•j taraiil ir. HYPOTHEEK op LANDERIJEN 5 RENTE. IS Een interessante reis. Zaterdag 25 Juli 1925. 68ste Jaargang. No. 7678. TWEEDE 3LAll een verki< zingsnabelrachling voor iMoordhollanas Noorderkwanir.r, maar meer nog een blik in de toekomst. In miju verkiezingsredevoeringen heb ik onlangs i steeds betoogd, dat de vrijzinnigen in Noordhollands [Noorderkwartier bij elkaar hooren; dat zij demoera., tisch zijn in hun en haar denken en doen; dat elke verkiezing opnieuw aantoont een verder voortschrij- den van de vrijzinnige democratie onder onze Noordhollandsche vrijzinnigen; dat de vrijzinnig- democraten in onze streken vormen verreweg de sterkste vrijzinnige groep; dat als de Noordholland sche belangen aaneensluiting noodzakelijk maken en niemand zal die noodzakelijkheid ontkennen dat dient te geschieden in een^sterke vrijzinnig- democratische organisatie. Mijn verwachtingen zijn volkomen vervuld. Men vergelijke slechts de volgende cijfers. Hij de Kamerverkiezing in 1922 werden in onzen! kieskring uitgebracht op de vrijzinnig-democratische! lijst 22900 stemmen, op den vrijheidsbond 15873 stem men. op de twee linksche plattelanders!ijsten (Braat en Teenstra) 3667 stemmen. De 2086 stemmen op de lijst-Teenstra gingen geheel verloren, doordat op! deze lijst geen zetel werd toegewezen. De Statenverkiezing van 1923 gaf het volgende te zien: vrijzinnig-democraten 26732 stemmen, vrij-j hoidsbond 1423S stemmen, plattelanders 4740 stem-; men. En nu de verkiezing van 1925. De vrijzinnig-demo craten behaalden 27726 stemmen, de vrijheidsbond verkreeg er 13391, de plattelanders bleven op een "zeer klein getal, nl. 3865, waarvan er nog 795 op de lijst.de Boer geheel verloren gingen, omdat op de lijstiDe Boer niemand verkozen werd verklaard. [M Belangrijke regelmatige vooruitgang dus voor de vrijzinnig-democraten: 22900, 26732 en 27726; belang rijke regelmatige achteruitgang voor den vrijheids bond: 15873 14238 en 13391; terwijl de plattelands*, partijen hier, geen wortel schieten: 3667, 4740 en nu weer teruggang tot 3865 stemmen. De Noordhollandsche vrijzinnigen zijn al te zeor! verdeeld en zij zijn slecht georganiseerd. Zij boeten daardoor in aan rechtmatigen invloed. Maar zij hooren bij elkaar. In het belang van, de vrijzinnig heid en van de democratie die zij voorstaan, en niet minder uit Welbegrepen eigenbelang, want er sta ra voor Noordholland in de komende jaren gewichtige volksbelangen op het spel. Zij moeten allen bijeen komen in één krachtige organisatie. Zij kunnen dat zeer wel, want. de meeniiigen der vrijzinnigen in Noordhollands Noorderkwartier loopen waarlijk niet zóó geweldig uiteen of zij zullen, als zij allen aan één tafel bijeen zitten, elkander heusch ook wel vin den. Zij moeten dan wederzijds maar wat geven en neipen. 1) Daartoe zal binnenkort krachtig de hand aan den ploeg moeten worden geslagen, In het be lang van Noordholland hoop ik daartoe het mijne bij te dragen. Purmerend. D. KOOIMAN. vies ie .