Een beeld van ellende. Puro! bil ruwe huid, gesprongen handen, schrale lippen De dingen om ons heen. !nlg Zalerduy 16 Januari 1926. 69sle Jaargang. No. 7777. VIERDE BLAD. Een correspondent der Nieuwe Robberdamseho Courant heeft eefti bezoek gebraöht aan het over stroomde gebied, rondom Roermond en schrijft 'daarover jl. Donderdag het volgende: „De ingenieurs hebben ©r zoon 'drukte van ge maakt toen zij dein toren van Boahalt hadden ver plaatst, maai' kijk mei nu die schuur eens aan. Hij "stond een eind ver in de wei en nu staat zij op het, erf, een bewijs, dat jo geen ingeniurs noodig hebt om den boel' te versleepen.'* Wij waren oj> een boereplaats in De Weert, nabij Roermond ©n het was de boer zelf die, niet zonder galgenhumor, deze boutade tegen ons hield. Hij zea het anders dan wij het' neergeschreven heb ben, maar hoe hij het zei., dat zouden wij onmoge lijk kunnen herhalen, want de mensohen in die buurt spreken een vreemd dialect, dat soms heel moeilijk verstaanbaar is van de half Duitsoke woor den. die erin vermoffeld zijn. Hot was wel oen eigenaardige reis, die "He schuur gemaakt had. Van ver achter in do wei was zij over een. hoogen. weg tot vlak bij het huis gekomen ©tv daar stond za'j nu alsot"zij or altijd gestaan had. En dat. \va<; dan een van do kunststukjes, die het water had uitgehaald. „Kom binnen", z©i de boer, en maakt het U £etnukkelij*k. Maar daar was ook wel weer wat galgenhumor bij, want er was nog n©t één heele, d.wz. niet uit elkaar gevallen stoel in de kamer en die kraakte nog zeer bedenkelijk. En daar zaten wij dan te kijken naar de ellende, Buiten is het koud en men verbeeldt zich al een heele held te wezen, wann©er men zich vroeg op den ochtend daardoor gewaagd en er een paar koude ooren en Ijsklompen van voeten bij gehaald heeft na een behoorlijk ontbijt, in een c©nitraat-ver warmd hotel, waar men toch alles wel beschouwd ook niet zoo'n heel slecht bed gehad heeft. Bn straks na de expeditie dan staat thuis toch de koffie weer klaar. Daar zit men dan in één kamer als oen stal. Do vloer is weggezakt en de muur van het. op kamertje ligt. open met een groot gat. „Als wi.i beginnen die br-e! daar oo te breken om 'fc te ma ken dan gaat do heele vloer van daarnaast ook dr aan5- constateerde de boer droogweg. ala_ een feit. En dat is dan noc tv.nar een Kleinigheid, WamE buiten ligt oa de h»elo stoen©n uöhuur, ©n een gedeelte van het voorhuis in puin en het ardak, waaronder rij hout geborgen hadden, is- ook in el kaar gevallen. ..Het- hout kaft je als je wilt gaan zoeken bij de buren en nfe het daar niet ts sch'en verderop5'. Tn het huis is 5t ook wx> prettig niet. Want het water hoeft alle raiton ingedrukt toon het hooger O]) kwam zetten, de luiken heeft het uit hun h©n,g- 'sels gelicht en meegenomen ©u op het dak na Bit sen dn menschen dan ook onder den, blooten hemel. Sa vP- kachel trekt niet. de schoorsteen is veef i te vochtig. En de „gezondheidsconimissie heeft bekend gemaakt, dat wij alle ramen open moesten zetten, om het vocht het huis uit te krijgen, omdat heb anders een muffe boel wordt5'. U sajet, dat dat bij ons niet moer noodig is, Wij hebben! lucht genoeg. Door de vensteropeningen kwam de bitterkoude wind naar binnen on. hot werd ons niet vroolijk te moed© bij de gedachte, dat dio menschen, mid den in den winter, in zoo'n kou zóó moeten zitten. .,Ge?n deur sluit or moer. Allee krom getrokken. Met geen man en macht krijg je ze open of dicht. Ja, zoo is ^ocrtl bootje