Sc! rt Een testament met een staartje. Zaltrdog 1 Augustus 1925. liösie Jiiari|a<ig. No. 7682. DERDE BLAD. Een interessante reis. IV ir Spaander's Kleeding. Binrtenlandsch Nieuws. z? VI. st cbl We hobben reeds eenige uren gevaren en wij i rolgeu steeds de rechtgetrokken lijn op de kaart. 1 |Biis nagenoeg geen wind. De zon is .prachtig- on lergegaan, als een roode schijf is ze weggezakt n do zee. I>o vu ige reflexen hebben den we ster lemol nog eonigen tijd een wondermooie kleur ègeven. Nu wordt 't wazig en ternauwernood is e scheidingslijn tusschen luoht en water te hor tonnen. Venus, de avondster, verschijnt. De maan comt in .haar element, omdat zij haar .concurrente •n haar voedster* de zon, niet meer naast zich heeft. 5ij heeft 't rijk thans alleen en om haar hoon) verschijnen allengs meer hare gezellinnen. Telkens vertoonen weer nieuwe sterren haar gelaat, 't ,Vordfc een gepinkei en getwirikel vanhonderden ichtoogjes. 0, dit is een genieting om stil bij te worden. Nu naar boven, naar het hoogste dek. Niet slapen jaan vóór dat we nog eenmaal in eerbiedige oe vondering en verrukking van dat heerlijke hebben genoten. Met ons drieën Jopie en Ko gaan mee trekken we naar boven -naar den achtersteven, yang hangen we daar over de reeiing en zien iu eens naar boven, dan weer naar omlaag. Boven >ns de heerlijke hemel, een donkere koepel, waarin le maneluchtor hangt en de ontelbare gloeilichtjes likkeren. Beneden ons de door ons schip fel- loorbröken waterspiegel. We zeggen 'Weinig. Slechts nkele opmerkingen. Dadr staat „de groote beer*', at is „Cassiopea", dódr fonkelt de „Poolster" Ve zouden nu niet luidruchtig kunnen weaen. Iet zijn gewijde oogenblikken, oogenblikken, waar- n iets groots doorleefd wordt, en waarin de kleine aensch zich een eeuwigheidswezen gevoelt. Een >anale opmerking, een grap, is nu misplaatst. Ang blijven we dezen nacht boven, 'fc Is Iaat, Js we onze hutten opzoeken en noode afscheid. emen van den hemel en de zee Den volgenden morgen sta ik op en Sis ik door- Ie open patrijspoort kijk, bemerk ik, dat 'fc heerlijk reer is en bladstil. De .zee is precies aóó, als ik ens op een zomerdag de Brasemermeer zag. Eén ïanzend vlak van onzegbaar mooie kleur. Wat is Ne toch heerlijk, mijn stralende bruid. Ik moet ic bedwingen .om niet opnieuw haar pracht te eschrijven. liet kost me moeite dit te doen. Vil een verliefde niet altijd door van zijn ge lelde spreken en anderen vertellen van haar harme. haar schoonheid? En ik ben nu eenmaal erliefd van de zee, zij heeft mijn hart, geheel en inverdeeld. Met eenige weemoed bedenk ik, dat 'fc de laatste ag is. Gelukkig zal 't een schoone dag worden., i alle opzichten! Schitterend weer en groote ezelligheid. 'fc Is de dag van hetafscheidsdiner, raarover ik reeds heb geschreven in den tweeden riet. Zooals steeds, vliegt ook deze laatste dag oorbij en 'fc is bedtijd voor we er aan denken. Sk slaap in met de gedachte, dat ik vroeg moet rakker worden, want dan kan ik genieten van iet gezicht op Genua. Mijn genius van den nacht uit ine echter in. den steek, want als ik 's morgens ntwaak. varen, wij de haven van Genua reeds innen. Ik heb dus het mooie schouwspel gemist m de stad langzaam uit de morgennevelen te oor.schijn fce zien komen. Niettemin heb ik toch en prachtig gezicht op de stad, die als van .uit e zee schijnt op te rijzon. Maar ik moet mijn offer pakken-... ik moet afscheid nemen van de ohan de Witt, van dèn kapitein, van Oemar.... c moet nog eenige woorden spreken