Lekker slapen. VASTE BETREKKINGEN. Van allerlei uil de Men- schelijke samenleving. Uit het hart Yan Holland. DERDE BLAD. Leidsche WOLLEN DEKENS Beddenfabriek van M. KLEKCQ JUBILEUM-VERRASSINGEN HET NIEUWE MODEBLAD. Zaterdag 24 October 192S. 68ste Jaargang. No. 7730. hert vruchtbaarste landschap en 'de .viechrijkste eee van Indië is nu", zoo schreef hij, „het onze. Ziet en considereert toch, wat een goede correctie vermag en hoe de Almogende voor ons gestreden Volledige opleiding per brief voor kommies, politie, bewaarder, hulpkeurmeester. Beginsalaris vanaf en ons gezegend heeft Op ons allerzwakste en te- f 1200.Leeftijd 22—35 jaar. Inlichtingen en adreslijst van meer dan duizend geslaagden zendt gratis gen de opinie van allo menschep ja va/n omfl»n M. Baad van Indië zalven, hebben wij, door Gods ge- v. d. BROÊK, Groningen, Postbus 70. HET OOST-INDISCHE HUIS TE AMSTERDAM. Het Oost-Indische huis, dio verzamelplaats van goederen en koloniale macht, welke Nederland en Amsterdalm in de 17e en 18e eeuw bezaten, is in oorspronkoJijkon vorm bij'kans niet moor aan wezig. De daar tezamen gebrachte grootheid ia in meer dan een opzicht vergaan. Maar de plaats, waar het gevestigd was, staat nog vast; overblijf so len ervan zijn nog aanwezig, en de geschiedenis van de Oost-Indisene Compagnie leeft nog in om* midden. Do oprichting is moeilijk geweest; ware niet v. Oldenbarneveldfc geslaagd in het samen brengen van de vele, eikander beconciurreereuide compagnieën, wellicht was er van een Nederla-nd- eche macht in deze overzeesohe gebieden niets over gebleven. Pieter Botk en Laurons - Real behoorden tot do eerste Gouverneurs-Generaalna hen kwam, op 21 Maaarfc 1619, Jan Pieterszoon Goem. Het was juist op hot oogeiiblik, dat hij, opperkoopman reeds, te Bantam kwam, om met den Vorst enkele woor den te wisselen over, diens college van Jaea.bra, I wions optreden hem niet beviel1. Men verlieze de meer dan moeilijke omstandig heden, waaronder Ooen optrad, niet uit het oog. Zeker, de tegenwerking der Porbugeezen. die De Houtman en de zijnen en de na hen komentde koene zeevaarders-ontdekkers ondervonden, was vrij wel gebroken, maar in de plaats daarvan waren de Engelschen verschenen, te wier eere moét wor den erkend, dat zij reeds in de zeventiende eeuw j als kolonisten niet minder energie ontwikkelden i dan onze Hollandscho voorvaderen. En evenzeer als de Hollanders niet nalieten zich' van de inlanid- i sche vorsten te bedienen teneinde wantrouwen tegen de Engelschen te kweeken; evenzeer pasten de Engelschen dit kunstje toe ten aanzien vanc hun HoKandsche mededingers, wier voorsprong in ko loniaal bezit zij niet wilden erkennen. De potent taten van Bantam en van Jacatra waren machtige vorsten, natuurlijk naijverig op elkanders gezag, en dank zij de buurschap, maar aT te zeer geneigd om in twist te geraken. Dat is een der voordeeien geweest, waaarraede Ooen, zijn opvolgers en zijn voorgangers, hebben kunnen woekeren. De vestiging te Jacatra was niet zonder moeite verkregen, even- min als die te Japara en op andere punten van den iiitgebreiden Archipel. Minder wantrouwend, min- j der schrander ook dan de Japaneeaen op Decöma, stond de vorst te Jacatra den Hollander toe, een sterkte te bouwen rond de aanvankelijk opgerichte 1 koopmanshuizen. Dat geschiedde reeds voordat Ooen het bewind i in 'handen nam, maar het