NiElIS-
Herman Nypels
zesde Algemeene Vergadering
i den Volkenbond te Geim
Heeren- en KinderKleeding
UitgeversN.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen.
DE FATALE 13 NEGENS
Ulsters,
Jekkers,
Winterjassen,
Kleeding naar maat.
Dinsdag 6 October 1925
68ste Jaargang. No. 7719.
DKitad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
den Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens- 8 uur, worden Adver-
nog zooveel mogelijk in het eerst uitkomend nummer geplaatst.
POSTREKENING No. 23330.
INT. TELEF. no. 20.
Prijs per 3 maanden f 1.65. Losse nummers 0 cent. ADVERTEN-
TIöN van 1 tot 5 regels f 1.10, Iedere regel meer 20 cent (bewijsno.
Inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekond.
UB NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN.
iXE' BL.A)
vi.
[-Betrekkelijk geheel aan het einde van de alger
beschouwingen in de Assemblee kwajn^ Lou-
de bekende Fransek oud-minister, die op
isoh gebied een groote reputatie heeft, met
Ëjnï voorstel, -dat do Volkenbond ertoe zal over
ga om direct de hand te slaan aan de voor-
en de daaruit zoo spoedig mogelijk te
Igen bijeenroeping eener economische ^conferenj
i. Loucneur is een bijzondere persoonlijkheid in
i kringen; hij is groot-industrieel, en heeft zich
als minister man van de praktijk getoond. Hij
iirreg zijn denkbeeld oener economische conferentie
tii een korte maar daarom niet te minder indruk
wekkende redevoering voor.. Het voorstel is1, gelijk
reeds vroeger gezegd, een der voornaamste punten
voor de tweede Oommi.-rie gewordetn. De alge-
meent" indruk, dien men t jt. is spoedig van de be-
breilriingvn lil deze commissie Kreeg, was deze,
ht een ieder het denkbeeld der conferentie gunstig
«zind is. Maar het meerendeel# der gedelegeer
den verborg geenszins zijn bezorgdheid, dat de
'voorbereiiding der conferentie, het opstellen van
een progranimn. in het bijzonder, het moeilijkste
randen arbeid zou blijden te zijn. Om er dan ook
zeker vaw te zijn, dat deze moeilijkheden zoo good
mogelijk uit deoi weg zullen worden geruimd, en
dat dus aan de conferentie oen behoorlijke kans
raa loven zal worden gegeven, ondersteunde men
let Fraaischc voorstel, dat een afzonderlijk orga
nisme in het leven zal worden geroepen,, waarin
velerlei lielartgen en bevoegdheden ver tegen woor-
disd zullen zi jn en dat vooral' in zekere mate orr
Müamkolijk aal zijn van de technische yolkenbonde-
orgaïien.
Eagèaardig, ook op dit punt stuitte men op Engeb
sehai tegenstand. Niet, dat Engeland aan de ge-
d&ckte der economische conferentie op zich zelve
«#nn$tig- gezond is; het ware ook moeilijk te ver-
vaèlni. Maar evenzeer als de Emgelsche delega
tie ten aanzien van de voorbereiding der Ontwapier
öinpxmi'erentie bezwaren, maakte tegeh de gedach
te, dat de bestaande organen zullen worden gepas
seerd evenzeer scheen het denkbeeld, dat zulks
thans bij de economische conferentie Zal' geschiet-
d®, de delegatie uit Londen te verontrusten. Nu
fijn de Fransehen aan dit argwanend wantrouwen
tegemoet gekomen, door den Raad als het ware
a de voorbereiding- in te schakelen, en zoodoende
mrg te dragen, dat een in 'het leven te roepen»
aflaowtferiijk) organisme geen stappen kan 'doen
zander den Raad, waarin ook Engeland vertegen
woordigd is, daarin te kennen. Daartegenover staat
echter, dat Frankrijk aandringt op een zoo spoedig
mogelijk aalnvangen met de voorbereiding der plan-
hetgeen zeggen wil, dat de Fransohe regee-
voornemens'js nog voor de Deoemberzifctingi
van den Raad een concreet plan voor dit afzonder
lijk orgaan in te dienen, opdat de Raad het in die
zitting, waarschijnlijk te Madrid te houden,, zal
kmmon bespreken. Onder die voorwaarden heeft
de tweede Commissie het denkbeeld aanvaard, en
het aan de Assemblee doorgezonden, waarvan het
nauwelijks twijfelachtig is, of deze het zal aanne-
Men moet het Fransohe voorstel, gelijk ook door
Loucheur inog nader is toegelicht, zien viyi hooger
standpunt dan alleen van dat eener oonferendae, die
middelen izai hebben te vinden om tegemoet te
komen aan de .eoonomische moeilijkheden, waan
onder thans geheel Europa, gebukt gaat. Trouwens,
het is piet den eersten keer, dat van een econo
mische conferentie sprake is. De Arbeidsconferentie,
die iia 1919 voor het eerst te Washington samen
kwam, nam reeds een resolutie aan betreffende een
der belangrijkste economische punten: de vofSeo
liing der grondstoffen. De Italiaansche delegatie
