iliiMti Iticós-
iliisiiiili- MliiïlM
DE
Donderdag 19 November 1925
68ster Jaargang. No. 7745.
Uitgevers! N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen.
EERSTE BLAD.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
FEUILLETON.
Uit en Voor de Pers.
10-
blad verschijnt Viermaal per .week: Dinsdag, Woensdag, Donder-
g en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
ttlën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
POSTREKENING No. 23330.
INT. TELEF. no. 20.
Prijs per 3 maanden fl.65. Losse nummers 6 cent. AD VERTEN-
TIöN van 1 tot 5 regels £1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno.
inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
DIT NUMMER BESTAAT ÜÏT TWEE BLADEN.
Zitting van Dinsdag 17 November 1925.
een pak gestolen.
1)0 eerste beklaagde vandaag was Johan Meul-
an, 'don 5 Mei 1866 geboren te Nieuwe Pekel'a
i thans woonachtig te Amsterdam.
Hij is te Alkmaar in den nacht van 25 op 26
ili jl. wederrechtelijk weten binnen te komen in
ia perceel aan den Nieuwlandersingel. De bewo-
rs, de heer A. Beijleveld, leeraar aan de
jkskweekschool, en zdjn gezin, waren tijdelijk
wezig door de vacantie-periode.
Een spagnoletsluiting van een stelletje deuren
is niet al te solide en Meulman, als schilders-
ieoht geen onbekende met zulk soort dingetjes*
d' dat bemerkt en er profijt uit weten te trekken,
or het zaakje met practische hand open te peu
ren. Johan wist ai vrij spoedig z'n „entrée de
ambre'' te maken.
Daar stond hij dan, eenzaam en verlaten, Maar
en hij al „sfcreuneaidé' wat van zijn gading votrii,
rliet dat gevoel van verlatenheid nem al heel
uw. Zijn spiedend oog had een. nog bijna fonkel-
euw grijs- pak ontdekt. Dat trokhij over zijn
^en plunje aan. Een werkje, dat goed wilde
otten, want het oosbuum van den dikken leeraar
as geheel bij machte om Johan, plus -diens eigen
unje, te omhullen.
Johan wist later voor een zacht prijsje het
stolen oostmim, dat hem1, éérlijk gezegd toch
eei te groot was, van de band te doen en de
tak was in orde!
o„„ Maar het doen en lateai van otns vriendje werd
ver- BWspeurd, toen door 'de bewoners aangifte was
[waan van de vermissing van het oostuum.
En „Jo'" werd opgeduikeld in een inriohtiing van
,Het Leger dee Heils', 'te Amsterdam en zat wei-
te Alkmaar'achter slot en grendel in voor-
'i. Beklaagde had in des leeraars woning nog
gedaan dan het pak wegnemen- Vain de bij'
lijk'e gelegenheden nogal eens1 raak achter-
ten „fooi'- is in dit geval niet gebleken, wat
}h ook heel' goed- zal schikken. Maar enkele
Enigheden gaven de bewoners bij huln terugkeer
5 August^ te denken, Zoo waren er door
klaagde een paar eitjes gebruikt, waarvan de
pbmzen doppen nog werden gevoinden- De
eraar dacht bij het zien daarvan aanvankelijk
an ratten, maar weldra was er geen twijfel of er
■aren ongenoode menschelijke gasten geweest.
Beklaagde; sbond dan vandaag terecht en hoorde
jaar gevang, tegen zich eischen.
Mr. de Groot, zijn verdediger, pleitte er wak-
op los en vond aan het einde valn een gloedvol
Icidooi alle aanleiding om vrijspraak te vragen.
HELING.
Daarna, stond terecht de 56-jarige tailleur Arïe
akker uit Alkmaar, tevens ervaren ,,ijsco,'-vente!r,
ij was op den ochtend van Zondag 26 Juli op
eg ter kerke, toen hij door Johan Meulman uit
et vorige zaakje werd aangeklampt om „het pak"'
i koopen. Voor 'n tientje, voor f 7.50, voor..*
rie wilde aanvankelijk niet hooron.... moest ter
ark... maar hij werd „lekker'' door het zoo zachte
rijsje en zei ten slotte, zich „gevend.'': „Nou voor
knaken (rijksdaalders) dan.... Ga dan maar mee
aar huis, dan zal' ik je betalen. En het tweetal
fflde met gezwinden pas naai* Arie's woning- In'
int
nke
9.
