NiElIS- Herman Nypels zesde Algemeene Vergadering i den Volkenbond te Geim Heeren- en KinderKleeding UitgeversN.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen. DE FATALE 13 NEGENS Ulsters, Jekkers, Winterjassen, Kleeding naar maat. Dinsdag 6 October 1925 68ste Jaargang. No. 7719. DKitad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder den Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens- 8 uur, worden Adver- nog zooveel mogelijk in het eerst uitkomend nummer geplaatst. POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. no. 20. Prijs per 3 maanden f 1.65. Losse nummers 0 cent. ADVERTEN- TIöN van 1 tot 5 regels f 1.10, Iedere regel meer 20 cent (bewijsno. Inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekond. UB NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. iXE' BL.A) vi. [-Betrekkelijk geheel aan het einde van de alger beschouwingen in de Assemblee kwajn^ Lou- de bekende Fransek oud-minister, die op isoh gebied een groote reputatie heeft, met Ëjnï voorstel, -dat do Volkenbond ertoe zal over ga om direct de hand te slaan aan de voor- en de daaruit zoo spoedig mogelijk te Igen bijeenroeping eener economische ^conferenj i. Loucneur is een bijzondere persoonlijkheid in i kringen; hij is groot-industrieel, en heeft zich als minister man van de praktijk getoond. Hij iirreg zijn denkbeeld oener economische conferentie tii een korte maar daarom niet te minder indruk wekkende redevoering voor.. Het voorstel is1, gelijk reeds vroeger gezegd, een der voornaamste punten voor de tweede Oommi.-rie gewordetn. De alge- meent" indruk, dien men t jt. is spoedig van de be- breilriingvn lil deze commissie Kreeg, was deze, ht een ieder het denkbeeld der conferentie gunstig «zind is. Maar het meerendeel# der gedelegeer den verborg geenszins zijn bezorgdheid, dat de 'voorbereiiding der conferentie, het opstellen van een progranimn. in het bijzonder, het moeilijkste randen arbeid zou blijden te zijn. Om er dan ook zeker vaw te zijn, dat deze moeilijkheden zoo good mogelijk uit deoi weg zullen worden geruimd, en dat dus aan de conferentie oen behoorlijke kans raa loven zal worden gegeven, ondersteunde men let Fraaischc voorstel, dat een afzonderlijk orga nisme in het leven zal worden geroepen,, waarin velerlei lielartgen en bevoegdheden ver tegen woor- disd zullen zi jn en dat vooral' in zekere mate orr Müamkolijk aal zijn van de technische yolkenbonde- orgaïien. Eagèaardig, ook op dit punt stuitte men op Engeb sehai tegenstand. Niet, dat Engeland aan de ge- d&ckte der economische conferentie op zich zelve «#nn$tig- gezond is; het ware ook moeilijk te ver- vaèlni. Maar evenzeer als de Emgelsche delega tie ten aanzien van de voorbereiding der Ontwapier öinpxmi'erentie bezwaren, maakte tegeh de gedach te, dat de bestaande organen zullen worden gepas seerd evenzeer scheen het denkbeeld, dat zulks thans bij de economische conferentie Zal' geschiet- d®, de delegatie uit Londen te verontrusten. Nu fijn de Fransehen aan dit argwanend wantrouwen tegemoet gekomen, door den Raad als het ware a de voorbereiding- in te schakelen, en zoodoende mrg te dragen, dat een in 'het leven te roepen» aflaowtferiijk) organisme geen stappen kan 'doen zander den Raad, waarin ook Engeland vertegen woordigd is, daarin te kennen. Daartegenover staat echter, dat Frankrijk aandringt op een zoo spoedig mogelijk aalnvangen met de voorbereiding der plan- hetgeen zeggen wil, dat de Fransohe regee- voornemens'js nog voor de Deoemberzifctingi van den Raad een concreet plan voor dit afzonder lijk orgaan in te dienen, opdat de Raad het in die zitting, waarschijnlijk te Madrid te houden,, zal kmmon bespreken. Onder