do toestand' daar in de Weert en in het gehuchtje Hafconboer vlak bij en het wat verderop gelegen Ooi en bt. Jaoob, lipt voorstadje van Roermond en wie weet hoeveel andere plaatsen van het overstroomde gebied nog meer. Heusch, de menschen uit de stad kunnen zich volstrekt geen vorstelling' vormen van de ontbering en de ellende, die daar in duizenden woningen op het oogenblik wordt geleden. Sprakeloos zit men midden in die ruïne en weet niet, wat men stamelen aal om zijn deelneming uit te spreken. Zooii kamer hoe het water daar 'huisgehouden heeft! In den hoek van den vloer gaapt een gat. Het behangHet is alsof behangers aan het werk ge weest "zijn om het eraf te scheuren.. Tot een meter of twee hoog, juist zoover als wij met onze hand kun nen reiken, is het weg, daarboven hangen alleen nog j'arden, de steenen muur, die er achter zat. ie bloot gekomen en van het pleister zijn hier en daar groote plakken in de kamer gevallen. Op een plaats, waar aan den buitenkant een muur is ingestort kan men de hand zóó door de opening naar buiten steken. Rondom langs den muur loopt een streep, dat is de hoogste stand van het water in dit huis geweest. Van de deuren is alle verf verdwenen. ,.Er zat een duim dik slib op" vertelde ons de vrouw „en zulk vet slib, dat wij het er haast niet af konden krijgen. Op den vloer 1'ag het nog dikker. Zoolang het nog nat is, gaat het eraf, maar is het eenmaal opge droogd, dan moet je 't er met een mes afkrabben Maar nat of niet, de verf neemt bet toch mee". En zij wijst ons ook de meubels. De uit elkaar gevallen tot op bet bout toe kale stoelen, waar niets meer goed aan is, het mooie buffet, dat opengebarsten is en op de planken waarvan het slib nog ligt. In de zij kamer vinden wij de gebeeldhouwde ornamentjes te rug, die op de pilastertjes en de deuren van het buf- fet gelijmd gezeten hebben. De klo'k ligt uit elkaar op den schoorsteenmantel, de schoorsteenmantel zelf is verzakt en heelemaai ontzet, uit den schoorsteen is van boven tot onder een breede reep steenen ge vallen en de zwarte vettigheid uit het rookkanaal, die zich met het water heeft vermengd, plakt aan de gordijnen. In *n hoek op den 'grond een hoop gruis; een crusifix in een gesprongen lijst achter een ge scheurd glas is er nog het beste afgekomen. Fan tastisch scheef hangen nog een paar platen en aan den muur, de lijsten gebarsten, het glas aan gruize/ls, de platen zelf opgebold en gestreept, geplekt van het vocht. Alleen één klein schilderijtje, dat juist boven de Watergrens hing, is droog en ongeschonden geble ven. De boer wijst het ons en zegt: „Wij hebben ten minste nog zaadgoedf'. En deze menschen hadden dan t.och wel degelijk op hoog water gerekend. Zij hadden in huis alles hoog gezet. Een schrijftafel hadden ze bovenop de brandkast gewerkt, en op een groote tafel het buffet en de stoelen. „Toen zijn vader deze plaats bouwde", vertelt ons de boer, „heeft hij gerekend naar den watersnood van '80 en alles hooger gemaakt dan de omgeving. Hij had uitgerekend, dat als er ooit weer zoo hoog water kwam als in '80, wij tot de zitting van een stoel er in zouden komen zitten. En toen wij dan ook aan zagen komen, dat het weer erg hoog zou worden, hebben wij alles nog 40, 50 c.M. hooger geborgen en wij dachten daarmee veilig te zijn. Maar 't is niet 40 maar 80 c.M. hooger gekomen dan in '80 en dus is alle voorzorg toch voor niets geweest. En wat moeten wij nu beginnen. Alles is kapot. Het huis is aan al\e kanten