Met plezier
draagt U onze Kleeding,
Het past U netjes, zit gemak
kelijk, en is prima afgewerkt.
De kwaliteiten zlfn soliede en de prijs is laag
Koopl daarom Uw Kleeding bij
B. H. LENGHAUS
TB WINKEL.
Brieven uit Rome.
Besten.'goedkoop-
50-4033-30cl 1
per 54 pond
t« tien welk een vlucht Nederland als industrieland
genomen heeft met geheel nieuwe industrieën, zooals
b.v.b. de gloeilampen van Philips met een wereldre
putatie.
De aviatiek wordt door den heer Plesman behan
deld, trouwens de Engelschen weten wel dat op het
gebie dder luchtvaart Holland groote beteekenis
heeft, maar op moet passen zich niet door Duitsch-
land te laten verdringen.
De scheepvaartindustrie van Nederland, o.a. de re
gelmatige lijnen worden door den heer Brunning be
schreven.
Dan gaan wij naar Nederlandsch Oost-In
dië. Een groote kaart geeft ons Insulinde weer en
Java heeft nog een aparte kaart. Op dezelfde kaart
ziet ge West-Indië afgebeeld. Dan leest ge eon tele
gram van den Gouverneur-Generaal Fock, om hulde
te brengen aan de Times voor de pogingen om In
sulinde in ruimeren kring in Engeland populair te
maken.
Dr. A. A. L. Rutgers, directeur van den Landbouw
in Nederlandsch Oost-Indië, heeft een zeer belangrijk
artikel over de ontwikkeling van den landbouw in
het algemeen gegeven. Men ziet de Kali Besar te
Batavia en eon riviergezicht bij Bajetmassin op
Borneo. Dan komen de afzonderlijke cultures aan de
beurt.
Dr. A. G. N. Swart en J. G. Fol schrijven over de
rubber, H. J. Bool schrijft over tabak, op Java en Su-
maira, J. H. van Hasselt geeft het artikel over de
suikercultuur en industrie. Verder sohrijft A. E.
Reijnst over de thee. Buitengewoon geslaagd zijn do
photo's, waardoor u niet alleen een blik kunt werpen
op rubber, thee, suiker, en tabak, maar ook op an
dere culturen/ als koffie, vezel (Java-hennen) bam
boe (voor hoedenfabricatie pa men palmolie en
copra) cassave (voor tapioca-fthricatie). Men ziet
wat een heerlijk productief lard dat overzeesch Ne
derland in de Oost is.
Over de havens, over de rivieren, over de spoor
wegen schrijft de heer P J d'Aflillact RriU en uit de
photographieën blijkt de geweldige bedrijvigheid op
rivieren, aan de spoorwegen en in de havens, doch
tevens hoe uitmuntend gezorgd werd door de Nedar-
landsche regeering.
Zie hoe keurig die havens a&ngolegd zijn, hoe
steeds weer nieuwe havens geprojecteerd en ge
bouwd worden en ge zult lachen om die ophitsers,
die altijd willen doon voorkomen, alsof Nederland
niets deed voor Indiê en of de Nederlanders maar zoo
gauw mogelijk dat land aan de inlanders moesten
overlaten. Groote hemel, wat zouden die moeten be
ginnen? Hondergsnood.. pestalentie, uitzuigerij en
knevelarij zouden aan de orde van den dag zijn. Het
is uw plicht er te blij ven, dat is het!
Geweldig zijn de minerale rijkdommen van Insu
linde. Petroleum, tin, steenkool, ijzer en goud wordt
in Insulinde gevonden.
Natuurlijk staat Petroleum bovenaan, maar er is
nog- zoo veel1 te dom, er zijn- n*>g ornnetteKjlp
rijkdommen in Insulinde aanwezig", rijkdommiert»
die slechts wachten op de energie en den arbeid
van het jotnge en daarna weer steeds komende ge
slacht, om boven de aarde gebracht te worden.
