let Geheim van Bernard Brown
"TWEEOl B.IAR
Nieuwe Abonné's
0 R ft I S.
Wie is verantwoordelijk
FEUILLETON.
Woensdag 24 Juni 1925.
68sle Jaargang. No. 7659.
voor de Schag r Courant ontvangen
de tot 1 Juli a.s. verschijnende nummers
Minister Colijn en zijn aanhangers beroepen zich
ter verdediging van de slechte politiek, die zij gedu
rende de laatste jaren hebben gevoerd, er telkens
op, dat de slechte financieele toestand hen tot bet
nemen van allerlei onaangename maatregelen heeft
gedwongen en dat zij zelf aan dien slechten finan-
cieelen toestand geen schuld hebben. Deze voorstel-
liiiiTj van zak/en, is onjuist Het ministerie Ruys de
Eeer jubrouck zeilt, heelt met behulp van de par
tijen der rechterzijde onze financiën hopeloos in de
wair gestuurd.
Minister de Vries, de eerste minister van Finan
ciën jn dat ministerie, begingde groote fout, te meenen
dat de welvaart, die er in 1919 en 1920 in Nederland
heerschte, ook in de toekomst onverminderd zou
blijven voortduren. Het kwam niet bij hem op, dat
die welvaart wpl eens tijdelijk zou kunnen zijn en
door een groote inzinking zou kunnen worden ge
volgd. Toch had hij met die mogelijkheid rekening
moeten, houden, omdat hetzelfde verschijnsel zich
na iederen grooten oorlog heeft voorgedaan. Ook na
den oorlog van 1870 waren de jaren 1871 en 1872 ja
ren van groote welvaart. In 1873 volgde de terug
slag. De crisis trad in en een lange reeks van moei
lijke jaren brak aan.
Minister de Vries was verblind door den rijkdom,
die er onmiddellijk na den oorlog in Nederland
heerschte. Hij: dacht, dat die rijkdom blijven zou en
verwierp daarom het vrijzinnig-democratische denk
beeld om deze vette jaren te benutten voor een hef
fing-ineens. Had die heffing-ineens, die bestemd zou
fijn geweest, om onze oorlogsschuld af te lossen,
plaats gehad, dan zou thans de belastingdruk veel
geringer zijn. Al de nieuwe belastingen, die Colijn in
het laatste jaar heeft ingevoerd, (thee, bier, rijwielen,
tabak, tariefwet) zouden niet noodig zijn geweest.
Colijn beroept er zich thans op, dat hij de man is
geweest,, die den financieelen toestand van Neder-
I land voor het eerst duidelijk heeft doen zien. Hij,
Colijn, verloste ons volk uit den waan, dat het rijk
was. Minister de Vries daarentegen waande zich rijk,
'terwijl hij inderdaad arm was. Het is wel aardig, dat
de heer Colijn dit thans zegt. De vraag is echter wat
hij heeft gezegd in den tijd toen Minister de Vries
nog aan het bewind was. Heeft hij: toen dien minis
ter gewaarschuwd en hem voor oogen gehouden, dat
hij met zijn gewaanden rijkdom op den verkeerden
weg was? Er is geen sprake van.
In 1919 was Colijn lid van de Eerste Kamer. Toen
in die Kamer het vraagstuk van de heffing-ineens
ter sprake kwam, was hij daar niet alleen tegen,
maar Cclijn verklaarde bovendien, dat hij minister
de Vries „dankte" voor de „héldere en kloeke" uit
eenzetting van zijn financieele plannen. Colijn was
't dus in; die dagen geheel met de Vries eens. Nu het
achteraf door de schuld van de Vries en van de rech
terzijde, die hem door dik en dun bleef steunen, mis-
gcloopen is, geeft hij hem een trap achterna en be
weert, dat hij de eenige is, die het goed gezien heeft
Geheel anders is de houding der vrijzinnig-demo
craten geweest. Zij hebben gewaarschuwd, niet ach
teraf, toen het te laat was, maar tijdig. Men deze nog
maar eens de redevoering, die Mr. Oud op 8 Januari
1900 in de Tweede KJamwr hoeft gehouden en waar
in hJJ de regeering uitdrukkelijk heeft gewaarschuwd
tegen de roekeloos* financieele politiek, die tij voer
de. Men wilde evenwel niet luisteren. De heffing
ineens werd verworpen. Tegelijkertijd legde een fou
tieve onderwijswetgeving veel te zware lasten op ons
volk en werden de militaire uitgaven steeds hooger.
