Woensdag 19 Augustus 1925
68ste Jaargang. No. 7692.
Uitgevers s N.V. v.h. TRAPMAN Co., Scliagen.
Het Brugsche Begijnen
hof viert feest.
FEUILLETON.
DE FATALE 13 NEGENS
LEEST
„De Stad Amsterdam
Binnenlandsch Nieuws.
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkoihend nummer geplaatst.
POSTREKENING No. 23330.
INT. TELEF. no. 20.
Prijs per 3 maanden f 1.65. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN-
TIöN van 1 tot 5 regels fl.10, iedere regel meer 20 cent (hewljsno.
inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Wanneer ik mij niet vergis, dan bestaat er be
noorden het IJ geen begijnenhof. Waarschijnlijk
echter kennen echter velen ouder U het Begijnenhof
te Amsterdam e n zoo niet, mag ik dan tor gelegen
heid van uw aanstaande bezoek aan Anisterdalm
uw gids zijn?
Laat ons van den Dam de Kalverstraat inloopeu
en vervólgen tot bijna bij bet Spui. Juist even te
voren kijgt U aan uw rechterhand een steeg, sla
die in, loop die. uit en ge staat plotseling in fluet
Amsterdainseh Begijnenhof en daarbij verstomd
over de tegenstelling van do weldadige rust hier
vergeleken bij het geroezemoes van de KaiVer-
straat. Ik zou U nog veel over het Amsterdamsch
Begijnenhof en over de Processie van de Heilage
Stede kunnen vertellen, maar ik wil U nu over
het Brugsche Begijnenhof en over het daar zoo pas
gehouden feest ter viering van het 7100-jarig bestaan,
vertellen.
Zeven eeuwen geleden bestond deze instelling
reeds, dus meer t dan een eeuw langer d,an het
Mirakel der Heilige Stede van Amsterdam.
Zes en een halve eeuw bestaat Amsterdam, zeven
eeuwen bestaat reeds het Begijnenhof te Brugge.
Brugge was toen reeds een belangrijke plaats, er
waren reeds in 1221 te Brugge begijntjes door gra
vin Johanna van Constantinopel als wettig erkend
en met rijke voorrechten begiftigd.
De Begijnhoven zijn een typisch Vlaamsohe
schepping,.die door de naburige landen weliswaar
werd overgenomen, zooals wij reeds zagen in Hol
land, b.v. te Amsterdam, maar het was en bleef
een Vlaamsohe schepping.
In de Middeleeuwen waser behoefte ontstaan
voor een tussohenslag tussehen wereld en streng
kloosterleven, een gelegenheid om het vrome ge
moed rust te glsven, doch met behoud van ae
grootst mogelijke vrijheid en onafhankelijkheid.
Het Begijnen leven bood dit soort bestaan, want
huldigend het beginsel?:. „Eigen beerd is goud
woerd", kreeg een begijntje haar eigen huis, be-
seliikto over naar eigen vermogen en was behalve
gedurende -de kerkdiensten geheel' vrij in do wijze,
waarop zij over haar tijd wilde beschikken.
Terwijl dus in do Vlaamsohe steden de mannen,
het sociale leven bezielden door hunne gilden en
aldus de vrijheid aJls een kostbaar kleinood be
waarden, zochten do vrouwen, die all'eenstonden en.
feen neiging gevoelden zich binnen de strenge
loostèrmuren terug te trekken en toch bescherming
zochten, een toevlucht in het Begijnenhof, waar zij
eikaars bescherming vonden, zonder haar onaf
hankelijkheid op te offeren.
Men vindt ae Begijnhoven meestal! .nabij een
stadspoort en. nabij water.
In Brugge is het Begijnenhof in de onmiddellijke
nabijheid van water gelegen, do kerk zoowel als de
huizen zijn gegroepeerd rondom oen groot grasveld,
de Begintjes konden dan hun linnen wassohen
en drogen en keurig bleeken.
