Lekker slapen.
VASTE BETREKKINGEN.
Van allerlei uil de Men-
schelijke samenleving.
Uit het hart Yan Holland.
DERDE BLAD.
Leidsche WOLLEN DEKENS
Beddenfabriek van M. KLEKCQ
JUBILEUM-VERRASSINGEN
HET NIEUWE MODEBLAD.
Zaterdag 24 October 192S.
68ste Jaargang. No. 7730.
hert vruchtbaarste landschap en 'de .viechrijkste eee
van Indië is nu", zoo schreef hij, „het onze. Ziet
en considereert toch, wat een goede correctie
vermag en hoe de Almogende voor ons gestreden Volledige opleiding per brief voor kommies, politie, bewaarder, hulpkeurmeester. Beginsalaris vanaf
en ons gezegend heeft Op ons allerzwakste en te- f 1200.Leeftijd 22—35 jaar. Inlichtingen en adreslijst van meer dan duizend geslaagden zendt gratis
gen de opinie van allo menschep ja va/n omfl»n M.
Baad van Indië zalven, hebben wij, door Gods ge-
v. d. BROÊK, Groningen, Postbus 70.
HET OOST-INDISCHE HUIS TE AMSTERDAM.
Het Oost-Indische huis, dio verzamelplaats van
goederen en koloniale macht, welke Nederland en
Amsterdalm in de 17e en 18e eeuw bezaten, is
in oorspronkoJijkon vorm bij'kans niet moor aan
wezig. De daar tezamen gebrachte grootheid ia
in meer dan een opzicht vergaan. Maar de plaats,
waar het gevestigd was, staat nog vast; overblijf so
len ervan zijn nog aanwezig, en de geschiedenis
van de Oost-Indisene Compagnie leeft nog in om*
midden. Do oprichting is moeilijk geweest; ware
niet v. Oldenbarneveldfc geslaagd in het samen
brengen van de vele, eikander beconciurreereuide
compagnieën, wellicht was er van een Nederla-nd-
eche macht in deze overzeesohe gebieden niets over
gebleven. Pieter Botk en Laurons - Real behoorden
tot do eerste Gouverneurs-Generaalna hen kwam,
op 21 Maaarfc 1619, Jan Pieterszoon Goem. Het was
juist op hot oogeiiblik, dat hij, opperkoopman reeds,
te Bantam kwam, om met den Vorst enkele woor
den te wisselen over, diens college van Jaea.bra,
I wions optreden hem niet beviel1.
Men verlieze de meer dan moeilijke omstandig
heden, waaronder Ooen optrad, niet uit het oog.
Zeker, de tegenwerking der Porbugeezen. die De
Houtman en de zijnen en de na hen komentde
koene zeevaarders-ontdekkers ondervonden, was vrij
wel gebroken, maar in de plaats daarvan waren de
Engelschen verschenen, te wier eere moét wor
den erkend, dat zij reeds in de zeventiende eeuw j
als kolonisten niet minder energie ontwikkelden i
dan onze Hollandscho voorvaderen. En evenzeer als
de Hollanders niet nalieten zich' van de inlanid- i
sche vorsten te bedienen teneinde wantrouwen tegen
de Engelschen te kweeken; evenzeer pasten de
Engelschen dit kunstje toe ten aanzien vanc hun
HoKandsche mededingers, wier voorsprong in ko
loniaal bezit zij niet wilden erkennen. De potent
taten van Bantam en van Jacatra waren machtige
vorsten, natuurlijk naijverig op elkanders gezag,
en dank zij de buurschap, maar aT te zeer geneigd
om in twist te geraken. Dat is een der voordeeien
geweest, waaarraede Ooen, zijn opvolgers en zijn
voorgangers, hebben kunnen woekeren. De vestiging
te Jacatra was niet zonder moeite verkregen, even-
min als die te Japara en op andere punten van den
iiitgebreiden Archipel. Minder wantrouwend, min- j
der schrander ook dan de Japaneeaen op Decöma,
stond de vorst te Jacatra den Hollander toe, een
sterkte te bouwen rond de aanvankelijk opgerichte 1
koopmanshuizen.
