Alitmti Bitlis-
Aimttitu- Laiiuriiii
RAAD ZIJPE.
Dinsdag 11 Augustus 1925
68ste Jaargang. No. 7687.
Uitgevers i N.V. v.b. TRAPMAN Co., Scbagen.
Bmneniandsch Nieuws.
HET G.E.B. VAN ZIJPE.
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
tentiën nog zooveel mogelijk in het eerst uitkomend nummer geplaatst.
POSTREKENING No. 23330.
INT. TELEF. no. 20.
Prijs per 3 maanden f 1.65. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN-
TlëN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regef meer 20 cent (bewijsno.
inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
ANNA PAULOWNA.
Zondagavond was voor de Huisdierenwereld aan de
Molenvaart met recht een ongeluksdag. Eerst werd,
aan den overweg, een kat door den trein vermorzeld
en 's avonds werd de hond van den heer E. door een
motorfiets overreden en was bijna onmiddellijk dood.
Do motorrijder, die trouwens zeer kalm reed, bekwam
gelukkig niet het minste letsel.
ZUIDSCHARWOUDE.
Alweer is ons fanfarecorps „Kunst na Arbeid" ge
lauwerd uit het Nationaal Concours te Westzaan te
ruggekeerd. Mededingende in de eere-afdeeling Fan
fare, behaalde het daarin een eersten prijs met 108
punten. Slechts één vereeniging wist in deze afdee-
ling boven .Kunst na Arbeid" uit te komen, n.1. „On
derling Genoegen" te Krommenie.
Na inspannende repetities der 40 werkende leden
tellende vereeniging, doet zoo'n overwinning leden en
directeur goed. En ook allen, die met ons corps mee
leven, zijn er trotsch op, dat het zich weer zoo kranig
heeft gehouden.
Een eerste prijs in de eere-afdeeling, het is de vol
maaktheid op dit gebied al vrij dicht genaderd.
WIERINGEN.
Zondagmidddag van 8 tot 5 uur gaf de muziek-
vereeniging „ApolV' bij den heer Koster te
Oosterland een volksconcert, dat door veel publiek
werd bijgewoond, dat van de schoone muziek
genoot.
Des avonds gaf de muziekvereeniging „Harmo
ni#' in hare muziektent te 'Hippmytushoef een
volksconcert. Ook hier veel "belangstelling en een
aandachtig gehoor, voor de prachtige nummers,
welke gespeeld werden.
„{Harmonie'', ons prima corps had een uitnoo-
diging ontvangen om jl. Zondag een concert te
geven in den mutóektuin te Schagen, doch kon
door omstandigheden er geen gevolg aan geven;
echter hopen zij over ©enigen tajd hieraan wel te
kunnen voldoen. m
WIERINGEN.
Verloren: een zwartlederen portemonnaie met
:inhoud, een zilveren portemonnaie met inhoud,
een .zilveren armband, een rijwielbelastingplaatje.
Gevonden: een ceintuur van een damesmantel.
Inlichtingen bij den Gemeenteveldwachter.
OUDE SLUIS.
Dat men van spelevaren met een schuitje ook
eenige routine moet hebben om behoorlijk binnen
boord te blijven, ondervonden dezer dagen een
paar Groninger jonge dames, die alhier waren ge
Iogeerd. Het mooie weer lokte haar nl. uit om
eens te gaan roeien met een bootje, toen zij echter
onder de draaibrug moesten passeeren en de ruimte
daar niet toeliet om van de riemen gebruik te ma
ken, trachtten zij z^ch voort te bewegen door te
duwen aan 'den muur. Geen rekening houdende
dat het schuitje zich al' verder van den muur
verwijderde en er aan den muur geen houvast was,
plompten zij tegelijk met het hoofd naar beneden
in het aldaar vrij diepe water. In de werkplaats
van den heer Pool hoorde men het geroep om hulp
en de knecht J. Noorman, voor dit doel graag de
kleermakerstafel even willende verlaten, was er
onmiddelliji bij, zijn hulp te bieden, waardoor hij
de dames weder spoedig op het droge had. Het
ongeva* liep dus, behoudens een nat pak, (wat
in dezen warmen tijd en met de tegenwoordige
luchtige dameskleeding niet zoo hel erg is) 6est af.