Want de Begijntjes deden altijd hun werk zelf.
Zij bewoonden de keurige huisjes, waarin zij voor
hun eigen huishoudiing zorgden.. Het waren geen
Ijgroote dames, die er eenige dienstboden op na
hielden, doch meestal' eerzame poorters-dochters,
soms uit logeren, dan uit midden- en ook wel uit
hoogeren stand, maar zonder een bepaalden eisch
aan stand te stellen. Wel echter.word van de
rijkere begijntjes verwacht, dat zij een. gedeelte
van hun vermogen vermaakten aan do instelling,
opdat latear meer behoofüigen daarvan zouden kun
nen profiteeren.
2.
door HAWLEY SMART.
„Goeden morgen, papa", zei een lang, blondharig
meisje, dat aan het ontbijt zat aan het hoofd van
de tafel, toen de baronet de eetkamer binnen kwam,
„Hebt u wat nieuws voor ons op dezen somberen
ochtend?"
„Ja, en vertel ons op 'welke, manier je van plan
'bent ons te amuseeren," riep'een gezette, levendige
brunette van ongeveer vijf en dertig jaar.
Mevrouw Fullerton, de bewuste 'dame, was de we
duwe van een jongeren broeder van Sir Jasper en
bracht het grootste deel van haar tijd door te Wrotts
ley. Haar schoonbroeder en haar nicht, voor wie zij
dikwijls dienst deed als begeleidster, biel den bei
den veel van haar.
„Allemaal goeden morgen!" riep iSir Jasper, de
aanwezigen vroolijk groetend. „Nieuws, Maudie",
ging hij voort naar zijn dochter gaande en haar kus
send. „Ik heb groot nieuws voor je, kind. Fred komt
hier morgen dineeren."
„Ach, meent u dat", antwoordde het meisje. „Daar
ben ik blij om, ik heb hem in geen maanden gezien
pn hij zal zich nauwkeurig hebben te verantwoorden
over zulk een onvergeefelijk lange afwezigheid."
„Fred bekommert zich nooit om zijn familie", zei
mevrouw Fullerton bits, „tenzij het hem juist gele
gen komt. Ik ben zeker, dat hij er niet toe te krijgen
zal zijn cm1 in de stad met mij te gaani 'dineeren, wan
neer ik dat gaarne zou wenschen."
„Kom, Clara", zei Sir Jasper altijd verlangend om
dat voortdurend gekibbel tussehen zijn schoonzuster
en neef te onderdrukken.
„Een jong mensch in Londen, die in de uitgaande
wlereld verkeert, moet al een heel vervelend wezen
zijn, als zijn dagen niet langer vooraf Teeds bezet zijn.
Ik weet wel dat gij mij in mijn tijd niet binnen de
veertien dagen hadt kunnen krijgen."
„Niet, Jasper? Nu, er waren, denk ik, jonge vrou
wen genoeg die 'er gaarne hef -heele seizoen aan
hadden willen besteden om je te vangen, maar Fred
is een dwaas, ik ben altijd van die meening geweest"
„Dat is geheel onjuist, zei-mijnheer Glanfield, een
'man, bekend om de kortheid van zijn opmerkingen.
Zoo werd het Begijnenhof al spoedig* bevolkt mot
godvruchtige^ naarstige poortersdochters, die door
vroomheid uitmuntten en'de uren niet ter kerke
doorgebracht, besteedden door het bezorgen van
hun huishouden en daar het maken van fraaie en
nuttige handwerken.
Rustig leefden zij. Zij waren gekleed in een
zwart gewaad met witten kuif, gelijkend op non
nen, doch zander tot een strege kloosterorde te
behooren.
Zij konden zich door de stad bewegen, deden
dit gaarne, vooral omdat zij veel' 'liefdewerk ver
richtten zieken en zwakken steundenen in hospi
talen en godshuizen -assisteerden.