^npliinje, maar toch schilderachtig. Een zoon van Cnam, den vervloekte! Ik denk aan wat er staat in Genesis IX. „En Gham, Kanaan9 vader, fca# zijns,vaders naaktheid en hij gaf het zijnen beiden broederen daar buiten te kennen. Toen i namen Sem en Jafeth een kleed en zij leiden het op hun beider .schouderen en gingen achterwaarts, en bedekten do naaktheid huns vaders; en hun aangezichten waren achterwaarts gekoerd, zoodat zij 'de naaktheid huns vaders niet zagen. En Noach ontwaakte van zijnen wijn; en hij merkte, wat zijn kleinste zoon hem gedaan had. En hij zëido: I Vervloekt zij Kanaan; oen knecht dor knechten j zjj hij zijner broederen. Voorts zeide hij: Gezogdml j zij do Heere, de God van Som; on Kanaön zij j hem een knocht. God breide Jafoth uit on hij I wone in Scms tenten en Kanaan zij hem oen knecht/' Wij passeeren gesluierde vrouwen. Ik donk aan 1 Raoho', aan Lea, aan Itebekka. Welke gelaten ver bergen zich achter die sluiers. Slechts de oogen zijn te zien, meer niet. Ik bogrijp nu hoe 't mogelijk is geweest, dat Jaeob door zijn schoonva der word bedrogen on in plaats van zijn geliefde Rachel, Lea tót ochtgonooto kreeg. Ja. t is de werojd van hot Oude Testament, waarin ik mo nu bevind. En to sterker nog wordt den indruk wanneer ik mijn aandacht schenk I :tan de hoornen on planten. Hier groeien de palmen en de sycomoren (yijgeboomen)., de cvprossen en de citroenen, de olijven en de eiken, nier bloeien cactussen en aloës en talloozo andere bloemen. Ver haalt ons niet de schrijver van Exodus XVI. dat de Israeüeten op hun tocht uit Egypte te Mara kwa men, waar het water bitter en ondrinkbaar was en dat ditzelfde water zoet werd, nadat Mozes op beve' van Jahwe daarin oen hout had geworpen j en dat zij zich toch legerden te Eliin bij de j twaalf waterfonteinen en de zeventig palmboomen? Maar ik heb geen tijd om al die oud-testamen 1 tisóhe herinneringen weer to doorleven. Onze auto snort door. En alles vraagt onze aandacht. Dio proeftuin is heerlijk mooi. Daair zijn de prach tigste boomen bijeengebracht. Donkere schaduw- lanen nooden tot oen wandeling buiten do schroei ende zon. Er is oen plantengroei van ongekende weelde. Wij verlaten den proeftuin en stijgen steeds hooger. Daar staat een reuzcncactus to bloeien aan den weg. Wat een verschil met de sohriobelige stumperds, die wij in onze potten kweeken. En dans plotseling weer 't uitzicht op de schitterende Middellandsche Zee, die daar beneden ons ligt., als een glanzende spiegel, waarin de. zon wordt weerkaatst en waar in de baai, de witte zeilen 'fc zoo mooi doen op de ranke bootjes, Boven gekomen verlaten we de auto. om in een typisch Oostorach café iets te gebruiken. Arabische kooplui komen op ons af. Zij rekenen op de argeloosheid van de toeristen en prolieeren hun waar zoo duur moge ijk te verkoopen. Maar we zijn gewaarschuwd eu laten ons niet. Beetnomen, fk koop als herinne ring een Mooraohe sabel. Twintig francs betaal ik er voor. Dat is ongeveer f 2 50. Ik ben er nog blij om, dat ik 't deed. 't Ding hangt op mijns kamer on ik kan er niet naar zien, zonder mot dankbare vreugde aan 't heerlijke Algiers terug te denken. De Firma MEIJER PELS, Artmlnistralenrs-Hentmer.sters Ie Alkmaar, hebben gelden beschikbaar voor le hypotheken op landerijen a 5 rentev Houden eiken Donderdag van ÖVj—ll'/i uur zitting In Caté „CÉRÈS" te SCHAOEN. 