let Geheim van Bernard Brown "TWEEOl B.IAR Nieuwe Abonné's 0 R ft I S. Wie is verantwoordelijk FEUILLETON. Woensdag 24 Juni 1925. 68sle Jaargang. No. 7659. voor de Schag r Courant ontvangen de tot 1 Juli a.s. verschijnende nummers Minister Colijn en zijn aanhangers beroepen zich ter verdediging van de slechte politiek, die zij gedu rende de laatste jaren hebben gevoerd, er telkens op, dat de slechte financieele toestand hen tot bet nemen van allerlei onaangename maatregelen heeft gedwongen en dat zij zelf aan dien slechten finan- cieelen toestand geen schuld hebben. Deze voorstel- liiiiTj van zak/en, is onjuist Het ministerie Ruys de Eeer jubrouck zeilt, heelt met behulp van de par tijen der rechterzijde onze financiën hopeloos in de wair gestuurd. Minister de Vries, de eerste minister van Finan ciën jn dat ministerie, begingde groote fout, te meenen dat de welvaart, die er in 1919 en 1920 in Nederland heerschte, ook in de toekomst onverminderd zou blijven voortduren. Het kwam niet bij hem op, dat die welvaart wpl eens tijdelijk zou kunnen zijn en door een groote inzinking zou kunnen worden ge volgd. Toch had hij met die mogelijkheid rekening moeten, houden, omdat hetzelfde verschijnsel zich na iederen grooten oorlog heeft voorgedaan. Ook na den oorlog van 1870 waren de jaren 1871 en 1872 ja ren van groote welvaart. In 1873 volgde de terug slag. De crisis trad in en een lange reeks van moei lijke jaren brak aan. Minister de Vries was verblind door den rijkdom, die er onmiddellijk na den oorlog in Nederland heerschte. Hij: dacht, dat die rijkdom blijven zou en verwierp daarom het vrijzinnig-democratische denk beeld om deze vette jaren te benutten voor een hef fing-ineens. Had die heffing-ineens, die bestemd zou fijn geweest, om onze oorlogsschuld af te lossen, plaats gehad, dan zou thans de belastingdruk veel geringer zijn. Al de nieuwe belastingen, die Colijn in het laatste jaar heeft ingevoerd, (thee, bier, rijwielen, tabak, tariefwet) zouden niet noodig zijn geweest. Colijn beroept er zich thans op, dat hij de man is geweest,, die den financieelen toestand van Neder- I land voor het eerst duidelijk heeft doen zien. Hij, Colijn, verloste ons volk uit den waan, dat het rijk was. Minister de Vries daarentegen waande zich rijk, 'terwijl hij inderdaad arm was. Het is wel aardig, dat de heer Colijn dit thans zegt. De vraag is echter wat hij heeft gezegd in den tijd toen Minister de Vries nog aan het bewind was. Heeft hij: toen dien minis ter gewaarschuwd en hem voor oogen gehouden, dat hij met zijn gewaanden rijkdom op den verkeerden weg was? Er is geen sprake van. In 1919 was Colijn lid van de Eerste Kamer. Toen in die Kamer het vraagstuk van de heffing-ineens ter sprake kwam, was hij daar niet alleen tegen, maar Cclijn verklaarde bovendien, dat hij minister de Vries „dankte" voor de „héldere en kloeke" uit eenzetting van zijn financieele plannen. Colijn was 't dus in; die dagen geheel met de Vries eens. Nu het achteraf door de schuld van de Vries en van de rech terzijde, die hem door dik en dun bleef steunen, mis- gcloopen is, geeft hij hem een trap achterna en be weert, dat hij de eenige is, die het goed gezien heeft Geheel anders is de houding der vrijzinnig-demo craten geweest. Zij hebben gewaarschuwd, niet ach