geschiedde toevalliger-1 wijze. Do Gouverneurs-Generaal1 zetelden op de I Molukken en eerst Ooen heeft begrepen, dat een B algemeen „rendez-vous'' noodig was en dat dit niet op de Molukken gevestigd kon worden en blijven. Zoodra hij het oog op Jacatra geslagen had, heeft hij daar met kracht de zaak aangevat, hoezeer ook inlandsehe en Engelsche tegenstand hem mochten hinderen. De vorsten van Jacatra en van Bantam mochten zich vereenigen; de in! de Indische wateren aanwezige Engelsche vloot mocht „De Zwarte Leeuw''' met een rijKe lading uit Japan terugkeerend, overrompelen: Ooen zou te land en ter zee met stoutheid op stoutheid antwoor den. Het fort van Jacatra was nog niet voltooid; slechts bruikbaar voor eersten tegenwaardaar tegenover werd door de Javanen en de Erngelsche-n een batterij opgeworpen, die maar al te yeel nadeel" aan het fort kon doen. Er moest gehan deld worden en ondar Ooen's drang besloot de Raad van Indië te handelen. De vijandelijke batte rij werd vernietigd; de Engelsche vloot werd aange tast; hoewel men zelfs geen voldoenden voorraad kruit had. Met zeven schepen op de Engelsche vloot van elf behaalde Ooen bijna de overwinning en "-overtuigd, dab in Indië „wat grootsch ver richt can worden'" ging hij naar de Molukken; om de noodige hulp te halen. Coen moge een groot man zijn geweest, maar ook hem zijn feilen niet weggebleven. Hij stelde Pieter van den Broeeke aan om in zijn afwezigheid do_ sterkte van Jacatra te verdedigen. Hot is dwaass heid! om te beweren, dat Ooen in de moeilijke 1 uren van het gevaar de plaats verliet; het lag niet in zijn aard, dat te doen én hij is teruggekeerd zoo spoedig hij kon. Maar, Pieter van den Broeoke was wel1 de allerlaatste, opgewassen tegen de moei- j lijke omstandigheden, waaraan hij het hoofd had. I te bieden. Coen had hem ernstig voor de inland sehe vorsten gewaarschuwd; toch ging hij uit om hij den vorst van Jacatra feest te vieren, waarbij j bij zoo spoedig mogelijk gevangen werd genomen. De Engelschen sponnen huin intriges aan ae hoven van Jacatra on Bantam; het fort moest worden genom&i en tevens de daar opgeslagen koopmans goederen en de schatkist der Compagnie. Wanneer niet onderling ruzie was gekomen tussehen de En gelschen en de Javaansche verbondenen, zqu het er bedenkelijk voor de sterkte hebben uitgezien. Wen was het niet eens over de yerdeeling_ van den •uit en dat redde de bezetting, die werkelijk niet al je krijgshaftig was en grootendeels besloten om het kasteel, met zooveel mmoeite door Ooen gebouwd, over to geven. Het is merkwaardig, dat Van den Broeeke zoo eiec.ht de zaken schoen geregeld te hebben, dat in zijn afwezigheid eigelijk niemand de aangewezen op per bevelhebber wa-s. Vandaar, dat de bezetting van hot kasteel maar al te bereid bleek om aan «gen wenschen gehoor té gevenen, waar hgt hogelijk was, vroolijk feest te vieren. Gelukkig schoten de onderhandelingen niet op; vertrouwde Jüon de inlanders niet, zoodat dan ook De Oarpety tier en Andries Soury, beiden Raden van Indië, een leventje van pleizier ontdekten, toen zij, door *vnen vooruitgezonden, iiy Jacatra aankwamen. Er was weinig voorzichtigheid betracht tegenover de inlandscho vorsten, weinig van do gebruikelijke uiaiimoedigheid betoond in het afslaan van dan aanval. Dat veranderde toen Ooen op 10 Mei 1619 tor roedevan het tegenwoordige Batavia aan kwam. Hij