Alumni Nitus- AdTtrtïiiit- LutalM Het Geheim van Bernard Brown Nieuwe Abonné's onze specialiteit. Kleedingmagazijnen HERMAN HYPELS, Donderdag 18 Juni 1925 ril! 68ste Jaargang. No. 7650. Uitgevers i N.V, v.h. TRAPMAN 8> CeScbarjcn GRATIS. Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. Uit en Voor de Pers; FEUILLETON. Dit blad vorachijnt viermaal por woolc: Dinsdag, Woonodaa, Donder dag on Zaterdag. DIJ inzending tot 'o inorgonfl fl uur, wordon Advor- tonllSn nog zooveoï mogelijk In bot ooyaluitkomond nniumor gopluul:it, POSTREKENINQ No. 2S380. INT. TELEF no. 20 Prljo por B maandon f 1.(15. ï.onno mimmoyo 0 cont. ADV1ÏÏ1TEM* TïfiN van 1 t<4 5 Kagola i 1.10, iodaico gogol moor fiö conl (hswljsno, inbegrepen). Croelo lollopa wordan naaa Rlaalsznimto b©2akoiid» voor de Schager Courant ontvangen de tot 1 Juli a.s. verschiinende nummers Zitting van Dinsdag 16 Juni 1925. DOOR DEN KOMKOMMERTIJD. De eerste zaak vandaag was dit contra Klaas Ou wel] and. een schipper uit Katwijk aan Zee, die on langs met zijn motorvrachtboot in Medemblik ver toefde en wegens slapte in het bedrijf zich met den verkoop van onechte rij wielbelastingplaatj es tegen la- geren prijs dan echte wat verdienste trachtte te be zorgen. Een zaakje dat we al eerder in behandeling zagen. De 'behandeling werd nu voortgezet. Nadat nog een getuige, W. de Graaf is gehoord, verkrijgt de heer Officier het woord, die volhardt bij: inge- stelden eisch tot 6 maanden gev. Mr. Sluis, pleiter, concludeert tot voorw. straf. MEDESLACHTOFFER. Schipper Leendert Ouwehand,, broer van eersten bekl., kwam daarna op het beschuldigdenbankje, ter wijl we ook van zijn zaak voortgezette behandeling kregen, waarbij' alsnog Jan Hof uit Medemblik, aan wien door bekl. een onecht rijfwielplaatje tegen f 1.75 was afgegeven, als getuige werd gehoord De O. v. J. bleef volharden bij genomen requisitoir tot een maand gev. DEIN STAAT DEIR NEDERLANDEN BENADEELD Martin Jansen, een los arbeider uit Amsterdam, ma ger 55-jarig kereltje, (gedetineerd) stond terecht ter zake het zich op een val&chelijk door hem zelf opge- maakten postwissel laten uitbetalen van f 87.50, welk geld hij zich aldus wederrechtelijk toeëigende ten na- deele van den Staat der Nederlanden. Bekl. wiens omstandigheden lang niet rooskleurig waren, had te Amsterdam een postwissel ingevuld en wel zoodanig dat hij het' bijt die invulling deed voorkomen of er f87.50 was gestort aan het adres der N.V>. Alkmaarsche Handelsmaatschappij' te Alk maar. Jansen had de plaats waar het kantoor van stor ting wordt vermeld, een paar letters gekrabbeld, had een 20 cents postzegel opgeplakt en met houtskool een paar kringen afgedrukt op dien postzegej, het zoo latende voorkomen of het geld gestort was. Jan sen vervoegde zich op 11 Mei aan het postkantoor te Alkmaar, waar de ambtenaar van Drunen, die blijk baar niet voldoende op alles wat met de invulling verband hield, gelet had, hem f87.50 op de post wissel uitbetaalde. De Hoofdcommies Hissink, thans tevens waarn. Directeur van het Postkantoor te Alkmaar, verklaar de, dat op het kantoor van storting een postwissel eerst al door ambtenaarshanden gaat. Postwissels bo ven f 20 worden ingeschreven op een legger. Zoo'n postwissel krijgt een nummer dat ook op den legger wordt gesteld. Bij behandeling van zoodanigën post wissel moet dus -worden nagegaan of die op den leg ger voorkomt. Dat moet' de ambtenaar nagaan. Ook moet hij er op letten of de gebruikelijke stempels aan wezig zijn. Bekl. erkent het hem ten- laste gelegde. Toen hem door den ambtenaar gevraagd werd of hij' van de Alkm. Handelsmaatschappij was, had hij! bevestigend geantwoord. De O. v. J. eischte 4 mnd. gev. tegen beklaagde. •Mr, Schenkeveld, pleiter, acht het niet vaststaand', hoe het feit