•j taraiil
ir.
HYPOTHEEK op LANDERIJEN 5 RENTE.
IS
Een interessante reis.
Zaterdag 25 Juli 1925.
68ste Jaargang. No. 7678.
TWEEDE 3LAll
een verki< zingsnabelrachling voor
iMoordhollanas Noorderkwanir.r, maar
meer nog een blik in de toekomst.
In miju verkiezingsredevoeringen heb ik onlangs i
steeds betoogd, dat de vrijzinnigen in Noordhollands
[Noorderkwartier bij elkaar hooren; dat zij demoera.,
tisch zijn in hun en haar denken en doen; dat elke
verkiezing opnieuw aantoont een verder voortschrij-
den van de vrijzinnige democratie onder onze
Noordhollandsche vrijzinnigen; dat de vrijzinnig-
democraten in onze streken vormen verreweg de
sterkste vrijzinnige groep; dat als de Noordholland
sche belangen aaneensluiting noodzakelijk maken
en niemand zal die noodzakelijkheid ontkennen
dat dient te geschieden in een^sterke vrijzinnig-
democratische organisatie.
Mijn verwachtingen zijn volkomen vervuld. Men
vergelijke slechts de volgende cijfers.
Hij de Kamerverkiezing in 1922 werden in onzen!
kieskring uitgebracht op de vrijzinnig-democratische!
lijst 22900 stemmen, op den vrijheidsbond 15873 stem
men. op de twee linksche plattelanders!ijsten (Braat
en Teenstra) 3667 stemmen. De 2086 stemmen op de
lijst-Teenstra gingen geheel verloren, doordat op!
deze lijst geen zetel werd toegewezen.
De Statenverkiezing van 1923 gaf het volgende te
zien: vrijzinnig-democraten 26732 stemmen, vrij-j
hoidsbond 1423S stemmen, plattelanders 4740 stem-;
men.
En nu de verkiezing van 1925. De vrijzinnig-demo
craten behaalden 27726 stemmen, de vrijheidsbond
verkreeg er 13391, de plattelanders bleven op een
"zeer klein getal, nl. 3865, waarvan er nog 795 op de
lijst.de Boer geheel verloren gingen, omdat op de
lijstiDe Boer niemand verkozen werd verklaard.
[M Belangrijke regelmatige vooruitgang dus voor de
vrijzinnig-democraten: 22900, 26732 en 27726; belang
rijke regelmatige achteruitgang voor den vrijheids
bond: 15873 14238 en 13391; terwijl de plattelands*,
partijen hier, geen wortel schieten: 3667, 4740 en nu
weer teruggang tot 3865 stemmen.
De Noordhollandsche vrijzinnigen zijn al te zeor!
verdeeld en zij zijn slecht georganiseerd. Zij boeten
daardoor in aan rechtmatigen invloed. Maar zij
hooren bij elkaar. In het belang van, de vrijzinnig
heid en van de democratie die zij voorstaan, en niet
minder uit Welbegrepen eigenbelang, want er sta ra
voor Noordholland in de komende jaren gewichtige
volksbelangen op het spel. Zij moeten allen bijeen
komen in één krachtige organisatie. Zij kunnen dat
zeer wel, want. de meeniiigen der vrijzinnigen in
Noordhollands Noorderkwartier loopen waarlijk niet
zóó geweldig uiteen of zij zullen, als zij allen aan
één tafel bijeen zitten, elkander heusch ook wel vin
den. Zij moeten dan wederzijds maar wat geven en
neipen. 1) Daartoe zal binnenkort krachtig de hand
aan den ploeg moeten worden geslagen, In het be
lang van Noordholland hoop ik daartoe het mijne bij
te dragen.
