iliiMti Iticós- iliisiiiili- MliiïlM DE Donderdag 19 November 1925 68ster Jaargang. No. 7745. Uitgevers! N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen. EERSTE BLAD. Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. FEUILLETON. Uit en Voor de Pers. 10- blad verschijnt Viermaal per .week: Dinsdag, Woensdag, Donder- g en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- ttlën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst. POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. no. 20. Prijs per 3 maanden fl.65. Losse nummers 6 cent. AD VERTEN- TIöN van 1 tot 5 regels £1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno. inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. DIT NUMMER BESTAAT ÜÏT TWEE BLADEN. Zitting van Dinsdag 17 November 1925. een pak gestolen. 1)0 eerste beklaagde vandaag was Johan Meul- an, 'don 5 Mei 1866 geboren te Nieuwe Pekel'a i thans woonachtig te Amsterdam. Hij is te Alkmaar in den nacht van 25 op 26 ili jl. wederrechtelijk weten binnen te komen in ia perceel aan den Nieuwlandersingel. De bewo- rs, de heer A. Beijleveld, leeraar aan de jkskweekschool, en zdjn gezin, waren tijdelijk wezig door de vacantie-periode. Een spagnoletsluiting van een stelletje deuren is niet al te solide en Meulman, als schilders- ieoht geen onbekende met zulk soort dingetjes* d' dat bemerkt en er profijt uit weten te trekken, or het zaakje met practische hand open te peu ren. Johan wist ai vrij spoedig z'n „entrée de ambre'' te maken. Daar stond hij dan, eenzaam en verlaten, Maar en hij al „sfcreuneaidé' wat van zijn gading votrii, rliet dat gevoel van verlatenheid nem al heel uw. Zijn spiedend oog had een. nog bijna fonkel- euw grijs- pak ontdekt. Dat trokhij over zijn ^en plunje aan. Een werkje, dat goed wilde otten, want het oosbuum van den dikken leeraar as geheel bij machte om Johan, plus -diens eigen unje, te omhullen. Johan wist later voor een zacht prijsje het stolen oostmim, dat hem1, éérlijk gezegd toch eei te groot was, van de band te doen en de tak was in orde! o„„ Maar het doen en lateai van otns vriendje werd ver- BWspeurd, toen door 'de bewoners aangifte was [waan van de vermissing van het oostuum. En „Jo'" werd opgeduikeld in een inriohtiing van ,Het Leger dee Heils', 'te Amsterdam en zat wei- te Alkmaar'achter slot en grendel in voor- 'i. Beklaagde had in des leeraars woning nog gedaan dan het pak wegnemen- Vain de bij' lijk'e gelegenheden nogal eens1 raak achter- ten „fooi'- is in dit geval niet gebleken, wat }h ook heel' goed- zal schikken. Maar enkele Enigheden gaven de bewoners bij huln terugkeer 5 August^ te denken, Zoo waren er door klaagde een paar eitjes gebruikt, waarvan de pbmzen doppen nog werden gevoinden- De eraar dacht bij het zien daarvan aanvankelijk an ratten, maar weldra was er geen twijfel of er ■aren ongenoode menschelijke gasten geweest. Beklaagde; sbond dan vandaag terecht en hoorde jaar gevang, tegen zich eischen. Mr. de Groot, zijn verdediger, pleitte er wak- op los en vond aan het einde valn een gloedvol Icidooi alle aanleiding om vrijspraak te vragen. HELING. Daarna, stond terecht de 56-jarige tailleur Arïe akker uit Alkmaar, tevens ervaren ,,ijsco,'-vente!r, ij was op den ochtend van Zondag 26 Juli op eg ter kerke, toen hij door Johan Meulman uit et vorige zaakje werd aangeklampt om „het pak"' i koopen. Voor 'n tientje, voor f 7.50, voor..