illlltll Bitlis-
Het Geheim van Benard Brown
Woensdag 22 Juli 1925
688t,e Janrgring. No. 76 6.
Uitgevers i N.V. v.h. THAPMAN Co., Schagen.
Raad Barsingerhorn.
FEUILLETON.
Nieuw®.,
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder-
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Advef-
tentlën nog zooveel mogelijk in het eerst uitkomend nummer geplaatst.
POSTREKENING No. 23330. INT. TEUEF. no. 20.
Prijs per 3 maanden Loea© nuzmnera 8 eert. APVRR'iKH*
TIóN van 1 tot 5 rogel* fl.10, iedere regel meer 20 cent (bowijano.
inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Vergadering van den Raad op Dinsdag 21 Juli
1925, des middags 3 uur.
Afwezig de hoer Kistemaker met kennisgeving
van vorh mdering.
Voorzitter de Jieor K. B ree baart Dz-, burgemees
tort secretaris d« heer P. Bronder.
Na opening volgt vaststelling der notulen.
Medcdocling wordt gedaan, dat ingekomen zijn:
jaarverslag over 1924 van de Veroeniging van
Ned. .Gemeenten, idem van den Keuringsdienst
van Waren te Alkmaar; zullen circuleerengoed
keuring van God. Staten op do gomoontereikoning,
dienst 1923, een Prov. Blad, bevattende oon nadere
regeling van de salarissen der gemeenteontvangers,
voor Barsingerhorn was het salaris f700, weLk be
drag gedurende 5 jaar met 6 pet. wordt vercnm-
dord, waardoor het salaris teruggebracht Worflt
tot f490.
Ged. Staten keurden goed een suppletoire be
grooting en het besluit van den Raad ten aanzien
van Ue vaststelling van de heffïngsfactor.
Do kasopnamo bij den gemeente-ontvanger over
het 2ekwartaai 1925, gaf aan dat in kas rüoest zijn
on was f-11502.46.
Van den heer L. Strijder is^ bericht ingekomen,
dat hij wegens vertrek naar Nieuwe Nieuorp ont
slag neemt ais lid van het Weezen-Arm bestuur.
Voorzitter brengt den heer Strijder dank voor
hetgeen deze als voorzitter en ais lid. van het
Weezen-Armbestuur voor dit college heelt gedaan.
Iu oen volgende vergadering au tot benoeming
van oen opvolger worden overgegaan.
Van den Minister van Onderwijs is bericht logo
komen, dat de bijdrage aan de Rijks Hoogere Bur
gerschool te Alkmaar over 1924 niet zal zijn f574.74,
maar f-55 minder, of f519.74.
Voorzitter deelt mede, dat de gemeente in 't
vervolg maar voor één leerling zal moeten betalen.
De neer Blaauboer informeert voor hoeveel loer
lingen deze verschuldigde bijdrage is.
Voorzitter antwoordt, van voor 2 leerlingen, maar
in hot bodrag is ook nog een bijdrage voor 4 leer
lingen van vorig jaar.
Bericht is ingekomen, dat de bijdrage, ingevolge
do wet van 1897. over 1925 zal bedragen f 5178.33H.
Al deze mededoelingon worden voor kennisgeving
aangenomen.
Het kohier van de hondenbzlasting wordt vastge
steld tot een bedrag van f 269.
B. en W. stellen voor, over te gaan tot onderhand-
schen verhuur van het rondom de Westerbegraaf-
plaats gelegen water als visdhwater.
Voorzitter deelt, mede, dat aan verschillende per
sonen is gevraagd naar het vischwater in te,schrij
ven, doch er blijkt geen animo te zijn. Thans wil de
heer Plakman het huren voor f 10 per jaar, gedü-
rénde 5 jaar en B. en W. willen daartoe overgaan.
De heer Blaauboer vraagt, of het niet op den weg
ligt om dit vischwater tegelijk met de landerijen te-
verpachten.