Oorspronkelijk roman door
LOUISE B. B.
;en;
r En nu scheen alles in orde. Door woord noch
jïebaar verried Jaap ooit jneer wat er soms mocht
"n in zijn binnenste. Trouw hield hij zijn.
3, zoo stipt,dat ook' Betty zich in slaap liet
pwn en werkelijk meende de volgende jaren, dat
p. -,do dwaze kalverliefde", die een oogeniblik
'«®gde te verscheuren den mooien ouden broedèr-
gzustcrband,geheel1 overwonnen bad, vergeten
wfc- Jaap's huiselijk leven maakte baar dwaling
Wdaarbaar. Zijn groote afgetrokkenheid viel
^ït bijzonder op, hij was immers een in zich
gekeerd man, weinig spraakzaam, daarbij een
fakezei, die liever den ganschen dag ,en oen ge
uite van den nacht met den neus in boeken en
®Weron zat, dan er toe te krijgen was, behoorlijk
ekleod in oen lange zwarte jas en hoogeln hoed
0 ...jours'" 'der kennissen te bezoeken, of mede
tuis te ontvangen.
Dan was Rudolf van Hoogduynen toch geheel
er?.\ Ruud veronachtzaamde geen enkel' détail
ail ®jn.uiterlijk, noch ooit de vormen der samen-
iving. Maar dat paste bij zijn betrekking. Na
^n, studies te Utrecht voltooid te hebben, werd
U bij de diplomatie geplaatst. Tot trots en vreug-
moeder, maar vooral van zijn tantes,
«Kleedde hij nu een gedistingeerde betrekking,
a overeenstemming met zijn'ouden naam, maar
«laas met met zijn uiterlijke omstandigheden.,
wg altijd kon Rudolf van Hoogduynen, arm als
vvl 'i vag"e Wiofte: ,;Als ik een bestaan heb,
jffi* ik je vragen....!'" met inlossen-. Toch, in de
uiio dagen tijdens haar moeders slqpendc ziekte,
a ook nog na haar dood, waren Rudcnf's verloven.
ee.n maand, de lichtstraal in Betty's stil'
eventjo geweest. Zijn komst naar dm ITaag eens
jaar, werd voor haar een troost, oen behoefte»,
i5anHiar verlangde, waaraan zij dacht én
e andere maanden die hem bonden am zijn) post
-Athene, te Petersburg en nu do laatste
n te Rome. Dan, als hij er weer was, bij haar,
de gang bad Johan bet mooie grijze „leeraars*
jasjV' al uit. In de woonkamer volgde de rest,'
tegen afgifte van de twee.„knaken'"- En 't zaakje
was afgedaanBehalve dan. dat de Justitie nu
ook met Bakker wat bad ar te rekenen. Wegens
schuldheling werd Bakker opgeknapt met een eiscb
tot f 50 boete of 50 dagen hechtenis. Bakker schrok
daar wel1 'n beetje van en benepen klopk bet: „Kur£
nen we niet 'n beetje overeenkomen?"—. Maar
„Schipperen'" dat gaat niet best...
DAT VIEL MEE.
Petrus van der Kooij. oud 22 jaar, thansBtu-
cadoor te Hoorn (z'n geboortestad) had een tijdje
zoo'n beetje samen gehandeld met zijn - schoon
papa, Gerrit Bakker uit Heerhugowaard.
Petrus had. op een goeien dag te Purmerend'
een ket verkocht, waarvan ook Bakker voor een deel
eigenaar was- Petrus had dat als 't ware op eigen
houtje gedaan en stond voor die wederrechtelijke
handelwijze terecht. Maar de O.v.J. achtte geen.
bewijs aanwezig en vorderde vrijspraak.
CONCTCJRRENTIENIJD?
