«aft U mij zeer verplichten mij deze mede te dealen. Het kan zijn, dat ook dit in het belang van het G.E.B. ia en tevens dienstbaar aan de waarheid. Hoogachtend, UEd. dwu, JAN RAAT Dl., - Wethouder van Zijjto. Dit Is hét, zegt de heer Raat, wat tuischen den heer Oosterbeek en ml] geschreven la. Wat de voor- sitter nu mededeelt over het verschil van meening wat betreft de prestaties door den administrateur en Ujnwerkers, spr. had niet gedacht dat dit hier ter sprake zou komen, maar wil daarop het volgende antwoorden: Het was mijn meening dat de heer Swarthof voor dit bedrijf meer kon prestoeren, dan geschiedde en op 8 Januari heb ik vriendschappelijk gevraagd of de heer Swarthof meteen niet de me ters to Schagerbrug kon opnemen, Toen ik bij Bellia kwam, waa deze om kwart oven achten nog niet ge kleed. Later is mij gebleken, wat me toen niet be kend was, dat Bellia voor dien reeds met zijn werk zaamheden bezig was geweest. Door u, mijnheer de voorzitter, is over die zaak in de vergadering van B. en W. een heele bui opgezet, maar Bellis kon er nooit aan ontkomen, dat'hij op dat moment niet was waar hij wezen moest. Zóó is de zuivere waarheidI Voorzatter: U heelt toen gezegd, dat u het niet zoo erg bedoelde, iets, wat u nu straks ook wel kan zeg gen. De hoer Raat vervolgt, dat het zijn bedoeling was dat de heer Swarthof voor Schagerbrug wat behulp zaam was. met het oog op de inning der quitanties; dat zou welkom zijn, omdat de winst van het bedrijf niet zoo goed was. Spr. verschilt in dezen van mee ning met den voorzitter, maar dat is een zaak die niet den persoon raakt, maaï de arbeid. De voorzit- ter meent dat Swarthof niet meer kan doen voor het bedrijf, ik meen van wel, dat zijn twee meeningen, die tegenover elkaar staan. Ik heb gemeend niet alleen dat het mijn goed recht was om den heer Oosterbeek te vragen op wiens advlea de balans en winst- en verliesrekening zoo is samengesteld, maar tenslotte is mij gebleken, dat het tevens was mijn plicht. Niet ik alleen ben buiten de zaak gehouden, ook u allen, aldus de heer Raat tot de raadsleden, u allen is een rad voor de oogen gedraaid. De heer Van der Sluijs meent dat dit geen ant woord is op de beschuldiging dat er met de balans geknoeid is. De heer Raat: Dat heb ik aangetoond. De heer Van der Sluijs: U moet inplaats van met groote ..brieven, met cijfers aantoonen dat er geknoeid is. Wat u nu doet, is niet eerlijk, u moet verder gaan. De heer Raat zegt, dit met plezier te willen doen. De brief van den heer Oosterbeek is een overtui gend bewijs. Spr. wijst dan nog eens op de verplich te aflossingen der twee geldleeningen, waarbij dan nog geen rekening is gehouden met de gelden die bet bedrijf van de gemeente gebruikt De beer Van der Sluijs oordeelt dat de heer Raat moet aantoonen waarom f9000 moet worden afge schreven, een ander kan wel zeggen dat er f20.000 moet worden afgelost. U moet me niet uitlachen, al dus spr. tot den heer Raat. Voorzitter: Dat schijnt het redmiddel te zijn. De heer Van der Sluijs wil dan verder alleen agee- ren op de notulen die de secretaris maakt van de vergaderingen van B. en W. Wat in dezen recht ge- set moet worden is geen kleinigheid want de heer Raat zegt maar dat de Raad een rad voor de oogen wordt gedraaid, dat do heer Oosterbeek heeft ge knoeid en dat de zaken buiten hem om worden be- handeld. En al die beschuldigingen treffen mij ook. De heer Raat wijst er dan nog eens op dat er een maal met den heer Boom ia geconfereerd, dat er toen geen cijfers zijn genoemd. Er is toen wat gekheid ge maakt Er was een klein tekort, anders was er niets positiefs bekend. Later is dan het verslag gekomen en nu blijkt dat op bijzonder advies van den hoer Boom afgeweken ia van den Juisten weg. Spr. blijft volhouden dat