De kleine partijen. Het Geheim van Bernard Brown Uitgevers i N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schageo. Woensdag 29 Juli 1925 G8ste Jaargang. No. 7680. Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- tentiön nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst. POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. no. 20. Prijs per 3 maanden fl.65. Losse nummers 0 cent. ADVERTEN- TlëN van 1 tot 5 regels fl.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno. inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Bij de jongste Kamerverkiezingen is weer eens dui delijk naar voren gekomen, de vraag, of de z.g. „klei ne" partijen wel recht van bestaan hebben, of zij niet beter zouden doen, te verdwijnen of zich op te lossen in andere, grootere partijen, welker bestaans recht en levenskracht ten eenenmale bewezen i& door de feiten. Dezo vraag zonder meer ontkennend te beant- woordep, zou een onbilliijkheid inhouden. Doch aan dacht aan het euvel te wijden, wil ons niet overbodig schijnen, temeer nu een dier partijen bij monde van haren leider onomwonden verklaard heeft, dat hetj beter is. voortaan maar als „afgedaan" beschouwd te worden. Wanneer wij zeggen: de kleine partijen moesten i maar weg zijn, zij moesten verstandiger zijn, dan stellen wij ons op het standpunt, dat zij een kwaad vormen, dat hoe eerder hoe beter, uitgeroeid dient te worden. Doch er is nog een ander standpunt, nl. dit, dat zij bestaansrecht bezitten, ja zelfs moetan. hebben, echter met. de voorwaarde, dat zij bij ver kiezingen niet bijdragen tot een nuttelooze en vaak jammerlijke stemmenversnippering. Want thans is dit laatste het geval! De verkiezingen zijn er, om het te bewijzen. De kleine partijen, welke veelal uit sluitend bepaalde Delangen voorstaan en als zooda nig een hoogst enkele keer reden tot optreden heb ben, wijl. dit zijn nut ka» afwerpen, zien slechts zel den resultaat van haar bemoeiingen. Ten hoogste wordt één zetel behaald, hij uitzondering twee. Nemen wij als voorbeeld b.v. de Democratische Partij, In wazen slechts weinig verschillend -van den Vrijz. Dein. Bond. Sterker nog, een partij, die bijna één met den V. D. B. was geweest en dus tot versterking had bijgedragen en niet tot versnip pering ware het niet geweest, dat de fusie om een naam ware afgesprongen! What is in a name? Ook hier alweer een punt van1 strijd! Deze Democratische Partij, bezield met voor haar goede bedoelingen', daaraan twijfelen wij niet, be reikte 1 Juli slechts dit, dat zij enkele honderden stemmen meer behaalde dan in 19221). stemmen van kiezers en kiezeressen, die vóór den verkiezingsda tum wel vrij zeker zouden zijn, dat geen persoon hunner lijst in aanmerking voor een Kamerzetel zou komen. Heeft zulk een partij nu reden van bestaan? Men versta ons niet verkeerd: wjj zeggen niet „recht"» maar „reden". Voor haar, die slechts zoo weinig verschilt met een zusterpartij, die zegevierend uit het strijdperk trad, bestaat slechts één oplossing: zqo spoedig mo gelijk te verdwijnen van het politiek tooneel. Den dag, waarop zij daartoe overgaat, zal zij een goede daad verrichten, welke haar slechts tot eere kan strekken, temeer waar zij ertoe overgaat de gelede ren van grooteren te versterken. 2) In den aanvang van dit artikel herinnerdenf wij reeds aan de uitspraak van een partijman; wij doelden hier op de partij-Kolthek, de Socialistische Partij. Scherper veroordeeling voor de kleine par tijen is moeilijk denkbaar. Want, zoo schrijft de heer K., van oordeel zijnde, dat zijn partij vernieti gend is geslagen: „Dit feit is van zooveel beteekenis, dat wij nu geen oogenblik aarzelen om te verklaren, dat het verder voortbestaan der S. P. als politieke partij geen zin heeft. En wij kennen genoegzaam den geest van onze menschen, om te durven voorspellen, dat de partij als zoodanig ook spoe dig verdwijnt." FEUILLETON. 