Een beeld van ellende.
Puro! bil ruwe huid, gesprongen handen, schrale lippen
De dingen om ons heen.
!nlg
Zalerduy 16 Januari 1926.
69sle Jaargang. No. 7777.
VIERDE BLAD.
Een correspondent der Nieuwe Robberdamseho
Courant heeft eefti bezoek gebraöht aan het over
stroomde gebied, rondom Roermond en schrijft
'daarover jl. Donderdag het volgende:
„De ingenieurs hebben ©r zoon 'drukte van ge
maakt toen zij dein toren van Boahalt hadden ver
plaatst, maai' kijk mei nu die schuur eens aan.
Hij "stond een eind ver in de wei en nu staat zij op
het, erf, een bewijs, dat jo geen ingeniurs noodig
hebt om den boel' te versleepen.'*
Wij waren oj> een boereplaats in De Weert, nabij
Roermond ©n het was de boer zelf die, niet
zonder galgenhumor, deze boutade tegen ons hield.
Hij zea het anders dan wij het' neergeschreven heb
ben, maar hoe hij het zei., dat zouden wij onmoge
lijk kunnen herhalen, want de mensohen in die
buurt spreken een vreemd dialect, dat soms heel
moeilijk verstaanbaar is van de half Duitsoke woor
den. die erin vermoffeld zijn.
Hot was wel oen eigenaardige reis, die "He schuur
gemaakt had. Van ver achter in do wei was zij over
een. hoogen. weg tot vlak bij het huis gekomen ©tv
daar stond za'j nu alsot"zij or altijd gestaan had. En
dat. \va<; dan een van do kunststukjes, die het water
had uitgehaald.
„Kom binnen", z©i de boer, en maakt het U
£etnukkelij*k.
Maar daar was ook wel weer wat galgenhumor
bij, want er was nog n©t één heele, d.wz. niet uit
elkaar gevallen stoel in de kamer en die kraakte
nog zeer bedenkelijk.
En daar zaten wij dan te kijken naar de ellende,
Buiten is het koud en men verbeeldt zich al een
heele held te wezen, wann©er men zich vroeg op den
ochtend daardoor gewaagd en er een paar koude
ooren en Ijsklompen van voeten bij gehaald heeft
na een behoorlijk ontbijt, in een c©nitraat-ver
warmd hotel, waar men toch alles wel beschouwd
ook niet zoo'n heel slecht bed gehad heeft. Bn
straks na de expeditie dan staat thuis toch de
koffie weer klaar.
Daar zit men dan in één kamer als oen stal.
Do vloer is weggezakt en de muur van het. op
kamertje ligt. open met een groot gat. „Als wi.i
beginnen die br-e! daar oo te breken om 'fc te ma
ken dan gaat do heele vloer van daarnaast ook dr
aan5- constateerde de boer droogweg. ala_ een feit.
En dat is dan noc tv.nar een Kleinigheid, WamE
buiten ligt oa de h»elo stoen©n uöhuur, ©n een
gedeelte van het voorhuis in puin en het ardak,
waaronder rij hout geborgen hadden, is- ook in el
kaar gevallen. ..Het- hout kaft je als je wilt gaan
zoeken bij de buren en nfe het daar niet ts
sch'en verderop5'.
Tn het huis is 5t ook wx> prettig niet. Want het
water hoeft alle raiton ingedrukt toon het hooger
O]) kwam zetten, de luiken heeft het uit hun h©n,g-
'sels gelicht en meegenomen ©u op het dak na Bit
sen dn menschen dan ook onder den, blooten hemel.
Sa vP- kachel trekt niet. de schoorsteen is veef
i te vochtig. En de „gezondheidsconimissie heeft
bekend gemaakt, dat wij alle ramen open moesten
zetten, om het vocht het huis uit te krijgen,
omdat heb anders een muffe boel wordt5'. U sajet,
dat dat bij ons niet moer noodig is, Wij hebben!
lucht genoeg.
Door de vensteropeningen kwam de bitterkoude
wind naar binnen on. hot werd ons niet vroolijk
te moed© bij de gedachte, dat dio menschen, mid
den in den winter, in zoo'n kou zóó moeten zitten.