1) De meeningen verschillen wel soms zeer be langrijk in andere deelen van ons land. Denk aan de Utrechtsche en Geldersche vroegere oud-liberalen en vrijliberalen. Zie ook maar eens het volgende, waar mede twee dagen na de stemming het invloedrijke liberale Handelsblad alweder trachtte den vrijheids bond af te houden van premie vrij staatspensioen en dat waarlijk niet geschikt is. bij prof. Van Gijn en anderen de goede stemming er in te brengen. Het Handelsblad schreef-: „Kwaad is kwaad en goed is goed, of het. vriend „of vijand doet. Het kan ons alleen meer smarten, „als een vriend het doet. Dat aphten, wij liberalen „plicht. „Wij wülen hijvoorbeeld reeds hier en nu er de aan- „dacht op vestigen dat de onverstandige concessie „in het urgentieprogram van den Vrijheidsbond in „zake een kosteloos staatspensioen (dat ons even il- „liberaal als economisch onverdedigbaar voorkomt) „aan don Vrijheidsbond niet heeft gebaat in die „Noord-Oostelijke prvincies, waarvoor deze conces sie naar alle waarschijnlijkheid was bestemd. In tegendeel. Die gevoelige les moge worden begrepen. ..Slechts trouw, volstrekte trouw aan eigen begin sel kan voor de liberale gedachte den invloed her- „winnen, die zij naar onze meening verdien.t" Wie zijn schoenen niet eert Is de Erdal niet weerd Spaart Uw schoenen ÉÉMÉÉÉti>ÉÉÉÉÉÉÉi V. Het is drukkend warm op mijn "kamer. De ther mometer wrst ver boven de 70 graden. Buiten staat de zon hoog aan den wolkeloozen hemel. Kan ik onder gunstiger omstandigheden me verdiepen in de herinneringen aan Algiers? Dat was immers een der allereerste sensaties, welke ik kreeg toen ik mijn voet op Afrika's bodem zette. Ineens dacht ik aan de oneerbiedige manier van de Indisch- menschen die over de zee sprekende, gewoonlijk gewagen van „de koperen ploert''. Drommels wat een hitte! Aan wal. vlak bij den drijvende» steiger, staan de auto s k aar waarvan we gebruik zullen maken lom de stad Algiers en de naaste omgeving te bezien. Hoe lang ze daar hebben gestaan, weet ik niet. maar in ieder geval lang genoeg om van de loeren zittingen ongeveer gloeiende platen te maken. Een dame, die plaats noemt vlak voor me In de reus achtige open car, staat plotseling weer op. Ik waarschuw haar vriendelijk tegen mogelijke brand blaren. Maar.... 't loopt goed af en spoedig zijn we allen genoegelijk in de auto gezeten, wordt de mo tor aangezet en verlaten we de aanlegplaats, vol spanning voor wat we zullen zien. In een oog wenk zijn we do stad in en een oogen blik later bevinden we ons in den „jardin d'ossai (proeftuin). Wonderlijke gewaarwording. Ja, nu voel ik toch wel zeer sterk, dat ik in een tot dusverre mij on bekende wereld ben gekomen. En toch heeft 't iets eigens'voor me. Hoe komt dat? Ik probeer er ine rekenschap van «te geven en zoek oen verklaring voor dat typische verschijnsel., dat ik in een to taal vreemde omgeving een gevoel heb. alsof 't ine niet gchcoi onbekend is. Dan plotseling dringt 't tot me door. Het zijn de beelden uit do Oud testamentische geschiedenis, welke voor rae opke men. Ik zie figuren, zooals ik ze me voorstelde, wanneer ik de verhalen van Oud Israël las. Ja, dat is 't. Kijk, daar gaat een beladen ezeltje; een man gehuld in een burnous (groote loshangende mantel, dio tot bijna aan den grond toe reikt), loopt er naast. Het zou Abraham kunnen wezen, dio met zijn ezel tnet brandhout beladen, hoen gaat naar den berg om als gehoorzame dienaar van Jahwe, rijn eenigen zoon te offeren. Ik zie een reusaohtigon neger, niet een kop als van ebbenhout, op den grond zitten, geleund tegen een hek in behageiijk nietsdoen. Een prachtkerel, vuil, Met mijn kromme sabe. gaat 't nu