Dit moest wel ép een groot tekort uitloopen.
Natuurlijk moest, toen het eenmaal zoo ve* was,
dat tekort worden weggenomen. Bezuiniging was
volstrekt noodzakelijk. Maar niet noodzakelijk wav
dat er wel bezuinigd werd op het onderwijs, op de
uitgaven ten bate van landbouw, nijverheid en han
del, op de uitgaven voor de volksgezondheid, enz.
enz., terwijl de uitgaven voor leger en vloot onge
moeid werden gelaten. Toch deed de regeering dat.
Daarom is het zoo noodig, dat do regeering weggaat
en door een ander bewind wordt vervangen. Wie op
1 Judi de vrifziunlg-damjoctraten stetfnt, werkt daar
toe* media.
Stemt daarom Oud of Kooiman, no. 2 of no. 13 van
lijst 22. g
10.
door E. PHILLIPS OPPENHEXM.
Mijnheer Benjamin wendde zijn Mik ai en no
teerde iets. Als zij had kunnen gezien, wat hij
neerschreef, zou lallen zeker verbaasd gestaan heb
ben. Want ofschoon hare stem1 gedempt klonk, had
tij richzelve geoefend om geen ontroering te laten
blijken. "De aanteekening evenwei luidde: „Vraag:
betrekking tussohen mijnheer Brown en juffrouw
1-, groote ontroering gebleken bij vermelde ver
denking."
„Hebt u er iets tegen om- uwe redenen te veer
tellen?" ging hij voort.
Zij verhaalde ze ais iemand, die een les opzegt.
„Mijnheer Brown kwam in dat deel van ons land
•juist toen "mijnheer G-eoffrey uit het buitenland
kwam. Zij hadden elkaar te voren ontmoet en er
was vijandschap tussohen hen
„Wacht even. Hoe weet u dat?" viel' mijnheer
Benjamin haar in de rede.
.^ij vertelde hem van .mijnheer Brown's erken
ning" en van de droeve 1'aatse woorden van Rachel
Kynaston. Hij scheen er ook iets van te weten.
«.Hanige andere reden nog?"
„Hij scheen gejaagd toen hij van huis kwam tna
de ontdekking van den moord. Van uit zijn wo-
»mng en van de droeve laatste woorden ra Rachel)
g®p.plegen en ongezien zou hij weer naar huis
hebben kunnen gaan. Het zou veel gemakkelijker
voor hem dan voor iemand anders, geweest zijn het
te doen."
Mijnheer Benjamin keek zijn vader aan en zijn
vader koek hem aan.
'-Kunt u mij 'iets. wat ook, van zijn verleden ver
tellen:" vervolgde hij.
Zij schudde haar hoofd.
„Wij wisten niets van hem toen hij kwam. HÜ
sprak nooit over richzelVen."
„Maar hij was uws vaders huurder, is 't niet?"
„Ja."
„Dan dénk ik toch dat hij u eenige personen
heeft genoefnd, die omtrent hem mliohtingetn zou
kunnen geven?" i
„Alleen zijn bankiers en procureurs."
„Herinnert ge u die?"
KANTONGERECHT SCHAGEN.