Wilhelmus Roos, een 23-jarige chauffeur uit
Alkmaar, in betrekking bij de firma Min en van
Schalk uit Bergen was onlangs met zijn autobus, op
den Bergerweg rijdende, vlak voor de „bus'" van
den concurrent Parma. Deze moest door bet op<-
zettelijk heel langzaam rijden van Roos wel ach
terblijven en do opzettelijk langzame manier van
rijden, waardoor zooals ten laste was gelegd, de
veiligheid der passagiers in gevaar was gebracht,
bracht nu Roos voor de rechtbank, nadat hij reeds
had terecht gestaan voor den kantonrechter, die
hlemi f 20 boete subs. 10 dagen zitten, plus 4 maan
den ontzegging van rijbewijs had opgelegd- Van
dit vonnis was beklaagde in hooger beroep gegaan,
dat thans „diende". Maar hét bracht beklaagde niet
veel verlichting, daar de heer Officier bevestiging!
van gewezen vonnis vroeg, |nïl. f 20 boete of 10 dagen
hechtenis en 4 maanden ontzegging vaar bevoegd
heid tot rijden. Eiha
A.s. Dinsdag uitspraken.
DE BEZUINIGING EN DE STAATSBEGROOTTNG
VOOR 1926.
De heer W. O. A. Koster schrijft in het November
nummer van 'heti Tijdschrift der Ned. M'ij. voor Nij
verheid en Handel, o.m.:
Een bezuiniging op de Begrooting voor 1926 ver
geleken met die voor 1926, van rond vijf millioen
kan uit de verschillende posten der begrooting. wor
den becijferd. Dat wil zeggen, dat de bezuiniging
van 1925 op 1926 nog niet ten volle de automatische
verhooging der begrooting heeft opgevangen. Er
blijft tenslotte nog een verbooging der gewone uit
gaven van rond een millioen gulden.
Verre van dat de bezuinigingsperiode dus achter
den rug is, moet het integendeel worden vastge
steld en 'n kan niet te vaak en nadrukkelijk genoeg
worden gezegd, dat de systematische bezuiniging
door reorganisatie en versobering feitelijk nog moet
beginnen. Slechts de eerste stappen op den langen
weg zijn gezet.
Inhet Voorloopig Verslag der Tweede Kamer, dat
veel meer aandacht wijdt aan de financiën dan en
kelejaren geledenwe behoeven niet te zeggen hoe
zeer we dit toejuichen wordt door „sommige le
den" opgemerkt, dat zij betreuren, dat de besparing
zoo gering is geweest en dat de Regeering dientenge
volge moet verklaren, dat er van belastingverlaging
geen sprake kan zijn. Deze Kamerleden „achten
het uitermate teleurstellend, dat de bezuiniging zoo
langzaam voortschrijdt .Blijft het zoo doorgaan, dan
zal de nieuwe door den minister opgelegde belasting
druk permanent worden, omdat "de bezuinignig ten
hoogste het%automatisch accres der uitgaven zal dek
ken". De hier aan het woord zijnde leden kwamen
dan ook tot de slotsom, „dat het resultaat ten aan
zien van het sluitend maken der begrooting grooteiv
deels is bereikt door belastingverhooging, niet door
bezuiniging.
In het algemeen kan de juistheid dezer critiek niet
ontkend worden.
Ein' toch geeft de bestudeering, poet na post, van
de Staatsbegrooting ,voor 1926, in het bijzonder wan
neer elke post vergeleken wordt met de 'overeen
stemmende uitgave over het dienstjaar 1924 ge
daan, het bewijs,' dat "er inderdaad vooruitgang is.
Eh juist waar wij 'einde 1923 in de artikelenreeks j
„Eindelooze Stijging" op grond van zulk een bestu- j
deering der posten kwamen tot dikwijls scherpe,
critiek en een jaar later in het artikel „Na een jaar
bezuiniging" moesten vaststellen, dat nog slechts
Weinig verbetering was te constateren achten wij ons
thans verplicht en gelukkig nadrukkelijk te
kunnen zeggen: Er is beterschap, we gaan vooruit.
Zeer belangrijk hierbij .zijn de bezuinigingen, «in j
het dienstjaar 1924 doorgevoerd.
