Alltitti Niens-
Raad Winkel.
Hst Geheim van Gemard Brown
Woensdag 15 Juli '1925
68ate Janrgnng. No. 7672.
Uitgevers i N.V. v.b. THAPMAN Co., Schagen.
FEUILLETON.
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
POSTREKENING No. 23330.
INT. TELEF. no. 20.
Prijs per 3 maanden f l.GG. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN-
TlëN van i tot 5 regels fl.10, iedere regel meer 20 cent (bowijano.
Inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Vergadering op Dinsdag 14 Juli 1925, des middags
O 2 uur.
n Voorzitter de heer J. Koomen Hz., burgemeester,
iJ secretaris de heer A. de Ridder.
>r Aanwezig alle leden.
I Na opening der vergadering volgt de goedkeuring
der notulen.
Naar aanleiding van de vorig© vergadering wor
den de volgende mededeelingen gedaan:
Aan de Vereeniging van Nederlandsche Gemeen
ten is de vraag gesteld of haar adviseurs salaris
genieten en wel naar aanleiding van een nota in
gediend door den heer Dr. P. M. Verhoecks voor
advies inzake oprichting van een electriciteitsbe*
drijf, waarop is geantwoord dat genoemde adviseur
niet als ambtenaar in dienst der Vereeniging is en
geen salaris geniet.
Voor kennisgeving aangenomen.
Ingevolge besluit der vorige vergadering is aan
Gedeputeerde Staten tusschenkomst verzochtl inzake
het verzoek van het PJLN. om in deze gemeente ka
bels te mogen brengen voor levering van electrische
energie en de moeilijkheden welke daardoor zouden
kunnen ontstaan tengevolge der gemeenschappelijke
regeling inzake de gasfabriek met Nieuwe Niedorp.
Gedeputeerde Staten hebben daarop bericht dat zij
voorhands een zoodanig bedrijfsbelang van het
PJ2.N. niet aanwezig achten om bemiddelend op te
treden en besloten hebben voorloopig een afwach
tende houding aan te nemen.
De heer Breebaart maakt hieruit op, dat Ged. Sta
ten niet wenschen in te grijpen en zij er zich dus
buiten houden.
Voorzitter meent, dat als Ged. Staten het voor hun
bedrij fnoodig oordeelden dat werd ingegrepen, zouden
zij het beslist doen. Het geval is nu anders. De kwes
tie met Nieuwe Niedorp is hiermee van de vloer en
van de electrificatie zal dus ook niets komen.
De heer Breebaart acht bet jammer, maar de over
eenkomst bestaat eenmaal.
De heer Kamp komt tot de conclusie, dat de rond
gang in Winkel niet zulk een goed resultaat heeft
opgeleverd als wel is beweerd. Als de zaak rendabel
was geweest, zou men de zaak wel doorzetten.
De heer Breebaart oordeelt, dat als het in hot belang
der provincie en van de gemeenten noodig was ge
weest, zij wel zouden zijn doorgegaan. Nu dit niet hot
geval is, houden zij, zich buiten de kwestie en stellen
zij zich liever geen partij' tusschen Winkel en Nieuwe
Niedorp.
Voorts wordt medegedeeld', dat door Gedeputeer
de Staten in de kosten, der Wijkverpleging over
1924 een subsidie is verleend van f449.62.
Aan de Wijkverpleegster Zuster G. van Duijven-
bodo is een maand verlof verleend om werkzaam
te zijn aan een consultatiebureau in verband met
hare opleiding tot huisbezoekster der Tuberculose
bestrijding. Hiermede is reeds bij hare benoeming
rekening gehouden en bepaald dat de kosten van
tijdelijke voorziening voor haar rekening komen.
De heer Kamp spreekt zijn verwondering uit over
het feit, dat mej. Dekker vroeger niet deskundig ge
noeg werd geoordeeld om te vervangen, en nu kan
dat wel. Spr. noemt dat al zeer eigenaardig.