teraf, toen het te laat was, maar tijdig. Men deze nog maar eens de redevoering, die Mr. Oud op 8 Januari 1900 in de Tweede KJamwr hoeft gehouden en waar in hJJ de regeering uitdrukkelijk heeft gewaarschuwd tegen de roekeloos* financieele politiek, die tij voer de. Men wilde evenwel niet luisteren. De heffing ineens werd verworpen. Tegelijkertijd legde een fou tieve onderwijswetgeving veel te zware lasten op ons volk en werden de militaire uitgaven steeds hooger. Dit moest wel ép een groot tekort uitloopen. Natuurlijk moest, toen het eenmaal zoo ve* was, dat tekort worden weggenomen. Bezuiniging was volstrekt noodzakelijk. Maar niet noodzakelijk wav dat er wel bezuinigd werd op het onderwijs, op de uitgaven ten bate van landbouw, nijverheid en han del, op de uitgaven voor de volksgezondheid, enz. enz., terwijl de uitgaven voor leger en vloot onge moeid werden gelaten. Toch deed de regeering dat. Daarom is het zoo noodig, dat do regeering weggaat en door een ander bewind wordt vervangen. Wie op 1 Judi de vrifziunlg-damjoctraten stetfnt, werkt daar toe* media. Stemt daarom Oud of Kooiman, no. 2 of no. 13 van lijst 22. g 10. door E. PHILLIPS OPPENHEXM. Mijnheer Benjamin wendde zijn Mik ai en no teerde iets. Als zij had kunnen gezien, wat hij neerschreef, zou lallen zeker verbaasd gestaan heb ben. Want ofschoon hare stem1 gedempt klonk, had tij richzelve geoefend om geen ontroering te laten blijken. "De aanteekening evenwei luidde: „Vraag: betrekking tussohen mijnheer Brown en juffrouw 1-, groote ontroering gebleken bij vermelde ver denking." „Hebt u er iets tegen om- uwe redenen te veer tellen?" ging hij voort. Zij verhaalde ze ais iemand, die een les opzegt. „Mijnheer Brown kwam in dat deel van ons land •juist toen "mijnheer G-eoffrey uit het buitenland kwam. Zij hadden elkaar te voren ontmoet en er was vijandschap tussohen hen „Wacht even. Hoe weet u dat?" viel' mijnheer Benjamin haar in de rede. .^ij vertelde hem van .mijnheer Brown's erken ning" en van de droeve 1'aatse woorden van Rachel Kynaston. Hij scheen er ook iets van te weten. «.Hanige andere reden nog?" „Hij scheen gejaagd toen hij van huis kwam tna de ontdekking van den moord. Van uit zijn wo- »mng en van de droeve laatste woorden ra Rachel) g®p.plegen en ongezien zou hij weer naar huis hebben kunnen gaan. Het zou veel gemakkelijker voor hem dan voor iemand anders, geweest zijn het te doen." Mijnheer Benjamin keek zijn vader aan en zijn vader koek hem aan. '-Kunt u mij 'iets. wat ook, van zijn verleden ver tellen:" vervolgde hij. Zij schudde haar hoofd. „Wij wisten niets van hem toen hij kwam. HÜ sprak nooit over richzelVen." „Maar hij was uws vaders huurder, is 't niet?" „Ja." „Dan dénk ik toch dat hij u eenige personen heeft genoefnd, die omtrent hem mliohtingetn zou kunnen geven?" i „Alleen zijn bankiers en procureurs." „Herinnert ge u die?" KANTONGERECHT SCHAGEN. Uitspraken van 18 Juni 1925., P. H. K„ Beverwijk, M.R.R., f-25 subs. 10 d, P. P. B„ Oude Niedorp, Aig. RegL Dienst Spw.; MO en f15 of 5 en 7 d. E. D„ Baraangehfotan:, Vogelwet, f 15 Subs. 7 d. S. D.