Voorzitter antwoordt, dat het bijna niet te verhu
ren is. Het,is ook aan het bord gepubliceerd gewor
den.
Me algemeene semmen wordt overeenkomstig
bet voorstel van B. en W. bosloen.
Ingevolge een aanschrijving van den Pensioenraad
worden de pensioengrondslagen vastgesteld van de
ambtenaren bij de Armbesturen.
De Raad gaat accoord met de voorgestelde wijzi
ging van de gemeentebegrooting. dienst 1924, en
dienst 1925, waarbij enkele overschrijvingen plaats
hebben en de betalingen zullen geschieden uit den
post onvoorziene uitgaven.
Wegens vertrek van den heer de Graaf van Kol-
horn naar Barsingerhorn is er een vacature ont
staan in de Commissie tot wering van schoolver
zuim.
De aanbeveling, door B. en W. opgemaakt, luidt:
1 M- v. d. Klooster, 2. P. Strijder, De hoer van
der Klooster wordt mot algemeene stemmen be
noemd.
Tot voorloopig onderzoek van de rekeningen
over den dienst 1924, worden aangewezen: voor
de gemeenterekening do hoeren Schenk, Burger
on Kooiman, voor de rekeningen van het Armoe
stuur en het G.E.B. do hoeren Blaauboer en
Kisteinaker.
Bij de rondvraag informeert de heen- Blaauboer
of te Kolhorn geen hulp kan worden verleend
bij eventueele storing van de eleotrische beweging.
Spr. deelt mee,' hoe "bij het dorschen een stop
sprong, waarna iemand naar Barsingerhorn ging
om den lijn werker. Bol zou komen, maar bleef
weg en is later opgezocht. Het gevolg was, dat
men met 8 man, oon uur of 3 moest wachten op
stroom. Het is een onhoudbare toestand. Bij spr.
zelf is door het onweer een zekering in de paal
gesprongen, zoodat spr. in het geheel geen stroom
heei't. Te Kolhorn is een drietal personen, die
kunde hebben om dergelijke storingen in orde
te maken. Ligt het nu met op den weg om iemand
daarvoor aan te stellen en hem de sleutel van het
transformatorgebouw te geven?
Voorzitter wist niet dat er voor bedoelde storing
opgebeld was.
Do secretaris licht toe dat do secretarie door
Oudt was opgebeld. Spr. was echter alleen op de
secretarie,' kon dus geen boodschap naar Bol stu
ken, doch had toevallig gehoord, dat Bol voor de
I opheffing van een storing naar Kolhorn zou gaan
on spr. heeft dan ook tegen Oudt gezegd, dat Bol
hoogstwaarschijnlijk te Kolhorn zou zijn.
Voorzitter zegt. dat de administrateur van het
G.E.B. toevallig een dag of 3 met den heer Van der
Oord naar „llocmaf" is, oen daar de zaak te bekij
ken. B. en W. hebben een schrijven gekregen van de
vereenging „Denk en Doe", waarin hetzelfde ge
vraagd wordt als de heer Blaauboer nu bepleit. B.
en W. hebben in overleg met den administrateur
Hchtor afwijzend op het vorzoek beschikt, omdat h«d
hun bezwaarlijk voorkwam. Het is trouwens een
zaak die B. en W. aangaat en B. en W. hebben er
hun redenen voor, oih niet op het verzoek in te
gaan.
De heer Blaauboer meent, dat hij als raadslid toch
wel aan B. en W. mag vragen of er voor Kolhorn
iemand aangesteld wordt die de eerste storingen op
heft. Zoowel de administrateur als de lijnwerker
kunnen niet altijd, pveral present wezen en spr. geeft
dan ook niemand de schuld.
De heer Engel meent ook, dat de heer Blaauboer
het recht heeft, die vraag te stellen.
