Mijn hard t s Tabletten geneesmiddel 1ALS DE OUDEN ZONGEN... KERSTMIS. Abdijsiroop Ons groote Vaderland. TWEEDE BLAD* FEUILLETON. zijn Uw Een goede Piano. fa. P. Th. YPMA, t g Donderdag 24 December 1925. 68ste Jaargang. No. 7765. Een bewijs dat de Christelijke tradities diep fin. 't menschenwereld/e sdjn doorgedroegen is zeker wel gelegen in 't feit, dat er geen courant is yan eeni- I Vfi gchen en dus zorgen zij er voor. Welk kerstartikel aal ik sohrijven? Mijn gedach ten gaan terug naar het verleden,. 't Is nacht donkere nacht en op den gis gaan de menschen voort door onherbergzame oorderi waar vel© gevaren dreigen. Daa^ rijn rotsen met steile wanden en diepe ravijnen eu daar zijn moe rassen,- "waarin wegzinkt, wie niet met zekerheid jcent het smalle, harde pad en daar zijn wouden! ;et duistere, kronkelende wegen, waarin verdwa ?n zij, die 't geheim ervaln niet kennen. Wat moet er komen vain -die menschen in de duisternis? DnJ banden worden gevouwen tot smeeking en gebed en uit, zielen klaagt op de vraag naar verlossing uit diepe ellende, edn verlangen, dat êr zal komen een geleider door de droeve donkerte des levens. En ziet, daar rijst eeln vaste, klare ster de ster van het Oosten. En een, gejuioh gaat op over de velden vain Ephrata en er is zang van hemelschle koren, wonderschoonChristus is geboren. Nu is er de gids, de veilige leidsman.... Inu is er licht, zoodat kan worden gezien het smalle pad dat voert tot net behoud, nu ligt open de weg, die voert naar het groote, heerlijke Vaderhuis, waar is de vrede, de zaligheid' Zoó, in dezen geest is gesproken op den kerstdag, »ele jaren, eeuwen, achtereen tot de schajfe die op ging ter kerke, om te worden getroost, gesterkt, gesticht. En de schare heeft geloofd in Christus, als het licht deer wereld. En zij heeft vajn dat licht gezongen in hoogge stemde liederen, welke galmden ander de hooge Kathedralen. Maar hoe anders is alles in de laatste tientallen van jaren geworden. Niet overal', maar dóór waar de vrijzinnige opvattingen zich hebben baan ge broken. De kritiek is gekomen en zij heeft njet arti ld de oude overleveringen te onderzoeken/, /at is er van overgebleven? En aiu sluipt bij menigeen' de twijfei binnen en met den twijfel' de weemoed. Zijn we dan ook hier bij 'de oude kerstverhalen gekomen in 't gebied der legenden en sproken? Z© waren toch zoo mooi die verhalen? Hebben wij ze niet gehoord uit deni mond onzer moeder in t heerlijk schemeruur, als rij ons vertellen ging en wij luisterden met de groot© ontvankelijkheid „dor kinderlijke ried? Zagen we met onze jonge fantasie dan niet Jezus, zooals (moe der hem toekende, alis deun lisven kindervriend, die de kleinen zegende? En werd dan in ons jonge kinderhart niet geboren eerbied, bewondering, liefde voor het groote en goede, dat in Jezus wij belichaamd zagen? En inu? Wordt zelfs het bestaan van dien egnigèn. Jezus met betwijfeld? Gesteld, dat Jezus nooit heeft geleefd! Wat daJn? Mijn antwoord is: dan blijft de Christus! Misschien is 't goed, dat ik mijn opvatting nlader verklaar. Ook, wanneer onbetwistbaar zeker zooi wordeA aangetoond, dat Jezus nooit heeft geleefd, blijft toch het beeld, dat van den Christus is gegeven in/ de evangeliën. En dit beeld is de veraanUchouwe- lijking van wat er is opgeleefd in den geest van een mènsch; dit 'beeld is geworden, de beli chaming van een ideaal1. Dit wil zeggen»: op een; zeker oogenblik is door een of door meerderen