.,Ge?n deur sluit or moer. Allee krom getrokken.
Met geen man en macht krijg je ze open of dicht.
Ja, zoo is ^ocrtl bootje do toestand' daar in de
Weert en in het gehuchtje Hafconboer vlak bij en
het wat verderop gelegen Ooi en bt. Jaoob, lipt
voorstadje van Roermond en wie weet hoeveel
andere plaatsen van het overstroomde gebied nog
meer. Heusch, de menschen uit de stad kunnen zich
volstrekt geen vorstelling' vormen van de ontbering
en de ellende, die daar in duizenden woningen op
het oogenblik wordt geleden.
Sprakeloos zit men midden in die ruïne en weet
niet, wat men stamelen aal om zijn deelneming uit
te spreken.
Zooii kamer hoe het water daar 'huisgehouden
heeft! In den hoek van den vloer gaapt een gat. Het
behangHet is alsof behangers aan het werk ge
weest "zijn om het eraf te scheuren.. Tot een meter of
twee hoog, juist zoover als wij met onze hand kun
nen reiken, is het weg, daarboven hangen alleen nog
j'arden, de steenen muur, die er achter zat. ie bloot
gekomen en van het pleister zijn hier en daar groote
plakken in de kamer gevallen. Op een plaats, waar
aan den buitenkant een muur is ingestort kan men
de hand zóó door de opening naar buiten steken.
Rondom langs den muur loopt een streep, dat is
de hoogste stand van het water in dit huis geweest.
Van de deuren is alle verf verdwenen. ,.Er zat een
duim dik slib op" vertelde ons de vrouw „en
zulk vet slib, dat wij het er haast niet af konden
krijgen. Op den vloer 1'ag het nog dikker. Zoolang het
nog nat is, gaat het eraf, maar is het eenmaal opge
droogd, dan moet je 't er met een mes afkrabben
Maar nat of niet, de verf neemt bet toch mee". En
zij wijst ons ook de meubels. De uit elkaar gevallen
tot op bet bout toe kale stoelen, waar niets meer
goed aan is, het mooie buffet, dat opengebarsten is en
op de planken waarvan het slib nog ligt. In de zij
kamer vinden wij de gebeeldhouwde ornamentjes te
rug, die op de pilastertjes en de deuren van het buf-
fet gelijmd gezeten hebben. De klo'k ligt uit elkaar
op den schoorsteenmantel, de schoorsteenmantel zelf
is verzakt en heelemaai ontzet, uit den schoorsteen
is van boven tot onder een breede reep steenen ge
vallen en de zwarte vettigheid uit het rookkanaal,
die zich met het water heeft vermengd, plakt aan de
gordijnen. In *n hoek op den 'grond een hoop gruis;
een crusifix in een gesprongen lijst achter een ge
scheurd glas is er nog het beste afgekomen. Fan
tastisch scheef hangen nog een paar platen en aan
den muur, de lijsten gebarsten, het glas aan gruize/ls,
de platen zelf opgebold en gestreept, geplekt van het
vocht. Alleen één klein schilderijtje, dat juist boven
de Watergrens hing, is droog en ongeschonden geble
ven. De boer wijst het ons en zegt: „Wij hebben ten
minste nog zaadgoedf'.
En deze menschen hadden dan t.och wel degelijk
op hoog water gerekend. Zij hadden in huis alles
hoog gezet. Een schrijftafel hadden ze bovenop de
brandkast gewerkt, en op een groote tafel het buffet
en de stoelen.
„Toen zijn vader deze plaats bouwde", vertelt ons
de boer, „heeft hij gerekend naar den watersnood van
'80 en alles hooger gemaakt dan de omgeving. Hij had
uitgerekend, dat als er ooit weer zoo hoog water
kwam als in '80, wij tot de zitting van een stoel er
in zouden komen zitten. En toen wij dan ook aan
zagen komen, dat het weer erg hoog zou worden,
hebben wij alles nog 40, 50 c.M. hooger geborgen en
wij dachten daarmee veilig te zijn. Maar 't is niet
40 maar 80 c.M. hooger gekomen dan in '80 en dus
is alle voorzorg toch voor niets geweest.
En wat moeten wij nu beginnen. Alles is kapot.