met enkelen, ie zullon doorreizen naar Indië, ik heb behoefte Ji en paar hartelijke wenschen daaraan toe te voe- en.... Daar is voor mij altijd iet-s aandoenlijks het afscheid nemen met de gedachte: zullen wij kaar ooit weer ontmoeten? Zie ik den vriend e - jken kapitein ooit weer? En Oemar? En de „Kar - ouwen' en het handschoentje en... en...? Met inijn gepakte koffer sta ik weldra .in de ouaneloods. De visitatie is gemakkelijk. Dan ne- ten wij met ons drietjes een rijtuigje en hobbelen aar het hotel Savoja, waar wij, na heel wat ieren en vijven kamers weten te krijgen in -een épendance. We boffen daar eigenlijk mede. Die *.pcndance blijkt een heel groot gebouw te wezen, js in gebruik genomen en nog maar gedeelte- jk voor de ontvangst vaji loge's ingericht. Wij rijgen daar drie groote kamers. Een voor den )taris met zijn vrouw, één voor Jopie en Ko en in voor mij. .-Vil right! Wat nu? 't Is smoorheet. enua ligt te braden en te roosterenvaji andelen is geen sprake. Vlak bij ons hotel is JqJc Cook's Office. Daarheen! In orde. We gaan een jfj.utotocht maken naarPortefine en zullen dus 'en deel van de beroemde Italiaansche Riviera zien. e zijn met zijn negenen, drie rijen van drie en tfcen ruim in de groote open toeristen auto. De d Karbouwen" on ae admiraal met zijn vrouw i nog twee dames zijn bij ons. Doordat de Johan ie Witt twee dagen in Genua blijft liggen, kun on onze vrienden, die doorreizen naar Indië, heerlijk van het verblijf genieten. heb van de Riviera (de kuststreek langs de [iddellandsche zee van Nizza in Zuid Frankrijk ifc Spezia in Italië) veel gehoord en gelezen. En. lin verwachtingen zijn hoog gespannen. De tocht, illco wij gaan maken, zal ons voeren door een.' ör schoonste oordpn der wereld. Stel ik er mij niet te veel van voor? Zal ik niet) neurgestold worden? Welnu, ik heb de Riviera. ezien en reegis don eersten dag was ik in extase. Is Adam dat geweten had, als hij eenig ver oeden had kunnen hobben van de schoonheid ina ïzei' streek, dan zou liij onmiddellijk, na uit hot tiïadijs te zijn verdreven, hierheen zijn getogen dan luid hij een ander paradijs teruggevonden, aar over het natuurschoon van de Riviera zal ik u niet schrijvenik zal 't doen in een volgenden nef. Van onzen tocht over Nervi en Rapallo naar ortefino vertel ik dus later, wanneer ik tevens 'I trachten iets te beschrijven van het jiafcuur- ihoon van déze heerlijke kuststreek. Ik wil me 1 la-palen tot de stad Genua zelf. Zij draagt Ln i Italië den bijnaam „La Superba'' en wie haar ert kennen, moet toegeven, dat deze naam ten t>üo verdiend wordt. Wanneer wo beneden aan don aven staan zien we over groote breedte de stad mfitheatorsgewijze voor ons oprijzen, boven op 11T e hergen staan nog de verouderde forten en wij .leuren de oude muitrversterkingen. Ons oog wordt cboeid door liooge huizen en prachtige paleizen, ?or oude kerken. Opvallend is terstond, dat we ra- uit rijkdom, in de Steeds mooier wordende behuizingen te demonsfcreeren. Zoo staan er thans -g i>V zen uit zeer ouden tijd, b.v. het palazzo S. Giorgio, hetwelk dateert uit 1256 en in den loop der tijaen verschillende bestemmingen heeft gehad. In veler lei opzicht doet Genua ons aan Amsterdam den ken. Ook daar toont men ons nog op Heeren- en Keizersgracht de troteche huizen aer.ou^e Amster- dam sche handelspatriciërs, die er eer in stolden voora± het Interieur hunner woningen zoo kost baar mogelijk te maken. Zoo -nebben de rijke Genaeezen eeuwenlang gewedijverd in het bouwen hunner