gequalificeerd moet worden en dringt na eenige omschrijving van de misère' van beklaagde, die bij vrouw en dochter een ellendig leven heeft, op clementie aan. AAN LAGER, W1AL. Piet Wagenaar, gedetineerd, oud 34 jaar, zonder vaste woonplaats, staat terecht wegens het zonder middel van bestaan en zonder onderdak rondzwerven en in welken toestand hij in Bergen in de vorige maand is aangetroffen; De O. v. J. eischte 3 dagen hechtenis en 1 jaar rijkswerkinrichting. EN DE GEVOLGEN ERVAN. Dezelfde Piet Wagenaar moest nogmaals terecht staan, nu ter zake het ontvreemden van een naai machine, een rijwiel en een rieten koffer, waarin diverse artikelen waren geborgen, uit een tijdelijk on bewoond perceel te Alkmaar. 'Na verhoor van een drietal getuigen kreeg de heer Officier het woord. Deze eischte 6 maanden gev. (indien bekl. geen rijkswerkinrichting-straf krijgt voor het in de vorige zaak behandelde feit) en Z.E.Gestr. wil den eisch tot een maand gev. terug brengen, als bekl. wel tot de rijkswerkinrichting veroordeeld wordt. Twee zaken met gesloten deuren volgen nu. EEN RARE SNUITER. Gerardus Johannes Slenters, een 27-Jarig letter zetter te Alkmaar, heeft in den nacht van 2 op 3 Mei bij een voetbal feestelijkheid ten lokale van den heer Van Gijzen te Alkmaar in ,,'t Wapen van Heemskerk", zonder eenige aanleiding een 17-jarig jong meisje, Trijntje Souverein genaamd, met een knipmes in den arm gestoken. Gelukkig kwam het niet ernstig, raak. Beklaagde was toen beschonken, maar wat je dan doet, moet je nuchter ontgelden. De O. v. J. eischte f30 boete of 30 dagen zitten. BEN ZWAK VOOR SCHOOLBEZOEK. Ghislain Bouten, in Febr. 1888 in België geboren en van beroep chauffeur, (thans gedetineerd) had dief stal gepleegd te Alkmaar in den nacht van 1 op 2 Mei en had daarbij de Handelsdagschool aan den Wes- terweg en de Rijks Hoogere Burgerschool aan de Faardemarkt met een bezoek vereerd. De Belg had verschillende voorwerpen met z'n „ondierneming" we ten te bemachtigen, als: een paar vijlen, een jas, en een vest, 12 witte handdoeken, 4 nieuwe zeem leerlappen en een tweetal actetasschen. Nog niet eens zoo'n vette buit. Maar die kan men in scholen ook eigenlijk niet verwachten, al had hij de'gun stige omstandigheid, betrekkelijk weinig kans van „stoornis" te loopen bij zijn schoolbezoek. Hij heeft nog hulp gehad van een medeplichtige, die echter nu niet aanwezig was en ook nu niet was 'gedag vaard. Beklaagde heeft in Roozendaal, Hilversum, Arn hem, Utrecht, Amsterdam en Haarlem ook in scholen ingebroken. Dus Alkmar genoot niet alleen de eer! De President uitte de wenschelijkheid dat bekl. in den vervolge maar in België blijft vertoeven. De O. v. J. wees er op dat bekl. ook in Tiel nog zal worden vervolgd. Z.E.Gestr. wil hier niet een te zachte straf voorstellen, daar men anders mocht denken dat het hier het Beloofde Land is voor zulke lieden en zij dan elkaar konden opwekken om hier heen te komen. De eisch is 1 jaar gev. Mr. Smal, verdediger, concludeert tot clementie en KATOENPAKJES 3,50. 4,50, 6,50, 8,50, 10,50 CHEVIOT en FANTASIE-STOF 6,50, 8,50, 10,50, 13,50, 16,50 LOSSE BROEKJES, LOSSE BEFJES, LOSSE KRAGEN. JONGErtSCOSTUMES, lange of korte broek 9,50, 12.50, 15.50, 18,50, 22,50. STBEDS AFWISSELENDE KEUZE. heil gezocht. Het bewijs achtte Z.E.Gestr. geleverd ook! al bij' behandeling voor den Politierechter, maar om de rechtbank een blik op het psychische van be klaagde te doen krijgen, echtte spreker het gewenscht dat behandeling voor meervoudige rechtbank plaats vindt. De O. v. J. blijft bij ingestelden eisohi tot f40 boete of 40 dagen hechtenis, volharden. Aa Dinsdag uitspraken. SCHAGEN HELDER. vraagt een korte gevangenisstraf, waarna bekl. dan wel gauw over de grens zal zijn. VOOR DE DERDE MAAL VóóR. Tot slot kregen we een diefstalzaakje uit Z.