Voorzitter zegt, dat N. Niedorp en Winkel hadden
afgesproken, elkaar met de zusters te helpen, als er
vacature was. Nieuwe Niedorp heeft zich echter te
ruggetrokken. Ajs Nieuwe Niedorp een hulp noodig
heeft, is het steeds mej. Dekker die optreedt.
Secretaris licht toe, dat dr. Oudendal in een verga
dering van B. en W. gezegd heeft, mej. Dekker wel
te willen accepteeren, als vervangster, als he t niet
langer duurde dan 3 a 4 dagen. Langer achtte hij
haar niet voldoende bevoegd.
Voorzitter zegt, dat mej. Dekker een zeer goeden
indruk heeft gemaakt bij hem thuis. Zij heeft nu
ook vacantie, maar is op telegrafisch bericht be
schikbaar.
De heer Kamp hoort nooit iets dan goed van mej.
Dekker, maar dacht. dat. nu mej. Duijvenbode de
vervanging moet betalen, zuster Dekker wel goed is.
Toen de gemeente moest betalen, was zij niet goed.
Spr. herhaalt, dat dit zeer vreemd aandoet.
Voorzitter acht dit wel mogelijk, omdat zuster
Duijvenbode een maand lang haar verblijf in Den
Haag zelf moet betalen. Zuster Dekker vervangt in
Nieuwe Niedorp steeds.
Aan den heer F. L. Oudendal, Gemeente-Genees
heer, is overeenkomstig zijn verzoek verlof ver
leend van 16 Juli—1 Augustus a_s.
Ingekomen is:
Een besluit van Ged. Staten houdende goedkeu
ring der wijziging van de instructie voor de Wijk
verpleegster.
De begrooting voor 1925 met toelichting van den
keuringsdienst voor waren voor 1925.
Een pro ces-verbaal van kas opneming bij den Ge
meente-Ontvanger van 23 Juni 1925, waaruit blijkt,
dat overeenkomende met de vertoonde gelden, in
kas was f1824.96, terwijl boeken en bescheiden in
orde zijn bevonden.
Een bericht van ontvangst vafc> Gedeputeerde Sta
ten van de wijziging der Algemeen© Politieverorde
ning inzake Malariabestrijding en Regeling van het
vervoer met autobussen.
Een verslag van de vergadering van/ de Gascom-
missie van 20 Mei, 5 Juni en 19 Juni j.1.
De heer Van Wijk uit als zijn oordeel, dat één
gasprijs het beste is, dat men nu algemeen vrijwel te
vreden is en dat die scharrel politiek beslist ontevre
denheid zal brongen. Spr. vraagt meerdere inlichtin
gen over een onderhoud van den heer Oldenburg met
B. en W. van Nieuwe Niedorp.
Voorzitter deelt mee dat er niet. meer van is te zeg
gen. Er is niets belangrijks meegedeeld en waar het
een onderhoud is geweest met B. en W. van Nieuwe
Niedorp, kan men hen niet verplichten meer mee te
deelen als zij willen.
De beer Dekker informeert of de gasprijs geregeld
wordt na goedkeuring van den Raad.
Voorzitter bevestigt dat de beide Raden dat moeten
goedkeuren.
De heer Dekker vraag,t wanneer of de uitbreidings
werken der gasfabriek klaar kunnen zijn
Voorzitter zegt, dat dit afhangt van de goedkeuring
van Ged. Staten van de geldieening. Daarover is be
richt gekomen dat deze leening nog is aangehouden.
De heer Dekker vraagt, of, als de werken dan in
het najaar plaats hebben, de menschen uit de ge
meente evenals voorheen te werk zullen worden ge
steld.
Voorzitter gelooft niet, dat het zoo lang zal duren.
Spr. deelt mee, dat de aanbestedingssom van de uit
breidingen f 1700 beneden de aanneemsom is.
Voorts zijn nog ingekomen de volgende verslagen:
Verslag van den Keuringsdienst voor waren over
1924.