De rekening 1924 ziet er beduidend gunstiger uit.'
dan de begrooting voor dat jaar. Ondanks verhoo.'
ging der geraamde uitgaven, voornamelijk voor
rente en leeningskosten, met ruim 8 millioen gul
den, is het totaal der uitgaven bijna 12 millioen be
neden de raming gebleven. In totaal is dus op de
ramingscijfers rond 20 millioen bezuinigd Een zeer
beduidend deel van dit groote bedrag is gevonden i
op wat wij in de 'artikelen „Eindelooze Stijging"
noemden „de algemeene uitgaven" van den staat,
Naast dit feit is er een tweede, dat ops brengt, tot de
conclusie: „We gaan vooruit". De ramingen voor
1926 houden in tal van gevallen helaas lang niet
altijd rekening met de werkelijke' uitgaven over
1924. In de oorlogs- en na-oorlogsjaren had op de
departementen burgerrecht verkregen, dat een be-l
grooting wel hooger doch niet lager kon worden.
Indien voor 1922, om een voorbeeld te noemen!
f 100.000 was geraamd, voor 1928 f 120.000' en- de
werkelijke uitgaven over 1922 bleven beneden de ra-|
ming voor dat jaar, dan werd desondanks op de be-i
grooting voor 1924 aangegeven f 120.000. Toelichting:
„Als 1923". Werd echter de raming 1922 overschre.
den en kwamen do uitgaven op f 140.000 voor dat
jaar, dan werd o pde begrooting voocr 1924 ten minste
dit hoogere bedrag opgenomen, met de stereotiepe
'toelichting „Verhoogd in verband met de uitkomsten j
van het afgefloten dienstjaar".
Zoo werden de cijfers steeds meer opgeschroefd.)
Met deze allergevaarlijkste methode is thans gebro-1
ken. In vele gevallen wordt niet alleen gekeken i
naar de raming voor 1925, doch ook naar de uitkom- j
sten van 1924 als deze lager zijn. De schroef draait
óók wel eens terug! 1
Intusschen zijn voorbeelden van het tegendeel nog
bij de vleet te vinden. Teekenend is het volgende:
In 1924 werd uitgegeven voor Kosten verpleging be
volking Tuchtscholen en Rijksopvoedingsgestichten
f 338.000. De raming, voor 1925 gemaakt toen het re-
sultaat over 1924 nog niet bekend was, bedroeg'
f 400.000. Nu zou men verwachten, dat die voor 1.926»
op grond der cijfers van 1924 ten hoogste f 338.000
zou zijn. Ze is echter f 390.000. En deze verhooging
met f*52.000 boven de werkelijke uitgaven wordt;
toegelicht met de woorden: „De raming is vermin-;
dard 'in verband met de te verwachten mindere uit_'
gaven door teruggang der bezetting van de Rijksop
voedingsgestichten voor jongens".
De kwade gewoonte is dus allerminst uitgeroeid,
integendeel. Ze is echter niet algemeen, zooals in
1923 en 1924, toen ze bij scbier icderen post werd on
gemerkt..
Een derde feit, dat hoop geeft voor de toekomst, is
de geleidelijke voortgang van dienstreorganisaties en
opheffing, van instellingen, die gemi9t kunnen wor
den zonder schade voor onze volkswelvaart of onze
■volksontwikkeling.
Inderdaadgaat dit niet snel. Het lijstje is nog
niet lang: Opheffing Kort Verslag; Opheffing insti
tuut der Rijksbetaalmeesers; Reorganisatie Poste
rijen; Rijksgebouwendienst; Opheffing functie Secre
taris Raad v. Arbeid; Samenvoeging van epkele
onderw ijs-inrichtingen.
Veel doortastender en sneller dan tot heden zal
deze, allerbelangrijkste, groep bezuinigingsmaatre
gel enmoeten vyorden uitgebreid. Belasting-inning;
Onderwijs; Rechtswezen; Gevangenis-wezen: /B»<
reaux voor Onderzoek en Voorlichting enz. bieden
een ruim en rijk reorganisatiegebied.