weer terug. We dalen langs soms gevaarlijke wegen met zeer scherpe bochten 011 we zien een enkele maal recht naar beneden neer op de andere auto en er is een vrooiijk juichen, en roepen 011 armeiizwaaien, liet zijn prachtige Mooraohe villa's welke wij nu en dan jaasseeren, gelegen in rijke, oosterschto tuinen met een schat van bloemen. Als men dit alles ziet, leert men begrijpen, waarom do Moor- sche bouwstijl steeds zulk oen belangrijke 4)laats inneemt voor fonteinen en binnenplaatsen vol schaduw. Water en koelte zijn de groote vorkwik- kihgen voor den Oostoning. 'Al moer dalend, heb ben wo de villawogen en de wegen door akker en bosch verlaten en zijn weer in do stad gekomen. Het bezoek aan de „Kashba" is nu aan de beurt. De „Kashba'- is het niefcvereuropeeschte Algiers, de wijk der Arabieren. Hier is geen sprake van toegang voor de auto's. We stappen dus uit en zullen tevoet door de nauwe straatjes trekken, 't ls een vreemde tocht. We gaan door oen straatje van hoogstens twee meter breed, dat vrij steil naar beneden loopt- 't ls er vuil, do geurtjes, die tot ons opstijgen, zijn verre van smake.ijk. inaar schilder achtig0111 van to smullen. Och wat zijn wij met onze stijve pakken, vergeleken bij die menschen. 't Zijn soms maar todden, vodden en toch doet een armzalige Arabier met z'.i verscheurde burnous ons heel anders aan dan oen Ilollandsche schooier met een vies, versleten confectiepak je. Misschien dat daarbij ook een overwegende factor is, do gelaats uitdrukking der menschen. 't Zijn allen kerels met bruine koppen en over 't algemeen flinke, rechte hoeding. Er zijn weiflig zorgelijke gezichten. Dit is trouwens te begrijpen. De menschen kunnen van een schijntje loven in dit klimaat en de Arabiei heeft een afkeer van werken. Dit doet hij slechts te de uiterste noodzakelijkheid. Maar keeren we tot ons straatje terug. In de deuren zien wo bijna overal menschen zitten. Som migen vermaken zich met een damspel. Anderen staan de een of andere 'lekkernij klaar to maken, welke ik voor geen geld zou willen proeven. Vuile winkeltjes met eetwaren etatoeren Kun voorraad. En overal is 't vol menschen. Ze nemen wei nig notitie van ons. Ze zijn er a. aan gewend, dat zoo nu en dan de Westerü'igei door hun kwartier trekken om allee op te nemen. Maar wij nc.aen des te neer notitie va.i wat te zien is. 't Meest interesseeren mij de menschen. Jammer dat de vrouwen gesluierd zijn. Ik zou zoo graag eens oen mooie, jongo, Moorsche vrouw zien; ik kei ze nu alleen vin afbeeldingen. Zouden die v!* uwen waarlijk zóó schoon zijn? Ik heb green ka"8 0111 op deze /raag een antwoord te krijgen. Alléén oogen zie ik en meer niet. En dio ^Oos- tersobe oono lezen bïijkba&r niet het verlangen, dat uit mijn oogen moet sproken of ais zij 'fc ai lezen, d ui nog willen do eigenaressen dier oogen aan in'jn verlang© t niet >Id >01. Toch zijn'niet alle vrouw '"e'ule.d. We ontmoeten eemge oudjes, die geen sluier dragen. Een tragi komische gedachte komt bij me op. Is de sluier bij hen mot «neer noodig? Hebben zo allo attraotio verloren? Maar dan aio damo, die daar in dio dour alt, Zij heetfb ook geen sluier voor on zo is fcooh nog niot oud en heeftf oen frisch gezicht en oen nog fnng niet verlept lichaam on in haar hoofd staan oon paar fello oogen vol brutaliteit. Dat is typisch-Oostersch. Die dame