Even Lachen. De Wereld der Vrouw. zitten peinzen wat deze nu wel ontdekt zou kunnen hebben. Maar hij kon het niet uitvinden. 8treetman's hoepita was woedend en ze dacht er over haar bewoner het peneion op te zeggen. Veel had ze nu al ondervonden met dien vreemden snoes- haan, maar wat hij nu weer uithaalde was toch wel wat bar. Zijn geheele kamer stond vol met doozen, doos jes, pakjes, kistjes en dergelljken en er kwam maar steeds meor mij en allen waren zo gevuld met pe permunt. Daardoor was ln hot huls een onverdra- gelijkfl geur gekomen. Ioder die binnenkwam begon gewoonlijk te snulven on de andore gaston had den reeds geklaagd. De pensionhoudster had enkele malen gerecla meerd on Streetmaif had beloofd dut blnnon eon week alles er weer uit zou zijn, doch alle» ln tegon- spraak-met dlo verklaring was er 's middags een hoele lading pepermunt por handkar aangekomen. Inplaats van mlndor werd hot dus ergor. Zo was woedend. Slechts één ln het huls was er die de vreemde nei ging van Streetman toejuichte: het twaalfjarig doch tertje want die mocht zooveel pepermunt eten als ze hebben wilde. r Nadat Joe Streetman den polltlecommandant ver laten had, ging hij haar zijn bureau en bestudeerde daar verschillende adresboeken, waarna hij in een zakboekje een massa adressen aanteekende. Toen ging hij opnieuw de straat op en begaf zich naar een pepermuntfabriek in een der buitenwijken. Hij liet zich aandienen bij den directeur als verte genwoordiger van een groothandel in pepermunt en gaf zijn verlangen te kennen proeven te ontvangen om eventueele bestellingen daarnaar te kunnen doen. Hij werd mot veel onderscheiding behandeld en na een gezellig onderhoud, dat volgde op de zakelijke besprekingen, vroeg hij toestemming de inrichting der fabriek te bezichtigen. Dit werd hem toegestaan en hij maakte met de verschillende employe's een praatje over het bedrijf. Vooral de sterke geur scheen hem onaangenaam te zijn en gaf als zijn overtuiging te kennen dat hij nooit in de nabijheid van een dergelijke inrichting zou willen wonen, erbij voegende, dat hij de buren beklaagde. De mannen glimlachten bij al deze ontboezemin gen en betuigden dat men daaraan vanzelf went. Hiernaast is een drogistwinkel, vertelde er een, en aan den anderen kant woont een stadhuisambte naar. doch geen van belden klaagt ooit over de pe- permuntlucht zij merken het niet eens meer Wonen hierboven ook mehschen? vroeg Street man met een gelaat, waarop zijn diep medelijden met deze bewoners te lezen stond. De man antwoordde ontkennend. Dat lijkt me ook heelemaal een gruwel, be sloot Streetman lachend en hij vertrok, waarna de werklieden weder aan hun arbeid gingen. De firma, die door Streetman vertegenwoordigd werd, moest wel gnoote zaken doen, want "hij be zocht dien dag en ook den volgenden dag nog tal- looze fabrieken, waar hij proeven vroeg. Zijn belangstelling voor het bedrijf scheen ongewij zigd en hij sloeg geen enkele maal over om te vra gen, de fabriek te mogen bezichtigen wat hem dan ook telkens werd toegestaan. De gedachte aan de lasten, die de huren door den sterken geur ondervonden, wilde hem maar niet los laten en telkens begon hij daarover opnieuw. Den tweeden dag bracht hij in den namiddag een bezoek aan een betrekkelijk kleine fabriek die ge vestigd was in een soort onderstuk. Hij begon over het bedrijf te spreken met den ouden meesterknecht, die over dit onderwerp nooit uitgepraat raak,te. Is U al lang in het vak, vroeg Streetman. Drie en dertig jaar, antwoordde de man trots. Dus drie en dertig- jaar ruikt U al dag in dag uit die onaangenamcn geur, Och. menheer, dat merken wij niet eens meer. Wilt U nu gelooven hierboven, wonen drie Jon gelui nu nog maar twee, want een is er sedert een week of twee het hui9 ujt en toen die er nu een paar maanden geleden kwamen wonen scholden zij op die lucht en na eenige dagen reeds merkten zij het niet meer. Hoe vindt U dat? 