Het huis is aan al\e kanten gescheurd van den
stroom. De schuur, het voorhuis en de zekere plaats
zijn in elkaar gevallen. Als u wilt zien hoe hoog het
water geweest is, kijk dan maar in dien boom".
In den boom aan de andere zijde van den weg, wij
kunnen herfi, juist door de vensteropening zien,' hangt
de bril van het privaat.
Ach, men kan heelemaal niet beschrijven, wat het
water, dat de schuur verplaatste, hier. niet al heeft
verwoest en vernield. Van huisraad hebben de men
schen niets meer. Hun spulletjes, waar zij trotsch op
waren, zijn weg. vernield, zoek, of onherstelbaar be
dorven. De kleeren, die ze veilig opgeborgen waanden,
drijven als een voddenhoop in een hoek, de scherven
van het servies, van flesschen, glazen, koffiekannen
zwerVen in alle hoeken, de kachel, rood uitgeslagen
van de roest, hangt scheef op zij, de pijp verwron
gen.
In do aangrenzende kamer zijn ze bozig te stoken,
een zware rook slaat door het vertrekneer en
het vuur zieltoogt in den pot. De kinderen zitten erbij
te klappertanden van de kou en als wij: binnenko
men beginnen ze als op commando te hoesten en te
huilen. „Alle drie hebben ze kinkhoest" vertelt ons de
boerin >.en u begrijpt wat dat was, toen ik met die
zieke schapen Voor het water moest vluchten".
In den stal zonder ruiten, zonder luiken is het ijs
koud. De koeien liggen op den vochtigen grond te
beven en kijken ons met hun klagelijke groote oogen
aan.
„Het is hier veel te koud", zegt. de buurman,
die ons vergezelt. „Ja, zegt de boer, maaji wat doe je
er aan. Je ziet het zelf."
Buiten onder vier oogen vertelt ons de buurman,
dat er vroeger tweemaal zooveel koeien in dien. stal
stonden. Zeventien stuks heeft deze boer alleen er
moeten, laten verdrinken. De beesten konden er niet
uit, omdat zij; vastzaten en niemand kon bij hen
komen, want het water stond boven de schuurdeur
uil. Van binnen kan men er bijkomen over don hooi
zolder, maar dat gaf niets, want de boot lag buiten
en die kon .er niet door. Naast deze schuur is nog een
hoogere, die met een poort gesloten is. De poort zit
I onwrikbaar dicht, zij! is sterk verzakt. Bovenaan on-
I der den gemetselden boog is haar verf zwaar ge-
havend en zijn er happen uit het hout.
„Daar hebben van oud- op nieuwjaar de booten
tegen het huis liggen bonken op de deining".
En nog weer staan wij verbaasd over die schrik
barende hoogte van het water, want door die poort
moet wel een geladen hooiwagen naar binnen kunnen.
Het hooi in' do hooischuur, was naar men dacht
buiten het bereik van het water gebracht, maar heeft
er nog 'n meter in gestaan en 't water is er nog wel
evenveel meer in opgetrokken. De-kDeohts zijn nu
bezig het om te halen ten een zware damp slaat ervan
a/ff. ..Het gevaaii van brand door hooibroei krijg je
nu ook", zegt ons de buurman en de oude juffrouw
van de hofstede komt er bij en klaagt ons haar angst,
van de laatste nachten voor dat broeiende hooi. dat
haar niet heeft laten slapen, omdat zij al maar ge
dacht heeft aan brand.
De mestkui! is leeg. de mest ligt in den boomgaard
verspreid, het stroo eruit, hangt in het prikkeldraad
en den heg. In den boomgaard staat nog een voet
water, waarop een dun laagje ijs ligt. Dat het nu
moest gaan vriezen ontbrak er nog aan.
Nu bevriest alles in de kuilen, en er is niets, geen
stroo. geen mest, om het afto dekken. Er zal trouwens
toch wel niet veel' goed meer van zijn. „Ja. je kunt
de bieten en do aardappelen de eerste dagen ge
bruiken om er mee te voeren zegt de boer. Maar zoo'n
voorraad als ik heb voer je in een paar dagen niet
op en daarmee is alles rot en goed voor don mest
hoop.