Daarnaast moet een einde worden gemaakt aan do
zeer talrijke, vaak heelgoed betaalde, bij-functies,
toelagen enz. enz. die zoo uiterst kwistig door de
begroeiing zijn verspreid. Hierin vooral moet - ver
sobering worden gezocht. Indien de staat een beroep
doet op de vrijwillige' medewerking van de burgers^
zal dit zeker niet te vergèefsch zijn. En tal van
sinecures kunnen zelfs verdwijnen zonder vervangen
te worden door vrij willigen arbeid. Alleen de betref
fende persoon zal de opheffing van zijne „functie"
betreuren en bemerken.
De staat zij uiterst sober met het, zoo moeilijk op
gebracht, belastinggeld der burgers, In dit verband
kunnen- wij een opmerking niet achterhouden om
trent dé Volksvertegenwoordiging zelf. De post voor
pensioenen van oud-Kamerleden stijgt snel en zal
dit blijven doen na iedere verkiezing. Voor 1925 ge
raamd op f 61.256 is hij in de begrooiing voor 1926
opgenomen op f 100.000.
Daarnaast vermelden verschillende hoofdstukken
der begrooting non-aetiviteitstractementen voor amb
tenaren, die tot Khmerlid zijn gekozen; vaak van
duizenden guldens. De figuur is dus als volgt: de
ambtenaar, tot Kamerlid gekozen, blijft in het dienst
verband van den Staat en ontvangt daarvoor zelfs
een belangrijk bedrag boven zijn vergoeding als Ka
merlid. En daarnaast waarborgt de 'Staat hem een
pensioen, Onafhankelijk van leeftijd, waarvoort als
motiveering is gegeven en terecht dat de ge
kozene een maatschappelijkcn werkkring verlaat,
waarin hij, niet-herkozen, niet of niet in gelijke po
sitie kan terugkeeren. Hier is een tegenspraak. De
ambtenaar. Kamerlid geworden, moet óf zijn non-
activiteitstraktement óf zijn pensioen als Kamerlid
niet ontvangen. Juist hier mag het mes niet van
twee of zijn hét er drie? kanten snijden.
Naast de reorganisatie en de versobering door het
besnoeien van allerlei Secretariaten, Raden, Com
missies, Colleges, Bureaus en wat niet al, zal bezui
niging gevonden kunnen worden in beperking van
•het aantal ambtenaren, eeri beperking trouwens, die
met de reorganisatie ten nauwste samenhangt.
Met deze bezuinigingstaak zullen de departements
hoofden zonder onderscheid voortreffelijk kunnen
beginnen in eigen kring, in de departementen zelf.
Naar te hopen is, zal ook tot dezen arbeid zeer
medewerken de te verwachten comptabiliteitswet,
waarin de centrale controle wordt geregeld van den
minister van financiën op het geldelijk beheer der
verschillende departementen.
Teneinde niet in herhalingen te vallen hebben wij
dit jaar niet, evenals voor de. begrootingen voor, 1924
en 1925, elk onderdeel uit een bezuinigings-oogpunit
bezien en aangegeven waar verbetering, post voor
post, mogelijk was. Hadden wij ddt wel gedaan,
op gevaar den lozer tot de meening te brengen, dat
alles bij het oude bleef de lijst van becritiseerde
posten zou niet veel korter zijn geworden dan vo
rige jaren. De zoo gewekte indruk ware echter on
juist. geweest Er is verbetering. De bereikte resul
taten zijn niet onbeteekenend .Als voortgegaan wordt
sneller en doortastender dan heden, op den ingesla
gen weg der bezuiniging, zal ons volk, en ons be
drijfsleven in het bijzonder, uitkomen onder den
1 druk van de te booge, welvaart-fnuikende en
groei belemmerende belastingen.