't Is sterk, meende Streetman. Maar wonen hierboven dan men9chen, ik dacht dat het een kan toor of zooiets was. Het ziet er heel niet uit als een woning. Ach het waren drie jongelui, die hier kwamen wonen. Eén is reiziger, en één schrijft geloof ik voor de dagbladen, of zooiets, de derde heeft een ongeluk gehad, naar het schijnt. Toen zij hier kwamen heb ik hem gezien —-hij liep moeilijk en na dien tijd is hij niet meer beneden geweest. Na een paar we ken hebben ze schijnbaar ruzie gehad. Er werd hef tig gesproken en de reiziger is weggegaan en ik heb hem niet weer teruggezien. Het was andera een aardig stel, ze scharrelden zoo gezamenlijk. Ja, er zijn rare menschen. Hiernaast woont een oud-offl- cier, wat die man doet weet niemand, hij woont op kamers, betaalt, ofschoon zijn pensioen kleiner is dan zijn pensionkosten en loopt den geheelen dag in en uit. Ik hoorde het van het dienstmeisje. Die ver telde me trouwens dingen van de pensionhoudster ach, mijnheer als ik daarmede begon zou ik nog wel een heelen avond kunnen bezig bljlven. Dat wil lk aannemen, zei Streetman, doen nij wachtte niet af of de oude ook beginnen zou, maar maakte vlug dat hij weg kwam. Den volgenden dag ging hij wederomi naar de zelfde fabriek en bestelde een hoeveelheid peper munt, die zijn hospita de doodschrik bezorgen zou. Xijn vriend, de meesterknecht, zette onvermoeid zijn biographio der buren voort en Streetman wist toen hij' naar huls ging, dat de hospita van den ex-officier gescheiden was omdat ze overspel ge speeld had, dat de vrijór van het dienstmeisje brandweerman was, dat de twee jongelui wier hulshouding boven gevestigd was, broeders waren en dat de vertrokken reiziger een vriend was ge weest, dat aan den anderen kant een. huishouden was met zeven kinderen, waar alles te vies was om aan te zien en nog veel meer. De oude meesterknecht was onuitputtelijk en Streetman hoorde dit alles met eindeloos geduld aan hij gaf dan zelfs nog een flinken fooi! De oude bedankte- hem' buitengewoon vriendelijk en deed hem uitgeleide. Juist kwam uit de deur welke voor de bovenverdieping bestemd was een Jong-mensch. De metfcterknecht groette hem beleefd en de ander beantwoordde dien gToet. Dat is de schrijver, fluisterde hij Streetman in, doch deze hoorde het schijnbaar niet hij drukte den meesterknecht op het hart vooral goed op de be stelling te letten en te zorgen dat die den volgenden dag bezorgd werd. Daarna ging hij verder. - De bewoner van de bovenverdieping der pepermunt- fabriek liep kalm verder naar een der stations van den „ondergrond" en nam oen kaartje naar een ver wijderd stadsgedeelte. Streetman volgde zijn voor beeld. Kunt u mij een genoegen dloen met eentge vijf- dol 1 ar biljetten, vroeg hij den beambte, lk moot geld' per brief verzenden. Hot spijt me werkelijk ik heb ©r slechts een voor U, zoo juist ontvangen. Ach, dat helpt al vast wat, antwoordde Streetman luchtig en hij betaalde het papiertje met zilvergeld. De ondergrondbaan bracht hem tot dicht bij het hoofdbureau van politie. Juist als eenige dagen geleden, liet hij zich bij den commandant aandienen. En, vroeg deze nieuwsgierig, heb je al wat ontdekt. Dat had ik direct al, antwoordde Streetman, vroo. lijk. Kunt u mij ook zeggen, wanneer u dien brief ontvangen heeft? Ik denk een dag of twaalf geleden, maar ik kan het wel even laten nazien. Neen, neen, doet u geen moeite. Ik kwam niet daarvoor. Ik kwam om U te VTagen hedenavond vier of vijf man tot mijn beschikking te stellen, en één hunner machtiging te geven tot huiszoeking. Ik kan dat als particulier detective niet doen. Ia u dan al zoover met uw onderzoek? vroeg de commandant ongeloovig. Dat zou wel kunnen, antwoordde Streetman, ge heimzinnig. Morgenochtend zult u waarschijnlijk meer hooren. Mag ik erop rekenen dat vanavond om tien uur 4 man zich aan mijn woning vervoe gen? De commandant beloofde het en Streetman ver trok. Wederom ging hij naar de pepermuntfabriek. De oude meesterknecht was er nog. Ik ben van plan veranderd, begon Streetman, die zending moet je toch maar vandaag zenden. Ik verwacht ze nu over een uur. Bonjour! O, Ja, zei hij terugkomend, weet je ook waar die reiziger toen gebleven Is er vroeg me juist iemand naar hem. Ja, toevallig hoorde lk het adres dat hij den kruier op gaf: Langfield, Lincoln Avenue 41, gaf hij den chauffeur op. Het was oen hel net huis, dat dé heer Langfield tot