Purmerend. D. KOOIMAN.
vies ie .^npliinje, maar toch schilderachtig. Een
zoon van Cnam, den vervloekte! Ik denk aan wat
er staat in Genesis IX. „En Gham, Kanaan9 vader,
fca# zijns,vaders naaktheid en hij gaf het zijnen
beiden broederen daar buiten te kennen. Toen i
namen Sem en Jafeth een kleed en zij leiden het
op hun beider .schouderen en gingen achterwaarts,
en bedekten do naaktheid huns vaders; en hun
aangezichten waren achterwaarts gekoerd, zoodat
zij 'de naaktheid huns vaders niet zagen. En Noach
ontwaakte van zijnen wijn; en hij merkte, wat
zijn kleinste zoon hem gedaan had. En hij zëido: I
Vervloekt zij Kanaan; oen knecht dor knechten j
zjj hij zijner broederen. Voorts zeide hij: Gezogdml j
zij do Heere, de God van Som; on Kanaön zij j
hem een knocht. God breide Jafoth uit on hij I
wone in Scms tenten en Kanaan zij hem oen
knecht/'
Wij passeeren gesluierde vrouwen. Ik donk aan 1
Raoho', aan Lea, aan Itebekka. Welke gelaten ver
bergen zich achter die sluiers. Slechts de oogen
zijn te zien, meer niet. Ik bogrijp nu hoe 't
mogelijk is geweest, dat Jaeob door zijn schoonva
der word bedrogen on in plaats van zijn geliefde
Rachel, Lea tót ochtgonooto kreeg.
Ja. t is de werojd van hot Oude Testament,
waarin ik mo nu bevind. En to sterker nog wordt
den indruk wanneer ik mijn aandacht schenk I
:tan de hoornen on planten. Hier groeien de palmen
en de sycomoren (yijgeboomen)., de cvprossen en
de citroenen, de olijven en de eiken, nier bloeien
cactussen en aloës en talloozo andere bloemen. Ver
haalt ons niet de schrijver van Exodus XVI. dat de
Israeüeten op hun tocht uit Egypte te Mara kwa
men, waar het water bitter en ondrinkbaar was en
dat ditzelfde water zoet werd, nadat Mozes op
beve' van Jahwe daarin oen hout had geworpen j
en dat zij zich toch legerden te Eliin bij de j
twaalf waterfonteinen en de zeventig palmboomen?
Maar ik heb geen tijd om al die oud-testamen 1
tisóhe herinneringen weer to doorleven. Onze auto
snort door. En alles vraagt onze aandacht. Dio
proeftuin is heerlijk mooi. Daair zijn de prach
tigste boomen bijeengebracht. Donkere schaduw-
lanen nooden tot oen wandeling buiten do schroei
ende zon. Er is oen plantengroei van ongekende
weelde. Wij verlaten den proeftuin en stijgen steeds
hooger. Daar staat een reuzcncactus to bloeien aan
den weg. Wat een verschil met de sohriobelige
stumperds, die wij in onze potten kweeken. En
dans plotseling weer 't uitzicht op de schitterende
Middellandsche Zee, die daar beneden ons ligt.,
als een glanzende spiegel, waarin de. zon wordt
weerkaatst en waar in de baai, de witte zeilen
'fc zoo mooi doen op de ranke bootjes, Boven
gekomen verlaten we de auto. om in een typisch
Oostorach café iets te gebruiken. Arabische kooplui
komen op ons af. Zij rekenen op de argeloosheid
van de toeristen en prolieeren hun waar zoo duur
moge ijk te verkoopen. Maar we zijn gewaarschuwd
eu laten ons niet. Beetnomen, fk koop als herinne
ring een Mooraohe sabel. Twintig francs betaal ik
er voor. Dat is ongeveer f 2 50. Ik ben er nog
blij om, dat ik 't deed. 't Ding hangt op mijns
kamer on ik kan er niet naar zien, zonder mot
dankbare vreugde aan 't heerlijke Algiers terug
te denken.
De Firma MEIJER PELS, Artmlnistralenrs-Hentmer.sters Ie Alkmaar,
hebben gelden beschikbaar voor le hypotheken op landerijen a 5 rentev
Houden eiken Donderdag van ÖVj—ll'/i uur zitting In Caté „CÉRÈS" te SCHAOEN.