29. door E. PHILLIPS OPPENHEXM We zullen afwachten, wat de S. P. van plan is. Er is meer direct na een ongunstigen verkiezingsuitslag een dergelijk geluid gehoord. Maar deze menschen geven althans blijk hun fiasco te hebben begrepen. 3) Voortgaande, zouden wij nog een tiental kleine ren kunnen opsommen, die 1 Juli een droevig figuur sloegen. Eln onder ben zijn er, die 't niet den eersten kever waagden, maar die een herhaalde poging in het werk stelden. Zoo ooit, dia» ia thana him falen bewezen! Wat daartegen te doen? Moet het onmogelijk, abso luut onmogelijk gemaakt worden, dat zij wederom schade aan anderen toebrengen? Moeten zij in hun pogingen belemmerd worden, m.a.w. moeten zij aan nog zwaardere eischen meer dan 75 pet. van den kiesdeelervoldoen dan thans? Daarop zou men slechts „neen" kiinnen zeggen, hetgeen vrijwel on mogelijk is, laat staan' onbillijk. Terugkomende op de vraag, of de partijen reden van bestaan hebben, gelooven wij het antwoord aan onze lezers te kunnen overlaten. Sommigen zullen zeggen ja, anderen zullen een tegenovergestelde mee ning zijn toegedaan. Nemen wij de eerste. Hun meening zal ongeveer hierop neerkomeq. -In de Kamer zal zulk een partij-man meestal al leen staan. Wil hij iets zeer positiefs doen, een spe ciaal belang behartigen, dan kan hij zijn toevlucht nemen tot een initiatief-voorstel, dat óf aangenomen óf verworpen wordt, 't zij; in Tweede of Eerste Kamer. Doch ook andere, tot grootere groepen behoorende leden, zouden zulk een voorstel kunnen indienen. Maar wanneer kan een initiatief--voorstel wet wor den? Niet dikwijls en bij uitzondering voor gewich tige aangelegenheden. Stel dus, dat zulk een kleine partij-afgevaardigde de voldoening zou «maken, erin geslaagd te zijn een onderwerp van „belangen"_aard tot stand gebracht te hebben, dan is dat zeer zeker van gewicht. Maar een argument vod* het bestaan van zijn parij levert het toch geenszins. Bovendien en beperken we ons hier tot de Volksvertegenwoordiging dan zit die afgevaardig de in de Kamer toch niet uitsluitend voor initiatief voorstellen? Hij heeft rekening te houden met on derwerpen van de meest uiteenloopend'en aard, waar bij hij als eenling veelal niets bereikt, en waarbij hij de steun noodla heeft van menschen van de groo tere partijen, die meestal tot een bevoegd oordeel in staat zullen zijn, en met evengroote kennis van za ken het hunne er van kunnen zeggen. 4) Thans de meening van hen, die zeggen: hun optre den moest achterwege blijven. Tot dezulken wem schen ook wij gerekend te worden. Maar wij besef fen, dat het hier helaas een utopie is, eni dat er maar één wensch, één mogelijkeid is, nl. deze, dat dezelfde menschen, o.w. dikwijls verschillende „Streber", moreel, zooveel zelfrespect willen hebben, dat zij bij een volgende Kamerverkiezing niet meer zelfstan dig zullen optreden, doch hun steun zullen geven aan hen, die slechts weinig met hen verschillen. Wordt dit voorhands bereikt, dan is reeds veel be- reikt. En men vergete dan ook niet, dat hun beo gen beter behartigd zullen worden» dan bij geen ver tegenwoordiging. Dan zal geen vijf procent van het uitgebrachte aantal stemmen meer op die kleine partijen worden uitgebracht. Als dat bij een volgende Kamerverkiezing bereikt wordt, dan zal ons politieke leven in betere sferen zijn gekomen, het algemeen belang er bij gebaat zijn. VAN RIJ SWIJK'S SCHOENHAND EL.SCHOENMAKE HIJ. WATERDICHTE SCHOENEN, MET EN ZONDER NEUS, MET EN ZONDER ACHTERNADEN, PRIMA, VANAF f 5.75. 