Verslag van de Vereeniging van Nederlandsche
Gemeenten over 1924.
Ter inzage voor de leden.
En eveneens verslag van het Westfriesch Mu
seum. Deze verslagen liggen voor de leden ter in
zage.
Van Ged. Staten is bericht ontvangen dat de be
slissing van dat college op de geldieening, groot
f 12500, nog is aangehouden.
Een uitgebreide keuze
DAMES-, HEER EN- EN KINDERSCHOENEN.
VAN RUSWIJK'S
Schoenhanriel Schoenmakerij.
Prijzen naar kwaliteit zeer billijk.
Alle stukken worden voor kennisgeving aangeno
men.
Wegens vertrek uit de gemeente en wegens het
verlaten der school is ontheffing van schoolgeld
gevraagd door:
J. Klaver Gz., 2 maanden, 1 leerling, f 0.84H.
H. A. Wessels, 2 maanden, 3 leerlingen, fl.90;
J. Pluim, 2 maanden, 1 leerling, f 0.44;
S. van Splunter, 2 maanden, 1 leerling, f150;
D. Kort, 2 mjianden, 1 leerling, f0.45.
Burgemeester en Wethouders stellen voor de ge-
de ontheffing te verleenen.
Door den heer F. L. Oudendal, Gemeente-genees
heer alhier, wordt met ingang van 1 Augustus 1925
eervol ontslag gevraagd.
Burgemeester en Wethouders stellen voor eervol
ontslag te verleenen, met dankbetuiging voor de in
de betrekking van gemeentegeneesheer aan de ge
meente bewezen diensten.
Allen voor.
Volgt behandeling, van de ingekomen sollicitatie
stukken en zoo mogelijk, benoeming gemeente-ger
neesheer.
Ingevolge besluit van den Raad is eene oproeping
voor de betrekking van Gemeentegeneesheer ge
plaatst.
Voor deze betrekking hebben zich aangemeld twee
sollicitanten n.L de heeren J. G, A. Bosch, arts te
Winkel en P. A. Lahadie, arts te Blaricum; om
trent beide sollicitanten zijn inlichtingen ingewon
nen, welke ter inzage liggen voor de leden van den
Raad.
Voorzitter deelt mede, dat dokter Labadie Zon
dag bij hem is geweest. Spr. heeft hem geani
meerd om per auto de raadsleden te bezoeken. Eerst
wènschte hij een bespreking met den Raad. Het
gevolg daarvan was, dat hij zich wenschte terug
te trekken. Maar na eenige besproking met voor
zatter ihjj, en werd afgesproken, dat
Dinsdag de beslissing zou komen. Nu is er een
telegram dat hij zich terugtrekt. Voor oomité-
zittrng is hii niet veel reden meer.
De Jieer Breebaart hoeft dé stukken en de in
formaties naar de beide dokters nog niet gezien
dus wordt besloten toch nog in comité te gaaiw
Bij heropening wordt medegedeeld, dat do be
noeming is uitgesteld tot de volgende vergadering,
hoogst waarschijnlijk Vrijdagavond.
Door den heer Jb. van Zoonen, tijd. ambtenaar teij
Gemeentesecretarie, wordt verzocht zijn salaris te
verhoogen met f100 5 f200.
Burgemeester en Wethouders hebben bijj dit ver
zoek overwogen, dat hulp op de secretarie noodig
is, en hoewel) dit geen volslagen hulp behoeft te
zijn, toch een salaris van f300 niet hoog te noemen
is. Over het werk van Van Zoonen is men ten
volle tevreden..
Voorgesteld wordt een verhooging van f100 toe te
kennen ingaande 1 Juli 1925, terwijl dit voorstel als
een minimum wordt bedoeld en aan de beslissing
van den Raad wordt ovorgelaten om zoo noodig oen
hooger bedrag toe te kennen.