die voorwaarden heeft de tweede Commissie het denkbeeld aanvaard, en het aan de Assemblee doorgezonden, waarvan het nauwelijks twijfelachtig is, of deze het zal aanne- Men moet het Fransohe voorstel, gelijk ook door Loucheur inog nader is toegelicht, zien viyi hooger standpunt dan alleen van dat eener oonferendae, die middelen izai hebben te vinden om tegemoet te komen aan de .eoonomische moeilijkheden, waan onder thans geheel Europa, gebukt gaat. Trouwens, het is piet den eersten keer, dat van een econo mische conferentie sprake is. De Arbeidsconferentie, die iia 1919 voor het eerst te Washington samen kwam, nam reeds een resolutie aan betreffende een der belangrijkste economische punten: de vofSeo liing der grondstoffen. De Italiaansche delegatie is op dit denkbeeld teruggekomen, ter eerste Asr seunblée van den Volkenbond en bovendieti op de te Baroelona gehouden conferentie voor verkeer eu doorvoer. Zelfs publiceerde de Italiaansche Profes sor Gini een rapport over deze kwestie, die pok ter miin of meer .uitstierf. Lloyd George probeerde het nog eens met de met veel éclat aangekondigde conferentie van Genua, die echter nog grooter échec opleverde. Datalles zou wellicht de Fransohe re geering ervan hebben weerhouden om nieuwe plan nen op té vatten, ware het niet, dat inderdaad de omstandigheden dringend zijn. Dringend en) tegelijk van anderen aard dan in 1921. Toen ging het erom, de landen van voldoende levensmiddelen en grondstoffen te voorzien; nu gaat het er veeleer om een te groot aan don toevoer daarvan af te wenden. (Do Staten, die produceeren, hebben op het oogenblik meer dan voldoende .belang bij den verkoop huinner grondstoffen. Thans ligt de zaak er heel hnders voor, juist omdat, gelijk Loucheur in den breede heeft betoogd, 't protectionisme in aller lei vormen .economische barrières heeft geschapen, die tot conflicten aanleiding kunnen geven. Het protectionisme is een soort van gewapendem maatregel1. De landen hebben in den grooten oor log bemerkt, dat .zij afhankelijk van elkander zijn, en zij hebben de jaren, die# hen nu reeds yun het einde van /dien oorlog scheiden, gebruikt om zich aan té passen bij de behoeften, die in den oorlog gebleken zijn. Dat zou op zichzelf niets zijn ge weest, ware het niet, dat. daardoor productie is ontstaaan, die in dezen vredestijd een uitweg moet vinden. Én .aangezien voor de meeste voortbreng selön de markten reeds zijn aangewezen, hebben de verschillende landen voor die nieuwe voort brcfngselon kunstmatige markten geschapen, aller eerst in eigen land, vervolgens in omliggende gebier- deto, waartoe zij door handelstractaten somtijds in staat werden gesteld. Het tegendeel van speciali satie is ontstaan, en aangezien nu eenmaal de tegenwoordige» economische -inrichting der interna tionale samenleving welker bestaan men on danks alle afwijkingen niet kan ontkennen la de richting van specialisatie gaat, blijven econo mische crises iniet ,uit. Het toenemend verschijnsel der werkloosheid, dat men ook in groote landen iniet, in eik geval niet dan met groote moeijte bedwingen kan, toont de gevolgen, daaraan verbon den. Geen wonder, dat men voor oonflioten vreest in verschillende deel'en der wereld, en dat men, vooral iln de tegenwoordige omstandigheden, in elk oolnfliet op zichzelf de kiemen ontdekt voor alndere, die ook dat deel der somehleving, dat neutraal zou-willen blijven, kunnen beroeren Het is eigenaardig, dat men, tegelijkertijd, dat deze Assemolée van den Volkenbond bij een is, in de Geneefsche boekwinkels een boek ziet uitge- stali van den Havas-man Henry Ruffin, vragende: Zullen wij den oorlog weerzienWie, op den titel afgaande, hierin