dan dronk zij hoop en levensmoed uit den warmen
iluweelen blik zijner donkere oogen, dan voelde
zij in de streeling van zijn handdruk, opnieuw de
herhaling van zijn belofte, de onuitgesproken ver
zekering: „Zie, Betty. ik kom tot je terug, zooals
ik afscneia van je nam, verleden jaar: mijn hart,
mijn toekomst behooren nog altijd jou toe
De jaren ringen....] Achttien telde Betty toen
zij van kostschool kwam-, een j'ong meisje vol illu
sies, zorgeloos vroolijk. Het leven had .zijn ernstige
zijde haar toegekeerd." Zij had afstand moeten
doen van vroofijko meisjesgenoegens, alvorens ze
goed te hébben léeron kennén. Zij 'had jaren lang
aar moeder verpleegd, .eindelijk .gestaan aan haar
sterfbed. En daarna was het nog somberderge
worden in huis. Want, hoe ziek ook, de lieve vrouw
was de band geweest die hen allen saanenbotnd. Nog
weer een jaar, toen stierf de oude heer Van den
Heymeli, de opengevallen compagnonplaats op het
kantoor bracht verdeeldheid tusschen vader en zoon.
De laatste vluchtte, het huis uit. En nu werd haar
stiefvader op zijn beurt ziekelijk, zenuwachtig,
somber.... De thuiskomst van het vroolïjke, Tevens-
lustigo jongere Zusje van kostschool een half jaar
geléden, de terugkomst van Jaap, eindelijk, brach
ten geen verandering
En nu weer die nieuw opkomende Zorg.... Jaap,
die niet. vergeten wilBetty,, diep over haar
werk gebogen, zuchtte zwaar
Een hartelijk lachen deed haar opkijken, vlak
in de vroolijke, guitige oogen van hare jongere
zuster.
Betty glimlachte weemoedig, zag naar het niet
mooie, maar ronde, frissohe gezichtje over haar,
waarin zij zoo duidelijk de trekken herkende van
haar stiefvader en Jaap, te grof om mooi te
kunnen heeten, maar vol uitdrukking. De weetgie
rige blauwgrijze oogen vroegen dringend om ant
woord. „Waaraan ik dacht? Aan wat anders kan ik
denken, dan aan de weinig vroolijke omstandighlp-
den in huis F' -
c „Zal ik je wat voorspellen''; viel Fietjo Bistty
levendig in de rede: „Als je ooit een feestdag hebt
Zien n hot water vallen, dan zal het morgen vaders
verjaardag zajn; let op mijn voorspelling. Papa
Hoopt rond met een gezicht zoó lang....'.'"'Zij breidde
hare armen wijd uit, aan den midoelsten vinger van
haar rechterhand schitterde pen goeden vingerhoed.
Zij droeg dien dag voor hot eerst ean heTrootde
blouse. De vurige, kleur Jiad haar vaders groote
ontevredenheid opgewekt. Het was een dér uitingen
van zijn voortdurenden rouw over zijn vrouw,
langzamerhand ontaard in een. zenuwachtige heb
belijkheid, dat hij .geen heftige kleuren of drukke
geluiden om zioh en in huis verdragen kon. Zijn
jongste dochter ergerde hem dikwijls door het een
of het ander. Toen hij" voor den eten binnen» kwam
en haar fel' roode blouse hem in het oog viel, had-
hij met een pijnlijk gebaarde hand naar de oogen
gebracht: „Kind, hoe kun ie zoom onrustige kleur
kiezen, hoe kan je in dit huisvan rouw, ple
zier hebben zoo opzichtig gekleed te gaan'!''
En hij had aan tafel, opzettelijk vermeden haar
kaait uit te zién. Zwijgend; maar schouderophalend,
had Fietje zijn ontstemming gedragen. Zijn kando
ren wisten het nu eenmaal, Betty preekte het hum
dagelijks voor: tegenover de nukken van hun jrader
moesten zij toegevend zijn, hij was immers ziek,
zieker dan zij 'begrepen!
Nu was het alsof at het lamplicht zich concen
treerde op de vurige roode blouse, hot geheel©
meisje hulde in een lichten stralenschijn. Fietje
met haar roode blouse, haar kroezige blonde haren,
wijd gekapt, het lachende alledaagsohe gezichtje,
was de eenige lichte, vroolijke plek in de groote
kaaner, waar de hoeken - in schemer bleven, niet
tegenstaande die helder Hchtafstralende hanglamp
midden in het vertrek.