bewoner had. Streetman belde aan en een oude dame deed open. Is de heer Langfield thuis, vroeg Streetman be leefd. - Nog niet mijnheer, maar als u een oogenblik wachten wil, hij zal wel dadelijk komen, antwoordde de oude dame. Heel graag, mevrouw, zei Streetman binnentre dend. De dame leidde Streetman naar een kanier die blijkbaar de ontvangkamer van Langfield vormde. Streetman keek rond, doch er was niets bijzonders te zien. Na eenig wachten kwam de bewoner die verbaasd bleef staan toen hij bemerkte dat de bezoeker een hem absoluut onbekend heer was. Streetman gtond op. Excuseer, dat ik u kom lastig vallen. Ik wil u waarschuwen omdat een groot gevaar u dreigt. Wilt u even de deur sluiten? De ander was bleek geworden hij voldeed het verzoelc U heeft iets zeer doms gedaan door een zekeren brief aan den polltlecommandant te schrijven, zei Streetman langzaam. Langfield werd zoo mogelijk nog bleeker en viel met een doffen kreet op een stoel neer. Stil, vermaande Streetman, men zou u kunnen hooren. Wat hindert het, ik ben nu toch verloren mom pelde de ander wanhopig. Waarom, vroeg Streetman kalm. Wel, omdat mijn geheim bekend is, antwoordde Langfield verwonderd opkijkend. Alleen bij mij. Langfield's verwondering steeg. Ja, vervolgde Streetman. Ik alleen weet hoe u en de twee anderen valsche 5 dollarbiljetten maakte, hoe u ze verspreidde, evenals de „Schrijver", ter wijl de derde, die wegens ziekte daarvoor niet ge schikt was, zijn technische kennis ten beste gaf. Waarom u dat is gaan doen, is een kwestie, die mij niet raakt, evenmin als de vraag, waarom u ein digde. Alleen zou ik wel willen weten, waarom u dien brief zond. Mijn vroegere compagnon had mij verraden aan het meisje dat wij beiden beminden doch dat mij ge kozen had. Na zijn verraad was het uit tusschen haar en mij evenals tusschen de Vwee broeders en mij. Ik had me vrijwillig teruggetrokken, doch nu hij 700 gemeen geweest was heb ik mij willen wreken. Ik durfde geen nadere aanduidingen geven, omdat ik bang was mezelf te verraden. De man zweeg. Juist zooals ik vermoedde, zei Streetman zacht. Vermoedde? vroeg de ander, dus Neen, ik wist niets, antwoordde Streetman, eera1 hedonmiddag kreeg ik. zekerheid dat uw gewezen vriend in de zaak betrokken was. Hij was nooit mijn vriend, hij dwong mij door een vreeselljk geheim, dat Dat iH niet weten wil, viel Streetman vlug in. Het beste doet u vlug te verdwijnen. Ik voel dat u eerder slachtoffer dan schuldige is en Joarora wilde ik u waarschuwen. O, mijnheer zei de ander hem onstuimig de hand drukkend, mijn leven lang ben ik tot uw beechlk- king. Dat zullen wij ter gelegener tijd zien, zei Street man glimlachend. Hij stond op. Denk er aan, dat u voor negen uur vanavond verdwenen moet zijn, zei hij, en de deur vlei achter hem in 'tslot. Den volgenden morgen werd Streetman hij den commandant ontboden, die hem gelukwenschte met de handigheid, waarmede hij twee uiterst geraffi neerde valsche munters had doen gevangen nernon, waarbij tevens op moer dan honderd duizend dollar aan valech bankpapier beslag gelegd was. Maar zeg me nu eens, hoe hebt u dit alles zoo vlug ontdekt. Alles was slechts vormoeden en combinatie. Maar zegt u dan tenminste wat bracht u op het spoor? Als oonig antwoord hield Strootman don comman dant één dor valsche bankbiljetten onder de neus. De commandant bespeurde eon zwakko pep-jr- muntlucht on toen begreep hij. BU BAD WED BLIJDEN. „Balts vriend, hartelijk gecondoleerd." „Wa&roraT BIJ ml) U toch niemand dood." „Neen dat niet. Maar m'n vrouw heeft plateren een nieuw cottuum gekocht en nou la te bij Jou vrouw op vlette om het haar te laten tien." I DAT WAS HET VERSCHIL. Examinator'. „De vraag ls u blijkbaar te twnar." Examinandus: „Do vraag telf niet, professor, maan wel hot antwoord." H DE EZELSKOP. Voorman van oon bouwwerk tot eon timmergerei: „Zeg eens, lansen, die man doet tweemaal toavoo! al» JIJ." Janson: „Ia, dat hob lk dlon Idioot aldoor al go- tegd, maar Je kon too'n stommeling niks loeren." „PARIJSCHE MODE". Dit klein© jacquet is gesneden volgens den een» voudigsten 'kimonostijl en uitgevoerd in fuchsia^kleu rige wollen satijn, met