illlltll Bitlis- Het Geheim van Benard Brown Woensdag 22 Juli 1925 688t,e Janrgring. No. 76 6. Uitgevers i N.V. v.h. THAPMAN Co., Schagen. Raad Barsingerhorn. FEUILLETON. Nieuw®., Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder- dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Advef- tentlën nog zooveel mogelijk in het eerst uitkomend nummer geplaatst. POSTREKENING No. 23330. INT. TEUEF. no. 20. Prijs per 3 maanden Loea© nuzmnera 8 eert. APVRR'iKH* TIóN van 1 tot 5 rogel* fl.10, iedere regel meer 20 cent (bowijano. inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Vergadering van den Raad op Dinsdag 21 Juli 1925, des middags 3 uur. Afwezig de hoer Kistemaker met kennisgeving van vorh mdering. Voorzitter de Jieor K. B ree baart Dz-, burgemees tort secretaris d« heer P. Bronder. Na opening volgt vaststelling der notulen. Medcdocling wordt gedaan, dat ingekomen zijn: jaarverslag over 1924 van de Veroeniging van Ned. .Gemeenten, idem van den Keuringsdienst van Waren te Alkmaar; zullen circuleerengoed keuring van God. Staten op do gomoontereikoning, dienst 1923, een Prov. Blad, bevattende oon nadere regeling van de salarissen der gemeenteontvangers, voor Barsingerhorn was het salaris f700, weLk be drag gedurende 5 jaar met 6 pet. wordt vercnm- dord, waardoor het salaris teruggebracht Worflt tot f490. Ged. Staten keurden goed een suppletoire be grooting en het besluit van den Raad ten aanzien van Ue vaststelling van de heffïngsfactor. Do kasopnamo bij den gemeente-ontvanger over het 2ekwartaai 1925, gaf aan dat in kas rüoest zijn on was f-11502.46. Van den heer L. Strijder is^ bericht ingekomen, dat hij wegens vertrek naar Nieuwe Nieuorp ont slag neemt ais lid van het Weezen-Arm bestuur. Voorzitter brengt den heer Strijder dank voor hetgeen deze als voorzitter en ais lid. van het Weezen-Armbestuur voor dit college heelt gedaan. Iu oen volgende vergadering au tot benoeming van oen opvolger worden overgegaan. Van den Minister van Onderwijs is bericht logo komen, dat de bijdrage aan de Rijks Hoogere Bur gerschool te Alkmaar over 1924 niet zal zijn f574.74, maar f-55 minder, of f519.74. Voorzitter deelt mede, dat de gemeente in 't vervolg maar voor één leerling zal moeten betalen. De neer Blaauboer informeert voor hoeveel loer lingen deze verschuldigde bijdrage is. Voorzitter antwoordt, van voor 2 leerlingen, maar in hot bodrag is ook nog een bijdrage voor 4 leer lingen van vorig jaar. Bericht is ingekomen, dat de bijdrage, ingevolge do wet van 1897. over 1925 zal bedragen f 5178.33H. Al deze mededoelingon worden voor kennisgeving aangenomen. Het kohier van de hondenbzlasting wordt vastge steld tot een bedrag van f 269. B. en W. stellen voor, over te gaan tot onderhand- schen verhuur van het rondom de Westerbegraaf- plaats gelegen water als visdhwater. Voorzitter deelt, mede, dat aan verschillende per sonen is gevraagd naar het vischwater in te,schrij ven, doch er blijkt geen animo te zijn. Thans wil de heer Plakman het huren voor f 10 per jaar, gedü- rénde 5 jaar en B. en W. willen daartoe overgaan. De heer Blaauboer vraagt, of het niet op den weg ligt om dit vischwater tegelijk met de landerijen te- verpachten. Voorzitter antwoordt, dat het bijna niet te verhu ren is. Het,is ook aan het bord gepubliceerd gewor den. Me algemeene semmen wordt overeenkomstig bet voorstel van B. en W. bosloen. Ingevolge een aanschrijving van den Pensioenraad worden de pensioengrondslagen vastgesteld van de ambtenaren bij de Armbesturen. De Raad gaat accoord met de voorgestelde wijzi ging van de gemeentebegrooting. dienst 1924, en dienst 1925, waarbij enkele overschrijvingen plaats hebben en de betalingen zullen geschieden uit den post onvoorziene uitgaven. Wegens vertrek van den heer de Graaf van Kol- horn naar Barsingerhorn is er een vacature ont staan in de Commissie