De heer Blaauboer vraagt dan. om welke redenen
B. en W. een dusdanige regeling niet willen.
De heer Engel wijst er op, dat men niet alleen te
doen heeft met Kolhorn. AJs voor Kolhorn iemand,
buiten den lijnwerker om, werd aangesteld, zullon
we voor Haringbuizen en Poolland ook oon der-
gelijk verzoek krijgen. En dat zou meebrengen,
dat we een geheel andor systeem zouden moctor.
hebben. Dezelfde kwestie is vroeger ookk onder
de oogen gezien, maar toen iflT beter gevonden
één lijnwerker ie benoemen. Nu is de regeling
moeilijk te wijzigen. Als dergelijke personen wor
den aangesteld, dan wordt Bol natuurlijk zoowat
Een uitgebreide keuzo
DAMES-, HEER EN- EN KINDERSCHOENEN.
VAN RLISWIJK'S
Schoenhandel Schoenmakerij.
Prijzen naar kwaliteit zeer billijk.
niet meer gevraagd.
De heer Blaauboer blijft er op aandringen, dat
te Kolhorn iemand voor de storingen wordt aange
wezen, spr doet dat Juist omdat het thans een wan
toestand is, waarvan elke stroomgebruiker last
heeft.
De heer Engel oordeelt, dat dan bet heele vraag
stuk gewijzigd zou moeten worden, want dan zou
Bol alleen voor Barsingerhorn komen te staan.
De heer Blaauboer zegt. dat bet niet zijn bedoo-
ling is, dat de persoon te Kolhorn als lijnworkor op
treedt. Bot zou 't oppertoezicht over alles kannen
ouden en den volgenden dag kunnen komen zien
hoe het na de storing is. Als ook voor Haringhuizen
iemand w erd aangesteld, zou Bol wel voor Poolland
kunnen blijven zorgen.
De beer Smit zegt, dat het dan aanstonds zóó is
dat we hebben 3 lijnwerkers met een opzichter.
De heer Blaauboer gelooft niet. dat men het zóó
zal behoeven te noemen. Moeten de stroomgebni-
kers dezen wantoestand dan dulden totdat misschien
'Bol eens zaï bedanken als lijn werker?
Voorzitter en ook andere leden erkennen, dat het
vooral met dorschen zeer bezwaarlijk is als niet
spoedig hulp aanwezig is en de heer Schenk oppert
de idee dat iemand te Kolhorn wordt aangewezen,
die alleen andere stoppen inzet, geen andere repa
ratie aan het net doet.
Voorzitter doet de toezegging dat B. en W. de
zaak nog eens met den administrateur zullen be
spreken.
De heer Blaauboer dankt voor deze toezegging en
hoopt, dat er spoedig verbetering in den toestand
mag komen.
Hierna sluiting.
25.
door E. PHILLIPS OPPENHEIM.
Het was oene wandeling vol herinncringspunten
voor haar, herinneringspunten, die voor haar leven
zoo dierbaar waren dat zij altijd trachtte op den-
zelfden tijd van den dag hare wandeling te maken
als toen zij daar een oogenblik hadden gestaan,
hand in hand in de schaduw van het donkere bosch.
Eu weer. als zoo menigmaal, klopte haar hart luid
en zoete herdenking sleepte hare gedachten mee,
toen zi; voortging onder die donkere wuivende tak
ken, die zacht ritselden door den lichten, zoelen wind,
en op de bruine bladen trapten, die in eene voch
tige massa het kronkelende pad bedekten Ja. hier
was het bij dien slanken den. hier hadden zij innig
gelukkig gestaan een oogenblik, toen het gebrul van
de zee de lucht vervulde, en als 't ware verboden
sprak en het vreemde licht in zijn donkere pogen
had geglansd. Zij ging de plaats met lang/amen. sle-
l>i rsden tred en klopiK-nde polsen voorbij en de
kleine poort openend, klom zij langzaam do rots op.
Op den top hield zij even stil. Een lage, grijze mist
hing over de heide en de schemer had zijn mantel
van halve duisternis over zee en land geworpen.