is oen prostituée. Nu bemerken we in eens in oen wereld mot gansch andore zodon te zijn. In een wereld, waar do „danse de vontre'b (de buikdans) inheorasch is. Dat past slecht bij onzen smaak en onze opvattingen. We hebben ech ter m.i. niet hot recht de meii9ohèrt hior to booor- deelen naar onze Westorsoho begrippen. Hoe leven hior toch eigenlijk al die monsohibii. Hoe blijven ze gezond in deze opeenhoping, -ó dra nauwe, vuile straatjes, met hooge huizen, waarin bijna geen frissche lucht kan binnendringen Ik vermoed, dat mijn roisvriend, do doktor, golijk heeft als hij zegt. dat de zon en de zee deze bevolking voor den ondergang behoeden. Als we de Arabische wijk nebben verlaten, bren gen we een bezoek aan hot winterpaleis van den gouverneur van Algiers. Dit is een zuiver Moorsch bouwwerk .hetwelk vooral van binnen de moeite der bezichtiging waard Ls. Trouwens de Moorsche bouwstijl met de ronde boogen vindon wo hior tei kens terug, 't Geeft iets karakteristieks aan de g(y bouwen, zoodat we onmiddellijk ons buiten Europa weten. Deze stijl is ook gevolgd bij do Roomsen© kathedraal. Gelukkig-Zelfs de allermooiste kerk. de Notre-damo van Darijs of do dom van Keulen zou hier misplaatst wezen. Nu is deze kathedraal in deze omgeving heerlijk-mooi, met haar twee torens on midden onder do rondgewelfde voorgevel de drie Moorsche bogen als ingang, waartoe men opstijgt langs een trapvormige stoop van ongeveer dertig treden. Maar daar zijn meer mooie gebouwen. Tk noem de groote moskee (Mohamedaansche kerk) in de rue do Ia Marine, de „Medcrsa", oen gebouw met vijf groote koepels, vier op de hoeken on één zeor groote, hoog in 't midden, alles hel wit, alleen on derbroken door de typisch Moorsche openingen. Genoeg. Ik zal me niet wagen aan de beschrijving van wat mij onder de bouwwerken geboeid en lYekoord heeft. De menschen blijven tooh nog het meest interessant, vooral die Oostersche menschen. Daarom moest ik toch ook een kijkje nemen op de markt, rk ben er geweest. Mijn jasje goed toegeknoopt en de hand op do zak. Want 't is daar opletten op de zakkenrollers. Maar o,# dat bonte volksleven, dat geroezemoes van al dio vreemde donkere menschen. dat k00pen en marchandeeren. Om niet van verzadigd te worden. Ik heb genoten van de schilderachtigheid, van de Oostersche pracht, van de veelkleurigheid, van 'het zondoor- gloeide, heete leven, wat dftér was te zien. Tegelijkertijd heb ik echter ook gevoeld hoe groot de afstand is tusschen ons en dozo menschen. Hoe beschouwen zij ons? Zijn wij voor hen geen in dringers? Hebben de Rif-Kabylen niet. goLiik, dat zij Éranschen en Spanjaarden niet willen dulden? Waartoe echter nu filosofeeren. Eén ding weet ik echter zeker, het vreomdelingenbezoek werkt op oen deel der Algerijusche bevolking even slecht als op een deei der bevolking van Marken en Volöm Êam. Wat een brutale bedelarij. Op een gegeven .oogenblik .sta ik voor oen winket te kijken. On middellijk is een kwajongen bezig om mijn schoen te bewerken. Ik kon van don aap bijna niet aneer afkomen en alleen een oerhollandsch „donder op'" maakte eenigen indruk op hom. En mijn vriend „Ko'' werd door éon vlegel achtervolgd tot aan den steiger en ik gejoof waarachtig dat <nij de trap van 't schip zou zijn opgeklommen, als 't hem niet met geweld werd belet. En zoo ben ik, al vertellende, weer