* rie wilde aanvankelijk niet hooron.... moest ter ark... maar hij werd „lekker'' door het zoo zachte rijsje en zei ten slotte, zich „gevend.'': „Nou voor knaken (rijksdaalders) dan.... Ga dan maar mee aar huis, dan zal' ik je betalen. En het tweetal fflde met gezwinden pas naai* Arie's woning- In' int nke 9. Oorspronkelijk roman door LOUISE B. B. ;en; r En nu scheen alles in orde. Door woord noch jïebaar verried Jaap ooit jneer wat er soms mocht "n in zijn binnenste. Trouw hield hij zijn. 3, zoo stipt,dat ook' Betty zich in slaap liet pwn en werkelijk meende de volgende jaren, dat p. -,do dwaze kalverliefde", die een oogeniblik '«®gde te verscheuren den mooien ouden broedèr- gzustcrband,geheel1 overwonnen bad, vergeten wfc- Jaap's huiselijk leven maakte baar dwaling Wdaarbaar. Zijn groote afgetrokkenheid viel ^ït bijzonder op, hij was immers een in zich gekeerd man, weinig spraakzaam, daarbij een fakezei, die liever den ganschen dag ,en oen ge uite van den nacht met den neus in boeken en ®Weron zat, dan er toe te krijgen was, behoorlijk ekleod in oen lange zwarte jas en hoogeln hoed 0 ...jours'" 'der kennissen te bezoeken, of mede tuis te ontvangen. Dan was Rudolf van Hoogduynen toch geheel er?.\ Ruud veronachtzaamde geen enkel' détail ail ®jn.uiterlijk, noch ooit de vormen der samen- iving. Maar dat paste bij zijn betrekking. Na ^n, studies te Utrecht voltooid te hebben, werd U bij de diplomatie geplaatst. Tot trots en vreug- moeder, maar vooral van zijn tantes, «Kleedde hij nu een gedistingeerde betrekking, a overeenstemming met zijn'ouden naam, maar «laas met met zijn uiterlijke omstandigheden., wg altijd kon Rudolf van Hoogduynen, arm als vvl 'i vag"e Wiofte: ,;Als ik een bestaan heb, jffi* ik je vragen....!'" met inlossen-. Toch, in de uiio dagen tijdens haar moeders slqpendc ziekte, a ook nog na haar dood, waren Rudcnf's verloven. ee.n maand, de lichtstraal in Betty's stil' eventjo geweest. Zijn komst naar dm ITaag eens jaar, werd voor haar een troost, oen behoefte», i5anHiar verlangde, waaraan zij dacht én e andere maanden die hem bonden am zijn) post -Athene, te Petersburg en nu do laatste n te Rome. Dan, als hij er weer was, bij haar, de gang bad Johan bet mooie grijze „leeraars* jasjV' al uit. In de woonkamer volgde de rest,' tegen afgifte van de twee.„knaken'"- En 't zaakje was afgedaanBehalve dan. dat de Justitie nu ook met Bakker wat bad ar te rekenen. Wegens schuldheling werd Bakker opgeknapt met een eiscb tot f 50 boete of 50 dagen hechtenis. Bakker schrok daar wel1 'n beetje van en benepen klopk bet: „Kur£ nen we niet 'n beetje overeenkomen?"—. Maar „Schipperen'" dat gaat niet best... DAT VIEL MEE. Petrus van der Kooij. oud 22 jaar, thansBtu- cadoor te Hoorn (z'n geboortestad) had een tijdje zoo'n beetje samen gehandeld met zijn - schoon papa, Gerrit Bakker uit Heerhugowaard. Petrus had. op een goeien dag te Purmerend' een ket verkocht, waarvan ook Bakker voor een deel eigenaar was- Petrus had dat als 't ware op eigen houtje gedaan en stond voor die wederrechtelijke handelwijze terecht. Maar de O.v.J. achtte geen. bewijs aanwezig en vorderde vrijspraak. CONCTCJRRENTIENIJD? Wilhelmus Roos, een 23-jarige chauffeur uit Alkmaar, in betrekking bij de firma Min en van Schalk uit Bergen was onlangs met zijn autobus, op den Bergerweg rijdende, vlak voor de „bus'" van den