Steeds beter, het blijkt ook weer uit dit supple
ment van de Times, worden de verbindingen in de
Oost. Buitendien zijn de verkeerswegen te land
zoover zij bestaan in uitmuntenden staat en war
den er steeds meer wegen aangelegd, daar arbeids
krachten meestal talrijk aanwezig tijn en het mar
teriaal dikwijls voor het grijpen ligt. Automobie
len suizen over de wegen van Java, waar ik 25
jaar geleden nog met postaardjes reed.
Wellicht zal ae automobiel aan West-Indië ook
nog wonderen verrichten. Over de West wordt in
het artikel niet veel gezegd. De heer J. vaai Hasselt
heeft een mooi artikel' aan de West gewijd en
e Toto's geven ons een, goed denkbeeld van
West-Indië lijdt echter nog steeds onder een
gebrek aan arbeidskrachten en... aan groote be
langstelling van het Nederlandsche publiek.
Ik heb vroeger wel eens gezegd: Waarom ver
koopt Holland de West niet en concentreert al
zijn krachten op Insulinde? I
In de Oost liggen voor de Nederlanders» die be
kwaam zijn, duizenden kansen voor een.
Wie daaraan mocht twijfelen IrZn het artikerover
de Britsche Kamer van Koophandel in Neder
landsch Oost Indië. geschreven door den
gezant Sir Walter Tovmley, K.G. M.Q-. CKnight
Com mander Order of Michael and George).
Ik woon in Engeland en heb noSf nooit gehoord,
dat Britten het noodig gevonden hebben in Euro-
peesch Nederland eed Britsche Kamer van Koop
handel op te riohten, maar in 1920 hebben de Brit
ten het wel dieinstig geacht een Kamer in Neder
land Oost-Indië te stichten.
De Britsche belangen in onze Oost zijn zeer
belangrijk.
Men heeft er altijd groote Engeïsohe banken en
handelshuizen, vooral in suiker, gekend, maar de
Rubber heeft toch feitelijk dan Brit naar ontee
Oost gebracht.
Wie kent niet den' naam van Harrison en Cross-
field, de groote rubberlhii, die ©enige tientallen rub
berplantages onder hun administratie hebbed?
Wij hebben onlangs kennen lezen hoe deze fir
ma weer een aantal plantages, die door het fanüja-
seinent van een Chinees en zijn bank (Dell Bank)
in handen der Javasohe Bank gekomen waren, heeft
overgenomen 'en men van Nederlandsche rubber
zijde heeft gezorgd, dat de Engelschen vervaarlijk
veel bezit in onze Oost kregen. Gevaarlijk acht ik
het niet, maar ik vind het alleen een goeden spoor
slag aan de Nederlanders om op hun tellen, te
Toen ik 25 jaar geleden op Java was, hoorde men
altijd over de Pamanoekan en Tjiassem-Ianden als
een strop voor de Nederlandsch Indische Landbouw-
bank, eön pupil' van de Nederlandsch Indische
HandelsbaJnk spreken.
matigend, veel plaats innemend in zijn dikke wintér-
jas, die hij' had aangehouden, meenende alleen
freule Nancy even, vluchtig, te zullen ontmoeten. HIJ
vergeleek zich zelf, tusschen de drie bedrukte vrouwe-
gezlchton, bij het zwarte onbarmhartige noodlot, dat
onheil komt brengen in dezen kleinen kring. Een
gesprek kwijnde. Hij vermeed Betty aan te zien. Bij
den enkelen blik op haar, bij het binnenkomen, was
haar betrokken bleek uiterlijk hem opgevallen. Had
tij medelijden of een nogal luidruchtig gesprek
scheen plots te stokken bij zijn binnenkomen had
men haar gekwetst? Het hulp zoekende in haar zach
te bruine oogen, dat hem altijd tot in de ziel ont
roerde, scheen een ontvangen pijnlijke wonde te ver
raden.