bij den steiger van de Johan do Witt teruggekeerd. Maar wij gaai. nog niet aan boord. Er is nog wat te beier ven en 't is weer iets zeer karakteristieks. Ver schalende kooplieden zijn nu1 met hun Waren op den steiger. Oostersch mandwerk, byouterieën, ansichten, lederwaren, kleeden, kortom van alles is op de plankenvloer uitgestald. Dio handige kareis spreken u aan in allerlei talen on dringen u hunne koopwaar op. Was ik nu maar op do thuis reis en had ik een góed-gevulde portomonnaie. Maar geen van beide is het geval. Toch amuseer jk me allerkostelijkst bij dit bont en levendig tafereel. Voorai één koopman, een groote bruine kerel met een burnous aan en een tulband op het hoofd, heeft mijn bijzondere belangstelling. Een heerlijk type. Hij verkoopt Hoeden. Nog een stuk óf vijf zes heeft hij »>r over en het uur van vertrek voor do lx>ot nadert. De meeste passagiers zijn reeds op het schip en do onderhandelingen worden nu voor 't grootste deel met gebaren gevoerd en telkens daalt er iemand van do buitenboord hangende trap at om een gekocht kleed te halen en te betalen. Ein delijk heeft hij nog twee groote .kleeden over. Hij spreidt ze uit over de vloer. Mille francs los deux, (duizend francs voor de twee). Niemand aan boord, gaat er op in. Hij kijkt naar boven. Personne? (niemand?) Daar komt een bod. Iemand biedt hem 200 francs. Verontwaardigd slaat hij de mooie Oos tersche kleeden dicht, gooit ze over de arm en doet of "hij gaat vertrekken, 't Is alles kosteliik van mimiek on gebaar. Intusschen worden or aanstalten gemaakt voor het inhalen van de trap. De Johan ae Witt gaat vertrekken. De drijvende steiger moet weg. Nog eens weer vouwt de koopman n in kleeden op. Hij kijkt naar boven. Cinq cents francs (500 francs). Deux cents francs (200 fres*', klókt. 't naar beneden. Een afwer -id gebiar van den koopman. De matrozen grijpen nu de touwen om de trap in te halton. Quatre oente francs (400 fres) roept liij. Maar de k mi per houdt vast aan zijn 200 tranes. En eindelijk waarachtig hij doet 't. Op 't uiterste nippertje snelt, hij do trap op met de twee kleeden en Iaat ze voor 200 francs- En toen kwam 'het meest interessante, toen gebeurde er iets dat zoo intens karakteristiek was, dat we 't ons hier eenvoudig niet zouden kunnen voorstellen. Van de trap afgedaald zonder zijn kleeden. maar met de 200 francs, kijkt hij naar boven en salueert ons met zulk een buitengewo nen humor on zoo intense ironie, dat alle passa giers er zich mede amuserWden. Het wjls eenvoudig kostelijk om te zien, hoe hij daarna een sigarotte opstak en tot ons op keek. En als hij in oon rom_ bootje gezeten, zich laat wegvaren,haalt hij niet onnavolgbare gratie oen zakdoek uit zijn% zak en wuift ons met een vriendelijk lachend gezicht toe. De zakdoek wordt opgeborgen en nu sa'lieert hii met beide handen. Wat gaat er in hem om? Denkt l'ij aan de goede zaken, welke hij hoeft gemaakt? Heeft hij er de koopers toch nop tusschen weten te nemen? Ik weet. 