gé- voeld, dat 't opperste en hoogste, waartoe men ko men kan was: de aanvaarding1 yan het leven gelijk men 't schilderde in de Christusfiguur. In dien zin kan uien dus zeggen, dat voor yel'a eeuwen Christus werd geboren geboren ii> den geest van mensoheni. En_ dan verstaan wij den .ziin van de bovennatuurlijke geboorte, gelijk ;de overlevering deze verhaalt. Wijsgeerig door dacht is deze Christus dus werkelijk door den heiligen geest verwerkt, is God' rijn vader. Als wij dit vatten kunnen, krijgt het kerstfeest een hooge waarde en ku'nnein ook wij, kritisch aan gelegde menschen, jubelen en juichen en vol blija- Zenuw-75 ct. Hoofdpijn- 60 cl. Masg- 75 cL Luxeer- 60cl Staal- 00 ct Rheumallek- 75 Keelpijn- 60 cL Hoeit- 60 ct Kiespijn 60 ct. Oriep 4 Influenza75 ct. Nier 4 Blaas I gld Oalsteen 1.50 Worm 80 Koorts 60 Eetlustopwekkende 75 S Bloedzuiverende 75 Verkoudheids 60 Pl|nslillende 75 ct Verkrijgbaar bij Apoth. en Drogisten. Iedere verpak- klng Is voorzien van den naam Mijnhard!. Lel hierop 1 schap zingen: Christus is geboren. En de hoogste vreugde zal' ons deel rijn, wanneer wij weten, dat hij 'geboren is, óók in ons! Want het is niet van. belanjg dat ééns, vóór vele eeuwen, de Christus geboren werd maar wel' is van belang dat hij inu in ons wordt geboren. Dan beteek ent dit dat er in ons is opgestaan een groot en machtig verlangen om te brongen in ons loven, in onze wereld iets van wat we in die/n Christus tot volle glorie rien gekomen. Wat is dat? Wat .zien we toch' in die Christus1 figuur? Waarom trekt hij ons altijd weer zoo aan met -machtig© bekoring? Ik kan op deze vragen slécht»- dit aatwoorö Wij zien in hem de belichaming van' wat we diep in ons hart als 'b hoogist» liefhebban.. Wij rienj in hem de gerechtigheid, de waarheid, de trouw, de ontferming, 'de reinheid, de liefde! "Misschien; is ons_ eigen léven vreemd aan: ai deze dingen, mis schien is er in ojpp bestaan, ve©I ongereentigtbead, veel1 leugen, v©ei verraad, ve©i 'hardheid, veel on reinheid, veeir zelfzucht. En toch.... toch is er eeln heimwee naar dat andere, dat mooie en hooge. Zoo kunnen we niét liegen of wij gevoelen toch dat waar-zijn beter. is. En als wij hard rijm en wreed en den medemetasob kwalijk bejegenen, dan is tevens diep weg in onze ziel' 't bewustzijn, dat we daar verkeerd aan doen. Ik ga zelfs verder ©m durf de bewering voor mijne rekening te nemén,', dat, wanneer wij braJnden van haat en genieten van onze wraak, toch niet afwezig is het besef, dan nóg voelen we ons Onbevredigd, omdat in ons blijft yt bewustzijn, dat daarin toch niet het hóóge, maar het 1'age triumfeert. Begrijpt ge nu de bekoring vazn den Christus? Van den Christus, die gebaren wil worden/ óók óók in ons? Verstaat ge Inu, waarom wij zoo groote sympathie in ons voelen opkomen' voor menschen, waarin wij iets van dien Christus ontwaren? In hen rietoi we iets van h©t goddelijke, hert eerwi- ge! Hem zien we in dön wijZe, die is uitgestegen boven de wereMsohe kleinheid en zoekt naar de verheven eenheid met het Albeheersohetnd léven j in den ombaatzuchtigen strijder voor waarheid ©n recht; in den deernisvolle, die zich buigt ter hulpe over den zwakke en Hjdietode;, in de moeder, die Oorspronkelijk roman door LOUISE B. B. 26. Jaap knikte peinzend. Onwillekeurig herhaalde hij in gedachte het vaderlijk woord: „knurfbeen F.n Betty had de hoop van haar toekomst gevestigd op dien kapstok van mooie kleeren., dat handboek van étiquette en