Een wind was opgestoken, die haar cape en rok
om haar heen woei en den mist door de heide dreef
in wolken van fijnen regen. Voor haar kon zij juist
de omlijning van den tegenover!iggenden heuvel
zien met zijn donkere plek van denneboomen en
„Fnlcon's Nest" duidelijk en open dicht bij haar.
De wind on de regen sloegen tegen haar aan. maar
zij lette er niet óp. al de lichamelijke ongemakken
schenen zoo klein naast die herinneringen met hare
eigenaardige liefelijkheid. Het is een feit, dat cene
vrouw veel meer geschikt is om genot te voelen van
herinneringen dan een man. want er is in zijne na
tuur een zeker ongeduld, dat zijne gedachten onmo
gelijk, zoo aan het verleden kan doen gehecht blij
ven. De oogenblikken van levendige herinnering
wekken bij hem slechts groote onrust op naar her
nieuwing die onbereikbaar is, slechts onstemd en on
tevreden maakt. Maar voor een vrouw is hare liefde
zelf. ook al is zij van het geliefde voorwerp ge
scheiden, een heerlijk, kostbaar ding. Zij kan er zich
aan overgeven, kan haar geest en haar ziel er mede
vervullen tot een glans van innig geluk door heel
i?r Wf'Zön' daarom is haar geduld gedurende eene
scheiding zooveel grooter dan van een r»an
Zoo was het tot op zekere hoogte met Ellen. Die
weinige minuten van Innige verdieping hadden haar
eigenaardig genot voor haar en eerst door den klank
van de verafgelegen klok van „Thurwel Court". door
den wind over de heide gedragen ,werd zij tot de
werkelijkheid teruggevoerd. Toen ging zij weg en
even later zou zij op weg zijn naar huis.
Maar die blik van een lang vaarwel aan „Falcon's
Nest" veranderde in een angstig, vreesachtig .staren.
Haar hart bonsde en onwillekeurig ging zij een stap
voorwaarts. Kr was geen twijfel aan. Een flauw
zich bewegend licht scheen van uit de lagere ven
sters van het huis.
De gedachte, die het eerst bij heer opkwam, was.
dat haar geliefde was teruggekeerd en eene trilling
van innige vreugde ging door haar heen en stierf
slechts weg voor de koude rilling van een hartver-
scheurenden schrik. Was het niet veel waarschijn
lijker dat iemand als Benjamin Levy, een spion of
een ambtenaar van het rijk dat gedaan had om de
zelfde reden? Haar hart zonk haar in de schoenen,
maar haar moed keerde terstond terug met het
trotsche instinct van een vrouw, die de vijanden van
haar geliefde aan zijn ondergane bezig zien. Zij aar
zelde geen oogenblik. maar wandelde vlug langs den
rotskant naar het trillende licht.
De schemer nam snel toe' on de koude, grijze tint
van dien somberen namiddag ging in .luisternis
over Toen zij naderbij kwam werd het zacht bruisen
van de zee beneden vermengd met het droefgeestig
zingen van den wind tusschen de dikke dennenboo-
men. die over het huis* heen grpeiden. Alles in hét
rond was zoo treurig 'en eenzaam als het zijn kon.
Het eenige teeken van menschelijk leven, was dit.
flauwe glinsterende licht, dat nu op eene plaats
bleef, alsof de zoeker, wie hij ook zijn mocht, ge
vonden had, wat h ijzocht en zich in een der kamers
had neergezet.
Toen zij nog dichterbij kwam. zag zij welke het
was en beefde. Het overige deel van het huis was
in het duister gehuld. Het licht scheen alleen van
uit het raam van dat kleine studeervertrek beneden,
binnen in het huis.
Zij was de poort doorgegaan en naderde met klop
pend hart het venster. F.en paar meters verder hield
ze even op èn keek naar binnen.