En hij neemt ons mee naar de schuur waar hij een
wagonlading, een dikke 8500 Kg. aardappelen, 'heeft
liggen. In zakken hadden ze die allemaal netjes „op
gehoogd". d.w.z. op een stellage van planken én blok
ken gezel.
Maar 't hoefde niet, het water is er toch bij geko
men, de zakken zijn gekanteld en wij: loopen over de
aardappelen en trappen ze weg in den vochtigen
grond.
„Geen twee kwartjes zijn ze meer waard, zegt ons
de boer, u kunt nog 50 gulden toe krijgen, wanneer u
ze me uit de schuur haalt, zoodat ik van den vuilen
boel af ben". In een ander gedeelte van de schuur
de machines, een hakselmachine, die ook hoog op
hout stond, op den kop omgeslagen en vernield, een
dorschmachine, verbogen en ontzet, en de rost van ft
zelfde. Overal waar men gaat schade, schude, ver
schrikkelijke schade', waarvan men nier begrijpt hoe
er nog iets van terecht moet komen. „Het is nu- de
derde maal sinds ik hier woon", zegt de boer, ..dat wij
hier water hebben; 15 Februari 1920, 24- November
1924 en 1 Januari 1926, Dat zijn dagen die wij best
kunnen onthouden. In 1924 had ik 15.000 kilo aard
appelen in de schuur, zóó van het land en alles weg.
Maar nu is 't nog veel erger. Je kunt het zoo niet uit
rekenen, of overal hebban wij een strop aan. Wij
hebben hier ook 300 kippen, de vorigo week hij
bedoelt voor 1 Januari hadden wij daar toch al
weer zoo 100 eier enper dag van. Nu hebben we
nog niet een ei, geen één. Reken nu maar eens na
wat een schade dat alleen al is. Ein dan zijn er ook
wel een stuk of vijftig kippen verdronken. Ik weet
nog niet eens hoeveel. Daar heb je er weer een paar".
En hij bukt en haalt van achter een kar, twee doo-
de kippen vandaan en smijt die het erf op, bij den
anderen rommel die daar ligt.
Verder gaan wij, langs het veldje met spruitkool,
waar de boer baloorig doorheen schopt; niets meer
goed van, alles bedorven en dan staan wij voor de
ijsvlakte, waaronder het bouwland met de veldvruch
ten ligt. En daar barst de man, die daarstraks nog
grapjes maakte en zijn goed humeur wel scheen te
kunnen bewaren, opeens uit in tranen en een bittere
aanklacht, dat zooiets toegelaten is, dat al het. werk
en al de moeite, waarmee je den boel van jaar tot
jaar hebt opgebouwd, en bij elkaar gehouden, nu op
eens vernield is en dat er niets, niets van over blijft.
Wij staan, er maar stil en bang bij, in bet besef, dat,
wat wij er ook van gezien hebben, het allerdiepste
van de ellende, die over deze menschen gekomen is,
ont ontgaat, beschaamd over ons egoisme, dat ons de
kou nog doet voelen en ons inwendig doet verlangen,
dat het toch maar voorbij mocht wezen. En wij den^
kon aan de menschen in de stad, die het op hun
manier toch maar goed hebben en hier alles ka
pot, het werk van jaren aan stukken, zoodat men
niet weet waar men moet beginnen om het weer op
te bouwen.
Droefgeestig gaan wij naar anderö huizen, waar
het net eender is-of nog erger.
Italië, dat Tri Amerika mot succes heeft gepleit
voor een gunstige regeling zijner schulden aan d©
Veréenigde Staten, poogt thans in Londen heb
Zelfde te verkrijgen.
eb is aan Engeland in den vorm van kapitaal' pn
interest de kleinigheid schuldig van 560 milïioen
pond, hetgeen beteekent, dab de Bxitsöh© belasting
betaler heden ten dage als hij Zijn ihkomstenb©las>.
tittg naar den fiscus prengb, fP/j stuiver in het porti
ten behoeve van den dienst dez©r schuld van Italië
meedraagt.
7:rik e n rekensommetje is weinig geschikt om
da EngeLehen gunstig te stemmen voor pogingen/
I van Itahaainsche zijde om clementie te oefenen en
er rekening mede te houden, dab Italië een arm
land is, al heeft het zeer groote economische mo
gelijkheden.