2) In het laatste nummer van „De Democratie", het orgaan van „de Democratische Partij", bespreekt de heer Heeres wel de uitslag der verkiezingen, maar getuft hij nog niet aan, wat zijn partij verder van plan is. 3) Nadat dit artikel geschreven was. bereikt ons „Recht voor Allen", waarin de beer Kolthek mede deelt, dat het partij ^orgaan wordt opgeheven. Over de zaak van het partijverband zal de partij zich nog nader uitspreken. De liquidatie van de S. P. schijnt dus te beginnen. 4) Hier blijft het geval-Braat inzake den zomertijd buiten beschouwing, daar het algemeen „belang", dat daarbij werd vooropgesteld, bij belanghebbenden geenszins onverdeeld vaststond. 1) In 1925: 10880; in 1922: 9209. Binnenid^dsch NteuwSo NOORDSCHARWOUDE. Marktoverzicht. Zoo langzamerhand gaat de aanvoer van aardappelen iets minder worden, hoe wel het aantal soorten'aardappelen, toeneemt. Goed geteld zijn tot op heden reeds 10 verschillende bena mingen van aardappelen aangevoerd. Wordt de aanvoer ven aardappelen minder, de aanvoer van kool begint toe te nemen, zoodat in to taal de aanvoer sinds de vorige week niet vermin derd is. Van de Schotsche muizen waren de prijzen door een genomen iets minder dan de vorige week, doch de geheele week vrij stabiel. De hoogste markt was Zaterdag, toen we f 8.30 konden noteeren. De schoolmeesters liepen bijna dagelijks even op zoo, dat er in den loop van de week een verschil van ongeveer f 1.20 kwam. De hoogste markt was f 6.30. De prijzen van de eigenheimers waren eveneens de geheele week vrij vast, doch noteerden lager dan de vorige 'week. De zilvernep deed hot niet best Liepen ze de eer ste paar dagen vrij wat op, de laatste dagen gaven meer teruggang, dan de eerste dagen vooruitgang gaven. Was b.v. de hoogste noteering Maandag f 19.20 en Dinsdag f 23.50, Zaterdag was dit slechte f 15.30. Ook de prijzen van de ril veruien en drielingen waren niet hoog, al waren ze in veifcel ijking tot de nep beter. Maandag was de markt Jaag in vergelijking tot de -efgeloopen week, doch de week gaf van dag tot dag een geleidelijke vooruitgang, waardoor de hoogste noteering Zaterdag 12 gulden tegen Maandag f 850 was. De aanvoer van zilveruien was veel grooter dan de vorige week. Dank zij het warme weer was ook de aanvoer van bloemkool nog grooter dan de vorige week, wat ech ter niet belette, dat de prijzen zich best bielden, al kwam er dan ook in den loop van de week eenige verlaging. De hoogste markt was achtereenvolgens f 12.50, 1950, f 25, f 18,50, f 16.60 en f 16.20 per 100 stuks, wat een beste prijs genoemd kan worden. Roode kool werd iets meer aangevoerd dan de vo rige week, doch de prijzen gingen met reuzenspron gen omlaag. Was Maandag de noteering nog f 5.60— 7.1Q, na een dagelijkschen teruggang was dit Zater dag slechts f 3.60—4.50 en Vrijdag nog lager. De witte kool gaf in nog sterker mate hetzelfde verschijnsel te zien. Do aanvoer was bijna dubbel zoo groot als de vorige week en de prijs, die Maandag nog f 7.80—f 8.20 was. daalde dagèlijks zeer sterk, zoo, dat Zaterdag slechts i 2.60—3.70 genoteerd kon worden. Gele kool werd voor het eerst de laatste drie dagen aangevoerd. Deze' brachten tusschen f 8 en f 1050 op. Peulen, tuinboonen, spercleboonen en snijboonen %erden in zeer kleine hoeveelheden aangevoerd en voor het eerst was er enkele malen eonige aanvoer van gewone blauwe aardappelen, graafjes en kroten. Gele nep werd de laatste dagen aangevoerd. Deze brachten een beste prijs op. De laagste prijs was f 1350 en de hoogste f 18. Met de-boswortelen, die de laatste dagen aange voerd werden, ging het best. De laagste prijs was 6 cent en de hoogste 10>4 cent per bos. Zoo was het dooreengenomen geen schitterende week voor onze tuinders. De lage prijs van de kool vooral werkt i^iet zeer bemoedigend voor de komendo dagen, die zeker een groote aanvoer van dit artikel zullen brengen. Over de prijzen van de aardappelen, j wat tot heden nog de hoofdaanvoer