De heeren Breebaart. Dekker en Van Wijk verkla
ren zich voor f500, omdat de leeftijd van den amb
tenaar en zijn capaciteiten dit eischen. Men mag o en
jongeman van 20 a 21 jaar niet voor zulk een salaris'
zijn werk laten doeiL
20.
door EL PHTT.I.TPS OP PENH F.TM.
yWi© zijn grooter zondaren, mijnheer. Maddison?"
vroeg Ellen lachend, „de mannen of de vrouwen der
wereld?"
„Zonder twijfel dé mannen", antwoordde hij sneL.
„Hoe wij ook praten over de gelijkheid der seksen,
het feit blijft, dat vrouwen van aanleg eene zwak
kere natuur hebben dan. mannen. Zij hebben een
grootere bevattelijkheid en meer verlangen naar
genot. En dan, als haar léven voorbij is, hebben zij
nooit de bet eekenis van waar genot begrepen, van
genoegens, die geen reactie na zich sleepen en die
heerlijke verheffing van den geest, die alleen verkre
gen wordt door denken en door studie".
„Arme vrouwen!" mompelde mevruow Thurwell.
„Mijnheer Maddison, u maakt mij huiverig. Schilder
mijne sekse in meer glanzende kleuren, als u blieft,
of spreek niiet over baar. Denk er aan dat ik hier
.de eenige vrouw en wel van middelbaren Leeftijd
ben. Ellen reken ik heelemaal niet mee; ik zie dat
ze op weg is om te denken als u. Verraadster! Kom,
steek eene sigaret op, mijnheer Maddison. Ik houd
van dien geur en Ellen ook."
Hij nam er eene uit de doos, die zij hem toereikte,
cn stak ze langzaam aan. Zij hadden alles erg on-
vorinelijk gedaan. Het diner was opgediend in de
bibliotheek, een gezellig, klein vertrek met een groo-
ten open haard, waarin een vroolifk vuur brandde.
De gewone tafel was verruild met eene kleine, ronde,
die juist groot genoeg voor hen was en nu bij> het
dessert hadden zij hunne stoelen heel huiselijk rond
om het vuur geplaatst.
„Hier houd ik nu ^an", zeide Ellen zacht. „Ik vind
dit veel prettiger dan een diner of ergens heen uit
gaan".
„Kijk eens wat een verschil de tegenwoordigheid
van een beroemd letterkundige maakt", lachte me
vrouw Thurwell. „Nog maar weinige uren geleden,
zagen wij tegen een vervelenden avond aan Ellen,
zoowel als ik, mijnheer Maddison?"
„Vooral in aanmerking genomen uw afkeer van
gezelschap", voegde Ellen er aan tQe. ..Vindt u het
nu eindelijk niet een groote tijdverspilling om hier
met twee ongeleerde vrouwen te zitten praten, ih
plaats van bezieling te zoeken in uwe studie?"
Hij keek haar verwijtend aan.
„Eén louter toeval, ik meen het denken", ant
woordde zij luchtigjes. „Als ik niet op het land
woonde en een geest had, die verstandelijk uitsteekt
boven die van mijne omgeving daar, dan zou nie-
raan kunnen zeggen, wat er gebeurd was. Stadsleven
is zeer afleidend als men eenmaal in den tredmolen
meeloopt. Is het niet zoo, tante?"
Mevrouw Thurwell, die door en door een dame
der aristocratische kringen was, stond met een prui
lend gelaat op en haalde hare schouders op. „Ik wil
niet langer hooren naar de minachtende woorden
van jullie, hoogere geesten. Ik zal julie alleen laten,
dan zijn we van beide kanten in een beter gezel
schap. Dank u, mijnheer. Maddison", voegde zij er
aan toe, toen hij de deur voor haar openhield „Ver
ontschuldig mijn afwezigheid, wilt u?"