-, Zijpe, Inv.wet, f 12 subs. 6 d. J. v. D., Harenkarspel, Leerplichtwet, f10 of 5 d. B. J. v. H„ Nieuwe Niedorp Arbeids wet, f25 en .f 6 en f6 of 12 en 3 en 3 d. O. W„ H. K„ J. M., J. S. en N. J, V, allen te Harten- karspel1, Pol. verord. Harenkarspel, allen f6 of 3 d. J. de J„' Warmenhuizen, Broodbesl., f 6 of 3 d. j A. P. P„ Warmenhuizen, ,Sp._ en Tr.wet, ontsl'. v. rechtsvervolging. J. H„ Wieringerwaard, Pol. ver ord. Wieringerwaard, f5 subs. 3 d. D. B. Zijpe, Keurwet Zijpe, f25 of 12 d. S. S„ Alkmaar, Ar beidswet, 2 maal' 50 ct. of 2 maal 1 d. D. J. O., Hoogwoud, M.R,.R„ f3 of 1 week tuchtsoh. A. H-, Anna JPaul'owna, M.R.R., f4 of 4 d. P. H., Oude Niedorp, wet 9 April' 1875, f 6 of 3 d. M. P. N. M., Zijpe, C. J. de W„ Zijpe en H. W„ Noordsoha.r- woude, M.R.R., allep f4 of 4 d. C. H. M„ Zijpe, M.R.R., f 3 of 3 d. R. R„ Anna PaulOwna, P. L„ Oude Niedorp, M.R.R., f4 of 4 d. K. S„ Scha- gen, M.R.R. f8 en f-4 of, 4 en 2 dagen. O. de M„ j Zijpe, P. P„ Warmenhuizen, M.R.R., elk f 4 of 4 d. I C. Zijjte, G. S., Harenkarspel1, M.R.R, f3 of 3 d. J. NI, Anna Paulowna, M.R.R., f4 of 4 d, j O. B. en O. S„ Oudkarspel, Bouwverord. Oudkar- spel', f 2 of 1 «d. J. S„ Harenkarapel1, M.R.R., f 4 of 4 d. D. L„ Schoort JÏ.R.R., f3 en f6 of 1 week tuchtschool. A. J. B„ Barsingerhorn, 426 Sr., f8 of 6 d. D. W„ Zijpe, J. J. J„ Barsinjgerhioldn,! M.R.R., f 4 of 4 d. J. W„ Sohagen, M.R.R. en f6 of 4 en 6 dagen., O. W.S„ Winkel', .M.R.R. f3 of 3 d. O. K, Anna Paulowna, M.R.É., f4 of 4 d. A. W„ Anna Paulowna, M.R.R., f4 en f12 of 4 en 8 d. P. O. de G„ Anna Paulowna, 453 Sr., f2 of 1 d. W- K„ Sohagen, J. J„ N. Niedorp M.R.R., f4 of 4 d. D. J. Barsingerhorp, M.R.RL f6 of 3 d. C. B„ N. Niedorp, W. de V St. Maar ten, M.R.R, f4 of 4 d. ANNA PAULOWNA. De Coöperatieve Verbruiksvereeniging „Nieuw I-e ven" hield; Zaterdagavond hare jaarvergadering in „V eerburg". Aanwezig waren 27 leden. De voorzitter de heer G'. Bakker, heette de aan wezigen hartelijk welkom, sprak er zijin spijt over uit, dat door verschillende oorzaken deze verga dering later moest worden gehouden, dan oorspron kelijk in de bedoeling van het bestuur lag en hoopte, dat de te houden besprekingen in het belang der Coöperatie zouden zijn en aangenaam zouden ver- loopen, waarna hij dé vergadering opende. Na lezing en goeedkouring der notulen, bracht de secretaris, de heer K. Keuris Az. het jaarverslag uit, waaruit wij het volgende aanstippen. Het ledental dat on 1 Januari 1924 95 gezinshoofden, 60 vrouwen of huishoudsters van gezinshoofden en 5 ongehuw de mannelijke personen omvatte, liep, hoofdzakelijk door het op de vorige jaarvergadering genomen be sluit om een aantal zg.n. papieren leden af te voe ren, iets terug, zoodat per 31 December 1924 nog 88 gezinshoofden, 55 vrouwen of huishoudsters van ge zinshoofden en 5 ongehuwde mannelijke personen als lid ingeschreven stonden.- Hét bestuur en de commissie van toezicht verga derden gezamenlijk sléchts 9 maal, wat een bij zonder gering aantal' malen is in' vergelijking met voorafgaande jaren, waarin soms 20 of meer be stuursvergaderingen noodig waren. De commissie van toezicht kwam bovendien op gezette tijden re gelmatig bijeen tot h$t oontroleeren van kas en boeken. „Ja, de bankiers waren de Oregsons pn de pro cureurs de Oufchberts." Mijnheer Benjamin noteerde de namen. „Is er niets meer, dat u in de gedachte valt om ons te vertellen, 'juffrouw Thurwell?" vroeg hij. „Er is een omstandigheid, die mij indertijd verdacht scheen," iseide zij