Dat geschiedde reeds voordat Ooen het bewind i
in 'handen nam, maar het geschiedde toevalliger-1
wijze. Do Gouverneurs-Generaal1 zetelden op de
I Molukken en eerst Ooen heeft begrepen, dat een
B algemeen „rendez-vous'' noodig was en dat dit
niet op de Molukken gevestigd kon worden en
blijven. Zoodra hij het oog op Jacatra geslagen
had, heeft hij daar met kracht de zaak aangevat,
hoezeer ook inlandsehe en Engelsche tegenstand
hem mochten hinderen. De vorsten van Jacatra
en van Bantam mochten zich vereenigen; de in!
de Indische wateren aanwezige Engelsche vloot
mocht „De Zwarte Leeuw''' met een rijKe lading uit
Japan terugkeerend, overrompelen: Ooen zou te
land en ter zee met stoutheid op stoutheid antwoor
den. Het fort van Jacatra was nog niet voltooid;
slechts bruikbaar voor eersten tegenwaardaar
tegenover werd door de Javanen en de Erngelsche-n
een batterij opgeworpen, die maar al te yeel
nadeel" aan het fort kon doen. Er moest gehan
deld worden en ondar Ooen's drang besloot de
Raad van Indië te handelen. De vijandelijke batte
rij werd vernietigd; de Engelsche vloot werd aange
tast; hoewel men zelfs geen voldoenden voorraad
kruit had. Met zeven schepen op de Engelsche
vloot van elf behaalde Ooen bijna de overwinning
en "-overtuigd, dab in Indië „wat grootsch ver
richt can worden'" ging hij naar de Molukken; om
de noodige hulp te halen.
Coen moge een groot man zijn geweest, maar
ook hem zijn feilen niet weggebleven. Hij stelde
Pieter van den Broeeke aan om in zijn afwezigheid
do_ sterkte van Jacatra te verdedigen. Hot is dwaass
heid! om te beweren, dat Ooen in de moeilijke 1
uren van het gevaar de plaats verliet; het lag niet
in zijn aard, dat te doen én hij is teruggekeerd zoo
spoedig hij kon. Maar, Pieter van den Broeoke
was wel1 de allerlaatste, opgewassen tegen de moei- j
lijke omstandigheden, waaraan hij het hoofd had. I
te bieden. Coen had hem ernstig voor de inland
sehe vorsten gewaarschuwd; toch ging hij uit om
hij den vorst van Jacatra feest te vieren, waarbij j
bij zoo spoedig mogelijk gevangen werd genomen.
De Engelschen sponnen huin intriges aan ae hoven
van Jacatra on Bantam; het fort moest worden
genom&i en tevens de daar opgeslagen koopmans
goederen en de schatkist der Compagnie. Wanneer
niet onderling ruzie was gekomen tussehen de En
gelschen en de Javaansche verbondenen, zqu het
er bedenkelijk voor de sterkte hebben uitgezien.
Wen was het niet eens over de yerdeeling_ van den
•uit en dat redde de bezetting, die werkelijk niet al
je krijgshaftig was en grootendeels besloten om het
kasteel, met zooveel mmoeite door Ooen gebouwd,
over to geven.