een verplichte afschrijving van f7600 geschieden moest. De heer Oosterbeek: Dat is niet waar. De heer Van der Suije zegt, dat de heer Raat de zaak niet voldoende kan aantoonen, maar spr. staan de notulen ten dienste. Dat er na SI Maart niet over de zaak is gesproken, is niet waar, en als er iemand is die kan aantoonen dat dit wel waar is, dan zal spr. zijn tijd kennen. Door den accountant was aan den administrateur mededeeling gedaan dat hij' de zaak zou controleeren, dat was ook B en W. be kend, zeker wel den secretaris en den burgemeester. Door den voorzitter is toen gevraagd aan den heer Oosterbeek, of deze, wanneer hij een behoorlijk over zicht had, bij B. en W. wilde komen. Dat is geschied in een voltallige vergadering van B. en W. en toen bleek, dat er een tekort was van f2150. Toen is de heer Oosterbeek vertrokken om zijn werk verder af te maken en toen kwam de heer Boom, en is dezen mededeeling gedaan over het tekort van f2150. Het was toen de heer Boom die er op wees dat geen af lossing van de 2e geldleening ad f60.000 moest wor den ten laste gebracht van den dlonst1924, en uit één mond kwam toen de erkenning dat wij ons daar mede vergist hadden. Het raadsbesluit werd nagesla- getf en daaruit bleek, dat de le aflossing niet in 1924. maar in 1925 moest worden gedaan, en het gevolg daarvan waa. dat er inpJaats van een tekort, een klein batig saldo overbleef. In de volgende ver gadering van B. en W., die weer voltallig was, is door mij het voorstel gedaan om het verlies dat het G.E.R. op de straatverlichting had, alsnog door de gemeente te doen betalen. Dat voorstel werd met 2 tegen 1 stem aangenomen, de heer Raat was er niet voor, de heer Raat zag liever, dat het G.E B. dat verlies had te boeken. Door dat genomen besluit werd het batig saldo'tje wat grooter. Bij al deze besprekingen was de heer Raat tegenwoordig en het was voor spr. dan niet aangenaam door den heer Raat tö hooren zeggen, dat hij na 31 Maart niets meer van de zaak had ge hoord. Ik verklaar, zegt spr., dat dit onwaar is, maar dat de gang van zaken als door mij meegedeeld, juist is geweest. De beer Raat zegt, dat wat de heer Van der Sluijs 't laatst verklaart, Juist wordt weergegeven. Spr. kon zich er niet mee vereenigen, dat voor de straat verlichting een K.W.U.-prijs moest worden betaald van 73 cent en daarom stemde bij daar tegen. Spr.'s uitgangspunt is geweest, dat over 1924 ook afgelost moést worden van de geldleening ad f 60.000 en dat is ook het uitgangspunt geweest van den heer Ooster beek, wat wel blijkt uit de kwartaal staten. Wanneer de voorzitter en de heer Van der Sluijs geen waar de hechten aan die kwartaalstaten, dan heeft het heele onderzoek doop den aceou,-: et, voor mij' geen waarde. De heer Van der Sluijs zegt die straatverlichtings- quaestie te hebben aangeroerd om aan te toonen dat het niet waar is dat achter den tug van den heer Raat om, tè werk is gegaan. De heer Raat zegt afschrift te hebben van de no tulen van B. en W., maar geen enkele aanmerking door den heer Boom wordt er in genoemd, waaruit zou blijken dat de heer Boom aan de discussiën deel nam. Het is den secretaris bekend, dat spr. zelf steeds aanteekeningen maakt, en dikwijls komen bij die aanteekeningen gegevens voor die de notulen van den secretaris niet vermelden. Voorzitter merkt op dat de heer Raat zijn aan teekeningen hooger schat dan de notulen van den secretaris. Spr. gelooft echter dat niet een van de raadsleden den secretaris ervan zal verdenken dat deze zijn notulen niet goed maakt, alleen de heer Raat schijnt zooiets te denken, omdat het in zijn kraam te pas komt. Maar bovendien de heer Raat heeft mee geholpen de notulen van de vergadering van B. en W, vast te stellen. De heer Kapitein zou nu maar liever die persoon