gescheurd van den stroom. De schuur, het voorhuis en de zekere plaats zijn in elkaar gevallen. Als u wilt zien hoe hoog het water geweest is, kijk dan maar in dien boom". In den boom aan de andere zijde van den weg, wij kunnen herfi, juist door de vensteropening zien,' hangt de bril van het privaat. Ach, men kan heelemaal niet beschrijven, wat het water, dat de schuur verplaatste, hier. niet al heeft verwoest en vernield. Van huisraad hebben de men schen niets meer. Hun spulletjes, waar zij trotsch op waren, zijn weg. vernield, zoek, of onherstelbaar be dorven. De kleeren, die ze veilig opgeborgen waanden, drijven als een voddenhoop in een hoek, de scherven van het servies, van flesschen, glazen, koffiekannen zwerVen in alle hoeken, de kachel, rood uitgeslagen van de roest, hangt scheef op zij, de pijp verwron gen. In do aangrenzende kamer zijn ze bozig te stoken, een zware rook slaat door het vertrekneer en het vuur zieltoogt in den pot. De kinderen zitten erbij te klappertanden van de kou en als wij: binnenko men beginnen ze als op commando te hoesten en te huilen. „Alle drie hebben ze kinkhoest" vertelt ons de boerin >.en u begrijpt wat dat was, toen ik met die zieke schapen Voor het water moest vluchten". In den stal zonder ruiten, zonder luiken is het ijs koud. De koeien liggen op den vochtigen grond te beven en kijken ons met hun klagelijke groote oogen aan. „Het is hier veel te koud", zegt. de buurman, die ons vergezelt. „Ja, zegt de boer, maaji wat doe je er aan. Je ziet het zelf." Buiten onder vier oogen vertelt ons de buurman, dat er vroeger tweemaal zooveel koeien in dien. stal stonden. Zeventien stuks heeft deze boer alleen er moeten, laten verdrinken. De beesten konden er niet uit, omdat zij; vastzaten en niemand kon bij hen komen, want het water stond boven de schuurdeur uil. Van binnen kan men er bijkomen over don hooi zolder, maar dat gaf niets, want de boot lag buiten en die kon .er niet door. Naast deze schuur is nog een hoogere, die met een poort gesloten is. De poort zit I onwrikbaar dicht, zij! is sterk verzakt. Bovenaan on- I der den gemetselden boog is haar verf zwaar ge- havend en zijn er happen uit het hout. „Daar hebben van oud- op nieuwjaar de booten tegen het huis liggen bonken op de deining". En nog weer staan wij verbaasd over die schrik barende hoogte van het water, want door die poort moet wel een geladen hooiwagen naar binnen kunnen. Het hooi in' do hooischuur, was naar men dacht buiten het bereik van het water gebracht, maar heeft er nog 'n meter in gestaan en 't water is er nog wel evenveel meer in opgetrokken. De-kDeohts zijn nu bezig het om te halen ten een zware damp slaat ervan a/ff. ..Het gevaaii van brand door hooibroei krijg je nu ook", zegt ons de buurman en de oude juffrouw van de hofstede komt er bij en klaagt ons haar angst, van de laatste nachten voor dat broeiende hooi. dat haar niet heeft laten slapen, omdat zij al maar ge dacht heeft aan brand. De mestkui! is leeg. de mest ligt in den boomgaard verspreid, het stroo eruit, hangt in het prikkeldraad en den heg. In den boomgaard staat nog een voet water, waarop een dun laagje ijs ligt. Dat het nu moest gaan vriezen ontbrak er nog aan. Nu bevriest alles in de kuilen, en er is niets, geen stroo. geen mest, om het afto dekken. Er zal trouwens toch wel niet veel' goed meer van zijn. „Ja. je kunt de bieten en do aardappelen de eerste dagen ge bruiken om er mee te voeren zegt de boer. Maar zoo'n voorraad als