is op dit denkbeeld teruggekomen, ter eerste Asr
seunblée van den Volkenbond en bovendieti op de
te Baroelona gehouden conferentie voor verkeer eu
doorvoer. Zelfs publiceerde de Italiaansche Profes
sor Gini een rapport over deze kwestie, die pok ter
miin of meer .uitstierf. Lloyd George probeerde het
nog eens met de met veel éclat aangekondigde
conferentie van Genua, die echter nog grooter échec
opleverde. Datalles zou wellicht de Fransohe re
geering ervan hebben weerhouden om nieuwe plan
nen op té vatten, ware het niet, dat inderdaad
de omstandigheden dringend zijn. Dringend en)
tegelijk van anderen aard dan in 1921. Toen ging
het erom, de landen van voldoende levensmiddelen
en grondstoffen te voorzien; nu gaat het er veeleer
om een te groot aan don toevoer daarvan af te
wenden. (Do Staten, die produceeren, hebben op
het oogenblik meer dan voldoende .belang bij den
verkoop huinner grondstoffen. Thans ligt de zaak er
heel hnders voor, juist omdat, gelijk Loucheur in
den breede heeft betoogd, 't protectionisme in aller
lei vormen .economische barrières heeft geschapen,
die tot conflicten aanleiding kunnen geven.
Het protectionisme is een soort van gewapendem
maatregel1. De landen hebben in den grooten oor
log bemerkt, dat .zij afhankelijk van elkander zijn,
en zij hebben de jaren, die# hen nu reeds yun het
einde van /dien oorlog scheiden, gebruikt om zich
aan té passen bij de behoeften, die in den oorlog
gebleken zijn. Dat zou op zichzelf niets zijn ge
weest, ware het niet, dat. daardoor productie is
ontstaaan, die in dezen vredestijd een uitweg moet
vinden. Én .aangezien voor de meeste voortbreng
selön de markten reeds zijn aangewezen, hebben
de verschillende landen voor die nieuwe voort
brcfngselon kunstmatige markten geschapen, aller
eerst in eigen land, vervolgens in omliggende gebier-
deto, waartoe zij door handelstractaten somtijds in
staat werden gesteld. Het tegendeel van speciali
satie is ontstaan, en aangezien nu eenmaal de
tegenwoordige» economische -inrichting der interna
tionale samenleving welker bestaan men on
danks alle afwijkingen niet kan ontkennen la
de richting van specialisatie gaat, blijven econo
mische crises iniet ,uit. Het toenemend verschijnsel
der werkloosheid, dat men ook in groote landen
iniet, in eik geval niet dan met groote moeijte
bedwingen kan, toont de gevolgen, daaraan verbon
den. Geen wonder, dat men voor oonflioten vreest
in verschillende deel'en der wereld, en dat men,
vooral iln de tegenwoordige omstandigheden, in
elk oolnfliet op zichzelf de kiemen ontdekt voor
alndere, die ook dat deel der somehleving, dat
neutraal zou-willen blijven, kunnen beroeren
Het is eigenaardig, dat men, tegelijkertijd, dat
deze Assemolée van den Volkenbond bij een is,
in de Geneefsche boekwinkels een boek ziet uitge-
stali van den Havas-man Henry Ruffin, vragende:
Zullen wij den oorlog weerzienWie, op den
titel afgaande, hierin een oorlogszuchtig boek
meent te ontdekken, vergist zich. Ruffin is au
fond een pacifist, maar ;ook een man, die alleszins
gelegenheid heeft om de onrustbarende verschijnse
len, die zich thans in de wereld voordoen, waar %te
namen. -Hij verdeelt zijn boek in twee deelen:
zijn eerste, waarin hij ons de kansen van den
oorlog schetst; het tweede, waarin hij ons onder
houdt over de kansen .van den vrede. En het dient
geoönstdteerd, dat hij deze laatste kansen niet
lager schat dan de eersfcè. Alleen, hij waarschuwt
er het in het'algemeen nog slecht voorgelichte pu
bliek voor, dat, sedert 1918 het aantal crises, heb
welk de wereld ongemerkt is doorgegaan, vrij
groot is. Hij waarschuwt ervoor, dat neb spelen
met vuur is om niet te willen inzien, dat een
spoedige oplossing van de overal heerschende moei
lijkheden gewensoht is. Hij is een dergenen, die
mot Painlevé en anderen, Ons,weten duidelijk te
maken, dat, indien Wij er niet in plagen om
binnen een zeer beperkt .aantal' jaren, een definitief
stabielen toestand te vestigen, wij er waarschijnlijk
nooit in zullen slagen en wij ongetwijfeld den
oorlog- zullen terugzien. Wie dat boek leest, wordt
mede getroffen door de groote plaats, die Ruffin
aan economische verschijnselen toekent. Die eco-
notmische verschijnselen zijn letterlijk overal te
zien en Ruffin legt er .telkenmale nadruk op dat
men de beteekenis ervan, vooral in de tegenwoor
dige samenleving, die nu eenaal1 van materialist
tischen aard is, niet mag, niet kan onderschatten.