Uitspraken van 18 Juni 1925.,
P. H. K„ Beverwijk, M.R.R., f-25 subs. 10 d,
P. P. B„ Oude Niedorp, Aig. RegL Dienst Spw.;
MO en f15 of 5 en 7 d. E. D„ Baraangehfotan:,
Vogelwet, f 15 Subs. 7 d. S. D.-, Zijpe, Inv.wet, f 12
subs. 6 d. J. v. D., Harenkarspel, Leerplichtwet,
f10 of 5 d. B. J. v. H„ Nieuwe Niedorp Arbeids
wet, f25 en .f 6 en f6 of 12 en 3 en 3 d. O. W„
H. K„ J. M., J. S. en N. J, V, allen te Harten-
karspel1, Pol. verord. Harenkarspel, allen f6 of 3
d. J. de J„' Warmenhuizen, Broodbesl., f 6 of 3 d. j
A. P. P„ Warmenhuizen, ,Sp._ en Tr.wet, ontsl'. v.
rechtsvervolging. J. H„ Wieringerwaard, Pol. ver
ord. Wieringerwaard, f5 subs. 3 d. D. B. Zijpe,
Keurwet Zijpe, f25 of 12 d. S. S„ Alkmaar, Ar
beidswet, 2 maal' 50 ct. of 2 maal 1 d. D. J. O.,
Hoogwoud, M.R,.R„ f3 of 1 week tuchtsoh. A. H-,
Anna JPaul'owna, M.R.R., f4 of 4 d. P. H., Oude
Niedorp, wet 9 April' 1875, f 6 of 3 d. M. P. N. M.,
Zijpe, C. J. de W„ Zijpe en H. W„ Noordsoha.r-
woude, M.R.R., allep f4 of 4 d. C. H. M„ Zijpe,
M.R.R., f 3 of 3 d. R. R„ Anna PaulOwna, P.
L„ Oude Niedorp, M.R.R., f4 of 4 d. K. S„ Scha-
gen, M.R.R. f8 en f-4 of, 4 en 2 dagen. O. de M„ j
Zijpe, P. P„ Warmenhuizen, M.R.R., elk f 4 of 4 d. I
C. Zijjte, G. S., Harenkarspel1, M.R.R, f3 of
3 d. J. NI, Anna Paulowna, M.R.R., f4 of 4 d, j
O. B. en O. S„ Oudkarspel, Bouwverord. Oudkar-
spel', f 2 of 1 «d. J. S„ Harenkarapel1, M.R.R., f 4
of 4 d. D. L„ Schoort JÏ.R.R., f3 en f6 of 1
week tuchtschool. A. J. B„ Barsingerhorn, 426 Sr.,
f8 of 6 d. D. W„ Zijpe, J. J. J„ Barsinjgerhioldn,!
M.R.R., f 4 of 4 d. J. W„ Sohagen, M.R.R.
en f6 of 4 en 6 dagen., O. W.S„ Winkel', .M.R.R.
f3 of 3 d. O. K, Anna Paulowna, M.R.É., f4 of
4 d. A. W„ Anna Paulowna, M.R.R., f4 en f12
of 4 en 8 d. P. O. de G„ Anna Paulowna, 453
Sr., f2 of 1 d. W- K„ Sohagen, J. J„ N. Niedorp
M.R.R., f4 of 4 d. D. J. Barsingerhorp, M.R.RL
f6 of 3 d. C. B„ N. Niedorp, W. de V St. Maar
ten, M.R.R, f4 of 4 d.
ANNA PAULOWNA.
De Coöperatieve Verbruiksvereeniging „Nieuw I-e
ven" hield; Zaterdagavond hare jaarvergadering in
„V eerburg".
Aanwezig waren 27 leden.
De voorzitter de heer G'. Bakker, heette de aan
wezigen hartelijk welkom, sprak er zijin spijt over
uit, dat door verschillende oorzaken deze verga
dering later moest worden gehouden, dan oorspron
kelijk in de bedoeling van het bestuur lag en hoopte,
dat de te houden besprekingen in het belang der
Coöperatie zouden zijn en aangenaam zouden ver-
loopen, waarna hij dé vergadering opende.
Na lezing en goeedkouring der notulen, bracht de
secretaris, de heer K. Keuris Az. het jaarverslag uit,
waaruit wij het volgende aanstippen. Het ledental
dat on 1 Januari 1924 95 gezinshoofden, 60 vrouwen
of huishoudsters van gezinshoofden en 5 ongehuw
de mannelijke personen omvatte, liep, hoofdzakelijk
door het op de vorige jaarvergadering genomen be
sluit om een aantal zg.n. papieren leden af te voe
ren, iets terug, zoodat per 31 December 1924 nog 88
gezinshoofden, 55 vrouwen of huishoudsters van ge
zinshoofden en 5 ongehuwde mannelijke personen
als lid ingeschreven stonden.-
Hét bestuur en de commissie van toezicht verga
derden gezamenlijk sléchts 9 maal, wat een bij
zonder gering aantal' malen is in' vergelijking met
voorafgaande jaren, waarin soms 20 of meer be
stuursvergaderingen noodig waren. De commissie
van toezicht kwam bovendien op gezette tijden re
gelmatig bijeen tot h$t oontroleeren van kas en
boeken.
