DERDE BLADc De dingen om ons heen. Rheumatiek Sanapjrin ME FATALE 13 WEGENS Uit hel hart van Holland. 0. KI. LENGHAUS, Staatsloterij. Zaterdag 19 September 192S. 68ste Jaargang. No. 7710. 1H De heer Benes, minister van buitenlandsche zaken [van Czechoslowakije, die een van de „ontdekkingen" den oorlog is, heeft destijds het beroemde „pro- jl van Genève" uitgevonden en hiermede zichzelf ir goed een naam verworven op het gebied van bui- jandsche politiek. Vooral in Frankrijk i3 zijn naam lert groot, omdat Frankrijk door dit protocol bijna iad gekregen, wat het op geen anderen weg wist te veroveren, n.1. een doorloopende garantie van heel do wereld togen een aanval van Duitschland. Op zichzelf zou tegen hot geven van zulk een ga ande geenerlei bezwaar bestaan. Als Duitschland (of en ander land) een nabuur aanrandt, verdient het let boter, dan dat de geheele wereld zich keert te en den misdadiger. Theoretisch was er dus niets te brengen tegen zulk een overeenkomst van allen jgen den aanvaller. Hetzelfde trouwens wat de Vol- enbond van zijn leden verlangt. Het verschil was al len, dat de Volkenbond door zijn Raad of door een leciale commissie na onderzoek der feiten bet schul over den' aanivaller zou hebben uit te spreken, ijl in het kader van het Protocol (of van dit ver- rag in zijn allernieuwste gedaante: het Pact) de- be- inghebbende zelf zou hebben uit te maken, dat hij zijn vriend) aangevallen was en dat dus de ge- eele wereld moet helpen. Het scheelt wel niet veel, doch niettemin bestaat een onderscheid tusschen deze dingen. Vooral na- it men Frankrijk aan het werk heeft gezien in et Roergebied, toen het ook zoo verschrikkelijk echt was behandeld en „uitgezet" door de Duit- hers. De crediteuren van Frankrijk zitten nog altoos te achten op hun rechtmatig aandeel in de „vele mil- I oenen", die Frankrijk bij zijn exploitatie van het oergebied krachtens de sancties dagelijks ontving!! Het is onpleizierig voor den heer Benes, dat de ril/rereld zijn protocol niet onmiddellijk heeft aan- Itf lard. De mensch ziet nu eenmaal niet gaarne zijn nd in het gedrangGeen wonder dus, dat Benes de vergadering van den Volkenbond met nadruk ivam constateeren, dat het Protocol niet dood is, ich slechts slaapt. Als het nu maar Andera en beter akker wordt is gr niets tegen. Doch dan zal het •otocol een geheeF anderen geest moeten ademen en et meer eenzijdig anti-Duitsch zijn, doch bescher- ing bieden aan elk land, dat wordt aangerand. Zelfs zou die aanvaller het klinkt vreemd niet waar? eens Frankrijk of een der vrienden van Frankrijk i de aangevallene eens Duitschland zijn. 1 J Nu is het ontegenzeggelijk, dat er in Frankrijk zelf i 1 -0 en andere wind is gaan waaien en dat de legen- 'oordige regeering niet meer zoo doodsbang is als jincaré destijds was. Of zich hield. Men is te Parijs j zoo ver boven de oorlogspsychose waarlijk niet 1 ■vroeg dat men niet meer gruwt voor de mo- ilijkheid van aan een en dezelfde tafel te komen ttén met een Duitscher om met hem op voet van elijkheid te gaan spreken, dat men de kans niet ier voor onmogelijk verklaart met Berlijn te on- landelen in plaats van te dicteeren. fen begint dus water in den wijn te dien en zelfs ,1 een Fransch minister geheel zonder dringende dzakelijkheid, eens praten met een collega in Ber- i. Ook dit is een goed teeken. veel minder goed achten wij evenwel de verklaring D Benes over het alleen-maar-sluimeren van het otiTcl, in welke verklaring, als wij! zijn woorden 9d lezen, Jhr. Loudon hem namens Nederland is gevallen. Vat to.ch zeide de Nederlandsche gedelegeerde? Ontdaan van de rhetoriek waarmede nu eenmaal te speech te Genève schijnt to moeten worden op- ïierd, bevatte Loudons redevoering de niet zeer nieu- doch niettemin volkomen onjuiste bewering, dat n ontwapening niet kan worden gedacht alvorens „veiligheid" is verzekerd. Deze bewerig is absoluut onjuist en stelt de feiten Ehun kop. Het is alweer de oude geschiedenis: als niemand II eer inbrekersmateriaal heeft of maken kan, zal er et worden ingebroken. Zonder leger kan men geen rlog voeren en zeker geen aanvalsoorlog. De tijd n de zeisen en dorschvlegels en knuppels is mgszins verouderd. 