I
Bram s Uitvinding,
VOOR DE KINDEREN.
Het Dagboek van Hansje Teddybeer en Mimi Poesekat
«1[ t ®8#r WM hoor:"
I« li Ittie of 't zusje op bakers
Ze mochten dan *t
,rtje of 't zusje op bakers echoot een handje en
ven joen geven, en kregen daarna het kinderman-
at vt Dit was een'lekker gebak, dat zijn naam ont-
torne c4e ,e,t> dat het SeS0Ven w®r<* door den
vjjjij 4erman of kraamheer. In de 15de eeuw bakte
ag g j het van eieren, boter en kaas. Later werden de
t gia
kinderen getracteerd op ronde taartjes, bedekt met
gebakken suiker of holle soezen met suikeT gevuld.
De beschuit met muisjes van heden is er een over
blijfsel van.
Onze voorouders hielden van feesten en fuiven.
Met het verdrinken of opdrinken direct na de beval
ling was de pret nog niet afgeloopen. Den negenden
dag na de bevalling bsgon de Vandetijd, de tijd van
de bezoeken, van de'kraamvisites, zooals wij nu zou
den zeggen. Die Vandteijd duurde in deftige huizen
wel drie of vier weken achtereen. Gedurende al dien
tijd stond de groote zilveren kandeelkom met fraai
gedreven deksel en lepel gereed voor de talrijke be
zoeksters. Er werd gesmuld van Spaanschen wijn,
marsepein, kaneelkoekjes, vn wat va- meer voor lek
kers opgedischt werd, Hoe meer bezoeker# er kwa
men, hoe grooter de eer was voor 't hui# en
hoe meer schellingen voor de baker. Die kraamvisi
tes waren echte smulpartijen ,wat ook blijkt uit een
der brieven van Hooft, waar hij schrijft van „do lek
kere tongen der vandende vrouwen." M.
5
Mimi heeft natuurlijk aan Billy en
Bobbie verteld, dat ze 't land heeft aan
school en aan juffrouw Marmot en hoe
de laatste haar opsloot. „Nu", zei Bill,
„dan zullen we haar eens op de lasso
trakteeren."
274.
We stonden met z'n allen achter een
boom toen juffrouw Marmot uit haar
huis kwam en' naar school stapte. „Op
letten, jongens, tot ze op 1 't bruggetje
is", fluisterde Billy.
275.
En toen ze daar was, suisde opeens
het touw door de lucht.... Ja, hoor: Bill
miste ook dezen keer niet en juffrouw
Marmot zat in de lus gevangea Wij gier
den het uit van pret.
276.
Maar ze viel er per ongeluk achterover
in en wat nog erger was: 't waterI Dat
was nu de bedoeling weer niet, en daar
om brachten wij haar eerst gauw op 't
droge en holden toen als de wind weg.
17.
Juffrouw Marmot is zoo woedend ge
weest over de kool, die we haar stoofden,
dat ze Mimi drie dagen achter elkaar laat
schoolblijven. Echt saai. Maar gelukkog
zijn Hans en Bill en Bob er ook nogl
278 Met de lasso gewapend wandelen zij1
naar school, Bob klimt in de gootpijp
naar boven. „Ik ga Mimi door de lucht
koker naar boven1 trekken", zegt hij, „en.
dan vanaf het. dak naar beneden glijden.
Let op!"
279.
Hans kijkt met groote oogen toe. Maar
Ja hoor, 't Gaat fijn. Mimi is dan ook
een eerste klas klimmer en dol op dit
soort van avonturen. Juichend vangon
Hans on Blliy haar op.
280.
En als juffrouw Marmot komt omi Mi
mi naar huis te sturen, vindt ze tot haar
groote verbazing haar bank leeg E!n toch
waren alle deuren en ramen.goed dicht
Hoe was dat nu mogelijk?
Een ongeloofelijke historie
door L. Roggeveen.
Vervolg.
,Is het heele leven geen groot wonder?" zei de
llrecteur van 't reizende cursus. „En dit groote
nooie leven bevreemdt ons niet. Zou ik dan verwon-
erd zijn of vrees toonen voor een uitinig van dit
ven, die ik nog nooit eerder heb gezien of liever
ezegd gehoord? Nee, nietwaar? Dus gij,, wie zijt gij
wat wenscht gij?"