ik heb voer je in een paar dagen niet op en daarmee is alles rot en goed voor don mest hoop. En hij neemt ons mee naar de schuur waar hij een wagonlading, een dikke 8500 Kg. aardappelen, 'heeft liggen. In zakken hadden ze die allemaal netjes „op gehoogd". d.w.z. op een stellage van planken én blok ken gezel. Maar 't hoefde niet, het water is er toch bij geko men, de zakken zijn gekanteld en wij: loopen over de aardappelen en trappen ze weg in den vochtigen grond. „Geen twee kwartjes zijn ze meer waard, zegt ons de boer, u kunt nog 50 gulden toe krijgen, wanneer u ze me uit de schuur haalt, zoodat ik van den vuilen boel af ben". In een ander gedeelte van de schuur de machines, een hakselmachine, die ook hoog op hout stond, op den kop omgeslagen en vernield, een dorschmachine, verbogen en ontzet, en de rost van ft zelfde. Overal waar men gaat schade, schude, ver schrikkelijke schade', waarvan men nier begrijpt hoe er nog iets van terecht moet komen. „Het is nu- de derde maal sinds ik hier woon", zegt de boer, ..dat wij hier water hebben; 15 Februari 1920, 24- November 1924 en 1 Januari 1926, Dat zijn dagen die wij best kunnen onthouden. In 1924 had ik 15.000 kilo aard appelen in de schuur, zóó van het land en alles weg. Maar nu is 't nog veel erger. Je kunt het zoo niet uit rekenen, of overal hebban wij een strop aan. Wij hebben hier ook 300 kippen, de vorigo week hij bedoelt voor 1 Januari hadden wij daar toch al weer zoo 100 eier enper dag van. Nu hebben we nog niet een ei, geen één. Reken nu maar eens na wat een schade dat alleen al is. Ein dan zijn er ook wel een stuk of vijftig kippen verdronken. Ik weet nog niet eens hoeveel. Daar heb je er weer een paar". En hij bukt en haalt van achter een kar, twee doo- de kippen vandaan en smijt die het erf op, bij den anderen rommel die daar ligt. Verder gaan wij, langs het veldje met spruitkool, waar de boer baloorig doorheen schopt; niets meer goed van, alles bedorven en dan staan wij voor de ijsvlakte, waaronder het bouwland met de veldvruch ten ligt. En daar barst de man, die daarstraks nog grapjes maakte en zijn goed humeur wel scheen te kunnen bewaren, opeens uit in tranen en een bittere aanklacht, dat zooiets toegelaten is, dat al het. werk en al de moeite, waarmee je den boel van jaar tot jaar hebt opgebouwd, en bij elkaar gehouden, nu op eens vernield is en dat er niets, niets van over blijft. Wij staan, er maar stil en bang bij, in bet besef, dat, wat wij er ook van gezien hebben, het allerdiepste van de ellende, die over deze menschen gekomen is, ont ontgaat, beschaamd over ons egoisme, dat ons de kou nog doet voelen en ons inwendig doet verlangen, dat het toch maar voorbij mocht wezen. En wij den^ kon aan de menschen in de stad, die het op hun manier toch maar goed hebben en hier alles ka pot, het werk van jaren aan stukken, zoodat men niet weet waar men moet beginnen om het weer op te bouwen. Droefgeestig gaan wij naar anderö huizen, waar het net eender is-of nog erger. Italië, dat Tri Amerika mot succes heeft gepleit voor een gunstige regeling zijner schulden aan d© Veréenigde Staten, poogt thans in Londen heb Zelfde te verkrijgen. eb is aan Engeland in den vorm van kapitaal' pn interest de kleinigheid schuldig van 560 milïioen pond, hetgeen beteekent, dab de Bxitsöh© belasting betaler heden ten dage als hij Zijn ihkomstenb©las>. tittg naar den fiscus prengb, fP/j stuiver in het porti ten behoeve van den dienst dez©r schuld van Italië meedraagt. 