151 KORTING
Frankrijk i
Crisistijd.
De dingen om ons heen.
SPAANDER Co.
Zaterdag 23 Januari 1926.
69ste Jaargang. No. 7781.
TWEEDE BLADo
Binnen niet al te langen, tijd zal te Génève
waarom eigenlijk daar en niet in Den Haag?
de zoogenaamde ontwapeningsconferentie bijeen
komen.
Zelfs de grootste idealisten zien in, dat zulk ©en
conferentie geen zin heeft, tenzij alle landen, dié
lijden aan het euvel1 van bewapening, er aan deeL
fruemen .én dus bovendien het resultaat bijster ge
ring zal zijn, tenzij alle deelnemers verklaren zaoh
te zullen houden aan 'de te nemen besluiten*
Als alle landen meedoen en alle dopn, wal> de
conferentie besluit zou men mits die besluiten»
zelf een voldoende wijde strekking hebben
wellicht mogen zeggen, dat wij mogen hopen een
eind op den weg naar den wereldvrede'vooruit te
zullen komen
Men jziet, dat wij dienaangaande niet zoo opti
mistisch zijn als vele andere publicisten. Voor deze
afwijking hebben wij onze redenen en de defe
rentie 'ten opzichte van den lezer noopt ons die
redenen hier uiteen te zetten.
In de eerste plaats galooven wij' 'niet aan de
deelneming van alle staten, die er voor in aant
merking zouden komen.
Rusland .bijv. weigert naar Genève> te kompn,
omdat destijds een Rus in Zwitserland is vermoord
zonder dat de dader is gefusilleerd of opgehangen!
of hoe de sovjetmanier is om iemand te beduiden,
dat zijn gedrag niet in den haak is.
De Zwitsersche regeering ziet in, dat een con
ferentie zonder den staat, die het grootst pote/n-
tieele leger in het veld kan brengen, dwaasheid is.
zoodat de vergadering of in het geheel niet, of
elders dan in Zwitserland zou moeten plaats heb
ben. Zij wenscht zioh eohter het' moreele voor
deeltje niet te latein ontgaan ©n poogt derhalve
Ruslands aanwezigheid te.... koopen. Eén doode
Russische gedelegeerde. is één pensioen voor zijn
familie is zooveel millioen; eën geplunderd Zwit-
eersch gezantschap in Petersburg en zooveel door de
Sovjets bestolen Zwitsers is Zooveel mRlioenen..
Het laatste getal' is veel grooter dan het eerste.
Laten we er dus een spons over halen en komen
jeluiIs deze regeling je 'nog niet goed genoeg, dan
willen wij hoewel wij veel meer te vorderen dan
te betalen hebben^ toch nog wél wat betalen,'
maar: kómen jelui.
Hierop komt de redeneeriing van Bem neer.
Het is de vraag of Moskou bij dit angstig ge
draai, om de conferentie toch maar in Genève
te hebben rijm eiscihen nog niet een beetje gaat
opschroeven.
De handige jongens, die de sovjetpolitiek I'eidén,
weten .nu eenmaal dat zij vooral' in deze omstan
digheden niet gemist kunnen worden. Want als
Rusland' niet meedoet, rij'n Polen, Roemenië, Cze-
cho-slowakije enz. verplicht zioh ook te dekkén.
Hetgeen beteekent, dat de ietwat westelijker ge
legen .Staten bij de onveranderd gebleven bewa
pening der Kleine Entente ook bedacht moeten
zijn op veiligheid. Dit heeft weer tengevolge, dat
de rest van Europa ineen soort gevaar blijft en dus
ook da vuiligheid der grenzen niet uit hèt oog mag
verliezen.
Daarom moet Rusland in de eerste plaats mee
doen. Gesteld, dat de .prijs door Bern geboden'
hoog genoeg is, dan wel dat Moskou dien nog te
laag vindt, doch van woge het „anti-militairislnie"
wel wil meedoen aaneen conferentie elders.
Dan is dit een tegenvaller voor Genève en Bern
doch de waarde der conferentie wordt hierdoor
niet belangrijk gewijzigd.
Doet Rusland niet mee, dan' is het finaal uit met
het plan. Komt het wel1 teer conferentie, dan kan
men verder zien.
Dan komt het probleem in zijn tweede stadium.
Te weten: wie wenscht ontwapening en wie voélt
zich veilig genoeg om de wapens uit de hand te
leggen. Subs. wie voelt de nnancieele en econo
mische lasten van oorlogstoerusting zwaarder dan
het risico van een aanval van zijn buurlui.
Wie vertrouwt genoeg op het fatsoen van zijn
medemenschen om zijn huisdeur en brandkast open
to laten staan?
En wie van de staten, die ten slotte toch alle
maal vroeger of later op roof zijn uitgegaan, is
fatsoenlijk genoeg om zijn inbreek tuig in de vaart
te werpen?