1) De meeningen verschillen wel soms zeer be
langrijk in andere deelen van ons land. Denk aan de
Utrechtsche en Geldersche vroegere oud-liberalen en
vrijliberalen. Zie ook maar eens het volgende, waar
mede twee dagen na de stemming het invloedrijke
liberale Handelsblad alweder trachtte den vrijheids
bond af te houden van premie vrij staatspensioen en
dat waarlijk niet geschikt is. bij prof. Van Gijn en
anderen de goede stemming er in te brengen. Het
Handelsblad schreef-:
„Kwaad is kwaad en goed is goed, of het. vriend
„of vijand doet. Het kan ons alleen meer smarten,
„als een vriend het doet. Dat aphten, wij liberalen
„plicht.
„Wij wülen hijvoorbeeld reeds hier en nu er de aan-
„dacht op vestigen dat de onverstandige concessie
„in het urgentieprogram van den Vrijheidsbond in
„zake een kosteloos staatspensioen (dat ons even il-
„liberaal als economisch onverdedigbaar voorkomt)
„aan don Vrijheidsbond niet heeft gebaat in die
„Noord-Oostelijke prvincies, waarvoor deze conces
sie naar alle waarschijnlijkheid was bestemd. In
tegendeel. Die gevoelige les moge worden begrepen.
..Slechts trouw, volstrekte trouw aan eigen begin
sel kan voor de liberale gedachte den invloed her-
„winnen, die zij naar onze meening verdien.t"
Wie zijn schoenen
niet eert
Is de Erdal
niet weerd
Spaart Uw schoenen
ÉÉMÉÉÉti>ÉÉÉÉÉÉÉi
V.
Het is drukkend warm op mijn "kamer. De ther
mometer wrst ver boven de 70 graden. Buiten staat
de zon hoog aan den wolkeloozen hemel. Kan ik
onder gunstiger omstandigheden me verdiepen in
de herinneringen aan Algiers? Dat was immers
een der allereerste sensaties, welke ik kreeg toen
ik mijn voet op Afrika's bodem zette. Ineens dacht
ik aan de oneerbiedige manier van de Indisch-
menschen die over de zee sprekende, gewoonlijk
gewagen van „de koperen ploert''. Drommels wat
een hitte!
Aan wal. vlak bij den drijvende» steiger, staan
de auto s k aar waarvan we gebruik zullen maken
lom de stad Algiers en de naaste omgeving te bezien.
Hoe lang ze daar hebben gestaan, weet ik niet.
maar in ieder geval lang genoeg om van de loeren
zittingen ongeveer gloeiende platen te maken. Een
dame, die plaats noemt vlak voor me In de reus
achtige open car, staat plotseling weer op. Ik
waarschuw haar vriendelijk tegen mogelijke brand
blaren. Maar.... 't loopt goed af en spoedig zijn we
allen genoegelijk in de auto gezeten, wordt de mo
tor aangezet en verlaten we de aanlegplaats, vol
spanning voor wat we zullen zien. In een oog
wenk zijn we do stad in en een oogen blik later
bevinden we ons in den „jardin d'ossai (proeftuin).
Wonderlijke gewaarwording. Ja, nu voel ik toch
wel zeer sterk, dat ik in een tot dusverre mij on
bekende wereld ben gekomen. En toch heeft 't iets
eigens'voor me. Hoe komt dat? Ik probeer er ine
rekenschap van «te geven en zoek oen verklaring
voor dat typische verschijnsel., dat ik in een to
taal vreemde omgeving een gevoel heb. alsof 't
ine niet gchcoi onbekend is. Dan plotseling dringt
't tot me door. Het zijn de beelden uit do Oud
testamentische geschiedenis, welke voor rae opke
men. Ik zie figuren, zooals ik ze me voorstelde,
wanneer ik de verhalen van Oud Israël las. Ja, dat
is 't. Kijk, daar gaat een beladen ezeltje; een
man gehuld in een burnous (groote loshangende
mantel, dio tot bijna aan den grond toe reikt),
loopt er naast. Het zou Abraham kunnen wezen,
dio met zijn ezel tnet brandhout beladen, hoen
gaat naar den berg om als gehoorzame dienaar
van Jahwe, rijn eenigen zoon te offeren. Ik zie
een reusaohtigon neger, niet een kop als van
ebbenhout, op den grond zitten, geleund tegen een
hek in behageiijk nietsdoen. Een prachtkerel, vuil,
Met mijn kromme sabe. gaat 't nu weer terug.