vormen, Zij trok Ruud voor boven heth, omdat zijn oogen bruin en groot waren, zijn siem zacht en melodieus, zijn lichaam slank en le- rügMaar kom, hij mocht niet bitter worden en zich niet laten afleidenl Zijn vader merkte reeds zijn strak afgetrokken gezicht op. „Nu begrijp ik eindelijk", antwoordde hij luid, „de zenuwachtigheid van de dames van Hoogduynen in den laaisten tijd." „Ja het kapitaaltje loopt leelijk op zijn eind. Voor zoover ik terloops kan nagaan is er van de freules van Hoogduynen nog maar in kas1" Aarzelend zweeg hij. „Jawel, je zietwelgoed....!" „Iets over de duizend gulden* én juist twee maal zooveel van mevrouw van Hoogduynen!" „De laatste korstjes van de opgeknabbelde kaas; voor hun vieren nog zoowat één jaar leeftocht, als er tenminste geen onvoorziene uitgaven tusschen komen. Gewoonlijk, als Ruud met verlof thuiskomt, zijn er gaatjes daar in den vreemde te stoppen. Tot op heden zijn de dames nog niet bij' imij' geweestl" Be oude heer Bartels nam 't kasboek uit Jaap's han den, bergde het in de kast, Jaap begreep dat het on derwerp was> afgehandeld. HOOFDSTUK XI. In den vroegen middag, eenige dagen later, op het uur dat zijn vader, Reyman en de meeste klerken waren gaan lunchen, en Jaap, volgens gewoonte, al leen zijn twaalfurtje gebruikte op het kantoor, zag hij plotseling een zwarte schaduw voor het matglas van het loket, dat op dit stille uur slechts een hand breed openstond. Twee kleine handen in zwart glacé handschoenen spanden zich vruchteloos in, om het venatei hooger op te schuiven. Jaap haastte zich te. helpen, en met een ruk het glas hooger schuivend, stond hij plotseling tegenover freule Nancy. Zorg er altijd voei een flesch Abdijsiroop in hui9 te hebben zoodat ge die 's avonds bij de hand hebt als ge een verkoudheid voelt opkomen. Want als het eenmaal zóóver id zijt ge wellicht te lus- teloos om nog uit te gaan en een flesch te halen. Ge behoeft niet verkouden te worden als ge niet wilt. Akker's -• is een beroemd kruidenmiddel bij bronchitis influenza, kinkhoest en verouderden hoest. Perfl. van 230 gT. (in koker) f 1.50; 550 gr. f 2*75 neerziet met dankbare vreugde op haar Knd en ih' wier ziel .het verlangen leeft om dit kind ten pp- oe .rijm; iin den profeet, die de wereld wil •woord. _len tmet rijn Hem zaen wij overal', waar Ie dapperheid van ricü, Waar ie strijd tegen eigen zwakheid eb klein heid en onreinheid. 01 Wij hebben onze moeilijke oogenbEkken eri rij zijn vele- Daar is de twijfel1 aan ons vermogen, daar is de neerslachtighedd ons overmeesterend, daar is de wanhoop en de vrees, daar is het gebrek aan moed, daar is net buigen voor rinnenharfetocht of erger nog: daar is het schimpen or> wat goed is en schoon, het lachen met eerbaarheid en deugd én heti ridh vermeien in hot zinnen prikkelende en het spotten met reine geestdrift dn mooi idealisme, daar is de schrikwekkende daling naar 's leven» diepste afgronden, daar is de ondergang..,, maar ziét: daar rijst 't beeld van den Christus: w« ai en het stralen in 't oog der moeder, in den blik van den profeet, in den lach van 't onschuldige kind en we hooren zdj'tn stem in het woord van den vro men strijder, die niet zichzelf zoekt. En... en... het groote wereldwonder geschiedt ook aan ons: Christus wordt geboren, geboren in ons hart. Dan vieren we Kerstfeest en 't is ons ten zegen? Zal Tt zoo zijn voor ons, na terwijl onze gedacht ten zich op deze dingen conoentreeren? Zoo ja, dan is