draaide niet; hij liet het aan straf *uet ontbreken, maar evenmin aam 'dadeni Het is de moeite waard, om de brieven te -pzen, die Jan Pieterszoon Ooen, de lasthebber van de heeren Zeventien, bijna de machtigste .mannen, de toen machtige Republiek der Nederlanden, ichtte tot zijn meesters. Hij verbloemde niete Jai1 den slechten toestand, waarin de „majores"" •uun bezittingen in Indië Keten. Maar tegelijkertijd gng: hij op den 30sten Mei met 13 compagnieën, wzamen omstreeks duizend man tellende, op Jaca- «a af, tastte de vereenigde legers' van Bantam en T\!fa-ra aan 011 Vf?rineesterde ae inlandsehe sterkte. D0 Engelschen verloren hun steunpunt te land moesten aftakkenOeen beschouwde het fort Jacatra als het natuurlijke punt voor het zoo- gewenschte rendez-vous. „Een goed deel van nade, do groote kracht van drie machtige vijanden weerstaan, do plaats behouden on hen allo drie ver- ?n -n/>t dreven'-. Wel hebben de Jaoatranen getracht, 2111,1!,061!, ^en: Gn toch mRn voort 12H .pet. nieuwe versterkingen aan te léggen, meer in het dividend uit te koeren, een vloot van ruim lOOgroote binnenland; wel bleven verdere intriges niet uit, schepen te onderhouden en een leger van 23.000 man maar Ooen had dit belangrijke geografische punt U1{,te gezuiverd en voor goed het centraal gezag hier ®®*®t in 1780. toen de Vierde Engelsche Oorlog gevestigd;. uitbrak, bleek het verval ten volle. De bezittingen Op dit punt werd de bouw van de aanstaande Jangs de kusten van Voor-fndiö, het toen zoo be- hoofdstad van de Nederlandscho Indiën ontworpen. langnjko Negopatnam ging verloren. Ook -Padang cn Toen het puin van Jacatra was weggeruimd- 'kon zelfs Ceylon. Welke verliezen de 'Compagnie leed aan inet het bouwen van «de nieuwe stad een aanvang, handelswaren en schepen, het is niet te zeggen; het worden gemaakt.Coen wüde haar „Nieuw-Hoorn7' ™as in die dagen niet een 'Hollandscb eskader, dat doopen naar zijn geboorteplaats, maar de heeren z ln ae Indische zeeën tegen de En Zeventien gaven terecht aan oen meer algomccmen 8elschen_ weerde; het ,was„ „bij voorkeur naam de voorkeur en noemden haar bij resolutie ?P "e Franschcn onder do Suffren, dat men van 4 Maart 1621. Batavia. Op 22 Augustus werd' h«t Hot aankomen. Wel werd bij den vrede van 1784 de nieuwe naam bij plakkaat pleohtig vastgesteld. ve°l teruggegeven, maar Negopatnam bleef verloren Reeds op dat oogenblik was hot zwaard van Coen in en bet ergste van alles aan dé Engelschen de scheed wodergokoord. liij werd de koopman- moest do vrije vaart op Indiö worden toegestaan, boekhouder, die oe handelsvooideelon. overwoog. Bijna twee eeuwen hadden de Engelschen gestreden Wel1 moest op de inlandsehe vorsten, in 't bijzonder °m dit te bereiken; Coen had de Engelschen buiten don Keizer van Mataram, ver in 't .Oosten geves- Indiö weten te houden, maar mannen als Coen wa- tigd, liet oog worden gehouden, maar aan don han- ren zeldzaam geziene figuren in de achttiende eeuw. dei diende de eerste gedachte te warden gesehon- .Met de Oost-Indische Compagnie is het snel ten ken. Het kasteel' te Batavia, waarvan nu nog de einde geloopen. De Algemeene Staten hadden nim- poort met die léelijke beelden bij 'den Grootem mer naar baar innerlijken toestand gevraagd, doch Boom aanwezig is, sprak van Nederland® sterkte; bleken tevreden met de voordeeien, die de Compagnie binnen dat kasteel