Het is merkwaardig, dat Van den Broeeke zoo
eiec.ht de zaken schoen geregeld te hebben, dat in
zijn afwezigheid eigelijk niemand de aangewezen
op per bevelhebber wa-s. Vandaar, dat de bezetting
van hot kasteel maar al te bereid bleek om aan
«gen wenschen gehoor té gevenen, waar hgt
hogelijk was, vroolijk feest te vieren. Gelukkig
schoten de onderhandelingen niet op; vertrouwde
Jüon de inlanders niet, zoodat dan ook De Oarpety
tier en Andries Soury, beiden Raden van Indië,
een leventje van pleizier ontdekten, toen zij, door
*vnen vooruitgezonden, iiy Jacatra aankwamen. Er
was weinig voorzichtigheid betracht tegenover de
inlandscho vorsten, weinig van do gebruikelijke
uiaiimoedigheid betoond in het afslaan van dan
aanval. Dat veranderde toen Ooen op 10 Mei 1619
tor roedevan het tegenwoordige Batavia aan
kwam. Hij draaide niet; hij liet het aan straf
*uet ontbreken, maar evenmin aam 'dadeni
Het is de moeite waard, om de brieven te
-pzen, die Jan Pieterszoon Ooen, de lasthebber van
de heeren Zeventien, bijna de machtigste .mannen,
de toen machtige Republiek der Nederlanden,
ichtte tot zijn meesters. Hij verbloemde niete
Jai1 den slechten toestand, waarin de „majores""
•uun bezittingen in Indië Keten. Maar tegelijkertijd
gng: hij op den 30sten Mei met 13 compagnieën,
wzamen omstreeks duizend man tellende, op Jaca-
«a af, tastte de vereenigde legers' van Bantam en
T\!fa-ra aan 011 Vf?rineesterde ae inlandsehe sterkte.
D0 Engelschen verloren hun steunpunt te land
moesten aftakkenOeen beschouwde het fort
Jacatra als het natuurlijke punt voor het zoo-
gewenschte rendez-vous. „Een goed deel van
nade, do groote kracht van drie machtige vijanden
weerstaan, do plaats behouden on hen allo drie ver- ?n -n/>t
dreven'-. Wel hebben de Jaoatranen getracht, 2111,1!,061!, ^en: Gn toch mRn voort 12H .pet.
nieuwe versterkingen aan te léggen, meer in het dividend uit te koeren, een vloot van ruim lOOgroote
binnenland; wel bleven verdere intriges niet uit, schepen te onderhouden en een leger van 23.000 man
maar Ooen had dit belangrijke geografische punt U1{,te
gezuiverd en voor goed het centraal gezag hier ®®*®t in 1780. toen de Vierde Engelsche Oorlog
gevestigd;. uitbrak, bleek het verval ten volle. De bezittingen
Op dit punt werd de bouw van de aanstaande Jangs de kusten van Voor-fndiö, het toen zoo be-
hoofdstad van de Nederlandscho Indiën ontworpen. langnjko Negopatnam ging verloren. Ook -Padang cn
Toen het puin van Jacatra was weggeruimd- 'kon zelfs Ceylon. Welke verliezen de 'Compagnie leed aan
inet het bouwen van «de nieuwe stad een aanvang, handelswaren en schepen, het is niet te zeggen; het
worden gemaakt.Coen wüde haar „Nieuw-Hoorn7' ™as in die dagen niet een 'Hollandscb eskader, dat
doopen naar zijn geboorteplaats, maar de heeren z ln ae Indische zeeën tegen de En
Zeventien gaven terecht aan oen meer algomccmen 8elschen_ weerde; het ,was„ „bij voorkeur
naam de voorkeur en noemden haar bij resolutie ?P "e Franschcn onder do Suffren, dat men
van 4 Maart 1621. Batavia. Op 22 Augustus werd' h«t Hot aankomen. Wel werd bij den vrede van 1784
de nieuwe naam bij plakkaat pleohtig vastgesteld. ve°l teruggegeven, maar Negopatnam bleef verloren
Reeds op dat oogenblik was hot zwaard van Coen in en bet ergste van alles aan dé Engelschen
de scheed wodergokoord. liij werd de koopman- moest do vrije vaart op Indiö worden toegestaan,
boekhouder, die oe handelsvooideelon. overwoog. Bijna twee eeuwen hadden de Engelschen gestreden
Wel1 moest op de inlandsehe vorsten, in 't bijzonder °m dit te bereiken; Coen had de Engelschen buiten
don Keizer van Mataram, ver in 't .Oosten geves- Indiö weten te houden, maar mannen als Coen wa-
tigd, liet oog worden gehouden, maar aan don han- ren zeldzaam geziene figuren in de achttiende eeuw.