een oorlogszuchtig boek meent te ontdekken, vergist zich. Ruffin is au fond een pacifist, maar ;ook een man, die alleszins gelegenheid heeft om de onrustbarende verschijnse len, die zich thans in de wereld voordoen, waar %te namen. -Hij verdeelt zijn boek in twee deelen: zijn eerste, waarin hij ons de kansen van den oorlog schetst; het tweede, waarin hij ons onder houdt over de kansen .van den vrede. En het dient geoönstdteerd, dat hij deze laatste kansen niet lager schat dan de eersfcè. Alleen, hij waarschuwt er het in het'algemeen nog slecht voorgelichte pu bliek voor, dat, sedert 1918 het aantal crises, heb welk de wereld ongemerkt is doorgegaan, vrij groot is. Hij waarschuwt ervoor, dat neb spelen met vuur is om niet te willen inzien, dat een spoedige oplossing van de overal heerschende moei lijkheden gewensoht is. Hij is een dergenen, die mot Painlevé en anderen, Ons,weten duidelijk te maken, dat, indien Wij er niet in plagen om binnen een zeer beperkt .aantal' jaren, een definitief stabielen toestand te vestigen, wij er waarschijnlijk nooit in zullen slagen en wij ongetwijfeld den oorlog- zullen terugzien. Wie dat boek leest, wordt mede getroffen door de groote plaats, die Ruffin aan economische verschijnselen toekent. Die eco- notmische verschijnselen zijn letterlijk overal te zien en Ruffin legt er .telkenmale nadruk op dat men de beteekenis ervan, vooral in de tegenwoor dige samenleving, die nu eenaal1 van materialist tischen aard is, niet mag, niet kan onderschatten. Hij zou, om een bewijs aan te voeren, het Oos- tenrijksch probleem kunnen noemen. Men zal oemigsziiis verwonderd opzien en vragen, juist aan de hand van hetgeen in onze voorgaande artikelen '"ön ter Volkenbondsvergadering is gezegd; dat toch het Oostemrijksch probleem nu opgelost is. Ja, on- FEUILLETON. 24. door HAWLEY SMART. ...Wil ik je eens wat zeggen, Jackson, menschen, die de flèsch zoo druk laten rondgaan, als je vertelt tonnen moeilijk goede schildwachten zijn. Ik zou denken dai niets ons zou verhinderen in zulk een aacht buiten het kamp te komen." 4)a; is het jpist, Sir Jasper," antwoordde de n«cht voorzichtig rondkijkende; „als wij er hen toe konden brengen, \b avonds genoeg te drin- «®i zie ik- niet in wat ons verhinderen zou rustig Napels terug te wandelen zonder de rekening vanflen vreemden afzetter te betalen." baronet zei niets maar bleef eenige minuten ;f plachten verzonken; wanneer op die wijze der- «fltoiaend pond konden uitgespaard worden, was wal der overweging waard. Niettegenstaande zijn jerschil van meening betreffende Wheldrake had Sir «sper veel vertrouwen in het oordeel van den heer w&nfieid: en hij besloot dezen over de zaak te raad den. Doch nauwelijks had hij zijn plan ontvouwd, M ae heer Glanfield sneed door zijn besliste meening toe verdere besprekingen daarover af. Mat niet, Sir Jasper, Zonder twijfel zijn de mees- ^an hen eiken avond dronken; maar evenals boord, schijnen zij het te doen bij 1 wachten, ep nummer een is op wacht, troep nummer twee luit zich en troeP nummer drie slaapt zijn roes I 1 'degenen die dronken zijn hebben tijd weer ItoAVi chteren' tegen het oogenblik, dat het hun ■hun -de 'wacbt te betrekken. Indien wij al door ■dat a Wac^ten zouden kunnen heensluipen, en ibin ac zeer onwaarschijnlijk, zouden wij toch li* ."tl8n m^nuten gemist worden; in dien tijd zou- I lesph* al verdvvaald ziJ'n, een paar van ons neer- te h i en res^ zou 'binnen een half uur weer ■mi Si amP terug zijn Neen, baronet, daar hoeven m t aant. e denken." Iftn S' bebt 8eliik« het is dwaasheid. Wij mo. Lhftni leven' der vrouwen niet in de waag- jorh» thoewel ik geloof, dat als het ergste ■an ufen« hen toch wel naar Napels zou. wel Z1ln"« .antwoordde Glanfield. en n^iddag," liepen Maude en Wheldrake in groote en mooie sorteering bij ons voorradig. prima confettie, 17.50, 22.