tot wering van schoolver zuim. De aanbeveling, door B. en W. opgemaakt, luidt: 1 M- v. d. Klooster, 2. P. Strijder, De hoer van der Klooster wordt mot algemeene stemmen be noemd. Tot voorloopig onderzoek van de rekeningen over den dienst 1924, worden aangewezen: voor de gemeenterekening do hoeren Schenk, Burger on Kooiman, voor de rekeningen van het Armoe stuur en het G.E.B. do hoeren Blaauboer en Kisteinaker. Bij de rondvraag informeert de heen- Blaauboer of te Kolhorn geen hulp kan worden verleend bij eventueele storing van de eleotrische beweging. Spr. deelt mee,' hoe "bij het dorschen een stop sprong, waarna iemand naar Barsingerhorn ging om den lijn werker. Bol zou komen, maar bleef weg en is later opgezocht. Het gevolg was, dat men met 8 man, oon uur of 3 moest wachten op stroom. Het is een onhoudbare toestand. Bij spr. zelf is door het onweer een zekering in de paal gesprongen, zoodat spr. in het geheel geen stroom heei't. Te Kolhorn is een drietal personen, die kunde hebben om dergelijke storingen in orde te maken. Ligt het nu met op den weg om iemand daarvoor aan te stellen en hem de sleutel van het transformatorgebouw te geven? Voorzitter wist niet dat er voor bedoelde storing opgebeld was. Do secretaris licht toe dat do secretarie door Oudt was opgebeld. Spr. was echter alleen op de secretarie,' kon dus geen boodschap naar Bol stu ken, doch had toevallig gehoord, dat Bol voor de I opheffing van een storing naar Kolhorn zou gaan on spr. heeft dan ook tegen Oudt gezegd, dat Bol hoogstwaarschijnlijk te Kolhorn zou zijn. Voorzitter zegt. dat de administrateur van het G.E.B. toevallig een dag of 3 met den heer Van der Oord naar „llocmaf" is, oen daar de zaak te bekij ken. B. en W. hebben een schrijven gekregen van de vereenging „Denk en Doe", waarin hetzelfde ge vraagd wordt als de heer Blaauboer nu bepleit. B. en W. hebben in overleg met den administrateur Hchtor afwijzend op het vorzoek beschikt, omdat h«d hun bezwaarlijk voorkwam. Het is trouwens een zaak die B. en W. aangaat en B. en W. hebben er hun redenen voor, oih niet op het verzoek in te gaan. De heer Blaauboer meent, dat hij als raadslid toch wel aan B. en W. mag vragen of er voor Kolhorn iemand aangesteld wordt die de eerste storingen op heft. Zoowel de administrateur als de lijnwerker kunnen niet altijd, pveral present wezen en spr. geeft dan ook niemand de schuld. De heer Engel meent ook, dat de heer Blaauboer het recht heeft, die vraag te stellen. De heer Blaauboer vraagt dan. om welke redenen B. en W. een dusdanige regeling niet willen. De heer Engel wijst er op, dat men niet alleen te doen heeft met Kolhorn. AJs voor Kolhorn iemand, buiten den lijnwerker om, werd aangesteld, zullon we voor Haringbuizen en Poolland ook oon der- gelijk verzoek krijgen. En dat zou meebrengen, dat we een geheel andor systeem zouden moctor. hebben. Dezelfde kwestie is vroeger ookk onder de oogen gezien, maar toen iflT beter gevonden één lijnwerker ie benoemen. Nu is de regeling moeilijk te wijzigen. Als dergelijke personen wor den aangesteld, dan wordt Bol natuurlijk zoowat Een uitgebreide keuzo DAMES-, HEER EN- EN KINDERSCHOENEN. VAN RLISWIJK'S Schoenhandel Schoenmakerij. Prijzen naar kwaliteit zeer billijk. niet meer gevraagd. De heer Blaauboer blijft er op aandringen, dat te Kolhorn iemand voor de storingen wordt aange wezen, spr doet dat Juist omdat het thans een wan toestand is, waarvan elke stroomgebruiker last heeft. De heer Engel oordeelt, dat dan bet heele vraag stuk gewijzigd zou moeten worden, want dan zou Bol alleen voor Barsingerhorn komen te staan. De heer Blaauboer zegt. dat bet niet zijn bedoo- ling is, dat de persoon te Kolhorn als lijnworkor op treedt. Bot zou 't oppertoezicht over alles kannen ouden en den volgenden dag kunnen komen zien hoe het na de storing is. Als ook voor Haringhuizen iemand