dei diende de eerste gedachte te warden gesehon- .Met de Oost-Indische Compagnie is het snel ten
ken. Het kasteel' te Batavia, waarvan nu nog de einde geloopen. De Algemeene Staten hadden nim-
poort met die léelijke beelden bij 'den Grootem mer naar baar innerlijken toestand gevraagd, doch
Boom aanwezig is, sprak van Nederland® sterkte; bleken tevreden met de voordeeien, die de Compagnie
binnen dat kasteel werden alle inrichtingen van de aan den Staat gaf. Nu echter veranderde het. De
Oost-Indische compagnie opgenomen, terwijl zich j Kamer van Amsterdam moest in 1781 aan de Sta-
daarnevens het Batavia ontwikkelde, dat al spoedig ten van Holland uitstel van rente en aflossing vra-
geheei1 in den oud-Hollandschen trant, voor "Indië gen; spoedig daarna geld leenen, eerst een enkel,
zoo merkwaardig ongeschikt, woningen en kanto- daarna verscheidene millioenen. Wel werden deze
ren zou bevatten. aanvragen, onder 'hevige oppositie, ingewilligd, maar
Het werk, dat Coen in Indië heeft tot stand go- de Staten gingen zich nu met de .financieele aange
bracht, is door rijn opvolgers vergroot, ver- logenheden der 'Compagnie bemoeien en stelden een
sterkt, uitgebreid. De Oost-Indische Compagnie Commissie daarvóór in. Deze vertrok zelfs naar In-
werd een macht in den Staat; heeren Zeven tiein, op dië, om in loco onderzoekingen in te stellen; Zij was
het Oost-Indisch huis te Amsterdam, waren meer een jaar lang in Batavia, maar voldeed slechts in
machthebbers dan de Staten zeiven. Naarmate geringe mate aan de verwachtingen. En haar on-i f0""i"
haar macht toenam, steeg ook haar eigengerechtig- dérzoek was nog geenszins teneinde; de resultaten n 8j °nverenigbaar,
heid. Toen in den Tweeden Engelschen oorlog de althans daarvan nog niet vastgesteld, toen Willem ,.f ,OT Dodijn weet, dat men met van
compagnie twintig schepen aan de StatenGöneraai V uit Nederland was vertrokken en de Engelsche eii lcan, öpen. Althans n'iet tegelijk,
en in het rampjaar 1672 r-2.000.000 aan Holland leen vloot opnieüw in onze koloniën verscheen. De Kaap sJeehts d0 .-.toon en niet de
de, naderde zij de beteekenis eener souvereine de Goede Hoop, Ceylon «en de Voor-Indische bezit
macht. Men loopt zelfs gevaar, de Opst-Indisiohe tingen, ook Sumatra gingen al spoedig verloren;
Compagnie als de hoofdbron van den rijkdom onzer slechts Java en Celebes bleven behouden. Maar het
republiek in- de zeventiende eeuw te beschouwen, j was niet meer de Oost-Indische Compagnie, die er
Niets is minder waar dan dat, omdat de scheep^ het gezag in handen had, het was de nieuwe repu-
vaart op de Oostzee, op de Middellandsche Zee en blikeinsche regeering der Bataafsche Republiek. In
de visscherij benevens de nijverheid, ieder voor 1795 werd het bestuur der koloniën overgedragen
zich de millioenen opbrachten, waarvan men in aan het Comité van de Zaken van den Oost-Indi-
dien tijd in Holland gewaad. Met den koers der 1 schen Handel en Bezittingen, dat te Amsterdam zijn
aandeelen ging het als met dien van de Kofniniklij'ke j zetel had; eerst in 1789 bij de toen "aangenomen
staatsregeling werd de Compagnie met haar schulden
in totaal 120 millioen door de Republiek overge
nomen. Formeel bestond zij nog totdat in 1800 de
Raad der Aziatische Bezittingen en Etablissementen
werd ingesteld.
De Oost-Indische Compagnie brengt ons weer eens
opnieuw, voor zoover noodig in beeld, dat het ook
in de groote dingen der wereld heet: Wie sta, zie
toe dat hij niet valle.
baar, dé minister ^Verantwoordelijk is, mag de
ambtenaar (wat# hij" niet doet) niet beweren, dat
de Koningin bij haar besluit do toezegging her
riep en haar woord brak, diooh neemt hij zeer
terecht den contrasignoerendén minister als verant
woordelijk man.
