VAN DIT EN VAN DAT F EN VAN ALLES WAT DAMRUBRIEK. u m m m m m m m m n m m m m m m m m m m m m m m m 0, m m m m m m m w. w 0 WMj m m m m m m m m m m m m m m - /PI rijsvraag Foto-Pagina. PANTOMIME ROMMELKRUID- H a ta as IJ in Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 6 Juni 1925. No. 7649. INTEEKENBILJET I i JÉ. Ét Si l 1 e ut Üf 9 H iuin? ad Hen, ïida aard i™ 8a In het nummer van heden verschijnt onze laatste prijsvraagfoto. Wij vestigen daarop de aandacht in/lfan onze belangstellende lezers en lezeressen. In ons nummer van 28 Februari zijn wij met der# 'prijsvraag-foto's begonnen en thans, nu de laatste Mn de reeks is geplaatst, kan het onderstaande in- eekenbiljet worden ingezonden, nadat het goed is i-eri ngevuld. Vóór 12 Juni a.s. moeten deze inteekenbiljetten Jaan ons Bureau worden ingezonden. Na eenige da ten zal gepubliceerd worden aan wie de B prijzen anij origineel® etsen van' Willem Steelink, jdja toogewe- aard hen s-tee gi LTQ iitscl de 1< bet ei latie wej N» Rij" N FRIJSVRAAG FOTOPAGINA SCHAGER COURANT. No. 1 28 Februari o. 2 7 Maart o. 3 14 Maart No. 4 21 Maart rnleli )25, pril )[i d( No. 5 28 Maart ectt t n le bi No. 0 4 April No. 7 11 April No. 8 18 April ige iet ziffl itvvi No. 9 25 April PU;[ÏN°. 10 2 Mei hyl oPfNo. 11 9 Mei Kt'ill ij. dl No. 12 16 Mei ''OOM i lijn N°. 13 23 Mei ilani No. 14 30 Mei «ei ït hij No. 15 6 Juni Naam: Woonplaats: Verzoeke alles betreffende deze rubriek te zenden aan C. Amala Wt, WlnieJL Deze week een damzet voorgekomen in de Partij en ten Probleem. STAND NO. L ZWART. DE MUIZENVAL. Het volk eischt z'n scheppende krachten 1 Hoera voor de stembus, hoera voor de eer, We trekken per Juli weer dapper van leer En men vindt ons gereed, bajonet op 't geweerl Het vaderland hunkert naar voorspoed en roem Tsa-bóem, tsa-bóemerde-bóem! Bóémtl! Juni KROES. Alle rechten voorbehouden! DE CRIMINALITEIT NA DEN OORLOG. De curve der criminaliteit is wanneer men do- 12 He ii VERKIEZINGSrFANFARES. (Lawaai zang.) Ramplèn-ramplèmpelde-plènl I t Is tijd en we komen d'r an, De kiezers die zullen ons hooren, We hadden ze werk'lijk verloren! In 't Haagje gaat alles zoo streng politiek, Dan denk je niet altijd aan Jantje Publiek, Daar handel je wel, maar hoog diplomatiek! Hier zijn we dus weer en we staan onzen man. Ramplkn-ramplèmpelde-plènll Tra-rit, tra-rè,-re, tra-rè.1 We hebben principes komsA! Steeds prima, vertrouwde idealen, Om stemmen en zetels te halen'! Al staat ook de tegenpartij op haar kop, Toch zijn we niet bang en we beuken er op, Al krijgen we vechtend een knauw of een schop! Kent U ons program, want dat volgen we na Tra^rA, tra-rè-re, tra-èl Rom-bóm, van rómmerde-bóm! We komen na vier jaar weerom, We eischen U op voor de actie, Tot heil van het land en de fractie! Ziehier onze lijst, nummer een.... enzoovoort, De mannen van 't eohte oud-Hollandsche soort, Met een hart in hun lijf en getrouw aan hun woord! We roeren ontroerd voor die helden de trom.... Rom-bóm, rom-bómm erd e- bóm J Tè-te, rè-tètteke-tèt Roept straks bij de stembus maar bè! De tegenpartij-candidaten Och, laat die toch zwammen en praten! Wij brengen het ware, in ruil voor Uw stem, W ij helpen den minderen man uit de klem, De toekomst van 't land is ons heiliga-hèm! Beloften, die houden we altijd, hè! hèt! Tè-te, rè-tètteke-tèl Tsa-bóem, tsa-bóemerde-bóemt Iet vaderland roept ons tot roem, de jaar slechts 520. Eveneens nam het aantal in braken in huizen en winkels enz. of. In 1923 zijn 27 966 gevallen van inbraak aangegeven; in 1924 daalde dit aantal tot 14.652 en in de eerst© drie maan den van dit jaar valt nog een vermindering van 25 pet. te constateeren. Behalve de economische toestand is natuurlijk ook het moreele peil van een volk in dezen v$n invloed. In de eerste jaren, vlak na den oorlog, en de om wenteling, nam b.v. 