lijke zaken op zy willen zetten. Voor den Raad is het de vraag maar, kunnen we nu op het rapport en de winst- en verliesrekening afgaan en als spr. dan de besprekingen nagaat, dan is hij er rrog niet zoo ze ker van dat de accountant gelijk heeft Wel is het juist dat geen aflossing in 1924 noodig was van die 2e geldleening, maar tenslotte zou de Raad een der- gelijko aflossing nog wel langer kunnen uitstellen. Wanneer dus die aflossing wel was in rekening ge bracht, zou het bedrijf inderdaad een verlies hebben golodon. Voorzitter oordeelt dat wanneer de Raad nu een maal besluit in 1025 met aflossing te boginnen, do accountant or toch geon rekening moe kan houden dat de aflossing wel geschiedt. De heer Kapitein geeft dat toe, hij zal zich bulten de cijfers houden, maar spr oordeelt toch dat het bedrijf er niet zóó rooskleurig voorstaat als ons was wijs gemaakt. v i De heer Oosterbeek, accountant to Edam, verkrijgt Inu het woord en dankt voorzitter voor de gelegen heid, die hem gegeven wordt om de noodige toelich- I ting te verstrekken. Spr. zegt dan hoe hij na het eer- ste schrijven van den heer Raat niet vermoedde wat daarop nog zou volgen en wijst er op hoe de j correspondentie van den heer Raat voor hem zeer beleedigend was en wanneer dit in openbare verga- i dering was gebeurd, hij er ernstig over nagedacht zou I hebben een strafvervolging tegen den heer Raat in te stellen. De beschuldiging dat er door mij geknoeid zou wezen, is heelemaal niet waar. Bij het opmaken van de kwartaalstaten is door mij oen voorloopige af schrijving genomen en ik had gaarne gehoopt dat die afschrijving ook werkelijk had kunnen plaats heb- 'ben.. Ik ben echter altijd nogal pessimistisch daar omtrent geweest en zag dan ook wel dat die afschrij- ving niet gehandhaafd kon worden. Door mij is daar niet over gesproken, omdat ik het liever uitstelde tot het einde van het dienstjaar. Toen heb ik medege deeld, dat werd de afschrijving die in het begin van het jaar was aangenomen gehandhaafd, er een be langrijk tekort iou wezen en heb ik het advies van B. en W. gevraagd of ik dat tekort op de balans zou plaatsen, zoodat de gemeente dat dan moest bijpas sen of dat ik de minimum-afschrijving zou toepas sen. Om het bedrijf zoo licht mogelijk te maken, was de eerste oplossing verkieslijker, doch B. en W. acht ten dit met het oog op de gemeente-finantiën niet gewenscht. En zoodoendo is\de minimum-afschrijving toegepast en daartoe is besloten in de vergadering van B. en W., waar ook de heer Raat en de heer Boom aanwezig waren. Later bij den heer Swarthof heb ik den heer Boom nog eens gevraagd of die de minimum-afschrijving voldoende achtte en de heer Boom heeft toen verklaard dat die afschrijving hooger was dan door den Minister van Waterstaat wordt voorgeschreven. Door mij is nog gezegd, dat die mi nimum-afschrijving mij zoo weinig leek, dat het net niet zoo lang zou dienst doen, doch de heer Boom oordeelde dat op koper feitelijjk heelqmaal niet be hoefde te worden afgeschreven, terwijl de vernieu wing van palen als onderhoud kan worden aange merkt. Waar de heer Boom meer verstand van een electrisch net heeft en deze zegt dat we over 30 jaar hetzelfde net hier zullen vinden, alleen met nieuwe palen, is spr. op dit advies afgegaan. Ik heb gemeend hiervan geen mededeeling te behoeven te doen bij, af zonderlijk schrijven, omdat de hand gehouden werd aan de verplichte afschrijving. De heer Raat was op die vergadering tegenwoordig en hij moet mij* dan niet 23 Juni voor de voeten gooien, dat ik een ver keerde voorstelling van zaken geef, dat is onwaar. iDe afschrijving sluit zich volkomen aan bij wat bij verordening in September 1922 is vastgelegd, al zou ik zeker liever gewild hebben dat meer afgeschreven had kunnen