paleizen. En 2aj laten niemand minder dan Galeazzo Aleesi. opvolger van den wereldbe roemden genialen Michelangeio, komen om aan hem op te dragen een^ gansche straat van palei zen tc bouwen, do Via Nuova. Onwillekeurig dringt zich de gedachte bij me op om zulk een paleis van binnen te zien. De tijd en de gelegenheid ont brak daartoe, maar ik hoop nog eens weer in Genua to komen en dan op de een of andere wijze 't klaar te spelen om althans één dor particuliere paleizer inwendig te bezichtigen. Waar een wii is, is een weg. Zoo hoop ik ook don weg naad deze schoonheid te vinden. Opvallend is dat in deze paleizenstad tegelijk opvallend nauwe straatjes zijn, zoo nauw dat men er lijnen heeft gespannen over en weer uit dé verdiepingen der zeer hooge huizen tegenover èl- kaar, waaraan heel- genoegelijk de bonte wasch to drogen hangt. Het is oen curieus gezicht. En. deze uiterst nauwe straatjes vindt men niet in dc achterbuurten, maar midden in het centrum dor stad, vlak bij de groote straten en pleinen. Wij zijn een paar van deze straatje® doorgewandeld om een stuk volksleven van nabij te zien. Daarin zijn typische volkswinkels en ec:hte> kroegjes. Toch krij gen we geen omaangenamen indruk, al1 zag lang niet alles er smakelijk uit. Ik weet niet hoe 't komt, maar zou 't kunnen wezen, dat de menschen in Zuidelijker landen een. donkerder gelaatstint hebben en daardoor hun vuilheid anders uitkomt of is de verklaring hierin te vindon, dat. zij min der kleeren aan hebben en alles hun luchtiger aan 't lijf zit? Natuurlijk worden ook kerken bezocht. Hoe Zou men een Italiaansche stad kunnen verlaten zonder althans oen paar van hare kerken fce hebben bezich tigd? En gedrieën fcreden we de stoep van een der oude tempels binnen. Een oude kerkedienaar is zoo vriendelijk ons de noodige uitleggingen te geven en fce wijzen op de meest bijzondere din gen. Het. is duidelijk, dat Italië het land der mar mersoorten is. Ook deze kerk is van binnen voor 'fc grootste deel met marmer bekleed en prachtige zuilen uit diezelfde edele steensoort dragen 't 'hooge gewelf. Het géheel is imposant. Gansch andera is ae indruk van de tweede kerk, welke wij bezoeken. De eerste was leeg, de tweede gevuld met menschen. De eerste maakte een sobe- ren, ernstigen, gewiiden indruk, de tweede deed me, onaangenaam aap door hare akelige, banale versie ring. Er werd juist dienst gehouden en vol vuur sprak een nog jong geestelijke van den kansel. Helaas ken ik geen Italiaan sch en kon ik dus heel weinig verstaan van wat hij sprak. De menschen- luisterden echter aandachtig.Vlak naast me werd in dc kerk een handeltje in kaarsen gedreven.) Maar wat me hinderde was do versiering dor kerk met elecfcrisehe lichten, die als_ sterren en stralen op en om en bij het altaar flikkerden. Ik kreeg waarFjk den indruk in een steomcaroussel te wo i zen. Het is toch een wonderlijke godsdienst bij de zuidelijke volken. Ja, daar passen de processies bij met bonte lappen en vaandels en vergulde kruisen en kleurige poppen. Voor ons menschen uit het Noorden, 'met wat minder termpora.monfc on wat meer bezinning en nuchterheid is dat allc^ dwaas eu belachelijk. En het zou waarlijk fco betreuren zijn, wanneer de processies weer hun intocht hielden in ons land, wat de roomsoho kerk, wel zou willen. DRAAGT ALKMAAR—HOORN. Er is echter meer fce bewonderen in Genua. Mijn hotel is gelegen aan de# Piazza Acquaverde, een mooi, boomrijk plein. Midden op dat plein staat het prachtige standbeeld van Oolumbus. den