- èn N.-Schermer, dat al een paar maal voor den politie rechter diende en daarna naar de groote rechtbank was verwezen. De zaak is in deze rubriek dan ook al eerder beschreven geworden. Bekl. is Dieuwertje Koster, 33 Jaar, geboren te Wieringerwaard en wo nende te Z.- en N.Schermer. Ze is de echtgenoote van C. Nap, arbeider aldaar. De chauffeur L. Tromp en diens ega, Grietje Leeg water, logeerden van 4 op 5 April j.1. bij, het echt paar Nap en 's Zondagsavonds te Oudkarspel thuis zijnde, miste Klomp een bankbiljet van f10 uit zijn portemonnaie. 's Maandags ging vrouw Klomp naar Nap terug, het gebeurde meldende en vroeg zij, aan vrouw Nap of die er wat van wist, wat Dieuwertje ontkennend beantwoordde. Aangezien ten huize van Nap 's Zaterdagsavonds 4 April ook de arbeider Evert 'Nol uit Driehuizen was geweest, die twee biljetten van f 10 haxi ingeovte- seld bij L. Tromp, ging het flinke, bij de hand zijnde vrouwtje van Tromp naar NoL Toevallig waa'daar de veldwachter Waterdrinker. Vrouw Tromp vroeg of men daar do zaak: kón ophelderen, of Nol haar ook nader, kon inlichten. Nol wist wel, dat hij twee tienJ tjes aan Tromp had overhandigd tegen hard geld en dat Tromp allebei biljetten in de portemonnaie had gedaan, maar meer ook niet. De veldwachter ^vas naar vrouw Nap gegaan, die aanvankelijk ontkende. Daarna vrouw Tromp gehaald hebbende, ondervroeg Waterdrinker nogmaals Dieu wertje en toen Waterdrinker en Grietje Leegwater op het punt stonden om weg te gaan, bekende beklaag de. Later wijzigde zij hare opgave weer en verklaarde zij, het biljet dat door haar lH-jarig kind gedeeltelijk verscheurd heette te zijn, te hebben gevonden. Bfcklaagde's man had zich het geval aeer aange trokken Beklaagde bleef nu ontkennen, het biljet te hebben ontvreemd. Nadat de getuigen waren gehoord .kreeg de heer officier het woord en Z.E.Gestr, wees er op, dat de man van beklaagde gezegd had: nu is 't wat, nu moet ik verder met een diefachtige vrouw leven. I Toen zal bekl. getracht hebben zich, het koste wat het wil, schoon te wasschen in de oogen van haren echtgenoot en heeft zij verder in ontkennen haar VERKIEZEN GSHOROSCOOP. De Haagsche correspondent der Zutphensche Crt (lil>.) schrijft: Zal 't gelukken op 1 Juli het vreemdsoortige ver bond, dat nu al bijna zeven jaar achtereen ons land beheerscht heeft, ten val te brengen? Wij willen niet voorspellen dat het zal gebeuren Wel kunnen we zeggen, dat het mogelijk is en dus de inspanning waard. Het is zoo, de coalitie van Nolens-Colijn-Schok- king heeft thans een groote bmeerderheid: 56 van de 100 zetels heeft ze in 1922, toen d ewind haar bij zonder gunstig was, weten te bezetten. Dit lijkt een meerderheid, welke moeilijk te breken valt. Meer dan schijn is dit echter niet. Laten we eens een ruwe rekening opmaken. De roomsche partij behaalde in 1922 301/3 maal den kiesdeeler; zij wist door de bekende groepeeringshan- digheid, welke thans niet meer mogelijk is, 32 zetels te verkrijgen. Rekent men thans 1 zetel voor de R— Kath. Volkspartij waarop insiders vast hopen dan valt de R.-K. fractie reeds op 29 terug, terwijl de groote ontevredenheid in r.-katholieke kringen over het bewind van Ruys-Colijn haast zeker nog een ze tel zal doen verloren gaan. Zoo komt men tot 28 voor de r.-katholieken en het is ons bekend, dat vooraan staande r.-katholieke» niet op meer durven hopen. Bij de ant.