Deze godshuizen zijn hetzelfde als onze hofjes
en juist daar wisten de begijntjes dikwijls van
dienst te zijn bij plotselinge ziektegevallen onder
de ouden van dagen, die deze hofjes bewoonden.
Ook het Hospitaal' St. Jan, deze eeuwenoude
instelling van Brugge kan van de werkzaamheid
der begijntjes.getuigen.
Dit Hospitaal St. Jan is nabij het Brugsch Be
gijnhof gelegen en heeft aan den in Meaemblik
geboren schilder Johan Memling gastvrijheid ver
schaft toen hij, die tot het gevolg van den pracht-
lievenden Karet de Stoute behoorde, na den slag
van Nancy met moeite en .nood zich tot binnen
de poorten yan Brugge voortsleepte.
Vader Melchior, ae brave monnik, ontfeym.de
zich over den ongelukkige, dien hij koortsijlend
voor de deur van het ziekenhuis aantrof. Hij ver
pleegde den man en kennis makend met de
penseelrruchtén van den herstellenden Memling,
Bet hij 'hem verder toeven onder het gastvrij dak
van St. Jan.
Daaraan heeft Brugge te danken de heerlijke
meesterwerken van Memling, welke ieder jaar door
tienduizenden toeristen bewonderd worden.
99
UW BLAD voor Noord Holland.
Door hef steeds toevloeien van ons lezers-aantal
zijn wij in staat gesteld ons blad met vier pagina's
te vergrooten. De lezera krijgen nu voor 12% CENT
PER WEEK. een prachtig geïllustreerd hlacl in keper
diepdruk van 20 pagina's, met al het actuëelo nieuws
van Noord-Holland. Rijk aan lectuur, o.a. 2 groote
vervolg-verhalen, dan nog 10 gratis premies per
jaar, zooals boeken en platen en tot slot onze GRA
TIS ONGEVALLENVERZEKERING, waarvoor wij
alreeds 15000 gld. aan uitkeeringen hebben gedaan,
in verschillende ongeyallen. Onze Verzekering keert
uit voor elk ongeval, vermeld in de polisvoorwaar
den, niet alleen op reis, maar ook op fabrieken,
werkplaatsen, op het land enzoovoorts. De bedragen
zijn f 2000, f 600, f £00, f 60 en f 30.
Zooals U ziet, is concurrentie onmogelijk, want
trots alle unfaire concurrentie-praatjes tegen ons
weekblad de Stad Amsterdam, zijn wij steeds in ons
aantal lezers gestegen tot een oplaag uitsluitend voor
Noord-Holland van 34500, zoodat wij met zoo'n groot
aantal lezers in staat zijn, U ons blad te leveren
voor den lagen prijs van 12% CENT PER WEEK.
Dus. inwoner van Noordholland, die nog geen
abonnée zijt op ons blad „de Stad Amsterdam", geeft
U dan daarvoor op aan een onzer agenten:
Voor iSchagen en omgeving: J. A STRJEIUTREIR,
Noord 26; Anna Paulowna: VEiNEMA, Kleine 'Sluis;
Wleringen: R. KAT, Poèlweg 2; Heerhugowaard: P.
ZUT, Winkelier.
HOOFDKANTOOR: KEIZERSGRACHT 234,
AMSTERDAM.
VAN RIJSWUK'S
SCHOENHANDEL. SCHOENMAKERIJ.
WATERDICHTE SCHOENEN, MET EN ZONDER
NEUS, MET EN ZONDER ACHTERNADEN,
PRIMA, VANAF I 5.75.
Wanneer ik in Brugge kom, dan brengen mijn
voeten mij bijna onwillekeurig* naar het hospitaal
St. Jan en sta ik even later bewonderend voor de
heerlijke werken van Memling, met de ongeëvenaar
de fijne kleuren en fijne nuanceering.
Men verwondert zich dan ook niet, Maria van,
Bourgondië, die te Brugge wooh.de: gaarne tot
model diende voor de heilige vrouwen, door Mem
ling uitgebeeld.