—, 27.—, 3b.— gemakkelijk passend, 14.—, 17.50, 23.—, 29.— ratiné- en fantasiestof, 19.—24.—29.—, 36.—, 45.— Speciale aldeelino Eigen Coupeur. Eigen Ateliers. GOEDKOOPE AANBIEDING IN KINDER- en JONGENSJASSEN voor extra lage prijzen. Kledingmagazijnen SCHA0EN, Hoogzijde. HELUER, Spoorslr. op het plateau te wandelen en zij begon ook over de kansen te spreken van hun spoedige bevrijding. „Hoe lang denk je, dat het duren zal voor wij iets van Fred hooren?" vroeg zij. „Stil, lieveling", antwoordde Wheldrake, terwijl hij een snellen blik om zich heen wierp, „ik heb van morgen eenig nieuws gekregen. IHet is niet van Hammerton en ook is het niet veel belangrijke." „Van wien is bet «n wat zegt hij?" vroege Maude nieuwsgierig. „Het is van mijn knecht Chisel en ik kan in dit geval volkomen op hem aan, Hoe het mij bereikt heeft, ik moet eerlijk verklaren, dat ik daar geen hoogte van heb. Ik weet alleen dat een onzer waar de gastlfeeren, genaamd Pietro het mij gegeven heeft j met de beleefde \vemk, dat de port niet betaald was. Nu zijn wij in zulk een netelige positie, dat ik bang ben om iemand te vertrouwen, maar mijn correspon-1 dent is even voorzichtig als ik zelf. E.r stond niets positiefs in zijn briefje en hij zinspeelt zelfs niet op een antwoord. Alles wat rij zei was dit „Mijnheer, ik maak gebruik van een gunstige ge legenheid om u te laten weten, dat ik gisterochtend kapitein Hammerton ontmoet heben bij de heeren J'oldi en Fratz en ik geloof dat de regelingen voorj uw spoedigen terugkeer tiaar Napels binnenkort ge troffen worden." „Dat noem ik heel goed nieuws", vervolgde Whel drake. „Het toont, dat alles loopt, zooals het wezen moet; dat Chisel in staat is geweest om mij eent brief te doen toekomen, is een teeken. dat wij met onze vrienden in verbinding zijn." „Maude", sprak Cyril, „je bent eenige maanden geleden van mij weggeloopen, omdat je geen ver trouwen had in mijn liefde. Weet je niet. dat wan neer een meisje haar hart aan een man geschonken beeft, zij niets tot zijn nadeel hooren wil, veel min der het gelooven? Al had je tegen alle tien geboden gezondigd, dan zou ik je toch trouw blijven." „Ja, je hebt in mij geloofd, toen alle omstandig heden tegen mij pleitten. Wat ik hier vernomen heb is afdoende geweest omi Glanfield van mijn onschuld te overtuigen, maar je vader. Matide, volhardt in zijn ongeloof pn tot nog toe heeft hij het recht aan zijn zijde. Ik kan de tegen mij ingebrachte beschul diging alleen weerleggen door het getuigenis van den man. die ze mij naar het hoofd geslingerd heeft Dit zal mij in de oogen van menigeen vrijspreken, maar anderen en daaronder je vader zullen zeggen, dat de graaf in staat, is om alles te vertellen, wat hem op een gegeven oogenblikt het geschiktst voor- getwïjfoM het Oostettrrnksch financieel probleem. Oosteinxijki ,is financieel gesaneerd; zijn budget is iln evenwicht; zijp. yaluta is "^tabieL Maar do ocxtoomisiche yraag daarnevens is deze of Oosten rijk voJdoetndo levenskracht in aichzellf bezit. Een vraag die, sedert Oostenrijk van alle omliggende Staten is ontdaan, niet voor het eerst gesteld wordt. William „Martin, de talentvolle en dikwerf geestige hoofdredacteur yam het Journal de Genève, merkt niet ten onrechte op, dat het op zajcihizelf reeds be denkelijk is, wanneer zoo dikwijls ten aanzien van oetnzalfden Staat de •vraag wordt gesteld -of detze levensvatbaarheid heeft. Nu is -naar de Ievensvatt baarheid van Oostenrijk onlangs een onderzoek ingesteld door een tweetal