-revolutionairen staat het al niet beter. Dezen behaalden den laatstfen keer 13.4 maal den kiesdeeler en verkregen door dezelfde truc 16 zetels. Zij zeiven rekenen thans op eenig verlies en dus brengen Zij het, nu de groepeeringsbehendigheid niet meer kan worden toegepast, zeker niet verder dan tot 13. Roomschen en anti-revolutionnairen tezamen verliezen dus hoogstwaarschijnlijk 4 3=7 zetels, waardoor de coalitie reeds van59 op 62 zetels zal zakken. Daarmee is de rekening, echter nog niet gereed. Ds. Keretens, die wel eens het geweten van de anti- revolutionnairen is genoemd, hoopt een tweeden zetel te bemachtigen; de christelijk-sociale heer van de Laar vertrouwt zijn rentrée op het Binnenhof te doen; ook de heer Staalman (christ-democraat) waagt zijn kansje en wat meer zegt, de Hervormd Gereformeerde Partij hoopt door haar fel-antiroom- sche actie onder de orthodoxe protestantsche par- j tijen een harer in de Kamer te brengen.. Het is dui delijk. dat al deze groepjes een aanslag doen op de kiezers van de ant.-revolutionnaire en christelijk- historische partijen. Al zouden wjj er niet voor wtL, len instaan, mag toch gezegd worden, dat een ver- 1 lies van 1 a 2 zetels voor de coalitiegroepen als ge volg van deze actie waarschijnlijk is. In dit geval is de coalitie haar meerderheid reeds kwijt en wij be hoeven er wel nauwelijks aan toe te voegen, dat hoe grooter het aantal uitgebrachte liberale stemmen i zal zijn, hoe grooter de kans wordt dat de coalitie in de onmogelijkheid wordt gebracht ons land nog lan ger met haar anti-liberale schipperpolitiek gelukkig te maken. 7. door E. PHILLIPS OPPENHEIM. Zij ontmoette hanrs vaders verwonderden blik met onverschilligheid. Zijl wasirin een toestand, dat niets indruk op haar maakte, do gedachte aan. dat gene wat er ging gebeuren, drong elke andere zaak, op den .achtergrond. Hare gevoelloosheid veranw derde in een oogenblik tot verwondering en haar hart stond stil1. Haar Vader nam; rijn hoed af voor mijnheer Brown met meer dan gewone beleefdheid en de twee ambtenaren groetten zeer beteefd. Mijnheer Brown," zeide hij, ,wij rijn allen uitbegaan om ji te zoeken, wij' wilden u onzie opt recht gemeende verontschuldigingen aanbieden voor eene vergissing, die begaan is. P. C. Chapping hier is zeer te berispen en na hem ik7'. Zif keek naar den man naast haar. Er stond op rifci gelaat? niets/ te lezen. Het toonde geen spoor van verlichting, zij gevoelde die wel. Zijne houding verbaasde haar., .„Heb feit is,'' vervolgde haar vader, "dat uhap- ping mij' kwam bezoeken om mij een lang verhaal en oen zeker vereoeek te doen, dat ik opdoe i de om standigheden, die ik u later vertellen zal, als rechter nipt kon weigeren. Ik was genoodzaakt een vollmaiohttot onderzoek te teekenen voor 'hem. ..Falloon's Nesf' 'te gaan. Het was tegen mijn wil en een Veer onaangename plicht voor mij «m te vervullen. Maar ik beschouwde het als mijn plicht -en ik was aanwezig om te zorgen, dat er niets verkeerds zou gebeuren. Ik hoop uwe verge - ving te verkrijgen vooii de vrijheid, die ik geno<*d- zaakt was te nemen." Nog kwam er geen verandering op het gelaat van mijnheer Brown, maar rij hoorde hem snel' een diepen ?uoht slaken. Wonderlijk genoeg bracht het haar verlichting. Zoo'n groote zelfbeheorsohing was bnna onnatuurlijk. r «U deedt sléchts uW plicht, mijnheer Thurwell,'? antwoordde hij kalm. „Gij zijt mij geen veront schuldiging verplicht.7' „Ik ben blij' dat u het in dat licht ziet,7' Zeide mnnhecr Thurwell, „heel blij waarlijk. Maar ik heb nog een bekentenis af te leggen.7' u mijnheer Brown een weinig op zij. uit net gehoor der> anderen, maar dichter bh haar aan by de overigen en begon ernstig mot hem te praten. Nu zou zijl "kunnen zeggen, dat hij veroab* rust en onaangenaam aangedaan was, maar zij' kon niet het verband volgen, wat haar vader sprak. Slechts eenige losöe woorden bereikten haar oor. „Erg jammer.... Heel' toevallig... zal 't bewaren,,, ontdekking." „Dus kan ik er staat op maken dat u net geheim houdt?" hoorde riji mijnheer Brown-ernstig vragen. „Ik geef n mijn woord, mijnheer,7' antwoordde