Eene kaars stond op een klein tafeltje te branden,
en ofschoon haar licht flauw .wa9. kon men alles er
bii zier Het kabinet was onen en nanieren lacn
rondgestrooid, alsof zij hier en daar heengegoold
waren bij een vergeelsch zoeken en met den rug
naar haar toegekeerd zat een man voor de schrijf-
tn'e' met zijn ontbloot hoofd op de artnen, en zijne
eeheele "houding gaf een hartstochtelijke overgave
aan een grooten wanhoop te kennen. Zij had maar
eene gedachte. Haar geliefde was'teruggekeerd en hij
had haar troost noodig. Met een nieuw licht ln het
DE GEEST IN LIMBURG.
Onder dit opschrift lezen wij het volgende inge
zonden stuk in de N.R.Crt., dat wij als zeer kenmer
kend voor den gee8t, welke hier en daar heerschon-
de is, belangwekkend genoeg vinden om over te
nemen
'Voor eenige maanden mocht ik een door mij in
gezonden stuk in Uw blad opgenomen zien over „de
Geest in Limburg". Ik deelde daarin mode, hoe er
een streven in dit gewest ontstaat, dat ieder niet-
Limburger en niet-Katholiek wil weren, on dat de
leiding van deze beweging in handen is van de
Limburgsche Liga, daarin gesteund door het door
geen behoorlijk mensch gewaardeerde, doch in de
ze provincie toch veel gelezen dagblad de Limbur
ger Koerier. Dat die Limburgsche Liga hare werk
zaamheden reeds krachtig heeft aangevangen moge
blijken uit het hieronder volgend schoon(!) inge
zonden stuk, opgenomen in de Limburger Koerier
van 17 dezer.
Open Brief
aan den heer inspecteur der directe belastingen
te Sittard.
Wanneer ge de onderteekening van dit schrijven
leest, schrik dan niet voorbarig.
Wij meenen het goed.
Zelfs met u, die zich hebt durven vergrijpen aan
het kruis.
gelaat keerde zij zich om en ging zachtjes naar de
voordeur toe. Toen zij den drempel bereikt had.
hield zij even op. en ging terug. Er klonken voetstap
pen daarbinnen. Zij stapte achter een struik en
wachtte. Dadelijk ging de deur van het huls open en
de lange gestalte van een man stond in den ingang.
Een oogenblik aarzelde bij. Toen hief hij met o«;np
plotselinge, hartstochtelijke beweging de handen om
hoog. boven zijn hoofd en zij hoorde een langen, die
pen zucht van zijne lippen komen.
Het medelijden, dat in haar hart ontstond, hield
zij met sterke hand tegen. Eene vreemde ontsteltenis
kwam Over haar. Zij zag slechts de donkere omlij
ning van zijne gestalte, maar het was zeker haar
geliefde niet. En toen hield zij den adem in, en vlug
wegloopend, zoo dicht langs haar gaande, dut zij
zijn bleek, verwrongen gelaat kon zien, snelde mijn
heer Allan Beaumerville den tuin in en verdween
in de schaduw van het bosch je.
BOEK m.
HOOFDSTUK I.
Het tooneel.verandert.
Pe middagzon was opgestegen in een lucht van
diep wolkenloos blauw, stilte hljna
volkomen als die'van den nacht rustte op do san'
Een eenzaam Engelschman stapte alleen en bijna
ongemerkt door Je zonderling zig-zag loopenue
straten, de afgesleten grijze trappen op van hei be
roemde Minerva-standboeld en op het vlakgemaakte
gedeelte voor de aristocratische villa's van de
kleine Italiaansche stad Het was eene verlaten
heid, die hem beviel, want het was zeer duidelijk
dat hij geen nieuwsgierig toerist was, noch toe
vallig bezoeker van de een of andere soort. Zijne
oogen waren vol van dien gretigen, half verstrooi
den blik, die zoo juist het ontwaken te kennen
geeft van oude herinneringen, die door eene beken
de omgeving in het bewustzijn worden geroepen;
en waarlijk, het was zoo. Iedere steen van die rustig
slapende, schilderachtige, oude stad sprak zijn eigen
taal tot Bernard Maddison. Zelfs de lucht, vervuld
van eene drukkende, afmattende hitte van een Zui
delijke zon. scheen overladen met herinneringen.