Als Colijn niet aceoord was gegaan met dit
ongedaanmaken,^ had hij op dat moment het
ministerschap met aanvaard, doch was ]iij kalm
cdmjmissaris der Bataafsche gebleven. Dan wel
hij het financieel genie, immers had, als
minister een andere oplossing der moeilijkheid ge
vonden.
Hij deed nooh het een, noch hot .ander. Hij
word wel' minister on werkte wol mee aan hoi
nekken van art. 40.
Niet alleen dit
Hij ging voel1 verder.
Hij beweerde, dat alleen de krachtige bezuini
ging op de ambtenaarstractémentcn net deficit
kon stoppen, den gulden veilig kon maken. Het
breken van de (door een ander gegeven en. door
hem bestaand aangetroffen) belofte van art 40
was voor hem een absolute voorwaarde ter berei
king van het doel, dat hij zich had gesteld: het
veilig maken van den gulden.
Zonder de op de tractem enten verkregen en al
léén door de „woordbreuk" mogelij'ke bezuiniging
geen veilige gulden.
Waar dit in confesso is en CbKjn's géheele ver
kiezingscampagne alleen is gevoerd met dit eene
argument, dat hij den gulden redde en waar wij
zijn eigen woord hebben, dat de traktementsbe
snoeiing dus de woordbreuk hiertoe nood
zakelijk was, is de boosheid dos ministers eigen
lijk wel wat heel gek.
De eer opeisohen voor het resultaat.
En tevens ontkennén de harde daad te hebben
bedreven, die dit resultaat mogelijk maakte, ziet
doet men onder de echte
met 15 jaar garantie, uit de
SPOORSTRAAT 32 - HELDER
Tijdelijk adres aan de overzijde.
van tegenwoordig; er was een zekere maatstaf
tussehen dividenauitkeering en dien koers, maar
geen volkomen logische. En dat wel daarom, wijl de
staat der financiën voor ieder, die niet tot do be
faamde heeren Zeventien behoorde, geheim bleef.
Deelhebbers in de Oost-Indische Oompagnio moch
'ten ernaar vragen, zij worden afgescheept, moch
ten dankbaar zijn, geen onaaJngeniaam antwoord te
krijgen. Dat do bewindhebbers de toen reeds aan
zienlijke inkomsten, aan hun ambt verbonden, in
den regel' misbruikten, is nooit gebleken, maar dat
zij van hun kennis van zaken partij trokken\ om
zichzelf te bevoordeelen, kan zeker niet worden
ontkend.
Dé aandeelen van de Compagnie waren ten. alle.'l
tijde zeer gezocht. In 1622 bedroeg de_ koers 300
pet., in 1720 zelfs 1260 piet. Daar de bewindhebbers
gevoelden, dat het orediet der Oompagnie zou wor
den afgemeten naar den koers der aandeelen, zoch
ten zij de dividenden .wol' eens op te drijven. Zoo
hadden in 1610 uitkeeringen plaats ten bedrage
van 132 pet., in de volgende jaren dan een van/
40 pet., dan geheel geen. De kleinste uitkeering
bedroeg EJtyi pet., en kwam herhaaldelijk voor.
Gemiddeld werd er in 193 jaren van het bestaan
der Compagnie 18 pet. uitbetaald, dus totaal 3600
pet. van het kapitaal. Om de tienjaariijksche re
kening en verantwoording lachten de bewindheb
bers: de Staten van Holland gingen zelfs zoover
om de rechters to verbieden kennis te nemen va/n.
vorderingen of Machten, de Oost-Indisöhe Ocxmpag
nie betreffende. Dat kon eenmaal niet aJnders, se
dert deze een voortdurend oorlogvoerende mogend
heid was geworden, welker krijgsbedrijven, èn voor
voor den naam èn voor het gezag der Nederlanden
in den vreemde van groote beteekenis varen-
'Het blijkt reeds bij Jan Pieterszoon Coen. Hij was
koopman en niemand, die liever koopman was ge
bleven dan hij. Maar bij moest als diplomaat en
krijgsman optreden, on voor de na hem kom^der,
Gouverneurs-Generaal was het al evenzoo. Wat een
Maetsuycker, een van Dsemen, een Ryklof van
Goens,'een Cornelis Spealman hebben gedaan, ligt
zoowel op krijgskundig als op commercieel gebied.