langzaam. „Zij greep plaats nadat het lijk naar mijnheer Brown's ihuis was gedragen en ik daar op mijn vader wachtte. Ik1 geloof dat ik mijnheer Brown toen lager achtte dan Jiij waard is, want ik nam de gelegen heid waar, dat ik alleen was om in zijne zitkamer te snuffelen." „Het was zeer natuurlijk," onderbrak mijnheer Levy senior, die ©enigen tijd op de gelegenheid had zaten wachten om ook een woord te zeggen. „Zeer natuurlijk inderdaad." Zijn zoon lette niet op de onderbreking en Ellen vervolgde „Wat ik zag kan wel van weinig teekenig zijn, maar ik zal u nauwkeurig vertellen, wat het was en welke gedachten het bij mij opwekte. Het raam1 stond open, en de bladeren van een laurierstruik buiten dropen van vocht. Een weinig naar binnen in de kamer stond een 1'eege kom en op den grönid. daarnaast lag een stapel boeken. Zij kunnen daar zeer wei toevallig gelegen hebben, maar het scheen mij toe alsof zij daar met opzet waren gelfcgd om iets te verbergen misschien een vlek op den vloer. Vóór ik ze kon weg nemen, werd ik gestoord." „Door mijnheer Brown?" „Door mijnheer Brown en mijnheer Allan Be- aumerville." „Zag u aan zijn uiterlijk dat hij ontstelde, toen hij u daar aantrof?" Ellen schudde het hoofd. „Neen, hij was verbaasd, dat wel1 .maar dat was natuurlijk, ik kan niet zeggen dat hij er ontsteld uit zag." Mijnheer Benjamin legde zijne aanteekenihgen weg en draaide op zijn stoel rond. „Een paar woorden, wat het geldelijke van deze zaak betreft, juffrouw Thurwell. Is u geneigd veel geld te besteden?" „Alè het noodig is, ja. ;,Zeer goed. Dan zal ik u een schets geven van mijne plannen. Wij hebben zaakwaarnemers in. Par Parijs, Weenen, Venetië en andere steden, die ik dadelijk aan het werk zal zetten om miinheer Geoir frey Kynaston'a leven in het buitenland uit te vor- schen; ik heb reeds eenige belangrijke inlichtm- I Ete onawt vtcn den wtokél bedroeg over 1924 f59.069.47, die der brandstoffen-afdeeling f 11.317.36M, te zamen dus f70.386.83M. Over het vorig boekjaar I hadden deze respectievelijk f56.501.09, f 10.664.44 en f 67.165.53 bedragen, zoodat dus eene totaal meer- omzet van f 3.221.30M was bereikt. Het jaar 1924 was niet zonder moeilijkheden geble- I ven. De prijsstijgingen der kruidenierswaren, vooral ie de tweede helft van het jaar, waren in de hoop I dat deze slechts van korten duur zouden zijn, I slechts aarzelend gevolgd, hadden dus een ongun- stigen invloed op de exploitatierekening uitgeoefend, terwijl in de Brandstoffenafdeeling de onvoldoende bevoorrading, welke in het najaar van 1923, als ge volg van het te laat gereed komen van het nieuw gebouwde brandstoffenpakhuis, had plaats gehad, over de eerste maanden van 1924, toen de prijs der brandstoffen hoog was en deze moeilijk waren te be komen, tot een te hoog inkoopcijfer noopten. De aan zienlijke prijsverlaging der eierenkolen dwong bo vendien in het najaar tot eene verlaging van den verkoopprijs, die, in aanmerking genomen den grooten voorraad, van dit artikel in de zomermaanden te gen aanzienlijk hoogere prijzen opgeslagen, eene te lage winstmarge overliet. Ondanks deze moeilijkheden, die zich in belde afdeelingen meer of minder hadden laten gelden, wees de algemeene explotatierekening, na aftrek van alle onkosten en na toepassing van flinke afschrij