Hij voelde zich te midden van verzwegen leed
En toch al weinig spraakzaam van nature, wist hij
nu niets te zeggen.staarde voor zich uit in het
vierkante plekje tuin achter 't huis, waar vaalgroen
klimop, een kaal heestertje hier en daar, een paar
rozes trui ken, de kroon met stroo omwonden, zich aan
pasten bij de naargeestige stemming in het kleine
sombere serretje, benauwd, onfrisch verwarmd door
een petroleumkacheltje, en waar een enkele vraag,
kort beantwoord, een schijn van een gesprek ophield.
Eindelijk kwam freule Nancy terug: „Beste Jacques!"
Zij wenkte hem in het halfdonker van de voorkamer
en reikte hem oen briefje over. gelakt met het zegel
der Hoogduynens. Haar handen beefden daarbij en
Jaap voelde zich weer als de ongeluksbode die on- I
heil bracht over drie onschuldige "oude vrouwen, die
toch zoo dapper gestreden hadden tegen het nood-
lot! Hoe was het mogelijk, dat Rudolf, een man, jong,
gezond, krachtig, nog één uur langer ten laste wilde
leven van zulke gebrekkige oude vrouwen! Maar hij
moest zijn onverschillige rol tot het laatste toe goed
zien te vervullen: „Dank u, freule, ik zal vader uw I
briefje geven. En nu moet ik dadelijk weer naar het
kantoor!" Hij kwam naar de serre, afscheid nemend.
Nooit kon een Nederlandsch administrateur daar
iets van terecht brengen, totdat een; Engelseh oon-
sortorium het kocht en een Nederlander de leiding
gaf, toen kan het wel'.
-Weet u waarom het kon? Omdat de EngelScth
man zei: „de oost gaet voor de baet uiti', en ae Hak
landsbheto bankiers tfce „klein waren geweest.
Nu is die enorme uitgestrektheid eigendom van
de Engelschen en dat is te betreuren. Er zijn op
Java gelukkig niet zoo heef veel particuliere lan
den en het is zeker noodig ,dat de NederlaricUfbhe
Regeering die landen, zelfs te duur, terugkoopt,,
want het is niet goed, dat_ dit particuliere beat
bestaat en kan komen in' eigendom van vreemde
lingen, misschien zelfs van. een vreemde natie.
Wij hebben die particuliere landen aan. een
Engelschman te wiiten, aan Raffles, die in den tijd.
van Napoleon Insulinde voor ons .beheerde en later
zoo slim was om Singapore, dat van ons was,
te ruilen.
Enfin Raffles, die gêld moest hebben wilde hij
namens Engeland onze Oost beheeren, wist niet
beter te doen, dan eenige terreinen tegen, contant
geld te verkoopen.
Nu utiten de Hollanders nog met de gebakken
peren en ólïjven die particuliere landen een gevaar
voor de eenheid in het land, daar men nooit weet
hoe vreemdelingen zouden kunnen, gaan kankeren
om ten behoeve van hun eigen land een oonfliob
uit te lokken. Daarom, herhaal ik, kan onze Regee
ring gerust de landgoederen te duur betalen, het
te veel is dan om zoo to zeggen een: veiïighpidi-f
pollsWil 'men ^Overzeescih Nederland, ons heerlijk,
tnooie en rijke Insulinde voor het Nedorlarsdsohe
volk behouden, hetgeeü in het belang van Ne
derlanders èn Inlanders is, dan zal men de be
langstelling in het Moederland voor die gewesten
moeten aanwakkeren.
Ik roep eiken flinken jongen Nederlander toe:
Leer goed, en zooveel' mogelijk, want later ba-
gemakkelijk.
Leer goed, en zooveel mogelijk, wamt later be
treurt men iniet nog veel meer te kennen endan
valt door allerlei omstandigheden, het leeren moei
lijker.