ont dekker van Amerika, die in .Genua geboren is. Het is uit marmer opgebouwd en maakt een voornamen indruk. Op een ander plein, de Piazza Corvefcta 'treft ons een groot ruisterstandbeeld van Victor Emanuel I. Ook de beroemde Mazzini, van wien ik eer. mooi werk in mijn boekenkast heb staan, en voor wien ik altijd oen groote vereering liejb gehad, is niet vergeten. Hoog op een zuil staat zijn beeld, dat doet denken in houding en kleeaij aan het beeld van Thorbecke in Amsterdam. Dat beeld van Mazzini doet me trouwens aan andere dingen nog denken, en ik vraag mezelf af of ik nu werkelijk in het land van Mussolini ben, als ik me voor den geest roep dat dit standbeeld is opgericht voor iemand met de ideeën van Mazzini. Dat ook de Italiaansche populaire held Garibaldi hier een standbeeld heeft, ligt voor de hand. Het staat op het plein, dat 'fc middelpunt van Genua vormt, de Piazza Deferrari. Maar 'fc wordt tijd, dat ik u ga vertollen van het allermerkwaardigste, het, allerberoemdste wat i Genua te zien geeft. Want hierop kunt go aan, als j er gesproken wordt over Genua, dan is altoos do I eerste vraag: hebt go do „Campo Santo'" gooien? j Om deze Campo Santo te zien, ben ik, langer dan) I oorspronkelijk mijh bedoeling was, in Genua ge bleven en heb ik een brandende hitte gefcroti 6eerd. En 't heeft mij niet berouwd. Met de elecfcrisehe tram ben ik naar het be roemde kerkhof, hetwelk dezen naam draagt, ge togen met Jopie en Ko. We komen er juist aan do poort tegelijk met een begrafenisstoet. Terstond treft 't ons dat de lijkkoets niet zwart maar wit is. Bovenop liggen ae bloemen. Wit is de jas van den koetsier en wit met verguld zijn de klee- den, welke de paarden dekken. Later zie ik een zwarte lijkwagen. Misschien verschil ïn klasse? Of speelt cle leeftijd van den overledene een rol? Intusschen zijn we het hok binnen gegaan en- wij bevinden ons op do plaats, welke geldt voor een der bekendste bezienswaardigheden van Italië, ik vertelde reeds van den ouden geest der Genu- eezen om hun rijkdom te demonstreeren in hunne bouwwerken. Welnu, deze geest leeft nog en heeft van dit kerkhof, hetwelk dateert uit dé eer ste helft dér 19de eeuw, een museum van beel dende kunst gemaakt, van onvetrgelijkelijke schoon heid. Toen in genoemdep tijd het begraven in de kerken werd verboden, word door de prachtlievenda stadsbestuurder van Genua aan den architect Re- fasco de opdracht gegeven een plan te maken voor een monumentaal kerkhof, dat niet mocht afsteken bij de overige bouwwerken van de stad. Ik zou to uitvoerig worden, als ik een bescliriiving" ging geven van 'den aanleg dezer begraafplaats, waar men uren aohtereen kan rondgaan, om telkens 1 vol bewondering stil te staan. Ik wil' slechts iets vertellen van wat het allermooiste deel is van deze doodensfcad. Dit is een lange overdekte galerij, waar »aan weerszijden rich de graven bevinden Deze graven worden verkocht en ieder, die een graf koopt, neemt daartoe de verplichting op rioh binnen Bepaalden tijd een monument op te rich- ten. Welnu, het zijn juist deze monumenten, welke het kerkhof van Genua bekend en beroemd hebben gemaakt. Monumenten, waarin zich openbaart de ïjdolheid der menschen, welke anderen willen over treffen. maar waarin tegelijkertijd eerste rangs beeldhouwers de gelegenheid krijgen om het besté fce geven, wat zij kunnen. Is dit kerkhof voor hen niet een -permane fce tentoonstelling'' B'\;m aï'e monumenten zijn in C-ararisch marmer uitgevoerd, enkele in brons. Er