concurrent Parma. Deze moest door bet op<- zettelijk heel langzaam rijden van Roos wel ach terblijven en do opzettelijk langzame manier van rijden, waardoor zooals ten laste was gelegd, de veiligheid der passagiers in gevaar was gebracht, bracht nu Roos voor de rechtbank, nadat hij reeds had terecht gestaan voor den kantonrechter, die hlemi f 20 boete subs. 10 dagen zitten, plus 4 maan den ontzegging van rijbewijs had opgelegd- Van dit vonnis was beklaagde in hooger beroep gegaan, dat thans „diende". Maar hét bracht beklaagde niet veel verlichting, daar de heer Officier bevestiging! van gewezen vonnis vroeg, |nïl. f 20 boete of 10 dagen hechtenis en 4 maanden ontzegging vaar bevoegd heid tot rijden. Eiha A.s. Dinsdag uitspraken. DE BEZUINIGING EN DE STAATSBEGROOTTNG VOOR 1926. De heer W. O. A. Koster schrijft in het November nummer van 'heti Tijdschrift der Ned. M'ij. voor Nij verheid en Handel, o.m.: Een bezuiniging op de Begrooting voor 1926 ver geleken met die voor 1926, van rond vijf millioen kan uit de verschillende posten der begrooting. wor den becijferd. Dat wil zeggen, dat de bezuiniging van 1925 op 1926 nog niet ten volle de automatische verhooging der begrooting heeft opgevangen. Er blijft tenslotte nog een verbooging der gewone uit gaven van rond een millioen gulden. Verre van dat de bezuinigingsperiode dus achter den rug is, moet het integendeel worden vastge steld en 'n kan niet te vaak en nadrukkelijk genoeg worden gezegd, dat de systematische bezuiniging door reorganisatie en versobering feitelijk nog moet beginnen. Slechts de eerste stappen op den langen weg zijn gezet. Inhet Voorloopig Verslag der Tweede Kamer, dat veel meer aandacht wijdt aan de financiën dan en kelejaren geledenwe behoeven niet te zeggen hoe zeer we dit toejuichen wordt door „sommige le den" opgemerkt, dat zij betreuren, dat de besparing zoo gering is geweest en dat de Regeering dientenge volge moet verklaren, dat er van belastingverlaging geen sprake kan zijn. Deze Kamerleden „achten het uitermate teleurstellend, dat de bezuiniging zoo langzaam voortschrijdt .Blijft het zoo doorgaan, dan zal de nieuwe door den minister opgelegde belasting druk permanent worden, omdat "de bezuinignig ten hoogste het%automatisch accres der uitgaven zal dek ken". De hier aan het woord zijnde leden kwamen dan ook tot de slotsom, „dat het resultaat ten aan zien van het sluitend maken der begrooting grooteiv deels is bereikt door belastingverhooging, niet door bezuiniging. In het algemeen kan de juistheid dezer critiek niet ontkend worden. Ein' toch geeft de bestudeering, poet na post, van de Staatsbegrooting ,voor 1926, in het bijzonder wan neer elke post vergeleken wordt met de 'overeen stemmende uitgave over het dienstjaar 1924 ge daan, het bewijs,' dat "er inderdaad vooruitgang is. Eh juist waar wij 'einde 1923 in de artikelenreeks j „Eindelooze Stijging" op grond van zulk een bestu- j deering der posten kwamen tot dikwijls scherpe, critiek en een jaar later in het artikel „Na een jaar bezuiniging" moesten vaststellen, dat nog slechts Weinig verbetering was te constateren achten wij ons thans verplicht en gelukkig nadrukkelijk te kunnen zeggen: Er is beterschap, we gaan vooruit. Zeer belangrijk hierbij .zijn de bezuinigingen, «in j het dienstjaar 1924 doorgevoerd. De rekening 1924 ziet er beduidend gunstiger uit.' dan de begrooting voor