't aantal inbraken zeer toe, om daarna te verminderen. De politie te Berlijn heeft in 1919 36.539; in 1920 27.991; in 1921 24.882; in 1922 2^295 en in 1924 14.652 gevallen van inbraak in behandeling gehad. Alleen het jaar 1923 met het cijfer van 27.966 dus een stij ging van ruim 5000 vergeleken bij het vorige jaar maakt op deze daling een uitzondering. Dr. Weiss wijst er op, dat dit cijfer echter beschouwd moet worden in verband met den hier boven besproken economischen toestand in dat jaar, toen de aan vraag naar goederen op zijn grootst was. Een geheel ander beeld als bij de diefstallen geeft het misdrijf van bedrog; de statistiek van bedrog toont sinds den oorlog geregeld toenemende cijfers, hetgeen de volgende opgaven bewijzen: in 1919 wa ren 9598 gevallen aangegevenSdn 1920 11.730; in 1921 16.656; in 1922 18.403; in 1923 23.147 en in 1924 30.820. Dr. Weiss is van meening dat hier niet in gezien moet wordep een bewijs tegen zijn bewering, dat de moreele gezondheid van het Berlijnsche volk er op vooruit gaat. Want, zegt hij, bovengenoemde cijfers geven aan het aantal gevallen, dat door de politie is onderzocht, naar aanleiding van een aanklacht, dat bedrog was gepleegd. En nu is gebleken, dat vele van deze aan klachten onjuist waren. Want wat gebeurde er in de laatste Jaren? Schuldeischere, die erg om hun geld verlegen zaten, en dit niet van hun schuldenaars binnen kregen, begonnen geen civiele actie, maar liepen naar de politie en klaagden hun schuldenaars wegens bedrog aan, in de stille hoop dat de schulde naar uit vrees om met de Justitie in aanraking te ko* men. snel zou betalen. Men gebruikte dus de aan klacht van bedrog als middel om schuldenaars, die in gebreke waren, tot betalen te dwingen. En, hoewel niet alleen van 'het moreele peil van een volk, maar nog meer voor zijn economische omstandigheden. Niet, dat het toenemen van het aantal crimineele ge vallen, b.v. diefstal op een verergeren- van den economischen toestand wijst en dat omgekeerd het dalen van dit cijfer een verbetering van den econo mischen toestand aantoont. Zoo deze eenvoudige opvatting juist zou zijn, dan zou het Duitsche econo mische leven sinds 1923 geweldig zijn vooruitgegaan, want in 1924 zijn de diefstallen, in vergelijking met 1923 bijna tot de helft teruggegaan en de afgeloopen maanden van 1925 wijzen ten opzichte van de cijfers van 1924 ook weer op een aanzienlijke vermindering der diefstallen. Dit op het eerste gezicht, wellicht verrassende ver schijnsel vindt zijn criminalistische en economische verklaring, wanneer men het object der diefstallen nader beschouwt. In de „Vo8s. Ztg." nu geeft dr. Weiss een uiteenzet ting van de oorzaken van dien teruggang van het aantal diefstallen en de toeneming van de gevallen van bedrog. Meestal, zegt hij, gaat het bij diefstal om het weg nemen van goederen. Daar er in tijden van inflatie een groote navraag naar goederen is, vinden gesto len goederen een ruim afzetgebied Het groote ver langen om in bezit te komen van goederen, deed de justitie natuurlijk niet op al deze aanklachten in- sSB WIT. Stand Zwart, 17 schijven, op: 3 tot 7 9 12 tot 20, 23 24. Stand Wit, 18 schijven, op: 25 tot 28 32 33 35 37 38 40 tot 46 48 50. Wit, A. H. v. d. Goest, die de volgende damzet zag: Wit: 35-30, Zwart 24:35, Wit 44-39, Zwart 35 44, Wti 4540, Zwart 44 35, Wit 33—29, Zwart 23 34, Wit 39 30, Zwart 36 24, Wit 27—22, Zwart 18:27, Wit 32:21, Zwart 16:27, Wit 28—23, Zwart 19:28, Wit 37-32, Zwart 28 37, Wit 42 2. Voor de schitte renden damzet is bet jammer dat Zwart direct met gelijk spel de Witte dam kan opvangen. Het is zeer leerzaam zonder de schijven aan te raken de zet to vinden, vooral omdat dergelijke standen zeer goed voor kunnen komen. STAND Na 2. ZWART. 