'I ij. Het verzekeren der veiligheid nu kan alleen ge schieden door het maken van onderlinge afspraken van de eene groep tegen de andere of van een reeks van staten tegen een bepaalden potentieelen tegen stander. Om de afspraken van dergelijke veröonden te kunnen nakomen, moet men gewapend zijn. Zonder leger, vloot, luchtschepen, gas, enz., enz., kan men den eventueelen aanvaller van zijn bondgenoot niet te lijlf gaan. Alle tractaten, .protocollen eryreacten, waarvan het gevolg zoü zijn optreden tegenflni aanvaller, worden volmaakt waardeloos, zoodravnen de middelen mist tot dit optreden. En als iüudon dan beweert, dat eerst de „veiligheid" der staten, die zich bedreigd voelen moet zijn verzekerd, alvorens men dan denken aan ontwapening, ziet hij wat toch in een intel ligent man als hij ongetwijfeld is volkomen over het hoofd, dat al die veiligheidsovereenkomsten waardeloos wordez^ zoodra men de poenale sanctie mist, die alleen' leger en vloot kunnen geven. Men zou dus overeenkomsten en waarborgen moeten gaan i'ormuleeren, waaraan men, zoodra ze onderteekend zijn, alle kracht zou ontnemen door een ontwapening. Dit nu is niet gewoon, doch buitengewoon absurd. Het begin dat tevens het einde is van elke be dreiging van vrede moet zijn de ontwapening. Zon der hand kan men geen vuist zetten en zonder mili taire macht, geen buurman aanvallen. Zij, die eerst do belofte van onderlinge bescherming willen zien gegeven om dan de middelon uit de hand te leggen, noodig voor het nakomen dier belofte, zijn op den verkeerden weg. Juist ter nakoming dier be lofte kan men de wapens niet missen en hierom is het noodig, dat men begint met de ontwapening en met het invoeren van een absoluut en algemeen ver bod van het aanmaken van oorlogsmateriajü. Blijkt dit onmogelijk, omdat een of meer groote stafeft wei geren mede te doen of geen waarboijgen willen verstrek ken voor het werkelijk nakomen der algemeene over eenkomst, dan kan men genist uitscheiden met alle propaganda voor ontwapening en kan men ontwaken uit den schoonen droom van den wereldvrede. Dan zal er minstens nog een wereldoorlog noodig blijken om ook die weigeraars tot inzicht te brengen. Doch slaagt men erin de groote staten tot ontwa pening te krijgen, onder controle van een interna tionaal en onpartijdig lichaam, dat op het eene land even goed toeziet als op het andere, dan heeft men geen protocollen en wat dies meer zij van doen. Als men er in slaagt den ondérlingen vrede te be waren tusschen Utrecht en Zuid-Holland, tusschen Groningen en Friesland, tusschen de staten van Duitschland', en tusschen die van Noord-Amerika, moet het toch waarlijk ook niet zulk een heksentoer zijn ditzelfde (zij het dan op ietwat grooter schaal), tot stand te brengen tusschen de landen van Eu ropa. Als men eens begon met vrijhandel en het afschaf fen van douanegeplaag? Zou men dan al niet dadelijk tot een beter inzicht van onderlinge saamhoorigheid komen, dan wanneer men zooals nu er ieder ooger^blik aan wordt herin nerd, clat er grenzen zijn en verschillende naties entegenstrijdigheid van belangen? Zoolang dat gevoel voortdurend, elk uur van den dag wordt aangekweekt is het dwaasheid iets te verwachten van plechtige verdragen en overeen komsten om, als men die eenmaal heeft gesloten, de wapens.aan kant te doen zonder welke die tractaten waardeloos zijn. Althans niet kunnen worden nagekomen. Het sluimerende protocol van Benes beteekent: ont wapening niet te willen. 