w erd aangesteld, zou Bol wel voor Poolland kunnen blijven zorgen. De beer Smit zegt, dat het dan aanstonds zóó is dat we hebben 3 lijnwerkers met een opzichter. De heer Blaauboer gelooft niet. dat men het zóó zal behoeven te noemen. Moeten de stroomgebni- kers dezen wantoestand dan dulden totdat misschien 'Bol eens zaï bedanken als lijn werker? Voorzitter en ook andere leden erkennen, dat het vooral met dorschen zeer bezwaarlijk is als niet spoedig hulp aanwezig is en de heer Schenk oppert de idee dat iemand te Kolhorn wordt aangewezen, die alleen andere stoppen inzet, geen andere repa ratie aan het net doet. Voorzitter doet de toezegging dat B. en W. de zaak nog eens met den administrateur zullen be spreken. De heer Blaauboer dankt voor deze toezegging en hoopt, dat er spoedig verbetering in den toestand mag komen. Hierna sluiting. 25. door E. PHILLIPS OPPENHEIM. Het was oene wandeling vol herinncringspunten voor haar, herinneringspunten, die voor haar leven zoo dierbaar waren dat zij altijd trachtte op den- zelfden tijd van den dag hare wandeling te maken als toen zij daar een oogenblik hadden gestaan, hand in hand in de schaduw van het donkere bosch. Eu weer. als zoo menigmaal, klopte haar hart luid en zoete herdenking sleepte hare gedachten mee, toen zi; voortging onder die donkere wuivende tak ken, die zacht ritselden door den lichten, zoelen wind, en op de bruine bladen trapten, die in eene voch tige massa het kronkelende pad bedekten Ja. hier was het bij dien slanken den. hier hadden zij innig gelukkig gestaan een oogenblik, toen het gebrul van de zee de lucht vervulde, en als 't ware verboden sprak en het vreemde licht in zijn donkere pogen had geglansd. Zij ging de plaats met lang/amen. sle- l>i rsden tred en klopiK-nde polsen voorbij en de kleine poort openend, klom zij langzaam do rots op. Op den top hield zij even stil. Een lage, grijze mist hing over de heide en de schemer had zijn mantel van halve duisternis over zee en land geworpen. Een wind was opgestoken, die haar cape en rok om haar heen woei en den mist door de heide dreef in wolken van fijnen regen. Voor haar kon zij juist de omlijning van den tegenover!iggenden heuvel zien met zijn donkere plek van denneboomen en „Fnlcon's Nest" duidelijk en open dicht bij haar. De wind on de regen sloegen tegen haar aan. maar zij lette er niet óp. al de lichamelijke ongemakken schenen zoo klein naast die herinneringen met hare eigenaardige liefelijkheid. Het is een feit, dat cene vrouw veel meer geschikt is om genot te voelen van herinneringen dan een man. want er is in zijne na tuur een zeker ongeduld, dat zijne gedachten onmo gelijk, zoo aan het verleden kan doen gehecht blij ven. De oogenblikken van levendige herinnering wekken bij hem slechts groote onrust op naar her nieuwing die onbereikbaar is, slechts onstemd en on tevreden maakt. Maar voor een vrouw is hare liefde zelf. ook al is zij van het geliefde voorwerp ge scheiden, een heerlijk, kostbaar ding. Zij kan er zich aan overgeven, kan haar geest en haar ziel er mede vervullen tot een glans van innig geluk door heel i?r Wf'Zön' daarom is haar geduld gedurende eene scheiding zooveel grooter dan van een r»an Zoo was het tot op zekere hoogte met Ellen. Die weinige minuten van Innige verdieping hadden haar eigenaardig genot voor haar en eerst door den klank van de verafgelegen klok van „Thurwel Court". door den wind over de heide gedragen ,werd zij tot de werkelijkheid teruggevoerd. Toen ging zij weg en even later zou zij op weg zijn naar huis. Maar die blik van een lang vaarwel aan „Falcon's Nest" veranderde in een angstig, vreesachtig .staren. Haar hart bonsde en onwillekeurig ging zij een stap voorwaarts. Kr was geen twijfel aan. Een flauw zich bewegend licht scheen van uit de lagere ven sters van het huis. De gedachte, die het eerst bij heer