Leer goed, want niemand kan u uw kennis aft
nemen dan... door u het leven te benemen.
Leer goed, want het is h«t kapitaal bij\ uitne
mendheid en waar kapitaal' eenmaal noodig is voor
den goeden gang van zaken, in de grooxe maat
schappij: de Wereld, houdt kpnJnis steeds waarde.
Zijt gij een flinke kerel die macht over u zalf
bezit, ga dan maar Indië.
Zijt gij slap van gezondheid of karakter, ga dan
in vredesnaam niet!
Maaraan flinke, bekwame, .degelijke gezonde
lieden, mannen, en vrouwen, heeft Overzeesch Ne
derland behoefte en het zal1 toonen uw moed om
aan de roepstem gehoor te geven, te waardeeren
en ge zult daar carrière maken.
Er is plaats voor energie, en toewijding in
„Jaap, ik ga met je mee!" fceide Betty, met plot
seling besluit opstaande. -
„Nu al, lieve?" vroeg mevrouw Van Hoogduynen:
„wij rijn nog niet half klaar met ons discours, dunkt
me
Jaap hoorde het fiere inBetty's antwoord: „Och,
nicht Elize, we hebben uitgesproken wat we elkaar te
zeggen hadden! En wat nog niet werd gezegd, be
grepen wij, niet waar?"
Betty gaf elk der nichten de hand, koel, met een
stereotypen glimlach om de lippen, die Jaap een
masker toescheen waarachter zij ontroering of ont
stemming verborg. Zij schreed voor hem de deur
uit en Jaap had het gevoel dat hij een heleedigde
vorstin uitgeleide deed.
Maar op straat, toen de deur der Hoogduynens
zich achter hen gesloten had, schrikte hij van het
bleeke gezichtje, den smartvollen trek in d« bruine
oogen. „Bettywat scheelt je?" vroeg hij haas
tig, oen oogenblik geheel vergetend den scheidsmuur
tusschen hen.
En zij greep steun zoekend naar Zijn arm. Juist
dat hulpbehoevende in Betty was voor een sterk
man als Jaap haaT grootste charme. Telkens weer
veroverde zij zijn hart er mede. Dan smolt zijn wrok,
dan werd hij week gestemd, dan, grooter dan haat
en grieven, leefde op in hem de behoefte haar té
helpen ten koste van zich zelve zoo dat moest!
„Betty, zeg mij, wat hebben ze je gedaan daar bin
nen, kan ik je helpen?"
Zij schudde het hoofd, nam, zich zelf weer mees
ter, haar hand wog van zijn arm. „Breng me buiten,
Jaap, zoo gauw mogelijk; als ik even op een stil
plekje ben, aHéén.... met jou, zal ik weer beko
menIkik gevoel me niet geheel wel", ver
ontschuldigde zij zich.
Jaap bracht haar door de Riouwstraat naar de
Boschjea Zwijgend liepen zü naast elkaar, tot zij
het kronkelende stille pad bereikten tusschen bosch
ambtelijlra,
Ijofcrekkui#.
industrieels aammswieate of «federe
.Mocht ge twijfelen, loes het Supplement van de
Times over Nederland dn Kolomen en ge «uit uw
twijfeu niet alleeJn voelen verdwijnen, doch buiten
dien met trots gevoeJon Groot-Nederlander te rijn,
te behooren tot liet Wereldrijk Nederland.
Het moet toch heerlijk wezen om jong te rijn ent
dit beeef te hebben: ik wil loeren, ik wil werken,
ik wil1 strijden voor de belangen van mijn volk en
mij zalf door mij te geven aan de grootheid van dat
land, door onze voorouders opgebouwd, in strijd
on werk dn zorg, het wereldrijk:
Groot Nederland,
ons groote Vaderland!