Het- kan niet wodren ontkend, dat Italië, dat
voor den oorlóg in hoofdzaak een landbouw,staat
was, waar de nijverheid slechts een ondergeschikte
rol speoldej sedert dien tijd e©n anderen kant is
uitgegaan .©n dat men heeft ingezien, dat de onfc-
brejeende steenkolen (waarvan de aankoop wegens
den stand der valuta zeer bezwaarlijk zou zijn) zeer
goed kunnen worden vervangen! door waterkracht,
die bijna overal in het land zeer gemakkelijk is op
te wekken tengevolge van het groote aantal rivier
tjes met veef verval, die zich van de bergen naar
de Zee spoeden.
De opwekking van electrisch lioht en kracht door
gebruik van het water-verval heeft reeds een groo-
ten-omvang aangenomen, zoodat er hoe langer hoe
minder steenkool'behoeft te worden ingevoerd.Doch
er blijven nog belangrijke gebieden ter ©ïeobrifi-
oatie over, eenvoudig omdat Italië het kapitaal
mist, dat voor de eerste installatie Iioodig is.
De regeling met de Vereenig.de Staten, aï blijkt
dit niet zoozeer uit do gewisselde stukken ©n do
tekst der overeenkomst, had in hoofdzaak ais basis,
dat Italië meer betaalde dan zij'n financiën feitelijk
toelieten, doch dat een deel van h©t zoo betaald
bedrag weer zo uterugkeoron als belegging door
Amerika in Italiaansche ondernemingen. In hoofd
zaak op el'ectrisch gebied.
Het schijnt nu oorspronkelijk in het plan to
hebben gelegen Engeland in döriZelfd©n geest te
bewerken. Doch Voipi die zelf ©lectrisoh inge
nieur is van huis uit -heeft nog voor zijn vertrejk
naar Londen duidelijk ingezien, dat dit hot aller
laatste is, waarmede men in Engeland moot aan
komen.
De Engelsche uitvoerhandel loopt voortdurend
terug. Elk nieuw overzicht toont een ongunstiger
hflndoM>ala;ns ©n voornamelijk wordt dit nadeelig
saldo veroorzaakt dooa* dn vermindering van don
kofenuitvo©r, die vroeger van zoo uiterst groot be
lang placht te zijn. Engelsche schepen, die in
.vroeger jaren te Odessa graan gingen haFon, Zeil
den uit niet steenkool' naar Italië, eigenlijk bi]
wijze vari ballast, namen Italiaansche producten
voor Rusland of den Levant mede en kwamen
terug met graan.
Nu heeft Odessa alle SovjetpraatjeS ten spijt
zo ogoed als n'ets uit te voeren (evenmin als de
Donauha ven trouwens) zoodat Engeland zijn grftan
uit Argentinië, Canada en de Vereenigde Staten/
moet betrekken, lainden waar men, in normale
tijden zeer zeker, de Engelsche kolen nauwelijks
noodig heeft.
Engelsche steenkool wordt dus niet alleen door
den stand der valuta, doch ook door do hoog©
vracht nu de schepen expres de reis zouden moe
ton maken, te duur voor Italië. En als men nu de
EngelschefcL zou willen bewegen geld 'to verschaf
fen yoor de electrificabie, zou men te Londen zeer
goed begrijpen, dat Italië dan op den duur nog
veei minder Engelsche kolen noodig zou hobben;
Het ontegenzeggelijk groote belang voor Enge-
land do machines in installaties voor de elektrische
centrales te mogen leveren, zou meebrengen, dat
i de kip niet de gouden eieren voor do mijnen ook
I in Italië was afgeslacht. Mén zou voor ©en jaar of
wat aaP die centrales een behoorlijk bedrag v©rdi©-
non, doch daarna zon Italië dan ook onafhankelijk
Zij!n van do .Engelsche mijnindustrie. Een bezwaar,
dat voor Amerika destijds in heb geheel "Piet van
j betoekönis was.
