Woensdag 19 Augustus 1925 68ste Jaargang. No. 7692. Uitgevers s N.V. v.h. TRAPMAN Co., Scliagen. Het Brugsche Begijnen hof viert feest. FEUILLETON. DE FATALE 13 NEGENS LEEST „De Stad Amsterdam Binnenlandsch Nieuws. Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkoihend nummer geplaatst. POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. no. 20. Prijs per 3 maanden f 1.65. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN- TIöN van 1 tot 5 regels fl.10, iedere regel meer 20 cent (hewljsno. inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Wanneer ik mij niet vergis, dan bestaat er be noorden het IJ geen begijnenhof. Waarschijnlijk echter kennen echter velen ouder U het Begijnenhof te Amsterdam e n zoo niet, mag ik dan tor gelegen heid van uw aanstaande bezoek aan Anisterdalm uw gids zijn? Laat ons van den Dam de Kalverstraat inloopeu en vervólgen tot bijna bij bet Spui. Juist even te voren kijgt U aan uw rechterhand een steeg, sla die in, loop die. uit en ge staat plotseling in fluet Amsterdainseh Begijnenhof en daarbij verstomd over de tegenstelling van do weldadige rust hier vergeleken bij het geroezemoes van de KaiVer- straat. Ik zou U nog veel over het Amsterdamsch Begijnenhof en over de Processie van de Heilage Stede kunnen vertellen, maar ik wil U nu over het Brugsche Begijnenhof en over het daar zoo pas gehouden feest ter viering van het 7100-jarig bestaan, vertellen. Zeven eeuwen geleden bestond deze instelling reeds, dus meer t dan een eeuw langer d,an het Mirakel der Heilige Stede van Amsterdam. Zes en een halve eeuw bestaat Amsterdam, zeven eeuwen bestaat reeds het Begijnenhof te Brugge. Brugge was toen reeds een belangrijke plaats, er waren reeds in 1221 te Brugge begijntjes door gra vin Johanna van Constantinopel als wettig erkend en met rijke voorrechten begiftigd. De Begijnhoven zijn een typisch Vlaamsohe schepping,.die door de naburige landen weliswaar werd overgenomen, zooals wij reeds zagen in Hol land, b.v. te Amsterdam, maar het was en bleef een Vlaamsohe schepping. In de Middeleeuwen waser behoefte ontstaan voor een tussohenslag tussehen wereld en streng kloosterleven, een gelegenheid om het vrome ge moed rust te glsven, doch met behoud van ae grootst mogelijke vrijheid en onafhankelijkheid. Het Begijnen leven bood dit soort bestaan, want huldigend het beginsel?:. „Eigen beerd is goud woerd", kreeg een begijntje haar eigen huis, be- seliikto over naar eigen vermogen en was behalve gedurende -de kerkdiensten geheel' vrij in do wijze, waarop zij over haar tijd wilde beschikken. Terwijl dus in do Vlaamsohe steden de mannen, het sociale leven bezielden door hunne gilden en aldus de vrijheid aJls een kostbaar kleinood be waarden, zochten do vrouwen, die all'eenstonden en. feen neiging gevoelden zich binnen de strenge loostèrmuren terug te trekken en toch bescherming zochten, een toevlucht in het Begijnenhof, waar zij eikaars bescherming vonden, zonder haar onaf hankelijkheid op te offeren. Men vindt ae Begijnhoven meestal! .nabij een stadspoort en. nabij water. In Brugge is het Begijnenhof in de onmiddellijke nabijheid van water gelegen, do kerk zoowel als de huizen zijn gegroepeerd rondom oen groot grasveld, de Begintjes konden dan hun linnen wassohen en drogen en keurig bleeken. Want de Begijntjes deden altijd hun werk zelf. Zij bewoonden de keurige huisjes, waarin zij voor hun eigen huishoudiing zorgden.. Het waren geen Ijgroote dames, die er eenige dienstboden op na hielden, doch meestal' eerzame poorters-dochters, soms uit logeren, dan uit midden- en ook wel uit hoogeren stand, maar zonder een bepaalden eisch aan stand te stellen. Wel echter.word van de rijkere begijntjes verwacht, dat zij een. gedeelte van hun vermogen vermaakten aan do instelling, opdat latear meer behoofüigen daarvan zouden kun nen profiteeren. 