En zoo waren zij dan alleen! Toen hij de deur ge
sloten had en door de kamer heen naar zijn stoel
wandelde, kwam er weer in hem met eene zachte
overetelpendé heerlijkheid, iets van de ontroering bij
hun afscheid in het pijnbosch bij de rots. Vergeefs
kwamen hem flauw de leerstukken van zijn vroeger
leven in de herinnering, een leven van afstanddoen
en eenzaamheid. Op dai oogenbik wist hij meer dan
ooit de waarheid. De warme, frissche zonneschijn
lag over zijn dor leven en veriichtte met een wonder
lijken glans de donkerste plaatsen. Hij beminde deze
vrouw.
En zij was zeer schoon. Hij wierp een langen blik
op haar. zooals zij daar achterover lag in haar lagen,
gevlochten stoel den vuri'gen blik van een min
naar en hij gevoelde zijne krachtige kunstenaars
zinnelijkheid opgewekt worden door hare reine,
lichamelijke schoonheid. Het haard! icht wierp een
vreemd schijnsel op heur donkerblond haar dat golfde
langs haar ovaal gelaat en schoon voorhoofd met
schilderachtige losheid, en er was een hemelsche
glans over haar prachtige gelaatskleur, een licht in
hare oogen, dat door een ongewone opwinding scheen
ontstoken.
Ook zat zij daar zoo goed. Haar witsatijnen kleed
hing in lange, rechte lijnen om haar slanke, vol-
maaktschoone gestalte met al de bevalligheid van
een Griekscfh kleed, niet versierd dan door een bou-
quetje Napelsche viooltjes, die tusschen de vouwen
van oude kant te voorschijn kwamen, welke de open
ruimte van het uitgesneden bovenlijf van haar japon
opvulde Hij stond met vreemde, verwarde gevoelens
naar haar te kijken. Een nieuw leven brandde in zijn
aderen, en voor het eerst sinds zijne jongelingsjaren,
twijfelde hij aan zijne volkomen zelfbeheersching.
Zou hij hier durven blijven? Zou hij naast haar
kunnen zitten en ijdele woorden met haar wisselen?
.Eindelijk sloeg zij de oogen op en keek hem aAn.
zooals hij daar stond bewegingloos en vol ge
dachten in de schaduw van de kamer, en bij dien
blik voelde hij zijne sterkte verminderen en zijne
hartstochtelijke liefde opvlammn als vuur. Want
er was in hare oogen en ln haar gelaat en in hare
stem als zij sprak, iets van die zachte verandering,
die over het wezen van eene vrouw gegoten wordt
als zij bemint, en het geheim van haar doet gaan
een soort van zwijgend toegeven, een overgave, die
in zich heeft een fijn essence van een onbewust vra
gen.
„Kom, praat tot mij', zeide zij zacht. „Waarom
blijft u daar staan?"
Hij deed ten slotte een wanhopige poging. Met een
vreemden, onnatuurlijken lach schoof hij z\jn stoel
naar haar toe en begon snel te spreken, geen enkele
maal keek hij naar haar, en hij poogde zijne ge
dachten op zijn onderwerp alleen gericht te houden
maar hij gevoelde sterk hare aanwezigheid. Hij
sprak over allerlei zaken met buitengewone warmte,
wat haar meer dan eens verwonderd tot hem deed
opkijken. Om harentwille ontsloot hij hot binnenste
van zijn geest en de rijke voorraad van kunstenaars
gevoel ens, van anstig geheimgehouden herinneringen
stroomde naar buiten en werden geuit met die wel
sprekendheid van prachtige zinnen en sierlijke zins
wendingen, die zijne geschriften zoo beroemd hadden
gemaakt. Om harentwille ook deed hij zijne verbeel
ding gaan door «bijna onbetreden velden cn vertélde
haar van uitgelezene poëzie en gaf haar te zien het
door de zon beschenen landschap der gedachten. Al
de muziek van heerlijke tooneelen en zuiver, sterk
idealisme trilde door haar wezen heen. Dezen man j
moest zij beminnen. En toen zijn spreken langzamer
werd en zij weer dat eigenaardig beven in zijn stem
hoorde, waarvan haar vrouwenhart zoo gemakkelijk
de beteekenis kon zeggen, toen begon zij te verlangen
naar die weinige woorden van hem, die zij gevoelde,
dat het ontwaken van een nieuw leven in haar
zouden te weeg brengen. Hij moest die lichte ver
andering opmerken en zich afvragend of haar aan
dacht begon te kwijnen, hield hij op en hunne oogen
ontmoetten elkaar ineen starenden blik van die groo
te innigheid, die de geboorte aangeeft van een
nieuw gevoel tusschen een man en eene vrouw. Het
vuur in zijne oogen vertelde haar zijne liefde zóó
duidelijk als het droomerige maar beteekenisvolle
licht, dat in de haren scheen ook tot hem sprak en
toen zij het hoofd boog voor den toenemenden harts
tocht in zijn gelaat en de bleeke kleur haar op de
wangen kwam, toen kon zijn wil de woorden niet
langer inhouden. Hij voélde zijn adem versnellen en
zijn hart hield bijna op met slaan. Zijne polsen klop
ten snel en een vreemd, nieuw vreugde ge voel door
stroomde hem. Dit moest een einde hemen. Hij kon
het niet langer dragen.