dat jaar. Ondanks verhoo.' ging der geraamde uitgaven, voornamelijk voor rente en leeningskosten, met ruim 8 millioen gul den, is het totaal der uitgaven bijna 12 millioen be neden de raming gebleven. In totaal is dus op de ramingscijfers rond 20 millioen bezuinigd Een zeer beduidend deel van dit groote bedrag is gevonden i op wat wij in de 'artikelen „Eindelooze Stijging" noemden „de algemeene uitgaven" van den staat, Naast dit feit is er een tweede, dat ops brengt, tot de conclusie: „We gaan vooruit". De ramingen voor 1926 houden in tal van gevallen helaas lang niet altijd rekening met de werkelijke' uitgaven over 1924. In de oorlogs- en na-oorlogsjaren had op de departementen burgerrecht verkregen, dat een be-l grooting wel hooger doch niet lager kon worden. Indien voor 1922, om een voorbeeld te noemen! f 100.000 was geraamd, voor 1928 f 120.000' en- de werkelijke uitgaven over 1922 bleven beneden de ra-| ming voor dat jaar, dan werd desondanks op de be-i grooting voor 1924 aangegeven f 120.000. Toelichting: „Als 1923". Werd echter de raming 1922 overschre. den en kwamen do uitgaven op f 140.000 voor dat jaar, dan werd o pde begrooting voocr 1924 ten minste dit hoogere bedrag opgenomen, met de stereotiepe 'toelichting „Verhoogd in verband met de uitkomsten j van het afgefloten dienstjaar". Zoo werden de cijfers steeds meer opgeschroefd.) Met deze allergevaarlijkste methode is thans gebro-1 ken. In vele gevallen wordt niet alleen gekeken i naar de raming voor 1925, doch ook naar de uitkom- j sten van 1924 als deze lager zijn. De schroef draait óók wel eens terug! 1 Intusschen zijn voorbeelden van het tegendeel nog bij de vleet te vinden. Teekenend is het volgende: In 1924 werd uitgegeven voor Kosten verpleging be volking Tuchtscholen en Rijksopvoedingsgestichten f 338.000. De raming, voor 1925 gemaakt toen het re- sultaat over 1924 nog niet bekend was, bedroeg' f 400.000. Nu zou men verwachten, dat die voor 1.926» op grond der cijfers van 1924 ten hoogste f 338.000 zou zijn. Ze is echter f 390.000. En deze verhooging met f*52.000 boven de werkelijke uitgaven wordt; toegelicht met de woorden: „De raming is vermin-; dard 'in verband met de te verwachten mindere uit_' gaven door teruggang der bezetting van de Rijksop voedingsgestichten voor jongens". De kwade gewoonte is dus allerminst uitgeroeid, integendeel. Ze is echter niet algemeen, zooals in 1923 en 1924, toen ze bij scbier icderen post werd on gemerkt.. Een derde feit, dat hoop geeft voor de toekomst, is de geleidelijke voortgang van dienstreorganisaties en opheffing, van instellingen, die gemi9t kunnen wor den zonder schade voor onze volkswelvaart of onze ■volksontwikkeling. Inderdaadgaat dit niet snel. Het lijstje is nog niet lang: Opheffing Kort Verslag; Opheffing insti tuut der Rijksbetaalmeesers; Reorganisatie Poste rijen; Rijksgebouwendienst; Opheffing functie Secre taris Raad v. Arbeid; Samenvoeging van epkele onderw ijs-inrichtingen. Veel doortastender en sneller dan tot heden zal deze, allerbelangrijkste, groep bezuinigingsmaatre gel enmoeten vyorden uitgebreid. Belasting-inning; Onderwijs; Rechtswezen; Gevangenis-wezen: /B»< reaux voor Onderzoek en Voorlichting enz. bieden een ruim en rijk reorganisatiegebied. Daarnaast moet een einde worden gemaakt aan do zeer talrijke, vaak heelgoed betaalde, bij-functies, toelagen enz. enz. die zoo