is, valt gelukkig niet te klagen. I Aangevoerd werden ruim 153 wagons aardappelen, ruim 7 uien, bijna 4 wagons roode, uim 7 wagons 1 witte en 2000 Kg. gele kool, 92 Kg. peulen, 433 Kg. tuinboonen, 850 Kg. spercieboonen, 880 Kg. kroten, 210 Kg. snijboonen, 34600 stuks bloemkool, en 0170 bos wortelen, in totaal ongeveer 175 wagons pro ducten. De aardappelenaanvoer was te Broek op Langen- dijk 97 wagons en te Warmenhuizen bijna 47, zoodat aan de 3 markten totaal deze week 297 wagons aardappelen verhandeld zijn. De aanvoer van kool was in Broek ruün 36 wa gons, te Noordscharwoude 11 wagons en in War menhuizen 2000 Kg., in totaal al zoo 48 wagons, wat in de derde week van Juli zeer belangrijk genoemd kan worden. BEKNELD GERAAKT. Dezer dagen geraakte te Helmond een 5-Jarlg meisje met haar been tusschen de ophaalbrug be- j kneld. Het been werd verbrijzend. De toestand van bet kind is levensgevaarlijk. Zoo voortgaande, kwamen zij op de gronden, die bij het „Court" behoorden, en toen dacht zij aan iets anders, dat zij moest zeggen. „We hebben een gast, Bernard, één maar, doch ik geloof dat je niet bijzonder op hem gesteld bent". Hij vermoedde wie het zou zijn. Hij bleef even stil staan. „Toch niet Allan Beaumerville?" Zij knikte van ja. „Ja Het spijt mij zoo. Hij heeft zichzelven uitge- noodigd en ik moet je iets van hem vertellen." Zijne eerste opwelling was haar te beletten verder te gaan. maar dat was dadelijk voorbij, na een blik in Ellens ontsteld gelaat. „Kijk niet zoo verlegen", zeide hij, flauwtjes glim lachend. „Ik ben niet bang voor bom, Wat wilde je me van hem vertellen?" „Tïij ging eens op een dag alleen uit, om wat te botaniseeren", zeide zij. „Weet je waar ik hem zag?" „Neen. Waar?" „In jou huis. Ik zag hem aan jou tafel zitten-, ik zag hem naar buiten gaan. Hij zag er ontzettend oDtsteld uit, alsof hij eene groote ontdekking had gedaan". Hij scheen geenszins zóó verrast, als zij dacht dat hij zou zijn. „Het is verwonderlijk hoeveel menschen in mijne zaken belang stellen", zeide hij. met spijtige luch tigheid. „Niemand zoozeer als ik", fluisterde zij' zacht. „Bernard. ik moet je iets van mijn vader zeggen. Ik had het bijna vergeten". ,yGoetL Heeft hij ook een recht als landheer uitge oefend?" „Natuurlijk niet, maar, Bernard, de menschen pra ten en hij heeft het gehoord en Hij verdenkt mij ook?" Dan kan ik hem zeker niet vragen mijn gastheer te worden." Zij greep zijne beide handen en keek hem smee- kend aan. „Wees niét zoo dwaas. Bernard, lieveling, toe. Ik zei niet dat hij je verdenkt. Maar de menschen heb- bi-n gepraat en natuurlijk laat dat een indruk na. Je moet vrienden met hem worden, weet je. Zou je niet eens wat kunnen vragen, misschien?" Hij keek een weinig blozend ter zijde en hij was overwonnen.. „Heel goed, hoor, lieveling, ik zal komen", zeide hij. Maar zeg, je moest hem dadelijk zeggen hoe het tusschen ons ia en als hij mij liever niet tot gast heeft, dan moet je het mij komen zeggen. Ik wil niet onder eenige bedinging aan iemands ta fel zitten", voegde hij er met eene plotselinge trotschheid aan toe „Hij zal het heel prettig vinden je te zien", zeide zij eenvoudig! „Een paar woorden van mij zullen voldoende zijn". „Je gebied strekt zich, schijnt het verder uit dan over mijn hart", zeide hij lachend. „Daar komt je vader aan uit de stallen. Laten wij hem te gemoet gaan." Zij ontmoetten hem in de gang. Toen hij zag. wie met zijne dochter daar aan kwam. keek hij een oogenblik ernstig. Maar hij had al de hoffelijkheid van een edelman van oude af komst, en ofschoon hij buiten anders kon gehandeld hebben, nu was die man onder zijn eigen dak en moest als gast behandeld worden. Daarom stak hij zonder aarzelen zijn hand uit. .Ik ben blij u te zien, mijnheer Maddison. Wij be gonnen