OP SLAG GEDOOD.
Een 6-jarig meisje van J. S. te 'Hardinxveld is door
een vrachtauto overreden en op slag gedood.
Vergadering van den Raad op Maandag 10 Au
gustus 1925, des morgens 10 uur.
Aanwezig zijn alle leden, benevens de heer Ooster-
beek, accountant van het G.E.B.
Voorzitter de heer Jb. do Moor, burgemeester, secre
taris de heer J. A. de Boer.
Na opening volgt de vaststelling van de notulen
der 2 vorige vergaderingen.
Voorzitter zegt daarop, dat er voordat er met de
afhandeling van de agenda zal worden begonnen, iets
zeer belangrijks aan de orde zal worden gesteld. Mis
schien zullen de leden zich er over verbazen, dat
de heer Oosterbeek, accountant bij het G.E.B. hier te
genwoordig is. De reden daarvan zal spr. mededeelen.
Door den heer Oosterbeek is balans en winst- en ver
liesrekening over 1924 opgemaakt, en volgens diens
berekeningen was er een batig saldo van pl.m. f 600,
waarbij was verrekend de uitkomst over het boek-
jaar 1923, omdat dit een bijzonder onvolledig boek
jaar was. De heer Oosterbeek beeft die balans en
winst- en verliesrekening aan B. en W. toegezonden, I
er is mededeeling van gedaan aan den Raad en de
Raad heeft het voor kennisgeving aangenomen. Wij
dachten .dat daarmede de zaak achter den rug was,
maar alles behalve dat Onze secretaris kreeg op 23
Juni van den wethouder Raat een schrijven, waar
in deze mededeelde dat hij de ter teekening toege
zonden mandaten had onderteekend, behalve één
mandaat, dat ging over kasgeld voor het G.E.B. In
de vergadering van B. en W. wenschte de heer Raat
nadere inlichtingen en wel naar aanleiding van het
rapport van den accountant, dat een heel ander
beeld gaf dan zooals de zaak 31 Maart was besproken.
De heer Raat stelde zich in dat schrijven de vraag
wolk invloeden te dier zake bezig waren geweest bui
ten hem om. In de gehouden raadsvergadering had
hij over deze kwestie niet willen spreken omdat hij
niet anders dan losse aanteekeningen er over bezat.
Allicht, schreef de heer Raat, weet de heer Van der
Sluijs er meer van. Op dezen brief, zegt Voorzitter,
kom ik nader terug
Daarna, zoo'vervolgt de voorzitter, ontving de heer
Oosterbeek op 31 Mei een brief van den heer Raat,
waarin deze met cijfers meent aan te toon^n dat het
bedrijf niet een winst, maar een ze.er belangrijk ver
lies heeft geleden.. Op 23 Juni d.a.v. schreef de heer
Raat nog een brièf aan den heer Oósterbeek, waar
in hij te kennen gaf de dooi* den accountant gevolgde
handelwijze niet te kunnen goedkeuren en dat door
het rapport, bij. monde van den burgemeester aan den
gemeenteraad en ook aan de burgerij' een geheel
verkeerde voorstelling van zaken was gegeven. Een
verlies toch van f 5745.79>4, is omgewerkt in een winst
van I422.73M. Een accountant mag zulks niet doen
en het geheele onderzoek heeft voor schrijver dan
ook niet de minste waarde, dat de waarheid, niet in
zaken moet worden verdoezeld en dat knoeien,
knoeien blijft. Hier wordt dus de heer Oosterbeek
beschuldigd van knoeierij, en dus van het opmaken
van een valsche balans en winst- en verliesrekening.