zijn symbolische voorstellin- lingen bij. maar ook treffende weergaven van de werkelijkheid. En zeer bijzonder is 't, en 't doet ons bezoekers in 't eerst wat vreemd aan, dat wij dikwijls de beelden der nog overlevenden in marmer gehouwen zien. Om eenigszins een indruk te geven van deze grafmonumenten zal ik pogen er enkele die mij bijzonder troffen, te beschrijven, al weet ik. dat- mijn beschrijving nooit zóó kan zijn, dat daardoor het beeld voor 'fc oog van den lezer verrijst in rijn volle, heerlijke schoonheid, kl begin met te noemen een bronzen groep. Ik denk dat' de figuren iets meer dan levensgroot zijn. De groep heet „dramma oterno' (het eeuwige treuspel) en is het werk van den beeldhouwer Monteverde. De dood gehuld in een doorzichtigen sluier, omvat oen jonge vrouw: met dc magen* vingers van zijn linkerhand grijpt hij haar rechten>ols vast. terwijl hij zijn rech terhand slaat om het middel van '-fc nux)io, gezonde bloeiende vrouwenlichaam. Dat lichaam is achter o vergebogen, waarin is weergegeven de afkoer van den dood. De jonge vrouw wil niet sterven, rij heeft 't leven lief maar onverbiddelijk is do uitdrukking op den omfloersten doodonkop. Dit is werkelijk iets van ontroerende, tragische schoon heid. - Mooi van gedachte en uitvoering is het beeld door Saccomauo gehouwen ter oere van de nage dachtenis van den Genueeschon recdor Erasma Piaggio. 't Stelt een grijsaard voor, symbool van den tijd, maar die kop met langenibaard is zoo zeldzaam prachtig, dat men z'.n oogen er niet van kan afhouden. Nog nooit zag jk oen kop, waaruit zoo sterk het ernstig, rustig peinzen spirak. Gansch ónders is het marmeren monument van den beeld houwer Cosfca. Een jonge vrouw heeft zich op haar sterfbed opgericht en zit, steunend op haar lin kerarm in prachtige plooien vallen do dekens men zou ze voor echt houden de reohtera^rimi strekt zij uit naar haar zuster, die reeds gestorven ïs, maar .thans haar komt halen. De gestorven zus ster, met bloemenkrans om 't hoofa, wiist naar l>oven met de linkerhand, terwijl haar reenterhand 't kruis vasthoudt. De uitdrukking van de beide figuren is subliem. Het gezicht van de gestorven zuster spreekt van een zalig weten en op 'fc gelaat van haar die sterven gaat, lezen we de stille, geloovige overgave. Dit alles is van een verheven heid, een adel, een voornaamheid zonder weerga. Van gansch ander karakter zijn de gedenkteeke- nen, welke ons de beeltenissen geven van de fcreu- rend-achfcerblijvenden. Heel typisch is b.v. het Mo n urnen to Drago (door den beeldhouwer Rivalta). Het geeft ons het levensgroot beeld te zien van een weduwnaar die staat aan het graf van zijn gestor ven vrouw. Nu moet ge bedenken, dat in hert graf werkelijk het lij'k der vrouw ligt. Na haar dood heeft de man zijn eigen beeld laten houwen uit marmer. Precies zóó als hij gekleed is, met een colbertjasje, staat hij daar, ae eene hand voor 'fc gelaat om zijn tranen te verbergen, de andere op don rug de hoed vasthoudend. Voor ons lijkt 't bijzonder vn^emd. zichzelf zóó alsxbeeld bii 't graf van een overledene te rtlaafcsen. Maar mooi. Als ik dit schrijf, ligt de foto naast me, de fpto van een marmeren beeld en toch toch is 'fc of de min leeft en ieder oog^nblik^van houding kan veranderen. Heel merkwaardig is ook het monu ment» Caselïa door Benetti. Hier ligt de man hegraven, zijn portret in marmer is op den wand van 't graf aangebracht en pu heeft de weduwe zich zelf en haar beide kinderen laten beeldhouwen even eens in