te vreezen dat u ons hadt verlaten', zei hij „Ik ben larnger weggebleven, dan ik eerst van plan was. .antwoordde Bernard Maddison kalm. „U blijft toch dineeren, natuurlijk", vervolgde de heer Thnrwell weggaand. ,.U zult Beaumerville in de bibliotheek of in het salon vinden. U weet den weg. is 'tniet? Mijn jachtmeester wenscht mij even te spreken. Het zal niet lang duren." Hij stak de gang over en ging zijn eigen kamer binnen. Ellen stak haar arm door dien van haar ge liefde en voerde hem in tegengestelde richting, door een lange gang naar het andere eind van het huis. „Dit is eene groote eer, die je te beurt valt, hoor", zeide zij1 met de hand op den knop van o'en der eer ste deuren. „Je bent het eenige mannelijke wezen, behalve mijn vader, dat ooit' hier toegelaten is" Zij voerde hem in eèn sierlijk gemeubelde woon kamer, met al die kleine kenteekenen van een vrou wenverblijf, welke voor den man, die de bewoonster bemitn, eene eigenaardige en eerbiedige belangstel ling als het ware, inboezemt. De versiering van de kamer was eenvoudig genoeg en toch sprak alles van beschaving en kunstgevoel en bovenal van een groo te, vrouwelijke bekoorlijkheid die hem als kunste naar en als minnaar trof. Zij trok een gemakstoel naar het vuur, én toen hij zat, kwam zij voor hém staan. .Ik hoop dat mijn kamer je bevalt," zeide zij zacht, ..Is het zoo?" „Zii .is als jezelve bent", antwoordde hij; „zij is volmaakt." MIDDENSTAND SRAAD. In de laatste vergaderingen van den Midden- standsraad zijn o.m. ae volgende punten besproken. Weeldewet. Dc raad erkende, dat door de wijzi gingen, welke de minister van financiën in het ontwerp-Weeldewet heeft aangebracht, verschillen de bezwaren, die tegen het oorspronkelijke ontwerp bestonden, zijn vervallen. Tal van voorstellen, ter zake door den Middenstandsraad gedaan, heeft de minister in het gewijzigde ontwerp overgenomen De hoofdgrief echter, welke de inddenstandsraad tegen het oorspronkelijke ontwerp had, is niet vervallen. Het voorstel van den raad om de. zegelbelastingi bij de bron te heffen, heeft de minister niet over genomen en als gevolg daarvan is behouden ge- j bleven de geheele rompslomp van inning waartegen de .middenstand overwegende bezwaren heeft. Onbegrijpelijk was het den raad, waarom de mi- jiiister ten slotte er de voorkeur aan gaf, om b.v. voor een gramofoonplaat zogelbelasting te heffen bij 'den detailhandel, terwijl het toch zooveel voor- deeliger is, deze belasting te heffen bij den invoer o± bij den eventueel binnonlandsohen fabrikant. De raad droeg aan een uit zijn midden benoemde commissie op, haar werkzaamheden terzake voort te zetten en met name erop aan te sturen, dat de heffing v;in de zegelbelasting, waar zulks moge lijk is, zal' geschieden bij dfe bron. Zij bleven daar een half uur samen en toen klonk de kleedbeL Zij sprong op eens uit haar kleinen stoel- j naast hem op. „Ik moet weg, om orders voor je kamer te geven." I zeide zij. Natuurlijk logeer je bij ons. Ik heb al 'bedacht, waar je slapen zult. Roberts zal je binnen vijf minuten naar je kamer brengen. „Kleeden kan ik mij niet", merkte hij op. „Ik heb geen kleeren bij mij." „O. dat zullen we je vergeven", lachte zij. „Na tuurlijk verlangde je te zeer om hierheen te komen, dan dat je aan kleeren dacht Dat was zooals het behoort. „Dag! wees niet langzaam". Hij was gedurende ecnigen tijd alleen. Toen klopte een bediende op de deur en bracht hem naar zijne kamer. Hij keek rond en zag nog meer blijken van haar zorg voor hem. In de zitkamer, die aan een kant (open ging, was eene groote vaas met verschgeplukte bloemen, een stapel nieuwe boeken en eene photo- graphie van haarzelve. De kamers waren de rnooi- Isten van het huis. De met eikenhouten paneelen in gelegde wanden waren met tapijten