het roest niet zander vrucht door ons gevierd. Dan is weer in ons sterker geworden dat heerlijk idealisme, dat ons door alles heen en. ondanks alles doet haken naar die waarachtige le vensschoonheid, welke bestaat in de volkomen over gave aan dat wonderbare Levén, dat in ons wordt gekend alis de Heilige, eeuwig scheppende Gee9t. - ASTOB. Vakkundig getoetst en niet duur. Desgewenscht op termjjnen bjj Alkmaar Langeslraal. Ook bi) wiize van proef IN H 0 l 8 Ie verkrijgen. REISKOSTEN VERGOED. Vraagl Cafaloges aan zonder verplichting. Hij drukte het flauw gegeven handje: „Goeden middag, freule, waarmee kan ik u helpen?" ,Het oude dametje met haar geelachtige tint en zwarte b and eau x, bleeker dan anders, een zenuwach tig trillep om de mondhoeken, om den gebogen neus, staarde hem met pinkende oogen aan. ®r werd eerst over onverschillige zaken gesproken over het onaangename weder, den gezondheidstoe stand van zijn vader, een financieele paniek in een naburige stad. Eindelijk kwam het, als terloops, van hare lippen: „Is je vader niet op het kantoer, Jac- ques; toch niet ziek?" „O neen, freule, vader is gezonder dan hij in lang is geweest!-Hij is op het oogenblik thuis aan 't lun chenmaar als u voor zaken komt, kan ik u even goed helpen. U heeft toch onze circulaire ontvangen, niet waar? Dan weet u ook. dat vader en ik tegen woordig één zijn!" Tante Nansje.keek hem verschrikt aan: „O ik be grijp, beste Jacques, je bent berekend voor je taak.... maar wat zal ik je zeggen, zoo'n oud mensch als ikverandert niet gaarne van vaste gewoonten.... Ik ben gewend, nu al meer dan twintig jaar. met behulp van je vader mijn fortuin te beheeren!" Och, arme, dat pralerige vertoon 1 Jaap kreeg me delijden met het oude zenuwachtige zieltje, dat zich zoo kranig groot hield tegenover hem. Je ijpt, mijn beste Jacques, enkel -sleurbegrip van een oud menschje, volstrekt geen twijfel aan je bkwaamheid." „Wel neen, freule, geheel haar uw verkiezing! Ik zal vader laten waarschuwen, wilt u mij maar even volgen? Dan breng ik u» alvast naar vaders kantoor...! Een half uur later, toen het personeel weer voltal lig werkte in de kantoren en de ramen in de loketten hoog opgeschoven stonden, zag Jaap de zwarte Nancy passeeren, op het bleeke gezicht een afgeteekend kleurtje; strsk tuurde zij voor zich uit. Nauwelijks was zij voorbij, of. de spreekbuis van het privékantoor floot luid. Jaap haastte zich naar zijn vader toe en schrok toen hiji hem zag.. „Vader, wat scheeltu, wat heeft u overstuur ge maakt?" vroeg bi! .bezorgd. „Och, die beroerde histories Die tranen De oude heer wees met zijn bovenden vinger naar het welbekende kasboek, dat nu open lag op tafel: „Ik wilde je maar even vertellen, dat dit voortaan een gesloten boek is voor onsl" „Bedoelt u, vaderI" „Jaja wel! Het restant opgeeischt. zoo gauw mogelijk, dringende beeren uit Italië1 öcK, de gewone geschiedenis, alleen dezen keer moeten de Wanneer ik eens bij familie en vrienden in Holland vertoef plaagt men mij dikwijls met mijn kijken naar Nederland als wereldrijk. Ik kan nu- eenmaal onmogelijk Nederland bezien als dat raar gevormde landje in Wést^Europa gele gen, maar zie er steeds Oost. en West-Indië bij. Ik zie in Hare Majesteit de Koningin niet de vor stin, die over 'n 7 mdllioen zielen, maar eene die over 50 millioen zielen regeert Altijd weer valt mij op. dat er heel veel Nederlan ders zijn, die wél Engeland als wereldrijk, maar niet Nederland