Alumni Nitus-
AdTtrtïiiit- LutalM
Het Geheim van Bernard Brown
Nieuwe Abonné's
onze specialiteit.
Kleedingmagazijnen HERMAN HYPELS,
Donderdag 18 Juni 1925
ril!
68ste Jaargang. No. 7650.
Uitgevers i N.V, v.h. TRAPMAN 8> CeScbarjcn
GRATIS.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Uit en Voor de Pers;
FEUILLETON.
Dit blad vorachijnt viermaal por woolc: Dinsdag, Woonodaa, Donder
dag on Zaterdag. DIJ inzending tot 'o inorgonfl fl uur, wordon Advor-
tonllSn nog zooveoï mogelijk In bot ooyaluitkomond nniumor gopluul:it,
POSTREKENINQ No. 2S380. INT. TELEF no. 20
Prljo por B maandon f 1.(15. ï.onno mimmoyo 0 cont. ADV1ÏÏ1TEM*
TïfiN van 1 t<4 5 Kagola i 1.10, iodaico gogol moor fiö conl (hswljsno,
inbegrepen). Croelo lollopa wordan naaa Rlaalsznimto b©2akoiid»
voor de Schager Courant ontvangen
de tot 1 Juli a.s. verschiinende nummers
Zitting van Dinsdag 16 Juni 1925.
DOOR DEN KOMKOMMERTIJD.
De eerste zaak vandaag was dit contra Klaas Ou
wel] and. een schipper uit Katwijk aan Zee, die on
langs met zijn motorvrachtboot in Medemblik ver
toefde en wegens slapte in het bedrijf zich met den
verkoop van onechte rij wielbelastingplaatj es tegen la-
geren prijs dan echte wat verdienste trachtte te be
zorgen. Een zaakje dat we al eerder in behandeling
zagen. De 'behandeling werd nu voortgezet. Nadat
nog een getuige, W. de Graaf is gehoord, verkrijgt
de heer Officier het woord, die volhardt bij: inge-
stelden eisch tot 6 maanden gev.
Mr. Sluis, pleiter, concludeert tot voorw. straf.
MEDESLACHTOFFER.
Schipper Leendert Ouwehand,, broer van eersten
bekl., kwam daarna op het beschuldigdenbankje, ter
wijl we ook van zijn zaak voortgezette behandeling
kregen, waarbij' alsnog Jan Hof uit Medemblik, aan
wien door bekl. een onecht rijfwielplaatje tegen f 1.75
was afgegeven, als getuige werd gehoord De O. v. J.
bleef volharden bij genomen requisitoir tot een maand
gev.
DEIN STAAT DEIR NEDERLANDEN BENADEELD
Martin Jansen, een los arbeider uit Amsterdam, ma
ger 55-jarig kereltje, (gedetineerd) stond terecht ter
zake het zich op een val&chelijk door hem zelf opge-
maakten postwissel laten uitbetalen van f 87.50, welk
geld hij zich aldus wederrechtelijk toeëigende ten na-
deele van den Staat der Nederlanden.
Bekl. wiens omstandigheden lang niet rooskleurig
waren, had te Amsterdam een postwissel ingevuld
en wel zoodanig dat hij het' bijt die invulling deed
voorkomen of er f87.50 was gestort aan het adres
der N.V>. Alkmaarsche Handelsmaatschappij' te Alk
maar.
Jansen had de plaats waar het kantoor van stor
ting wordt vermeld, een paar letters gekrabbeld, had
een 20 cents postzegel opgeplakt en met houtskool
een paar kringen afgedrukt op dien postzegej, het
zoo latende voorkomen of het geld gestort was. Jan
sen vervoegde zich op 11 Mei aan het postkantoor te
Alkmaar, waar de ambtenaar van Drunen, die blijk
baar niet voldoende op alles wat met de invulling
verband hield, gelet had, hem f87.50 op de post
wissel uitbetaalde.
De Hoofdcommies Hissink, thans tevens waarn.