staathuishoudkundigen van grooten naam, de heeren Rist en Layton. Zij twijfelen niet aan de levenskracht van Oosten rijk. Dat er malaise heerscht op het oogenblil^ valt toe te schrijven aan de omstandigheden, die over de gaheele 'wereld heers'oheru niet aan omstandig!:, heden die op Oostenrijk in het bijzonder slaap. Maar Inu wil' men maatschappelijk Oostenrijk 'te hulp .komen en hoe denkt men aat te oj^mseeren? Frankrijk en Italië denken er over om aan Oos tenrijk, op zekere producten, preferentieele voor rechten toe te staan. Italië Zou d.v. hout en metaal- producten van Oostenrijk toedaten, terwijl Oos tenrijk in dank daarvoor! d«e Italiaansche textiel- waren zou ontvangen .t Met Tsj eoho-Slowakij e zou een soortgelijke regeling worden getroffen. Maar hoe? Denkt men. dat TsjeokoSIowakije Zonder meer erin toe zal stemmen om het Oostenrij kscha afzetgebied voor zijn tex tielgoederen te sluiten, en denkt men, dat Yougo-Slavië, dat totdusver de Italiaansche markt van hout voorzag, bereid is dat afzetgebied, ,zij het ook slechts gedurende enkele jaren, ten ba.to van Oostenrijk prijs te geven? Geen sprake vanr. Daarbij komt, dat Oostenrijk hap- dolStractaten /met verschillende landen heeft geslo ten; allelanden;, die daarbij de voorkeurcdausulèj hebben gekregen, zonden dus tot deze overeenkomst moeten, toetreden. Er schijnt daarvan goen sprake te zijn. Vandaar dan ook, dat men langs anderen weg zal' moeten zoeken en vinden, maar vandaar in elk geval', dat, al is Oostenrijk financieel gezond geworden, het nu zijn ontwikkeling! in eoonomisehenf ziln moot aanvangen. En of dit zoo gemakkelijk zal! gaaJn, is een vraag die niet zonder meer "toestem mend kan worden beantwoord. M. Binngftiasdsch Nieuws» BURGER WEG. Bij gelegenheid van de kermis werden hier Maan dag volksspelen gehouden, waarvan de uitslagen zijn als volgt: Vlaggetjessteken voor jongens en meisjes van 5—7 jaar, 15 deelnemers: el prijs A. Struijf, 2e prijs T. Delver, 3e prijs A v. <L Barselaar; meisjes: le prijs T. Landman, 2e prijs A. v. <L Barselaar. 3e prijs T. Dijker. Aardappelrapen voor jongens en1 meisjes van 8—12 jaar, deelnemers: le prijs C. Mol, 2e prijs N. Koe-< nis, 3e prijs E. Koenis, 4e prijs Jb/ Struijf, 5e prijs M, 't Hart, 6e prijs T. Akkerman. Hardloopen met bindernissen voor jongens van 13—16 jaar,'9e deelnemers: le prijs A. KoeniS, 2e prijs A Kuiper, 3e prijs Jb. Breker, 4e prijs C. Koe nis. Kinderwagenrace voor. deelneiners van 16 jaar en ouder, '18 deelnemers: le prijs mej. Bethlem—Kas pers; 2e prijs mej. M;. Boontjes D'd., 3e prijs uiej. Raat-Bos, en voor het schoonste geheel mej. Tiessen}- Grootes. Dansen met hindernissen door 16 paren:: le prijs W. Biesboer en A. Blom, 2e prijs P. Watertor en N. WatertorjGroot; 3e prijs G. Jonker en J. Besteman., 4e prijs C. v. Scbaik en D. Verduin. komt." „Bedoel je daarmee, Cyril," zei Maude met fon kelende oogen, „dat er nu nog iemand zou durven zeggen, dat je dien avond te Wrottsley oneerlijk gespeeld hebt." „Maar al te veel", antwoordde Wheldrake lang zaam. ,De ware toedracht van de zaak zal niet be wezen kinnen worden en mijn naami niet werkelijk van de smet gezuiverd, voor ik ontdekt heb, wie de medeplichtige was onder het dienstpersoneel." „Ik begrijp-je niet; hoe kan het schoon wasschen van je naam pijnlijk zijn?" zei het meisje. „Zie je dan niet in liefste, dat hoewel ik geen val- sche kaarten gebruikt heb, het foit vaststaat, dat zij gebruikt zijn? Ik kan alleen mijzelf .vrijpleiten; door een ander als den schuldige aan te wijzen." „Maar waarom zou je aarzelen?"