Wanneer ge dan weer St. Jan veerlaat gaat dan
de Catherijnestraat in en begeef U door een dwars
straat naar de Wijngaardstraat en ge zult getrof
fen worden door 'een stadsschoonheid, zooals men
zelden mag aanschouwen. Ge ziet dan hot Minne
water en daarbij aan den overkant va® een gracht
de eeuwenoude muren van een kerk en van huizen.
Ga een brug over, een poort door en ge staat in
het Begijnenhof. Ik zeg ge staat, want ik weet
zeker, dat'ge even als aan den grond genageld
zult staan, getroffen door het lieflijk beeld, dat
U heboden wordt.
Zeker, de Amsterdamsohe geveltjes zijn pret
tiger, maar daar is alles ook dichter' op elkaar, nier
hebt ge een zeer groot grasveld, waarop statige
ïepenboomen-en daarom heen oudere enminder oude
gevels. Helaas geen gevels meer uit de middel
eeuwen, slechts enkelen nog uit de 16e en 17e en
anderen uit de 18e eeuw.
Keurig wit gestucadoord, *te wit bijna vanwege
de feestviering. Maar we zijn nog niet aan die feest
viering toe, wij willen nog eens even rondgaan
in deze vriendelijke omgeving en mediteeren.
Wij zien een moment in de verte boven de gevels
der begijnenhuizen pit de machtige torens van de
Onze Lieve Vrouwe Kerk en van de kathedraal,
gewijd aan den Verlosser.
Wij gaan een andere poort uit, wij bekijken die
poorten nog eens zorgvuldig en zien, dat zij in de
16e. 17e en 18e eeuw gerestaureerd zijn.
Wij. begrijpen ook waarom wij uit de Wijngaard
straat komen. Dit Begijnhof heet „ten Wijngaarden".
Waarom heeten er toch zooveel' begijnhoven ten
Wijngaarden?
Omdat hier een beeld gebruikt wordt uit den bij
bel, waar God zijn uitverkoren volk vergelijkt met
een wel ommuurde wijngaard, beschut togen roof
dieren en plunderaars.
Hertog Jan I van Brabant, de beschermer van het
Begijnhof te Lier, begint zijn beschermingsbrief met
de woorden: „Opdat, de vossen, (de vijanden dus) den
wijngaard des Heeren (het 'Begijnhof te Lier) niet.
zouden verdelgen, enz."
Er waren hooge muren en diepe grachten, rondom
de begijnhoven ter beschutting en zware poorten
werden 's nachts gesloten.
De begijntjes moeten tijdig thuis zijn, de poorten
worden om 7 uur geslpten, wie- later komt is boete
verschuldigd. Maar de meeste begijntjes zijn tijdig
binnen, zij zijn rustig, ernstig en eenvoudig in hun
ne levensbeschouwing en zoeken geen wereldsch fce-
not, dat hun laat van hun huisken "houdt.
Baart het verwondering, dat het Begijnhof bloei
de? Zeker niet, want voor vrouwen, die bescherming
zochten was het inderdaad een Wijngaard des Hee
ren en de ware vroomheid der Begijntjes was nog
een veel veiliger beschutting tegen „de vossen"
(vijanden) dan al de grachten en muren.
Kom laat ons nog eenmaal weer door de poort te
ruggaan en nog eens genieten van de rust en van
het schilderachtige van deze omgeving.
Laat ons oven het kerkje binnen gaan.,
Ziot gij' dio lange rij: zitplaatsen in bet koor?
Dat zijn de zitplaatsen der begijntjes geweest,
eeuwen door, daar liggen de groote folianten waar*
in de begijntjes het officie lazen.
Zoo geschiedde het eeuwenlang, ondanks de 'vele
stormen, de pok reeds kort nadat de stichting door
Joanna van Constantinopel als wettig erkend en
met rijke voorrechten begiftigd was.