S^CKt
Het Romeinsche leven is in deze dagen weinig be
langrijk, want de macht van den persoon, dis vr >e
ger het burgemeestersambt bekleedde, werd uitge
breid en nu aan het hoofd van de gemeente een gou
verneur staat met twee onder-gouverneurs, die in het
nemen van maatregelen van gezag veel verder kan
gaan dan de vroegere burgemeester, omdat ook het
garnizoen tet op zekere hoogte tot zijn dienst is, der
gelijke veranderingen die een gevolg zijn van de
bevestiging van Musaolini'a opperheerschappij, zijn
niet zeer gewichtig voor ons.
Ook over het feit, dat er hier geen vrijheid van
drukpers bestaat, behoeft de Hollandsche pers zich
niet zoo warm te maken. In ons land zullen we de
gulden vrijheid nooit prijs geven, maar ook niet mis
bruiken. Maar Italië is een met moeite en strijd aaa-
eengemetseld staten- en stedencomplex, bewoond door
zóu verschillende en zóó hevige temperamenten, dat
„vrijheid" hier in zekeren zin met een stuk dynamiet
te vergelijken is. een onontbeerlijke en nuttige, maar
soms hoogst verderfelijke stof. En hier werd de vrij
heid al zooveel misbruikt, dat ze voortdurend den
arbeid verlamde of vernietigde van bekwame staats
lieden die dit land vooruit wilden helpen.
Dat alle bladen nu noodgedwongen regeeringsorga-
nen, dus fascistisch zijn geworden en de oppositie
daarmede den mond is gesnoerd, dat deze dingen mo
gelijk zijn, is een bewijs dat dit gouvernement nu ein
delijk eens weet wat het wil en de kracht heeft zijn
programma volgens een vast plan ten uitvoer te
brengen en niet wil rusten voordat het aan Italië een
hechtere positie in Ebropa heeft verzekerd en het
in gunstiger finantieele condities heeft gebracht.
Stellen we hier tegenover Duitsdhland. Zijn. econo
mische toestand is op het oogenblik heel slecht. „Er
is geen geld" klagen de industrieel en, „voor niets is
kapitaal te vinden!" Intusschen wemelt het hier van
Duitschers, die hun geld in de duurste hotels verte
ren, deze slecht patriotten die 't „Deutschland über
alles" in den mond hebben, helpen niet mee om die
van hun landgenooten open te houden. Integendeel!
De Italianen daarentegen, blijven hier hun geld ver
teren. maar toen Mussolini dezer dagen door aan
plakbiljetten een beroep deed op hun patriotisme en
vroeg dat elk zijn dollar zou storten om spoedig Ame
rika een millioen te kunnen overmaken, was in een
paar dagen deze som bijelkaar.
Terwijl de koning, die een hartstochtelijke mun-
tienverzamelaar is, in zijn paleis met een! vergrootglas
de laatste aanwinsten van zijn collectie zat te bewon
deren, werkte Mussolini met zijn staf dag en nacht
om de dollars bij elkaar te krijgen. „Fascisten! de
Duce rekent op uw offervaardigheid! de Duce rekent
„op uw steunT.' zoo lazen we overal op de veel
kleurige strooken papier en de fascisten tastten in
den zak en haastten zich het vertrouwen van hun
leider niet te beschamen. Maar de buitenlandsche
pers gekrenkt over het feit. dat haar Italiaansche
zuster nu absoluut gekneveld is, maakt overal den
dictator en zijn regeering zoo zwart mogelijk.
„Het is schande zooals Mussolini den koning op
zij1 schuift", hoorden we een paar Engelschen zeggen,
omdat Victor Emaniuel niet aanwezig was bij de lan
ding van de Pinedo, wien Mussolini met uitgebreide
armen tegemoet ging en omhelsde, omdat hij de eer
van Italië op zijn gevaarlijken tocht om de wereld,
zoo hoog had gehouden! Maar als de koning zelf
hier heel tevreden is met zijn inférieure positie, waar
om beklagen hem dan andere naties?