't niet- Maar in gedachten zie ik den man met zijn bonte k'eeden nog voor me en geniet - nog eens van de kleurige, Oostersche schil «krij Intusschen is het anker g^ ïrit en ons drijvende paleis zal ons weer verder voeren; naar het Noor den, dwars door de Midde'landsohe Zee naar Genua. Nieuwe genietingen wachten ons. Maar ik kan nog niét van Afrika, van Vgiers loskomen, 'tls ot ik er naar moet b'ijven kijken zoo lang 't. moge^ lijk if Weer word ik getroffen door de overwel digende schoonheid van de stad, zooals zo gezien wordt uit de baai. En achter de stid waast het Atlasgebergte met zijn toppen, ravijnen en klo ven. Langzamerhand worden do omtrekken vager. Eindelijk is alles uit 't oog verdwenen. Jk heb Afrika, Ik heb Algiers gezien. Ik hob genoten van wat do monBonheid daar hooft gewrocht in heerlijke bouwwerken, genoten 't allermeest van het kleurigo, bonte, interessante monsohenleven. En ik geniet nog eens weor van allos, nu ik er over schrijf en tevens mo iets verdiep in do histpno. Want de historie van Algiers gaat terug tot het jaar 935. Toen werd de 6tad door de Arabieren gesticht. En toen do Mooren uit Spanje werden ver dreven, vestigden zij zich hior on sedert word Algiers berucht als do plaat» <Jer zeorooverj», waar mede, zooaia ik in mijn vorigen orief reeds ver mei dele, onze handeldrijvende voorouders heel wat te stellen hebben gehad- E11 de geschiedenis yau Algiers is tot 1830 toe oen geschiedenis van strijd. Als ik denk aan wat er thans in Marokko ge schiedt, kan ik mo een voorstelling vormen van de moeiten welke moesten voorafgaan aan do toestan den welke thans in deze Fransche kolonie bestaan. Ik zaï u eohter met de geschiedenis van Algiers! niet lastig xvallen'. Wij hebben nu immers de staa heelemaaf uit 't oog verloren en liggen weer aan het hecrlijko hart van onze bruid, de zoe, en. hebben geen oog meer voor iets andera dan voor haar schoon. Nog ongeveer veertig uren zullen wo met haar verkeeren, nog veertig uron van ver- trouwelijkon omgang met onze geliefde, heerlijke zee. E11 ze is nu zoo mooi, zoo kalm, als oen reus achtig parelmoeren blad ligt ze voor ons, achter ons, om ons. En dwars door haar heen snijdt do zwarte romp van do Johan do Witt, voortgestuwd door do altijd wentélondo schroeven, en teekent zich een broeden weg. waarlangs wij zwijgend turen, langen tijd achtereen. MIJNHARDT's Staal-Tabletten .90* Maag-Tabletten,75 Zenuw-Tabletten ,75* Laxeer-Tabletten 60» Hoofdpijn-Tabletten 60» Bij Apoth. en Drogisten BinrAfcx.0L3i^~lscix Ni SCHAGERBRUG. Ten lokale van den heer J. Broer vergaderde Don derdagmiddag 28 Juli de afdeeling Zijpe en Omstre ken van de Ilollandsche Maatschappij van Landbouw. De voorzitter, de heer K. Kant, sprak er bij de opening zijn genoegen over uit, dat de opkomst der leden bevredigend is. De notulen worden door den secretaris, den heer W. Nieman gelezen, waarna ze onveranderd worden goedgekeurd. Voorzitter deelt iriedo, dat dc te Alkmaar gehouden vergadering over de reorganisatie van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw door den heer H. de Groot is bezocht. In verband met de onbelangrijkheid van de agenda en mede omdat bleek dat van de uif- eenspatting van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw toch niets zou komen, is de algemeens ver gadering te Den Haag niet bijgewoond door onzen af gevaardigde. 