ROMMELKRUID-
De Wereld der Vrouw
„Ik weet wat jelui denkt", zot hij m»t een glim
lach, „Jelui bent ervan overtuigd dat ik geen queu
hanteeren kan. Wel, ik zal jelui verrassen, als jelui
gereed bent. oml mijn zwakke pogingen gade te slaan."
Dadelijk gingen we naar Garretson's schitterende
biljartkamer en de amateurtoovenaar koos een queu
van 4e vele rekken met evenveel^zorg alsof hij aan
een wedstrijd deelnam. Niettegenstaande de handi
cap aan zijn gehandschoende rechterhand, liet Teddy
.uansfield ons een verscheidenheid van kunstige stoo
ten zien die een gewoon speler hem in geen jaren
na zou) doen. Geheel verdiept gedurende een uur,
volgden wij zijn spel, verbaasd over zijn vaardig
heid. Het was ons duidelijk waarom deze simpel uit
ziende jonge man de kampioen-speler van de wereld
was.
Toen hiji ten slote zijn queu wegzette gingen wij
naar hem toe en gaven aan onze bewondering lucht.
„U bent eenvoudig niet oml te gelooven," riep Gar-
retson hartelijk uit, terwijl hiji Teddy op zijin rug
klopte. „Ik voel mij bij u als een echte nieuweling,
en ik verbeeldde mij nog al ook een beetje te kun
nen omgaan met een queu. Ilc dank u, omdat u ons
een van de aangenaamste uren bezorgd hebt die ik
ooit heb beleefd."
De anderen stemden daarmee in. Het werd al laat
en daar Teddy en ik afgesproken hadden voor den
nacht raar Londen terug te keeren moesten' wij met
tegenzin van de anderen afscheid nemen. In een
ander geval zou. ik bij; de Garretsons gebleven zijn,
maar Teddy had den volgenden morgen vroeg een
afspraak in de City en ik vond dat ik met 'hem mee
terug moest Ngaan. De auto bracht ons vlug naar het
station, nadat Garretson en zijn vrouw Teddy op een
hartelijke manier uitnoodigden om nog eens meer te
komen en wij haalden den laatsten trein naar de
stad net op 't nippertje.
'Gedurende een poos, nadat de trein vertrokken
was, zaten wij1 zwijgend naast elkaar, beiden' roo-
kehd, in een 'hoekje van de coupé. Ik was in mijn
gedachten verdiept en miet Teddy, die een naden
kende houding had aangenomen, schoen dit ook het
geval te zijn. Na eenigen tijd keerde ik mij naar hem
toe en zei:
„Ik ben een beetje verbaasd, Teddy".
„Waarom", vroeg hij.
t „Toen je naar de waschgelegenheid ging vanavond,
na je bezeerd te hebben, nam ik de bolo op om hem
in de scheede te steken. Er was geen druppel bloed
op het mes. Ik geloof niet dat je je hand bezeerd
hebt vanavond. Teddy". Mijn vriend lachte.
„Je had detective moeten worden", zei hij, „Het
is werkelijk waar, dat ik mijn hand niet bezeerd
heb." Hij maakte een kleine pauize en ik wachtte vol
ongeduld.
„Mr. Garretson en z-ijn vrouw en dochter waren
buitengewoon aardig tegen mij", vervolgde hij.
„Aan hun dank ik 't dat ik een heerlijken avond heb
gehad. Het kleine ongeval met het mes was alleen
eep vroom bedrog, maar ik denk dat het te verde
digen is."
Hij trok nu langzaam de handschoen1 van zijn
rechterhand. De dunne witte zakfdoek was er nog on
der. In stomme verbazing sloeg ik hem gade. De
handschoen was uit. Toen de zakdoek losgemaakt
was. zag ik aan de derde vinger van zijn hand den
zelfden ring dien Garretson ons een paar uur eerder
had laten zien. De gelijkenis was volkomen in ieder
opzicht. Een zware gouden band mot «en enkele dia
mant, het Russische Keizerlijk wapen en de handtee-
kening van den Tsaar in het goud gegraveerd was
iets bijzonders dat men niet vergeten zou als men ze
eens gezien 'had.
„Het is een zelfde ring", zei Teddy.