Plet lijkt ons dus zeer twijfelachtig, dat Enge
1'ahd, dat van Augustus tot 1 Mol voor do steon-
krwJsiibsidies ruim 21 miIILoon on_ in het geheel
volgons Lloyd's Goorge's berekening circa vijftig
raiflioen pond zal hebben neer te bellen, Italië op
dit punt tor wille zul kunnen Zijn. Vooral up de
benzine en stookolie eveneens de steenkoolindustrie
zooveel schade doem
Toch gefooven wij, dat De "Voipi te Londen tot
ee»n acooord zal komen.
Doch dit zal niet op eón economische,' dóch op
een politieke basis berusten.
Meer en meer worden Engeland en Italië goede
vricnde!n en in den laatste» tijd vooral, is dit merk
baar. Engeland heeft er altoos naar gestreefd aan
j do MiddeBandsclie Zee een vertrouwd vriend oi'
althans ©enige steunpunten te hebben. Het verlies
I van Egypte als zoodanig heeft geleid tot het stro
ven in Klein-Azië en aan doPerzische Golf mach
tigor to worden: Palestina, Iraq, enz. Doch in do
Mhldellan dscim Zee is het bezit van Malta en Cy-
pus ruerfc vol'doeinde.
Engeland heeft geruimen tijd geflirt met Spanje
(en „Portugal') Welker vorsten zeer probritsche iiei-
gingen vertoonden. Spanje isl echter niet precies
gelijk te stellen, met zijn koning en bovendien is het
j m deze tijden niet te Ix-.scLouwoti als oen staat
waarvan in de hoog© politiek d.'us desnoods ook
op militair gebied ©enige kracht van betookenis
kan. uitgaan. i
Griekenland, door Engeland geholpen aan een
zeer groote uitbreiding van gebied, heeft zoo good
als alles weer aan den Turk terug verloren en. is
dus niet meer van belang. Wat het „Koninkrijk
der Serven, Kroaten en Sloven qn'- betreft, weet n.ie-
marrd wat dit mixtiim compositum ea.genl'ijk is en
welke krachten het bezit.
ErankrijTc, de dierbare aliié, komt in heb geheel
niet in aanmerking omdat Engeland, als het Frank
rijk volkomen verbouwde in plaats van wantrouw
de 'die machtspositie in de Middellaindsche Ze©
niet noodig zou hobben. Die vriend en die steUrf-
punten zijn juist noodig tegen Frankrijk!
Blijft dus alleen Italië.
En nu zijn er teekens te over, dat het hi^r
goed gaat. ItaEë heeft onder Mussolini miperialiB-
fische bevliegingen gekregen, waarvan iédereea,
dus ten slotte ook Engeland, hinder zal kurtffleni
ondervinden. Doch terzelfder tijd is' het de eenige
staat bij de Oude Wereldzee waar geregelde toe
standen heerschen en orde en regel (als zijn diè
dan ook van bij'zondere soort) uitgaan van de
overheid.
Bovendien heeft Italië een niet te versmaden
vloot, goede havens en desnoods onmiddellijk e'e.n
sterk feger bij de hand'. Allemaal dingen, die het
als bondgcffioot daar. verkieselijk maken.
Engeland isbegonnen Italië een deel van Sqma-
Iiland af te staan. Daarna droeg het er het zijne
toe bij, dat de kwestie van Korfoe, die toch tamo-
Ejk ernstig had kunnen worden, buiten den Vol
kenbond om, door den Gezantenraad werd -gere
geld. Ook de grerisregeEng tussohen Egypte en
TripoE (Jaraboeb) verliep voor een groot deal zoo
gunstig voor Italië, omdat Engeland zijn invloea
te Caïro Eet meespreken,. Alf is die dan ook kleiner
dan te varen.
Thans heeft de Italiaansche marine reeds het
voorrecht gekregen op Cyprus te bunkeren. Ai' der
gelijke kleinigheden zijn ten slotte d© strootje^,
die wijzen hoo de wind waait.
Terwijl Frankrijk met' opoffering van vele hon
derden millioelnen fra.nds (van eeu kwartje) zich'
vazallen aanschafte op do Oostgrenzen van Duitsch-
1'and tot waarborg togen een voor lang© jaren on-
denkbaren aanval', heeft Engeland", met een conces-
se hier en daar, Tl vri)endoÈjkheidje als de naam-,
teekeniing van Chambeadainop rijn portret, gegeven'
aan zijn „fascistische vrienden in Rap allo5 precies
alles gekregen wat noodig was.