boorlint'van dezelfde stof in licht groen. Het borduursel bestaat uit een weinig zacht rose, mauve en groene zijde. Een knippatroon is verkrijgbaar onder nummer 261a, in de maten 42, 44, 48 en 48. Kosten 50 cent. Het camisole is vervaardigd van gekleurde crêpe- de-chine en afgewerkt met kant en borduursel. Ook hiervan is een knippatroon verkrijgbaar onder num mer 262a, in de maten 42, 44, 46 en 48. Kosten 45 cents. „MOEDERS EN BLAAR KINDEREN". Poppenkleeren maken". „Een moeder zegt: „Evenals de meeste moeders had ook lk vroe ger de gewoonte van tijd tot tijd poppenkleertjes voor de kinderen te maken. Tegenwoordig echter laat ik het de kleintjes zelf doen. Ik geef ze dan een plaatsje in de 'kamer en zorg voor wat aardige lap- jes en vingerhoeden. Dan help ik ze eerst met maat 1 nemen en knippen en laat hen vervolgens met naaien aanvangen. Van tijd! tot tijd vragen zij natuur lijk hoe het werk verder moet en zoodoende leeren zij gel ijk veel nuttigs." m Nuttige Wenken. OEVERFDE EN GEVERNISTE MUREN. BIJ het reinigen van de geverfde muren van bad- kamers of de geverniste muren van keukens enzoo- voort, maakt men gebruik van een goede zuivere zeep, welke als sop gemengd moet worden. Bij voor keur spaart men stukjes toiletzeep op om daarvan een sopje te maken, aangezien deze zeep veel beter is voor het doel dan de groffe «oorten keukenzeep. WITTE HOEDEN 8CHOONMAXEN. Eten uitstekend middel om een witten vilten hoed schoon te maken, is zemelen vermengd met benzine. Men moet dit artikel echter niet op den hoed ge bruiken ln het licht of bij een lamp; liefst gebrulke men het buiten de deur. Met een witten doek wrijft men het mengsel gelijdelljk over den hoed en laat hem daarna ln de buitenlucht drogen. Witte glacé-handschoenen, welke niet ai te vuil zijn, kan men zelf reinigen met een vermenging van gemalen vollersaard© en aluin. Het moet erin ge wreven worden met een stukje fijne flanel en vest volgens stevig worden afgeborsteld met een zacht, schoon borsteltjeè WAT IODIUM KAN DOEN. Er zijn vele gevallen van kleine, huishoudelijke ongelukjes, waarbij men het waardevolle iodium als geneesmiddel kan aanwenden. Iodium-tinctuur heeft het voordeel van niet vergiftig of schadelijk te zijn, zooals bijvoorbeeld karbolzuur, en het kan zonder voorbereiding gebruikt worden. Door het onmiddellijk proper gebruiken van iodium-tinctuur, kan men voorkomen, dat sneden, schrammen, of andere kleine wonden, de oorzaak worden van ernstige zweren, abscessen, roos of zelfs mondklem. De man van „eerste hulp bij ongelukken" heeft het dan ook immer bij zich en vele sportsmen, zooals wielrijders, roeiers en anderen, laten ook nim mer na dit nuttige tinctuur mede te nemen. De tuin man dient te zorgen, dat hij het immer binnen zijn bereik heeft, want de kiemen van mondklem zijn ver borgen in den grond, waarop hij werkt. Evenzoo de man, die veel met paarden omgaat, want de grond der stallen is eveneens gevaarlijk door dezelfde kie men. De onderwijzer en de leerares diénen te zor gen, dat zij altijd gereed zijn om iodium-tinctuur aan te wenden voor geschaafde knieën., verwonde vin gers en dergelijke kleine malheurtjes, welke bij schoolkinderen aan de orde van den dag zijn. En tenslotte: iodium-tinctuur behoort in elk huis! HOE PAKT MEN EEN KETEL AAN? Eten vervelend ding voor elke huisvrouw is de al-oude ramp van ketels, welker handvaten heet worden als men water kookt. Om dan de ketel vlug af te nemen, zonder de handen te brandton, vo rol echt op zijn minst hot gebruik van een doekje. Maar het ls immers veel verstandiger voor ééns en voor altijd een flink stuk koord of touw om het hengsol te win* den. Dan zal het branden der vingers niet meer voor komen. HAAR-BESCHERMINÖ. Bij het baden in zee dient iedere dame een bad- muts te dragen; zij zal daar niet anders dan genoe gen van hebben, want niet alleen voorkomt zij het akelige gezicht en nog akeliger gevoel van natte ha ren, maar zij beschermt het haar voor stug worden en verbleeken van kleur. Dit laatste is een onmid dellijk gevolg van indringen van zout in de schedel- i huid. s d d

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1925 | | pagina 14