„Wat kon ik onder deze omstandigheden' anders
doen dan het ongelukje voorwenden om in de gele
genheid te zijn om den ring 'aan- het gezicht te ont
trekken."
Ik dacht na. „Waarom kon je den ring niet afdoen
en in je 'zak steken?" vroeg ik.
„Ik loop al drie maanden met het plan rond om
naar een juwelier te gaan om den' ring door te ia-
ten knippen", vervolgde Teddy,',,maar het kwam- er
tot nu toe niet van. Ik wi'1 hem laten vergrooten.
omdat mijn vinger zoo dik is geworden, dat ik hem
niet meer af kan krijgen. Ik heb den ring jaren ge
leden in St. Petersburg gekocht toen ik met Ronnoff
speelde, de Russische amateur-kampioen. Ek betaal
de er 40 pond voor. ET waren dozijnen1 precies dezelf
de in denzelfden winkel te krijgen, hoewel bet een
bescheiden juwelierszaak was. Ik twijfel er niet aan
of de ring was overal in Rusland te koop. Had ik
vanavond biljart moeten spe'len voor Garretson!s
vrienden met miijn rechterhand onbedekt, en zóó de
leugen van zijin aardig bedacht verhaaltje van den
zoon van den Tsaar bloot moeten leggen?"
„Ik veronderstel", besloot de amateur biljartwereld
kampioen met een oolijken glimlach, „dat mijn be
kwaamheid om vlug te denken en te handelen in
een onverwachte situatie wel iets te maken heeft
met mijn succes op het. groene laken."
een kool of kaars, en zuigen aan' 1t ander einde door
het hol pijpje den rook daarvan in lijf en mond en-
dien vol rook hebbende, blazen die wederom de neus
gaten uit, en dat zoo lang tot dat het alles uitgebrand
is en doen dat zoo dikwijls hun goeddunkt, en dat
noemen zij elkander een pijp tabak toedrinken, en
hebben aldus daartoe, vooral in Engeland', huizen en
lieden, die leven alleen van tabakherberg te houden.
Vele gebruiken dat alle uren van den dag, voor en
na den eten, 's morgens vroeg en 's'avonds laat en
deze menschen verlekkeren zoo daaraan, gelijk de
dronkaard aan den wijn en bier, en kunnen zich dat
niet ontwennen, zijnde van nature verwarmende en
bedwelmende de hersenen. HU was in 't eerst goed
koop geweest en verkocht voor een gulden 't pond,
dat nu (1598) tot zes, tien, twaalf guldens en meer,
naar zijn deugd en soort, verkocht wordt. Eenigen
zijn er zoo lekker op dat zij. voor ©enige soorten wel
zes, acht of tien gulden voor een ons geven, naar
den smaak, dien ziji er in vinden."
In den apotheek kon men het wonderkruid koo-
pen, de geneesheeren schreven er over en noemden
het „een krachtig cruyt, zelfs beter dan1 de geslach
ten panax, immers het gaat de waelwortel verre te
boven". Als medicijn werd het dus gebruikt en aan
bevolen. Het rooken zelf werd veroordeeld en ,^cha-
ROOKEN.
TABAK VAN 10 GULDEN PER ONS. TABAGIëN.
VROUWEN MET ZILVEREN TABAKSDOOZBN.
tfn het laatst van de 16e eeuw was bet rooken hier
te, lande nog geen gewoonte. Slechts enkelen deden
het; de tabak zelf was weinig meer dan een medica
ment, dat in- den apotheek te verkrijgen was.
Hoé weinig bekend het „cruydt taback" toen) nog
was, blijkt uit een beschrijving uit die dagen van
Van. Meteren, waarin er op de volgende wijize van
verteld wordt.
„Door deze togten van verschillende scheepvaer-
ders is er uit W'est-Indiën, van Brasiliën en de kus
ten van Peru gebragt een gedroogd kruid, dat men
bij ons nicotiana, in Lndiën tabacco noemt, ge
droogd in den rook. Dit is nu in Europa eerst be
kend geworden binnen 26 of 28 jaren en komt in
menigerlei fatsoen, opgewonden en gerold. Dit ge
bruiken zij, wat gedroogd tot poeder, met een zil
ver of steenen gebakken pijpje, daartoe eigenlijk
gebakken of gemaakt, van een vinger lang en waar
aan een bakje, een halve hazelnoot groot, dat zij met
het poeder vullen en steken daèr het vuur in <met
PARIJSCHE MODE.