werden alle inrichtingen van de aan den Staat gaf. Nu echter veranderde het. De Oost-Indische compagnie opgenomen, terwijl zich j Kamer van Amsterdam moest in 1781 aan de Sta- daarnevens het Batavia ontwikkelde, dat al spoedig ten van Holland uitstel van rente en aflossing vra- geheei1 in den oud-Hollandschen trant, voor "Indië gen; spoedig daarna geld leenen, eerst een enkel, zoo merkwaardig ongeschikt, woningen en kanto- daarna verscheidene millioenen. Wel werden deze ren zou bevatten. aanvragen, onder 'hevige oppositie, ingewilligd, maar Het werk, dat Coen in Indië heeft tot stand go- de Staten gingen zich nu met de .financieele aange bracht, is door rijn opvolgers vergroot, ver- logenheden der 'Compagnie bemoeien en stelden een sterkt, uitgebreid. De Oost-Indische Compagnie Commissie daarvóór in. Deze vertrok zelfs naar In- werd een macht in den Staat; heeren Zeven tiein, op dië, om in loco onderzoekingen in te stellen; Zij was het Oost-Indisch huis te Amsterdam, waren meer een jaar lang in Batavia, maar voldeed slechts in machthebbers dan de Staten zeiven. Naarmate geringe mate aan de verwachtingen. En haar on-i f0""i" haar macht toenam, steeg ook haar eigengerechtig- dérzoek was nog geenszins teneinde; de resultaten n 8j °nverenigbaar, heid. Toen in den Tweeden Engelschen oorlog de althans daarvan nog niet vastgesteld, toen Willem ,.f ,OT Dodijn weet, dat men met van compagnie twintig schepen aan de StatenGöneraai V uit Nederland was vertrokken en de Engelsche eii lcan, öpen. Althans n'iet tegelijk, en in het rampjaar 1672 r-2.000.000 aan Holland leen vloot opnieüw in onze koloniën verscheen. De Kaap sJeehts d0 .-.toon en niet de de, naderde zij de beteekenis eener souvereine de Goede Hoop, Ceylon «en de Voor-Indische bezit macht. Men loopt zelfs gevaar, de Opst-Indisiohe tingen, ook Sumatra gingen al spoedig verloren; Compagnie als de hoofdbron van den rijkdom onzer slechts Java en Celebes bleven behouden. Maar het republiek in- de zeventiende eeuw te beschouwen, j was niet meer de Oost-Indische Compagnie, die er Niets is minder waar dan dat, omdat de scheep^ het gezag in handen had, het was de nieuwe repu- vaart op de Oostzee, op de Middellandsche Zee en blikeinsche regeering der Bataafsche Republiek. In de visscherij benevens de nijverheid, ieder voor 1795 werd het bestuur der koloniën overgedragen zich de millioenen opbrachten, waarvan men in aan het Comité van de Zaken van den Oost-Indi- dien tijd in Holland gewaad. Met den koers der 1 schen Handel en Bezittingen, dat te Amsterdam zijn aandeelen ging het als met dien van de Kofniniklij'ke j zetel had; eerst in 1789 bij de toen "aangenomen staatsregeling werd de Compagnie met haar schulden in totaal 120 millioen door de Republiek overge nomen. Formeel bestond zij nog totdat in 1800 de Raad der Aziatische Bezittingen en Etablissementen werd ingesteld. De Oost-Indische Compagnie brengt ons weer eens opnieuw, voor zoover noodig in beeld, dat het ook in de groote dingen der wereld heet: Wie sta, zie toe dat hij niet valle. baar, dé minister ^Verantwoordelijk is, mag de ambtenaar (wat# hij" niet doet) niet beweren, dat de Koningin bij haar besluit do toezegging her riep en haar woord brak, diooh neemt hij zeer terecht den contrasignoerendén minister als verant woordelijk man. Als Colijn niet aceoord was gegaan met dit ongedaanmaken,^ had