opkwam, was. dat haar geliefde was teruggekeerd en eene trilling van innige vreugde ging door haar heen en stierf slechts weg voor de koude rilling van een hartver- scheurenden schrik. Was het niet veel waarschijn lijker dat iemand als Benjamin Levy, een spion of een ambtenaar van het rijk dat gedaan had om de zelfde reden? Haar hart zonk haar in de schoenen, maar haar moed keerde terstond terug met het trotsche instinct van een vrouw, die de vijanden van haar geliefde aan zijn ondergane bezig zien. Zij aar zelde geen oogenblik. maar wandelde vlug langs den rotskant naar het trillende licht. De schemer nam snel toe' on de koude, grijze tint van dien somberen namiddag ging in .luisternis over Toen zij naderbij kwam werd het zacht bruisen van de zee beneden vermengd met het droefgeestig zingen van den wind tusschen de dikke dennenboo- men. die over het huis* heen grpeiden. Alles in hét rond was zoo treurig 'en eenzaam als het zijn kon. Het eenige teeken van menschelijk leven, was dit. flauwe glinsterende licht, dat nu op eene plaats bleef, alsof de zoeker, wie hij ook zijn mocht, ge vonden had, wat h ijzocht en zich in een der kamers had neergezet. Toen zij nog dichterbij kwam. zag zij welke het was en beefde. Het overige deel van het huis was in het duister gehuld. Het licht scheen alleen van uit het raam van dat kleine studeervertrek beneden, binnen in het huis. Zij was de poort doorgegaan en naderde met klop pend hart het venster. F.en paar meters verder hield ze even op èn keek naar binnen. Eene kaars stond op een klein tafeltje te branden, en ofschoon haar licht flauw .wa9. kon men alles er bii zier Het kabinet was onen en nanieren lacn rondgestrooid, alsof zij hier en daar heengegoold waren bij een vergeelsch zoeken en met den rug naar haar toegekeerd zat een man voor de schrijf- tn'e' met zijn ontbloot hoofd op de artnen, en zijne eeheele "houding gaf een hartstochtelijke overgave aan een grooten wanhoop te kennen. Zij had maar eene gedachte. Haar geliefde was'teruggekeerd en hij had haar troost noodig. Met een nieuw licht ln het DE GEEST IN LIMBURG. Onder dit opschrift lezen wij het volgende inge zonden stuk in de N.R.Crt., dat wij als zeer kenmer kend voor den gee8t, welke hier en daar heerschon- de is, belangwekkend genoeg vinden om over te nemen 'Voor eenige maanden mocht ik een door mij in gezonden stuk in Uw blad opgenomen zien over „de Geest in Limburg". Ik deelde daarin mode, hoe er een streven in dit gewest ontstaat, dat ieder niet- Limburger en niet-Katholiek wil weren, on dat de leiding van deze beweging in handen is van de Limburgsche Liga, daarin gesteund door het door geen behoorlijk mensch gewaardeerde, doch in de ze provincie toch veel gelezen dagblad de Limbur ger Koerier. Dat die Limburgsche Liga hare werk zaamheden reeds krachtig heeft aangevangen moge blijken uit het hieronder volgend schoon(!) inge zonden stuk, opgenomen in de Limburger Koerier van 17 dezer. Open Brief aan den heer inspecteur der directe belastingen te Sittard. Wanneer ge de onderteekening van dit schrijven leest, schrik dan niet voorbarig. Wij meenen het goed. Zelfs met u, die zich hebt durven vergrijpen aan het kruis. gelaat keerde zij zich om en ging zachtjes naar de voordeur toe. Toen zij den drempel bereikt had. hield zij even op. en ging terug. Er klonken voetstap pen daarbinnen. Zij stapte achter een struik en wachtte. Dadelijk ging de deur van het huls open en de lange gestalte van een man stond in den ingang. Een oogenblik aarzelde bij. Toen hief hij met o«;np plotselinge, hartstochtelijke beweging de handen om hoog. boven zijn hoofd en zij hoorde een langen, die pen zucht van zijne lippen komen. Het medelijden, dat in haar hart ontstond, hield zij met sterke hand tegen. Eene vreemde ontsteltenis kwam Over haar. Zij zag slechts de donkere omlij ning van zijne