Directeur van het Postkantoor te Alkmaar, verklaar
de, dat op het kantoor van storting een postwissel
eerst al door ambtenaarshanden gaat. Postwissels bo
ven f 20 worden ingeschreven op een legger. Zoo'n
postwissel krijgt een nummer dat ook op den legger
wordt gesteld. Bij behandeling van zoodanigën post
wissel moet dus -worden nagegaan of die op den leg
ger voorkomt. Dat moet' de ambtenaar nagaan. Ook
moet hij er op letten of de gebruikelijke stempels aan
wezig zijn.
Bekl. erkent het hem ten- laste gelegde. Toen hem
door den ambtenaar gevraagd werd of hij' van de
Alkm. Handelsmaatschappij was, had hij! bevestigend
geantwoord.
De O. v. J. eischte 4 mnd. gev. tegen beklaagde.
•Mr, Schenkeveld, pleiter, acht het niet vaststaand',
hoe het feit gequalificeerd moet worden en dringt na
eenige omschrijving van de misère' van beklaagde,
die bij vrouw en dochter een ellendig leven heeft, op
clementie aan.
AAN LAGER, W1AL.
Piet Wagenaar, gedetineerd, oud 34 jaar, zonder
vaste woonplaats, staat terecht wegens het zonder
middel van bestaan en zonder onderdak rondzwerven
en in welken toestand hij in Bergen in de vorige
maand is aangetroffen;
De O. v. J. eischte 3 dagen hechtenis en 1 jaar
rijkswerkinrichting.
EN DE GEVOLGEN ERVAN.
Dezelfde Piet Wagenaar moest nogmaals terecht
staan, nu ter zake het ontvreemden van een naai
machine, een rijwiel en een rieten koffer, waarin
diverse artikelen waren geborgen, uit een tijdelijk on
bewoond perceel te Alkmaar.
'Na verhoor van een drietal getuigen kreeg de heer
Officier het woord. Deze eischte 6 maanden gev.
(indien bekl. geen rijkswerkinrichting-straf krijgt
voor het in de vorige zaak behandelde feit) en
Z.E.Gestr. wil den eisch tot een maand gev. terug
brengen, als bekl. wel tot de rijkswerkinrichting
veroordeeld wordt.
Twee zaken met gesloten deuren volgen nu.
EEN RARE SNUITER.
Gerardus Johannes Slenters, een 27-Jarig letter
zetter te Alkmaar, heeft in den nacht van 2 op 3
Mei bij een voetbal feestelijkheid ten lokale van den
heer Van Gijzen te Alkmaar in ,,'t Wapen van
Heemskerk", zonder eenige aanleiding een 17-jarig
jong meisje, Trijntje Souverein genaamd, met een
knipmes in den arm gestoken. Gelukkig kwam het
niet ernstig, raak.
Beklaagde was toen beschonken, maar wat je dan
doet, moet je nuchter ontgelden. De O. v. J. eischte
f30 boete of 30 dagen zitten.
BEN ZWAK VOOR SCHOOLBEZOEK.
Ghislain Bouten, in Febr. 1888 in België geboren en
van beroep chauffeur, (thans gedetineerd) had dief
stal gepleegd te Alkmaar in den nacht van 1 op 2 Mei
en had daarbij de Handelsdagschool aan den Wes-
terweg en de Rijks Hoogere Burgerschool aan de
Faardemarkt met een bezoek vereerd. De Belg had
verschillende voorwerpen met z'n „ondierneming" we
ten te bemachtigen, als: een paar vijlen, een jas,
en een vest, 12 witte handdoeken, 4 nieuwe zeem
leerlappen en een tweetal actetasschen. Nog niet
eens zoo'n vette buit. Maar die kan men in scholen
ook eigenlijk niet verwachten, al had hij de'gun
stige omstandigheid, betrekkelijk weinig kans van
„stoornis" te loopen bij zijn schoolbezoek. Hij heeft
nog hulp gehad van een medeplichtige, die echter
nu niet aanwezig was en ook nu niet was 'gedag
vaard.