hij op dat moment het ministerschap met aanvaard, doch was ]iij kalm cdmjmissaris der Bataafsche gebleven. Dan wel hij het financieel genie, immers had, als minister een andere oplossing der moeilijkheid ge vonden. Hij deed nooh het een, noch hot .ander. Hij word wel' minister on werkte wol mee aan hoi nekken van art. 40. Niet alleen dit Hij ging voel1 verder. Hij beweerde, dat alleen de krachtige bezuini ging op de ambtenaarstractémentcn net deficit kon stoppen, den gulden veilig kon maken. Het breken van de (door een ander gegeven en. door hem bestaand aangetroffen) belofte van art 40 was voor hem een absolute voorwaarde ter berei king van het doel, dat hij zich had gesteld: het veilig maken van den gulden. Zonder de op de tractem enten verkregen en al léén door de „woordbreuk" mogelij'ke bezuiniging geen veilige gulden. Waar dit in confesso is en CbKjn's géheele ver kiezingscampagne alleen is gevoerd met dit eene argument, dat hij den gulden redde en waar wij zijn eigen woord hebben, dat de traktementsbe snoeiing dus de woordbreuk hiertoe nood zakelijk was, is de boosheid dos ministers eigen lijk wel wat heel gek. De eer opeisohen voor het resultaat. En tevens ontkennén de harde daad te hebben bedreven, die dit resultaat mogelijk maakte, ziet doet men onder de echte met 15 jaar garantie, uit de SPOORSTRAAT 32 - HELDER Tijdelijk adres aan de overzijde. van tegenwoordig; er was een zekere maatstaf tussehen dividenauitkeering en dien koers, maar geen volkomen logische. En dat wel daarom, wijl de staat der financiën voor ieder, die niet tot do be faamde heeren Zeventien behoorde, geheim bleef. Deelhebbers in de Oost-Indische Oompagnio moch 'ten ernaar vragen, zij worden afgescheept, moch ten dankbaar zijn, geen onaaJngeniaam antwoord te krijgen. Dat do bewindhebbers de toen reeds aan zienlijke inkomsten, aan hun ambt verbonden, in den regel' misbruikten, is nooit gebleken, maar dat zij van hun kennis van zaken partij trokken\ om zichzelf te bevoordeelen, kan zeker niet worden ontkend. Dé aandeelen van de Compagnie waren ten. alle.'l tijde zeer gezocht. In 1622 bedroeg de_ koers 300 pet., in 1720 zelfs 1260 piet. Daar de bewindhebbers gevoelden, dat het orediet der Oompagnie zou wor den afgemeten naar den koers der aandeelen, zoch ten zij de dividenden .wol' eens op te drijven. Zoo hadden in 1610 uitkeeringen plaats ten bedrage van 132 pet., in de volgende jaren dan een van/ 40 pet., dan geheel geen. De kleinste uitkeering bedroeg EJtyi pet., en kwam herhaaldelijk voor. Gemiddeld werd er in 193 jaren van het bestaan der Compagnie 18 pet. uitbetaald, dus totaal 3600 pet. van het kapitaal. Om de tienjaariijksche re kening en verantwoording lachten de bewindheb bers: de Staten van Holland gingen zelfs zoover om de rechters to verbieden kennis te nemen va/n. vorderingen of Machten, de Oost-Indisöhe Ocxmpag nie betreffende. Dat kon eenmaal niet aJnders, se dert deze een voortdurend oorlogvoerende mogend heid was geworden, welker krijgsbedrijven, èn voor voor den naam èn voor het gezag der Nederlanden in den vreemde van groote beteekenis varen- 'Het blijkt reeds bij Jan Pieterszoon Coen. Hij was koopman en niemand, die liever koopman was ge bleven dan hij. Maar bij moest als diplomaat en krijgsman optreden, on voor de na hem kom^der, Gouverneurs-Generaal was het al evenzoo. Wat een Maetsuycker, een van