haar vader. Toen keerden zijl rioh om en het was zichtbaar, dat mijnheer Brown rich verstoord ge voelde. „Hoe kom jijl hier. Ellen?7' vroeg haar vader plotseling, denkende aan hare tegenwoordigheid. „Ik v/as uitgegaan om een wandeling te maken en ontmoette mftjinheer Brown in het bosch,7' legde rij u+. „Wel. nu je tooh Ihier bent,7' merkte hij op blijden toon op, „moet je mb helpen om mijnheer" Brown over te haten mee te gaan naar huis. Tot nu toe zyrn we slechte buren geweest. Wé moeben op een diner bij ons aandringen," om te toonen, dat er geen kwade gezindheid heerscht", voegde hij er glimlachend aan toe. „Neem geen tegenwerpin gen.7, „Dank u, maar ik ga nooit uit,7' antwoordde mijnheer Brown. ,,Ik heb zelfs geen kleeren daarvoor. Dus „Komt u toch bijl ons, mijnheer Brown7' zéide zij zacht. Hij wierp plotseling een blik op haar met zijne donkere oogen, die kleur deed stroomon in hare wangen. Gelukkig begon de schemering te vallen en zij stond in d© schaduw van het bosch. „Als juffrouw Thurwell het wensoht,'" zedde hü op den toon van een man., die riohSselven geweld aandoet om een hoop, die hij' vergeefsch aonfcte te blijven koesteren, „aan is 7t uit, ik zal komen.7/ HOOFDSTUK IX. k Mijnheer Brown dineert op „Thurwell Oourt." Zoowel voor hem als voor haar was er fets vreemds, iets onwaars in het kleine feestmaal, dat rij; drieën, mijnheer Thurwell, zijne dochter en •zijn huurder, op dien avond hielden. Vele maanden later tot aan het hoogtepunt van het drama, waarin Ellen Thurwell de voornaamste persoon was, zag zij op dien avond terug met oen vreemd gqmengd gevoel. En voor hem was het als een plotselinge overgang in een tooverland. De lange Jaitón. van eenzaam leven en streng ascetisme, die hij had doorgebracht, waren een tijdperk geweest van buitengewoon zeelfbedwang. Van aanleg en aard was de man een kunstenaar. Zyn dageliiksoh eten slecht gekookt en slecht opgediend als t werd te midden van eene vervelende omgeving, was sinds lang een a 'schuw voor hem geweest. Welke redenen hij ook had gehad voor zulk een volkomen afzonde ring, rij waren ontstaan niet uit een natuurlijk beha gen in zulk een leven noch uit minachting van de gemakken der beschaving. Hij begon levendig het genoegelijke te heseffen van de weelde, die hem om gaf. Hij- had zonder moeite het oude masker van terug- houdendheid afgeworpen met al de kleine onhandig-1 heden en de linksheid, die daarmee gepaard gin gen, en scheen de schaduw van richzelven van vroe ger, een beschaafd, vormelijk man van de wereld. Zelfs mennheer Thurwell kon nauwelijks zijne ver bazing over die verandering verbergen. Nooit I tevoren was er aan zijn tafel zulk een levendig ge- j sprek gevoerd:, dat al den schijn had van een algo j meen gesprek te zijn, waaraan allen deelnamen, I j maar dat indeVdaad eene alleenspraak was van zijn j I gast. Hij had ver gereisd, hij had grootsche dingen i gezien in vele landen en hij had groote mannen ge-1 I kend; en hij sprak luchtig over hen allen, met het i scherpe oordeel van een kunstelaar en debeschaafde j taal van een geleerde. Hij was een man, die in de wereld had geleefd elke uitdrukking, van zijn taal j getuigde er van. De Fransche schotels mijnheer 1 Thurwell was er trots op waren hem bekend en hij wist alles van den oogst der wijnen, die hij dronk. Gedurende zijn leven had mijnheer Thurwel nooit zulk een gast aan tafel gehad als deze en het was ©ene soort van beproeving voor zijne gemanierdheid om zich te onthouden van eene opmerking, die sprak van verbaring over het eenzame leven, dat zijn huur der in den laatsten tijd leidde. En Ellen zai te luisteren naar dit alles met eene droomerige tevredenheid over zich, waaruit zij nu en dan gebracht werd in geestdrift door de een of