als wereldrijk bezien, die wèl Engeland voor oogen stellen, met al de overzeesche bezittingen maar bij Nederland aan het overzeesche deel niet denken. Daar zijn lieden bij met een klassieke opvoeding, lieden die den titel van Doctor, Meester of Ingenieur dragen en o \zoo bitter weinig van het overzeesche Nederland afweten. Wanneer men hier in Engeland menschen uit de betere standen ontmoet, dan zijn zij bijna zonder, uitzondering in een hunner kolonies of dominions ge weest. In Holland is dat geheel anders. Men zal toch maatregelen by u moeten nemen om de belangstelling in en de kennis van overzeesch Nederland te bevor deren, want het is toch zoo geweldig belangrijk, ja ihet is wellicht belangrijker dan het raar gevormde landje in West-Ehropa. Hoe of ik er op kom om dat hier zoo bout te be weren? Ik zal het U uitleggen. Het grootste Ebgelsche dagblad: „The Times" geeft geregeld supplementen uit en daaronder dikwijls handelend over andere landen. Nu is er kort geleden een Imperial and Foreign Trade and Engineering Supplement uitgekomen, getiteld: Netherlands and Golonies Commercial Number. Het is een boekdeel van bijna 00 kwarto blad zijden. Op de gewone Ehgelsche wijze is het keurig en smakelijk in elkaar gezet. Het titelblad vertoont een groote Nederlandsche Leeuw, omringd door de wa pens der elf provinciën en daaronder Insulinde met links in den hoek IW'estJlndië en rechts in den hoek Nederland, op ware grootte en omring door de wa pens van overzeesche gewesten en steden. Natuurlijk is het commercieel© gedeelte niet ver geten, de Times-heeren zijn zakenlieden, daar zijn het Engelschen voor en zoo vindt gij advertenties van schulden vlugger dan anders aangezuiverd worden, omdat Ruud hoogstwaarschijnlijk niet meer naar Ro me terugkeert, maar te Londen zal geplaatst wor den, eene kleine promotie, maar niet voldoende om het voortaan zonder toelage te kunnen stellen. Van daar een groote teleurstelling dat er niet nog meer kapitaal waseen zweem van wantrouwen zelfso, niet uitgesproken, maar gevoeld!" De oude heer Bartels lachte bitter, schouderophalend: „Tegenspoed zaait wantrouwen\T' Hij poosde even: „Ikheb gezegd, dat ik de waarde van de enkele ef fecten verzilveren zal en mijtn zoon, alt mijn meest vertrouwde, zou opdragen de dames nog vanmiddag het geld te komen brengen, nu ik zelf niet meer uit ga. Er schijnt veel haast bij; het geval, reken dus even uit wat zij nog ontvangen moeten en kwijt je met alle mogelijke discretie van je opdracht; laat vooral niet merken, dat je volkomen op de hoogte bent van hun toestand. Zoo ik voorzien had, dat deze zaak zoo gauw het bittere einde bereikte, had ik zeker alles voor mij zelf gehoudent" De oude heer Bartels bracht de bevende hand naar zijn kucbenden mond, hiji stond voor Jaap, en zag deze treurig aan. „Stil maar vader, trekt U het zich maar niet te veel aan. Houdt me vast. ik zal uw stoel bij den ka chel schuiven. Ik zal, voor'ik heenga naar de Hoog- duynens, Reyman last geven u vooral niet te storen. U heeft boven alles rust noodig, vader!" Jaap, na voor den ouden man gezorgd te hebben, sloot zacht de deur van bet kantoor achter zich. Een groote zorg sloop hem in het hart. Hij moest erken nen, dat Betty weer gelijk had gehad, dien zelfden morgen: de vleugjes van welzijn van zijn vader wa ren niets dan schijnt Geen oogenblik was zijn toe stand te vertrouwen. Hoe had deze kleinigheid hem weer van streek gebracht! Neen, schokken