Dsemen, een Ryklof van Goens,'een Cornelis Spealman hebben gedaan, ligt zoowel op krijgskundig als op commercieel gebied. Al meer en moor werd de macht -dor Oost-Indische Compagnie uitgestrekt, eerst over Java, daarna zelfs over een klein deel van de omliggende eilanden; meer en meer weren de inlandsehe vorsten tot le depoppen gemaakt van 'het gezag der Oost-Indische Compagnie. In bet midden der zeventiende eeuw vallen de groote Javaansche oorlogen, waarin het rijk van Mataram werd vernietigd en de laatste hin derpaal tegen het onbeperkt gezag der Nederlanden in Indië werd uit den weg geruimd. De Oost-Indische Compagnie was koopman en krijgsman tegelijk; zij beschikte over souvereine rechten, waarvan de aard, maar niet de grenzen waren te bepalen. De Oost- Indische Compagnie heeft van die macht een be hoorlijk egebruik gemaakt: zij heeft echter in ruil daarvoor aan Nederland een onbetwistbare positie in Europa verschaft en medegewerkt tot den finan- cieelen en commercieelen bloei van de Zeven Provin ciën. Als men den kleinen omvang van 't Nederle/ndl- sché gebied ziet en m?n rekent, welke schatten hier werden opgestapeld, dan kan men den naijver van andere landen begrijpen! Het staat vast, dat ook de koers van de aandee len bewijst het in de eerste helft van de acht tiende eeuw de Oost-Indische Compagnie het top-< punt van haar macht heeft bereikt. Maar van dat Colijn het breken van oen belofte Onder den toppunt waarop zb steeg met Gouverneurs-Generaal drang der omstandigheden minder bezwaarlijk acht, als een Van Tmhoff en. Zwaardecroon, is zij spoedighot feit yan het broken-zelf. tot haar verval gedaald. Aart welke oorzaken ditj, -de omstandigheden, waarin de belofte valt toe te schrijven? Het is nauwelijks te zeggen, w^rd; ongedaan -gemaakt, is inderdaad een ver- Ongetwijfeld hebben innerlijke omstandigheden, als ontsehuldigrng van de woordbreuk te vinden, de strijd om den troon in-het 'Bantamsche, als dei Voor velen is niet Jtet breken, doch het doen ontbinding van het Mataramsche Rijk, als de weife- der belofte de gToote regeeringsfout. lende politiek, die in Sumatra en tegenover Band- j Er werd méér beloofd, 'dan. met het algemeen jermassin werd gevolgd, deels schuld. Maar de groot- belang op den duur toelaatbaar zou zij'n. Het ste schuld lag ongetwijfeld bij-_ het verval, waaraan systeem der duurtetoeslagen volgens een glijdende geheel Nederland ten gronde ging en den yoortdu- schaal1 op grond der indexcijfers, had nooit moe rend slechter wordenden toestand der financiën. Wel ten worden verlaten. En zeer .zeker had o.i. de brachten de Molukken schatten op; wel werden nieu- uitzonderingstoestand, waarin het land zich be- we deelen van den Archipel voor den handel ontslo- vond, nooit de entourage mogen zijn va/n het ten, maar het ging met dien handel in het algemeen fixeoren 'der moodregeling. Deze fout moest zich als met het aanvankelijk zoo hoog geroemde Bata- wreken in den vorm dor woordbreuk door de via. Die oude stad met wallen en bolwerken, met regeeflng noodzakelijk geacht in de gewijzigde om- bekrompen huizen en nauwe straten, was in het standigheden. midden der achttiende eeuw zulk een ongezonde ver- De woordbreuk staat vast. Mén is teruggekomen blijfplaats geworden, dat zij het graf der Hollanders pp een gedane toezegging, een# gemaakte regeling, werd geheeten. En evenmin als