vingen^ toch nog een zuiver overschot van f 1.341.01 M aan, waaruit de conclusie werd, getrokken, dat de coöperatie thans in Anna Paulowna zoover is ge vorderd, dat zij zonder gevaar aan alle moeilijkhe den, welke zich zouden kunnen voordoen, het hoofd kan bieden. Het jaarverslag werd gesloten met eene verwijzing naar den hernieuwden opbloei, welke ten aanzien der coöperatieve gedachte in ons land weer valt op te merken, waarbij o.a. werd gewezen op de mooie re sultaten, door de Coöperatieve Groothandelsvereeni- ging „De Handelskamer" in 1924 wederom behaald en met waardeering werdi gesproken over de activi teit, welke in den Cenrtalen Bond van Nederlandsche Verbruikscoöperaties wordt ontwikkeld. 'De samen-' steller hoopte, dat ook de leden van „Nieuw Le ven" zich in 1925 door verhoogdie aótiviteit zouden ondersch ei den. Naar aanleiding van het jaarverslag worden door den heer P. J. Crum enkele nadere inlichtingen ge vraagd, na welke beantwoording het jaarverslag wordt goedgekeurd. Vervolgens komt in bespreking de Verlies- en Winstrekening over het afgeloopen boekjaar, bene vens de balans per 1 Januari 1925. Deze laatste, in actief en- passief sluitende tot een bedrag van f23.921.47, vertoont aan de debetzijde een totaal aan vaste bezittingen van fll.851.22M, aan vlottende be zittingen van f 11.814.43, aan fictieve bezittingen van f 255.81 M, respectievelijk vormende f49.54 49.39 en 1.07 van het totaal actief. Aan de creditzijde poseeren de volgende groepen: Schulden op langen termijn f 11.739.—, schulden op korten termijn f6.391.14M, eigen vermogen (inleggel- den en reserve) f4.450.31, benevens het overschot over 1£24 ad' f 1341.01 M, welke bedragen respectie velijk 49.07 26.72 18.6 en 5.61 van het totaal actief uitmaken. Het ten aanzien van deze ba lans door de afdeeling „Accountancy" van de Coöp. Groothandelsvereeniging „De Handelskamer" uitge brachte rapport, was in elk opzicht bevredigend. Kortheidshalve volstaan wiji hier slechts met het volgende uittreksel: Aan de hpnd van de gegevens van het grootboek hebben wij geconstateerd, dat zoowel de balans als de resultatenrekeningen zijn opgemaakt in aan sluiting aan de administratie. Verder hebben, wij met behulp van de ons overgelegde bescheiden, als saldi- en voorraadstaten en andere bescheiden, de juistheid der onderscheidene balansposten vastgesteld. Het bestaan van meerdere schulden dan op de balans zijn aangegeven is ons uit de boekhouding niet ge bleken. De afschrijvingen op de onroerende goederen en inventarissen achten wij voldoende. Op grond van ons onderzoek verklaren wij gaarne dat wij ons met het becijferde overschot ad f 1341.01M kunnen vereenigen. Tenslotte zij nog vermeld, dat de boekhouding tot onze volle tevredenheid wordt gevoerd." In eene nadere uiteenzetting van den stand der vereeniging wordt o.a. nog geconstateerd: De finan cieele positie mag, gelet op het feit, dat uwe vereeni ging nog jong is, niet slecht worden genoemd, enz. Bij dit punt brengt de heer T. Jongejan, namens de commssie van toezicht bovendien nog rapport uit inzake de op kas en boeken van den administrateur den heer K. Keuris Az., uitgeoefende controle,, waar bij wordt geconstateerd dat deze steeds in de beste orde zijn bevonden. 