Wij treden weer uit de kerk, wandelen over de
smalle paden over het grasveld en gaan eens kijken
naar den schilder, die tracht de .stemming" op het
doek te brengen.
Zal bet hem gelukken?
Reeds zoovelen voor hem hebben getracht die
„stemming" weer te geven.
Die stemming wilde men op doek brengen, wilde
men bezingen in gedicht en gezang, maar nimmer
zal die stemming volmaakt weergegeven kunnen
worden.
Die stemming is niet weer ite. geven door welken
kunstenaar ook. omdat die stemming een schat ver
borgen houdt, dio menschengeest en menschenhand
niet vermag weer te geven, omdat het hooger is.
Hot is de stemming van Christelijke en Vlaam
sohe eenvoud.
Wordt vervolgd..
BROEK OP LANGENDIJK.
Wie zich veel1 in tuinbouwkringen beweegt, merkt
ook thans weer op; dat er iets bijzonders gaande is.
Het gaat daar met gewoon, iet9 afwijkends van
het normale is..er te bespeuren, het genoeglijke
van het lót des genisten Iandmans van Poot is weer
verstoord en zooals alle verstoringen. in den ge
wonen gang van zaken eenige beroering wekken,
al! naar den aard en den omvang der afwijking, zoo
is het ook de laatste week aan den Langendijkti
Opgemerkt dient daarbij echter te worden, dat af
wijkingen hier zoo vaak voorkomen, dat de agitatie
die elders allicht groote afmetingen zou aanne
men, binnen de perken blijft en zij slechts in
tuinderskringecn, vooral op de veilingen, het uiting
komt. Als ae wijzer op het eleetrische af mijn-
toestel' rondgaat en voor roode kooi 70 cent per
100 Kg. aanwijst, met voor dit product dien vei ->
ümgsmiorgeai f3.40 voor de beste kwaliteit en van
de meest gezochte grootte en men weet dan, dat 4
weken terug op denzelfden dag f8.50 en f 11.30
werd besteed, dan verwekt een zoodanige prijs-*,
verlaging natuurlijkerwijs eenige sensatie. Wanneer
de gele kool, doorgaans het meest gezochte onder
de diverse soorten, hot niet hooger woet te brengen
dan een noteering van flf2.30 per 100 Kg. en
die hoogste prijs besteed wordt voor het neusje van
den zalm, en men vergelijkt deze noteering (en de
aanwezigen in het veilingsgebouw doen dit onwille -
(keurig) met die yan veertien dagen terug, toen zij
f9.4011.80 was, of nog een week vroeger f9.70
f 12.40, dan gaat er wel' geen „rilling' door 't
gebouw, doch dan reageert de bouwergriel daar
toch op met een overpeinzing van den moeitevol -
len en zwaren arbeid, besteed aan het omspitten
van den zwaren akker, het planten der kool in
moeilijke omstandigheden, .hét snijden ervan en
het vervoeren* er aar do veilingen. En ook aan
den koopman ..moet een dergel ijken prijs niet on-
gevoeld voorbijgaan,. want hl jijbeteekent voor hem,/
aat er geen vraag is naar het product, waarvajp,
hij rijn afnemers voorriet, dat er. geen fut zit in
den handel, dat ook hij niet in rijn element kan
rijn, nu het animeerenae, het eohte er aan ont
breekt.
Het was een slechte, de afgeloopen week. Uitere -
zonderd een _paar artikelen was alles aan den
lagen kant. Wei waren de wortelónprij zen beter
dan de vorige week, doeh zo bleven ver ten achter
bij enkele weken terug. Bovendien was die aanvoer
gering. In totaal werden slechts J610 bos aanga
„Frtdl Hammprton ia even goed op de hoogte als'
ieder ander en kan niet blind zijn voor de bekoor
lijkheden, en den invloed van mevrouw Fullerton,
maar een man vam de wereld heeft op zijn manier
beel wat drukte, ofschoon men het niet precies hard
werken kan noemen."