deze ongezonde toe- Die woordbreuk mag noodig zijn geweest of niet, stand voor het werkende Holland verborgen kon mag zeer treurige gevolgen hebben gehad voor blijven, evenmin bleef 't het innerlijk verval der Com- vele personen in dienst van dén Staat, of de pagnie. De vraag van de verlenging van het octrooi ernst dier gevolgen mogo schromelijk zijn over- was nimmer in ernst een vraag geweest; die ver- dreven, "het feit zelf staat vast. lenging werd zonder bezwaar verleend. Eerst in 1778 Colijn zegt: maar ."ik heb artikel 40 niet tot werd zij met moeite verkregen, omdat het verval stand gobra- o, ik heb'de vernietiging ervan met der Compagnie ook naar buiten niet langer geheim aan de orde gesteld. Hoe beschuldigt gij mij te houden viel. Voorloopig werd een verlenging van van woordbreuk? slechls twee jaar toegestaan en eerst de persoonlijke Ook dit is waar. tusschenkomst van den stadhouder-jopperbewindheb- Doch Colijn toekende a's minister het besluit ber deed bet nieuvèe octrooi verleenem De jaarlijk- ter ongedaanmaking en waar de kroon omschenlcl- Het ruzietje aan het einde der discussie in de Kamer over de ambtenaarssalarissen leek ons iet wat.... gezocht Zeker, er zijn .tal' van manieren om een em, de zelfde opvatting onder woorden te brengen, em het is niet steeds een eigenschap des heeren Marchant, dat hij', voor een reeks van keuzen staand, de be leefdste en zachtste kiest Het is zeer wel1 mogelijk een minister te be duiden, dat men zeer weinig vertrouwen heeft in zijn toezeggingen, zonder nu bruuskweg te cénsta- teeren, dat „een garantie of oen belofte van dezen bewindsman voor mij geenorJei waarde heeft." Als Marchant bijv. had gezegd: „liever oen vastgelegde officieele regeling te zien, dan 'een toe zegging te ontvangen van eein minister, die op grond van vroegere ervaringen geneigd was te zwichten voor omstandigheden, die in strijd waren met vroegere officieele beloften", .had hij - precies hetzelfde beweerd, zonder den minister kwaad te maken. Vermoedelijk omdat Colijn dan niet zoo gauw de „beleediging^' zou hebben gesnapt, terwijl in die rauwe inkleeding van het te constatee- ren feit. niemand de bedoeling kon misverstaan. Colijn dus werd boos. Was het de „toon" of de „muziek"? Wij gelooven de toon. Want de minister, dien Marchant hier zóó het vertrouwen opzegde, weet natuurlijk heel goed, dat de leider der vrijzinnig-democraten in dit opzicht volstrekt niet alleen staat. Feitelijk was de geheelé interpellatie-Ter Laan, die aan het inci dent voorafging niets, dan een lange variatie op het thema: de regeering heeft haar woord gebroken. «Bovendien was het niet de eerste keer, dat deze beschuldiging, binnen en buiten de Kamer in het geschreven en gesproken woord, is geuit. Waarom was Colijn zoo boos, nu opeens? Mysterie. Behalve als wij aannemen, dat de toom hier meer kwetste dan het feit. „muziek" zijn geweest, die hem jsoo boos maakte. Toen is de Kamer voor een poosje na al het harde werken op reces gegaan en konden haar leden hun gezin, hun zaken of hun -kiezers gaan ver blijden met hun geachte tegenwoordigheid. Dan wel vah Binnenhof naar Buitenhof is maar één schre de: zij konden zien hoe goed de gemeente Den Haag het verkeer weet te regelen. Op een mooien dag gaat dit heel goed van het terras van café Regina of Riche. En vooral R'egina is bij sommige tegenwoor dige en gewezen Kamerleden in trek, omdat je daar zit in de oude ruimten van de Besognekamer en je haast dezelfde deur gebruikt als de leden van die historische club van Staatslieden en Kamerleden. 