gestalte, maar het was zeker haar geliefde niet. En toen hield zij den adem in, en vlug wegloopend, zoo dicht langs haar gaande, dut zij zijn bleek, verwrongen gelaat kon zien, snelde mijn heer Allan Beaumerville den tuin in en verdween in de schaduw van het bosch je. BOEK m. HOOFDSTUK I. Het tooneel.verandert. Pe middagzon was opgestegen in een lucht van diep wolkenloos blauw, stilte hljna volkomen als die'van den nacht rustte op do san' Een eenzaam Engelschman stapte alleen en bijna ongemerkt door Je zonderling zig-zag loopenue straten, de afgesleten grijze trappen op van hei be roemde Minerva-standboeld en op het vlakgemaakte gedeelte voor de aristocratische villa's van de kleine Italiaansche stad Het was eene verlaten heid, die hem beviel, want het was zeer duidelijk dat hij geen nieuwsgierig toerist was, noch toe vallig bezoeker van de een of andere soort. Zijne oogen waren vol van dien gretigen, half verstrooi den blik, die zoo juist het ontwaken te kennen geeft van oude herinneringen, die door eene beken de omgeving in het bewustzijn worden geroepen; en waarlijk, het was zoo. Iedere steen van die rustig slapende, schilderachtige, oude stad sprak zijn eigen taal tot Bernard Maddison. Zelfs de lucht, vervuld van eene drukkende, afmattende hitte van een Zui delijke zon. scheen overladen met herinneringen. Haar invloed deed zich sterk op hem gelden en hij wandelde als een mensch in een droom, tot lat hij bereikte, wat zijn doel scheen en hier bleef hij stilstaan. Hij was aan het einde van de terras wandeling ge komen, de avondwandeling van de heele stad. Voor hem stond een klein bo9chje van oranjeboomen. wier fijne geur de lucht vervulde, dit voegde nog eene herinnering aan de overige toe. Aan zijne rech- Ge weet natuurlijk zeer goed, hoe de Limburg sche bevolking de aanranding harer godsdienstig© overtuiging, door u te Gelecn gepleegd, opvat. We behoeven u dit niet te herhalen. We willen u enkel een goeden raad geven. Niet om nogmaals o doorzichtige onhandig© handighoid te pogen den betrokken minister do gevolgen uwer ergerlijke daad over te laten. We adviseeren u alleen tijdig overplaatsing aan te vragen. Hier hebt go bewezen voor de rust van land en gewest volstrekt niet onschadelijk te zijn. Ge hebt misschien de Limburgsche gemoedelijk heid overschat. Die strek tzich intusschen niet uit tot schandelijke lamlendigheid op religieus gebied. Nogmaals en zeer dringend adv is ee ren wij u: vraag onvorwijld overplaatsing aan. Voor u hopen we bij voorbaat al een goede plaats in een bij uw mentaliteit passende omgeving. Met de u toekomende achtig, De Limburgsche Liga. fWeet men. wat voor vreeselljks er in Geleen is gebeurd? Een inspecteur der belastingen vond het niet wenschelijk, dat in een kantoor, waar een Rijks dienst (het ontvangerskantoor der directe belasting) was gevestigd, een kruisbeeld hing; n?#rl.-g met den ontvanger, die nota bene kaholiek er. het met den inpsecteur eens was. werd het be^ld verwijderd. Naar aanleiding van dit hemeltergend feit wordt den inspecteur gesommeerd om ten spoedigste zijn biezen te pakken en Limburg te verlaten. Wat denkt men wel van den toon, waarop deze sommatie is gesteld? Men krijgt den indruk, dat we teruggaan naar de tijden van .de inquisitie; de i Bloedraad, in casu de Limburgsche Liga, zal beslis sen, wie in Limburg geduld wordt. En wie vormen dio Liga? Voor een groot deel is dat „geheim"; men heeft nl. het stolsel van de „geheime leden" uitge dacht; do Limburger Koerier, die altijd als een be zetene te keer gaat tegen de Vrijmetselarij, omdat die zoo in het geheim zou werken, vindt dit oen schoone uitvinding. Hot is niet gonoeg, dat men strijd gaat voeren tegen de Prolesanten, neen, ook moet nog geheim, blijven, wie dit doen! Waartoe die geheimzinnigheid? Wil men er do Protestanten op die wijze nog meer in laten