7:rik e n rekensommetje is weinig geschikt om da EngeLehen gunstig te stemmen voor pogingen/ I van Itahaainsche zijde om clementie te oefenen en er rekening mede te houden, dab Italië een arm land is, al heeft het zeer groote economische mo gelijkheden. Het- kan niet wodren ontkend, dat Italië, dat voor den oorlóg in hoofdzaak een landbouw,staat was, waar de nijverheid slechts een ondergeschikte rol speoldej sedert dien tijd e©n anderen kant is uitgegaan .©n dat men heeft ingezien, dat de onfc- brejeende steenkolen (waarvan de aankoop wegens den stand der valuta zeer bezwaarlijk zou zijn) zeer goed kunnen worden vervangen! door waterkracht, die bijna overal in het land zeer gemakkelijk is op te wekken tengevolge van het groote aantal rivier tjes met veef verval, die zich van de bergen naar de Zee spoeden. De opwekking van electrisch lioht en kracht door gebruik van het water-verval heeft reeds een groo- ten-omvang aangenomen, zoodat er hoe langer hoe minder steenkool'behoeft te worden ingevoerd.Doch er blijven nog belangrijke gebieden ter ©ïeobrifi- oatie over, eenvoudig omdat Italië het kapitaal mist, dat voor de eerste installatie Iioodig is. De regeling met de Vereenig.de Staten, aï blijkt dit niet zoozeer uit do gewisselde stukken ©n do tekst der overeenkomst, had in hoofdzaak ais basis, dat Italië meer betaalde dan zij'n financiën feitelijk toelieten, doch dat een deel van h©t zoo betaald bedrag weer zo uterugkeoron als belegging door Amerika in Italiaansche ondernemingen. In hoofd zaak op el'ectrisch gebied. Het schijnt nu oorspronkelijk in het plan to hebben gelegen Engeland in döriZelfd©n geest te bewerken. Doch Voipi die zelf ©lectrisoh inge nieur is van huis uit -heeft nog voor zijn vertrejk naar Londen duidelijk ingezien, dat dit hot aller laatste is, waarmede men in Engeland moot aan komen. De Engelsche uitvoerhandel loopt voortdurend terug. Elk nieuw overzicht toont een ongunstiger hflndoM>ala;ns ©n voornamelijk wordt dit nadeelig saldo veroorzaakt dooa* dn vermindering van don kofenuitvo©r, die vroeger van zoo uiterst groot be lang placht te zijn. Engelsche schepen, die in .vroeger jaren te Odessa graan gingen haFon, Zeil den uit niet steenkool' naar Italië, eigenlijk bi] wijze vari ballast, namen Italiaansche producten voor Rusland of den Levant mede en kwamen terug met graan. Nu heeft Odessa alle SovjetpraatjeS ten spijt zo ogoed als n'ets uit te voeren (evenmin als de Donauha ven trouwens) zoodat Engeland zijn grftan uit Argentinië, Canada en de Vereenigde Staten/ moet betrekken, lainden waar men, in normale tijden zeer zeker, de Engelsche kolen nauwelijks noodig heeft. Engelsche steenkool wordt dus niet alleen door den stand der valuta, doch ook door do hoog© vracht nu de schepen expres de reis zouden moe ton maken, te duur voor Italië. En als men nu de EngelschefcL zou willen bewegen geld 'to verschaf fen yoor de electrificabie, zou men te Londen zeer goed begrijpen, dat Italië dan op den duur nog veei minder Engelsche kolen noodig zou hobben; Het ontegenzeggelijk groote belang voor Enge- land do machines in installaties voor de elektrische centrales te mogen leveren, zou meebrengen, dat i de kip niet de gouden eieren voor do mijnen ook I in Italië was afgeslacht. Mén zou voor ©en jaar of wat aaP die centrales een behoorlijk bedrag v©rdi©- non, doch daarna zon Italië dan ook onafhankelijk Zij!n van do .Engelsche mijnindustrie. Een bezwaar, dat voor Amerika destijds in heb