Beklaagde heeft in Roozendaal, Hilversum, Arn
hem, Utrecht, Amsterdam en Haarlem ook in scholen
ingebroken. Dus Alkmar genoot niet alleen de eer!
De President uitte de wenschelijkheid dat bekl. in
den vervolge maar in België blijft vertoeven.
De O. v. J. wees er op dat bekl. ook in Tiel nog
zal worden vervolgd. Z.E.Gestr. wil hier niet een te
zachte straf voorstellen, daar men anders mocht
denken dat het hier het Beloofde Land is voor zulke
lieden en zij dan elkaar konden opwekken om hier
heen te komen.
De eisch is 1 jaar gev.
Mr. Smal, verdediger, concludeert tot clementie en
KATOENPAKJES 3,50. 4,50, 6,50, 8,50, 10,50
CHEVIOT en FANTASIE-STOF
6,50, 8,50, 10,50, 13,50, 16,50
LOSSE BROEKJES, LOSSE BEFJES,
LOSSE KRAGEN.
JONGErtSCOSTUMES, lange of korte broek
9,50, 12.50, 15.50, 18,50, 22,50.
STBEDS AFWISSELENDE KEUZE.
heil gezocht. Het bewijs achtte Z.E.Gestr. geleverd ook!
al bij' behandeling voor den Politierechter, maar om
de rechtbank een blik op het psychische van be
klaagde te doen krijgen, echtte spreker het gewenscht
dat behandeling voor meervoudige rechtbank plaats
vindt.
De O. v. J. blijft bij ingestelden eisohi tot f40
boete of 40 dagen hechtenis, volharden.
Aa Dinsdag uitspraken.
SCHAGEN
HELDER.
vraagt een korte gevangenisstraf, waarna bekl. dan
wel gauw over de grens zal zijn.
VOOR DE DERDE MAAL VóóR.
Tot slot kregen we een diefstalzaakje uit Z.- èn
N.-Schermer, dat al een paar maal voor den politie
rechter diende en daarna naar de groote rechtbank
was verwezen. De zaak is in deze rubriek dan ook
al eerder beschreven geworden. Bekl. is Dieuwertje
Koster, 33 Jaar, geboren te Wieringerwaard en wo
nende te Z.- en N.Schermer. Ze is de echtgenoote van
C. Nap, arbeider aldaar.
De chauffeur L. Tromp en diens ega, Grietje Leeg
water, logeerden van 4 op 5 April j.1. bij, het echt
paar Nap en 's Zondagsavonds te Oudkarspel thuis
zijnde, miste Klomp een bankbiljet van f10 uit zijn
portemonnaie. 's Maandags ging vrouw Klomp naar
Nap terug, het gebeurde meldende en vroeg zij, aan
vrouw Nap of die er wat van wist, wat Dieuwertje
ontkennend beantwoordde.
Aangezien ten huize van Nap 's Zaterdagsavonds
4 April ook de arbeider Evert 'Nol uit Driehuizen
was geweest, die twee biljetten van f 10 haxi ingeovte-
seld bij L. Tromp, ging het flinke, bij de hand zijnde
vrouwtje van Tromp naar NoL Toevallig waa'daar de
veldwachter Waterdrinker. Vrouw Tromp vroeg of
men daar do zaak: kón ophelderen, of Nol haar ook
nader, kon inlichten. Nol wist wel, dat hij twee tienJ
tjes aan Tromp had overhandigd tegen hard geld en
dat Tromp allebei biljetten in de portemonnaie had
gedaan, maar meer ook niet.
De veldwachter ^vas naar vrouw Nap gegaan, die
aanvankelijk ontkende. Daarna vrouw Tromp gehaald
hebbende, ondervroeg Waterdrinker nogmaals Dieu
wertje en toen Waterdrinker en Grietje Leegwater op
het punt stonden om weg te gaan, bekende beklaag
de. Later wijzigde zij hare opgave weer en verklaarde
zij, het biljet dat door haar lH-jarig kind gedeeltelijk
verscheurd heette te zijn, te hebben gevonden.