Ieder land heeft zijn leger voor zelfverdediging.
Dit is de theorie.
De werkelijkheid is, dat ieder leger, dat voor
verdediging dient, ten allen tijde ook als aanval»
werktuig kan worden gebruikt. Zooal "biet alleen
aan toch in samenwerking met anderen en zooal
niet actief om te vechten dan toch strate
gisch om een bedreiging te zijn in h©t kader der
wenschen zijner bondgenooten. Voorbeeld: de geal
lieerde staat Portugal. De CentraLn, door Portu-
geezen geveld kunnen vermoedelijk op 'n biljart
zitten! Maar dat Portugal meedeed, verminderde
de kans op een pro-Duitsche beweging in Spana e.
h«aar onze meening, in weerwil van den H. Geest
van Looartio, is er géén land, dat zijn. buurman
vertrouwt. Juist Locamo, het moeizaam bijeen-
zoelten van verdragen en garanties, bewijst dit
wantrouwen over en weer. Iets waaraan Poinioaré
zelfs expressi's verbis uiting gaf, evenals de Duit-
sohe conservatieven.
Gesteld echter dat die geest van Locarno sterk
genoeg blijkt om dit onderling wantrouwen, te ver
zwakken, zoodat de conferentie tot eenig resultaat
komt.
Dan heeft men de keuze tussehen twee oplossin
gen:^ de algemeene ontwapening" of de proceu-
Aan de algemeene ontwapening: het vernietigen
van alle wapens, alle Strategische plannen» al
le formaties, alle forten, schepen, werven, vliegtui
gen, arsenalen, munitiefabrieken, het naar huis zen
den van alle soldaten en officieren, staven en stu
diecommissies gelooft niemand. Zelfs niet de groot
ste dweper. Dit toch zou beteekenen de Verèenigde
btaten van de Wereld. En zelfs in die wereld zou-
Tmt"- zooaIs nu in elk afzonderlijk land
„geschillen van bestuur" voorkomen.die, 'bij
ve^et» regeling" behoeven.
Als men de slimmigheidjes 'Ziet waarede de ver
schillende landen, die de overeenkomst vai\ Wash
ington teekenden, hebben gepoogd er rond om
neen te komen, behoeft mén geen bijzonder zwart
kijker te zijn om nu reeds te voorspellen, dat van
een algemeene ontwapening niets komt.
Nog daargelaten, dab bijna elk land absoluut
genoodzaakt is om een kern van troepen te behou-
j 1.®.r evenbueeje onderdrukking vani staatsvij
anden;] ke destructieve bewegingen en tot bewaring
der openbare grondwettelijke orde- Wat dan vroe-
§ar „leger was, wordt dan militaire politie, gen!-
armerie, marechaussee of wat m0n -wil. Maar in
welken vorm dan ook, blijft een militaire k©rn
bestaan. Een kern, die nog .jarenlang voor onmiddel
iijke uitbreiding vatbaar is, en die derhalve als
aanvalswapen is te gebruiken.
Algeheel© ontwapening is derhalve o.i. e>cn uto
pie. Een schoone droom en niet meer.
Veel gevaarlijker echter is die andere droom: de
procentueel© ontwapening, waarbij t zooals ten.
aanzien der vloten te Washington geschiedde een
maximum wordt bepaald voor de legers.
Dit is men yergeve ons de uitdrukking: volks
bedrog in de hoogste mate.
Het eenige wat hiermede wordt bereikt is een
gedeeltelijke financieel© besparing, die zioh pas
op den langer duur zal' doen gevoelen.
De veiligheid der landen., het onmogelijk maken
van een oorlog wordt er in geen enkel' opziohb door
bevorderd.
Een voorbeeld om bij huis te blijven: Neder
land' heeft als factor yan strijdkracht te lama 10,
België 15, Frankrijk 100, DuitsChland 25, Engeland
40 (alles denkbeeldig). Bij ©en oorlog met zijn
twee landburen staat dus Nederland altoos met 10
tegen 40 en verkeert dus in gevaar volgens de
beginselen der hooge politiek-
Nu gaan we prooentsgewijze ontwapenen. Zeg
tot op de helft.
Zou nu iemand ons willen zeggen wat er veran
derd is in het gevaar van .een overrompeling?
Het kost de helft minder.
Ziedaar alles.
Maar het gevaar blijft absoluut even' groot of
de verhouding 10:40 of 5:20 is.
Hoe men de groepeering der. eventueel "denkbare
vijandelijke combinatie ook wil' stellen, verandert
niets aa,n het feit, dat twee tegen drie precies/
hetzelfde is als vier tegen Zes of duizend tegèn
vijftienhonderd.