geheel "Piet van j betoekönis was. Plet lijkt ons dus zeer twijfelachtig, dat Enge 1'ahd, dat van Augustus tot 1 Mol voor do steon- krwJsiibsidies ruim 21 miIILoon on_ in het geheel volgons Lloyd's Goorge's berekening circa vijftig raiflioen pond zal hebben neer te bellen, Italië op dit punt tor wille zul kunnen Zijn. Vooral up de benzine en stookolie eveneens de steenkoolindustrie zooveel schade doem Toch gefooven wij, dat De "Voipi te Londen tot ee»n acooord zal komen. Doch dit zal niet op eón economische,' dóch op een politieke basis berusten. Meer en meer worden Engeland en Italië goede vricnde!n en in den laatste» tijd vooral, is dit merk baar. Engeland heeft er altoos naar gestreefd aan j do MiddeBandsclie Zee een vertrouwd vriend oi' althans ©enige steunpunten te hebben. Het verlies I van Egypte als zoodanig heeft geleid tot het stro ven in Klein-Azië en aan doPerzische Golf mach tigor to worden: Palestina, Iraq, enz. Doch in do Mhldellan dscim Zee is het bezit van Malta en Cy- pus ruerfc vol'doeinde. Engeland heeft geruimen tijd geflirt met Spanje (en „Portugal') Welker vorsten zeer probritsche iiei- gingen vertoonden. Spanje isl echter niet precies gelijk te stellen, met zijn koning en bovendien is het j m deze tijden niet te Ix-.scLouwoti als oen staat waarvan in de hoog© politiek d.'us desnoods ook op militair gebied ©enige kracht van betookenis kan. uitgaan. i Griekenland, door Engeland geholpen aan een zeer groote uitbreiding van gebied, heeft zoo good als alles weer aan den Turk terug verloren en. is dus niet meer van belang. Wat het „Koninkrijk der Serven, Kroaten en Sloven qn'- betreft, weet n.ie- marrd wat dit mixtiim compositum ea.genl'ijk is en welke krachten het bezit. ErankrijTc, de dierbare aliié, komt in heb geheel niet in aanmerking omdat Engeland, als het Frank rijk volkomen verbouwde in plaats van wantrouw de 'die machtspositie in de Middellaindsche Ze© niet noodig zou hobben. Die vriend en die steUrf- punten zijn juist noodig tegen Frankrijk! Blijft dus alleen Italië. En nu zijn er teekens te over, dat het hi^r goed gaat. ItaEë heeft onder Mussolini miperialiB- fische bevliegingen gekregen, waarvan iédereea, dus ten slotte ook Engeland, hinder zal kurtffleni ondervinden. Doch terzelfder tijd is' het de eenige staat bij de Oude Wereldzee waar geregelde toe standen heerschen en orde en regel (als zijn diè dan ook van bij'zondere soort) uitgaan van de overheid. Bovendien heeft Italië een niet te versmaden vloot, goede havens en desnoods onmiddellijk e'e.n sterk feger bij de hand'. Allemaal dingen, die het als bondgcffioot daar. verkieselijk maken. Engeland isbegonnen Italië een deel van Sqma- Iiland af te staan. Daarna droeg het er het zijne toe bij, dat de kwestie van Korfoe, die toch tamo- Ejk ernstig had kunnen worden, buiten den Vol kenbond om, door den Gezantenraad werd -gere geld. Ook de grerisregeEng tussohen Egypte en TripoE (Jaraboeb) verliep voor een groot deal zoo gunstig voor Italië, omdat Engeland zijn invloea te Caïro Eet meespreken,. Alf is die dan ook kleiner dan te varen. Thans heeft de Italiaansche marine reeds het voorrecht gekregen op Cyprus te bunkeren. Ai' der gelijke kleinigheden zijn ten slotte d© strootje^, die wijzen hoo de wind waait. Terwijl Frankrijk met' opoffering van vele hon derden millioelnen fra.nds (van eeu kwartje) zich' vazallen aanschafte op do Oostgrenzen van Duitsch- 1'and tot waarborg togen een voor lang© jaren on- denkbaren