'Nadat nog enkele toelichtingen zijn verstrekt, wordt alles met algemeene slemmen goedgekeurd. Bij de hierop volgende bestuursverkiezing wordt de heer H. Raven, die periodiek moet aftreden, met op één na algemeene stemAen herkozen, terwijl in de plaats van den heer W. Braaf, die wegens drukke bezigheden heeft gemeend te moeten bedanken, bij tweede vrije stemming werd gekozen de heer D. Krouwel. De verkiezing, wegens periodieke aftreding, van gen. Verder zal' ik vandaag onderzoek doen naar mijnheer Brown in Londen. Morgen zal ik naar Thurwell komen in cje hoedanigheid, die u wensoht.' „Ais u op de hoogte is van rekeningen nazien, zeide zaj, „komt u dan naar Thurwell om de boeken na te zien van „Thurwell Court." Dat kan ik wei bewerken." „Ik zal dat heel graag doen. Dat zijn dan mijne plannen. Wij zullen twee honderd guinjos yan u vragen, juffrouw Thurwell, en veertig gtlinjes in de week voor dé diensten van mijn vader, mij en onze helpers. Als wij in twaalf maanden niet ge slaagd zijn, verbinden wij ons u t^ijf en twintig percent terug te geven. Als wij daarentegen den moordenaar gevonden hebben, zulien wij nog viji honderd gulnjeö vragen. Knut u hiermee genoegen nemen?" t ,it) a." Mijnheer Benjamin strekte zijn hand -iét naar een vei papier en maakte een kort contract op. Wilt u wei zoo goed rijn dit dan te teekenen?" vroeg hij. haar het papier overreikend. Z;j nam de pen en zette haar naam er onder.. Toe t stond rij op om heen te paan. „Is allei nu in orde?" vroeg rij. Alles, behalve dat ik uw adres in Loiiflen graag wilde weten," antwoordde hij. „Ik logeer bij mijpe tante, mevrouw Thurwell, Oadogn Square No. 8". v „Kan ik u morgenochtend daar bezoeken?" Zii aarzelde. Och ja, waalrom niet? Zij had de! hand aan den ploeg geslagen, nu moest rij ook verder. „Ja," antwoordde rij: „als het commissielid tot onderzoek van rekeningen op „Thurwell Oourt".- Hij boog en hield de deur voor haar open. „Dat spreekt vanzelf; goeden morgen, juffrouw Thurwell. Zij bleef onbeweeglijk even op den drempel staan, als in gedachten verzonken. Plotseling keek rij hem aan met een vuurrood e kleur op de wangen. „Laat mij u eene vraag doen, mijnheer Levy.* „Ga uw gang." „Gij hebt het verslag van deze verschrikkelijke zaak gelezen en gehoord al, wat ik u kan verhol Ien. Ongetwijfeld hebt u_ reeds een gedachte ge vormd hierover. Wil" u ifiïj die zeggen?" Mijnheer Benjamin hield zijn scherpe, zwarte oogen vast op haar gericht, terwijl hij antwoordde, alsof liii nieuwsgierig was te zien welken indruk het op haar zou maken.: 1 „Zeker, juffrouw Thurwell. Ik geloot, dat de twee leden der Commissie rem Toezicht, nl. de bee-i ren D. Krouwel en Jb. Grin, die als zoodanig niet herkiesbaar waren, gaf als uitslag, dat bij tweede vrije stemming hiervoor werden verkozen de heeren H. J. Derksen en P. J. Crum. Alle gekozenen namen hunne benoeming aan. Volgt een voorstel van het bestuur om twee leden, die over het jaar 1924 niet voldoende van de ver eeniging hebben betrokken, als leden af te voeren. Waar deze leden is medegedeeld, dat zij op deze ver gadering hunne reclame tegen deze afvoering kon den inbrengen, doch geen van beiden hier aanwezig is, wordt beschouwd, dat zij hierin hebben berust en het bestuur toestemming tot afvoering verleend. Vervolgens komt aan de orde een bestuursvoorstel Inzake de verdeeling