2. door HAWLEY SMART. „Goeden morgen, papa", zei een lang, blondharig meisje, dat aan het ontbijt zat aan het hoofd van de tafel, toen de baronet de eetkamer binnen kwam, „Hebt u wat nieuws voor ons op dezen somberen ochtend?" „Ja, en vertel ons op 'welke, manier je van plan 'bent ons te amuseeren," riep'een gezette, levendige brunette van ongeveer vijf en dertig jaar. Mevrouw Fullerton, de bewuste 'dame, was de we duwe van een jongeren broeder van Sir Jasper en bracht het grootste deel van haar tijd door te Wrotts ley. Haar schoonbroeder en haar nicht, voor wie zij dikwijls dienst deed als begeleidster, biel den bei den veel van haar. „Allemaal goeden morgen!" riep iSir Jasper, de aanwezigen vroolijk groetend. „Nieuws, Maudie", ging hij voort naar zijn dochter gaande en haar kus send. „Ik heb groot nieuws voor je, kind. Fred komt hier morgen dineeren." „Ach, meent u dat", antwoordde het meisje. „Daar ben ik blij om, ik heb hem in geen maanden gezien pn hij zal zich nauwkeurig hebben te verantwoorden over zulk een onvergeefelijk lange afwezigheid." „Fred bekommert zich nooit om zijn familie", zei mevrouw Fullerton bits, „tenzij het hem juist gele gen komt. Ik ben zeker, dat hij er niet toe te krijgen zal zijn cm1 in de stad met mij te gaani 'dineeren, wan neer ik dat gaarne zou wenschen." „Kom, Clara", zei Sir Jasper altijd verlangend om dat voortdurend gekibbel tussehen zijn schoonzuster en neef te onderdrukken. „Een jong mensch in Londen, die in de uitgaande wlereld verkeert, moet al een heel vervelend wezen zijn, als zijn dagen niet langer vooraf Teeds bezet zijn. Ik weet wel dat gij mij in mijn tijd niet binnen de veertien dagen hadt kunnen krijgen." „Niet, Jasper? Nu, er waren, denk ik, jonge vrou wen genoeg die 'er gaarne hef -heele seizoen aan hadden willen besteden om je te vangen, maar Fred is een dwaas, ik ben altijd van die meening geweest" „Dat is geheel onjuist, zei-mijnheer Glanfield, een 'man, bekend om de kortheid van zijn opmerkingen. Zoo werd het Begijnenhof al spoedig* bevolkt mot godvruchtige^ naarstige poortersdochters, die door vroomheid uitmuntten en'de uren niet ter kerke doorgebracht, besteedden door het bezorgen van hun huishouden en daar het maken van fraaie en nuttige handwerken. Rustig leefden zij. Zij waren gekleed in een zwart gewaad met witten kuif, gelijkend op non nen, doch zander tot een strege kloosterorde te behooren. Zij konden zich door de stad bewegen, deden dit gaarne, vooral omdat zij veel' 'liefdewerk ver richtten zieken en zwakken steundenen in hospi talen en godshuizen -assisteerden. Deze godshuizen zijn hetzelfde als onze hofjes en juist daar wisten de begijntjes dikwijls van dienst te zijn bij plotselinge ziektegevallen onder de ouden van dagen, die deze hofjes bewoonden. Ook het Hospitaal' St. Jan, deze eeuwenoude instelling van Brugge kan van de werkzaamheid der begijntjes.getuigen. Dit Hospitaal St. Jan is nabij het Brugsch Be gijnhof gelegen en heeft aan den in Meaemblik geboren schilder Johan Memling gastvrijheid ver schaft toen hij, die tot het gevolg van den pracht- lievenden Karet de Stoute behoorde, na den slag van Nancy met moeite en .nood zich tot binnen de poorten yan Brugge voortsleepte. Vader Melchior, ae brave monnik, ontfeym.de zich over den ongelukkige, dien hij koortsijlend voor de deur van het ziekenhuis aantrof. Hij ver pleegde den man en kennis makend met de penseelrruchtén van den herstellenden Memling, Bet hij 'hem verder toeven onder het gastvrij dak van St. Jan. Daaraan heeft Brugge te danken de heerlijke meesterwerken van Memling, welke ieder jaar door tienduizenden toeristen bewonderd worden. 