte der meerdijken wordt i rezegd, dat deze. ofschoon lager dan den afsluitdijk n 't algemeen hooger moeten zijn dan 2.50 M. plusi N.A.P., in verband waarmede de hoogte dér meer dijken eene grootere verhooging zal moeten onder- taan dan eene van 50 c.M., als waarvan Minister Loly, indertijd gewag maakte. De waarde der gronden. De totale kapitaal waarde der gronden is na de droogmaking op ruim f 510 millioen te stellen, waar-i tegenover de rekening van de droogmaking dan ech ter wegens rente met een bedrag van ongeveer f 104 millioen zal zijn bezwaard Als algemeene conclusie omtrent de waarde der gronden merkt de commissie in haar besluit op: „Ik verband hiermede (n.1. de stijging der grond prijzen) bestaat er grond om aan te nemen, dat wan- neer de Zuiderzeegronden zullen worden uitgege ven hetgeen vermoedelijk in de jaren tusschen 1930 en 195Ö zal mogen worden tegemoet gezien gemiddelde pachtprijzen voor goede kleigronden, van niet minder dan f 125 a f 150 per jaar en per HA. kunnen worden verwacht, terwijl voor deze gronden op gemiddelde koopprijzen van omstreeks f 3000 per H.A. gerekend mag worden. Voor lichter gronden dienen de prijzen iets lager gesteld te wor den." Voor onbehuisd land moet naar het oordeel der commissie de koopprijs met f 500, de prachtprijs met f 25 per H.A. verminderd worden. Onze Kleedingmagazijnen brengen L daarin een mooie en tevens goedkoope sorleering. stillen spoedig de ergste hoofdpijn Prijs 60ct Bij Apoth.en Drogisten. H SCHAGEN HELDER. de P3J Met dezen gedachtengang is rekening gehouden bij de nieuw opgemaakte begrooting van kosten. Ter inlossing van de door Minister König gedane ezagging omtrent de totale kosten der werken en' de te verwachten baten, is door den Dienst der Zui-i derzecwerken een kostenberekening opgemaakt voor de werken, welke na beëindiging van het voor de jaren 1922 25 vastgestelde beperkte werkplan, zullen kunnen worden uitgevoerd, welke berekening als Nota bij de Memorie van Toelichting is gevoegd. i De Regeering meent te mogen aannemen, dat de I afsluiting van de Zuiderzee voor 'n voornaam deel van ons land van zoo óverwegend belang is. dat het werk der afsluiting in zijn vollen omvang mag wor- 'den beschouwd als een waterstaatswerk, dat ook j zonder verdere droogmaking van de Zuiderzee van uitnemende waarde is. zoodat het ook los van die; droogmaking In 'stands belang zou behooren tot: stand te komen, en derhalve de kosten daarvan op de kosten der droogmakingswerkeh niet zullen mo gen drukken. Als grootste en belangrijkste voordeelen, welke het IJsselmeer zal kunnen opleveren, stelt de Com- missieXovink voorop de mogelijkheid van inlaat van het zoete IJsselmeerwater voor de provincie Friesland en Noordholland Daarnaast worden als bijkomstige voordeelen den afsluiting genoemd: a. de bezuiniging op het onderhoud van de be staande waterkeeringen binnen den afsluitdijk en de betere beveiliging der achterliggende landen tegen buitengewone overstroomingen; b. het uitblijven van periodieke overstroomingen j voor in en rondom de af toesluiten Zuiderzee gele- pen landstreken; c. de verbetering der afwatering van de landen. a af sluiten gedeelte der Zuiderzee gelegen; d. het watervrij maken der bebouwde kommen an sommige nabij de af te sluiten Zuiderzee gele gen gemeenten; De exploitatie. De Regeering stemt in met de meening der Com- missie-Lovink. dat het allerminst gewenscht is. zich thans reeds te begeven in de oplossing van de vraag hoe in de toekomst met de gronden gehandeld zal dienen te worden. Volgens de thans ter beschikking zijnde gegevens belooft de inpoldering als geheel winst; echter zal op den N. W.