behangen en ieder meubelstuk was een antiquiteit. liet was een slaapkamer voor een VoTSt en werkelijk een ko ninklijk vorst had* eens in dat vreemde, hooge bed met zijn uitgesneden, eikenhouten pilaren, en ou- derwetsche gordijn geslapen. Het was Bernard Maddison alsof hij droomde, toen i hij rondwandelde en alles bezag, zoo n heerlijke droom scheen het dat hij het ontwaken vreesde. Het luide gpschel van de tweede bel voerde hem evenwel tot de werkelijkheid terug. Hij bracht haastig zooveel mogelijk meer netheid in zijn uiter lijk aan en ging naar beneden. In de gang ontmoet te hij Ellen, die zich had verkleed in een dun. crème diner-toilet en hem opwachtte. „Bevalt je kamer Je?" vroeg zij. „Bevallen? Zij is volmaakt". antwoordde hij kalm. „Ik had niet gedacht dat Thnrwell zóó oud was. Jij bevalt me ook", voegde hij er aan toe, haar goedkeurend bekijkend en haar hand vattend. Geen tijd voor complimenten, hoor!zeide zij lachend, „wij moeten nu naar het salon; mijnheer Allan is daar alleen". Hij volgde haar door de gang en ging met haar de kamer binnen De heer Allan zat met den rug naar hem toegekeerd aan de piano en speelde zacht een stuk van Chopin voor zichzelven. Op het geluid van het opengaan van de deur keek hij om. „Mijnheer Allan. hier ziet u nog een bezoeker, die zich over ons ontfermt", zeide Ellen.~,.U kent mijn heer Maddison. is het niet". De muziek, die de heer Allan met zijn rechterhand had vervolgd, hield plotseling op en gedurende eenige minuten bleef hij" bewegingloos zitten. Toen stond hij' op en boog even. „Ik had het genoegen", zeide hij kalm. „De heer Maddison is uw buurman, is het niet? Ik ontmoette hem, zooals ge u herinne- j ren zult, bij eene zeer droevige gelegenheid". .„Wil u voortgaan jnet spelenr' vroeg zü, neer zinkend op een laag stoeltje, «wij willen graag toeluisteren 1 Hij ging weer zitten en jnet halfgesloten oogon begon hij het stuk weer. Ellen en Bernard Mad dison zaten naast elkaar en spraken nu en dan i zacht te zamen. Er was geen algemeen gesprok. totdat de heer Thurwell binnenkwam «en daarop werd het diner bijna .onmiddellijk opgediend. Toen was er geen gaping meer in net gesprek. Eerst werd het hoofdzakelijk gevoerd tusschen den heer Thurwell en den neer Allan Beaumer ville, maar toen Maddison een vragen den blik van .Ellen zag, wierp hij plotseling het stilzwijgen af. „Als Maddison spreekt," had eens een van zijne bewonderaars -gezegd, „danfluistert,' ieder ander en jvas dit nu juist niet hier het geval, dan kwam dit omdat, hij de kunst verstond om ieder, dien hij wilde, in hot gesprek to trekken en te maken dat het scheen alsof zii het groter aandeel daarin haddon dan werkelijk waar was. Jlet scheen een onderhoudend gesprek to zijn, waarin Maddi son de leider en de achtergrond was. ITet gesprek was gevoerd over Italië en do Re naissancekunst. Do heer Thurwell had eenige opmer kingen gemaakt over enkele minder bekende steden van het Noordon en Bernard Maddison had dit onderwerp met vuur opgenomen. „Ik kom juist terug uit een van haar,'' zeide hij. „Ik zal trachten dit stadje te beschrijven.'' En hij beschreef het. Hij vertelde hun van de afgebrokkelde paleizen, prachtig in hun /ölmaakton Venitaanschon bouw, maar nog schooner nu in hun langzaam groot verval', waarin al de majesteit van diepe rust doortrokken was met gedachten aan verganen roem. Hij 6prak van de stille, heldere lucht, de fijne tinten van het zacht gekleurde iand- landelijkeH eenvoud van de streek er omheen, fiin en koei als de flauwe morgenzonnestralen over de dalen (|n de wijngaardhellingen lagen, rijk en idroomerig en kwijnend als de voilé glans van den middag of de geurige duisternis van den bestardon 1 nacht. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1925 | | pagina 1