„Ja, de bankiers waren de Oregsons pn de pro
cureurs de Oufchberts."
Mijnheer Benjamin noteerde de namen.
„Is er niets meer, dat u in de gedachte valt om
ons te vertellen, 'juffrouw Thurwell?" vroeg hij.
„Er is een omstandigheid, die mij indertijd
verdacht scheen," iseide zij langzaam. „Zij greep
plaats nadat het lijk naar mijnheer Brown's ihuis
was gedragen en ik daar op mijn vader wachtte.
Ik1 geloof dat ik mijnheer Brown toen lager
achtte dan Jiij waard is, want ik nam de gelegen
heid waar, dat ik alleen was om in zijne zitkamer
te snuffelen."
„Het was zeer natuurlijk," onderbrak mijnheer
Levy senior, die ©enigen tijd op de gelegenheid
had zaten wachten om ook een woord te zeggen.
„Zeer natuurlijk inderdaad."
Zijn zoon lette niet op de onderbreking en Ellen
vervolgde
„Wat ik zag kan wel van weinig teekenig zijn,
maar ik zal u nauwkeurig vertellen, wat het was
en welke gedachten het bij mij opwekte. Het raam1
stond open, en de bladeren van een laurierstruik
buiten dropen van vocht. Een weinig naar binnen
in de kamer stond een 1'eege kom en op den grönid.
daarnaast lag een stapel boeken. Zij kunnen daar
zeer wei toevallig gelegen hebben, maar het scheen
mij toe alsof zij daar met opzet waren gelfcgd
om iets te verbergen misschien een vlek op
den vloer. Vóór ik ze kon weg nemen, werd ik
gestoord."
„Door mijnheer Brown?"
„Door mijnheer Brown en mijnheer Allan Be-
aumerville."
„Zag u aan zijn uiterlijk dat hij ontstelde, toen
hij u daar aantrof?"
Ellen schudde het hoofd.
„Neen, hij was verbaasd, dat wel1 .maar dat was
natuurlijk, ik kan niet zeggen dat hij er ontsteld
uit zag."
Mijnheer Benjamin legde zijne aanteekenihgen
weg en draaide op zijn stoel rond.
„Een paar woorden, wat het geldelijke van deze
zaak betreft, juffrouw Thurwell. Is u geneigd veel
geld te besteden?"
„Alè het noodig is, ja.
;,Zeer goed. Dan zal ik u een schets geven van
mijne plannen. Wij hebben zaakwaarnemers in. Par
Parijs, Weenen, Venetië en andere steden, die ik
dadelijk aan het werk zal zetten om miinheer Geoir
frey Kynaston'a leven in het buitenland uit te vor-
schen; ik heb reeds eenige belangrijke inlichtm-
I Ete onawt vtcn den wtokél bedroeg over 1924
f59.069.47, die der brandstoffen-afdeeling f 11.317.36M,
te zamen dus f70.386.83M. Over het vorig boekjaar
I hadden deze respectievelijk f56.501.09, f 10.664.44 en
f 67.165.53 bedragen, zoodat dus eene totaal meer-
omzet van f 3.221.30M was bereikt.
Het jaar 1924 was niet zonder moeilijkheden geble-
I ven. De prijsstijgingen der kruidenierswaren, vooral
ie de tweede helft van het jaar, waren in de hoop
I dat deze slechts van korten duur zouden zijn,
I slechts aarzelend gevolgd, hadden dus een ongun-
stigen invloed op de exploitatierekening uitgeoefend,
terwijl in de Brandstoffenafdeeling de onvoldoende
bevoorrading, welke in het najaar van 1923, als ge
volg van het te laat gereed komen van het nieuw
gebouwde brandstoffenpakhuis, had plaats gehad,
over de eerste maanden van 1924, toen de prijs der
brandstoffen hoog was en deze moeilijk waren te be
komen, tot een te hoog inkoopcijfer noopten. De aan
zienlijke prijsverlaging der eierenkolen dwong bo
vendien in het najaar tot eene verlaging van den
verkoopprijs, die, in aanmerking genomen den grooten
voorraad, van dit artikel in de zomermaanden te
gen aanzienlijk hoogere prijzen opgeslagen, eene te
lage winstmarge overliet.