worden, vooral ten aanzien van posten waar geen actief tegenover staat. De eerste jaren zijn voor het bedrijf de moeilijkste, de menschen moetep nog leeren electriciteit te gebruiken. De heer Kapitein mag zeggen dat het bedrijf er dus niet zoo rooskleu rig voorstaat, ik heb er een andere kijk op, ik geloof dat er in de toekomst meer stroom verbruikt zal worden. In de vergaderingen van B. en W. evenwél ben ik altijd zeer pessimistisch gestemd geweest en heb ik gewaarschuwd tegen de verre aansluitingen en er op gewezen, dat bij uit te voeren werken door het bedrijf, ook een behoorlijke winst moest worden opge legd. Ik heb in B. en W. vergaderingen altijd een waarschuwende stem laten hooren. Wat de invloe den betreft, ik leg graag mijn oor te luisteren, de heer Boom heeft meer verstand van een "electrisch net, en na dat advies durfde ik gerust de verant woordelijkheid te dragen. Vreemde invloeden zijn er niet geweest en als ik een andere meening had ge had, zou ik den Raad er zeer zeker mee in kennis hebben gesteld. In mijm schrijven van 25 Juni heb ik gevraagd aan den heer Raat zijn schrijven van 23 Juni terug te willen nemen, omdat het zeer be leedigend was. De heer Raat heeft dat nog niet ge daan en gaarne wil ik hem nu diezelfde vraag stel len. Ook ik ben een klein beetje scherp geworden. Toen ik einde Mei in de Zijpe kwam, hoorde ik dat er bij den administrateur een lijnwerker was gekomen en die vroeg of het waar was dat het bedrijf een ver lies had van f15000, een ander noemde f25000 Op de vraag van den heer Swarthof moest ook ik zeggen dat dit mij niet bekend was. Volgens den lijnwerker had mijnheer Raat dat zelf verteld. Ik geloof ook jniet dat dit de bedoeling van den heer Raat zal zijn geweest, maar Ik dacht dat de heer Raat wel zoo veel levenservaring heeft gehad, om te weten hoe voorzichtig men moet wezen. De heer Raat heeft immers gezegd, dat het stroomverbruik f25000 min der was dan volgens de begrooting was geraamd. Dat lis echter een averechtsche voorstelling, in strijd met de werkelijke waarheid. Hoe is die begrooting tot j stand gekomen? Men moest een slag in de lucht geven, men had geen gegevens wat stroomverbruik betreft. En nu mag het stroomverbruik f25000 min- jder hebben bedragen dan was begroot, daar staat tegenover dat de uitgaafposten ook heel anders luid den dan de begrooting aangaf. Men mag dus daar uit niet de conclusie trekken dat het bedrijf dan een verlies oplevert van f25000. Als de heer Raat zelf dat praatje de wereld in stuurt, dan trekt een ander daar alweer gduw de conclusie uit, dat het verlies f25000 bedraagt en zoo geraakt het bedrijf in discre- diet. Spr. eindigt tenslotte met de vraag te herhalen of de heer Raat zijn schrijven van 23 Juni intrekt. De heer Raat zegt aan die laatste vraag niet te kunnen voldoen. Het blijft spr.'s meening dat de zaak niet is voorgesteld zooals ze behoorde voorgesteld te worden. Wat de mededeeling betreft over het praatje tot den lijnwerker, het is de zuivere waarheid, dat ik tegen niemand gesproken heb over de uitkomsten van het bedrijf, alleen met een paar raadsleden en wel met de heeren Hoedjes, Appel en Hooij, die heb ik mededeeling gedaan van de voorloopige uitkom sten. En wat.u, mijnheer de voorzitter zegt, als zou ik op iemands advies deze zaak aanhangig hebben gemaakt, ik kan verklaren dat ik niets doe op an dermans advies, op niemands aansporing, maar op persoonlijk initiatief. Aan de redactie van de Schager Courant echter heb ik de correspondentie tusschen den heer Oosterbeek en mij ter inzage verstrekt, in vetfband met mogelijke behandeling van deze zaak. De heer Hooij wenscht te beginnen met te vragen waar de heer Raat ophoudt en wil graag weten hoe de heer Oosterbeek kan schrijven over invloeden