1 UITKIJK. Buisje 75 ct. Gevatte 'Koude. Influenza. Kies- en Aangezichtspnn, verdrijft men door de genezende en pijnstillen de werking van (Mijn hardt). FEUILLETON. De Kamers zijn weer bijeen en om aan het Neder landsche volk te laten zien, dat het waarlijk goed vertegenwoordigd is, zijn de heeren dadelijk begon nen met ruzie en met het in do war sturen van de bijeenkomsten. Het spreekt vanzelf dat de sociaal-democraten aan niemand zulk een hekel hebben als aan Braat en dat zij derhalve al hun best doen ,*>m dezen platte lander kwijt te raken uit de vergadering. Als stads- menscb ben ik niet voldoende op de hoogte- van wat het platteland zou kunnen prestoeren, maar het wil me zoo toeschijnen, dat het 'geen bij'zonder groote moeite zou kosten, een plattelander te vinden, die bij gelijke overtuiging méér bet oor van de Ka mer zou hebben, dan de heer Braat heeft. Voor een deel ligt dit aan dezen heer zelf. 17. door HAWLEY SMART. paki are NS. Hamroerton's lippen trilden even; de moed van 'Jn nicht was een verwijt voor zijn eigen laaglheid p lafheid. |nja Maude. ik weet dat gij allen mij ter zijde PJNt staan; Sir Jasper is de laatste man om zijn neef KV™®[Steek te laten, doch mijn eenige kans op be- v tvi t? 3*3, naar miin oordeel, in handen". Hoe dat, Fred, waarmede kan ik je helpen? g** jvensch van ganscher harte, dat ik het kan". 'Je kunt het. Luister naar me. Je invloed op Cyril zo i S° bestaat nog. Mensdhen, die lief hebben, den "S dat deed> vergeten niet in enkele maan- irn? invloed' over Cyril?" mompelde zij met omenge stem. ..Dat is zeer twijfelachtig. Ik heb 5d ,*-van ^em gehoord al die maanden, wat er niet Tk dat n°£ veel belanK in mij stelt." lii'h 7eet toevallig het tegendeel en daarenboven j .vrtj grooten invloed bij Patroceni." flriH' het nieisje uit. „Wat, waar is hij?" dlt, kamp en binnen honderd meters van ons lhdaan.' Wheldrake hier!" mompelde Maude, haar aoenin£ niet geweld onderdrukkend. „Zou ik hem en zien, denk je?" De vraag werd bijna smee- na gedaan. niaakte van de gunstige gelegenheid iten x dat wanneer hij Wheldrake liet L üat Maude hem wehschte te zien, Cyril er ert °p wagen zou om haar te ontmoeten en Ham- naohh. er zich van vergewist, dat tenzij er >n qü aridere maatregelen genomen werden, al- i „a i 0,0 buitenzijden van het kamp schildwach- Tir 5 at?1 waren- nriiJ ten laatste, „dat ik door een gebruik van een paar pond, dat wel voor 0 arde. zal kunnen maken". iWws v? dat doen kunt, Fred, je weet niet hoe GoPr?.Mk 3e dan zl3n zal" e(l! Ik zal er voor zorgen." HOOFDSTUK XXIII. HamTïT?rtVTOt!,^r Fc^arton over Hef huwelijk. hii °,n was zeer voldaan over de wijze, waar- iinft'JI1 lrten gespeeld had, toen Maude terua- j)aA m' 1 r van dat huwelijk toch niets meer komen kan", mompelde hij, „was het het beste mij zoo spoedig mogelijk terug te trekken. Om te beginnen is Maude tihans blij; dat ik mij terug trek. Verder is zij mij dankbaar, omdat ik mijn vaste overtui ging heb te kennen gegeven in Wheldrake's onschuld cn ten laatste zal Wheldrake nu in zijn eigen be lang, voor mij' doen, wat hij kan". Op (lit ©ogenblik kwam mevrouw Fullerton uit de hut te voorschijn, en wandelde langzaam over het gras naar de plaats, waar Hammerton op den boom zat. „Wel. Fred," zei mevrouw Fullerton nieuwsgirig, „welke voorwaarden is het je gelukt met je vriend te maken?" en de weduwe legde den nadruk op het laatste woord. „Is de zaak al geregeld?" „Ja, maar de graaf wilde geen cent van de ge- iipemde som afdoen". „Jasper zal zeker naar Napels moeten om de geld zaken te regelen". ..Neen, doch hier