„Neen", antwoordde Sir Jasper lachend. „En toch,,
de drommel hale mij als het hardste werk, dat ik ooit
heb verricht, niet was het najagen van wereldsch
genot in mijn jonge jaren."
„Ja, uitgaan is tegenwoordig lastig; 't is overal zoo
vol; zij schijnen naar alles heen te moeten."
„Daar schijnt u toch geen last van. e hebben, mijn-
beer Glanfield", zei mevrouw Fullerton. „Wanneer
ik u ook ontmoet, er is altijd iemand noodig ge
weest om u te brengen."
„Er is altijd iemand, die vriendelijk is voor een
armen zwerver, als ik", antwoordde de beer Glan
field strak naar zijn ei kijkende.
„Intusschen, Maudie, vergat ik je te zeggen, dat
er nog een kamer noodig is," viel Sir Jasper in.
„Fred brengt een vriend1 van hem. mee, een graaf Pa
troceni, diern bij: op reis aangetroffen heeft."
„Pratroceni," zei Glanfield nadenkend.
„Kent u hem?" vroeg mevrouw Fullerton.
„Neen, ik 'ken hem niet, maar ik heb den naam
meer gehoord."
„Hij is zeer waarschijnlijk al meer in Ehgeland
geweest", merkt de baronet op. „Fred1 schrijft, dat hij
hem beloofd heeft een d^gje te zullen laten jagen
op de Wrottsley fazanten, en vreemdelingen geven
weinig om dat soort vennaak, tenzij zij zich daarin
bij' ons geoefend hebben."
„Ik heb sommigen van hen toch' uitstekend zien
schieten", antwoordde Glanfield. „Pa/troceni! 'Patro-
ceni! Wat, drommel waar heb ik dien naam vroeger
gehoord?"
„Dat doet er niet toe", zei mevrouw Fullerton. .La
ten wij hopen dat 'hij een 'aanwinst is; vreemdelin
gen zijn altijd zoo levendig. Tussehen twee haakjes,
ik veronderstel, dat hij toch wel Engelsch zal spre
ken?"
„Ik geloof niet, dat hij met Fred. op zoo'n goeden
voet zou geraakt zijn, indien hij het niet deed", ant
woordde Maude lachend. „In vreemde talen is Fred
niet sterk".
„Zoudt u denken, 'dat de graaf over paarden kan
praten, mijnheer Glanfield?" vroeg de weduwe.
„Natuurlijk niet, vreemdelingen hebben niet het
minste verstand van wedrennen."
'Het najagen van dit genoegen scheen het eenig
d'oel te zijn van het bestaan van den heer Glanfield.
„Als Wheldxake morgen ook terug zal zijn, hebben
wij het huis vol en zijn sterk genoeg om elke partij
kreupelhout af te schieten',' merkte Sir Jasper op,
terwijl de dames opstonden en de kamer verlieten.
„Hoe* denk je over mijnheer Wheldrake, Maudie?"
vroeg mevrouw Fullerton, terwijl zij en haar nicht
te «amen de hal -doorgingen.
„Ik mag hem gaarne lijden", antwoordde het meist-
je openhartig, terwijl haar wangen kleurden. „Maar
waarom vraagt u dat?"
„Omdat ik geloof, 'dat hij jou heel wat meer doet
dan gaarne mogen lijden. Ik vind hem een bijzonder
aardigen man, en je kondt het Vrij wat minder ge
troffen hebben."
„Maar waarde tante, mijnbeer Wheldrake heeft!
nooit iets Van dien aard gezegd."
„Nu ja, hij mag je nog niet gevraagd hebben rijn
vrouw te worden, maar hij heeft toch heel wat ge
zegd, wat er na aan toe is. Hij, is misschien nog niet
besloten in- het huwelijksbootje te stappen, maar ver
tel mij niet dat hij je niet duidelijk gemaakt heeft,
dat hij je allerliefst vindt en groote bewondering
voor je heeft. Ah! je hoeft niet te spreken, ik kan
uit je gezicht zien, dat het zoo is."