99 UW BLAD voor Noord Holland. Door hef steeds toevloeien van ons lezers-aantal zijn wij in staat gesteld ons blad met vier pagina's te vergrooten. De lezera krijgen nu voor 12% CENT PER WEEK. een prachtig geïllustreerd hlacl in keper diepdruk van 20 pagina's, met al het actuëelo nieuws van Noord-Holland. Rijk aan lectuur, o.a. 2 groote vervolg-verhalen, dan nog 10 gratis premies per jaar, zooals boeken en platen en tot slot onze GRA TIS ONGEVALLENVERZEKERING, waarvoor wij alreeds 15000 gld. aan uitkeeringen hebben gedaan, in verschillende ongeyallen. Onze Verzekering keert uit voor elk ongeval, vermeld in de polisvoorwaar den, niet alleen op reis, maar ook op fabrieken, werkplaatsen, op het land enzoovoorts. De bedragen zijn f 2000, f 600, f £00, f 60 en f 30. Zooals U ziet, is concurrentie onmogelijk, want trots alle unfaire concurrentie-praatjes tegen ons weekblad de Stad Amsterdam, zijn wij steeds in ons aantal lezers gestegen tot een oplaag uitsluitend voor Noord-Holland van 34500, zoodat wij met zoo'n groot aantal lezers in staat zijn, U ons blad te leveren voor den lagen prijs van 12% CENT PER WEEK. Dus. inwoner van Noordholland, die nog geen abonnée zijt op ons blad „de Stad Amsterdam", geeft U dan daarvoor op aan een onzer agenten: Voor iSchagen en omgeving: J. A STRJEIUTREIR, Noord 26; Anna Paulowna: VEiNEMA, Kleine 'Sluis; Wleringen: R. KAT, Poèlweg 2; Heerhugowaard: P. ZUT, Winkelier. HOOFDKANTOOR: KEIZERSGRACHT 234, AMSTERDAM. VAN RIJSWUK'S SCHOENHANDEL. SCHOENMAKERIJ. WATERDICHTE SCHOENEN, MET EN ZONDER NEUS, MET EN ZONDER ACHTERNADEN, PRIMA, VANAF I 5.75. Wanneer ik in Brugge kom, dan brengen mijn voeten mij bijna onwillekeurig* naar het hospitaal St. Jan en sta ik even later bewonderend voor de heerlijke werken van Memling, met de ongeëvenaar de fijne kleuren en fijne nuanceering. Men verwondert zich dan ook niet, Maria van, Bourgondië, die te Brugge wooh.de: gaarne tot model diende voor de heilige vrouwen, door Mem ling uitgebeeld. Wanneer ge dan weer St. Jan veerlaat gaat dan de Catherijnestraat in en begeef U door een dwars straat naar de Wijngaardstraat en ge zult getrof fen worden door 'een stadsschoonheid, zooals men zelden mag aanschouwen. Ge ziet dan hot Minne water en daarbij aan den overkant va® een gracht de eeuwenoude muren van een kerk en van huizen. Ga een brug over, een poort door en ge staat in het Begijnenhof. Ik zeg ge staat, want ik weet zeker, dat'ge even als aan den grond genageld zult staan, getroffen door het lieflijk beeld, dat U heboden wordt. Zeker, de Amsterdamsohe geveltjes zijn pret tiger, maar daar is alles ook dichter' op elkaar, nier hebt ge een zeer groot grasveld, waarop statige ïepenboomen-en daarom heen oudere enminder oude gevels. Helaas geen gevels meer uit de middel eeuwen, slechts enkelen nog uit de 16e en 17e en anderen uit de 18e eeuw. Keurig wit gestucadoord, *te wit bijna vanwege de feestviering. Maar we zijn nog niet aan die feest viering toe, wij willen nog eens even rondgaan in deze vriendelijke omgeving en mediteeren. Wij zien een moment in de verte boven de gevels der begijnenhuizen pit de machtige torens van de Onze Lieve Vrouwe Kerk en van de kathedraal, gewijd aan den Verlosser. Wij gaan een andere poort uit, wij bekijken die poorten nog eens zorgvuldig en zien, dat zij in de 16e. 17e en 18e eeuw gerestaureerd zijn. Wij. begrijpen ook waarom wij uit de Wijngaard straat komen. Dit Begijnhof heet „ten Wijngaarden". Waarom heeten er toch zooveel' begijnhoven ten Wijngaarden? Omdat hier een beeld gebruikt wordt uit den bij bel, waar God zijn uitverkoren volk vergelijkt met een wel ommuurde wijngaard, beschut togen roof dieren en plunderaars. Hertog Jan I van Brabant, de beschermer