komt Glanfield, die kan u alles beter vertellen dan ik", en Hammerton maakte ge bruik van Glanfield's komst om zich te verwijderen. „Wel, mijnheer Glanfield, vertelt u mij eens den uitslag uwer onderhandelingen. Fred 'zegt mij, dat u niet geslaagd bent om het ontzettend bedrag tot een lage£ cijfer terug te brengen". „Néén", antwoordde Glanfield vroolijk. „De graaf is een plunderaar eerste klasse en verstaat de kunst zijn slachtoffers te villen". „Op mijn woord, ik begrijp niet, waarom u er zoo vergenoegd uitziet", merkte de weduwe eenigszins scherp op. „Als wij er het leven al afttfengen, zullen wij het in ieder geval duur moeten betalen". „Waarde mevrouw Fullerton, wees niet bezorgd voor uw leven; een tijdelijke gevangenhouding is alles, wat wij te vreezen hebben". „En wie gaat er nu? Waarom zenden zij Jasper niet?" „Om een zeer afdoende reden, de graaf is veel te slim om bet neusje van den zalm te laten glippen. Hij, weet, dat Sir Jasper verreweg de rijkste" is van zijn gevangenen". „Dan veronderstel ik, dat u gaat en daarom zoo vroolijk bent", zei mevrouw Fullerton scherp. Glanfield zag haar een oogenblik aan. „Een beetje prikkelbaar door de verandering van stal", mompel de hij en hardop vervolgde hij: „Neen, ik ga niet. maar Cyril Wheldrake, en hij kan „Mijnheer Wheldrake!" riep mevrouw Fullerton. ..U wilt toch niet .zeggen, dat die hier is? Hoe is dat in 's hemels naam gekomen? Vertel mij: dadelijk al- Hét is een lange geschiedenis", antwoordde Glan- fipid doch hü is gevangene evenals wil Hij is on- gpnakt te Nanel® Hij is hier reeds enkele daeen en zevt. dat Patroceni de meest nauwkeurige inlichtin KLEERMAKERIJ- WINKEL, bericht bij deze de ontvangst van een MOOIE SORTEERING Heeren-Confectie en Stoffen voor Maatkleeding voor hel B.s. seizoen AANBEVELEND. Voor een deel evenwel ook aan de .Kamer. Het is zijn eigen schuld, dat hij zich'niet beter heeft weten te voegen naar -den toon, door het parlemen tarisme gevorderd. Maar het is de schuld van de Ka mer, dat zij dien toon noodfg heeft gemaakt. Want, als men den toon van het parlementarisme, dien men zoo gaarne door de verschillende leden hoort aanslaan, eens wat nader en wat meer op den keper beschouwt, ziet men, dat het eigenlijk niet veel anders is dan onderlinge verlakkerij. Men spreekt van elkander als van het geachte lid en wenscht hom dan onderwijl „kroosjes". Men noemt, nooit een kat oon kat, maar altoos oen viervoetig dier,, béhoorencl tot do huisdieren van hot geslacht „Telia" en gewoon lijk aangesproken als poes. Zoodoende noemt men ook -oen schurk nooit 'n schurk, doch weet altoos een of anderen fraaieren naam tot zijn betiteling te verzinnen. Als een „geacht lid" eens beweert, dat een dito-dito heeft gelogen, klopt de voorzitter«een deuk in zijn tafel en moet er excuus volgen. Plus de rectificatie, dat het andere geachte lid zich niet strikt voTgens de juiste waarheid heeft uitgelaten. Of iets dergelijks. Waarom? Een groot deel van het Nederlandsche volk liegt eiken dag. Niemand, die dit ook maar een oogenblik ontkent. Hoogstens zal men kunnen zeggen, dat de rest van ons volk (en alle mogelijka andere volken) er ook niet vrij van zijn. Aangezien nu de Kamer het geheele Nederlandsche volk moet vereegenwoordigen is er niet een enkel bezwaar ja zelfs zou het in strijd zijn met de wet! als er gee.n behoorlijk percentage leugenaars in zat,. Waarom mag men voor de juistheid van dit bij de Grondwet voorgeschreven feit niet uitkomen? Waarom zou Braat (als hij hier zin in had) niet in de Kamer mogen constateeren dat 'n revolutionair in «pen constitutioneele vergadering een onding is? Een zeer groot deel van het Nederlandsche volk (véél meer dan het 1 dat Braat naar de Kamer zond) denkt er zoo over. Nu