Hij zou, om een bewijs aan te voeren, het Oos-
tenrijksch probleem kunnen noemen. Men zal
oemigsziiis verwonderd opzien en vragen, juist aan
de hand van hetgeen in onze voorgaande artikelen
'"ön ter Volkenbondsvergadering is gezegd; dat toch
het Oostemrijksch probleem nu opgelost is. Ja, on-
FEUILLETON.
24.
door HAWLEY SMART.
...Wil ik je eens wat zeggen, Jackson, menschen,
die de flèsch zoo druk laten rondgaan, als je vertelt
tonnen moeilijk goede schildwachten zijn. Ik zou
denken dai niets ons zou verhinderen in zulk een
aacht buiten het kamp te komen."
4)a; is het jpist, Sir Jasper," antwoordde de
n«cht voorzichtig rondkijkende; „als wij er hen
toe konden brengen, \b avonds genoeg te drin-
«®i zie ik- niet in wat ons verhinderen zou rustig
Napels terug te wandelen zonder de rekening
vanflen vreemden afzetter te betalen."
baronet zei niets maar bleef eenige minuten
;f plachten verzonken; wanneer op die wijze der-
«fltoiaend pond konden uitgespaard worden, was
wal der overweging waard. Niettegenstaande zijn
jerschil van meening betreffende Wheldrake had Sir
«sper veel vertrouwen in het oordeel van den heer
w&nfieid: en hij besloot dezen over de zaak te raad
den. Doch nauwelijks had hij zijn plan ontvouwd,
M ae heer Glanfield sneed door zijn besliste meening
toe verdere besprekingen daarover af.
Mat niet, Sir Jasper, Zonder twijfel zijn de mees-
^an hen eiken avond dronken; maar evenals
boord, schijnen zij het te doen bij 1 wachten,
ep nummer een is op wacht, troep nummer twee
luit zich en troeP nummer drie slaapt zijn roes
I 1 'degenen die dronken zijn hebben tijd weer
ItoAVi chteren' tegen het oogenblik, dat het hun
■hun -de 'wacbt te betrekken. Indien wij al door
■dat a Wac^ten zouden kunnen heensluipen, en
ibin ac zeer onwaarschijnlijk, zouden wij toch
li* ."tl8n m^nuten gemist worden; in dien tijd zou-
I lesph* al verdvvaald ziJ'n, een paar van ons neer-
te h i en res^ zou 'binnen een half uur weer
■mi Si amP terug zijn Neen, baronet, daar hoeven
m t aant. e denken."
Iftn S' bebt 8eliik« het is dwaasheid. Wij mo.
Lhftni leven' der vrouwen niet in de waag-
jorh» thoewel ik geloof, dat als het ergste
■an ufen« hen toch wel naar Napels zou.
wel Z1ln"« .antwoordde Glanfield.
en n^iddag," liepen Maude en Wheldrake
in groote en mooie sorteering
bij ons voorradig.
prima confettie, 17.50, 22.—, 27.—, 3b.—
gemakkelijk passend, 14.—, 17.50, 23.—, 29.—
ratiné- en fantasiestof,
19.—24.—29.—, 36.—, 45.—
Speciale aldeelino
Eigen Coupeur. Eigen Ateliers.