Ondanks deze moeilijkheden, die zich in belde
afdeelingen meer of minder hadden laten gelden,
wees de algemeene explotatierekening, na aftrek van
alle onkosten en na toepassing van flinke afschrij
vingen^ toch nog een zuiver overschot van f 1.341.01 M
aan, waaruit de conclusie werd, getrokken, dat de
coöperatie thans in Anna Paulowna zoover is ge
vorderd, dat zij zonder gevaar aan alle moeilijkhe
den, welke zich zouden kunnen voordoen, het hoofd
kan bieden.
Het jaarverslag werd gesloten met eene verwijzing
naar den hernieuwden opbloei, welke ten aanzien der
coöperatieve gedachte in ons land weer valt op te
merken, waarbij o.a. werd gewezen op de mooie re
sultaten, door de Coöperatieve Groothandelsvereeni-
ging „De Handelskamer" in 1924 wederom behaald
en met waardeering werdi gesproken over de activi
teit, welke in den Cenrtalen Bond van Nederlandsche
Verbruikscoöperaties wordt ontwikkeld. 'De samen-'
steller hoopte, dat ook de leden van „Nieuw Le
ven" zich in 1925 door verhoogdie aótiviteit zouden
ondersch ei den.
Naar aanleiding van het jaarverslag worden door
den heer P. J. Crum enkele nadere inlichtingen ge
vraagd, na welke beantwoording het jaarverslag
wordt goedgekeurd.
Vervolgens komt in bespreking de Verlies- en
Winstrekening over het afgeloopen boekjaar, bene
vens de balans per 1 Januari 1925. Deze laatste, in
actief en- passief sluitende tot een bedrag van
f23.921.47, vertoont aan de debetzijde een totaal aan
vaste bezittingen van fll.851.22M, aan vlottende be
zittingen van f 11.814.43, aan fictieve bezittingen van
f 255.81 M, respectievelijk vormende f49.54 49.39
en 1.07 van het totaal actief.
Aan de creditzijde poseeren de volgende groepen:
Schulden op langen termijn f 11.739.—, schulden op
korten termijn f6.391.14M, eigen vermogen (inleggel-
den en reserve) f4.450.31, benevens het overschot
over 1£24 ad' f 1341.01 M, welke bedragen respectie
velijk 49.07 26.72 18.6 en 5.61 van het
totaal actief uitmaken. Het ten aanzien van deze ba
lans door de afdeeling „Accountancy" van de Coöp.
Groothandelsvereeniging „De Handelskamer" uitge
brachte rapport, was in elk opzicht bevredigend.
Kortheidshalve volstaan wiji hier slechts met het
volgende uittreksel:
Aan de hpnd van de gegevens van het grootboek
hebben wij geconstateerd, dat zoowel de balans als
de resultatenrekeningen zijn opgemaakt in aan
sluiting aan de administratie. Verder hebben, wij met
behulp van de ons overgelegde bescheiden, als saldi-
en voorraadstaten en andere bescheiden, de juistheid
der onderscheidene balansposten vastgesteld. Het
bestaan van meerdere schulden dan op de balans
zijn aangegeven is ons uit de boekhouding niet ge
bleken. De afschrijvingen op de onroerende goederen
en inventarissen achten wij voldoende.
Op grond van ons onderzoek verklaren wij gaarne
dat wij ons met het becijferde overschot ad f 1341.01M
kunnen vereenigen.
Tenslotte zij nog vermeld, dat de boekhouding tot
onze volle tevredenheid wordt gevoerd."
In eene nadere uiteenzetting van den stand der
vereeniging wordt o.a. nog geconstateerd: De finan
cieele positie mag, gelet op het feit, dat uwe vereeni
ging nog jong is, niet slecht worden genoemd, enz.