-riep Maude, „heti is jou naam tegenover dien van Patroconi." I „Je begrijpt me nog niet. Ik geloof niet, dat Pa- troceni de schuldige was." „Wat, wie kan het anders zijn. Je zult toch mijn heer Glanfield of Fred niet verdenken." „Glanfield zeker niet; maar het spijt mij te moe ten zeggen, dat als ik mijn onschuld bewijs, het zal zijn ten koste van je neef." Maude zweeg een oogenblik, toen riep zij1 uit Maar je moet het toch doen, 'Het doet mij leed diep leed, maar de waarheid moet voor den dag ge bracht worden." „Ik móet je vader vanm ijn onschuld zien te over tuigen". zei Wheldrake; „en wanneer wij in Enge land terug zijn, geloof ik niet, dat dat moeilijk zijn zal. De oude Jackson schijnt geheel uit zichzelf een soort van onderzoek te hebben ingesteld. Hij vei^ telde Glanfield dat hij. den schuldige ontdekt had, doch hem niet tot bekentenis heeft kunnen- brengen. Mijn indruk is, dat Jackson dacht den waren schul-. dige te hebben, doch dat hij zich vergist beeft en nie mand heeft beticht, die er niets mee te maken had." ,Kn onze terugkeér naar Engeland", zei Maude. „zal naar ik vertrouw spoedig kunnen plaats hebben." „Ja, te oordeleen naar bet briefje, dat ik je voor las, doet,' Hammerton zijn best voor ons en heeft al les grooten kans spoedig geregeld te zijn; en nu goeden nacht en heerlijke tiroomen", en na een vu rige omhelzing, verlieten zij elkaar. HOOFDSTUK XXXV. De visch bijt. Leroux was den volgenden dag omstreeks 12 uur in de Villa del Reale om zoo mogelijk dien onge- lukkigen buitenman weer te ontmoeten.; Leroux dacht, dat er uit dien man heel wat betreffende Pa-, •troceni te halen viel. Zooals Leroux verwachtte, duurde het niet lang of Giovanni verscheen. Hij doed dezen morgen niet de minste poging om zich voor Matteo te verbergen, en zoodra bij bij he.t paviljoen kwam, drong Matteo er niet alleen op aan, dat hij een glas wijn gebruiken zou, maar drukte ook zijn genoegen 'uit hem weer te zien, Giovanni deed aan Matteo hetzelfde verhaal als aan Pietro in bet kamp dat bij op den rand des doods geweest was en naar Napels gekomen om betere verzorging en voe ding te krijgen, dan in de bergen mogelijk was; bij deed zich veel zwakker voor dan bij in werkelijkheid was. De slimme caféhouder geloofde langl niet alles, wat zijn kameraad geliefde te vertellen. Hij wist beel goed, dat zijn getuigenis aan Giovanni bijna het le ven gekost had en.kcndo diens karakter te goed ora te veronderstellen, dtot bij deswege geen wrok koes terde. Hij wilde trachten achter de ware gevoelens vah Giovanni te komen en tevens zien uit te vis- schen wi© de heer was, met wien. hij hem den vo- rlgen dag had gezien. Terwijl zij aan het praten wa ren, kwam de oudachtige vreemdeling aanwandelen, en zich aan de tafel neerzettende, groette hij ben b©w 'leefd en bestelde 'n kop koffie. Nauwelijks was Mat teo weggegaan om dai te gaan hqlen, of Herr Stein merkte op: ^Buiten twijfel een uitstekende man, de waard, doch zijn wijnen zijn niet zuiver. Ik voelde mij gis teren den geheelen dag onlekker na onze. onvoor zichtigheid, In de'kleine rustigo koffiehuizen in de minder deftige buurten moet mon zijn om goeden wijn te drinken." Giovanni zei eerst niets; hij was teleurgesteld en had er op gerekend, dat de vreemdeling - handelen zou als gisteren. „Men kan nog heel wat slechter wijn drinken voor men beteren proeff'. bromde bij ten laatste. „Rijke menschen als u kunnen fijne wijnen drinken, maar arme boeren als ik moeten tevreden zijn met de minste merken." „Gij vorgst u vriend, ik ben' verre vap rijk; ik ben slechts klerk in een wijnzaak. Een klein voor deel van mijn betrekking is, clat ik voor mijn eigen, «ebruik wijn krijgen kan tegen een veel verminder den prijs." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1925 | | pagina 1