Bfcklaagde's man had zich het geval aeer aange
trokken
Beklaagde bleef nu ontkennen, het biljet te hebben
ontvreemd.
Nadat de getuigen waren gehoord .kreeg de heer
officier het woord en Z.E.Gestr, wees er op, dat de
man van beklaagde gezegd had: nu is 't wat, nu
moet ik verder met een diefachtige vrouw leven.
I Toen zal bekl. getracht hebben zich, het koste wat
het wil, schoon te wasschen in de oogen van haren
echtgenoot en heeft zij verder in ontkennen haar
VERKIEZEN GSHOROSCOOP.
De Haagsche correspondent der Zutphensche Crt
(lil>.) schrijft:
Zal 't gelukken op 1 Juli het vreemdsoortige ver
bond, dat nu al bijna zeven jaar achtereen ons land
beheerscht heeft, ten val te brengen?
Wij willen niet voorspellen dat het zal gebeuren
Wel kunnen we zeggen, dat het mogelijk is en dus
de inspanning waard.
Het is zoo, de coalitie van Nolens-Colijn-Schok-
king heeft thans een groote bmeerderheid: 56 van de
100 zetels heeft ze in 1922, toen d ewind haar bij
zonder gunstig was, weten te bezetten. Dit lijkt een
meerderheid, welke moeilijk te breken valt. Meer
dan schijn is dit echter niet.
Laten we eens een ruwe rekening opmaken. De
roomsche partij behaalde in 1922 301/3 maal den
kiesdeeler; zij wist door de bekende groepeeringshan-
digheid, welke thans niet meer mogelijk is, 32 zetels
te verkrijgen. Rekent men thans 1 zetel voor de R—
Kath. Volkspartij waarop insiders vast hopen
dan valt de R.-K. fractie reeds op 29 terug, terwijl de
groote ontevredenheid in r.-katholieke kringen over
het bewind van Ruys-Colijn haast zeker nog een ze
tel zal doen verloren gaan. Zoo komt men tot 28 voor
de r.-katholieken en het is ons bekend, dat vooraan
staande r.-katholieke» niet op meer durven hopen.
Bij de ant.-revolutionairen staat het al niet beter.
Dezen behaalden den laatstfen keer 13.4 maal den
kiesdeeler en verkregen door dezelfde truc 16 zetels.
Zij zeiven rekenen thans op eenig verlies en dus
brengen Zij het, nu de groepeeringsbehendigheid niet
meer kan worden toegepast, zeker niet verder dan
tot 13. Roomschen en anti-revolutionnairen tezamen
verliezen dus hoogstwaarschijnlijk 4 3=7 zetels,
waardoor de coalitie reeds van59 op 62 zetels zal
zakken.
Daarmee is de rekening, echter nog niet gereed.
Ds. Keretens, die wel eens het geweten van de anti-
revolutionnairen is genoemd, hoopt een tweeden
zetel te bemachtigen; de christelijk-sociale heer van
de Laar vertrouwt zijn rentrée op het Binnenhof te
doen; ook de heer Staalman (christ-democraat)
waagt zijn kansje en wat meer zegt, de Hervormd
Gereformeerde Partij hoopt door haar fel-antiroom-
sche actie onder de orthodoxe protestantsche par-
j tijen een harer in de Kamer te brengen.. Het is dui
delijk. dat al deze groepjes een aanslag doen op de
kiezers van de ant.-revolutionnaire en christelijk-
historische partijen. Al zouden wjj er niet voor wtL,
len instaan, mag toch gezegd worden, dat een ver-
1 lies van 1 a 2 zetels voor de coalitiegroepen als ge
volg van deze actie waarschijnlijk is. In dit geval is
de coalitie haar meerderheid reeds kwijt en wij be
hoeven er wel nauwelijks aan toe te voegen, dat hoe
grooter het aantal uitgebrachte liberale stemmen
i zal zijn, hoe grooter de kans wordt dat de coalitie in
de onmogelijkheid wordt gebracht ons land nog lan
ger met haar anti-liberale schipperpolitiek gelukkig
te maken.