Bij dit punt brengt de heer T. Jongejan, namens
de commssie van toezicht bovendien nog rapport uit
inzake de op kas en boeken van den administrateur
den heer K. Keuris Az., uitgeoefende controle,, waar
bij wordt geconstateerd dat deze steeds in de beste
orde zijn bevonden.
'Nadat nog enkele toelichtingen zijn verstrekt,
wordt alles met algemeene slemmen goedgekeurd.
Bij de hierop volgende bestuursverkiezing wordt
de heer H. Raven, die periodiek moet aftreden, met
op één na algemeene stemAen herkozen, terwijl in
de plaats van den heer W. Braaf, die wegens drukke
bezigheden heeft gemeend te moeten bedanken, bij
tweede vrije stemming werd gekozen de heer D.
Krouwel.
De verkiezing, wegens periodieke aftreding, van
gen. Verder zal' ik vandaag onderzoek doen naar
mijnheer Brown in Londen. Morgen zal ik naar
Thurwell komen in cje hoedanigheid, die u wensoht.'
„Ais u op de hoogte is van rekeningen nazien,
zeide zaj, „komt u dan naar Thurwell om de boeken
na te zien van „Thurwell Court." Dat kan ik wei
bewerken."
„Ik zal dat heel graag doen. Dat zijn dan mijne
plannen. Wij zullen twee honderd guinjos yan u
vragen, juffrouw Thurwell, en veertig gtlinjes in
de week voor dé diensten van mijn vader, mij en
onze helpers. Als wij in twaalf maanden niet ge
slaagd zijn, verbinden wij ons u t^ijf en twintig
percent terug te geven. Als wij daarentegen den
moordenaar gevonden hebben, zulien wij nog viji
honderd gulnjeö vragen. Knut u hiermee genoegen
nemen?" t
,it) a."
Mijnheer Benjamin strekte zijn hand -iét naar
een vei papier en maakte een kort contract op.
Wilt u wei zoo goed rijn dit dan te teekenen?"
vroeg hij. haar het papier overreikend.
Z;j nam de pen en zette haar naam er onder..
Toe t stond rij op om heen te paan.
„Is allei nu in orde?" vroeg rij.
Alles, behalve dat ik uw adres in Loiiflen graag
wilde weten," antwoordde hij.
„Ik logeer bij mijpe tante, mevrouw Thurwell,
Oadogn Square No. 8". v
„Kan ik u morgenochtend daar bezoeken?"
Zii aarzelde. Och ja, waalrom niet? Zij had de!
hand aan den ploeg geslagen, nu moest rij ook
verder.
„Ja," antwoordde rij: „als het commissielid tot
onderzoek van rekeningen op „Thurwell Oourt".-
Hij boog en hield de deur voor haar open.
„Dat spreekt vanzelf; goeden morgen, juffrouw
Thurwell.
Zij bleef onbeweeglijk even op den drempel staan,
als in gedachten verzonken. Plotseling keek rij hem
aan met een vuurrood e kleur op de wangen.
„Laat mij u eene vraag doen, mijnheer Levy.*
„Ga uw gang."
„Gij hebt het verslag van deze verschrikkelijke
zaak gelezen en gehoord al, wat ik u kan verhol
Ien. Ongetwijfeld hebt u_ reeds een gedachte ge
vormd hierover. Wil" u ifiïj die zeggen?"
Mijnheer Benjamin hield zijn scherpe, zwarte
oogen vast op haar gericht, terwijl hij antwoordde,
alsof liii nieuwsgierig was te zien welken indruk
het op haar zou maken.: 1
„Zeker, juffrouw Thurwell. Ik geloot, dat de
twee leden der Commissie rem Toezicht, nl. de bee-i
ren D. Krouwel en Jb. Grin, die als zoodanig niet
herkiesbaar waren, gaf als uitslag, dat bij tweede
vrije stemming hiervoor werden verkozen de heeren
H. J. Derksen en P. J. Crum. Alle gekozenen namen
hunne benoeming aan.
Volgt een voorstel van het bestuur om twee leden,
die over het jaar 1924 niet voldoende van de ver
eeniging hebben betrokken, als leden af te voeren.