uiterst kwistig door de begroeiing zijn verspreid. Hierin vooral moet - ver sobering worden gezocht. Indien de staat een beroep doet op de vrijwillige' medewerking van de burgers^ zal dit zeker niet te vergèefsch zijn. En tal van sinecures kunnen zelfs verdwijnen zonder vervangen te worden door vrij willigen arbeid. Alleen de betref fende persoon zal de opheffing van zijne „functie" betreuren en bemerken. De staat zij uiterst sober met het, zoo moeilijk op gebracht, belastinggeld der burgers, In dit verband kunnen- wij een opmerking niet achterhouden om trent dé Volksvertegenwoordiging zelf. De post voor pensioenen van oud-Kamerleden stijgt snel en zal dit blijven doen na iedere verkiezing. Voor 1925 ge raamd op f 61.256 is hij in de begrooiing voor 1926 opgenomen op f 100.000. Daarnaast vermelden verschillende hoofdstukken der begrooting non-aetiviteitstractementen voor amb tenaren, die tot Khmerlid zijn gekozen; vaak van duizenden guldens. De figuur is dus als volgt: de ambtenaar, tot Kamerlid gekozen, blijft in het dienst verband van den Staat en ontvangt daarvoor zelfs een belangrijk bedrag boven zijn vergoeding als Ka merlid. En daarnaast waarborgt de 'Staat hem een pensioen, Onafhankelijk van leeftijd, waarvoort als motiveering is gegeven en terecht dat de ge kozene een maatschappelijkcn werkkring verlaat, waarin hij, niet-herkozen, niet of niet in gelijke po sitie kan terugkeeren. Hier is een tegenspraak. De ambtenaar. Kamerlid geworden, moet óf zijn non- activiteitstraktement óf zijn pensioen als Kamerlid niet ontvangen. Juist hier mag het mes niet van twee of zijn hét er drie? kanten snijden. Naast de reorganisatie en de versobering door het besnoeien van allerlei Secretariaten, Raden, Com missies, Colleges, Bureaus en wat niet al, zal bezui niging gevonden kunnen worden in beperking van •het aantal ambtenaren, eeri beperking trouwens, die met de reorganisatie ten nauwste samenhangt. Met deze bezuinigingstaak zullen de departements hoofden zonder onderscheid voortreffelijk kunnen beginnen in eigen kring, in de departementen zelf. Naar te hopen is, zal ook tot dezen arbeid zeer medewerken de te verwachten comptabiliteitswet, waarin de centrale controle wordt geregeld van den minister van financiën op het geldelijk beheer der verschillende departementen. Teneinde niet in herhalingen te vallen hebben wij dit jaar niet, evenals voor de. begrootingen voor, 1924 en 1925, elk onderdeel uit een bezuinigings-oogpunit bezien en aangegeven waar verbetering, post voor post, mogelijk was. Hadden wij ddt wel gedaan, op gevaar den lozer tot de meening te brengen, dat alles bij het oude bleef de lijst van becritiseerde posten zou niet veel korter zijn geworden dan vo rige jaren. De zoo gewekte indruk ware echter on juist. geweest Er is verbetering. De bereikte resul taten zijn niet onbeteekenend .Als voortgegaan wordt sneller en doortastender dan heden, op den ingesla gen weg der bezuiniging, zal ons volk, en ons be drijfsleven in het bijzonder, uitkomen onder den 1 druk van de te booge, welvaart-fnuikende en groei belemmerende belastingen. dan dronk zij hoop en levensmoed uit den warmen iluweelen blik zijner donkere oogen, dan voelde zij in de streeling van zijn handdruk, opnieuw de herhaling van zijn belofte, de onuitgesproken ver zekering: „Zie, Betty. ik kom tot je terug, zooals ik afscneia van je