aanval', heeft Engeland", met een conces- se hier en daar, Tl vri)endoÈjkheidje als de naam-, teekeniing van Chambeadainop rijn portret, gegeven' aan zijn „fascistische vrienden in Rap allo5 precies alles gekregen wat noodig was. Namelijk de goed© pro-Britsehe stemming ie Rome. - En die goede stemming over en weer zaP men noch in ItaEë noch in Engeland bederven door al te zeer te Voipi zal fen over de schuldregeling. euooefl hebben. UITKIJ3D- Bixmenlandscto Nieuws. VERVOLGINGEN VAN ONWILLIGE KIEZERS TE AMSTERDAM. Donderdag heeft de kantonrechter, mr. van Dam, een aanvang gemaakt met de behandeling der gerech telijke vervolgingen, ingesteld tegen 10 k 12.000 Am- sterdamsche kiezereesseri en kiezers, dié zich hiji de. jongste kamerverkiezingen aan hun opkomstplicht onttrokken hebben. •Bij. het opmaken van de lijst dergenen, die zich we gens hun nalatigheid! voor den rechter zouden hebben te verantwoorden, is eerst door het bureau verkiezin gen een schifting gemaakt ondèr de ongeveer 40.000 kiezers, die niet verschenen zijn, waardoor slechts op geroepen zijn degenen, van wie van te voren niet was vast te stellen, dat hun verzuim niet aan opzette lijke nalatigheid of onverschilligheid is te wijten. Dit op zichzelf is reeds een buitengewoon omvangrijk werk geweest. Uit dit onderzoek zijn ongeveer 12.000 gevallen „be zonken", die voor vervolging in aanmerking kwamen. En 32 politiebeambten zijn nu dag aan dag bezig met bet uitreiken van de dagvaardingen. Eergisteren heb ben de eerste 200 zaken gediend.' Er zijn nu 1200 dagvaardingen uitgereikt; het aantal kantonrechters bedraagt 6. die dus voorloopig mét deze onwillige kiezers de handen vol hebben. De ver wachting is dat elk hunner ze hebben op verschil lende dagen zitting per dag een paar honderd za ken af zal doen. De wijze waarop en de goede moed, waarmee de kantonrechter mr. van Dam, aan het verwerken van deze rijstebrijberg van vervolgingen begonnen is, igoeft hoop, dat de kantonrechters in deze verwachting niet teleurgesteld zullen worden. Wat wij ervan hebben meegemaakt gaf den indruk van een vlotte behandeling, waarbij de nibekiaa.gden energiek aile gelegenheid werd afgesneden tot het voeren van principieele debatten, een verleiding, waarvoor ver schillenden hunner blijkbaar met \vat meer medewer king van den zeer zakelijken magistraat maar al te gaarne bezweken waren. -Maar het ging met zulk een verbluffenden en suggestieven spoed, dat zij' bij wijze van spreken alweer buiten de deur stonden, voordat zij zich in postuur gesteld hadden om aan hun zorg vuldig voorbereide argumenten en geestigheden recht te doen wedervaren. Het. was dus wel een teleurstel ling, maar voor het maken van propaganda kregen de principieelen geen gelegenheid. 'Het beloop der procedure (maximum duur 1 mi nuut) was ongeveer als volgt: Kantonrechter: Waarom ia u niet ter stembus ge weest? Beklaagde: ik had hoofdpijn. 'Kantonrechter: U hebt f3 boete. Volgende zaak. Kantonrechter (tot den volgenden beklaagde, terwijl diens voorganger nog wat beteuterd staat te kijken, .maar veelal van alle magistratelijke belangstelling verstoken blijft): Waarom is u niet ter stembus ge weest. Beklaagde: Ik heb gemoedsbezwaren. Waarom- Kantonrechter: U hebt f3 boete. (Beklaagde al Kantonrechter tot den volgende beklaagde: Eb u. waarom is u Beklaagde: Welke os kiest zijn eigen slachter? Ik... Kantonrechter: U hebt fö boete. Beklaagde af. Kantonrechter tot den volgenden beklaagde: Waar om hebt u niet