van gemeenteraadsleden. Spr. acht het gewenscht dat we elkaar goed verstaan. De heer Oosterbeek zegt in een schrijven gevraagd te hebben of er soms hoogere gemeenteraadspolitiek achter zat. Ik hoorde dat de heer Raat zelf gezegd had dat het bedrijf zooveel verlies had geleden en toen heb ik mezelf afgevraagd of dat nu persé bewaar heid moest worden. De heer Hooij' vraagt op welke motieven de heer Oosterbeek dat schrijft, spr. heeft er belang bij dat te weten. Ook de voorzitter zegt dat de heer Raat op advies van een ander is ingegaan. Voorzitter: Dat heb ik nooit gezegd, ik heb gezegd dat ik aan den heer Raat zou kunnen vragen op wiens advies deze gehandeld heeft. De heer Kapitein vraagt of deze besprekingen nu wel in het belang van het GJE.IR zijn, waar hier per soonlijke zaken behandeld worden. Na al deze be sprekingen is spr. nog niet veel wijzer geworden en ;spr. vraagt zich dan ook af: „ben ik alleen zoo'n stommerd". Het is werkelijk beter met deze bespre kingen op te houden, met juiste gegevens te komen, jwant spr. krijgt wel den indruk dat er wat aan hapert. Spr. stelt dan voor dat deze besprekingen be ëindigd worden, De heer Hooij zou bet hiermee eens wezen als hij nog niet wat anders had te vragen Het ls heel toevallig dat deze bespreking over net accountants rapport plaats heeft, maar Juist dat rapport dat spr thuis kreeg, gaf hem aanleiding iets te willen vragen. Er wordt hier nu gesproken over een rad voor oogen draaien, over knoeierijfin; hoe over die uitlatingen wordt gedacht, laat spr. koud, maar één ding zou hij willen weten. Toen de Voorzitter in de vorige ver gadering mededeeling deed over het rapport, heeft hij gezegd, dat er een winst gemaakt was van f2000. Ik heb toen de opmerking gemaakt dat dat overschot gemaakt was doordat de winst over 1923 in de reke ning was verwerkt, maar dat er anders over 1924 een tekort was van f1500. U wist dat, mijnbeer de voor zitter, terwijl u met mooie woorden deed uitkomen dat het bedrijf er zoo goed zou voorstaan. Waarom heeft u dat niet gezegd, dan hadden wij op eerlijken bodem gestaan. De heer Van der Sluiijs, zoo vervolgt de heer tfioqij, deelt nu een en andor mede over de straatverlichting, maar blijkens het rapport van den accountant heeft de straatverlichting gebruikt 1047 K.W.U. voor een bedrag van f764.10, dat is 73 ct. per K.W.U. Waarom moet voor de straatverlichting een dergelijken stroomprijs worden betaald, terwijl door de burgerij hoogstens 60 cent wordt betaald? Het is bovendien nog de vraag of de straatverlichting niet in aanmerking zou dienen te komen voor een lager 'tarief. Waarom heeft u, mijnheer de voorzitter, dat niet gezegd? Is dat in overleg met B. en W. en den jheer Boom geschied of was het alleen de accountant 'die den post straatverlichting met f240 verhoogde, in dat geval heeft het rapport van den accountant voor 'mij geen waarde meer. Ik had verwach dat do voor zitter al die dingen aan den Raad. medegedeeld zou hebben. j Voor zit) ter ia van oordeel, dat hier gezegd kan i wórden, als in Behagen, het is de heeren om een. relletje te doen. Dc heer Hooij: Noen, het is om de waarheid te doen. N De heer Van der Shiijs wijst er allereerst den heer Kapitein op, dat waar ook spr. door den heer Raat wordt aangevallen, men moet kunnen billijken, dat men rioh wii rehabiliteeren. Spr. geeft dan tenslotte een uiteenzetting van de wiize waarop de kosten der straatverlichting wa- ren geraamd, hoe ze werkelijk werden en hoe door een a buis van B. en W. inzake de berekening van de maximale belasting de K.W.U.