nam, verleden jaar: mijn hart, mijn toekomst behooren nog altijd jou toe De jaren ringen....] Achttien telde Betty toen zij van kostschool kwam-, een j'ong meisje vol illu sies, zorgeloos vroolijk. Het leven had .zijn ernstige zijde haar toegekeerd." Zij had afstand moeten doen van vroofijko meisjesgenoegens, alvorens ze goed te hébben léeron kennén. Zij 'had jaren lang aar moeder verpleegd, .eindelijk .gestaan aan haar sterfbed. En daarna was het nog somberderge worden in huis. Want, hoe ziek ook, de lieve vrouw was de band geweest die hen allen saanenbotnd. Nog weer een jaar, toen stierf de oude heer Van den Heymeli, de opengevallen compagnonplaats op het kantoor bracht verdeeldheid tusschen vader en zoon. De laatste vluchtte, het huis uit. En nu werd haar stiefvader op zijn beurt ziekelijk, zenuwachtig, somber.... De thuiskomst van het vroolïjke, Tevens- lustigo jongere Zusje van kostschool een half jaar geléden, de terugkomst van Jaap, eindelijk, brach ten geen verandering En nu weer die nieuw opkomende Zorg.... Jaap, die niet. vergeten wilBetty,, diep over haar werk gebogen, zuchtte zwaar Een hartelijk lachen deed haar opkijken, vlak in de vroolijke, guitige oogen van hare jongere zuster. Betty glimlachte weemoedig, zag naar het niet mooie, maar ronde, frissohe gezichtje over haar, waarin zij zoo duidelijk de trekken herkende van haar stiefvader en Jaap, te grof om mooi te kunnen heeten, maar vol uitdrukking. De weetgie rige blauwgrijze oogen vroegen dringend om ant woord. „Waaraan ik dacht? Aan wat anders kan ik denken, dan aan de weinig vroolijke omstandighlp- den in huis F' - c „Zal ik je wat voorspellen''; viel Fietjo Bistty levendig in de rede: „Als je ooit een feestdag hebt Zien n hot water vallen, dan zal het morgen vaders verjaardag zajn; let op mijn voorspelling. Papa Hoopt rond met een gezicht zoó lang....'.'"'Zij breidde hare armen wijd uit, aan den midoelsten vinger van haar rechterhand schitterde pen goeden vingerhoed. Zij droeg dien dag voor hot eerst ean heTrootde blouse. De vurige, kleur Jiad haar vaders groote ontevredenheid opgewekt. Het was een dér uitingen van zijn voortdurenden rouw over zijn vrouw, langzamerhand ontaard in een. zenuwachtige heb belijkheid, dat hij .geen heftige kleuren of drukke geluiden om zioh en in huis verdragen kon. Zijn jongste dochter ergerde hem dikwijls door het een of het ander. Toen hij" voor den eten binnen» kwam en haar fel' roode blouse hem in het oog viel, had- hij met een pijnlijk gebaarde hand naar de oogen gebracht: „Kind, hoe kun ie zoom onrustige kleur kiezen, hoe kan je in dit huisvan rouw, ple zier hebben zoo opzichtig gekleed te gaan'!'' En hij had aan tafel, opzettelijk vermeden haar kaait uit te zién. Zwijgend; maar schouderophalend, had Fietje zijn ontstemming gedragen. Zijn kando ren wisten het nu eenmaal, Betty preekte het hum dagelijks voor: tegenover de nukken van hun jrader moesten zij toegevend zijn, hij was immers ziek, zieker dan zij 'begrepen! Nu was het alsof at het lamplicht zich concen treerde op de vurige roode blouse, hot geheel© meisje hulde in een lichten stralenschijn. Fietje met haar roode blouse, haar kroezige blonde haren, wijd gekapt, het lachende alledaagsohe gezichtje, was de eenige lichte, vroolijke plek in de groote kaaner, waar de hoeken - in schemer bleven, niet tegenstaande die helder Hchtafstralende hanglamp