De spullebaas had deze redevoering naar de ge-
^'wi&Bte van tooneelmenschen op een' hoogdravende
'ollen toon gesproken, heel anders dan de kort-
(Ie manier, waarop hij eventjes tevoren tegen zijn
1 ritsten sprak. Maar zelfs in hun dagelijksche leven
luden alle artisten tegenover „gewone" menschen
van den schijn en van 't tooneel. Bram wist dat
«1, en naar gewoonte vreesde hij al, dat de Direc-
w, bij 't hooren van dien stem zonder mond, ang-
Ig en verwezen, overal heen zou staren, en ver-
l0Ulc volgens op den loop gaan. Toen dit niet gebeurde,
roderde Bram zich heel erg, en die verwonde-
Bg werd nog grooter bij de melodramatische en
it wijsgeerige redevoering van den circusman.
«Wie zijt gij on wat wenscht gij?" vroeg de D1-
Meur nogmaals, scherp turende in de richting'
vanwaar hij Bram's stem had gehoord
ik zal mijn hersens leeg moeten schudden om al
mooiste Duitsche woorden voor den dag te ha-
jktf1, dacht Bram. „Tegen zoo iemand moet je keu
rt? Wen!" En luid zei hij: „Herr Direktor, legt U
ï6Tlï wn voorwerpje op den grond, een mes, een
^ogeof ie4s anders, 't doet er niet toe wat! Dan zal
'kUlsien zien, waar ik ben, en wat ik kan."
D® Directeur greep in zijn vestjeszak, schudde
Bwroostig het hoofd, voelde vervolgens in zijn
tofetoak, haalde zijn portemonnaie er uit, opende
waardoor Bram zag, dat er geen cent meer in
Mf' «n legde toen de portemonnaie op den grond.
Terstond verdween de portemonnaie doordat Bram
opnam.
.Wunderbarmompelde de Directeur, „wun-
tr^r! So etwas hnb' ich nog nie gesehen."
jwaait u zich eens om", zei Bram.
Do Directeur deed het, en heel verbaasd zag do
recteur zijn portemonnaie op een tafeltje liggen.
wil u helpon", zei Bram, „om uw voorstelling
"avond Mót te laten gaan. Tk heb tijdelijke elgen-
"Dpen, die u in staat zullen stollen, de meest
wmdo dingen te vertoonen! Maar heel graag zou
willen, dat U mij als loon zóóveel geld gaf, dat
iolegram kan laten verzenden naar den
OOP
oli'cusmenschon, die hun Directeur in 't« wilde
it# *1» ZR*°n prnton- ^flTepen niet, wat er aan de hand
tot VOornl toon Mi eventjes later bij hen
li m' Kiirotachend, zeggend: „Big Brossny is weg,
r heb nou watiets bijzondersenfin,
ar e®he op, vanavondl"1
Jl i
Uom.Paar UUr later er P*oote biljetten ln
Attentiell Attentie 11
'Het beroemde groote circus
LUDOVICINI
heeft de eer hedenavond op te tre
den voor het publiek van.
S p h o r s k x
Aanvang 8 uur. Aanvang 8 uur
Mysterieuss verdwijningen!
Ongeloofelijke onthullingen! 1
Zie de strooibiljetten!!
Zegt het voort!!!
„Dus we zijn in Polen, vermoed ik", zei Bran\,
toen hij de aanplankbiljetten las. „Ik schijn dus een
heel eindje gezweefd' te hebben."
Hij zag een groote sterke neger uit de tent komen
met een groot pak strooibiljetten in de hand.
„Zeker een worstelaar", dacht Bram, toen hij de
stevige armen van den neger zag. Hij had 'n zwarte
trui aan, en een klein dophoed je op. De worstelaar
ging het dorp in en was al heel gauw omringd door
een stelletje kinderen, heel anders gekleed dan in
Nederland, slordig gekamd en mat vuile neuzen.
Luid schreeuwde de worstelaar, terwijl hij voortdu
rend met zijn zwarte handen op zijn borst tim
merde, in een raar mengseltje Bngelsch, Duitsch en
„negersch": „lek ben Master Tim Tam, van de cier-
kus Ludovicini, Afrikaniach negger, weegt negentig
kilogrammes, hoendlerttaggentieg pfoend, tilt drei,
trois, three, drei sjterko mannen boven het hoofd!"
Vervolgens strooide hij zijn biljetjes ln 't rond, die
gretig door de kinderen en vrouwen gelezen werden.