prachtig- marmer en geheci naar de mode gekleed. En toch maakt de groep geen belachelijken indruk. Integendeel. De moeder heft 'fc jongste kindje op om 't lieojd va,n vader fco laten kussen eh wo zien hoe rfc kleintje de handjes naar 'fc boelld van vader uitstrekt. Het andcro meisje ligt geknield op den grond en ziet naar haar overleden, vader. Tk mag niet teveel van het geduld mijner lezers vergen, anders zou ik nog heel lang door kunnen gaan, want er zijn tientallen van deze prachtige monumenten. Men moet deze zien of tenminste -als goede foto voor zich hebben, om er de voRe sohoonheid van te genieten. Maar één enkel mo nument wil' ik tot besluit nog noemen. Hot is het monument, dat mij 'fc meest getroffen heeft als kunstwerk. Het is een herinnering aan T. Scrra. Er zijn diepzinniger en grootsclier voorstellingen, teaar dit Serra-monument is voor mijn bewustzijn het allermooiste. En wel heel' merkwaardig was mijn metgezel met zijn vrouw 'fc volkomen niet me oens en vonden ook zij dit iets zeer bijzonders.. E11 toch was de voorstelling zeer simpelbij hot graf staat een witmarmeren monnik zijn brevier te lezen. Dat is alles. Maar 'de devote houding van den monnik, de stille aandacht waarmede hij leest, de fijne kop met den langen baard, de plooien, van het gewaad, de handen, alles, alles is van zoo uiterste distinctie, dat men vol verbazing bliiffc staan. Is dat marmer? Is dat steen? 'fc Is of aie oogen, die handen, die heele figuur leeft, liezield i£ Zal die monnik straks het boekje dichtslaan een kruistekken maken en weggaan. Men moet wel een buitengewoon artiest wezen om zoo iets te kun nen scheppen, om zóó de doodo stof to bezielen; en fce doen leven. 0; om de Campo Santo wil ik nog eens weer (naar Genua. En dan koop ik dat 'fc minder warm zal zijn, zoodat ik zal kunnen genieten, Jang, heel lang van wat de nobele beeldhouwkunst mo daar to zien geeft, om te ondergaan do ontroering van. waarachtige schoonheid. Toch mag ik mijn beschrij ving niet eindigen zonder te gewagen van een te leurstelling welke ik op ditzelfde prachtige kerkhof ondervond. Welk een schril contrast tusschen de Ïirachtige beeldhouwwerken on de allerijselijkste. ampen en kandelaars en kransen welke men ter eere van de dooden bij diezelfde kunstwerken! plaatst. En ik heb mezelf bij voortduring afge vraagd, hoe is 't mogelijk, dat dezelfde menschen, die zulke heerlijke beelden, zulke verheven symbo len oprichten voor hunne afgestorvenen, tegelij kertijd zulke nare prullen daarbij kunnen dulden. Laat ik tot besluit nog vermelden, dat we m de groote, koepelvormige kapel op het kerkhof ook juist een lijkdienst konden meemaken, maar -deze maakte zoo weinig impressie, dat we het 'einde niet eens hebben afgewacht. Inmiddels begint fc uur om Genha te verlaten te naderen. We nemen derhalve afscheid van dc Campo Santo. Juist bij den uitgang Joor>en wo de „Karbouwen'* nog tegen 'fc Ujf. vye zien hen. nu voor de allerlaatste maal. Dienzeliden avond zullen ze koers zetten naar hot nieuwe vaderland, dat hun wacht. Nog een hartolijken handdruk!. Adieui dAt hij de opdracht tot vorming van een nieuw mi nisterie aanvaardt. Het gerucht, dat het departement van onderwijs, kunsten en wetenschappen zijn zelfstandig bestaan in het nieuw te vormen kabinet zou verliezen en onder gebracht zou worden bij een der andere departemen ten van algemeen bestuur, is niet juist. Van hei nieuwe kabinet zullen negen ministers deel uitmaken. De portefeuilles van binneblandsche zaken en