We dalen langs soms gevaarlijke wegen met zeer
scherpe bochten 011 we zien een enkele maal recht
naar beneden neer op de andere auto en er is
een vrooiijk juichen, en roepen 011 armeiizwaaien,
liet zijn prachtige Mooraohe villa's welke wij nu
en dan jaasseeren, gelegen in rijke, oosterschto
tuinen met een schat van bloemen. Als men dit
alles ziet, leert men begrijpen, waarom do Moor-
sche bouwstijl steeds zulk oen belangrijke 4)laats
inneemt voor fonteinen en binnenplaatsen vol
schaduw. Water en koelte zijn de groote vorkwik-
kihgen voor den Oostoning. 'Al moer dalend, heb
ben wo de villawogen en de wegen door akker en
bosch verlaten en zijn weer in do stad gekomen.
Het bezoek aan de „Kashba" is nu aan de beurt.
De „Kashba'- is het niefcvereuropeeschte Algiers,
de wijk der Arabieren. Hier is geen sprake van
toegang voor de auto's. We stappen dus uit en
zullen tevoet door de nauwe straatjes trekken, 't ls
een vreemde tocht. We gaan door oen straatje van
hoogstens twee meter breed, dat vrij steil naar
beneden loopt- 't ls er vuil, do geurtjes, die tot ons
opstijgen, zijn verre van smake.ijk. inaar schilder
achtig0111 van to smullen. Och wat zijn wij met
onze stijve pakken, vergeleken bij die menschen.
't Zijn soms maar todden, vodden en toch doet een
armzalige Arabier met z'.i verscheurde burnous ons
heel anders aan dan oen Ilollandsche schooier met
een vies, versleten confectiepak je. Misschien dat
daarbij ook een overwegende factor is, do gelaats
uitdrukking der menschen. 't Zijn allen kerels met
bruine koppen en over 't algemeen flinke, rechte
hoeding. Er zijn weiflig zorgelijke gezichten. Dit
is trouwens te begrijpen. De menschen kunnen
van een schijntje loven in dit klimaat en de
Arabiei heeft een afkeer van werken. Dit doet hij
slechts te de uiterste noodzakelijkheid.
Maar keeren we tot ons straatje terug. In de
deuren zien wo bijna overal menschen zitten. Som
migen vermaken zich met een damspel. Anderen
staan de een of andere 'lekkernij klaar to maken,
welke ik voor geen geld zou willen proeven. Vuile
winkeltjes met eetwaren etatoeren Kun voorraad.
En overal is 't vol menschen. Ze nemen wei
nig notitie van ons. Ze zijn er a. aan gewend,
dat zoo nu en dan de Westerü'igei door hun
kwartier trekken om allee op te nemen. Maar wij
nc.aen des te neer notitie va.i wat te zien is.
't Meest interesseeren mij de menschen. Jammer
dat de vrouwen gesluierd zijn. Ik zou zoo graag
eens oen mooie, jongo, Moorsche vrouw zien; ik
kei ze nu alleen vin afbeeldingen. Zouden die
v!* uwen waarlijk zóó schoon zijn? Ik heb green
ka"8 0111 op deze /raag een antwoord te krijgen.
Alléén oogen zie ik en meer niet. En dio ^Oos-
tersobe oono lezen bïijkba&r niet het verlangen,
dat uit mijn oogen moet sproken of ais zij 'fc ai
lezen, d ui nog willen do eigenaressen dier oogen
aan in'jn verlang© t niet >Id >01. Toch zijn'niet alle
vrouw '"e'ule.d. We ontmoeten eemge oudjes, die
geen sluier dragen. Een tragi komische gedachte
komt bij me op. Is de sluier bij hen mot «neer
noodig? Hebben zo allo attraotio verloren? Maar
dan aio damo, die daar in dio dour alt, Zij heetfb
ook geen sluier voor on zo is fcooh nog niot oud en
heeftf oen frisch gezicht en oen nog fnng niet
verlept lichaam on in haar hoofd staan oon paar
fello oogen vol brutaliteit. Dat is typisch-Oostersch.