Al meer en moor werd de macht -dor Oost-Indische
Compagnie uitgestrekt, eerst over Java, daarna zelfs
over een klein deel van de omliggende eilanden;
meer en meer weren de inlandsehe vorsten tot le
depoppen gemaakt van 'het gezag der Oost-Indische
Compagnie. In bet midden der zeventiende eeuw
vallen de groote Javaansche oorlogen, waarin het
rijk van Mataram werd vernietigd en de laatste hin
derpaal tegen het onbeperkt gezag der Nederlanden
in Indië werd uit den weg geruimd. De Oost-Indische
Compagnie was koopman en krijgsman tegelijk; zij
beschikte over souvereine rechten, waarvan de aard,
maar niet de grenzen waren te bepalen. De Oost-
Indische Compagnie heeft van die macht een be
hoorlijk egebruik gemaakt: zij heeft echter in ruil
daarvoor aan Nederland een onbetwistbare positie
in Europa verschaft en medegewerkt tot den finan-
cieelen en commercieelen bloei van de Zeven Provin
ciën. Als men den kleinen omvang van 't Nederle/ndl-
sché gebied ziet en m?n rekent, welke schatten hier
werden opgestapeld, dan kan men den naijver van
andere landen begrijpen!
Het staat vast, dat ook de koers van de aandee
len bewijst het in de eerste helft van de acht
tiende eeuw de Oost-Indische Compagnie het top-<
punt van haar macht heeft bereikt. Maar van dat Colijn het breken van oen belofte Onder den
toppunt waarop zb steeg met Gouverneurs-Generaal drang der omstandigheden minder bezwaarlijk acht,
als een Van Tmhoff en. Zwaardecroon, is zij spoedighot feit yan het broken-zelf.
tot haar verval gedaald. Aart welke oorzaken ditj, -de omstandigheden, waarin de belofte
valt toe te schrijven? Het is nauwelijks te zeggen, w^rd; ongedaan -gemaakt, is inderdaad een ver-
Ongetwijfeld hebben innerlijke omstandigheden, als ontsehuldigrng van de woordbreuk te vinden,
de strijd om den troon in-het 'Bantamsche, als dei Voor velen is niet Jtet breken, doch het doen
ontbinding van het Mataramsche Rijk, als de weife- der belofte de gToote regeeringsfout.
lende politiek, die in Sumatra en tegenover Band- j Er werd méér beloofd, 'dan. met het algemeen
jermassin werd gevolgd, deels schuld. Maar de groot- belang op den duur toelaatbaar zou zij'n. Het
ste schuld lag ongetwijfeld bij-_ het verval, waaraan systeem der duurtetoeslagen volgens een glijdende
geheel Nederland ten gronde ging en den yoortdu- schaal1 op grond der indexcijfers, had nooit moe
rend slechter wordenden toestand der financiën. Wel ten worden verlaten. En zeer .zeker had o.i. de
brachten de Molukken schatten op; wel werden nieu- uitzonderingstoestand, waarin het land zich be-
we deelen van den Archipel voor den handel ontslo- vond, nooit de entourage mogen zijn va/n het
ten, maar het ging met dien handel in het algemeen fixeoren 'der moodregeling. Deze fout moest zich
als met het aanvankelijk zoo hoog geroemde Bata- wreken in den vorm dor woordbreuk door de
via. Die oude stad met wallen en bolwerken, met regeeflng noodzakelijk geacht in de gewijzigde om-
bekrompen huizen en nauwe straten, was in het standigheden.