landbouw (éen departement) en van Justi tie zullen aan Christelijk-Historischen worden toe vertrouwd; die van financiën en van onderwijs (dat na rijp beraad zijn zelfstandigheid behoudt) aan anti-revolutionairen. Aan het hoofd van het minis terie van landsverdediging en van dat van arbeid zal een Katholiek komen en minister Van Karnebeek blijft met de leiding van buitemandsche zaken be last Omtrent waterstaat en koloniën bestaat nog eenige onzekerheid; siellg zal aan het hoofd van een dezer beide departementen een Katholiok komen, en het is niet onmogelijk, dat het andere een anti-re- volutionnair tot chef krijgt Dienaangaande schijnt echter nog geen zekyheid ie bestaan. DE HAAS ALS HUISDIER Door iemand te Oude water werd ruim elf jaar ge leden een jong haasje, welke in een sloot was geraakt gevangen. Het beestje heeft al dien tijd het leven van een ko nijn geleden, was voor de huisgenooten volkomen •tam, liep door het huis rond on ging gemoedelijk met hond en kat om. Ongeveer 4 maanden geleden is het blind geworden en in den loop van deze week gestorven. Als curiositeit vermeldt het „U. D.M hierbij dat de maximum.leeftijd van een haas in de natuur onge veer 10 jaar kaïn bedragen. VOOR DEN MINISTER ZIJN BROEK GESCHEURD. Bij een onlangs te Barneveld gehouden openlucht meeting, waar minister Colijn als spreker optrad, had een der vurigste propagandisten 't ongeluk zijn pan talon aan 't prikkeldraad te scheuren. Deswege heeft dit jongmensch nu by de A 'R. Pro- pagandaclub, die het initiatief voor deze meeting had genomen, oen vorzoek ingodiend om schadever goeding: „wegens het scheuren van zijn Zondagsehe broek voor den minister." u. D. TABAK VERHAGELD. Onder de gemeente Driel is door een hevige hagel bui groote schade aangericht in het tabaksgewas. Van sommige planters is het geheele gewas vernield. OPLICHTER-RE CIDIVIST. Zekere R., die al enkele vonnissen wegens oplich ting en verduistering op z'n kerfstok had en in Jan. weder uit de gevangenis was ontslagen, kwam toen als smidsknecht in dienst van den wagënmakerspa- troon T. te Roosendaal, die omtrent h8t verleden van R. totaal onbekend was.. Spoedig wist R. het vertrouwen van den nieuwen patroon te winnen, waarvan hij op ergerlijke wijze misbruik maakte, zoowol ten nadeele van zijn pa troon als van diens cliënten, waarbij hij zelfs een arme weduwe niet ontzag. Onder schijnschoone voorwendsels werdeji verschil lende eenvoudige lieden voor grootere en kleinere be dragen door hem opgelicht, terwijl hij voorts zich schuldig maakte aan valsehheid in geschrifte en ver duistering. Hierbij eigende hij zich een bedrag toe. dat een voerman zou overbrengen naar Breda, om daar uit te betalen aan een ijzerhandelaar, waarvoor hij een valsche kwitantie schreef en deze aan den pa troon afgaf Ook op andore wijzen, door uitschrijven van rekeningen, wist hij van sommige klanten geld !os te maken. Intusschen kreeg de justitie weer de lucht van zijn "handelingen en wijl hij beducht was weer in haar handen te vallen, nam hij de vlucht en hield zich schuil. 