7.
door E. PHILLIPS OPPENHEIM.
Zij ontmoette hanrs vaders verwonderden blik
met onverschilligheid. Zijl wasirin een toestand, dat
niets indruk op haar maakte, do gedachte aan. dat
gene wat er ging gebeuren, drong elke andere zaak,
op den .achtergrond. Hare gevoelloosheid veranw
derde in een oogenblik tot verwondering en haar
hart stond stil1. Haar Vader nam; rijn hoed af voor
mijnheer Brown met meer dan gewone beleefdheid
en de twee ambtenaren groetten zeer beteefd.
Mijnheer Brown," zeide hij, ,wij rijn allen
uitbegaan om ji te zoeken, wij' wilden u onzie opt
recht gemeende verontschuldigingen aanbieden
voor eene vergissing, die begaan is. P. C. Chapping
hier is zeer te berispen en na hem ik7'. Zif keek naar
den man naast haar. Er stond op rifci gelaat? niets/
te lezen. Het toonde geen spoor van verlichting, zij
gevoelde die wel. Zijne houding verbaasde haar.,
.„Heb feit is,'' vervolgde haar vader, "dat uhap-
ping mij' kwam bezoeken om mij een lang verhaal
en oen zeker vereoeek te doen, dat ik opdoe i de om
standigheden, die ik u later vertellen zal, als
rechter nipt kon weigeren. Ik was genoodzaakt een
vollmaiohttot onderzoek te teekenen voor 'hem.
..Falloon's Nesf' 'te gaan. Het was tegen
mijn wil en een Veer onaangename plicht voor mij
«m te vervullen. Maar ik beschouwde het als mijn
plicht -en ik was aanwezig om te zorgen, dat er
niets verkeerds zou gebeuren. Ik hoop uwe verge -
ving te verkrijgen vooii de vrijheid, die ik geno<*d-
zaakt was te nemen."
Nog kwam er geen verandering op het gelaat
van mijnheer Brown, maar rij hoorde hem snel'
een diepen ?uoht slaken. Wonderlijk genoeg bracht
het haar verlichting. Zoo'n groote zelfbeheorsohing
was bnna onnatuurlijk. r
«U deedt sléchts uW plicht, mijnheer Thurwell,'?
antwoordde hij kalm. „Gij zijt mij geen veront
schuldiging verplicht.7'
„Ik ben blij' dat u het in dat licht ziet,7' Zeide
mnnhecr Thurwell, „heel blij waarlijk. Maar ik
heb nog een bekentenis af te leggen.7'
u mijnheer Brown een weinig op zij. uit
net gehoor der> anderen, maar dichter bh haar
aan by de overigen en begon ernstig mot hem te
praten. Nu zou zijl "kunnen zeggen, dat hij veroab*
rust en onaangenaam aangedaan was, maar zij' kon
niet het verband volgen, wat haar vader sprak.
Slechts eenige losöe woorden bereikten haar oor.
„Erg jammer.... Heel' toevallig... zal 't bewaren,,,
ontdekking."
„Dus kan ik er staat op maken dat u net geheim
houdt?" hoorde riji mijnheer Brown-ernstig vragen.
„Ik geef n mijn woord, mijnheer,7' antwoordde
haar vader. Toen keerden zijl rioh om en het was
zichtbaar, dat mijnheer Brown rich verstoord ge
voelde.
„Hoe kom jijl hier. Ellen?7' vroeg haar vader
plotseling, denkende aan hare tegenwoordigheid.
„Ik v/as uitgegaan om een wandeling te maken
en ontmoette mftjinheer Brown in het bosch,7' legde
rij u+.
„Wel. nu je tooh Ihier bent,7' merkte hij op
blijden toon op, „moet je mb helpen om mijnheer"
Brown over te haten mee te gaan naar huis. Tot
nu toe zyrn we slechte buren geweest. Wé moeben
op een diner bij ons aandringen," om te toonen, dat
er geen kwade gezindheid heerscht", voegde hij
er glimlachend aan toe. „Neem geen tegenwerpin
gen.7,
„Dank u, maar ik ga nooit uit,7' antwoordde
mijnheer Brown. ,,Ik heb zelfs geen kleeren
daarvoor. Dus
„Komt u toch bijl ons, mijnheer Brown7' zéide zij
zacht.