Haar invloed deed zich sterk op hem gelden en
hij wandelde als een mensch in een droom, tot lat
hij bereikte, wat zijn doel scheen en hier bleef
hij stilstaan.
Hij was aan het einde van de terras wandeling ge
komen, de avondwandeling van de heele stad. Voor
hem stond een klein bo9chje van oranjeboomen.
wier fijne geur de lucht vervulde, dit voegde nog
eene herinnering aan de overige toe. Aan zijne rech-
Ge weet natuurlijk zeer goed, hoe de Limburg
sche bevolking de aanranding harer godsdienstig©
overtuiging, door u te Gelecn gepleegd, opvat. We
behoeven u dit niet te herhalen.
We willen u enkel een goeden raad geven.
Niet om nogmaals o doorzichtige onhandig©
handighoid te pogen den betrokken minister do
gevolgen uwer ergerlijke daad over te laten.
We adviseeren u alleen tijdig overplaatsing aan
te vragen. Hier hebt go bewezen voor de rust van
land en gewest volstrekt niet onschadelijk te zijn.
Ge hebt misschien de Limburgsche gemoedelijk
heid overschat. Die strek tzich intusschen niet uit tot
schandelijke lamlendigheid op religieus gebied.
Nogmaals en zeer dringend adv is ee ren wij u:
vraag onvorwijld overplaatsing aan.
Voor u hopen we bij voorbaat al een goede plaats
in een bij uw mentaliteit passende omgeving.
Met de u toekomende achtig,
De Limburgsche Liga.
fWeet men. wat voor vreeselljks er in Geleen is
gebeurd? Een inspecteur der belastingen vond het
niet wenschelijk, dat in een kantoor, waar een Rijks
dienst (het ontvangerskantoor der directe belasting)
was gevestigd, een kruisbeeld hing; n?#rl.-g met
den ontvanger, die nota bene kaholiek er. het met
den inpsecteur eens was. werd het be^ld verwijderd.
Naar aanleiding van dit hemeltergend feit wordt
den inspecteur gesommeerd om ten spoedigste zijn
biezen te pakken en Limburg te verlaten.
Wat denkt men wel van den toon, waarop deze
sommatie is gesteld? Men krijgt den indruk, dat we
teruggaan naar de tijden van .de inquisitie; de
i Bloedraad, in casu de Limburgsche Liga, zal beslis
sen, wie in Limburg geduld wordt. En wie vormen
dio Liga? Voor een groot deel is dat „geheim"; men
heeft nl. het stolsel van de „geheime leden" uitge
dacht; do Limburger Koerier, die altijd als een be
zetene te keer gaat tegen de Vrijmetselarij, omdat
die zoo in het geheim zou werken, vindt dit oen
schoone uitvinding. Hot is niet gonoeg, dat men
strijd gaat voeren tegen de Prolesanten, neen, ook
moet nog geheim, blijven, wie dit doen! Waartoe die
geheimzinnigheid? Wil men er do Protestanten op
die wijze nog meer in laten vliegen? En do sta
tuten dezer schoone vereeniglng moeten Koninklijk
goedgekeurd worden; do demissionaire regeering
zorgde wol voor weigering van goedkeuring van da
statuten van veroenigingen, die haar niet welgeval
lig waren (do Dngernnds-statutcn); hoe zal de nieu
we regeoring staan tegenover een vereenJging, dio
<len strijd tegen de protestanten, waartoe ook bet
Hoofd van den staat behoort, gaat aanbinden?