van het overschot. Voorgesteld wordt, om 50 pet. van het overschot toe te voegen, aan de reserve en de overige 50 pet. te bestemmen voor uitkeering aan de leden naar verhouding _hun- ner afname over 1924, benevens voor op deze" uit keering vallende dividend-belasting. Wordt met al gemeene stemmen goedgekeurd. Bij de rondvraag wordt nog de aandacht gevestigd op eenige herstellingen, welke noodig zijn. Uit hot antwoord hierop, blijkt echter, dat het bestuur reeda tot uitvoering dezer herstellingen heeft besloen. Tenslotte deelt de heer K. Keuris nog mede, dat tu het laatst van vorig jaar de Algemeene Spaarbank voor de Verbruikscoöperatie, tot welks instelling reeds in 1923 was besloten, is beginnen to werken. Op dit oogenblik zijn van deze spaarbank ongeveer 30 bijkantoren geopend, waarop de inlagen in deze enkele maanden tijds de tweehonderdduizend gulden reeds aanzienlijk overtreffen. Ook Anna Paulowna zal, mogelijk nog binnen een maand, een dergelijk bijkantoor rijk zijn, waarvan spr. als kantoorhouder zal optreden. Waar deze spaarbank mogelijk zeer nuttig en in het belang der coöperaties werkzaam zal kunnen zijn, meent. spr. haar bij de leden, dio iets op zijde hebben te leggen, ten sterkste te moeten aanbevelen. Nadat over dit punt nog enkele nadere inlichtin-, gen zijn verstrekt, is men tot het einde der agenda genaderd. De voorzitter meent echter, niet te mogen sluiten, vooraleer hij: aan de aftredende leden van bestuur en commissie van toezicht dank heeft ge bracht voor he vele en belangrijke werk, door heo ten nutte der coöperatie verricht. Hij spreekt daar bij den wensch uit, dat de nieuw gekozenen hen op dat voetspoor mogen volgen. Na ook aan de aanwe zigen dank te hebben gebracht voor de hoogst aan gename en nuttige besprekingen, heden gehouden, verklaart hij de vergadering voor gesloten. CALLANT300G. Bij gelegenheid van de feestelijke opening van het badseizoen 1925 op Zondag 21 Juni, had eene com missie, benoemd door de Ver. voor Vreemdelingen verkeer en bestaande uit de heeren J. Koster, D. <le Haan, M. Mooij en A. Vader, verschillende wedstrij den in gymnastiek en athletiek georganiseerd, aan welke wedstrijden zou worden deelgenomen door verschillende gymnastiekvereenigingen. behoorende tot den Turnkring „Hollands Noorderkwartier". De hoofdleiding dezer wedstrijden, gehouden op het sportterrein der Ver. voor Vreemdelingenverkeer, was opgedragen aan den heer S. Keesman te Scha- gen, terwijl de jury bestond uit de heeren J. Koster, E. Smit, R. Braam en iM. Quant. In verband wellicht met de ongunstige weersom standigheden waren enkele vereenigingen niet op gekomen, zoodat, toen, om ruim halfdrie, in het Dorpskoffiehuis van den heer S. Kos, do heer J. Kos ter, burgemeester van Callantsoog, de openingsrede uitsprak, de vertegenwoordigers van een zestal ver eenigingen aanwezig waien. In zijp rede wees de heer 'Koster op het feit, dat, wanneer dergelijke wed strijden alhier werden gehouden, men een drieledig doel beoogt. Ie. om een feestelijk karakter te geven aan de opening van het badseizoen, dat gedurende eenige maanden voor vele dorpsbewoners een bron van inkomsten is; 2e. in verband met bovenstaande het trekken van zooveel mogelijk vreemdelingen, en 3e uit een oogpunt van propaganda voor gymnastiek en