midden in het vertrek. „Zeg, T5etty> mogen wij nu eindelijk eens wat praten. Mijn tong krijgt de kramp van hot zwij gen. Je hebt zitton werken.... zoo naarstig, dat je niet eens hoorde als ik je wat vroeg! Moeten |wïj nu ook al zwijgen als wij onder elkaar zijn, daar dank ik je toch voor! Als papa en Jaap er bij zitten, loeren zo ons wel het zwijgen in zeven talen....!.Laat ons tepminste, als wij onder elkaar zijn, ons hart luchten V' Betty zag glimlachend op: „Heb je dan zooveel op dat hartje?'' „Kan-je nagaan....! Ik ben dén geheelen middag uit geweest en heb nog nieté kuntien vertellen.,. .Betty lachte, zij kende Fietje's eigenschap1, gaar- np uit te wedden over hare indrukken, als ze was uit geweest. „Zeg..., ik heb zoo'n zaligen middag gehad. Van ochtend eerst gefietst met een paar leden van de club, dat weet-je. Nu van middag hebben we olubvergadering gehoudon bij de De Grooteus. En weetije wat wij hebben, afgesproken wij houden den geheelen winter onze tönnisbij eenkexmsten vol, met slecht weer zullen wij in een zaal1 spelen e(n anders op ons gepacht veld bij het hotel de Witte Brug. Zaterdag hebben wij al de eerste bijeenkomst overmorgen dus. Leuk, hè! Daarna ben ik even aangewipt bij de nichten Hoogduynen. Ruud's moeder was alleen thuis. Ik heb heel gezellig met .nicht Eli ze praten. En zij stelde in alles belang üit mijn leventje, heel aardig en belangstellend van zoo'n oude dame, niet? Zij vroeg, onder anderen, hoeveel kleedgeld ik nu kreeg van papa, én zij in formeerde zelfs of papa mij nog een bruidschat mee zou geven..." „Nogal indiscreet... van zoo'n oude domo! En wat antwoordde jij?" „O, louter moederlijke belangstelling van% haar kant, dat vat je!'- kwam Fietje snel. De fijne ironie in Betty's toon ging voor haar verloren. „En ik antwoordde de waarheid, hè! üc zeide dat ik nu duizend gulden in het jaar kreeg, maar dat papa rekenschap eischto van elk dubbeltje dat ik uitgaf. En wat aangaat mijn vooruitzichten..., daarop ant woordde ik, dat ofschoon mijn ouders niet in ge meenschap van goederen getrouwd waren indertijd, omdat... omdat..." „.O, zeg liet maar gerust,'' antwoordde Bottyk "Zacht en gelaten: ;,0.ftidat or mensohen wafön die nog altijd pretenties op het persoonlijk vermogen van de weduwe van Eysingen konden doen geüdenl.'' -„Nu ja, door welken voorziohtigiieidsm aatregel dan ook... I Ik vertelde dat papa mij beloofd had, zoodra ik meerderjarig werd of trouwde, wat op het zejfde neerkomt, dat hij het dan beschouwen zou alsof "hij en mama in gemeenschap van poede^ ren waren getiouwd geweest, on dan zou hij mij het gedeelte uitkeeren dat mij in dat geval toe zou komen. „Zoodat'', zöi nicht Elize, mij schertsend onder do kin strijkend: „dat kleine Sofietje Bartels een aardige .aannoemlijke partij is.'" „Ik houd niet van de nionten Hoogduynen,'' stoot Betty op, ongewoon heftig voor haar doen: „Zij spreken altij d over geld „Och,'- antwoordde Fietje: ,,Zij hebben het krapjas nu en vroeger kenden zij weelde- Het rijn de verlangende blikken naar het verlorén Paradijs!'* Betty voelde weer de pijn der schaamte over haar vaders wangedrag, de niohten waren arm gemaakt, levenslang om hem enkele genotvolle jaren te verschaffen. Zij zweeg en werkte met -diep ge bogen hoofd. „En weet j*e wat nicht Elize ook nog vertelde...?

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1925 | | pagina 1