Terugkomend in Holland was ik meer dan ver
baasd over de wijze waarop bij ons over een kracht-
mensch als Mussolini geoordeeld wordt. „Hij is een
lafaard", zei een dame, die in den sneltrein van Pa
rijs tegenover me zat en toen ik iets te rijnen gunste
in het midden poogde te brengen, kneep ze met een
veelbeteekenend englimlach de lippen dicht en borg
de „Haagsche Post", die ze vlijtig bestudeerd had.
weer in haar valies.
..Ik begeer niet in Italië te komen zoolang daar geen
vrijheid heerscht", zei een andere landgenoot en ter
wijl hij met een besliste beweging zijn jas dicht
knoopte. was er iets dreigends en onverzettelijks in
zijn gezicht. Het scheen hem te spijten Italië dezen
slag toe te moeten brengen, maar volgens zijn vrij
heidsprincipes kon en mocht 'hij niet anders. Wonder
lijk zooveel Nederlanders als er in hun kleine noten
dop op hun vijver achter een grooten muur van aan
elkaar geplakte kranten rondroeien en zich verbeel
den heel vrij in de wereld te staan «n «r heel ruim
In rond te kijken!
Alleen wie in Italië leeft kan een beetje over den
toestand hier oordeel©^ en deze vergelijken met de
jaren voor Muasolini's bewind. Ik zond nu aan een
bevriend journalist een Italiaansche krant, waarin de
toespraak staat, die Paus Piua XI dezer dagen aan
het einde van het Heilige Jaar hield en waarin hij
grooten lof toezwaait aan de regeering, door wier
goede zorgen er zoo voorbeeldige orde in Rome
heerschte. De duizenden en duizenden pelgrims, die
van alle oorden van de wereld hierheen stroomden,
hadden geen woorden genoeg om de middelen j
vervoer ie prijzen, die door stad en land te hui
beschikking werden gesteld, en do groote ben
ligbeid en offervaardigheid waarmede ze ove
jegend werden. Stakingen, die vroeger onnoetnil
verwarringen brachten, tolereert hei fascistische t
vernement niet meer en daardoor kon bij dezonjj
weldigen toevoer van vreemdelingen alles even
delijk marcheeren. Ook sprak do Paus onve
zijn vreugde uit over het feit; dat de aanslag"]
Mussolini mislukt was. Deze was volgens de bul
landsche pers. alweer, niet anders dan een hant,
elkaar gezette reclame-truc. Maar zou het Vattt
dat van alles zoo haarfijn op de hoogte is, er ini
gevlogen? Dat is waarlijk onaanneembaar. Maatfl
mag buiten Italië geen goeds meer gezegd worti
van een land waarin geen vrijheid van drukpg
meer bestaat. Zonder te vragen of de anarchist
hyper-individualistische Italianen meer tot
brengen als ze flink aan de band worden gehou<_
verklaart de „Koningin der Aarde" aan Mussolini 4
oorlog en zij schijnt zich niet bewust dat zij
door de grootste inbreuk maakt op de vrijheid i
handelen van andersdenkenden. Maar deze blaffe
honden zullen Mussolini evenmin deren als de i
zekering van dien vrijheid lievenden Nederlai
dat hij hier geen voet wil zetten zoolang een tyi
er de lakens uitgeeft. Een verklaring waarmee l|
zich het etiket gee.ft van een zeer bekrompen en o
vrij denkend mensch. E.|
PLANTENZIEKTEN LEER,
170.
T* GEBRUIK VAN DEN ROTAjGENERATOR
TEGEN MEELDAUW IN DE TOMIAAT.
Vervolg.