Uit den brief aan den secretaris blijkt, dat de heer
Raat deze zaak reeds in de vorige raadsvergadering
had willen bespreken, maar dat niet beeft gedaan,
omdat hij alleen wat losse aanteekeningen bad. Hij
schrijft nu dat hij de zaak eerst in de vergadering
van B. en W. recht gezet wil zien. De heer Raat
wenscht dus deze zaak in openbare vergadering te be
handelen. Ofschoon geen voorstander ervan om der
gelijke onverkwikkelijke zaken aan de groote klok te
hangen, heeft spr. toegestaan het in openbare verga
dering te behandelen en gezegd, dat er niets is om
recht gezet te worden. De heer Raat alleen heeft iets
reebt te zetten, want hijidurft den heer Oosterhek,
een man, die overal hoog staat aangeschreven als
accountant, beschuldigen van "knoeierij. Dat was de
reden waarom spr. toegaf deze zaak in openbare ver
gadering te behandelen. Maar er is nog een reden.
Het is niet de eerste keer dat de heer Raat, personen
die in dienst zijn van het G.E.B., verdacht maakt.
Toen eenigen tijd geleden bij een bespreking over
het G.E.B. door miji werd beweerd, dat het bedrijf op
een uitstekende, economische wijze werd beheerd, en
dat daarbij ook de lijnwerkers hun uiterste best de
den, werd dat door den heer Raat tegengesproken en
motiveerde hij dat met te zeggen dat de lijnwerker
Bellis eens op z'n bed lag, toen hij allang met z'n
werkzaamheden bezig had behooren te zijn en dat zou
1 dan een bewijs zijn dat de administrateur weinig
controle op de lijnwerkers uitoefende. Spr. heeft deze
zaak direct onderzocht, Bellis is in de vergadering
van B. en W. geweest en er is gebleken dat er ab
soluut niets van waar was, maar dat Bellis zijn
plicht uitstekend betracht. Waar nu Bellis in de ge
legenheid werd gesteld stelling te nemen tegen de
verdachtmaking van den heer Raat, meende ik dat
ook de heer Oosterbeek door hier tegenwoordig te
zijn, in de gelegenheid moest zijn zich te verdedigen.
I In zijn brief vraagt de heer Raat, welke invloeden
een en ander hebben bewerkstelligd, buiten zijn me
deweten om.
Spr. wil het geheugen van den heer Raat even op-
frisschen en legt over een uittreksel van de notulen
van een vergadering van B. en W. op 31 Maart, ov
welke vergadering het college van B. en W. voltallig
was met den accountant, terwijl later ook de heer
Boom ter vergadering kwam. In hoofdzaak werd be
sproken de uitkomst van het GEB. over 1924, waar
bij opgemerkt werd dat een klein verlies over 1924
was geleden, doch dat met verwerking van het
winstsaldo over 1923 er een voordeelig slot zou zijn.
Algemeen was men zeer tevreden over de uitkomsten
,van het bedrijf. Spr. wijst er nog eens op dat het
geheele college van B. en W. aanwezig was, ook de
•heer Raat en deze heeft zelfs zijn tevredenheid be
tuigd met de uitkomst van het bedrijf. De heer Raat,
vervolgt de voorzitter, heeft voorts meegeholüen de
notulen dezer vergadering van B. en W. goed te
keuren. Hoe is het nu mogelijk dat de heer Raat nu
op een dergelijke wijze te werk gaat De heer Raat
heeft de vraag gesteld op wiens advies met de af
schrijving zoo gehandeld is, maar spr. zou de vraag
'kunnen stellen, welke invloeden hebben er bij den
heer Raat gewerkt? op wiens bevel heeft de heer
Raat dat gedaan?
De balans en de winst- en verliesrekening zijn op
gemaakt geheel volgens de voorschriften en de ver
ordeningen vastgesteld door den Raad, goedgekeurd
door Ged. Staten. Daarvan ia niet afgeweken, er is
niet geknoeid, er is niets achter den rug van den
heer Raat om gebeurd, dat is niet waar, dat is
een groote onwaarheid.