sport. Spreker dankte het bestuur en den direc teur van het Fanfarecorps Callantsoog, dat zijne vol le medewerking had willen verleenen tot het doen slagen van dezen dag. Verder heette hij ook hartelijk welkom den heer Kemp, voorzitter van den Turn-, kring .Hollands Noorderkwartier". Hierna begaven allen zich naar het terrein. De wedstrijden verliepen tot aller tevredenheid; na tuurlijk hadden de weersomstandigheden grooten invloed, vooral op de uitvoering van vrije oefenin gen en groepen. De uitslagen waren als volgt: Vrije oefeningen: le prijs, verguld zilveren me daille. van den heer J. 'Koster, D.O.KE.V., te Anna Paulowna. met 93 punten; 2e prijs, zilveren medaille van de V.V.V., „Lycurgus", Schagen, met 87 punten. 3e prijs, bronzen medaille, van de firma Bontes, Schagen, „Olympia", Wieringerwaard, met 85M punt. Groepen: le prijs, verguld zilveren medaille, van den heer S. Kos. „Lycurgus", Schagen, met 129 pun ten; 2e prijs, zilveren medaille, van de wedstrijd commissie, D.OjK.E.V., Anna Paulowna, met 124 p. De slingerbalwedstrijd tusschen do vereenigingen TA.V.E.N.U. te Heerhugowaard en D.O.KE.V, te Anna Paulowna, werd door eerstgenoemde club ge- wnoenen met 42 heer, die zich miinheer 3rown noemt, richzelyon in de gevangenis zal rien voordat de maand uit ia?' Zij huiverde even en keerde rich om. „Dank u, goedenmorgen." „Goedenmorgen, juffrouw Thurwell." Zij ging heen .en toen hot geluid van haar weg- wegrijdend rijtuig weggestorven was in het geraas van het verkeer daar buiten, kwam er een merk waardige verandering in dei ihotuiding van mijnheer Benjamin Levy. Zijn gedwongen bijna ybeleefde manieren waren weg. Zijne kleine diepliggende oogen fonkelden van verrukking en al de grofheid die hem eigen was. kwam terug. „Wat denk je ervan, vader?" riep hij uit, hem op den schouder kloppend. „Goed zaakje, hè?" „Benjamin, mijn zoon,zeide de oude man ont- roord, „ons fortuin is geblaakt; Je bent een juweel van een zoon." HOOFDSTUK XIH. Eeoi vreemde ontmoeting. Grijsheid heerschte overal' in de luehti op de heuvelhelling en op de naakte heide, die niet lan ger schitterde door de glanzende schoonheid van van het purper e heidekruid en de i(-ivx. van do gele brem. Het was November. Het daglichh was aan het wegstervenn, maar de schemering „(was n. pg niet begonnen Na pen, stormachtigwi morgen, was er plotseling een stilte gekomen over het land. De dofgrijze wolken, die den geheelen dag door gedreven waren door de loodkleurige lucht in ijlende vaart, hingen laag over de donkere aarde en een damp rees uit de zee, die ze ontmoette. De natuur had niets moois aan te bieden dan stilte, een duister licht en onbeschrijfelijke verlatenheid. Een man, alleen, met rijn gestalte in scherp relief tegen den wolkeloozen hemel, stond op het hoog- ste punt van de rots. Alles in zijne houding gaf i blijk van de diepste berusting en hierdoor was I hij 'in harmonie met af, wat hem omgaf'. Zijn hoofd zonk neer op rijn gebogen schouders en zijne don- kere, vermoeide oogen waren gericht op den nevel, die rees van uit de zee; rij staarden in die richting. 1 Hij was warm gekleed, maar scheen te rillen door rijn geheel© wezen ten gevolge van de kilheid in de lucht. Toch bewoog hij met. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1925 | | pagina 5