GOEDKOOPE AANBIEDING IN
KINDER- en JONGENSJASSEN
voor extra lage prijzen.
Kledingmagazijnen
SCHA0EN, Hoogzijde. HELUER, Spoorslr.
op het plateau te wandelen en zij begon ook over
de kansen te spreken van hun spoedige bevrijding.
„Hoe lang denk je, dat het duren zal voor wij iets
van Fred hooren?" vroeg zij.
„Stil, lieveling", antwoordde Wheldrake, terwijl
hij een snellen blik om zich heen wierp, „ik heb
van morgen eenig nieuws gekregen. IHet is niet van
Hammerton en ook is het niet veel belangrijke."
„Van wien is bet «n wat zegt hij?" vroege Maude
nieuwsgierig.
„Het is van mijn knecht Chisel en ik kan in dit
geval volkomen op hem aan, Hoe het mij bereikt
heeft, ik moet eerlijk verklaren, dat ik daar geen
hoogte van heb. Ik weet alleen dat een onzer waar
de gastlfeeren, genaamd Pietro het mij gegeven heeft j
met de beleefde \vemk, dat de port niet betaald was.
Nu zijn wij in zulk een netelige positie, dat ik bang
ben om iemand te vertrouwen, maar mijn correspon-1
dent is even voorzichtig als ik zelf. E.r stond niets
positiefs in zijn briefje en hij zinspeelt zelfs niet op
een antwoord. Alles wat rij zei was dit
„Mijnheer, ik maak gebruik van een gunstige ge
legenheid om u te laten weten, dat ik gisterochtend
kapitein Hammerton ontmoet heben bij de heeren
J'oldi en Fratz en ik geloof dat de regelingen voorj
uw spoedigen terugkeer tiaar Napels binnenkort ge
troffen worden."
„Dat noem ik heel goed nieuws", vervolgde Whel
drake. „Het toont, dat alles loopt, zooals het wezen
moet; dat Chisel in staat is geweest om mij eent
brief te doen toekomen, is een teeken. dat wij met
onze vrienden in verbinding zijn."
„Maude", sprak Cyril, „je bent eenige maanden
geleden van mij weggeloopen, omdat je geen ver
trouwen had in mijn liefde. Weet je niet. dat wan
neer een meisje haar hart aan een man geschonken
beeft, zij niets tot zijn nadeel hooren wil, veel min
der het gelooven? Al had je tegen alle tien geboden
gezondigd, dan zou ik je toch trouw blijven."
„Ja, je hebt in mij geloofd, toen alle omstandig
heden tegen mij pleitten. Wat ik hier vernomen heb
is afdoende geweest omi Glanfield van mijn onschuld
te overtuigen, maar je vader. Matide, volhardt in
zijn ongeloof pn tot nog toe heeft hij het recht aan
zijn zijde. Ik kan de tegen mij ingebrachte beschul
diging alleen weerleggen door het getuigenis van
den man. die ze mij naar het hoofd geslingerd heeft
Dit zal mij in de oogen van menigeen vrijspreken,
maar anderen en daaronder je vader zullen zeggen,
dat de graaf in staat, is om alles te vertellen, wat
hem op een gegeven oogenblikt het geschiktst voor-
getwïjfoM het Oostettrrnksch financieel probleem.
Oosteinxijki ,is financieel gesaneerd; zijn budget
is iln evenwicht; zijp. yaluta is "^tabieL Maar do
ocxtoomisiche yraag daarnevens is deze of Oosten
rijk voJdoetndo levenskracht in aichzellf bezit. Een
vraag die, sedert Oostenrijk van alle omliggende
Staten is ontdaan, niet voor het eerst gesteld wordt.
William „Martin, de talentvolle en dikwerf geestige
hoofdredacteur yam het Journal de Genève, merkt
niet ten onrechte op, dat het op zajcihizelf reeds be
denkelijk is, wanneer zoo dikwijls ten aanzien van
oetnzalfden Staat de •vraag wordt gesteld -of detze
levensvatbaarheid heeft. Nu is -naar de Ievensvatt
baarheid van Oostenrijk onlangs een onderzoek
ingesteld door een tweetal staathuishoudkundigen
van grooten naam, de heeren Rist en Layton. Zij
twijfelen niet aan de levenskracht van Oosten
rijk. Dat er malaise heerscht op het oogenblil^ valt
toe te schrijven aan de omstandigheden, die over
de gaheele 'wereld heers'oheru niet aan omstandig!:,
heden die op Oostenrijk in het bijzonder slaap.