heeft deze plattelander weliswaar, voor zoover wij weten, nooit aangedrongen op de uitsluiting van ieder, die het niet met hem eens is iets waarnaar tot in den grond ieder politicus moet streven! maar hij heeft toch de sociaal-democraten herhaal delijk dwars gezeten. Zonder theorie, zonder fraaie woorden, zelfs zonder parlementaire doekjes er om heen gewonden. En menschen, die leven uit een theorie, kunnen eventueel nog wel velen, dat men hen met een andere theorie, met andere boekentermen en stellingen te lijf gaat, maar nooit, dat men met nuchtere woorden hun frasegebouwtje in elkaar duwt of er schouder ophalend langs stapt. Dat is in het oog van den theoreticus de zonde, die nooit mag worden vergeven. Nu zal ik niet beweren, dat een nuchtere of des noods een schampere opmerking van iemand, die zich niet bekommert omi theorie of program of parlementarisme voldoende zou zijn om Marx in een hoek te duwen. Maar wel wil ik zeggen, dat de socialisten van nuchtere schamperheid gewoonlijk heelemaal niet terug hebben en zich uitermate gepi keerd gevoelen. Derhalve lag het volmaakt in de lijn, dat zij; zou den tréchten Braat te weren of hem althans een por te geven. Dat Albarda optrad als picador cn niet een Öer mindere goden (zij hebben verschot!) belooft niet veel goeds. Doch dit in 't voorbijgaan. Op de vragen van Albarda behoeven we niet terug te komen. Die zijn thans bekend. Evenals do bewering destijds in „Het Volk" gepubliceerd omtrent de betaling voor candidatuur of afstand van -een deel van het Kamer salaris. Als zoo iets gebeurd is 'hej zeer ongewenscht, vindt men. En wie prijs stelt op het bezit van een onafhanke lijke volksvertegenwoordiging, wier leden zelfs stem men zonder ruggespraak met hun kiezers, zal dit beamen. Maar welk lid van de Kamer heeft aan zijn kie zers niet van te voren allerlei beloften gedaan? Wie hunner heeft hun niet een hemel op aarde of hiernamaals toegezegd als de kiezers hem en zijn parüj: maar de meerderheid bezorgden? Is het beloven van salaris'verhooging aan amb tenaren en geëmployeerden géén belofte? Geen be lofte dan, omdat bet geld ervoor uit de schatkist, dus uit de portemonnaie der belastingbetalers moet ko men, terwijl de 500 pop" per jaar (zoogenaamd door de gekozen leden der plattelandspartij' te stoften) toch altoos nog uit hun eigen zak moesten worden betaald? Dit is althans een offer, dat iemand zou hebben te brengen voor de eer van het Kamerlidmaatschap, terwijl het beloven, dat men zal trachten het zoover te sturen, dat de Staat een bepaalde groep landge- nooten extra zal beloonen (met meer loon), begifti gen (met een tarief wet) ondersteunen (met subsidi) toch hoogstens riemen snijden is van andermans leer. Goed beschouwd zou geen der heeren den zuive ringseed kunnen afleggen. Maar gelukkig hebben we in een van de bladen de ietwat openhartige (dus onparlementaire) hoewel niet gehe'el onjuiste opmerking gezien, dat men het met dien eed zoo na,uw niet 'pleegt te nemen. Er zijn toch altoos „enfants terribles". Zelfs onder de overzichtschrijvers! A. Trekking van Iionderdag 17 September. 5o Klasse. 4e Lijst, Nos. 613 3252 70Ü2 elk 1 400. Nes. 7580 14111 14657 18931 elk f 200. iNos. 259 3606 4024 5259 5640 7767 9720 11823 14009 14880 10508 17150 19940 20790 elk f 100. Prijzen van I 70. 