gestemd? Beklaagde (een zorgvuldig op papier gestelde rede voering uit zijn binnenzak produceerend en glim lachend): Alias Troelstra noch alias Caulaan (wie geen Amsterdammer is wete dat. .dit Colijn beteekent!) kunnen mij dwingen naar de stembus te gaan Kantonrechter: f 3 boete, volgende zaak. En zoo ging de en-gros-behandeling den geheel'en dag door. Voor protesten scheen het tempo eenigszins te gejaagd te zijn. Slechts bij eene zaak oordeelde de kantonrechter een nader onderzoek gewenscht. Het betrof een milicien, die twee dagen vóór de stemming voor dë herhalingsoefeningen op had moeten komen en wien de compagniescommandant op zijn verzoek om verlof tot het uitoefenen van zijn kiesrecht had geantwoord, dat het heelemaal niet noodig was, dat hij ging stemmen. Wij verlieten de audiëntiezaal met den) indruk, dat hier „efficiency" in de rechtspraak betracht werd en dat zij zichzelf dus financieel wel bedruipen zal. EEN ZEGELQUAESTIE. De ahonhé's van de Bussurasche Waterleiding za gen sedert de invoering van de nieuwe Zegelwet, hun kwartaalquitantics, al was. het bedrag beneden de f 10, beplakt inet een piakzegel. Ondanks alle gemopper moesten die zegels jarenlang worden betaald, want volgens de zegelwet waren quitanties die golden als ontvangstbewijs van een onderdeel van een totaalbe drag. boven de f 10, en de jaarcontracten beliepen hoo ger, aan zegelrecht onderworpen. Thans eindelijk is een uitweg gevonden om aan dp bezegeling der quitanties te ontkomen. Volgens de wa- terleidingsconitracten kunnen deze na het eerste jaar per drie maanden worden opgezegd, ergo de volgende jaren blijven er driemaan'delijksche contracten over, zoodat dus geen zegelrecht verschuldigd is. Thans zullende quitanties voor de abonné's, die langer dan een jaar water betrekken niet langer gezegeld zijn; een schadepost voor het Rijk van bijna f2000 per jaar! i STORMSCHADE. Te Ierseke is door den .Noord-Oosterstorm een gat van 10 tot 12 Meter in den havendijk geslagen. Met vereende krachtetn heeft men het gat voorloopig kun nen dichten en zoodoende uitbreiding kunnen voor komen. DE MOORD IN DE BEVERSTRAAT TE ROTTER DAM. A. v. S„ die verdacht wort.d den moord1 in dé Be verstraat gepleegd te hebben, heeft gisteren voor den ree hter-commissaria een volledige bekentenis afge legd. Men verzoekt inee te deelen, dat de geruchten, als zou de moeder van den verdachte medeplichtig rijn geweest aan,, althans medegeweten hébben van. het misdrijf, gepleegd' op haar man, geheel ongegrond zijd gebleken. AUTO-ONGELUK Woensdagmiddag half drié kwam do fieer J. G. B. Ji'.. meubelfabrikant te Rotterdam, met, zijn O'akland- auto van Zwijndrecht rijden. Ter hoogte van de Am- bachtsche Steeg vloog de auto, na een anderen auto gepasseerd te hebben, met een groote snelheid tegen een hoorn. i De heer B.. die de eenige inzittende was. brak beide beenen en een arm en bekwam verschillende hoofdwonden en kneuzingen. Doktoren uit Zwijn drecht. verleenden geneeskundige hulp, waarna de on gelukkige, die bij bewustzijn was, per ziekenauto naar het ziekenhuis te Rotterdam werd vervoerd De auto, die Zaterdag nieuw was afgeleverd, was totaal verpletterd. Vólgens ooggetuigen reed de heer B. met een veel te groote snelheid. ONDER EEN DORSCHMACHINE. Te Wedde (Gr.), kreeg gisteren de machinist üostmg bij de verplaatsing van een dorschmachine een zoodanige hoofdwonde, dat de dood direct intrad.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1926 | | pagina 11