In zijn brief van 27 Juni schrijft de heer Raat, dat
I op bijzonder advies van den accountant besloten was
van de buitengewone uitgaven f 1000 af te lossen. Dat
I is een absolute onwaarheid, zegt voorzitter. Wel is er
over gesproken, dat het mooi zou wezen als die uit
gaven in 10 jaar afgelost zouden kunnen worden,
maar ik beweer dat het absoluut leugen is, dat een
besluit daartoe zou zijn genomen. In dien brief staat
ook dat door B. en W. een besluit was genomen ten
aanzien van de afschrijvingen, gezien de goedkeuring
van de kwartaalstaten Ik had gedacht, dat de heer
Raat beter wist, wat door B en W. wordt besloten.
Die kwartaalstaten worden nimmer door B. en W.
i goedgekeurd, ze worden door den accountant ingezon
den, B. en W. nemen er kennis van en doen er me
dedeeling over aan den Raad. Dergelijken onzin moet
de heer Raat uit zijn brieven laten.
De heer Raat. thans het woord verkrijgende, zegt
dat hij tegenover den voorzitter en zeker ook wel
in 't begin, tegenover de leden van den Raad, als
schuldenaar staat en dat hij zoo goed mogelijk zal
trachten de zaak recht te zetten. Het is niet mijn be
doeling geweest, zegt spr., om deze zaak in openbare
vergadering te behandelen, ik had haar in de wet
houdersvergadering willen bespreken voor en aleer
ik dat mandaat van f6500 toekende. Ondertusschen
ben ik in correspondentie getreden met den heer
Oosterbeek en toen is mij wel gebleken op wiens ad
vies de heer Oosterbeek te werk is gegaan. Spr. merkt
dan op dat hij aanteekening heeft gehouden van de
bijeenkomst op 31 Maart, maar in afwijking van de
notulen van den secretaris, vermeldden die aantee
keningen niet dat de heer Boom aanwezig was,
wèl was dat het geval met een latere bijeenkomst.
Doch dit is een zaak van ondergeschikt belang.
Spreker leest dan voor de briefwisseling tusschen
spr. en den heer Oosterbeek, die als volgt luidde:
Burgerbrug, 31 Mei 1925.
Den WeTEd. Heer J. G. Or* terbeek
te Edam.
Weled. Heers
Naar 'aanleiding van uw definitief verslag of
rapport voor het G.E.B. van de Gemeente Zijpe,
tój het mij vergund ij eenige inlichtingen te ver-
Boeken betreffende de schikking van enkele ge
stelde posten.
Als uitgangspunt neem ik de conferentie op 81
Maart van XTBd. met B. en W. en gat U voor
bet jaar 1924 de volgende cijfers:
Te kort bij volle afschrijving £5745.54%,
zonder afschrijving Batig Saldo £2962.60%
pltis £510.26 is
Batig saldo rek. 1923
Beschikbaar
aflossing f-7633.33
beschikbaar -5482.38%
f 3472.86%
f-2009.52
£5482.38%
Te kort £2150.94%
De afschrijving behoorde te zijn minstens £9200
of f-234.402.41Va X 3% pet. f8204.08 1000
gld. yoor buitengewoon (oprichting, Unie en Hoi-
Iandia) f-9204.08.
Daarbij is nu definitief afgelost en afgeschreven
£5300 en winst f 592.08% 5592.08%. Voegt men
hierbij £2150.94% voor te kort verplichte aflos
sing, dan is het £8043.03. Een klein verschil dus.
Na 31 Maart had ik niet het genoegen U te
ontmoeten, reden waarom ik mij 'thans tot U wend
en gaarne zal1 vernemen op mens advies door U
is afgeweken van de berekenipgen, voor de kwar
taalstaten gevolgd.