En het scheen werkelijk zoo te zijn, want met een
Secretaris zegt, da ter nog over is gesproken om
op de begrooting het salaris uit te trekken op f 500.
De heer Brugman is voor het voorstel van B. en
W„ terwijl de heer Kamp zich in denzelfden geest uit
laat en meent dat de vroegere ambtenaar ook f400
had.
Ingelicht wordt dat dit ook f500 was, wat de heer
Kamp tot de conclusie doet komen, dat hij dan ook nu
voor f500 is.
B. en W. verklaren zich ook voor f500 en wordt dit
met algemeen© stemmen aangenomen, met ingang van
1 Juli.
De heer Brugman komt nog eens terug op het on
derhoud der Leijersloot. Alle gevraagde corporaties
om mee te helpen oato het onderhoud, hebben, even
als Winkel, afwijzend beschikt, met als gevolg meent
spr., dat de gemeente Nieuwe Niedorp de zaak laat
zooals ze i9. Dat is, meent spr., toch niet de weg. Het
is een groot algemeen belang en nu in Lutjewinkel
zelfs grooter schuiten komen dan vroeger, wil spr.
de zaak weer aanhangig maken en eens een confe
rentie houden met belanghebbende corporaties, om te
probeeren om tot overeenstemming te komen. Er kan
onderzocht worden of de gemeente Nieuwe Niedorp
de onderhoudsplichtige is. Zooals het nu is kan het
niet blijven.
De heer Spaans zegt dat het vast staat dat de ge
meente Nieuwe Niedorp de onderhoudsplichtige is. De
verbetering moet gezocht worden in do breedte- en
daarom is de oplossing zoo duur en is het voor Nieu
we Niedorp bezwaarlijk dit alleen te moeten betalen.
Voorzitter zegt eveneens, dat Nieuwe Niedorp de
onderhoudsplichtige is en als de verbetering dan zoo
noodzakelijk is, moet alles gedaan worden dat Ged.
Staten tot de verbetering dwingen. Dat zij als
achtergelegene zouden meehelpen in het onderhoud!,
acht spr. verkeerd en in andere opzichten, bijv. bij de
wegen en het onderhoud daarvan niet door te voe
ren.
De heer Brugman zegt, dat de klachten over het
vaarwater zeer gegrond zijn.
De heer Breebaart hoort tegenwoordig geen klach
ten.
De heer Spaans zegt dat met de grootere schepen,
de toestand nog slechter wordt. In de korte bochten
loopen deze vast en komen er steeds meer gebreken.
Spr. wijst or op hoe alleen de floot eigendom van
Nieuwe Niodorp is. hot aanliggende is voor Oude Nie
dorp. dus is het voor Nieuwe Niedorp zeer bezwaar
lijk om alle kosten te dragen.