Die dame is oen prostituée. Nu bemerken we in
eens in oen wereld mot gansch andore zodon te
zijn. In een wereld, waar do „danse de vontre'b
(de buikdans) inheorasch is. Dat past slecht bij
onzen smaak en onze opvattingen. We hebben ech
ter m.i. niet hot recht de meii9ohèrt hior to booor-
deelen naar onze Westorsoho begrippen.
Hoe leven hior toch eigenlijk al die monsohibii.
Hoe blijven ze gezond in deze opeenhoping, -ó dra
nauwe, vuile straatjes, met hooge huizen, waarin
bijna geen frissche lucht kan binnendringen
Ik vermoed, dat mijn roisvriend, do doktor, golijk
heeft als hij zegt. dat de zon en de zee deze
bevolking voor den ondergang behoeden.
Als we de Arabische wijk nebben verlaten, bren
gen we een bezoek aan hot winterpaleis van den
gouverneur van Algiers. Dit is een zuiver Moorsch
bouwwerk .hetwelk vooral van binnen de moeite
der bezichtiging waard Ls. Trouwens de Moorsche
bouwstijl met de ronde boogen vindon wo hior tei
kens terug, 't Geeft iets karakteristieks aan de g(y
bouwen, zoodat we onmiddellijk ons buiten Europa
weten. Deze stijl is ook gevolgd bij do Roomsen©
kathedraal. Gelukkig-Zelfs de allermooiste kerk.
de Notre-damo van Darijs of do dom van Keulen
zou hier misplaatst wezen. Nu is deze kathedraal
in deze omgeving heerlijk-mooi, met haar twee
torens on midden onder do rondgewelfde voorgevel
de drie Moorsche bogen als ingang, waartoe men
opstijgt langs een trapvormige stoop van ongeveer
dertig treden.
Maar daar zijn meer mooie gebouwen. Tk noem
de groote moskee (Mohamedaansche kerk) in de
rue do Ia Marine, de „Medcrsa", oen gebouw met
vijf groote koepels, vier op de hoeken on één zeor
groote, hoog in 't midden, alles hel wit, alleen on
derbroken door de typisch Moorsche openingen.
Genoeg. Ik zal me niet wagen aan de beschrijving
van wat mij onder de bouwwerken geboeid en
lYekoord heeft. De menschen blijven tooh nog het
meest interessant, vooral die Oostersche menschen.
Daarom moest ik toch ook een kijkje nemen op
de markt, rk ben er geweest. Mijn jasje goed
toegeknoopt en de hand op do zak. Want 't is daar
opletten op de zakkenrollers. Maar o,# dat bonte
volksleven, dat geroezemoes van al dio vreemde
donkere menschen. dat k00pen en marchandeeren.
Om niet van verzadigd te worden. Ik heb genoten
van de schilderachtigheid, van de Oostersche
pracht, van de veelkleurigheid, van 'het zondoor-
gloeide, heete leven, wat dftér was te zien.
Tegelijkertijd heb ik echter ook gevoeld hoe groot
de afstand is tusschen ons en dozo menschen. Hoe
beschouwen zij ons? Zijn wij voor hen geen in
dringers? Hebben de Rif-Kabylen niet. goLiik, dat
zij Éranschen en Spanjaarden niet willen dulden?
Waartoe echter nu filosofeeren. Eén ding weet
ik echter zeker, het vreomdelingenbezoek werkt op
oen deel der Algerijusche bevolking even slecht als
op een deei der bevolking van Marken en Volöm
Êam. Wat een brutale bedelarij. Op een gegeven
.oogenblik .sta ik voor oen winket te kijken. On
middellijk is een kwajongen bezig om mijn schoen
te bewerken. Ik kon van don aap bijna niet aneer
afkomen en alleen een oerhollandsch „donder op'"
maakte eenigen indruk op hom. En mijn vriend
„Ko'' werd door éon vlegel achtervolgd tot aan den
steiger en ik gejoof waarachtig dat <nij de trap van
't schip zou zijn opgeklommen, als 't hem niet
met geweld werd belet.