andere critiek of nieuwe wending van het gesprek. Dan begonnen hare grijze, schitterende oogen met lrun eigenaardig mengsel van vreemde kleuren te lichten en zij wierpen hun goedkeurenden blik over de tafel heen, die glansde van veelkleurige bloemen en vruchten en glinsterend zilver. En hij zocht dien te zien en dien te ontvangen met een beantwoordendèn blik uit zijne eigen donkere oog, vol van een vreemd licht en een vreemde macht Zij, die hem scherper gadesloeg dan baar vader 't i doen kon, zagjets, dat hem geheel en al ontging, I eene soort van ingehouden oj onderdrukte opgewon denheid die nooit aan de oppervlakte kwam en zich j niet openbaarde in eene van zijne uitingen noch in zijn toon van spreken. Maar zij was er ën zij gevoel de ze, gevoelde het vooral, wanneer hunne oogen elkaar ontmoetten en zij de haren moest nederslaan voor het groote vuur in de zijnen, dat meer dan eens een lichten blos bracht op haar wangen en een nieu- we gewaarwording van siddering door haar wezen deed gaan. Ten laatste kwam e/ een eind aan het diner, maar toen zij opstond om weg te gaan, verzette zich haar vader hiertegen. Gewoonlijk zat zij bij hem, terwijl hij een sigaret rookte en zijne koffie dronk. Waar om zóu zij nu heengaan? Zij zoude mijnheer Browo niet als een vreemde beschouwen. En zoo bleef zij. Toen ging zij met hem door de kamer wandelen, toonde hem de schilderijen, die op de eikenhouten paneelen hingen en de buitenlandsche snuisterijen en Italiaansche vazen, die stonden op den breeden zwarten rand daaronder. Haar vader moest even weg gaan om den opperjachtmeester te spreken over hun vermoeden van een geval van strooperij, en zij bleven alleen. „Hier is mijne geliefkoosde plaats om te zitten na het diner als wdj alleen zijn", zeide zij; en zij schoof een paar zwaar neerhangende gordijnen weg en leidde hem in een vreemd verblijf, bijna zoo groot als eene gewone kamer. Eene lamp met een zacht licht brandde op 'n Birmaansch tafeltje en een flau we geur van brandende denneblokken steeg uit den open haard en verspreidde zich in dejqfiht, die reeds rook naar de chysanthemums. die in blauw Chi- neesche vazen stonden, kleine plekken geel en wit bij al het donkere en sombere. Zij ging in een laag rie ten stoeltje voor het vuur zitten en adn haar wenk gehoor gevend. n#m hij tegenover haar plaats. „Praat nu tegen mij als 't u blieft," zeide zij, ter wijl ze haar gelaat met eeen veeren waaier tegen do warmte van het vuur beschutte. „Neen, geen alle- daagsche opmerkingent Ik heb nooit anders in mijn leven gehoord en ik ben er moe van. Wilt u niet eerst een sigaret aansteken? Ze liggen in de zilveren doos naast u. Ik houd van die lucht." Hij deed zwijgend, wat hem gevraagd werd. Een oogenblik zag hij naar den dunnen, blauwen rook, die opwaarts kronkelde, wierp een blik om zich heen en ademde diep, alsof hij al het genot indronk dat zijn kunstenaarsziel gevoelde over die heerlijke har monie en kleur van zijne omgeving. Daaropsloeg hij een plotsellngen, snellen blik op het mooie meis je, dat achterover leunde in haar lagen stoel, met haar hoofd op een kussen, donker olijfgroen van kleur en hare oogei. vol verwachting op hem ge richt. Zij was zóó dicht bij hem, dat hij. hare kleine, mooie vingers zou kunnen grijpen; zóó dichtbij, dat hij den fijnen geur van lavendel ro,ok. die opsteeg uit haar zwart avondtoilet. Elke kleinigheid van haar sierlijk kleed nam hij in zich 'op, van den enkelen diamant op het fluweel om haar hals tot den prach tig geschoeiden voet. die lag op een klein groen kus sen. even zichtbaar van onder het ragfijne garneersel, dat haren rok omzoomde. In de wereld der vrouwen was zij voor hem de „koningin" geworden. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1925 | | pagina 1