0 Gisternacht echter bleek* hij weer te Roosendaal te vertoeven, waar hij in beschonken toestand door pa- trouilleerende marechaussees werd aangetroffen en gearresteerd. Bij onderzook bleek, dat van het ont vreemde geld zoo goed als niets meer over was. VECHTPARTIJ. In een woning aan dc WeerdJ eestraat te Arnhem, werd. naar de „N". Arnh. Ct." meldt, een verjaardags feestje gevierd. Eten der bewoners, de 23-jarige S., die onder den invloed van sterken drank verkeerde, snelde op een gegeven oogenbiik het huis uit en viel een niets vermoedenden voorbijganger aan, dien hij een slag in het gezicht.gaf. De wandelaar koos de verstandigste partij en liep door. S. bleef echter om hem heen springen met een geopend mes in de hand. Een der buurtbewoners, de 29-jarige R. bemoeide zich met het geval en wees S. ?r op, dat 5 t toch niet aanging om den wandelaar die niet? gedaar. had aan te vailen. Nu richtte S. zich tegen R. die daar op de vlucht nam naar een naburigen stal. S ach tervolgde hem én juist toen R. de staldeuren achter zich dicht trok, gelukte het S. om zijn slachtoffer met het mes een diepe snede over de hand te ge ven. De verwonding liet zich aanvankelijk ernstig aan zien en R. moest zich in het Gemeenteziekenhuis on der geneeskundige behandeling stellen. Later bleek dat hij er nog vrij schappelijk van at was gekomen, S. werd tenslotte in het huis in de Weerdjesstraat, de woning van zijn broer, door do politie en recherche gearresteerd. Hij werd naar het hoofdbureau van po litie overgebracht; tegen hem is procesverbaal opge maakt. VEENHUTZEN. Naar men ons mededeelt, heeft de heer Mes, café houder alhier, het Intern Tooneel van Bergen uitge- noodigd Kermis-Maandag een tooneelopvoering te geven met de „Doodende Straal" De uitstekende pers- beoordeelingen in de Schager Courant over de ver schillende tooneelwerken door dit gezelschap in den omtrek voor het voetlicht gebracht, belooft ook hier voor tooneelliefhebbers een prachtavond. Na afloop het traditioneele bal met. vrij cabaret, aangeboden door eenige dames en .heem* van boven genoemd gezelschap. STAKING. Bij de Vereenigde Lucifersfabrieken te Eindhoven is een staking uitgebroken, die ongeveer 250 arbeiders omvat. De werknemers eischen 8 pet. loonsverhooging en uitbetaling van de z.g. heilige dagen. TRAP VAN EEN STIER. To Noordbroek bi) Winschoten i* de landbouwer Meerten Boer zóó door een stier getrapt, dat hij kort daarna is overleden. TEGEN EEN BOOM. De heer H. uit Vries is gistermiddag te Peeloo (gem. Assen) met zijn motor tegen een boom gere den. Hij kreeg een schedelbreuk en overleed onmid dellijk. VALSCHE RIJWIELPLAATJES. Te Amsterdam is een 39-jarige man aangehouden, verdacht van het vervaardigen van valsche rijwiel- belastingmerken. DE KABINETSCRISIS, De minister van financiën, de heer ("olijn, heeft gisteren te Soestdijk aan de Koningin meegedeeld, Degenen, die enkele maanden geleden mijn aan wijlen den Markies Curzon of Kodleston gewijd arti kel gelezen hebben, zullen zeker wel do overtuiging gekregen hebben, dat Lord Curzon een morkwaardig en tevens een eigenaardig mensch is geweest. Deze beide eigenschappen treden weer sterk op den voorgrond bij het lezen van het testament van den man, die èn Onderkoning èn Minister van Bui-i tenlandsche Zaken geweest is. Lord Curzon was een rijk man en kon zich daar om ook het verzamelen van oudheden en kunstvoor werpen permitteoren. Reeds bij zijn eerste reis om de wereld, als jongmensch verzamelde hij te het Verre Oosten fraaie kunstvoorwerpen en antiquiteiten en logde aldus den grondslag voor eone mooie verzame ling van kunstschatten. Liter kocht hij eene Napoleon-collectie en een Nelson-collectie op. Ten slotte kocht hij twee historische kasteelen: Tattershall Castlo in Lincolnshire 'r Tkriiam Castle in Sussex. Bij uiterste wilsbeschikking laat Lord Curzon nu deze schauen als volgt na.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1925 | | pagina 9