Namelijk de goed© pro-Britsehe stemming ie
Rome. -
En die goede stemming over en weer zaP men
noch in ItaEë noch in Engeland bederven door al
te zeer te
Voipi zal
fen over de schuldregeling.
euooefl hebben.
UITKIJ3D-
Bixmenlandscto Nieuws.
VERVOLGINGEN VAN ONWILLIGE KIEZERS
TE AMSTERDAM.
Donderdag heeft de kantonrechter, mr. van Dam,
een aanvang gemaakt met de behandeling der gerech
telijke vervolgingen, ingesteld tegen 10 k 12.000 Am-
sterdamsche kiezereesseri en kiezers, dié zich hiji de.
jongste kamerverkiezingen aan hun opkomstplicht
onttrokken hebben.
•Bij. het opmaken van de lijst dergenen, die zich we
gens hun nalatigheid! voor den rechter zouden hebben
te verantwoorden, is eerst door het bureau verkiezin
gen een schifting gemaakt ondèr de ongeveer 40.000
kiezers, die niet verschenen zijn, waardoor slechts op
geroepen zijn degenen, van wie van te voren niet was
vast te stellen, dat hun verzuim niet aan opzette
lijke nalatigheid of onverschilligheid is te wijten. Dit
op zichzelf is reeds een buitengewoon omvangrijk
werk geweest.
Uit dit onderzoek zijn ongeveer 12.000 gevallen „be
zonken", die voor vervolging in aanmerking kwamen.
En 32 politiebeambten zijn nu dag aan dag bezig met
bet uitreiken van de dagvaardingen. Eergisteren heb
ben de eerste 200 zaken gediend.'
Er zijn nu 1200 dagvaardingen uitgereikt; het aantal
kantonrechters bedraagt 6. die dus voorloopig mét
deze onwillige kiezers de handen vol hebben. De ver
wachting is dat elk hunner ze hebben op verschil
lende dagen zitting per dag een paar honderd za
ken af zal doen. De wijze waarop en de goede moed,
waarmee de kantonrechter mr. van Dam, aan het
verwerken van deze rijstebrijberg van vervolgingen
begonnen is, igoeft hoop, dat de kantonrechters in deze
verwachting niet teleurgesteld zullen worden. Wat wij
ervan hebben meegemaakt gaf den indruk van een
vlotte behandeling, waarbij de nibekiaa.gden energiek
aile gelegenheid werd afgesneden tot het voeren van
principieele debatten, een verleiding, waarvoor ver
schillenden hunner blijkbaar met \vat meer medewer
king van den zeer zakelijken magistraat maar al te
gaarne bezweken waren. -Maar het ging met zulk een
verbluffenden en suggestieven spoed, dat zij' bij wijze
van spreken alweer buiten de deur stonden, voordat
zij zich in postuur gesteld hadden om aan hun zorg
vuldig voorbereide argumenten en geestigheden recht
te doen wedervaren. Het. was dus wel een teleurstel
ling, maar voor het maken van propaganda kregen
de principieelen geen gelegenheid.
'Het beloop der procedure (maximum duur 1 mi
nuut) was ongeveer als volgt:
Kantonrechter: Waarom ia u niet ter stembus ge
weest?
Beklaagde: ik had hoofdpijn.
'Kantonrechter: U hebt f3 boete. Volgende zaak.
Kantonrechter (tot den volgenden beklaagde, terwijl
diens voorganger nog wat beteuterd staat te kijken,
.maar veelal van alle magistratelijke belangstelling
verstoken blijft): Waarom is u niet ter stembus ge
weest.
Beklaagde: Ik heb gemoedsbezwaren. Waarom-
Kantonrechter: U hebt f3 boete.
(Beklaagde al
Kantonrechter tot den volgende beklaagde: Eb u.
waarom is u
Beklaagde: Welke os kiest zijn eigen slachter? Ik...
Kantonrechter: U hebt fö boete.
Beklaagde af.
Kantonrechter tot den volgenden beklaagde: Waar
om hebt u niet gestemd?