moesten den ouden man zorgvuldig bespaard blijven! Jaap, zuchtte, terwijl bij door de lange holle gang liep naar zijn eigen kantoor voor aan de straat. Hoe zou hij op den duur zijn vader buiten de emoties van het kantooor kunnen houden, als deze nog dagelijks zich op de hoogte liet brengen van de zaken? -Van alle kanten kwamen in /den laatstén tijd schokkende financieele berichten, met den dag meer; oude bui zen stortten in als afbrokkelende ruines. Tot op he den kon Van den Heymel en Bartels den val van zoovelen met een bezorgd maar rustig oog aanzien. En de toekomstEen trotsche glimlach plooide zich om de 9troeve lippen van den zoon en erfge naam van de oude zaak. Jaap gevoelde zich als den stuurman, die met krachtige, zekere hand zijn goed schip stuurt door den stormwind....! Nederlandsche en overzeesche Nederlandsche instel lingen van allerlei aard. Opvallend is echter de keu rige wijze, waarop de inhoud is samengesteld. De Times-redactie beeft kans gezien pennen van vooraanstaande Nederlanders in beweging te krijgen, ja zelfs een gewezen Britscb gezant in den Haag heeft een belangrijke bijdrage geleverd. Al die bijdragen zijn verlucht door fraaie reproduc ties van interessante photographieën zoodat elk arti kel een zeer juisten blik geeft op hetgeen de schrijver betoogt. Reeds dadelijk op de eerste bladzijde van de tek9t wordt uw oog getroffen door eene afbeelding van Ne derland, van Eu-ropeescb Nederland, en ziet ge als Hollander met trots hoe de a.s. Zuiderzee-provincie in wording is. Men moet in het buitenland wonen om te beseffen wat die droogmaking van de Zuiderzee beteekent. Laat ik kort zeggen waar het op staat: Het is een Daad. Ja, een Daad met een hoofdletter D en de vruchten van deze tdaad zullen op allerlei gebied blijken, soms zonder dat men het vermoedt. Het feit, dat de Nederlander, de bedijker bij uitnemendheid nog altijd weer den drang in zich voelt om ,,'t water te beteugelen", strekt het Nederlandsche volk tot eer en toont hoe krachtig de drang naar werk, naar da den in het Nederlandsche volk is blijven bestaan. Zulk een werk getuigt van moed, beleid en trouw. Van moed om bet water te beteugelen, van beleid om na jaren van voorbereiding nog steeds de beste oplossing voor de Uitvoering aan ervaringen van voor heen en thans te zoeken, van trouw aan de schoonste traditie van bet Nederlandsche volk, dat in de Gou den Eeuw niet alleen in eigen land, doch in vreemde landen den strijd tegen het water dorst bestaan. Aan den landbouw en het boerenbedrijf zijn twee zeer belangrijke artikelen gewijd, éen van de hand van Dr. E. van Weideren Baron Rengers, en een ander van de hand van 'Th. J. Mansholl, Inspecteur van den landbouw. De photo's verplaatsen U op een coöperatieve veiling, op de veemarkt te Leeuwarden, op de Alkmaarsche kaasmarkt., te midden van Friesch vee in eene malsche weide. Gij leest met belangstelling Ir. G. J. van den Broek over onze waterschappen en over het Zuiderzee Plan, geniet van de photo's, van de windmolens in den Al- blasserwaard. het stormsignaal aan den Steenen Hoek, de sluizen van IJmuiden, den dijkbouw bij Wieringen, waarvan vooral de zinkstokken de ver wondering van den Engelschman opwekken. De heer Dubois, secretaris der Amsterdam ach e Ka mer van Koophandel, vertelt van de inrichting onzer Kamers. De steenkoolindustrie is ook niet vergeten, de di recteur der Staatsmijnen, F. van Iterson, schrijft daarover en geeft met de daarbij