-polder en op den Z. W—polder volgens de gevolgde berekeningswijze verlies worden" gele den. Men bedenke nu, dat ten tijde, waarop de ex ploitatie dezer polders zal kunnen worden gesteld op de basis, dat de gronden hun volle cultuurwaarde zullen hebben bereikt, de rekening met een verlies zal zijn bezwaard, hetwelk die rekening ongunstig moet beïnvloeden en welk verlies uit de droogma king zelf eerst zou kunnen worden goedgeschreven voor zoover overigens winst zou mogen worden ver wacht. Deze afschrijving zou dan echter slechts het gewenschte effect kunnen hebben, wanneer verdere droogmaking niet eerst na zoodanig tijdsverloop zou kunnen volgen, dat de rentelast, welke de verlies post met zich medesleept, niet inmiddels zoodanige afmetingen zou hebben aangenomep, dat de elders te maken winst daardoor wordt opgeslokt. Aangezien tal vftn omstandigheden moeten wor den voorbehouden en men thans voorbereidt, het geen eerst over ongeveer tien jaren zich zal gaan verwerkelijken, schijnt het geraden, dat men zich voorshands in de uitvoering van het grootsche plan voor niet langer tijd vastlegt en thans tot niet meer besluit dan tot hetgeen in die periode kon tot stand komen, te weten: het maken van den afsluitdijk en het droogmaken van de Wieringermeer, waarmede omstreeks 125 millioen gemoeid zal zijn. 'De Regee ring zou derhalve do plannen voor de overige inpol deringen voorshands verder technisch willen laten uitwerken en de studié daarvan verder doen voort- zetten. Wat de afsluiting aangaat, aangezien het hier geldt ©en werk1 van een omvang als nog nimmer te voren voorgekomen is ,en van een zoo ingrijpend, belang, dat gansoho landstreken bij de totstandko ming baat zullen vinden, behoeven de kosten niet geheel ten laste van het thans levende geslacht te worden .gebracht. JJifc dezen hoofde komt het rationeel voor, dat de koeten voor de werken van do afsluiting der Zuiderzee zullen komen voor de helft ten lasto van den gewonen dienst en voor do helft ten laste van de buitengewone middelen en deze laatste te vinden door leeningen, welker rente en aflossing voor rekening van Hoofdstuk VII !A der Staatsbegrooting zullen worden ge namen. Wanneer men aan de hand der gegevens van Üe Oommissie^Lovink een berekening wensoht te ma ken en men neemt daarbij: do kapitaal waarde der gronden op het oogenblik, waarop deze hun nor male cultuurwaarde oereiken, als uitgangspunt aan, dan wijzen de uitkomsten voor de drooggemaakte Wieringermeer bn> dit stelsel op een nadoelig saldo van ruim 7.5 millioen gulden. Ditware te dekken door een jaarlyksohe bijdrage uit de gewone Staatsmiddelen gedurende de 14 jarige -periode, welke gemoeid zal zijn. met aanleg en in normale cultuur van den polder. D at tot dekking van vorenbedoeld nadeelig saldo een grooter bedrag dan 7.5 millioen zou worden vereisoht voor het geval aan het stelsel van ver; pachting boven dat van verkoop der gronden de voorkeur mocht worden gegeven, behoeft wel geen betoog. Mocht dus eventueel tot verpachting wor den Besloten, dan zal tevens moeten worden be paald, hoe in de vermindering van opbrengst moet worden voorzien. Het tijdstip van aanvang voor de droogmaking hangt in hoofdzaak af van de mate, waarin zich de behoefte aan cultuurgrond doet gevoelen, welke behoefte volgens de commissie Lovink prgent moet worden geacht. Terwijl nu deverwachting mag worden