Hij wierp plotseling een blik op haar met zijne
donkere oogen, die kleur deed stroomon in hare
wangen. Gelukkig begon de schemering te vallen
en zij stond in d© schaduw van het bosch.
„Als juffrouw Thurwell het wensoht,'" zedde hü
op den toon van een man., die riohSselven geweld
aandoet om een hoop, die hij' vergeefsch aonfcte te
blijven koesteren, „aan is 7t uit, ik zal komen.7/
HOOFDSTUK IX. k
Mijnheer Brown dineert op „Thurwell Oourt."
Zoowel voor hem als voor haar was er fets
vreemds, iets onwaars in het kleine feestmaal, dat
rij; drieën, mijnheer Thurwell, zijne dochter en
•zijn huurder, op dien avond hielden. Vele maanden
later tot aan het hoogtepunt van het drama, waarin
Ellen Thurwell de voornaamste persoon was, zag zij
op dien avond terug met oen vreemd gqmengd
gevoel. En voor hem was het als een plotselinge
overgang in een tooverland. De lange Jaitón. van
eenzaam leven en streng ascetisme, die hij had
doorgebracht, waren een tijdperk geweest van
buitengewoon zeelfbedwang. Van aanleg en aard
was de man een kunstenaar. Zyn dageliiksoh eten
slecht gekookt en slecht opgediend als t werd te
midden van eene vervelende omgeving, was sinds
lang een a 'schuw voor hem geweest. Welke redenen
hij ook had gehad voor zulk een volkomen afzonde
ring, rij waren ontstaan niet uit een natuurlijk beha
gen in zulk een leven noch uit minachting van de
gemakken der beschaving. Hij begon levendig het
genoegelijke te heseffen van de weelde, die hem om
gaf.
Hij- had zonder moeite het oude masker van terug-
houdendheid afgeworpen met al de kleine onhandig-1
heden en de linksheid, die daarmee gepaard gin
gen, en scheen de schaduw van richzelven van vroe
ger, een beschaafd, vormelijk man van de wereld.
Zelfs mennheer Thurwell kon nauwelijks zijne ver
bazing over die verandering verbergen. Nooit
I tevoren was er aan zijn tafel zulk een levendig ge- j
sprek gevoerd:, dat al den schijn had van een algo
j meen gesprek te zijn, waaraan allen deelnamen, I
j maar dat indeVdaad eene alleenspraak was van zijn j
I gast. Hij had ver gereisd, hij had grootsche dingen
i gezien in vele landen en hij had groote mannen ge-1
I kend; en hij sprak luchtig over hen allen, met het i
scherpe oordeel van een kunstelaar en debeschaafde j
taal van een geleerde. Hij was een man, die in de
wereld had geleefd elke uitdrukking, van zijn taal j
getuigde er van. De Fransche schotels mijnheer 1
Thurwell was er trots op waren hem bekend en
hij wist alles van den oogst der wijnen, die hij dronk.
Gedurende zijn leven had mijnheer Thurwel nooit
zulk een gast aan tafel gehad als deze en het was
©ene soort van beproeving voor zijne gemanierdheid
om zich te onthouden van eene opmerking, die sprak
van verbaring over het eenzame leven, dat zijn huur
der in den laatsten tijd leidde.
En Ellen zai te luisteren naar dit alles met eene
droomerige tevredenheid over zich, waaruit zij nu
en dan gebracht werd in geestdrift door de een of
andere critiek of nieuwe wending van het gesprek.
Dan begonnen hare grijze, schitterende oogen met
lrun eigenaardig mengsel van vreemde kleuren te
lichten en zij wierpen hun goedkeurenden blik over
de tafel heen, die glansde van veelkleurige bloemen
en vruchten en glinsterend zilver.