gereproduceerde photo's een denkbeeld van de b«teekenis van die in dustrie in het Zuiden van uw land. Margarine wordt niet vergeten. De heer Wijnand Wolff, secretaris der Nederlandsche Kamer v. K. te Londen geeft ons een denkbeeld hoe deze Kamer van Koophandel werkt. Over Amsterdam lezen wij' een zeer belangrijk artikel, geschreven door den heer Ernst Heldring, President der Amsterdamsche Kamer van Koophan del, die vooral den nadruk legt op de beteekenis van Amsterdam als handelscentrum, stapelplaats van goederen met gelegenheid tot distributie langs de talrijke binnenlandscbe en overzeesche scheepvaart wegen en vooral ook van Amsterdam als wereld- geldmarkt. Een Anonymus en de heer Heringa hebbën stukken gewijd aan de Nederlandsche industrie in het alge meen en het is wel eens goed voor een Hollander om Doch de voorzichtigheid gebood, zijn ouden ver zwakten vader te behoeden voor agitaties, de jonge ren sterken en leeren kunnen, maar die krachtiger weerstand vereischten, om ze in koelen bloede te kunnen weerstaan, dan waarover de oudste firmant nog beschikte. Nog wees Jaap's. horloge geen drie uur aan, toen hij aanbelde aan het kleine huis in de Bonistraat, door de dames Van Hoogduynen bewoond. Een heel jong dienstmeisje met blond kindergezichtje, blijk baar een dagmeisje, maakte hem de deur open en bracht hem dadelijk, zonkler aandienen, naar de huiskamer, de achterste van de kleine suite. Jaap kwam in een kamer, waarin hij sinds zijn jongens tijd niet meer was geweest. Wat leek hem het be hang eenvoudig, het vloerkleed, de schaarsche meu bels ordinair en versleten! Slechts hier en daar te gen denj wand een mooi oud familiemeubel, een kost baar porseleinen hord, een gered overblijfsel uit vroe gere grootere welvaart, die de banaliteit van, bet om ringende scherper deed uitkomen. In het serretje achter de kamer zag hij op den eersten oogopslag de drie dames Van Hoogduynen zitten,de weduwe, Ruud's moeder, blond en dik, rechtop in haar ouderwetschen stoel, de kleine freule Claasje met vlijtige vingers aan haar eeuwig hand werk, de lanige zwarte figuur van tante Nancy, leu nend in den rieten stoel, moede van haar ochtend- excursie, die haar zooveel emotie had gekost. Jaap bereikte in een paar stappen den drempel der serre. Een vierde tengere figuur, zoolang verborgen achter die van mevrouw Elize, rees mede op met de an dere dames. Bijna had Jaap zijn verrassing verra den, toen hij Betty herkende; wat deed zij hier Doch nicht Nancy kwam hem reeds tegemoet en dit bleeke, verschrikte gezicht herinnerde hem aan de kiesche zaak die hem hierheen voerde. Jaap boog even voor de drie dames in de serre .en reikte alleen de hand aan nicht Nancy, die nu voor hem stond in de huiskamer. „Freule, juist u moet ik spreken, vader zendt me met een opdracht aan u. Dit verzegelde couvert moest ik u persoonlijk, namens hem, overhandigen. Wilt u nazien of alles in orde is en mij' de quitantie vader vroeg het uitdrukkelijk in een gesloten couvert mede teruggeven?" Jaap had op onverschilligen, za- kelijken toon gesproken. Freule Nancy's magere vingers sloten zich, als roof- voeelklauwen om een prooi om den zwaren brief dien Jaap haar toereikte; haastig verdween zij er mede uit de kamer; Jaap zette zich op den aangeboden stoel, een klein krakend Weener stoeltje in de serre. Hij vond zich in dat popperige vertrekje, breed, aan-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1925 | | pagina 5