Maar Inu wil' men maatschappelijk Oostenrijk 'te
hulp .komen en hoe denkt men aat te oj^mseeren?
Frankrijk en Italië denken er over om aan Oos
tenrijk, op zekere producten, preferentieele voor
rechten toe te staan. Italië Zou d.v. hout en metaal-
producten van Oostenrijk toedaten, terwijl Oos
tenrijk in dank daarvoor! d«e Italiaansche textiel-
waren zou ontvangen .t Met Tsj eoho-Slowakij e zou
een soortgelijke regeling worden getroffen. Maar
hoe? Denkt men. dat TsjeokoSIowakije Zonder
meer erin toe zal stemmen om het Oostenrij kscha
afzetgebied voor zijn tex tielgoederen te sluiten,
en denkt men, dat Yougo-Slavië, dat totdusver de
Italiaansche markt van hout voorzag, bereid is dat
afzetgebied, ,zij het ook slechts gedurende enkele
jaren, ten ba.to van Oostenrijk prijs te geven?
Geen sprake vanr. Daarbij komt, dat Oostenrijk hap-
dolStractaten /met verschillende landen heeft geslo
ten; allelanden;, die daarbij de voorkeurcdausulèj
hebben gekregen, zonden dus tot deze overeenkomst
moeten, toetreden. Er schijnt daarvan goen sprake
te zijn. Vandaar dan ook, dat men langs anderen
weg zal' moeten zoeken en vinden, maar vandaar in
elk geval', dat, al is Oostenrijk financieel gezond
geworden, het nu zijn ontwikkeling! in eoonomisehenf
ziln moot aanvangen. En of dit zoo gemakkelijk zal!
gaaJn, is een vraag die niet zonder meer "toestem
mend kan worden beantwoord. M.
Binngftiasdsch Nieuws»
BURGER WEG.
Bij gelegenheid van de kermis werden hier Maan
dag volksspelen gehouden, waarvan de uitslagen zijn
als volgt:
Vlaggetjessteken voor jongens en meisjes van 5—7
jaar, 15 deelnemers: el prijs A. Struijf, 2e prijs T.
Delver, 3e prijs A v. <L Barselaar; meisjes: le prijs
T. Landman, 2e prijs A. v. <L Barselaar. 3e prijs T.
Dijker.
Aardappelrapen voor jongens en1 meisjes van 8—12
jaar, deelnemers: le prijs C. Mol, 2e prijs N. Koe-<
nis, 3e prijs E. Koenis, 4e prijs Jb/ Struijf, 5e prijs
M, 't Hart, 6e prijs T. Akkerman.
Hardloopen met bindernissen voor jongens van
13—16 jaar,'9e deelnemers: le prijs A. KoeniS, 2e
prijs A Kuiper, 3e prijs Jb. Breker, 4e prijs C. Koe
nis.
Kinderwagenrace voor. deelneiners van 16 jaar en
ouder, '18 deelnemers: le prijs mej. Bethlem—Kas
pers; 2e prijs mej. M;. Boontjes D'd., 3e prijs uiej.
Raat-Bos, en voor het schoonste geheel mej. Tiessen}-
Grootes.
Dansen met hindernissen door 16 paren:: le prijs
W. Biesboer en A. Blom, 2e prijs P. Watertor en N.
WatertorjGroot; 3e prijs G. Jonker en J. Besteman.,
4e prijs C. v. Scbaik en D. Verduin.
komt."
„Bedoel je daarmee, Cyril," zei Maude met fon
kelende oogen, „dat er nu nog iemand zou durven
zeggen, dat je dien avond te Wrottsley oneerlijk
gespeeld hebt."
„Maar al te veel", antwoordde Wheldrake lang
zaam. ,De ware toedracht van de zaak zal niet be
wezen kinnen worden en mijn naami niet werkelijk
van de smet gezuiverd, voor ik ontdekt heb, wie
de medeplichtige was onder het dienstpersoneel."
„Ik begrijp-je niet; hoe kan het schoon wasschen
van je naam pijnlijk zijn?" zei het meisje.
„Zie je dan niet in liefste, dat hoewel ik geen val-
sche kaarten gebruikt heb, het foit vaststaat, dat
zij gebruikt zijn? Ik kan alleen mijzelf .vrijpleiten;
door een ander als den schuldige aan te wijzen."
„Maar waarom zou je aarzelen?"-riep Maude, „heti
is jou naam tegenover dien van Patroconi." I
„Je begrijpt me nog niet. Ik geloof niet, dat Pa-
troceni de schuldige was."