Het jurkje op de linkerzijde van deze teekening is
gemaakt van marine-blauwe sergeen afgewerkt
met smalle banden van rood en blauw breiwerk. De
geplooide baan in den rok bevindt zich alleen aan
de voorzijde.
Een knip-patroon kan men bestellen onder opgave
van No. 281a, voor meisjes van 8 tot 10 jaar. Kosten
70 cents.
De andere jurk werd vervaardigd van lichtgroene
rips en dient voor een weinig ouder meisje. Het
jurkje is afgewerkt met eenvoudig bOTduursel van
vuurkleurige en zwarte wol. De enkele plooien aan
weerszijden van den rok laten veel vrijheid van be
weging voor de draagster.
Het knippatroon van dit model kan men verkrij
gen onder nummer 282a voor meisjes van 12 tot 14
jaar. Kosten 75 cents.
MOEDERS EN HAAR KINDEREN.
'Nieuwe Muiurplaten.
Een moeder zegt:
„Ik heb verschillende schilderij-lijsten in kleine en
groote maten en van tijd tot tijd lijst ik een mooie
plaat uit een of ander weekblad in. Dat wekt na
tuurlijk altijd groote belangstelling bij. de kinderen
en daarom vernieuw ik de reeds aan den muur han
gende platen ook wel eens. Op die wijze verkrijgen
wij allen eenige belangstelling voor wat er aan
moois aan de muren hangt, terwijl de meeste men
schen toch door de gewoonte geen oog meer hebben
voor hun platen en schilderijen."
Nuttige Wenken»
MOT IN KARPETTEN.
Een weinig poeder van1 gemalen kwint-appel wordt
over het karpet gestrooid, wanneer men wensoht te
voorkomen dat de motten eieren in het weefsel! leg
gen. Kwintappél is de kogelronde, zeer bittere en
'buikzuiverende vrucht van de kolokwintkomikommer
Wanneer men bemerkt, dat de motten reeds eieren
in een tapijt hebben' gelegd, of in haardkleedjes of
karpetten, moeten deze eitjes zoo spoedig mogelijk
verwijderd' worden.. Men doet ddt het gemakkelijk
ste door de aangetaste plaats met een nat laken te
bedekken en daarover een heet ijzer te strijken. De
stoom verdelgt de eieren; de hitte van' het ijzer heeft
daartoe geen invloed.
EEN WENK VOOR KOUSEN WASSCHEN.
Als men «warte zijden kousen wascht moet men
ze naspoelen in zeer diep blauw water, daar dit de
zwarte kleur dieper maakt als de kousen droog zijn.
delijck, pernicieus, verdroogend, onnut en b« jje to<
baarsch" geacht. „Tabakken was geen eerlljck tij B ia cl
verdrijf," oordeelde men algemeen En dronkaard, <i (,e koi
banchant, plevier, tabakzuiger, waren woorden vj 2000
dezelfde bete eken is. oolkloi
'Doorbrengers en „ligtmiissen" werden op het <to< voor I
neel en op schilderijen steeds voorgesteld met di
hoed op een haertje en de tabakspijp in den moni
„Hij is een haentje, «t ko:
Hij loopt in 't baentje, tón ti
Zwierebollen met een pijp taback." paan*
De vader van een huwbare dochter zei: „Zou gelijke
mijn dochter aan zo een plug, aan zo een plevier, i lang J
een tabaksman, zo een jampiszuiper, toebakszuip, In
quylooper geven?" j als
Ook het oordeel der kerk was in 't begin der 17i i gum
eeuw nog zeer ongunstig over het tabakrooken. H n,
werd genoemd „een teeken van zedeverval, naapej
van zelfs wilde volckeren, een afgodisch roooken|
eerp van den God Petum". De consistoriën
den het „tabacksuigen". Wie tot de gemeente toetij
den moesten plechtig beloven ,,'t fenijnich cruyt t
back, een werek ende inventie des satans te vlied
als een pestlocht."