-prijs op 73 cent kwam. I Do heer Hooij meent, dat het aan den Raad is, den stroomprijs der straatverlichting te bepalen, j Juist deze naar voren gekomen zaken zijn oorzaak i dat men de zaken niet vertrouwt. Het is jam mer, dat de Voorzitter zijn mond houdt, waat dat is oorzaak, dat men opk buiten de gemeente geen j vertrouwen gesteld wordt. Voorzitter heeft nooit gehoord, dat de meniehea geen vertrouwen hebben, de bespreking die door den heer Raat wordt uitgelokt, zal dan de oo'raaak er van wezen. Spr. ia steeds ervan overtuigd ge weest dat de heer Hoodj altijd bezig geweest is, wan trouwen te kweeken ten opzichte van hlet GE B. Dat ligt op zijn weg. De heer Hooij: Op welke gronden motiveert U dat? i Voorzatter: Ik wil er niet Verder over spreken* Ik zal den raad van den heer Kapitein op vodgen en de bespreking over deze onverkwikkelijke sluiten. De heer Hooij: Dus U kan beschuldigen zonder opheldering te geven? De heer Van der Sluijs vindt het jammer, dat de discussies gesloten zijn. De heer Hoedjes had ook nog het woord willen hebben. Voorzitter: En nu wil ik nog dit zeggen, dat de heer Raat niet heeft aangetoond dat de heer Oosterbeek een verkeerden indruk heeft gewékt over den toestand van het bedrijf over 1924. Dat heeft de heer Raat niet kunnen bewijzen, en ik acht het gewenscht, dat de balans en winstr en verlies rekening blijft, zooals ze heden zijn. De heer Raat zegt, dat de discussies gestoten' zijn en hij Zal er dus niet op antwoorden. Voorzitter richt op fluisterenden toon het woord tot den heer Oosterbeek. We verstaan dat derf heer Oosterbeek dank wordt gebracht voor zijn tegenwoordigheid en dat het aen Voorzitter ge noegen doet, dat de inlichtingen hebben bewer zen, dat de heer Oosterbeek naar waarheid de balans en 'winst- en verliesrekening heeft opge maakt. De heer Nannis vraagt, hoe nu de uitspraak is, wie is er in 't gelijk gesteld? want aanstonds lezen we in de couranten het verslag. Voorzitter wii met genoegen in stemming bren- gen. of men aoooord gaat met het ingediende ac countantsrapport. De heer Doorn zegt, dat dit al ïs gebeurd, de raad heeft het al vastgesteld, maar daarna is do heer Raat met deze dingen gekomen. I Opgemerkt wordt, dat net rapport vorig maai1 voor kennisgeving was aangenomen, maar gestemd zal worden of het rapport zal wordefl'yuhnfajdhaafcL Met 10 tegen 1 stern, die van den heer Raat, wordt hiertoe besloten. Voorzitter feliciteert den heer Oosterbeek met dezen uitslag, waarna de heer Oosterbeek. na met een vriendschappelijken handdruk van alle leden hfscheid te ebben genomen, de vergadering ver laat. (Vervolg morgen.) 'Uclamef Een flaoocn Fosteris Maagpillen bevat een maand gezondheid voor een familie. Zij Zijn een uit stekend laxeermiddel, en beteren maagpijn, gal zucht, het zuur, sleohte spijsvertering, „een besla gen tong, sohel'e hoofdpijn, en verstopping. Fos- teris Maagpillen .dienen in elk huis aanwezig te zijn Prijs, per flacon van vijftig versuikerde pillen f 0.65; in apotheken en drogistzaken. Plaatselijk Nieuwe MUZIEKTUIN. 'Dat dreigde vorige week mis te loopen met het gewone Zondagavond-concert. Ondanks de stellig toe gezegde komst van het Stedelijk Muziekkorps te Alk maar, ondanks dat condities, programma, enz., kortom alles geregeld en toegezegd was, kwam Vrijdagmorgen een telegram de hooggestemde verwachtingen wree- delijk verstoren. Het korps kon niet naar Schagen ko gen komen, enkele leden hadden bezwaar en de com missie van toezicht verleende geen verlof. Bom!! Dat was nu allerminst verwacht; wèt de Muriektuincom- missie ook had kunnen denken, dat nu toch aller minst. Maar 't geval lag en goede raad was duur! De tijd drong, gelegenheid voor andere maatregelen was er hierna niet veel over. Telefoongesprekken, hier en daar heen, maar een concert schudt je zoo maar niet uit je mouw, ook een muziekgezelschap heeft eenige voorbereiding noodig. Kortom, dat ging zoo voorspoe dig niet. Tot tenslotte de leiders der muziektuincom- missie