van het Begijnhof te Lier, begint zijn beschermingsbrief met de woorden: „Opdat, de vossen, (de vijanden dus) den wijngaard des Heeren (het 'Begijnhof te Lier) niet. zouden verdelgen, enz." Er waren hooge muren en diepe grachten, rondom de begijnhoven ter beschutting en zware poorten werden 's nachts gesloten. De begijntjes moeten tijdig thuis zijn, de poorten worden om 7 uur geslpten, wie- later komt is boete verschuldigd. Maar de meeste begijntjes zijn tijdig binnen, zij zijn rustig, ernstig en eenvoudig in hun ne levensbeschouwing en zoeken geen wereldsch fce- not, dat hun laat van hun huisken "houdt. Baart het verwondering, dat het Begijnhof bloei de? Zeker niet, want voor vrouwen, die bescherming zochten was het inderdaad een Wijngaard des Hee ren en de ware vroomheid der Begijntjes was nog een veel veiliger beschutting tegen „de vossen" (vijanden) dan al de grachten en muren. Kom laat ons nog eenmaal weer door de poort te ruggaan en nog eens genieten van de rust en van het schilderachtige van deze omgeving. Laat ons oven het kerkje binnen gaan., Ziot gij' dio lange rij: zitplaatsen in bet koor? Dat zijn de zitplaatsen der begijntjes geweest, eeuwen door, daar liggen de groote folianten waar* in de begijntjes het officie lazen. Zoo geschiedde het eeuwenlang, ondanks de 'vele stormen, de pok reeds kort nadat de stichting door Joanna van Constantinopel als wettig erkend en met rijke voorrechten begiftigd was. Wij treden weer uit de kerk, wandelen over de smalle paden over het grasveld en gaan eens kijken naar den schilder, die tracht de .stemming" op het doek te brengen. Zal bet hem gelukken? Reeds zoovelen voor hem hebben getracht die „stemming" weer te geven. Die stemming wilde men op doek brengen, wilde men bezingen in gedicht en gezang, maar nimmer zal die stemming volmaakt weergegeven kunnen worden. Die stemming is niet weer ite. geven door welken kunstenaar ook. omdat die stemming een schat ver borgen houdt, dio menschengeest en menschenhand niet vermag weer te geven, omdat het hooger is. Hot is de stemming van Christelijke en Vlaam sohe eenvoud. Wordt vervolgd.. BROEK OP LANGENDIJK. Wie zich veel1 in tuinbouwkringen beweegt, merkt ook thans weer op; dat er iets bijzonders gaande is. Het gaat daar met gewoon, iet9 afwijkends van het normale is..er te bespeuren, het genoeglijke van het lót des genisten Iandmans van Poot is weer verstoord en zooals alle verstoringen. in den ge wonen gang van zaken eenige beroering wekken, al! naar den aard en den omvang der afwijking, zoo is het ook de laatste week aan den Langendijkti Opgemerkt dient daarbij echter te worden, dat af wijkingen hier zoo vaak voorkomen, dat de agitatie die elders allicht groote afmetingen zou aanne men, binnen de perken blijft en zij slechts in tuinderskringecn, vooral op de veilingen, het uiting komt. Als ae wijzer op het eleetrische af mijn- toestel' rondgaat en voor roode kooi 70 cent per 100 Kg. aanwijst, met voor dit product dien vei -> ümgsmiorgeai f3.40 voor de beste kwaliteit en van de meest gezochte grootte en men weet dan, dat 4 weken terug op denzelfden dag f8.50 en f 11.30 werd besteed, dan verwekt een zoodanige prijs-*, verlaging natuurlijkerwijs eenige sensatie. Wanneer de gele kool, doorgaans het meest gezochte onder de diverse soorten, hot niet hooger woet te brengen dan een noteering van flf2.30 per 100 Kg. en die hoogste prijs besteed wordt voor het neusje van den zalm, en men vergelijkt deze noteering (en de aanwezigen in het veilingsgebouw doen dit onwille - (keurig) met die yan veertien dagen terug, toen zij f9.4011.80 was, of nog een week vroeger f9.70 f 12.40, dan gaat er wel' geen „rilling' door 't gebouw, doch dan reageert de bouwergriel daar toch op met een