midden der achttiende eeuw zulk een ongezonde ver- De woordbreuk staat vast. Mén is teruggekomen
blijfplaats geworden, dat zij het graf der Hollanders pp een gedane toezegging, een# gemaakte regeling,
werd geheeten. En evenmin als deze ongezonde toe- Die woordbreuk mag noodig zijn geweest of niet,
stand voor het werkende Holland verborgen kon mag zeer treurige gevolgen hebben gehad voor
blijven, evenmin bleef 't het innerlijk verval der Com- vele personen in dienst van dén Staat, of de
pagnie. De vraag van de verlenging van het octrooi ernst dier gevolgen mogo schromelijk zijn over-
was nimmer in ernst een vraag geweest; die ver- dreven, "het feit zelf staat vast.
lenging werd zonder bezwaar verleend. Eerst in 1778 Colijn zegt: maar ."ik heb artikel 40 niet tot
werd zij met moeite verkregen, omdat het verval stand gobra- o, ik heb'de vernietiging ervan met
der Compagnie ook naar buiten niet langer geheim aan de orde gesteld. Hoe beschuldigt gij mij
te houden viel. Voorloopig werd een verlenging van van woordbreuk?
slechls twee jaar toegestaan en eerst de persoonlijke Ook dit is waar.
tusschenkomst van den stadhouder-jopperbewindheb- Doch Colijn toekende a's minister het besluit
ber deed bet nieuvèe octrooi verleenem De jaarlijk- ter ongedaanmaking en waar de kroon omschenlcl-
Het ruzietje aan het einde der discussie in de
Kamer over de ambtenaarssalarissen leek ons iet
wat.... gezocht
Zeker, er zijn .tal' van manieren om een em, de
zelfde opvatting onder woorden te brengen, em het
is niet steeds een eigenschap des heeren Marchant,
dat hij', voor een reeks van keuzen staand, de be
leefdste en zachtste kiest
Het is zeer wel1 mogelijk een minister te be
duiden, dat men zeer weinig vertrouwen heeft in
zijn toezeggingen, zonder nu bruuskweg te cénsta-
teeren, dat „een garantie of oen belofte van dezen
bewindsman voor mij geenorJei waarde heeft."
Als Marchant bijv. had gezegd: „liever oen
vastgelegde officieele regeling te zien, dan 'een toe
zegging te ontvangen van eein minister, die op
grond van vroegere ervaringen geneigd was te
zwichten voor omstandigheden, die in strijd waren
met vroegere officieele beloften", .had hij -
precies hetzelfde beweerd, zonder den minister
kwaad te maken. Vermoedelijk omdat Colijn dan
niet zoo gauw de „beleediging^' zou hebben gesnapt,
terwijl in die rauwe inkleeding van het te constatee-
ren feit. niemand de bedoeling kon misverstaan.
Colijn dus werd boos.
Was het de „toon" of de „muziek"?
Wij gelooven de toon.
Want de minister, dien Marchant hier zóó het
vertrouwen opzegde, weet natuurlijk heel goed,
dat de leider der vrijzinnig-democraten in dit
opzicht volstrekt niet alleen staat. Feitelijk was de
geheelé interpellatie-Ter Laan, die aan het inci
dent voorafging niets, dan een lange variatie op het
thema: de regeering heeft haar woord gebroken.
«Bovendien was het niet de eerste keer, dat
deze beschuldiging, binnen en buiten de Kamer
in het geschreven en gesproken woord, is geuit.
Waarom was Colijn zoo boos, nu opeens?
Mysterie. Behalve als wij aannemen, dat de
toom hier meer kwetste dan het feit.
„muziek" zijn geweest, die hem jsoo boos maakte.
Toen is de Kamer voor een poosje na al het
harde werken op reces gegaan en konden haar
leden hun gezin, hun zaken of hun -kiezers gaan ver
blijden met hun geachte tegenwoordigheid. Dan wel
vah Binnenhof naar Buitenhof is maar één schre
de: zij konden zien hoe goed de gemeente Den Haag
het verkeer weet te regelen. Op een mooien dag gaat
dit heel goed van het terras van café Regina of
Riche. En vooral R'egina is bij sommige tegenwoor
dige en gewezen Kamerleden in trek, omdat je daar
zit in de oude ruimten van de Besognekamer en je
haast dezelfde deur gebruikt als de leden van die
historische club van Staatslieden en Kamerleden.