vliegen? En do sta tuten dezer schoone vereeniglng moeten Koninklijk goedgekeurd worden; do demissionaire regeering zorgde wol voor weigering van goedkeuring van da statuten van veroenigingen, die haar niet welgeval lig waren (do Dngernnds-statutcn); hoe zal de nieu we regeoring staan tegenover een vereenJging, dio <len strijd tegen de protestanten, waartoe ook bet Hoofd van den staat behoort, gaat aanbinden? Hot Protestantisme in Nederland in hot algemeen en in Limburg, in het bijzonder, zij gewaarschuwd, al stoelen blijkbaar de anti-revolutionairen en do christelijk-historischen op denzelfden wortel der go-. I loofs als de roomsch-katholiekenl HOOGWOUD. Bij do overgangsexamens van do Rijks Hoogere Burger School te Hoorn zijn allo uit deze gemeente komende leerlingen geslaagd, te weten van de le naar de 2e klasse Jo. Appel; van de 2e naar de 3o klasse: Gr. M. Rossen-, Francisca van der Wiel en A_ L. van de Wiel en, van de 4e naar de 5e klasse Dirk Breeba&rt. KOSTEN VAN LEVENSONDERHOUD TE AM STERDAM! Blijkens bericht van bet bureau van statistiek dé zer gemeente, bedraagt het indexcijfer der kosten van het levensonderhoud over Juni 1925 83.8, of een daling van 1&2 pet, beneden Maart 1920. Over Maart terhand was een grijssteenen muur, afgesleten en afgebrokkeld van ouderdom en begroeid! met groen klimop en struikgewas. Daarin was eene lage met nagels voorziene deur van klooaterachiigon vorm, half verborgen door een weelderig neerhangenden struik, uit wiens bladertooi stervormige trossen van zAchtroode bloemen te voorschijn kwamen. Gedurende vele minuten stond hij voor die deur met zijne hand rustend op de roestige klink, in eene soort apathie, alsof hij angstig was een zeke ren gedachtestroom te verbreken. Toen deed eene zacht klinkende bel van een klooster in de vallei beneden hem uit zijn gepeins ontwaken en onmid dellijk lichtte hij de klink op Er was geen andere sluiting en de deur ging onmiddellijk open. Hij ging naar binnen en sloot haar zeer zorgvuldig. Hij was in een tuin. een tuin van afzondering, dien de natuur voor zichzelve scheen te hebben gehouden en had mooi gemaakt. Het was overal een weelderige groei. Het gras op de paden geleek wel een bosch. het was over het vasts:uk geeroeid der diepe, grijssteenen bekkens an prachtige vormen mooi uitgesneden, over de klé» standbeeldjes, die waggelden van ouderdom, -©SPUen versleten, ouden zonnewijzer, waarover de schuins vallende stralen van de zon nog glansden. Ook onkruid was over hen heen gekropen in sierlijke slingers, oukroid dat van plan was verwoesting aan te brengen, maar ten slotte versierd© niet al den overvloed van onbe- perfcten groei. Sommigen van hen hadden prachtige bloesems voortgebracht van velerlei grootte, kleine plekjes van prachtige kleurafstekeud tegen de som bere. hooge steenmassa en het donkere groen der bladeren. De kiezelpaden, waren bedolven onder zacht groen mos, afgebroken roet bosjes witte en paarse viool tjes. wier fijne geur. vermengd met den vreemden geur van andere planten de wanne lucht vulde met een bijzonder bedwelmende oduer. Een weinig overspannen door de hitte en ook door ontroerende herinneringen, zonk Bernard Maddison op een lage ijzeren bank neer, onder de schaduw van eene kleine groep amandelboomen en bedekte het gelaat met *le handen. Kn er kwam, toen hij daar zat. iets meer levendigs dan een gewone droom, dien men overdag kan hebben, iets zoo wer kelijk en in bijzonderheden uitgewerkt, dat het la ter voor hem nl de frischheid en heteekenis had van een werkelijke geestvervoering. Het scheen in derdaad. alsof de eene of andere ^geheimzinnige macht het gordijn van het verleden had weggerukt in zijn geest en hem had gevraagd nog eens te zien op de spelende hersenen in een aan den gang zijnd tooneelstuk Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1925 | | pagina 1