„Zeg, T5etty> mogen wij nu eindelijk eens wat
praten. Mijn tong krijgt de kramp van hot zwij
gen. Je hebt zitton werken.... zoo naarstig, dat je
niet eens hoorde als ik je wat vroeg! Moeten |wïj
nu ook al zwijgen als wij onder elkaar zijn, daar
dank ik je toch voor! Als papa en Jaap er bij
zitten, loeren zo ons wel het zwijgen in zeven
talen....!.Laat ons tepminste, als wij onder elkaar
zijn, ons hart luchten V'
Betty zag glimlachend op: „Heb je dan zooveel
op dat hartje?''
„Kan-je nagaan....! Ik ben dén geheelen middag
uit geweest en heb nog nieté kuntien vertellen.,.
.Betty lachte, zij kende Fietje's eigenschap1, gaar-
np uit te wedden over hare indrukken, als ze was
uit geweest.
„Zeg..., ik heb zoo'n zaligen middag gehad. Van
ochtend eerst gefietst met een paar leden van de
club, dat weet-je. Nu van middag hebben we
olubvergadering gehoudon bij de De Grooteus. En
weetije wat wij hebben, afgesproken wij houden
den geheelen winter onze tönnisbij eenkexmsten vol,
met slecht weer zullen wij in een zaal1 spelen e(n
anders op ons gepacht veld bij het hotel de Witte
Brug. Zaterdag hebben wij al de eerste bijeenkomst
overmorgen dus. Leuk, hè! Daarna ben ik even
aangewipt bij de nichten Hoogduynen. Ruud's
moeder was alleen thuis. Ik heb heel gezellig met
.nicht Eli ze praten. En zij stelde in alles belang
üit mijn leventje, heel aardig en belangstellend van
zoo'n oude dame, niet? Zij vroeg, onder anderen,
hoeveel kleedgeld ik nu kreeg van papa, én zij in
formeerde zelfs of papa mij nog een bruidschat
mee zou geven..."
„Nogal indiscreet... van zoo'n oude domo! En
wat antwoordde jij?"
„O, louter moederlijke belangstelling van% haar
kant, dat vat je!'- kwam Fietje snel. De fijne ironie
in Betty's toon ging voor haar verloren. „En ik
antwoordde de waarheid, hè! üc zeide dat ik nu
duizend gulden in het jaar kreeg, maar dat papa
rekenschap eischto van elk dubbeltje dat ik uitgaf.
En wat aangaat mijn vooruitzichten..., daarop ant
woordde ik, dat ofschoon mijn ouders niet in ge
meenschap van goederen getrouwd waren indertijd,
omdat... omdat..."
„.O, zeg liet maar gerust,'' antwoordde Bottyk
"Zacht en gelaten: ;,0.ftidat or mensohen wafön die
nog altijd pretenties op het persoonlijk vermogen
van de weduwe van Eysingen konden doen geüdenl.''
-„Nu ja, door welken voorziohtigiieidsm aatregel
dan ook... I Ik vertelde dat papa mij beloofd had,
zoodra ik meerderjarig werd of trouwde, wat op
het zejfde neerkomt, dat hij het dan beschouwen
zou alsof "hij en mama in gemeenschap van poede^
ren waren getiouwd geweest, on dan zou hij mij
het gedeelte uitkeeren dat mij in dat geval toe zou
komen. „Zoodat'', zöi nicht Elize, mij schertsend
onder do kin strijkend: „dat kleine Sofietje Bartels
een aardige .aannoemlijke partij is.'"
„Ik houd niet van de nionten Hoogduynen,'' stoot
Betty op, ongewoon heftig voor haar doen: „Zij
spreken altij d over geld
„Och,'- antwoordde Fietje: ,,Zij hebben het
krapjas nu en vroeger kenden zij weelde- Het rijn
de verlangende blikken naar het verlorén Paradijs!'*
Betty voelde weer de pijn der schaamte over haar
vaders wangedrag, de niohten waren arm gemaakt,
levenslang om hem enkele genotvolle jaren te
verschaffen. Zij zweeg en werkte met -diep ge
bogen hoofd.
„En weet j*e wat nicht Elize ook nog vertelde...?