7 5 6 10 11 0 15 16 20 21 25 26 30 31 35 36 40 41 45 4h 50 WIT. Stand Zwart. 10 schijven, op 7 9 12 13 16 18 19 22 25 28. Stand Wit, 10 schijven, op: 21 27 29 31 33 34 35 41 43 47. De laatste zet van Zwart In het bovenstaande pro bleem 23—28 is zeer goed verklaarbaar door z'n dub bele dreiging voor Wit door het gevaar 28—32, wan neer Wit met 43—39 zou opsluiten. Wit won echter zeer gunstig als 't volgt: Wit 29—24, Zwart 19-48, Wit 35-30, Zwart 48 17, Wit 41—37, Zwart 22 42, Wit 33 2, Deze slag is door het voortdurend toepassen van meerslag zeer mooi aangebracht. Zwart 25 34, Wit 2 14. Een prachtig probleem. ging, moest de politie ze toch onderzoeken en aldus kwamen zij op de statistische tabellen. Maar, de schrijver van dit artikel geeft toe, dat. zelfs al zou men al deze gefingeerde gevallen van bedrog uit schakelen, er toch een toeneming van dit aantal waar te nemen is. Hij schrijft dit toe aan 't feit, dat de strijd om 't dagelijksch brood eenerzijds een deel der bevolking naar steeds geraffineerder middelen doet grijpen dat zijn dan de bedriegers terwijl anderzijds het aantal van hen toeneemt, die wegens hun geringe verdiensten hun inkomsten trachten te vermeerderen en op allerlei voorspiegelingen van anderen inloopen; dat wil dus zeggen, dat het aan tal bedrogenen groeit. VERKEERD BEGREPEN. Een koningin van Denemarken bracht eens een bezoek aan de Deen ach e kolonie op IJsland, waar de oude gouverneur alles deed, om de koningin te la- menigeen gemakkelijk heen stappen over moreele bedenkingen en fatsoenlijke kooplui van weleer de den bij het koopen van goederen een oogje toe en bekommerden zich weinig waar dez evandaan kwa men; aldus was het voor dief en diefjesmaat een guldentijd. Toen kwam de stabiliseering van de mark...., de honger naar goederen was daarmee meteen gestild; men wenschte geen goederen meer, maar verlangde naar geld. Deze nieuwe economische situatie trof nie mand harder dan de dieven, die een ander baantje moesten zoeken. Het aantal diefstallen nam dan ook af, echter niet omdat de economische toestand van Duitschland heter werd; integendeel deze werd hoe langer hoe bedenkelijker, zoodat tenslotte de mark gestabiliseerd moest worden. Dr. Weis geeft, om de vermindering van het aan tal diefstallen aan te toonen, de volgende statisti sche cijfers: In 1923 werden bij de Berlijnsche politie 30.460 gevallen van metaaldiefstal hekend; in 19241 ten zien, wat waard was gezien te worden. De ko- nnse alchte 3155 en in het le kwartaal van hst loopen-1 ningin wilde ha&r gastheer ook van haar belangstel ling ln zijn persoonlijk welzijn blijk geven en vroeg, of hij een groot gezin had en op het bevestigend ant woord vroeg zij: En hoeveel kinderen hebtu dan wel? Nu komt het Deensche woord kinderen veel over een met het IJslandsche woord voor schapen, en de oude gouverneur die dacht dat de koningin naar zijn veestapel informeerde, antwoordde: Tweehonderd. Tweehonderd was de verbaasde uitroep van de koningin, hoe kunt u die allemaal onderhouden? O, heel gemakkelijk, mevrouw, antwoordde de gouverneur, in den zomer laat ik ze op de heuvels welden; als de winter komt, verkoop ik een gedeelte en een paar eten we op. Men kan zich het verbaasde gezicht van de ko ningin voorstellen en haar uitbundige vroolijkheid toen de omstanders het misverstand hadden opge helderd. AANVALLEN MAARSCHALK? De Lyonsche straatjongens aanbaden maarschalk graaf Castellane, den beroemden krijgsman, wien de keizer op het slagveld te Wagram zefl het eerekruis uitreikte. Wanneer zij hem in galop zagen aanko men, in groot tenue en bedekt met nogon-en-dortig decoraties, vergaten zij nooit te roepen: Leve Castel lane! Leve de maarschalkl

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1925 | | pagina 11