En zoo ben ik, al vertellende, weer bij den steiger
van de Johan do Witt teruggekeerd. Maar wij
gaai. nog niet aan boord. Er is nog wat te beier
ven en 't is weer iets zeer karakteristieks. Ver
schalende kooplieden zijn nu1 met hun Waren
op den steiger. Oostersch mandwerk, byouterieën,
ansichten, lederwaren, kleeden, kortom van alles
is op de plankenvloer uitgestald. Dio handige kareis
spreken u aan in allerlei talen on dringen u
hunne koopwaar op. Was ik nu maar op do thuis
reis en had ik een góed-gevulde portomonnaie. Maar
geen van beide is het geval. Toch amuseer jk me
allerkostelijkst bij dit bont en levendig tafereel.
Voorai één koopman, een groote bruine kerel met
een burnous aan en een tulband op het hoofd,
heeft mijn bijzondere belangstelling. Een heerlijk
type. Hij verkoopt Hoeden. Nog een stuk óf vijf
zes heeft hij »>r over en het uur van vertrek voor
do lx>ot nadert. De meeste passagiers zijn reeds op
het schip en do onderhandelingen worden nu voor
't grootste deel met gebaren gevoerd en telkens
daalt er iemand van do buitenboord hangende trap
at om een gekocht kleed te halen en te betalen. Ein
delijk heeft hij nog twee groote .kleeden over. Hij
spreidt ze uit over de vloer. Mille francs los deux,
(duizend francs voor de twee). Niemand aan boord,
gaat er op in. Hij kijkt naar boven. Personne?
(niemand?) Daar komt een bod. Iemand biedt hem
200 francs. Verontwaardigd slaat hij de mooie Oos
tersche kleeden dicht, gooit ze over de arm en
doet of "hij gaat vertrekken, 't Is alles kosteliik van
mimiek on gebaar. Intusschen worden or aanstalten
gemaakt voor het inhalen van de trap. De Johan
ae Witt gaat vertrekken. De drijvende steiger
moet weg. Nog eens weer vouwt de koopman n in
kleeden op. Hij kijkt naar boven. Cinq cents
francs (500 francs). Deux cents francs (200 fres*',
klókt. 't naar beneden. Een afwer -id gebiar van
den koopman. De matrozen grijpen nu de touwen
om de trap in te halton. Quatre oente francs (400
fres) roept liij. Maar de k mi per houdt vast aan
zijn 200 tranes. En eindelijk waarachtig hij
doet 't. Op 't uiterste nippertje snelt, hij do
trap op met de twee kleeden en Iaat ze voor 200
francs- En toen kwam 'het meest interessante, toen
gebeurde er iets dat zoo intens karakteristiek was,
dat we 't ons hier eenvoudig niet zouden kunnen
voorstellen. Van de trap afgedaald zonder zijn
kleeden. maar met de 200 francs, kijkt hij naar
boven en salueert ons met zulk een buitengewo
nen humor on zoo intense ironie, dat alle passa
giers er zich mede amuserWden. Het wjls eenvoudig
kostelijk om te zien, hoe hij daarna een sigarotte
opstak en tot ons op keek. En als hij in oon rom_
bootje gezeten, zich laat wegvaren,haalt hij niet
onnavolgbare gratie oen zakdoek uit zijn% zak en
wuift ons met een vriendelijk lachend gezicht toe.
De zakdoek wordt opgeborgen en nu sa'lieert hii
met beide handen. Wat gaat er in hem om? Denkt
l'ij aan de goede zaken, welke hij hoeft gemaakt?
Heeft hij er de koopers toch nop tusschen weten te
nemen? Ik weet. 't niet- Maar in gedachten zie ik
den man met zijn bonte k'eeden nog voor me en
geniet - nog eens van de kleurige, Oostersche schil
«krij
Intusschen is het anker g^ ïrit en ons drijvende
paleis zal ons weer verder voeren; naar het Noor
den, dwars door de Midde'landsohe Zee naar Genua.