Wanneer de zwavel nu niet zoo verbazend brauj
baar was, zouden we 't ook zoo wel in een schaad
op het vuur kunnen verdampen, maar wanneer t
dit zoo zonder meer in de kas zouden doen en i
zwavel vloog in brand, dan waren we niet gelukki
want de dan gevormde damp was geen zwaveldai
maar het zoo giftige zwavelligzuurgas. Ln een be
korten tijd zou er geen blad meer aan de plant zitt<
en wat daar t gevolg van is, weten we maar al
gced»
Dat in brand vliegen is met den Rota-generat
geheel uitgesloten^ Deze machine is zoo ingericht,
't zwavelreservoir is geplaatst in een waterreaervo
en dit weer boven een flinken spiritusbrander. Wai
neer nas 't water begint te koken, dan strijkt de
vormde waterdamp over de dan ook gesmolten z*
vel, zoodat, wanneer de machine goed op dreef is,
een dikke wolk water» en zwaveldamp uitkomt
men behoeft nie bang te zijn dat dit in brand vli«
Door den Rota-generator nu van tijd tot tijd te va
plaatsen, zet men de geheele kas in een dikke wo
damp. Een uur nadat men is opgehouden, is all
damp reeds gezakt en wanneer we dan onze plantf
bezien, dan merken we, dat alles geheel is bedekt i
een dun laagje zwavel. Alleen moeten wp 't 'savou
doen, daar we de luchtrames moeten sluiten, daari
damp anders te veel de vrije lucht in zou gaan
midden op den dag de ramen sluiten is niet altij
mogelijk, daar dan de temperatuur wel eens te hoo
kon oploopen.
En nu 't resultaat. Wanneer we 't om de twee
een) weken doen en vooral ook om 't luchten des
keD, en den bovengrond droog houden, dan blijvi
we practiach vrij van meeldauw.
De kosten voor de verdamping zijn niet hoog; w
gebruiken telkens maar een paar ons zwavel, maa
't ergste is wel de Rota-generator zelf, welke zoo oa
geveer 50 gld. kost, wat wel veel is. Dat er evenwi
bier toch enkele van die machines kwamen, al wet
den ze dan aangeschaft door vereenigingon op tuil
bouwgebied en tegen een matige huur aan den gen
die haar noodig had verhuurd, zou wel toe te juichei
zijn, daar dit ook de machine is. om 't z.g. kwaa
(meeldauw) in de druif mee tegen te gaan. Dit g«
beurt op dezelfde manier als is aangegeven bij d
tomaat. Nu wordt door de Tuinbouw Aankoop Cen
trale een dergelijke machine in den handel gebracb
tegen den prijs van ik meen 15 gld.. maar of dei
voldoen weet ik niet, maar wel, dat ze in brand kun
nen vliegen en we dan kans loopen, zwavelligzuu
in de kas te krijgen.
J. Heering, correspondent van den Plantenz. dleoi
te Bangart, Blokker.
NESTKASTJ ES.
L
De heer F. Singer, correspondent van den Voge
kundigen dienst te Wijd en es. schrijft mij hei vo»
gende:
Daar, waar de cultuur de natuur geheel begint t
verdringen, zal men spoedigg tot de conclusie komen
dat een ingrijpen van den mensch noodzakelijk is aj
men de vaak schadelijke gevolgen van een algeheel
cultiveering niet wil ondervinden. Dit zouden w
een korte formule kunnen noemen voor de invoeriiïj
der nestkasten in onze fruittuinen en boomgaarden
eenzaamheid, dat naar de kerkhoflaan voerde, Wei
nig dagen geleden wandelde rij hier met Ruud
Bij die herinnering zeeg Betty kermend als van pijn
op het eerete bankje neer, haar mof tegen den
mond, om de korte «nikken te «m'oreh, die opweldon
uit haar keel....
„Betty....! Wat is er toch, spreek dan!" Jaap
liet zich vallen op de bank, naast haar.
Weer klemde zij haar beide handen om zijn arm:
„Ach, Jaap, ik snak naar je steun, maar ik kan jou
toch niet vertellenjuist jou1.....!"