137 142 183 373 413 712 738 762 1012 1014 1094 1118 1291 1418 1498 1773 2087 2210 2687 2805 3153 3195 3315 3402 3409 3474 3530 3560 3580 3729 3829 4542 3847 4021 4137 4244 4453 4537 4901 5143 5180 5413 5450 5543 5633 5733 5849 5871 5910 5977 5980 6157 6287 6352 6419 6509 G520 6531 6558 6767 6770 6778 6856 6858 7009 7031 7102 7146 7151 7213 7718 7784 7802 7906 7964 8480 8511 8688 8698 8702 8804 9233 9350 9465 9496 9639 9684 9707 9726 9821 9850 10058 10103 10396 10401 10436 10448 10558 10605 10776 11006 11126 11361 11665 11786 11797 11944 11959 12052 12233 12306 12382 12428 12611 12637 12663 12715 12757 12894 12910 12929 13108 13184 13194 13334 13476 13571 13661 14072 14155 14600 14641 14663 14712 14775 14961 15056 15159 15566 15628 15717 15723 15766 15910 15966 15972 16026 16046 16087 16252 16376 16417 16449 16581 16600 16796 16940 17111 17206 17315 17650 17769 17802 18097 18322 18420 18448 18495 18716 18767 18952 19025 19043 19208 19362 19545 20598 19610 20788 19681 20112 20220 20431 20508 Bmoenlandscb Nieuws BROEK OP LANGENDLTK. Nu de September regenperiode achter dén rug schijnt te zijn, hebben we eens opgeteld, en kwamen tot den volgenden uitslag: Van 1 tot en met 11 Sep tember regende bet dagelijks; 4 dagen, n.1. 1, 2, 4 en 6 September gaven minder dan 5 m.M. regen; 5 dagen, 3, 5, 8, 10 en 11 September gaven meer dan 5 m.M. tot 10 m.M., op Maandag 7 September viel wel 23.14 m.M. en Woensdag 9 'Sept. zelfs 25.3 irnJM.; totaal ip die 11 dagen 97.4 m.M., terwijl de gemiddelde val der maand 64 mJvl. bedraagt. DE WEDEROPBOUW VAN BORCU1XX Eergisteravond zijn te Borculo een honderd be langhebbenden bijeengekomen om de maatregelen te bespreken, die voor den opbouw van bet stadje ge troffen worden. De heeren J. te Riet en Wennink Meule gaven verslag van een onderhoud met het pro vinciaal steuncomité en het bouwbureau, teneinde de ongerustheid, die bij velen op het punt van schade- uitkeeringen bestond,- weg te nemen. Ook werden maatregelen van het bouwbureau be sproken en aan critiek onderworpen. Een commissie van vijf personen uit de vergadering zal nu voor het contact tusschen autoriteiten en belanghebbenden trachten te zorgen. Voldoening werd geuit over het herstel en den te rugkeer van den burgemeester, en besloten werd hem namens de ingezetenen geluk te wenschen. SPROEIWAGEN IN BRAND. Te Oldham geraakte Dinsdag midden op straat een teersproeiwagen ten gevolge van oververhitting in brand. De vlammen sloegen hoog op en tastten het houtwerk van deuren en ramen van een aantal hui zen aan. De brandweer haalde den inboedel uit de huizen, het tramverkeer kwam tot stilstand en de brandende teer verspreidde zich over den rijweg in een stroom waaruit de vlammen huizen hoog op sloegen. Met zand bluschte men den brand. gen had van al onze bewegingen." „En hoe ziet hij er uit?" vroeg mevrouw Fuller ton. „Vrij slecht: hij was zeer verlangend iets van Mau de te hooren. Wat denkt u?" „Ik denk in de eerste plaats, dat u met den dag moeilijker te begrijpen wordt. Zooals ik p reeds vroe ger zei, weet ik het niet precies; maar wanneer mijnheer Wheldrake weer ten tooneele verschijnt, zou ik niet veel voor Fred's kans geven. Het is de afwezigheid van den heer Wheldrake, welke de ge legenheid voor Fred gunstig maakt". „Hij zal verrukt zijn als hij dat hoort, de arme kerel; want hij heeft er zich nog in het geheel niet overheen gezet." „Dat spijt mij", antwoordde mevrouw Fullerton ernstig, „zoolang die vreeselijke smet op hem blijft rusten, kan er niets goeds uit groeien. Wanneer zij elkander ontmoeten, zullen zij elkaar ongelukkig ma ken. Sir Jasper geeft nooit zijn toestemming". „Waarde mevrouw Fullerton, Cyril zal die toe stemming niet vragen, zoolang die beschuldiging niei weerlegd is. Maar den hemel zij dank. er is eindelijk licht in de zaak gekomen en ik geloof, dat binnen korten tijd de ware toedracht van het in dien nacht voorgevallene zal kunnen worden aangetoond." „Wat, gelooft u, dat mijnheer Wheldrake in staat zal zijh, zijn onschuld te bewijzen?" „Ja, en tevens aantoonen, wie de schuldige is. Maar laten wij thans daarover niet doorgaan. Hoe heeft men het voor u ipgericht in de gegeven om