'Van den rijkslandbouwconsulent, den heer Smeding, is een circulaire ingekomen over de zorg voor de leer middelen der landbouwwintercursussen. De heer Rezelman acht het gewensoht eens na te gaan welke leermiddelen de heer Olie in bewaring heeft, spr. twijfelt niet of er wordt de noodige zorg aan besteed. Voorzitter doet toezegging dat de voorraad zal wor den opgenomen. Aan de orde wordt gesteld de vaststelling van het programma der tentoonstelling op 14 September a s. De verschillende voorwaarden blijven onveranderd gehandhaafd, alleen wordt het staangeld voor de in zendingen ter opluistering, van rijtuigen, landbouw- artikelen enz. bepaald op 40 cent per M2., inplaats van als tot nu toe op 40 cent. per strekkende meter. Het programma wordt met dezelfde rubriekenindee- ling van vorig jaar vastgesteld. Wel werd overwogen de rubriek klein vee en pluimgedierte met enkele afdeelingen uit te breiden, doch de vergadering oor deelde dit tenslotte niet gewenscht. iWat de inzending bloemen en planten door kwee kers of handelaren in bloemen betreft, werd door den heer Rezelman opgemerkt, dat de plaatselijke bloe mist tot nu de ecnipste inzender is en hoewel diens inzending de tentoonstelling nog wat siert., meent spr. dat deze. inzender geen prijs moet hebben als hij I niet iets inzendt wat bekroningsvvaard is. i Bij de bespreking over de te houden festiviteiten blijkt, dat de vergadering graag «eens iets anders zou willen han het houden van n concoursijhippiqne. De groote moeilijkheid echter is om iets anders te beden- ken dat voldoende belangstelling trekt Besloten wordt maar weer concours-hippique- te doen houden en wel één voor algemeene deeiname en een voor die paarden, die nog nimmer een len prijs hebben eewonnen. De prijzen voor het eerstgenoemde concours zullen bedraden föO f25 en f 10 die voor het andere concours f25 f 10 en f5. Als keurmeesters zullen worden gevraagd de heeren «K. Zijp. Wierinirer- wnard. D. Joneejans. St. Maartensbrug. P de Boer. Schatten, plaatsvervanger de heer Abr. v. d. Oord. Bhrsinperhorn B Bij de rondvraag geeft de heer Rezelman in overwe ging snoedig de voorbereidende maatregelen te treffen voor den te houden motorcursu#; Voorzitter doet toezegging. Hierna sluiting. HOOGWOUD. Ten overstaan van Notaris H. de Boer alhier, had op Woensdag. 22 Juli 1925, '«avonds 8 uur in het café van den heer J. Modder aldaar de verkoop plaats van twee huizen met schuur, erf en tuin in bet Zuideinde te Hoogwoud, kadastraal bekend ge meente Hoogwoud, sectie D, no. 976 en 977, samen groot 7 Aren. 80 Centiaren, eigendom van de fami lie'van der Veen. Kooper van perceel 1 A. Groot Az. voor f 3361 en van perceel 2 J. Nieuweboer voor f 2210,beiden te Hoogwoud. DIRKSHORN. Woensdagavond werd in de openbare school al-* hier, onder leiding van den heer R. v. <L Laan, een ouderavond gehouden. In de ouder-jcommissio werden inplaats van de heeren C. Peetoom, vertrokken, en D. Barten, af tredend, gekozen do heeren T, Visser en J. Rens. Meegedeeld werd. .dat de Inspecteur van het on derwijs den vrijen Donderdag iii het leerplan wenscht te vervangen door twee vrije namiddagen. Unaniem is de vergadering van meening. dat zulks inet het oog op den grooten afstand, die verschei dene leerlingen moeten ar,eggen, wat langs zeer slechte'wegen en paden, niet in het belang dezer leerlingen kan worden geacht, noch in dat van het onderwijs in het algemeen, daar meer verzuim al licht het gevolg van dusdanigen maatregel zal we- zen. Een commissie werd benoemd, ten einde te be proeven, deze zaak tot een goed einde te brengen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1925 | | pagina 5