Ook Bram wist er een te bemachtigen. Toen hij 't
papiertje in zijn handen' had, werd 't opeens onzicht
baar, zoodat hij 't tegen een muur moest bevestigen,
om 't te kunnen lezen. Daar stond 't programma,
dat we voor 't gemak weer in 't IHollandsch weer
geven:
GRANDE CITRiQUE LUDOVTCINI.
Groote gala-voorstelling
Aanvang 8 uur.
Program:
1. Mu8ik-musique-muslc.
2. Anaeka
Prima ballerina.
3. Tim Tam, Afrikaansch neger in
zijn onovertroffen kracht- hand
en .tandact.
4. The 3 Holly Bolly Girls.
Zij dansen, springen, jongleeren
etc. alles op éón been.
5. Madam e Ludovicini.
Beroemd degenslikster en ope
razangeres.
6. M r. Ludovicini.
Myiterieuse verdwijningen!
Voorspellingen, onthullingen!
Werkt met onzichtbaar medium.
t
Opider oorverdoovend geraas kwam daar een wa
gen aanrijden, met een oude schele muilezel be
spannen. Voorop naast den koetsier, zat Madame
Ludovicini, in een opzichtig rood en geel costuum
gekleed; ze had een tamboerijn in de rechter hand,
en een stuk worst in de |lnker.
Op den wagen zat het heele verdere gezelschap.
Middenin troonde op een biervat in 't volle besef
van zijn groote waardigheid Mr. Ludovicini, gekleed
ln een paars jacquet, een groote roodie roos in zijn
knoopsgat, een wandelstok met hen gouden 'knop in
de hand. Naast hem zaten zijn drie dochters, de
befaamde Holly Bolly girls., 't waren drie bleek
zuchtige, snuivonde meisjes,'met norsche en onte
vreden gezichten. Ze rookten alle drie sigaretten en
als ze geen ruzie onder elkaar maakten, zoodat hun
gezichten verwrongen waren van kwaadheid', kon je
zlon dat ze geleken op Madame Ludovicini. Ze wa
ren dan ook haar dochters.
Behalve Anaeka, een zwarte vrouw met groote
oogen, zat verder nog het, heele orkest op den wa
gon. Een dik plannetje blies zijn wangon vol, om
De neger trok zijn zwarte trui uit. Op zijn zwarte
rug zaten twee rgode streep'en die do Directeur oen
uurtje te voren daar opgeschilderd bad.
„01 o, o, o, o," riepen weer allo vrouwen on kin
deren.
„Dan heb ik verder dó oer u voor te stollen mijn
vrouw, Madame Ludovicini, de beroemde degenslik
ster on operazangeres. Mijn vrouw heeft gezongen
aan het hof van den Keizer van China, die haar toe
stond hem bij zijn voornaam te noemen! Verstaat U
dat, geacht publiek, hij zijn voornaam!! Zij zei tegen'
hem: Chung Hsi Yo! 'Muziek!!"
Een helsch lawaai verscheurde de lucht. Madame
vervolgens de lucht door een piepende schuiftrom-I Ludovicini bewerkte haar tamboerijn on boog voor
pet te blazen, 'twee clarinet.tiston hielden een wed-1 het publiek, dat luid applaudisseerde,
strijd in 't, voortbrengen'van den schrilsten toon;| „Later is zij degenslikster geworden", vervolgde
een klein jochie, zéér wani'schljnlijk Mr. LudovicL de Directeur. „Eens op een Woensdagmorgén, toon
ni's zoontjo, bewerkte een groote trom. zij zich aan 't oefenen was, kwam juist mijn vriend
„Muziek!" schreeuwde Mr. Ludovicini on als om j Keizer Napoleon van Frankrijk hij ons oploopon.
strijd begonnen de muzikanten te .werken". Ze1 „Saar", zei hij tegen mijn vrouw, „slik mijn degen
speelden een soort wals.... „Hom pom pom, hom ook eens in". E"n mijn vrouw doed het. Helaas Had
pom pom, hom pom pomdreunde de schuif- zij het maar nooit gedaanl! Want, geacht publiek,
trompet; de klarinetten brachten heesche en neuzi- de degen sneed vijf van haar stomhanden door! Zij
ge piepgeluiden te voorschijn; de groot© trom brom- kon niet moor spreken, niet meer zingon.... Later
de en kreunde, terwijl hij maat en tempo geheel heb ik door beroemde professoren de uiteinden van
veronachtzaamde. haar stembanden weer aan elkaar laten binden. Nu
Miss Anaeka, de prima ballerina, rees met lang- zingt zij weer, maar niet zoo mooi als vroeger!