Hot Protestantisme in Nederland in hot algemeen
en in Limburg, in het bijzonder, zij gewaarschuwd,
al stoelen blijkbaar de anti-revolutionairen en do
christelijk-historischen op denzelfden wortel der go-.
I loofs als de roomsch-katholiekenl
HOOGWOUD.
Bij do overgangsexamens van do Rijks Hoogere
Burger School te Hoorn zijn allo uit deze gemeente
komende leerlingen geslaagd, te weten van de le
naar de 2e klasse Jo. Appel; van de 2e naar de 3o
klasse: Gr. M. Rossen-, Francisca van der Wiel en
A_ L. van de Wiel en, van de 4e naar de 5e klasse
Dirk Breeba&rt.
KOSTEN VAN LEVENSONDERHOUD TE AM
STERDAM!
Blijkens bericht van bet bureau van statistiek dé
zer gemeente, bedraagt het indexcijfer der kosten
van het levensonderhoud over Juni 1925 83.8, of een
daling van 1&2 pet, beneden Maart 1920. Over Maart
terhand was een grijssteenen muur, afgesleten en
afgebrokkeld van ouderdom en begroeid! met groen
klimop en struikgewas. Daarin was eene lage met
nagels voorziene deur van klooaterachiigon vorm,
half verborgen door een weelderig neerhangenden
struik, uit wiens bladertooi stervormige trossen
van zAchtroode bloemen te voorschijn kwamen.
Gedurende vele minuten stond hij voor die deur
met zijne hand rustend op de roestige klink, in
eene soort apathie, alsof hij angstig was een zeke
ren gedachtestroom te verbreken. Toen deed eene
zacht klinkende bel van een klooster in de vallei
beneden hem uit zijn gepeins ontwaken en onmid
dellijk lichtte hij de klink op Er was geen andere
sluiting en de deur ging onmiddellijk open. Hij ging
naar binnen en sloot haar zeer zorgvuldig.
Hij was in een tuin. een tuin van afzondering,
dien de natuur voor zichzelve scheen te hebben
gehouden en had mooi gemaakt. Het was overal een
weelderige groei. Het gras op de paden geleek wel
een bosch. het was over het vasts:uk geeroeid der
diepe, grijssteenen bekkens an prachtige vormen
mooi uitgesneden, over de klé» standbeeldjes, die
waggelden van ouderdom, -©SPUen versleten, ouden
zonnewijzer, waarover de schuins vallende stralen
van de zon nog glansden. Ook onkruid was over
hen heen gekropen in sierlijke slingers, oukroid
dat van plan was verwoesting aan te brengen, maar
ten slotte versierd© niet al den overvloed van onbe-
perfcten groei. Sommigen van hen hadden prachtige
bloesems voortgebracht van velerlei grootte, kleine
plekjes van prachtige kleurafstekeud tegen de som
bere. hooge steenmassa en het donkere groen der
bladeren.
De kiezelpaden, waren bedolven onder zacht groen
mos, afgebroken roet bosjes witte en paarse viool
tjes. wier fijne geur. vermengd met den vreemden
geur van andere planten de wanne lucht vulde met
een bijzonder bedwelmende oduer.
Een weinig overspannen door de hitte en ook door
ontroerende herinneringen, zonk Bernard Maddison
op een lage ijzeren bank neer, onder de schaduw
van eene kleine groep amandelboomen en bedekte
het gelaat met *le handen. Kn er kwam, toen hij
daar zat. iets meer levendigs dan een gewone
droom, dien men overdag kan hebben, iets zoo wer
kelijk en in bijzonderheden uitgewerkt, dat het la
ter voor hem nl de frischheid en heteekenis had
van een werkelijke geestvervoering. Het scheen in
derdaad. alsof de eene of andere ^geheimzinnige
macht het gordijn van het verleden had weggerukt
in zijn geest en hem had gevraagd nog eens te zien
op de spelende hersenen in een aan den gang zijnd
tooneelstuk
Wordt vervolgd.