„Wat, wie kan het anders zijn. Je zult toch mijn
heer Glanfield of Fred niet verdenken."
„Glanfield zeker niet; maar het spijt mij te moe
ten zeggen, dat als ik mijn onschuld bewijs, het zal
zijn ten koste van je neef."
Maude zweeg een oogenblik, toen riep zij1 uit
Maar je moet het toch doen, 'Het doet mij leed
diep leed, maar de waarheid moet voor den dag ge
bracht worden."
„Ik móet je vader vanm ijn onschuld zien te over
tuigen". zei Wheldrake; „en wanneer wij in Enge
land terug zijn, geloof ik niet, dat dat moeilijk zijn
zal. De oude Jackson schijnt geheel uit zichzelf een
soort van onderzoek te hebben ingesteld. Hij vei^
telde Glanfield dat hij. den schuldige ontdekt had,
doch hem niet tot bekentenis heeft kunnen- brengen.
Mijn indruk is, dat Jackson dacht den waren schul-.
dige te hebben, doch dat hij zich vergist beeft en nie
mand heeft beticht, die er niets mee te maken had."
,Kn onze terugkeér naar Engeland", zei Maude. „zal
naar ik vertrouw spoedig kunnen plaats hebben."
„Ja, te oordeleen naar bet briefje, dat ik je voor
las, doet,' Hammerton zijn best voor ons en heeft al
les grooten kans spoedig geregeld te zijn; en nu
goeden nacht en heerlijke tiroomen", en na een vu
rige omhelzing, verlieten zij elkaar.
HOOFDSTUK XXXV.
De visch bijt.
Leroux was den volgenden dag omstreeks 12 uur
in de Villa del Reale om zoo mogelijk dien onge-
lukkigen buitenman weer te ontmoeten.; Leroux
dacht, dat er uit dien man heel wat betreffende Pa-,
•troceni te halen viel. Zooals Leroux verwachtte,
duurde het niet lang of Giovanni verscheen. Hij doed
dezen morgen niet de minste poging om zich voor
Matteo te verbergen, en zoodra bij bij he.t paviljoen
kwam, drong Matteo er niet alleen op aan, dat hij
een glas wijn gebruiken zou, maar drukte ook zijn
genoegen 'uit hem weer te zien, Giovanni deed aan
Matteo hetzelfde verhaal als aan Pietro in bet kamp
dat bij op den rand des doods geweest was en
naar Napels gekomen om betere verzorging en voe
ding te krijgen, dan in de bergen mogelijk was; bij
deed zich veel zwakker voor dan bij in werkelijkheid
was.
De slimme caféhouder geloofde langl niet alles,
wat zijn kameraad geliefde te vertellen. Hij wist beel
goed, dat zijn getuigenis aan Giovanni bijna het le
ven gekost had en.kcndo diens karakter te goed ora
te veronderstellen, dtot bij deswege geen wrok koes
terde. Hij wilde trachten achter de ware gevoelens
vah Giovanni te komen en tevens zien uit te vis-
schen wi© de heer was, met wien. hij hem den vo-
rlgen dag had gezien. Terwijl zij aan het praten wa
ren, kwam de oudachtige vreemdeling aanwandelen,
en zich aan de tafel neerzettende, groette hij ben b©w
'leefd en bestelde 'n kop koffie. Nauwelijks was Mat
teo weggegaan om dai te gaan hqlen, of Herr Stein
merkte op:
^Buiten twijfel een uitstekende man, de waard,
doch zijn wijnen zijn niet zuiver. Ik voelde mij gis
teren den geheelen dag onlekker na onze. onvoor
zichtigheid, In de'kleine rustigo koffiehuizen in de
minder deftige buurten moet mon zijn om goeden
wijn te drinken."
Giovanni zei eerst niets; hij was teleurgesteld en
had er op gerekend, dat de vreemdeling - handelen
zou als gisteren.
„Men kan nog heel wat slechter wijn drinken voor
men beteren proeff'. bromde bij ten laatste. „Rijke
menschen als u kunnen fijne wijnen drinken, maar
arme boeren als ik moeten tevreden zijn met de
minste merken."
„Gij vorgst u vriend, ik ben' verre vap rijk; ik
ben slechts klerk in een wijnzaak. Een klein voor
deel van mijn betrekking is, clat ik voor mijn eigen,
«ebruik wijn krijgen kan tegen een veel verminder
den prijs."
Wordt vervolgd.