En hij zocht dien te zien en dien te ontvangen met
een beantwoordendèn blik uit zijne eigen donkere
oog, vol van een vreemd licht en een vreemde macht
Zij, die hem scherper gadesloeg dan baar vader 't
i doen kon, zagjets, dat hem geheel en al ontging,
I eene soort van ingehouden oj onderdrukte opgewon
denheid die nooit aan de oppervlakte kwam en zich
j niet openbaarde in eene van zijne uitingen noch in
zijn toon van spreken. Maar zij was er ën zij gevoel
de ze, gevoelde het vooral, wanneer hunne oogen
elkaar ontmoetten en zij de haren moest nederslaan
voor het groote vuur in de zijnen, dat meer dan eens
een lichten blos bracht op haar wangen en een nieu-
we gewaarwording van siddering door haar wezen
deed gaan.
Ten laatste kwam e/ een eind aan het diner, maar
toen zij opstond om weg te gaan, verzette zich haar
vader hiertegen. Gewoonlijk zat zij bij hem, terwijl
hij een sigaret rookte en zijne koffie dronk. Waar
om zóu zij nu heengaan? Zij zoude mijnheer Browo
niet als een vreemde beschouwen. En zoo bleef zij.
Toen ging zij met hem door de kamer wandelen,
toonde hem de schilderijen, die op de eikenhouten
paneelen hingen en de buitenlandsche snuisterijen
en Italiaansche vazen, die stonden op den breeden
zwarten rand daaronder. Haar vader moest even weg
gaan om den opperjachtmeester te spreken over hun
vermoeden van een geval van strooperij, en zij bleven
alleen.
„Hier is mijne geliefkoosde plaats om te zitten na
het diner als wdj alleen zijn", zeide zij; en zij schoof
een paar zwaar neerhangende gordijnen weg en
leidde hem in een vreemd verblijf, bijna zoo groot
als eene gewone kamer. Eene lamp met een zacht
licht brandde op 'n Birmaansch tafeltje en een flau
we geur van brandende denneblokken steeg uit den
open haard en verspreidde zich in dejqfiht, die reeds
rook naar de chysanthemums. die in blauw Chi-
neesche vazen stonden, kleine plekken geel en wit bij
al het donkere en sombere. Zij ging in een laag rie
ten stoeltje voor het vuur zitten en adn haar wenk
gehoor gevend. n#m hij tegenover haar plaats.
„Praat nu tegen mij als 't u blieft," zeide zij, ter
wijl ze haar gelaat met eeen veeren waaier tegen do
warmte van het vuur beschutte. „Neen, geen alle-
daagsche opmerkingent Ik heb nooit anders in mijn
leven gehoord en ik ben er moe van. Wilt u niet
eerst een sigaret aansteken? Ze liggen in de zilveren
doos naast u. Ik houd van die lucht."
Hij deed zwijgend, wat hem gevraagd werd. Een
oogenblik zag hij naar den dunnen, blauwen rook,
die opwaarts kronkelde, wierp een blik om zich heen
en ademde diep, alsof hij al het genot indronk dat
zijn kunstenaarsziel gevoelde over die heerlijke har
monie en kleur van zijne omgeving. Daaropsloeg
hij een plotsellngen, snellen blik op het mooie meis
je, dat achterover leunde in haar lagen stoel, met
haar hoofd op een kussen, donker olijfgroen van
kleur en hare oogei. vol verwachting op hem ge
richt. Zij was zóó dicht bij hem, dat hij. hare kleine,
mooie vingers zou kunnen grijpen; zóó dichtbij, dat
hij den fijnen geur van lavendel ro,ok. die opsteeg
uit haar zwart avondtoilet. Elke kleinigheid van haar
sierlijk kleed nam hij in zich 'op, van den enkelen
diamant op het fluweel om haar hals tot den prach
tig geschoeiden voet. die lag op een klein groen kus
sen. even zichtbaar van onder het ragfijne garneersel,
dat haren rok omzoomde. In de wereld der vrouwen
was zij voor hem de „koningin" geworden.
Wordt vervolgd.