'Nu onze verkeersregelaars overal hebben rondge zworven om te zien hoe men in het buitenland met het verkeer omspringt en ons gelukkig hebben ge, maakt met de (totaal verkeerd begrepen) armbanden der agenten en met de tandakkende slangemensch- achtige evoluties dier arme stakkers, zou men den ken dat alles tiptop was. Helaas 1 Er mankeert nog heel wat aan. Natuurlijk is het verkeerd geweest ter regelipg van het verkeer in een ietwat uit haar corset gegroeide provincieplaats als Den Haag te gaan kijken naar een stad als Londen. Waar natuurlijk de eischen, en dus de voorschriften, geheel anders zijn. En waar men zelf met de handen vaak in het haar zit en experimenteert. (Laat ik er dadelijk bijzeggen, dat er hier dingen zijn, die veel beter zijn geregeld dan in Londen. Alleen hoop ik nog even te mogen verzwe gen welke.) Het Buitenhof is nu eenmaal al is het dan door Dr. Berlage zelf verkeerd ingericht voor het verkeer en het doet me feitelijk genoegen, dat ik dit van den beginne heb gezegd, terwijl men thans meer cn meer tot de overtuiging komt niet dat ik gelijk heb, verre van dien natuurlijk. Wat is 'n jour nalist tegenover de mannen die „het" weten? maar dat het anders en beter had gekund. Welnu men experimenteert hopeloos. Nu zijn we aan het carousselrijden op dit plein en moet iemand om twin tig meter verder te komen, circa honderd meter om rijden ,en tweemaal een verkeersstroom kruisen in plaats, van een halve maal. Degelijkheid is maar alles. Overleg is ook maar alles. (Eenvoud is alles. En zoo is er nog meer dat allemaal alles is. Doch een optelsommetje van al deze den bewinds man kenmerkende eigenschappen is niet alles. Doch .heelemaal niet-alles". Waartegen oneerbiedige menschen ook „dalles" zeg gen. Vermoedelijk hierom zitten zooveel Kamerleden zoo gaarne op hot bordes van Regina. Kijken naar an dere dalles-makerij A. VAN Dit voorjaar hebben wij vele nieuwe abonné's op HET NIEUWE MODEBLAD, hetwelk dit» jaar den 25sten jaargang is ingetreden, kunnen inschrijven. Voor degenen, die zich thans alsnog vóór 15 No vember éls. als nieuwe abonné op deze uitgave laten inschrijven, stellen wij &ratis beschikbaar de vol gende twee premies; een Speciaal Lingerie-nummer alsmede een - Boeiend verhaal, in smaakvol geillusteerden omslag: *De dochter van den Ideaal-soclalist." DAARENBOVEN: hebben de nieuw;e abonné's het recht om- gratis deel te neipen aan öllle wedstrijden, die in het 4e kwartaal in Het Nieuwe Modeblad zullen worden uitgeschreven. A. In een der Octobernummers wordt ©en zeer in teressante wedstrijd gepubliceerd, waaraan ver bonden zijn 25 prijzen, o.a. ©en gouden Armbandhorloge. B. In November volgen een aantal wftraissen waar bij 500 stalen Irex-construcrtiedcozen worden uit geloofd. Dus een aardige verrassing voor uwe kinderen. C. Ten slotte zal in December een grootte wedstrijd worden uitgeschreven, waaraan verbonden 100 prachtige prijzen, o.a. een inzinkbare Trapnaaimachine. De prijs van HET NIEUWE MODEBLAD (2e uit gave) bedraagt slechts f L25 per kwartaal Zendt omgaand een bestelling aan de administra tie onzer courant. DE UITGEVERS.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1925 | | pagina 9