'Nu onze verkeersregelaars overal hebben rondge
zworven om te zien hoe men in het buitenland met
het verkeer omspringt en ons gelukkig hebben ge,
maakt met de (totaal verkeerd begrepen) armbanden
der agenten en met de tandakkende slangemensch-
achtige evoluties dier arme stakkers, zou men den
ken dat alles tiptop was. Helaas 1 Er mankeert nog
heel wat aan.
Natuurlijk is het verkeerd geweest ter regelipg van
het verkeer in een ietwat uit haar corset gegroeide
provincieplaats als Den Haag te gaan kijken naar
een stad als Londen. Waar natuurlijk de eischen, en
dus de voorschriften, geheel anders zijn. En waar
men zelf met de handen vaak in het haar zit en
experimenteert. (Laat ik er dadelijk bijzeggen, dat er
hier dingen zijn, die veel beter zijn geregeld dan in
Londen. Alleen hoop ik nog even te mogen verzwe
gen welke.) Het Buitenhof is nu eenmaal al is het
dan door Dr. Berlage zelf verkeerd ingericht voor
het verkeer en het doet me feitelijk genoegen, dat
ik dit van den beginne heb gezegd, terwijl men thans
meer cn meer tot de overtuiging komt niet dat ik
gelijk heb, verre van dien natuurlijk. Wat is 'n jour
nalist tegenover de mannen die „het" weten?
maar dat het anders en beter had gekund. Welnu
men experimenteert hopeloos. Nu zijn we aan het
carousselrijden op dit plein en moet iemand om twin
tig meter verder te komen, circa honderd meter om
rijden ,en tweemaal een verkeersstroom kruisen in
plaats, van een halve maal.
Degelijkheid is maar alles.
Overleg is ook maar alles.
(Eenvoud is alles.
En zoo is er nog meer dat allemaal alles is.
Doch een optelsommetje van al deze den bewinds
man kenmerkende eigenschappen is niet alles. Doch
.heelemaal niet-alles".
Waartegen oneerbiedige menschen ook „dalles" zeg
gen.
Vermoedelijk hierom zitten zooveel Kamerleden zoo
gaarne op hot bordes van Regina. Kijken naar an
dere dalles-makerij
A.
VAN
Dit voorjaar hebben wij vele nieuwe abonné's op
HET NIEUWE MODEBLAD, hetwelk dit» jaar den
25sten jaargang is ingetreden, kunnen inschrijven.
Voor degenen, die zich thans alsnog vóór 15 No
vember éls. als nieuwe abonné op deze uitgave laten
inschrijven, stellen wij &ratis beschikbaar de vol
gende twee premies; een
Speciaal Lingerie-nummer
alsmede een -
Boeiend verhaal,
in smaakvol geillusteerden omslag: *De dochter van
den Ideaal-soclalist."
DAARENBOVEN:
hebben de nieuw;e abonné's het recht om- gratis
deel te neipen aan öllle wedstrijden, die in het
4e kwartaal in Het Nieuwe Modeblad zullen
worden uitgeschreven.
A. In een der Octobernummers wordt ©en zeer in
teressante wedstrijd gepubliceerd, waaraan ver
bonden zijn 25 prijzen, o.a. ©en
gouden Armbandhorloge.
B. In November volgen een aantal wftraissen waar
bij 500 stalen Irex-construcrtiedcozen worden uit
geloofd. Dus
een aardige verrassing voor uwe kinderen.
C. Ten slotte zal in December een grootte wedstrijd
worden uitgeschreven, waaraan verbonden 100
prachtige prijzen, o.a. een
inzinkbare Trapnaaimachine.
De prijs van HET NIEUWE MODEBLAD (2e uit
gave) bedraagt slechts f L25 per kwartaal
Zendt omgaand een bestelling aan de administra
tie onzer courant.
DE UITGEVERS.