De heer Brugman wijst op het noodzakelijke van
verbetering en spr. wil geon conferentie om direct
maar bij te dragen, maar wel om eens te bespreken
of er geen weg is te vinden om verbetering te krijgen.
Voorzitter wijst op Schuttevaer, die kennen den
weg wel, die hier gevolgd moet worden.
De heer Kriek voelt niets voor meehelpen, op die
wijze kan Heerhugowaard ook wel komen, en ook an
dere gemeenten voor het onderhoud hunner wegen.
Nieuwe Niedorp is verplicht tot het onderhoud en
moet het dan ook doen.
Ook de heer Breebaart acht het niet gewenscht
om bij te dragen, al mag het dan wellicht billijk ge
noemd kunnen worden. Op deze wijze zou er geen
eind komen en acht spr. het gewenscht Nieuwe Nie
dorp van honger hand te dwingen.
Na nog eenige bespreking legt de heer Brugman
zich bij do algemeene opinie neer.
De heer Dekker vraagt, B. en W. prijsopgaaf aan
den Raad te willen geven van een sproeimachine.
Het is volgens spr. een esich dat de straten in Winkel
en Lutjewinkel worden gesproeid. Het stuiven is met
dit autoverkeer ondragelijk.
Voorzitter wil dit wel doen, prijsopgaaf geven,
maar acht het slootwater voor sproei water niet ge-
plotselinge aandrift, greep hij hare blanke, onberingde
hand en trok die zacht naar zich toe. Er was een
lichte instinctieve tegenstand, die slechts een oogen-
blik duurde. Toen gaf zij zich over aan hem en het
gevoel van hare aanraking betooverde zijn bloed en
hij liet voor een oogenblik het vuur van zijnen groo-
ten hartstocht meester zijn.
Haar gelaat was van hem afgewend, maar hij zag
de flauwe kleur op hare wangen donkerder worden
en hare lippen zacht trillen. En toen doorstroomde
hem een gevoel, voor hetwelk zijne laatste slag hoo
rnen van weerstand ineenstortten als stof, iedere
snaar van zijn natuur werd aangestreken en ze deed
een wilde muziek hooren.
„Ellen, mijne lieveling, mijne lieveling!" riep hij
uit.
En zij keerde zich om, hare oogen waren door
tranen verduisterd, maar toch glansden zij van groot
geluk zij keerde zidh om en voelde zijne armen
om haar heengeslagen, zij hielden haa rvastgedrukt
tegen zijn hart in eene woeste, beeriijke omhelzing.
En het scheen haar toe alsof zij liiorvoor geleefd had.
HOOFDSTUK X.
De liefde van eene vrouw
Het sdieen hem toe in die weinige, gelukzalige
oogenblik ken van zijn leven dat herinnering wegstierf
en tijd stilstond. Het verleden met zijne afschuwelijke
smarten en de toekomst, waarover het zijne verkil
lende hand uitstrekte, waren weggezonken in het
heden. De overweldigende gedachte aan het heerlijke,
waarin hij nu gekomen was, had al zijne zinnen en
zijn denken vervuld. Zij waren samen en woorden
werden tusschen hen gewisseld, die eeuwig in zijn
hart zouden blijven leven. Maar ook de schoonste
zomerlucht blijft niet altijd schoon. Die oogenblik-
kon van verrukkend geluk, die in zekeren zin levens
lang blijven, zijn wat tijdsduur betreft, slechts van
korten duur. Want te gelijkertijd dat zijn hartstocht
plotseling eene wijze van uiting had gevonden, kwam
de koude stroom van sombere herinneringen weer
terug in zijn geest. Zij gevoelde dot zijne armen haar
loslieten en zij hief het hoofd op van zijnen schouder,
verwonderd, en hare verwondering sloeg over tot
vrees, want hij stond voor haar. bleek en met een
grooten strijd, die zich afspiegelde in zijn donkere
oogen.
„Ik ben krankzinnig geweest7"" mompelde hij met
heesche stem. „Vergeef mij! Ik moet weg van hier!"
Wordt vervolgd.