overpeinzing van den moeitevol - len en zwaren arbeid, besteed aan het omspitten van den zwaren akker, het planten der kool in moeilijke omstandigheden, .hét snijden ervan en het vervoeren* er aar do veilingen. En ook aan den koopman ..moet een dergel ijken prijs niet on- gevoeld voorbijgaan,. want hl jijbeteekent voor hem,/ aat er geen vraag is naar het product, waarvajp, hij rijn afnemers voorriet, dat er. geen fut zit in den handel, dat ook hij niet in rijn element kan rijn, nu het animeerenae, het eohte er aan ont breekt. Het was een slechte, de afgeloopen week. Uitere - zonderd een _paar artikelen was alles aan den lagen kant. Wei waren de wortelónprij zen beter dan de vorige week, doeh zo bleven ver ten achter bij enkele weken terug. Bovendien was die aanvoer gering. In totaal werden slechts J610 bos aanga „Frtdl Hammprton ia even goed op de hoogte als' ieder ander en kan niet blind zijn voor de bekoor lijkheden, en den invloed van mevrouw Fullerton, maar een man vam de wereld heeft op zijn manier beel wat drukte, ofschoon men het niet precies hard werken kan noemen." „Neen", antwoordde Sir Jasper lachend. „En toch,, de drommel hale mij als het hardste werk, dat ik ooit heb verricht, niet was het najagen van wereldsch genot in mijn jonge jaren." „Ja, uitgaan is tegenwoordig lastig; 't is overal zoo vol; zij schijnen naar alles heen te moeten." „Daar schijnt u toch geen last van. e hebben, mijn- beer Glanfield", zei mevrouw Fullerton. „Wanneer ik u ook ontmoet, er is altijd iemand noodig ge weest om u te brengen." „Er is altijd iemand, die vriendelijk is voor een armen zwerver, als ik", antwoordde de beer Glan field strak naar zijn ei kijkende. „Intusschen, Maudie, vergat ik je te zeggen, dat er nog een kamer noodig is," viel Sir Jasper in. „Fred brengt een vriend1 van hem. mee, een graaf Pa troceni, diern bij: op reis aangetroffen heeft." „Pratroceni," zei Glanfield nadenkend. „Kent u hem?" vroeg mevrouw Fullerton. „Neen, ik 'ken hem niet, maar ik heb den naam meer gehoord." „Hij is zeer waarschijnlijk al meer in Ehgeland geweest", merkt de baronet op. „Fred1 schrijft, dat hij hem beloofd heeft een d^gje te zullen laten jagen op de Wrottsley fazanten, en vreemdelingen geven weinig om dat soort vennaak, tenzij zij zich daarin bij' ons geoefend hebben." „Ik heb sommigen van hen toch' uitstekend zien schieten", antwoordde Glanfield. „Pa/troceni! 'Patro- ceni! Wat, drommel waar heb ik dien naam vroeger gehoord?" „Dat doet er niet toe", zei mevrouw Fullerton. .La ten wij hopen dat 'hij een 'aanwinst is; vreemdelin gen zijn altijd zoo levendig. Tussehen twee haakjes, ik veronderstel, dat hij toch wel Engelsch zal spre ken?" „Ik geloof niet, dat hij met Fred. op zoo'n goeden voet zou geraakt zijn, indien hij het niet deed", ant woordde Maude lachend. „In vreemde talen is Fred niet sterk". „Zoudt u denken, 'dat de graaf over paarden kan praten, mijnheer Glanfield?" vroeg de weduwe. „Natuurlijk niet, vreemdelingen hebben niet het minste verstand van wedrennen." 'Het najagen van dit genoegen scheen het eenig d'oel te zijn van het bestaan van den heer Glanfield. „Als Wheldxake morgen ook terug zal zijn, hebben wij het huis vol en zijn sterk genoeg om elke partij kreupelhout af te schieten',' merkte Sir Jasper op, terwijl de dames opstonden en de kamer verlieten. „Hoe* denk je over mijnheer Wheldrake, Maudie?" vroeg mevrouw Fullerton, terwijl zij en haar nicht te «amen de hal -doorgingen. „Ik mag hem gaarne lijden", antwoordde het meist- je openhartig, terwijl haar wangen kleurden. „Maar waarom vraagt u dat?" „Omdat ik geloof, 'dat hij jou heel wat meer doet dan gaarne mogen lijden. Ik vind hem een bijzonder aardigen man, en je kondt het Vrij wat minder ge troffen