Hij beet zich op de lippen en zei stijf: „Betty....
ik verzeker-je dat je met me spreken kunt als met
een.... broerl"
.Heusch Jaap? De gedachte dat ik jou ook deed
lijden, verzwaarde mijn eigen leed ln de laatste da
gent"
Vaster antwoordde Jaap: „Dat was toch onnoodig!
Betty, rie mij aan: ben ik iemand die me laatt be-
hearschen door de smart, of zelfs ter neer drukken?"
,0, Jaap. je bent zoo heerlijk sterk! En ik.... ik
voel me overwonnenl"
„Zeg me dan. wat hebben ze je gedaanzusje?"
„Zusje....? Hoe lief van je, Jaap! Dat ia als bal
sem op de wonde".
„Als je mij nu vertrouwen kunt. spreek dan Betty!"
Tranen schoten weer in Betty's oogen. „Ik schrei
de, toen je me bracht op dit pad. omdat ik hier heb
geloopen met Ruud.... drie dagen geleden. Toen
was 't ook nevelig tusschen de kale struiken en hoo
rnen, eenzaam om ons, maar in mijn hart bloeide en
koesterde de hoop weer heerlijk groenend op.... voor
het laatst!"
En nu vertelde rij van haar wandeling, weinig
om Ruud te kunnen ondersteunen. Zij verrieden wat
nicht Kansje was gaan doen op vaders kantoor: het
resfcantje van hun vermogen opeischen, dat jij zoudt
bréngen en dat voor het grootste gedeelte dienen
moest, om Ruud's dringende schulden te betalen in
Rome, waar alles aangezuiverd moest worden, on>
dat Ruud, zoodra zijn verlof om is. zal geplaatst wof
den te Londen, waar het letfen duurder is dan n
ItaliëHet klonk zoo droevigzoo hopeloos al
les.En nu vroegen ze mij» of ik mij kon indonk«
hun toekomst, vooral als ik mij in den we£ steha
tusschen Ruud en.ende eenige oplossing, ali
in hun omstandigheden hen met één slag redden keu
uit de benarde omstandighedeneen goed huwi
lijk!"
Betty's stem stokte. „En weer zeiden zij, hoe
lange jaren altijd vermoed hadden Ruud's stille lie
de voor mij en..— dede mijne voor hem! Hoe dJ
inclinatie, tot hun groote spijt, Ruud reeds alle goj
de partijen, die don kDappen jongen man met ril
ouden naam als het ware werden aangeboden, liifl
in het land en in den vreemde, hadden doen ver
waarloozen. Mocht ik zoo groote verantwoorde! ijk
heid blijven dragen, als ik nooit, nooit in staat zot
zijn, eenige onafhankelijkheid mee ten huwelijk tl
brengen? Zij; hadden, bij- het eerste bezoek aan om
dadelijk opgemerkt Fietje's onverwachte groote op
laaiende belangstelling in Ruud. Het had uren laii|
dringend redeneeren gekost, Ruud: over te halal
Fietje's invitatie voor haar tennisclub aan te nemen-
hem af te trekken vanvan.mij! Eindelijk. lij
delijk, had hij zich geschikt, en eerst nadat tantl
Kansje hem. den precairen toestand van hun fioaa
ciën geheel had blootgelegd! Miaar nadat bij mij wej
ontmoette, toevallig, met me gewandeld had in <i
Boschjes, werd hijweer „recalcitrant". Eindelijk, \ai
ochtend was 't weer tante Nancy, die hora verte.d
welken tocht .zij ondernam, en zijn moeder;' trane
dreven hein naar de -Witte Brug, waar Pietje op hel
wachtteTen filotte vroegen, neen, badenden .«meel
ten zij mij, me niet meer te stellen op zijn weg
ik;; ik antwoordde
Wordt vervolg