hun heil zochten bij plaatsgenooten. En men was zoo gelukkig dat het Roomsch-Katholieke Man nenkoor, de heer Sprengers en de gebroeders Over toom zich bereid verklaarden om een programma voor Zondagavond ten beste te geven. En zóó was de muziektuincommissie gereed en het publiek miste zijn ZJondagarondconcert niet, en al was er dan teleurstelling van gewekte verwachtin gen, hulde verdient de leiding der commissie voor haar doortastend optreden, en vooral niet minder de genoemde „plaatsvervangers", die zonder eenige grondige voorbereiding, als 't ware prima vista, be reid werden bevonden in den nood te voorzien. tWaa Zondagavond een uitgezochte avond wat het weer betreft, geen windje, aangenaam van tempera tuur, vredig en kalm, ondanks het bezoek van meer dan duizend menschen in onzen muzioktuin. Het was een avond zooals men or in ons kille Noorden zoo weinig aantreft, dat 't al een genot was er te wezen alleen om het gezellige zitje. En boven dien was het gebodene programma afwisselend on behoorlijk verzorgd. Het Mannenkoor zong onder de leiding van den hr. Th. L. Overtoom zijn liederen zoo good als men 't maar kon verlangen, mannenzang trouwens geeft oen dankbaar resultaat; do heer Sprengers toonde zich een pianist van groote vaardigheid en goede muzi kaliteit. Het succes was dan ook groot, getuige het dankbaar applaus, waarmede het talrijke publiek niet sober was. De gebroeders Overtoom waren tenslotte door bizon- dere omstandigheden niet in staat hunne medewei}* king te verleenen. Summa-summarum, is 't concert van Zondagavond, dat zooln leelijke teleurstelling dreigde te worden, toch nog een groot succes geworden. En zeer velen zijn er dankbaar voor geweest. Den „invallers" werd door den voorzitter der Tuin- commissie, den heer Schoorl, een hartelijk en wel verdiend woord van dank gebracht voor hunne be reidwilligheid en voor het gebodene programma. En wij sluiten ons hierbij tenslotte gaarne aan. En nu staan er voor deze week weer twee concerten op het programma. Woensdagavond 8 uur een uitvoering van Scha- gen's Harmoniekapel, onder leiding van den heer Dol en Zondagavond 16 dezer door het Symphonie-orchest „Sempre Crescendo" van Noordscharwoude, leider de heer Pranger, heide met een mooi programma, zoo dat bij mooi weer stellig weer, volle tuinen zijn te voorspellen. BEZOEK VAN ZUID-AFRIKAAN SC HE BOEREN. De Zuid-Afrikaansche Boeren zullen onder geleide van den heer S. Smeding, directeur van de L&nd- bouwwinterschool te Schagen, een bezoek brengen aan de Haarlemmermeer en de IJpolders. De bloemenverkoop te Aalsmeer zal waarschijnlijk mede door het gezelschap worden bezocht. AARDAPPELZIEKTE. In het laatst der vorige week traden op enkele velden in Hollands Noorderkwartier verschijnselen van aardappelziekte op. Deze ziekte breidde zich in een paar dagen zóó snel uit, dat thans bijna alle velden met vroege aardappelen hesmet zijn. Ook da blauwe zijn al niet zuiver meer. Het rooien gaat daardoor langzaam, daar alle aan getaste aardappelen uit de partij moeten, worden verwijderd, want een besmette aanvoer wordt op de veilingen afgekeurd. DE HEELE ZOMER VACANTEEL Een kleine jongen, die niet bijzonder voel van schoolgaan houdt, liep met zijn vader voorbij onze Landbouwwinterschool. Zijn vader vertelde hem, dat dat groote huis een school was, maar alleen In don winter en dat de jongens daar den heelen zomer vacantie hadden. Dadelijik zei de kleine baas; ,„dan wil ik op die school, vader!" *'T KAN VERKEEREN". De Revue ,,'t Kan Verkeeren* trekt zooveel belang stelling, dat reeds thans voor de beide voorstollingen op 20 en 21 Augustue alle rangen in 't Theater Royal zijn uitverkocht. Wij vernemen, dat het Revue-gezelschap voor een derde voorstelling geen gelegenheid meer had, zoodat