U zal mij moeten toestemmen, dat feitelijk geen
juiste toestand van zaken, in verband met de be
sluiten van B. en W., in het rapport is weer
gegeven.
Bij het behandelen van het rapport in den Baad
heb ik hierop niet willen wijzen, -in het belang
van de goede zaak voor de Gemeente.
Evenwel "mag toch nimmer een voorstelling van
zaken worden gedaan, waarbij men feitelijk tóch
zelve bedriegt.
Hoogachtend,
JAN RAAT" Dz.,
Wethouder van Zijpe.
Uwe of onze weddenschap heeft U met glans
verloren.
Den Wel'ed. Aohtb. Heer J. Baat Dz.,
Wethouder der Gemeente Zijpe,
Burgerbrug.
Weléd. Aohtb. Heer,
In antwoord op Uw schrijven d.d. 80 Mei IÜL,
heb ik de eer U net volgende te berichten.
Zooals ik in de conferentie met B. en W. op
31 Maart mededeelde, zon het tekort bij een af
schrijving, gelijk aan die, welke in .de kwartaal
staten toegepast is, zijn £5745.79y»; (1)
Zonder afschrijving zou er een winst geweest tójn
van - f 8472.61%
Batig saldo 1923 £2009.5»
Beschikbaar - f 5482.13%
Op de conferentie met B. en W.. werd afge
sproken de afschrijving gelijk te nemen aan de
aflossing*" em. meenden wij, dat deze dan fhoest
zijn £7633.33, zoodat er dan een tekort zon zijn
van £2150.94%.
Later is ingenieur Boom nog bij mij geweest
en heb ik met dezen heer langdurig over de afschrij
ving gesproken. In de verordening staat,,dat de
jaarlijksohe afschrijving op de Bezittingen ten
minste even groot zijn zal als de verplichte jaarlijk
sche aflossing. Nu was over 1924 maar een aflos
sing van £5300 verplicht. Ing. Boom heeft toen
tegenover mij betoogd, dat een afschrijving van
£5300 voldoende was, niet alleen volgens de ver
ordening, maar ook in werkelijkheid. De Minister
van Waterstaat had de afschrijving voor het P.E.B.
en voor Rijkswerken bepaald op 2% a 3 pet., dus
nog lager.
In een gesprek met den Burgemeseter, zei. dezó
mij te nemen, wat ik verantwoorden dorst. Op
grond van het betoog van den heer Boom durf ik
de verantwoordelijkheid van een minimum-afschrij
ving van £5300 op mij te nemen en heb daarom
de Balans gewijzigd.
Beschikbaar £5482.13%
Afschrijving - 5300
Saldo f 182.13%
welk bedrag later nog verhoogd is met de bijbeta
ling door de Gemeente van £240.60 voor de Straat -
verlichting. (Wat ik zeer billijk vind, daar anders
de Gemeente van het bedrijf profiteerde).
Winst £182,131/2
Bij: -f240.60
Winst f 422.73%
M.i. is mijn rapport dus volkomen in overeen
stemming met de verordening op het bedrijf, door
den Baad 27 Sept. 1922 vastgesteld.
Ik geef gaarne toe, dat indien er meer afge
schreven had kunnen worden, dan wat verplicht is,
ik dat gaarne zou gedaan hebben. Ik houd ervan
de zaken zoo spoedig mogelijk zoo licht mogelijk te
doen zijn. De .ervaring heeft mij in dezen al'
veel geleerd. Maar waar niet is, veMest de keizer;
zijn recht en moeten we met het minimum volstaan.
dit hoop de volgende week Maandag en Dinsdag
te Schagerbrng te zijn, en als U zoo goed wil
Xeens -even aan te komen, hoop ik de wedden-
p te betalen.
Hoogachtend,
UEd. dw.,
j. g. oosterbeek;.
Edam, 15 Juni 1925.
(1). U herinnert tóch, dat ik nog sprak over
£0.25 verschil?
Burgerbrug, 23 Juni 1925.