Beklaagde (een zorgvuldig op papier gestelde rede
voering uit zijn binnenzak produceerend en glim
lachend): Alias Troelstra noch alias Caulaan (wie
geen Amsterdammer is wete dat. .dit Colijn beteekent!)
kunnen mij dwingen naar de stembus te gaan
Kantonrechter: f 3 boete, volgende zaak.
En zoo ging de en-gros-behandeling den geheel'en
dag door. Voor protesten scheen het tempo eenigszins
te gejaagd te zijn. Slechts bij eene zaak oordeelde de
kantonrechter een nader onderzoek gewenscht. Het
betrof een milicien, die twee dagen vóór de stemming
voor dë herhalingsoefeningen op had moeten komen
en wien de compagniescommandant op zijn verzoek
om verlof tot het uitoefenen van zijn kiesrecht had
geantwoord, dat het heelemaal niet noodig was, dat
hij ging stemmen.
Wij verlieten de audiëntiezaal met den) indruk, dat
hier „efficiency" in de rechtspraak betracht werd en
dat zij zichzelf dus financieel wel bedruipen zal.
EEN ZEGELQUAESTIE.
De ahonhé's van de Bussurasche Waterleiding za
gen sedert de invoering van de nieuwe Zegelwet, hun
kwartaalquitantics, al was. het bedrag beneden de f 10,
beplakt inet een piakzegel. Ondanks alle gemopper
moesten die zegels jarenlang worden betaald, want
volgens de zegelwet waren quitanties die golden als
ontvangstbewijs van een onderdeel van een totaalbe
drag. boven de f 10, en de jaarcontracten beliepen hoo
ger, aan zegelrecht onderworpen.
Thans eindelijk is een uitweg gevonden om aan dp
bezegeling der quitanties te ontkomen. Volgens de wa-
terleidingsconitracten kunnen deze na het eerste jaar
per drie maanden worden opgezegd, ergo de volgende
jaren blijven er driemaan'delijksche contracten over,
zoodat dus geen zegelrecht verschuldigd is. Thans
zullende quitanties voor de abonné's, die langer dan
een jaar water betrekken niet langer gezegeld zijn;
een schadepost voor het Rijk van bijna f2000 per
jaar! i
STORMSCHADE.
Te Ierseke is door den .Noord-Oosterstorm een gat
van 10 tot 12 Meter in den havendijk geslagen. Met
vereende krachtetn heeft men het gat voorloopig kun
nen dichten en zoodoende uitbreiding kunnen voor
komen.
DE MOORD IN DE BEVERSTRAAT TE ROTTER
DAM.
A. v. S„ die verdacht wort.d den moord1 in dé Be
verstraat gepleegd te hebben, heeft gisteren voor den
ree hter-commissaria een volledige bekentenis afge
legd.
Men verzoekt inee te deelen, dat de geruchten, als
zou de moeder van den verdachte medeplichtig rijn
geweest aan,, althans medegeweten hébben van. het
misdrijf, gepleegd' op haar man, geheel ongegrond zijd
gebleken.
AUTO-ONGELUK
Woensdagmiddag half drié kwam do fieer J. G. B.
Ji'.. meubelfabrikant te Rotterdam, met, zijn O'akland-
auto van Zwijndrecht rijden. Ter hoogte van de Am-
bachtsche Steeg vloog de auto, na een anderen auto
gepasseerd te hebben, met een groote snelheid tegen
een hoorn. i
De heer B.. die de eenige inzittende was. brak
beide beenen en een arm en bekwam verschillende
hoofdwonden en kneuzingen. Doktoren uit Zwijn
drecht. verleenden geneeskundige hulp, waarna de on
gelukkige, die bij bewustzijn was, per ziekenauto naar
het ziekenhuis te Rotterdam werd vervoerd
De auto, die Zaterdag nieuw was afgeleverd, was
totaal verpletterd.
Vólgens ooggetuigen reed de heer B. met een veel
te groote snelheid.
ONDER EEN DORSCHMACHINE.
Te Wedde (Gr.), kreeg gisteren de machinist
üostmg bij de verplaatsing van een dorschmachine
een zoodanige hoofdwonde, dat de dood direct intrad.