hebben." „Maar waarde tante, mijnbeer Wheldrake heeft! nooit iets Van dien aard gezegd." „Nu ja, hij mag je nog niet gevraagd hebben rijn vrouw te worden, maar hij heeft toch heel wat ge zegd, wat er na aan toe is. Hij, is misschien nog niet besloten in- het huwelijksbootje te stappen, maar ver tel mij niet dat hij je niet duidelijk gemaakt heeft, dat hij je allerliefst vindt en groote bewondering voor je heeft. Ah! je hoeft niet te spreken, ik kan uit je gezicht zien, dat het zoo is." „U hebt geen recht zulke dingen te zeggen',, ant woordde Mande, tevergeefs trachtende haar verra derlijke wangen in bedwang te houden. „Onzin, kind, er steekt toch geen kwaad in, dat een jonge man verliefd raakt op een jong meisje, zelsf al is hij niet van plan 'haar te trouwen; maar in dit geval voorspel ik dat de jonge vrouw haar lot in haar, handen zal hebben, voor. wij enkele da gen verder zijn". Maude had natuurlijk bemerkt, dat Cyril Whel drake sedert zij elkaar voor het eerst ontmoet had den op het Bottlesby-bal, ongeveer zes weken ge leden, voortdurend veel werk van haar gemaakt had. Hij was er in geslaagd bij 'Sir Jasper in de gunst te komen en een uitnoodiging te verkrijgen voor Wrottsley van waar hij voor twee of drie dagen voor zaken was weggeroepen naar zijn eigen huis in een nabijliggend graafschap. Het terras op en neer wandelende in het gepot van zijn ochtendsigaar, hield de heer Glanfield plot seling stil en zijn sigaar, uitzijn mond' nemende,, riep hij uit: .Patroceni! Bij God, dat is de naam «van den Italiaan, dien ik vijf jaar geleden de bank te Monaco beb zien doen springen." HODFD STUIK HL Een partij écarté. 1 ,,Mag ik graaf Patroceni aan je voorstallen, waarde Maude", zei Hammerton, toen de twee mannen -in het zwart gekleed de salón binnentraden, even voor etenstijd. „Een iman, die „Geleden heeft voor Italië", viel Patroceni in de. rede, -tot verbazing van zijn vriend, die op geheel' andere'wijze had willen doorgaan. „O, mademoiselle, u; die de zegeningen geniet van een constitutioneele regeering, kunt uzelf geen voorstelling maken van de ellende van een volk, dat strijdt tegén het juk van bet despotisme." Fred Hammerton was het in de laatste dagen reeds opgevallen, hoe Patroceni zich op verschillende wij zen kon voordioen, poaar hij was toch niet weinig ver wonderd. toen hij hem plotseling de rol van den verH bannen patriot zag aannemen. „Wij zijn zeer verheugd, graaf, u te Wrottsley welkom te kunnen heeten, en zullen trachten het u zoo aangenaam rnogelijk te' maken." „Indien een '.touw zich daartoe de moeite geven wil", zei de graaf met een diepe buiging: „kan zij van een zandbank een paradijs maken." „Mijn oom- Sir Jasper, graaf", zei Hammerton toen de baronet de kamer binnenkwam. „Elke vriend van mijn neef is te Wrottsley wel kom, graaf", zei Sar Jasper hem 'hartelijk de hand schuddende. „Il bent te goed, Sir Jasepr," antwoordde Patroceni „Ik kom er rond voor uit, dat ik zeer verlangend! ben een blik te slaan op het leven in uw buitenverblijven, Van mijn jeugd af ben ik zulk een speelbal geweest der fortuin, dat ik er weinig van gezien heb, ook niet in mijn eigen land; ik lün zelfs in geen vijf jaar op mijn eigen plaats bij Amalfi geweest. Ham merton vertelde mij, dat u mij een dag zult laten jagen." „U kunt morgen uw krachten beproeven aan een van mijn beste kreupelbosschen, waar u heel wat wild zult aantreffen, dat durf' ik u- wel beloven, graaf." „U bent wel vriendelijk, Sir Jasper. Als u ooit Napels bezoekt, hoop ik dat u ook onze bosschen eens komt bezichtigen." Op dit "oogenblik ging de deur plotseling open en een knappe, jonge man trad het vertrek binnen. Wordt vervojgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1925 | | pagina 1