Den WelEd. Heer J. G. Oosterbeek
te Edam.
Weled. Heer,
Met dank voor Uw schrijven van lc -Juni diene
deze U tevens kenbaar te maken, dat ik de door U
gevolgde handelwijze onmogelijk kan goedkeuren.
Ondanks alle accuratesse en de meest nauwkeuri
ge berekening is door Uw Rapport, in handen
en bij monde van den Burgemeesteraan den Ge-
meeteraad en ook aan de burgerij van Zijpe een
geheel verkeerde voorstelling van zaken gegeven.
Een verlies toch van £5740.79% is omgewerkt in
winst ad f-422.73%.
Ik ben zoo vrij als mijn meening te willen op
merken. dat een Accountant zulks met mag doeni
en heeft dan ook Uw geheele onderzoek voor mij'
met de minste waarde.
Het spijt mij werkelijk U dit te moeten berich
ten, doch de waarheid moet in zaken niet worden
verdoezeld. Knoeien blijft knoeien, onverschillig'
op welke wijze.
Hoogachtend,
JAN RAAT Dz.,
Wethouder van Zijpe.
Edam, 25 Juni 1925.
Den Weléd. Achtte Heer J. Raat Dz.,
Wethouder der Gemeente Zijpe,
Weled. aAS* -
Ik ontving Uw schrijven d.d. 23 Jum en n«.m:
van den inhoud goede nota.
Het spijt mij, dat U tot de daarin verratte
conclusies is gekomen, maar één ding wil ik U
oven zeggen: Er is niet geknoeid. Het is
met waar, dat een verlies van £5745.79 is omge
werkt in Oen winst ad £422.7.5 want er waa
(geen verlies van f5745.79. Wat toch is go-
echiedP
Bij het opmaken van de kwartaalstaten heb ik
een af^^vingspercentage aangenomen, dat ik
genoopt had., dat het bedrijf zou kunnen dragen.
Dit percentage is door mij vermeld in mijn schrij
ven aan B. en W. van Zijpe in mijn rapr-
port, begeleidende de eerste kwartaalstaat van
1924, eind Juni.
Nimmer is mij echter opgedragen dit percentage
te nemen, noch door Uw College, noch door iemand
anders. Wat U dan ook schrijft in Uw brief van 30
Mei, nL dat in het rapport feitelijk geen juistea
toestand van zaken in verband met ae besluiten
van B. en W. is weergegeven, is .dan ook on-
w-aar. B. en W. hebben daaromtrent geen be
sluit genomen. De Raad heeft in zijne verordening
'd.d. 27_ Sept. 1922 vastgelegd, dat de afschrijving!
niet minder mag bedragen dan de verplichte jaar
lijksohe aflossing. En is hier de hand aan gehou
den, ja of neen?
Toen mij later bleek, dat het bedrijf het door
mij aangenomen percentage niet kon dragen, heb
ik een conferentie met Uw college aangevraagd.
Daar heb ik toen gezegd1, dat met de voorgestelde
afschrijving hiet bedrijf een verlies had van
£5745.79; zonder afschrijving was er een batig
saldo van f-5482.13%. Op die oonferentie U was
er zelf bij tegenwoordig was de meening van
B. en W., dat de afschrijving gelijk genomen moest
worden aan de aflossing.
Indien de heer Boom mij later niet overtuigd!''
had, .dat de .afschrijving van £5300 voldoenpJe
was, dan had ik zoo zfelfstandig ben ik echter
gelukkig nog wel een hoogere afschrijving
aangehouden. Nu mij echter gebleken is, dat £5300
voldoende is, waarom clan met met dit tevreden,
gesteld?
Is dit knoeien? Is de waarheid hierdoor ver
doezeld? M.i. niet. Ik betreur dan ook geenszins
hetgeen ik geschrevenheb, al heeft mijn rap
port dan voor U ook niet de minste waarde meer.