deze poging van de Directie van het Theater niet is geslaagd. NIET AANGENOMEN. Ook de heer A. de Heer heeft rij'no benoeming tot Lid van den Raad ai et aangenomen. ALKMAAR, 10 Augustus. Appelen f-764, augurken f10 tot f75, aard appelen f-37.80, per 100 Kg. Bloemkool: le soort f'2232.70, 2e soort f 10—17,per 100 stuks. Ivoode kool f 25.40, gele kool f5.30—7.20 per 100 Kg. Wortelen f-6.80—15.40 per 100 bos. uien f5.80— 7.60 per 100 Kg. Komkommers f-49.20, Kropsla f-1.805.60 per 100 stuks. Snijboonen f1528.70, spercieboonen, enkele f-16.80—29.20, dubbele f8.20 tot 16.80 per 100 Kg. BROEK OP LANGENDIJK, 10 Augustus. Bloemkool, le soort t-1931.40, 2e soort f4.30 16.10, per 100 stuks. Roode kool, le soort f-I.30— 8.50, gele kool, le soort f-4.707,' witte kool, vroege f-1.80—2.50, uienf 7.20, driel' 5.50—7,50, nepl2—15, slaboonen f-1212.30. Aaardapp.schotsohe mm f-4.706.50, schoolmeesters f £40, Duo of York f-4.304.80, blauwe f5.206.50, eigenheimers f4.60 tot 4.80, driel. f 5.507.50, kleine fl,50 tot 1,70, Aanvoer: 14700 stuks bloemkool, 208500 Kg. roode kool, "30000 Kg. gele kool, 9000 Kg. witte kool, 2200 Kg. uien, 1276 Kg. slaboonen, 20000 Kg. aard appelen. NOORDEHMARKTBOND, Noordsoharwoude. 10 Aug.- Schotsohe muizen f 3.505.80, ideaal f-3.60, dukenj f44.20, eigenheimers f4.205.70,/ bi. eigenheimers f-35.50, driel. f5.606,30, kleine f-1.301.40, spercieboonen 112.10—14, zilveruien f6.40—7.30, driel'. f 10.80—11,30, rilvernep f15.80 tot f21, grove uien f5.807.20, drielingen f6.80 7.80, gele nep f 12.3014.70, rood© kool fl.804.40, witte kool f1.60—2.20, gele kool f3.40—4.80, alles per 100 Kg. Boswortelen f6.70 per 100 boa. Bloem-* kooi f 10.80—25.70, 2e soort fL50—5.50, p. 100 st. Aanvoer: 36400 Kg. aardappelen. 325 Kg. sper cieboonen, 8600 Kg. rilveruien, 13800 Kg. men, 46800 Kg. roode .kool, 13400 Kg. witte kool, 13000 Kg. gele kool, 675 boe wortelen, 5600 st. bloemkool. vVARMENHUIZEN, 10 Augustus. Roode kool, le soort fl.802.30, gele kool, le soort f4.80, bloemkool f25.50, idem 2e soort f7.20, rilVernep f 17.60—18.90, zilverdriel. f 10.10—10.60, men f6.20, gele nep f 12.40—12.70, driel. f6.70— 6.80. Slaboonen f 10. Aardappelen negentigvoud f4.20, schotsohe muizen f4.2(h—5.60, driel. f6.10 6.30, eigenheimers f4.20. Aanvoer: 8700 Kg. roode kool, 4000 Kg. gele kool, .10 Kg. slaboonen,» 1150 Kg. rilvernep, 2700 Kg. uien, 150 stuks /bloemkool, 10100 Kg. aardappelen. ALKMAAR, 10 Augustus. Op die heden gehouden veemarkt waren aange voerd: 19 vette koeien f-310500, 17 vette kalveren f~70150, vette kalveren per ned'. .pond f 1.25—1.50, 24 nuchtere kalveren slacht per stuk van f-1430, 626 vette varkens Zware ,per ned. pond f-97100, zouters f-8689, Looidensche varkens f 65—68. ALKMAAR, 8 Augustus. Op de heden gehouden weekmarkt waren aanvoer en prijzen: 19 paarden f-150375, 27 melkkoeien f-300450, 48 nuchtere kalv. slacht per stuk van f-1232, 234 vette schapen f4448, lammeren f26 tot f-34, 41 schrammen per stuk van f 3242, 133 biggen, 10 wéken, f-18—24, 3 bokken en geiten f-416. Boterprijs: le soort f-1.051.15; 2e soort f0.90 tot f-1. Eieren: groothandel f8—9.25, kleinhandel f-89.50, eendeieren f7. ALKMAAR, 8 Augustus. N.V. Eierveiling voor HolL Noorderkwartier. Aanvoer: 72500 kipeieren: 56—60 Kg. f-7.80 8.30, 60—64 Kg. f-8.60—9.20, bruine f9—9.50, alles per 100 stuks. 2800 eendeieren f-7.10 per 100 st/ WARMENHUIZEN, 8 Angustus. Roode kool, le soort f-2.304.10, gele kool, le soort f-5.205.70, schoolmeesters f6.10, eigenheimete f-4.205, negentigvoud f3.70, schotsohe muizen f-4.40—6.50, drielingen f6—6.30, kriel fl.80, graafjes f-6.807, zilvernep f 15.70—17.40, zilver-, ariel. f-9.6010.90, zilveruien f6.606.80. gele nep

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1925 | | pagina 2