„U hebt geen recht zulke dingen te zeggen',, ant
woordde Mande, tevergeefs trachtende haar verra
derlijke wangen in bedwang te houden.
„Onzin, kind, er steekt toch geen kwaad in, dat
een jonge man verliefd raakt op een jong meisje,
zelsf al is hij niet van plan 'haar te trouwen; maar
in dit geval voorspel ik dat de jonge vrouw haar
lot in haar, handen zal hebben, voor. wij enkele da
gen verder zijn".
Maude had natuurlijk bemerkt, dat Cyril Whel
drake sedert zij elkaar voor het eerst ontmoet had
den op het Bottlesby-bal, ongeveer zes weken ge
leden, voortdurend veel werk van haar gemaakt
had. Hij was er in geslaagd bij 'Sir Jasper in de
gunst te komen en een uitnoodiging te verkrijgen
voor Wrottsley van waar hij voor twee of drie dagen
voor zaken was weggeroepen naar zijn eigen huis
in een nabijliggend graafschap.
Het terras op en neer wandelende in het gepot
van zijn ochtendsigaar, hield de heer Glanfield plot
seling stil en zijn sigaar, uitzijn mond' nemende,, riep
hij uit: .Patroceni! Bij God, dat is de naam «van
den Italiaan, dien ik vijf jaar geleden de bank te
Monaco beb zien doen springen."
HODFD STUIK HL
Een partij écarté.
1
,,Mag ik graaf Patroceni aan je voorstallen, waarde
Maude", zei Hammerton, toen de twee mannen -in het
zwart gekleed de salón binnentraden, even voor
etenstijd. „Een iman, die
„Geleden heeft voor Italië", viel Patroceni in de.
rede, -tot verbazing van zijn vriend, die op geheel'
andere'wijze had willen doorgaan. „O, mademoiselle,
u; die de zegeningen geniet van een constitutioneele
regeering, kunt uzelf geen voorstelling maken van de
ellende van een volk, dat strijdt tegén het juk van
bet despotisme."
Fred Hammerton was het in de laatste dagen reeds
opgevallen, hoe Patroceni zich op verschillende wij
zen kon voordioen, poaar hij was toch niet weinig ver
wonderd. toen hij hem plotseling de rol van den verH
bannen patriot zag aannemen.
„Wij zijn zeer verheugd, graaf, u te Wrottsley
welkom te kunnen heeten, en zullen trachten het u
zoo aangenaam rnogelijk te' maken."
„Indien een '.touw zich daartoe de moeite geven
wil", zei de graaf met een diepe buiging: „kan zij
van een zandbank een paradijs maken."
„Mijn oom- Sir Jasper, graaf", zei Hammerton toen
de baronet de kamer binnenkwam.
„Elke vriend van mijn neef is te Wrottsley wel
kom, graaf", zei Sar Jasper hem 'hartelijk de hand
schuddende.
„Il bent te goed, Sir Jasepr," antwoordde Patroceni
„Ik kom er rond voor uit, dat ik zeer verlangend! ben
een blik te slaan op het leven in uw buitenverblijven,
Van mijn jeugd af ben ik zulk een speelbal geweest
der fortuin, dat ik er weinig van gezien heb, ook
niet in mijn eigen land; ik lün zelfs in geen vijf
jaar op mijn eigen plaats bij Amalfi geweest. Ham
merton vertelde mij, dat u mij een dag zult laten
jagen."
„U kunt morgen uw krachten beproeven aan een
van mijn beste kreupelbosschen, waar u heel wat
wild zult aantreffen, dat durf' ik u- wel beloven,
graaf."
„U bent wel vriendelijk, Sir Jasper. Als u ooit
Napels bezoekt, hoop ik dat u ook onze bosschen
eens komt bezichtigen."
Op dit "oogenblik ging de deur plotseling open en
een knappe, jonge man trad het vertrek binnen.
Wordt vervojgd.