Waar deze leden is medegedeeld, dat zij op deze ver
gadering hunne reclame tegen deze afvoering kon
den inbrengen, doch geen van beiden hier aanwezig
is, wordt beschouwd, dat zij hierin hebben berust en
het bestuur toestemming tot afvoering verleend.
Vervolgens komt aan de orde een bestuursvoorstel
Inzake de verdeeling van het overschot. Voorgesteld
wordt, om 50 pet. van het overschot toe te voegen,
aan de reserve en de overige 50 pet. te bestemmen
voor uitkeering aan de leden naar verhouding _hun-
ner afname over 1924, benevens voor op deze" uit
keering vallende dividend-belasting. Wordt met al
gemeene stemmen goedgekeurd.
Bij de rondvraag wordt nog de aandacht gevestigd
op eenige herstellingen, welke noodig zijn. Uit hot
antwoord hierop, blijkt echter, dat het bestuur reeda
tot uitvoering dezer herstellingen heeft besloen.
Tenslotte deelt de heer K. Keuris nog mede, dat tu
het laatst van vorig jaar de Algemeene Spaarbank
voor de Verbruikscoöperatie, tot welks instelling
reeds in 1923 was besloten, is beginnen to werken.
Op dit oogenblik zijn van deze spaarbank ongeveer
30 bijkantoren geopend, waarop de inlagen in deze
enkele maanden tijds de tweehonderdduizend gulden
reeds aanzienlijk overtreffen. Ook Anna Paulowna
zal, mogelijk nog binnen een maand, een dergelijk
bijkantoor rijk zijn, waarvan spr. als kantoorhouder
zal optreden. Waar deze spaarbank mogelijk zeer
nuttig en in het belang der coöperaties werkzaam
zal kunnen zijn, meent. spr. haar bij de leden, dio
iets op zijde hebben te leggen, ten sterkste te moeten
aanbevelen.
Nadat over dit punt nog enkele nadere inlichtin-,
gen zijn verstrekt, is men tot het einde der agenda
genaderd. De voorzitter meent echter, niet te mogen
sluiten, vooraleer hij: aan de aftredende leden van
bestuur en commissie van toezicht dank heeft ge
bracht voor he vele en belangrijke werk, door heo
ten nutte der coöperatie verricht. Hij spreekt daar
bij den wensch uit, dat de nieuw gekozenen hen op
dat voetspoor mogen volgen. Na ook aan de aanwe
zigen dank te hebben gebracht voor de hoogst aan
gename en nuttige besprekingen, heden gehouden,
verklaart hij de vergadering voor gesloten.
CALLANT300G.
Bij gelegenheid van de feestelijke opening van het
badseizoen 1925 op Zondag 21 Juni, had eene com
missie, benoemd door de Ver. voor Vreemdelingen
verkeer en bestaande uit de heeren J. Koster, D. <le
Haan, M. Mooij en A. Vader, verschillende wedstrij
den in gymnastiek en athletiek georganiseerd, aan
welke wedstrijden zou worden deelgenomen door
verschillende gymnastiekvereenigingen. behoorende
tot den Turnkring „Hollands Noorderkwartier". De
hoofdleiding dezer wedstrijden, gehouden op het
sportterrein der Ver. voor Vreemdelingenverkeer,
was opgedragen aan den heer S. Keesman te Scha-
gen, terwijl de jury bestond uit de heeren J. Koster,
E. Smit, R. Braam en iM. Quant.
In verband wellicht met de ongunstige weersom
standigheden waren enkele vereenigingen niet op
gekomen, zoodat, toen, om ruim halfdrie, in het
Dorpskoffiehuis van den heer S. Kos, do heer J. Kos
ter, burgemeester van Callantsoog, de openingsrede
uitsprak, de vertegenwoordigers van een zestal ver
eenigingen aanwezig waien. In zijp rede wees de
heer 'Koster op het feit, dat, wanneer dergelijke wed
strijden alhier werden gehouden, men een drieledig
doel beoogt. Ie. om een feestelijk karakter te geven
aan de opening van het badseizoen, dat gedurende
eenige maanden voor vele dorpsbewoners een bron
van inkomsten is; 2e. in verband met bovenstaande
het trekken van zooveel mogelijk vreemdelingen, en
3e uit een oogpunt van propaganda voor gymnastiek
en sport. Spreker dankte het bestuur en den direc
teur van het Fanfarecorps Callantsoog, dat zijne vol
le medewerking had willen verleenen tot het doen
slagen van dezen dag. Verder heette hij ook hartelijk
welkom den heer Kemp, voorzitter van den Turn-,
kring .Hollands Noorderkwartier".