Uit Uw brieven krijg ik den indruk, dat het
bedrijf persé verlies moet hebben. Zit hier „hoo
gere7' gemeenferaadspolitiek aohter? En moeten de
praatjes, die in de Gem. Zijpe de rondte doen,
dat teet bedrijf een verlies heeft van wel f15000,
en waarvan U de zegsman vermoedelijk wel kent,
per sé bewaarheid worden
De waarheid, mijnheer Raat, mag niet alleen*
hiet in zaken, maar mag nimmer verdoezeld! wor
den.
Ik vertrouw, dat U Uw schrijven d.d. 23 dezer,
zult terug nemen.
Hoogachtend,
J. G. OOSTERBEEK.
Burgerbrug, 27 Juni 1925.
Den WelEd. Heer J. G. Oósterbeek
te Edam.
WelEd. Heer,
Uw schrjjven van 25 dezer in mijn bezit, wil
ik U het volgende, op deze zaak betrekking heb
bende, nog mededeelen.
De eerste kwartaalstaat voor 1924, door U op
gemaakt, is op uw advies door B. en W. vast
gesteld, met het afschrijvingspercentage zooals het
behoorde te zijn, en op Uw bijzonder advies is
toen tevens in Uw bijzijn besloten, voor de bui
tengewone uitgaven bij oprichting, waar geen bezit
tegenover staat, f-1000 per jaar af te lossen.
Aldus zijn ook de volgende kwartaalstaten be
rekend en behoorde m.i. ook de Balans en Winst en
Verliesrekening J924 te zijn ingericht, onverschil
lig de uitkomst. Waar nu echter van deze bere
kening belangrijk is afgeweken, krijgt men een
een gefingeerde Balans roet tevens een onjuisten
staat van zaken.
Dat U zich in deze heeft laten beïnvloeden, door
Ing. Boom, is mij onverklaarbaar, en zou ik de
vraag willen stellen: Wat heeft Z.Ed. er mede te
maken? U heeft zich te houden aan B. en W.
en den Raad van Zijpe en al wil Ing. Boom
zwart wit noemen, daarom mag U zulks m.i.
met doen. -
Dat door B. en W. in, deze. een Besluit is
genomen, kan U toch niet betwisten, gezien de
goedkeuring der kwartaalstaten.
Dat U de zaken óver 1924 nog donkerder inzag
«dan ik, bewijst onze weddenschap Sept. '24. U
berxxspt U thans op de verordening d.d 27
iSept. 1922, i.z. dat de afschrijving moet zijn
aan de verplichte aflossing en komt deze uitweg
achteraf te pas, doch vernietigt de opstelling dor
jkwartaalstaten. Ook is deze wijze yan doen alleen
te volgen voor 1924.
Om deze redenen blijf ik /van oordeel, dat de
Balans niet juist is, dat U niet gerechtigd wal?
willekeurige Bedragen te nemen en alleen do
Gemeenteraad heeft tc beslissen over 'de voor
ziening- van een eventueel tekort of een batig saldo
Aa.n het slot van Uw schrijven zegt den
indruk te krijgen, dat het bedrijf por sé verlies
moet hebben dus wil U de zaken ook nog ave
rechts voorstellen. Ook schrijft U over hoogere
Gemeenteraadspolitiek en praatjes in de Gem.
Zijpe over .een verlies van £15000.
l Ik wil U verklaren dat ik geen praatjes over
het G.E.B. heb gehoord en dat ik aan een paar
raadsleden naar aanleiding van de uitkomst van
Uw berekening over 1924 heb .medegedeeld, dat
de ontvangst voor stroom pl.m. £25000 lager was
dan het cijfer in de Begrooting voor het G.E.B.
vervat.
Wel is mij bekend, dat bijna iedereen zeer is
ingenomen met het Electr. licht enz., gelijk ook
ondergeteekende.
j Aan het einde van dit schrijven aan UEd.
nog een verzoek: wanneer U positief verkeerde
geruchten over het G.E.B. (praatjes) bekeud zijn.