zame bewegingen overeind, de koperen loovertjes Vanavond zult u haar kunnen hooren in ons clr-
van haar versleten fluweelen japon glommen1 in *t cusl Toch wil zij u nu alreeds een voorproefje ga
zónnetje.- Mot haar bloote armen mankte zo-slang- ven van haar kunst, die tóch nog goddelijk ls! Ma-
achtigé bewegingen op de maat van de muziek. dame Ludovicini, mag ik U verzoeken voor dit uit*
„0! o, o, o, o," zuchtten de vrouwen en kinderen, gelézen publiek te zingen, uwe befaamde ode aan
die van alle kanten toegestroomd waren. den dooden regenworm?"
De muziek zweeg. Miss Anaeka ging met een on- Madame Ludovicini stond op en zong met schorre
verschillig gezicht weer zitten. Mr. Ludovicini stond slem:
op, keek minachtend de samengestroomde vrouwen
en kinderen aan en sprak:
„Kwam men u halen uit Óen grond
O Regenwormpje?
En kroopt gij daar een uur in 't rond
O regenwormpje?
Een- scherpe stalen pen doorboorde uw rose buikje,
De harde visscher dronk uit zijn jeneverkruikje!
O regenwormpje!
O re-e-e-egenwo-e o ormpjeï
Ja, re e e genw o o ormpjel"
Madame Ludovicini ging zitten. Het publiek klap
te als een oordeel.
„Met dit lied", vervolgde Mr. Ludovicini, „heeft zij
„Zeer geacht Publikum, het Is voor mij en mijn
gezelschap een groote eer, hedenavond in uw mid
den te mogen optreden. U kent mij, nietwaar? U
hebt mijn naam op de groote biljetten gelezen, die
hier alom zijn aangeplakt, U hebt mijn naam gele
zen op de strooibiljetten die mijn slaaf Tim Tam,
daar voor U uitstrooit. Tim Tam, atte bene cegare
aüko sitzen!"
Tim Tam grijnsde, sprong naast zijn meester op
den wagen en. uitte een doordringende kreet:
„Hoeiiiül"
„Dat is zijn strijdkreet", vervolgde Mr. Ludovicini,
„dezelfde kreet schreeuwde hij mij toe tien jaren steenen harten tot weeko klei gemaakt. Tk zie het u
geloden. toen Ik hem midden in do groote Congori- aan, ook gij zijt ontroerd! Gij weent nu reeds! Hoe
vier roddo uit de klauwen van oen krokodil. Ja, ge- zult gij vanavond wecnen, als gij hoort haar loflied
acht publiek, Tim Tam was oen wonderkind! Hij op den gebakken panharing en haar gemengd koor
had vleugel» waarmee hij gelijk de vlindors, do vo- op Katharina, do vroolljke dienstmaagd! Ook Kei-
gels en vleermuizen kon vliegen. Eén op den dag zor Chung Hal Yo weende, toen hij mijn vrouw boor-
vloog hij de zon tegemoet. Door do warmte schroei- de zingon."
den zijn vlougels, en1 hij vielmidden in den Bram, onzichtbaar, hoorde alles met, groote pret
bloeddoratigon muil van oon krokodil. Reeds had het aanl Zoovoel onzin had hij nog nooit bij elkaar ge-
afzlchtoHjko gedierte oen arm on een been van Tim boord!
Tam verslonden, toen ik hom'roddo.„Geacht publiek", vervolgde Mr. Ludovicini, „ik
„HIJ bob al z'n arreme on beone nogl" riep eon stel U verder voor Miss Anaeka, de wondervolle
lange magero vrouw. Spaansche prima ballerina. Zij groeide daar aan een
„Bijgegroeid met de Jaren", antwoordde Mr. Ludo. sinaasappelenboom. 0p vijfjarigen leeftijd bovrijd-
vielni, „evenals de'tongen van sommige vi<ouwen ook de Ik haar! Nu loopt zij los rondi, maar haar bloed
stoods langer worden." ie oranje kebleven!"
Het publikum brulde van plezier. Wórdt vervolgd.
„Maar zijn vleugels zijn belaas nooit meer bijge
groeid", vervolgde Mr. Ludovicini, „Tim Tam, Ohio Brioven inzake de Jeugdrubriek zenden naar ti
Venezuela Paramarlbol" ROGGEVEEN, Spul 97, don) Haag.