De remonstrantsche predikanten waren niet
streng in hun oordeel. In plaats van te fulmineei|
tegen het rqoken, begonnen zij zelf tabak te zui|
tot niet geringe ergernis van velen. Maar hun vol
beeld vond navolging en weldra werd het rooljj
zeer algemeen. In groote hoeveelheden werd de j
bak uit West-Indië aangevoerd en ook hier te la
begon men zich op de teelt toe te leggen, in Zeela
en in de omsreken van Amersfoort.
Evenals in andere landen verrezen ook hier ov^j
al tabakshuizen. Ze werden „tabagien", genoem
een vrouw verkocht het kruid bij bladen en hei
de „toebackster". Naar de tabagien gingen, de
hebbers „taback drincken", „op een soopje tabacl
„op een overhaalt je", „op een bootsgeselletje"
iemands gezondheid smoocken" of hoe men' het me
geliefde te noemen.
Die „tabackdrincker" kocht dan eenige bladen vi
de toebackster, ging op een scabelleke bij den haai
zitten, kerfde den toebaok met zijn kerfmes en vuli
de zilveren, tinnen of aarden pijp. Met een kaars
aan )ysolfarpoeder", door een vuurslag in brand
stoken, stak hiji de tabak aan en begon „een soop
te doen". De pijp deed de rondte bij de aanzittend!
en ieder op de beurt mocht een trekje doen, gel;
het nog heden ten dage bij wilde -volken te doen g
bruikelijk is.
Da tabagien hadden evenais andere winkels i
hangborden om de aandacht van het publiek
tiekken. Meestal stelden zij rookende personen
gezelschappen voor met onderschriften als „de rt
kende tamboer", „de rookende seeman", enz.
Leidsch tabakshuis had tot uitnoodigend opschriil
„De Admiraal Tromp heeft noyt de
vlag voor sijn vyant willen stryeken,
-Soo heeft oock mijn toeback voor
geen andere te wyeken."
Hoewel het rooken nog steeds bestreden werd d
de generale en provinciale staten, door scherpe1
katen en ook bijv. prins Maurits het zijn soldatei
Piet Hein het zijn matrozen verbood, nam het
bruik toch hand over hand toe. En niet alleen ii
tabagiën, maar ook in de eigen huizen begon
het te doen. Aanvankelijk waren onze zindelijke
moeders „het stinckend vileynsch quyle cruydt"
vijandig gezind, maar allengs begonnen zij zelf
in 't geheim maar weldra meer openlijk „een so<
te drincken."
Wordt vervol]
1 te:
gen.
Ri
HET GEVAAR VAN VOCHTIG LINNEN.
Waarschijnlijk bestaat er niets gevaarlijkere op de
wereld dan het slapen in vochtig linnen. Het doet er
niet tos of de beddelakens vochtig zijn dan wel het
slaappak, of lijfgoed; zooveel is zeker dat de vreese-
lijkste ziekten er het gevolg van kunnien zijn. Men
zegt zoo dikwijls: „Dat goed heeft uren bij het vuur
.gehangen, dus dat moet wel droog zijn." De vraag is
echer voor welk vuur heeft 'het gehangen? En zijn
de stukken regelmatig gekeerd, opdat zij op alle
plaatsen gelijkmatig konden drogen? De angst voor
het kreuken vyeerhoudt zoo dikwijls menigeen om
de wasch open te vouwien en zich te overtuigen of al
les droog is. Maar men bedenke: „Gezondheid is het
kostbaarste goed!"
EEN GOEDKOOP POETSMIDDEL.
Koop voor een stuiver witkalk. Los het op in een
kom koud water, na de kalk in' een stukje mouseline
te hebben opgebonden en fijn geklopt te hebben.
Knijp en wring het zakje totdat het laatste stukje
kalk is opgelost en slechts ruw zand in de mouse
line is achtergebleven. Zet de kom met water opzij
en als al1 de kalk op* den bodem gezakt is, giet men
'het schoone water af en laat de kalk staan tot zij
droog is; het wordt dan poeder. Zoodra men nu; het
poeder wenscht te gebruiken voor het poetsen van
edele metalen, maakt men het eerst even aan met
wat koud water.