gekoesterd, dat het finanoieele .resultaat van de uitvoering van het geheele werk gunstig zal zfijfn, springt in het oog, dat men juist op de droogmaking, waarmede volgens het inzicht der regeering het eerst een aanvang gemaakt zal moe ten Svordem verlies zal lijden. De vraag rijst dan ook, of het verlies niet zou kunnen worden ontgaan, en zoo ja, welken invloed dit op de uit voering der plannen zou kunnen hebben. In dit verband moge worden aangeteekend, dat het tnadeelig saldo van den N.W. polder in de eerste plaats wordt veroorzaakt doocr den verge - leken bijl den normalen moerdijk zwaarderen dijk, welke noodig is om den polder te beschermen, zoolang de afsluiting van de Zuiderzee nog niet gereed is en Me belangrijk lichter zou kunnen zijn. wanneer de droogmaking eerst zou plaats hebben, nadat de afsluiting geheel zou zijn voltooid Welken invloed dit heeft op do resultaten moge bib ken, wanneer wordt bedacht, dat het nadeelig saldo van ruim f 7.5 millioen tot ruim f 1.7 millioen zvu wordon teruggebracht, wanneer ook de N.W. polder van een normalen moerdijk voorzien zon kunnen worden. Zooals voorts is opgemerkt, is de commissie- Lovink van oordeel, dat juist het in cultuur bren gen van de gronden van den N.W1. polder ongunstig zal afsteken tegenover de andere poltdergebdeden in verband met het groote zoutgehalte van het water in dit deel der Zuiderzee, hetgeen er toé leidt, dat de cultuuropbrengsten gedurende de eerste jaren laag zjj'n en het langer duurt aleer 5de zwaardere gronden in normale cultuur zullen zijn, wat tot verzwaring van den 'rentelast bijdraagt. Dit verlies zou kunnen worden beperkt door de geleidelijke ontzilting van den bodem van dea toekom stigen Wieringermeerpoldor te bevorderen door hem aan een, prooes van uitlooging -te onder werpen,, tong evolge waarvan hjf na veel kortoren tijd tot normale cultuurwaarde zou zijn gebraohti Men mag aannemen, dat het nadeelig saldtf van den N. W. ooldor niet alleen geheel' zou verdwijnen, doch zelfs zou plaats maken voor een voordeelig Saldo van omstreeks f 5 millioen, indien deze polder werd drooggemaakt, nadat zioh dit prooes zou hebben voltrokken. Zou men dezen weg willen bewandelen, dan moge worden bedacht, dat van droogmaking van gron den niets zou kunnen komen, zoolang hiet de afsluitdijk geheel zou zijn voltooid. Met net droog maken zou aldus niet vóór 1934 een aanvang ge maakt kunnen worden en ook dan nog zullen On derschei don e jaren verloopen, alvorens de eerst» gronden uitgegeven zouden kulitieh worden. De gehouden financieel© overwegingen zullen er niet toe mogen leiden, dat met de droogmakings- werkzaamheden eerst na de voltooing van den af sluitdijk een aanvang zal worden gemaakt. Het zou j een geheel onjuisten indruk .geven van de groote j beteekenis der droogmakingswerkzaamlieden, in- i dien men de voordeelen daarvan enkel zou willen afmeten naar de grootte der baten, die eventueel in j 's Rijks schatkist zullen vloeien. De regeering staat dan ook op het standpunt, dat tegelijk met de af sluitingswerkzaamheden een aanvang moet worden I gemaakt met het droogmaken van de Wieringer meergronden, welke voor een spoedige ontwikkeling van rt landbouwbedrbf het gunstigst zijn gelegen. De gelijktijdige uitvoering der werken sluit in, dat aan het Zuiderzeefonds het nadeel zal worden vergoed hetwelk uit de vervroegde droogmaking voortvloeit. De finanoiering. Omtrent de wijze van financiering wordt dat do bestaande regeling in hoofdzaak besbeu digd kan blijven. Slechts