standigheden?" „O, heel goed. Ik heb wel in onherbergzamer plaat sen geslapen, toen ik vel© jaren geleden in Italië gereisd heb. Maude en ik hebben over niets te kla gen". „Eigenlijk behoeven wi| alles bij elkaar genomen om dit avontuur niet bijzonder te treuren. Wanneer het eindigt zooals ik denk en Wheldrake's naam van de daarop rustende smet gezuiverd wordt, dan is dit wel waard dat wij er voor moeten bloeden. Sir Jasper zal niet op eenige duizenden ponden zien, als daar door. het geluk van zijn dochter verzekerd en Whel drake's goeden naam in eere hersteld wordt. Daar enboven zal Wheldrake ons den last helpen verlich ten, want hij heeft geld en is volgens zijn verkla ring bereid om voor een aanzienlijk deel in den los- .prijs bij te dragen". I „Mijnheer Glanfield", riep de weduwe vol geest- I drift uit, ,.ik vergeef u al uw paardenuit'drukkingen lik vind u een van de beste mannen en trouwste vrienden dien ik ooit ontmoet he)i". Fin in de volheid ivan haar hart stak zij Glanfield haai* hand toe. „Dank u. mijnheer Glanfield". zei zij toen hij eind°- lijk losliet: ..ik geloof niet, dat u er een been heel in hebt gelaten". „De oude geschiedenis", antwoordde hij ruw. ,;De oude stelling is juist»Verlies nooit je hoofd voor een vrouw en je kunt zeker zijn dat zij het hare voor jou verliezen zal". Mevrouw Fullerton keek hem met de uiterste ver bazing aan. „Neem mij niet kwalijk, mijnheer Glanfield, doch er is bij: geen van ons beiden kwestie van ons hoofd verliezen. U zoudt", voegde zij: er zacht aan toe, „uw zinnen kwij.t kunnen raken om een paard, doch niet om een van onze zwakke sekse"; Maar Glanfield was zichzelf weer meester. Het ge beurde zeer zelden, dat de onverstoorbare Jim zich liet verleiden tot zulke hartstochtelijke uitdrukkin gen, doch dat hij ditmaal zoo ver gegaan was, viel te wijten aan de overgelukkige stemming, waarin hij geraakt was door de ontmoeting met Wheldrake en het vernemen van Patroceni's lezing van het ge beurde te Wirottsley. "Wheldrake had hem alles ver teld van dat nachtelijk spel met Sarini en Glanfield en was het er geheel mee eens, dat het schuiven van valsche kaarten tusschen de bankbiljetten van Sarini geschied was om Wheldrake te toonen, hoe men te Wrottsley den schijn van valsch'spelen op hem geladen had. ,Het is waar, mevrouw Fullerton, wij raken ons hoofd kwijt om een paard evengoed als om een vrouw en op mijn woord, ik weet niet, wat van de twee ons 'de meeste ellende bezorgt. De liefde voor den viervoeter komt, nog het voordeeligst uit." „Wel goede hemel", riep mevrouw Fullerton uit, „hoe u zulk een lepr tegen mij. durft prediken, gaat mijn verstand te boven! Het eenige goed, dat uw overigens waardelooze levens versiert, is van ons afkomstig. Als jongens hebt gij het beste wat gij geleerd hebt, te danken aan uw moeder en als man nen zijn in negen van de tien gevallen uw edelste neigingen u ingegeven door uw geliefden en uw vrouwen". „Het is eigenaardig", merkte Glanfield op, „zooals u al datgene, wat u goeddunkt, tot regel maakt. Theoretisch behooren wij allen te trouwen -en zullen dan steeds een gelukkig léven hebben, maar prac- tisch laat het laatste voor ons vrij wat te wenschen ever." „Het is geheel uw eigen schuld", zei* mevrouw Fullerton lachend. „Als gij ons alles geeft, wat wij noodig hebben en ons altijd onzen éigen zin laat volgen, zullen er nooit huiselijke onaangenaamheden zijn. Maar wanneer gaat mijnheer Wheldrake weg?" „EVen voor zonsbpgang". „En wanneer, kan hij weer terug zijn?" „Dat valt moeilijk te zeggen. Wij zullen zonder twijfel spoedig iets van hem hooreq, maar het bij eenkrijgen van het geld zal, naar ik vrees, wel et-u Tijdje duren."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1925 | | pagina 9