Hierna begaven allen zich naar het terrein.
De wedstrijden verliepen tot aller tevredenheid; na
tuurlijk hadden de weersomstandigheden grooten
invloed, vooral op de uitvoering van vrije oefenin
gen en groepen. De uitslagen waren als volgt:
Vrije oefeningen: le prijs, verguld zilveren me
daille. van den heer J. 'Koster, D.O.KE.V., te Anna
Paulowna. met 93 punten; 2e prijs, zilveren medaille
van de V.V.V., „Lycurgus", Schagen, met 87 punten.
3e prijs, bronzen medaille, van de firma Bontes,
Schagen, „Olympia", Wieringerwaard, met 85M punt.
Groepen: le prijs, verguld zilveren medaille, van
den heer S. Kos. „Lycurgus", Schagen, met 129 pun
ten; 2e prijs, zilveren medaille, van de wedstrijd
commissie, D.OjK.E.V., Anna Paulowna, met 124 p.
De slingerbalwedstrijd tusschen do vereenigingen
TA.V.E.N.U. te Heerhugowaard en D.O.KE.V, te
Anna Paulowna, werd door eerstgenoemde club ge-
wnoenen met 42
heer, die zich miinheer 3rown noemt, richzelyon in
de gevangenis zal rien voordat de maand uit ia?'
Zij huiverde even en keerde rich om.
„Dank u, goedenmorgen."
„Goedenmorgen, juffrouw Thurwell."
Zij ging heen .en toen hot geluid van haar weg-
wegrijdend rijtuig weggestorven was in het geraas
van het verkeer daar buiten, kwam er een merk
waardige verandering in dei ihotuiding van mijnheer
Benjamin Levy. Zijn gedwongen bijna
ybeleefde manieren waren weg. Zijne kleine
diepliggende oogen fonkelden van verrukking en
al de grofheid die hem eigen was. kwam terug.
„Wat denk je ervan, vader?" riep hij uit, hem op
den schouder kloppend. „Goed zaakje, hè?"
„Benjamin, mijn zoon,zeide de oude man ont-
roord, „ons fortuin is geblaakt; Je bent een juweel
van een zoon."
HOOFDSTUK XIH.
Eeoi vreemde ontmoeting.
Grijsheid heerschte overal' in de luehti op de
heuvelhelling en op de naakte heide, die niet lan
ger schitterde door de glanzende schoonheid van
van het purper e heidekruid en de i(-ivx.
van do gele brem. Het was November. Het daglichh
was aan het wegstervenn, maar de schemering „(was
n. pg niet begonnen Na pen, stormachtigwi morgen,
was er plotseling een stilte gekomen over het land.
De dofgrijze wolken, die den geheelen dag door
gedreven waren door de loodkleurige lucht in
ijlende vaart, hingen laag over de donkere aarde
en een damp rees uit de zee, die ze ontmoette. De
natuur had niets moois aan te bieden dan stilte,
een duister licht en onbeschrijfelijke verlatenheid.
Een man, alleen, met rijn gestalte in scherp relief
tegen den wolkeloozen hemel, stond op het hoog-
ste punt van de rots. Alles in zijne houding gaf
i blijk van de diepste berusting en hierdoor was
I hij 'in harmonie met af, wat hem omgaf'. Zijn hoofd
zonk neer op rijn gebogen schouders en zijne don-
kere, vermoeide oogen waren gericht op den nevel,
die rees van uit de zee; rij staarden in die richting.
1 Hij was warm gekleed, maar scheen te rillen door
rijn geheel© wezen ten gevolge van de kilheid in
de lucht. Toch bewoog hij met.
Wordt vervolgd.