zijn eenige wijzigingen wcJke hoofdzakelijk beoogen de rekening van 't fonds en in alle deelen volledig overzicht te doen geven, van allo, zoowel uit de afsluiting als uit do droog - making voortvloeiende baten en van alle daarmede verband houdende kosten. Betreffende de voorgestelde wijzigingen in de wetten van 14 Juni 1198 en van 20 December 1918 wordt o.m. opgemerkt, wat de eerstgenoemde wet aangaat, dat volgens artikel 4 van aie wet onder A van art. I dier wet genoemde werken waar onder die van de afsluiting der Zuiderzee door ecu afsnluifcdijk zijn begrepe ten laste van het Zuiderzeefonds worden gebracht, terwijl daarin voorts is bepaald, dat aan höt fonds gedu rende 14 jaren een bijdrage zal worden toegekend ten bedrage van f2 millioen 's jaars, ten last» van de staatsbegrooting, vermeerderd met de kos ten der maatregelen voor de landsverdediging. Nu het in de bedoeling ligt de kosten van wer ken, die ook afgezien van do droogmaking als van algemeen belang zijn en ook do uitgaven, welke uit de uitvoering van zoodanige werken voortvloeien, niet op het fonds be doen drukken, doch niettemin alle kosten in de begrooting van het /fonds tot uitdrukking te doen komen, dient de tekst van art. 4 door een geheel nieuwe redactie te worden ver: vangen. Opgemerkt wordt dat de bijdrage van f2 millioen zal kunnen vervallen en voorts, dat in het artikel sprake is van de rente van de uitgaven, van militaire werken en maatregelen; het ligt voor de hand, dat ook de bestrijding dezer uitgaven nader zal zijn te bezien. Het artikel zal ten slotte melding moeten maken van de ten laste der Staats- Ixigrooting komende bijdrage, welke bij wijze van reserve tot dekking van evenfcueele naaealige saldi der drooginaking-s-g-ArL-mmlizal moeten wor den verleend. Voorts wordt voorgesteld de woonden „bij Pi- aam te vervangen door „benoorden Piaam in verband met bij nadere studie wenschelijk gebleken afwijking van de richting van den afsluitdijk. Voorgesteld wordt in ae wet een nieaW art. 4bis in to lassohen, strekkende om in de wet heb bo - grnsel vast te leggen, dat in de kosten van den af&lmtdijk zal wordon bijgedragen door de pro vinciën, die geacht kunnen wordJn bij de uitvoering van dit werk in meer direcèem zin belang to hebben. Ove rzioht. Blijkens een globaal overzicht van hetgeen in de thans in te luiden periode van krachtige voortzet - ting van de werken iaarljjks noodig zal (zijn, wor den die kosten in de jaren van lv25 tot en met 1933 geraamd op resp.: f2 millioen, f 15.3 millioen, f 18.3 millioen, f18.3 millioen, f 15 milloen, f 18,8 millioen, f16 millioen, f10.5 millioen, f9 milioen» totaal il 23.2. Aan de Mem. van Toelichting is een nota om trent de volledige kosten van de afsluiting en droogmaking der Zuiderzee toegevoegd, waaruit hinkt» dat de totale kosten van de afsluiting na hot gereed komen van het beperkte werkplan 1922/ '25 90 millioen zullen beloopen; gerekend wordt op een duur der uitvoering van 8 (jaar. De kosten der be maken werken voor de droog 1 making zijn begroot op:' f 37.(XXÏOOO voor den N.W. polder, f 101.000.000 voor den Z.W. polder, f 143.000.000 voor den Z.O. polder, f84.000.000 voor den N.O. polder, totaal voor de droogmakingen f270.000.000.14e totale koe ten der werken (exclusief de memorieposten ter voorziening in de belangen der defensie on van de yiseoherij) beloopen aus een bedrag van T 360 millioen. Do kapitaalw aarde dor droog to leggen gronden worden geschat op f43.916.000 voor den N.W. polder, f 123.780.000 voor den Z.W. polder, f222.