Nieuwe genietingen wachten ons. Maar ik
kan nog niét van Afrika, van Vgiers loskomen, 'tls
ot ik er naar moet b'ijven kijken zoo lang 't. moge^
lijk if Weer word ik getroffen door de overwel
digende schoonheid van de stad, zooals zo gezien
wordt uit de baai. En achter de stid waast het
Atlasgebergte met zijn toppen, ravijnen en klo
ven. Langzamerhand worden do omtrekken vager.
Eindelijk is alles uit 't oog verdwenen. Jk heb
Afrika, Ik heb Algiers gezien. Ik hob genoten
van wat do monBonheid daar hooft gewrocht in
heerlijke bouwwerken, genoten 't allermeest van het
kleurigo, bonte, interessante monsohenleven. En ik
geniet nog eens weor van allos, nu ik er over
schrijf en tevens mo iets verdiep in do histpno.
Want de historie van Algiers gaat terug tot het
jaar 935. Toen werd de 6tad door de Arabieren
gesticht. En toen do Mooren uit Spanje werden ver
dreven, vestigden zij zich hior on sedert word
Algiers berucht als do plaat» <Jer zeorooverj», waar
mede, zooaia ik in mijn vorigen orief reeds ver
mei dele, onze handeldrijvende voorouders heel wat
te stellen hebben gehad- E11 de geschiedenis yau
Algiers is tot 1830 toe oen geschiedenis van strijd.
Als ik denk aan wat er thans in Marokko ge
schiedt, kan ik mo een voorstelling vormen van de
moeiten welke moesten voorafgaan aan do toestan
den welke thans in deze Fransche kolonie bestaan.
Ik zaï u eohter met de geschiedenis van Algiers!
niet lastig xvallen'. Wij hebben nu immers de staa
heelemaaf uit 't oog verloren en liggen weer aan
het hecrlijko hart van onze bruid, de zoe, en.
hebben geen oog meer voor iets andera dan voor
haar schoon. Nog ongeveer veertig uren zullen wo
met haar verkeeren, nog veertig uron van ver-
trouwelijkon omgang met onze geliefde, heerlijke
zee. E11 ze is nu zoo mooi, zoo kalm, als oen reus
achtig parelmoeren blad ligt ze voor ons, achter
ons, om ons. En dwars door haar heen snijdt do
zwarte romp van do Johan do Witt, voortgestuwd
door do altijd wentélondo schroeven, en teekent
zich een broeden weg. waarlangs wij zwijgend
turen, langen tijd achtereen.
MIJNHARDT's
Staal-Tabletten .90*
Maag-Tabletten,75
Zenuw-Tabletten ,75*
Laxeer-Tabletten 60»
Hoofdpijn-Tabletten 60»
Bij Apoth. en Drogisten
BinrAfcx.0L3i^~lscix Ni
SCHAGERBRUG.
Ten lokale van den heer J. Broer vergaderde Don
derdagmiddag 28 Juli de afdeeling Zijpe en Omstre
ken van de Ilollandsche Maatschappij van Landbouw.
De voorzitter, de heer K. Kant, sprak er bij de
opening zijn genoegen over uit, dat de opkomst der
leden bevredigend is.
De notulen worden door den secretaris, den heer W.
Nieman gelezen, waarna ze onveranderd worden
goedgekeurd.
Voorzitter deelt iriedo, dat dc te Alkmaar gehouden
vergadering over de reorganisatie van de Hollandsche
Maatschappij van Landbouw door den heer H. de
Groot is bezocht. In verband met de onbelangrijkheid
van de agenda en mede omdat bleek dat van de uif-
eenspatting van de Hollandsche Maatschappij van
Landbouw toch niets zou komen, is de algemeens ver
gadering te Den Haag niet bijgewoond door onzen af
gevaardigde.
'Van den rijkslandbouwconsulent, den heer Smeding,
is een circulaire ingekomen over de zorg voor de leer
middelen der landbouwwintercursussen.