HET REINIGEN VAN EEN RAD.
De eenvoudigste en doeltreffendste manier om een
bad schoon te maken is de volgende: Leg een lap
in parafine en laat dit er goed intrekken. Daarna
doopt men den lap in- zout, en wrijft daarmede het
geheele had net zoolang tot alle vlekken weg zijn.
Daarna wordt het bad uitgespoeld miet schoon, warm
water en worden deuren en ramen van de badkamer
geopend om) de reuk der parafine weg te laten
trekken. Voor diep-ingetrokken vlekken gebruikt
men gemalen badsteem in plaats van zout, maar men
mag dit niet te dikwijls herhalen, daar het email]e
er door wordt aangetast.
„EEN APPEL VOOH DEN NACHT".
„Een appel voor den nacht heeft steeds gezond
heid gebracht", zegt een oud rijmwoord en het kan
den toets der waarheid volkomen doorstaan. Rijpe,
sappige appelen zijn uitstekend voor de gezondheid
en voorkomen veel kwalen. Men zij er niet karig
mee tegenover kinderen en zie toe, dat zij 'savouds
rauw gegeten worden.
d<
zijn
(HET WITTE PAARD.
In den veldslag bij Fehrbellin in 1675, waai
Frederik Wilhelm van" Brandenburg, bijgenaai
„De Groote Keurvorst", de Zweden versloeg,
genoemde keurvorst een wit paard.
De Zweden schenen dat te weten, althans Frötn
de stalmeester, ontdekte, dat zij hun vuur op dat
te paar richtten. Hij wendde zich nu tot den i
en zeide, dat het witte paard erg schichtig scheen
dat het beter zou zijn als zij van paarden verwis»
den.
De keurvorst, die geloofde, dat de stalmeester
de waarheid zei, vond het voorstel goed en zoo
wisselden beiden van paard.
De Zweden, die deze verwisseling niet gezien ,Als
den, bleven op het witte paard mikken en het t D
volg was, dat het niet lang duurde of Fröben we ein i
doodelijk getroffen.
Eerst na den veldtocht kwam de keurvorst er
ter, want al spoedig vernam: hiji dat de Zweden De t
delijk gezien hadden dat de ruiter op het witte pas b g?
waarop zij volgens bevel mikken moesten, geval! „Zes
was. de
ik bij
Hallo
felvei
doi
DE KLOMP VAN PAGANINL
DOg i
,Au
Zij]
vr
en f
Tegen het 'einde van het jaar 1832 bevond Pj
nini zich in een hospitaal te Parijs. Enkele
ders zonden hem een zonderling geschenk, nai
een klomp. Paganini wist echter een grap te
deeren en wreekte zich op een eigenaardige
Een der dienstmeisjes van het Gasthuis, een
van 18 jaar, had hem haar leed geklaagd, daar
verloofde aangewezen was om als soldaat te dief
Een plaatsvervanger te krijgen was onmoge' E
want geen van heiden beschikte, over 1500 fr£
Paganini beloofde te helpen en daartoe inoesl (jtsc
klomp, zijn Kerstgeschenk dienen. Aanstonds )e
hij aan den arbeid, om van zijin klomp een murf
instrument te maken, en toen hem1 dit gelukt
liet hij hekend maken, dat hij op den komend1, Jote
Nieuwjaarsdag een concert zou geven. Eerst 1
hij' een vioolconcert geven en dan een instruffl^ t<
van eigen vinding bespelen, Natuurlijk werd |(l
vochten om de plaatsen en betaalde men fabalac
tig hooge prijzen, en toen Paganini, nadat 'hij: 0I1J jja
grooten bijval zijn vioolconcert teneinde gespeeld gcj,
met de klomp verscheen, waaruit hij een muziek'
strument vervaardigd had, was een ieder ten 'Doof
ste verbaasd. Êlo
Nu speelde hij; in wondere toonen op zijn klo ftj]
de „Terugkeer van den recruut". Zijn spel schi jyr
de het geluk, zich weer vrij te gevoelen, de eenz81- [jafl
reis, de aankomst ln het geboorteland, het wede ije,
der verloofden