«39.000 voor den Z.O. voor N.O. polder, totaal t510.38.000. De te maken rente bü' een rentevoet van 5 pot. tijdens het maken der droogmakingen totdat de gronden hun normale kapi taal waarde bezitten, wordt berekend op f 183.777.600. INVOERING VAN DE TAHIEFWET OP DEN DAG DER TWEEDE KAMERVERKIEZINGEN. Na veel getalm js dan toch het Koninklijk Besluit afgekondigd, dat den datum hej>aAit, waarop de Ta- riefwet 1924 zal In werking treden. Op zichzelf ver andert dit feit aan de tariefquaestie niets. De wet is er nu eenmaal, en het in werking stellen is daarvan het natuurlijk gevolg. Maar het tijdstip, waarop dit geschiedt, is om verschillende redenen merkwaar dig. Het verschijnen van het K. B. viel samen met het stellen van vragen (of is het K. B. reeds bedoeld'als een voorloopig, maar dan toch afdoend antwoord op die vragen?) door het Eerste Kamerlid S. van den Borgh. die den Minister van Financiën verzocht te willen mededeelen of hij bereid zou zijn, nu de ver kiezingen voor de Tweede Kamer binnen korten tijd plaats hebben, met de invoering van de wet te wach ten, tot het Nederlandsche Volk zich zal hebben uit gesproken. Merkwaardig is het zeker, dat een wet, die om toch vooral geen tijd te verliezen, na volledige voor bereiding en dientengevolge na onvoldoende behan deling, overijld is aangenomen, eerst een half jaar later wordt ingevoerd, vooral wanneer dit beteekent, zooals in dit geval, bij een opbrengst van rond 2 millioen per maand, een voor de schatkist nadeelig verschil van 12 millioen. En wellicht is het een unicum, dat een, voor de volkswelvaart en ook om principieele redenen, zoo belangrijke wet als deze Tariefwpt, van kracht wordt op denzelfden dag, waarop de verkiezingen plaats vinden. Het vermoede# was reeds gewekt, dat de Regee- ring8 iets in het schild voerde, taal rij eenige maan den tevoren het bericht deed verspreiden, dat in werkingtreden der wet „niet eerder dan tegen 1 Juli te verwachten was", en dè dag voor de stemming toen juist was bepaald op 1 Juli, <Li. op twee dagen na, de uiterste termijn bij de Kieswet gesteld. Tijd rekken scheen de bedoeling to zijn. Op het eerste gezicht doet, hetgeen nu gaat ge schieden, denken aan een politieke anakerij van een colijken overwinnaar, wien de bewustheid van zijn overmacht lichtelijk naar het hoofd is gestegen. Bij nadere beschouwing krijgt men echter den indruk, te doen te.hebben met een weloverwogen politieken zet. met de handige uitvoering van een niet onver dienstelijk bedachten politieken gochelto-er. In ieder geval ligt. de politiek er dik bovenop, hetgeen trou wens volkomen is in den stijl, waarin de wet is tot stand gebracht. Hei is duidelijk. Invoeren vóór de verkiezingen zou de regeeringsraeerderheid stemmen kunnen kos ten. Invoeren nA de verkiezingen zou het gevaar me debrengen, dat indien zich mocht herhalen wat in 1905 en 1913 is geschied, nl., dat de meerderheid der kiezers zich uitsprak tégen tariefsverhooging. en het Kabinet zich .genoopt zag heen te gaan, het nieuwe Tarief nimmer zou worden ingevoerd De conclusie ligt voor de hand: niet invoeren vóór en niet invoeren. iiA de verkiezingen; blijft over Invoeren op den dag der verkiez1 ngen zelf; Het is doodeenvoudig. Als de kiozere dus op den 1 Juli hun stembiljet in do bus stoken, kan nog niemand hunner eenige e9rvaring hebben omtrent do wet, die donzelfd?h morgen is in werking getreden; dan heoft da

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1925 | | pagina 1