De heer Rezelman acht het gewensoht eens na te
gaan welke leermiddelen de heer Olie in bewaring
heeft, spr. twijfelt niet of er wordt de noodige zorg
aan besteed.
Voorzitter doet toezegging dat de voorraad zal wor
den opgenomen.
Aan de orde wordt gesteld de vaststelling van het
programma der tentoonstelling op 14 September a s.
De verschillende voorwaarden blijven onveranderd
gehandhaafd, alleen wordt het staangeld voor de in
zendingen ter opluistering, van rijtuigen, landbouw-
artikelen enz. bepaald op 40 cent per M2., inplaats
van als tot nu toe op 40 cent. per strekkende meter.
Het programma wordt met dezelfde rubriekenindee-
ling van vorig jaar vastgesteld. Wel werd overwogen
de rubriek klein vee en pluimgedierte met enkele
afdeelingen uit te breiden, doch de vergadering oor
deelde dit tenslotte niet gewenscht.
iWat de inzending bloemen en planten door kwee
kers of handelaren in bloemen betreft, werd door den
heer Rezelman opgemerkt, dat de plaatselijke bloe
mist tot nu de ecnipste inzender is en hoewel diens
inzending de tentoonstelling nog wat siert., meent spr.
dat deze. inzender geen prijs moet hebben als hij
I niet iets inzendt wat bekroningsvvaard is.
i Bij de bespreking over de te houden festiviteiten
blijkt, dat de vergadering graag «eens iets anders zou
willen han het houden van n concoursijhippiqne. De
groote moeilijkheid echter is om iets anders te beden-
ken dat voldoende belangstelling trekt
Besloten wordt maar weer concours-hippique- te
doen houden en wel één voor algemeene deeiname en
een voor die paarden, die nog nimmer een len prijs
hebben eewonnen. De prijzen voor het eerstgenoemde
concours zullen bedraden föO f25 en f 10 die voor
het andere concours f25 f 10 en f5. Als keurmeesters
zullen worden gevraagd de heeren «K. Zijp. Wierinirer-
wnard. D. Joneejans. St. Maartensbrug. P de Boer.
Schatten, plaatsvervanger de heer Abr. v. d. Oord.
Bhrsinperhorn B
Bij de rondvraag geeft de heer Rezelman in overwe
ging snoedig de voorbereidende maatregelen te treffen
voor den te houden motorcursu#;
Voorzitter doet toezegging.
Hierna sluiting.
HOOGWOUD.
Ten overstaan van Notaris H. de Boer alhier, had
op Woensdag. 22 Juli 1925, '«avonds 8 uur in het
café van den heer J. Modder aldaar de verkoop
plaats van twee huizen met schuur, erf en tuin in
bet Zuideinde te Hoogwoud, kadastraal bekend ge
meente Hoogwoud, sectie D, no. 976 en 977, samen
groot 7 Aren. 80 Centiaren, eigendom van de fami
lie'van der Veen. Kooper van perceel 1 A. Groot Az.
voor f 3361 en van perceel 2 J. Nieuweboer voor
f 2210,beiden te Hoogwoud.
DIRKSHORN.
Woensdagavond werd in de openbare school al-*
hier, onder leiding van den heer R. v. <L Laan, een
ouderavond gehouden.
In de ouder-jcommissio werden inplaats van de
heeren C. Peetoom, vertrokken, en D. Barten, af
tredend, gekozen do heeren T, Visser en J. Rens.
Meegedeeld werd. .dat de Inspecteur van het on
derwijs den vrijen Donderdag iii het leerplan
wenscht te vervangen door twee vrije namiddagen.
Unaniem is de vergadering van meening. dat zulks
inet het oog op den grooten afstand, die verschei
dene leerlingen moeten ar,eggen, wat langs zeer
slechte'wegen en paden, niet in het belang dezer
leerlingen kan worden geacht, noch in dat van het
onderwijs in het algemeen, daar meer verzuim al
licht het gevolg van dusdanigen maatregel zal we-
zen.
Een commissie werd benoemd, ten einde te be
proeven, deze zaak tot een goed einde te brengen.