Natuurlijke verdedigingen kunnen tegen ©en aan
valler van belang zijn. Dit spreekt. En het is
buitengewoon moeilijk de waarde van een 'breed©
rivier of een lastig te overschrijden bergrug
precaes naar waarde te söhatten bij het bepalen van
den factor der bestaande strijdkracht.
Voorts pleegt bij alle voorstellen ten aanzien d©r
procentueel© ontwapening steeds de mogelijkheid
om vredesuiateriaal op zeer korten termijn in oor
logstuig te veranderen, steeds met vage uitdrukkin
gen in het halfduister te worden geduwd: „Dat
zal zoo'n vaart niet lioopen
Een Ialnd met een krachtige metaal- of chemisch©
industrie 'kan binnen eenige etmalen rijn strijd
kracht zoo vergrooben, dat het elk zijner minder
goed toegeruste naburen kan overweldigen. Ook al
is rijn leger met geen man vergroot boven de toe
gelaten normen.
Grenzen vooral tolgrenzenweg. Hitsblad©rt.
en hitsredenaars weg, zoowel wat binnon3Ja,n[ds'Cih(e
als buitenlandsche ophitserij betreft. Kijk, dam
was men 'n heel eind en kan men de legers en de
officieren en staven en wat dieS meer zij, gerust
laten afvloeien of afsterven.
Maar zoolang men hieraan niet denkt en liever
den smokkelhandel' tot bloea brengt, staat het voor
ons vast, dat de procentueel© ontwapening, die dan
het eenige bereikbare ideaal schijnt, niets uithaalt.
Niets, nu ja, misschien 'n paar procent op het
aanslagbiljet.
En zelfs dit is lang niet zeker.
UITKIJK.-
ALLEEN JANUARI
OP KLEEDING NAAR MAAT.
LANOESTRAAT ALKMAAR.
Branenlandsch Nieuws,
HOOGWONU
Jaarvergadering van het Onderling Veefonds voor
Hoogwoud, Aartswoud en Opmeer, gehouden op
Woensdag 20 Januari 1926, ten huize van den, heer
J. Modder te Hoogwoud.
Voorzitter, de heer C. Pijper, opent met ©en
woord van dank voor de opkomst en hoopt dat
deze vergadering mag staan in het teeken vain
nut en genoegen.
De secretaris, de heer C. Schilder, leest de
uitgebreide en zakelijk gestelde notulen,, welke on
veranderd worden goedgekeurd.
Als commissie voor het nazien dar rekening en'
verantwoording van den directeur worden, aange
wezen de heeren .0 Schouten, K. Groot Pz., L„
Glas en O. Klaver Oz. De neer Glas rapporteert |dat
alles met de b.ijbehoorende stukken is nagezien en'
in de beste orde ie bevonden en brengt den Di
recteur hiervoor dank.
De ontvangsten waren f 11338.74V2, de uitgave n
f 10701.89, kassaldo f 636.85V2. Er waren 30 stuks
vee gestorven en afgekeurd1.
De omslag over het afgeloopen jaar had bedragen
f 6.50 per rund. Het reservefonds bedraagt r 265.C2.
Op 1 Januari waren er 121 deelhebbers met 12'
stuks vee. De uitkeering werd vastgesteld op t 22"
voor een 'koe en f 100 voor een hokkelimg tot 1
April. De verdere regeling hiervan werd wederom
overgelaten aan den 'Directeur en den secretaris.
Verkiezing Keurmeesters. Voor Aartswoud
werd herkozen de he©r Joh. Appel ©n voor Lange-
rais de heer P. Groen, beide met op een na alge
meene stemmen.
Rondvraag. De heer K. Groot bespreekt een
geval vhn merken van een afgekeurde koe.
Besloten wordt, dat de keurmeesters dit zooveel
mogelijk zelf moeten doen, behoudens enkele u't-
zonderingen.
De heer L. Glas betoogt de wensohelijkhoid om
ieder jaar een algemeene vergadering te houden.
Hij Ineent dat dit in het belang is van de ver-
eeniginp. Tot heden was dit volgens reglement om
de 10 jaar. Na een uitgebreide discussie stelt de
heer Schilder voor om' dit om1 de 5 jaar te do©n en
dan -te beginnen met het volgen#© jaar. Tot dit
laatste wordt besloten.
De heer P. Vet brengt in het midden, dat' het
Schermerfonds de kosten van den veearts vergoed,
wanneer het betreft een afgekeurd jund en vraagt
.of het niet wengöhelijk is, dat voor deze vereenigii^g
Toen ik eergisteren Frankrijk weer binnenstooam
de, -was er van crisis niets te bemerken. Integenf
deel, ik zou bijna zeggen, dat ik de stations minder
vuil', de boel beter geregeld vond.
Last heb 'ik in Frankrijk nooit gehad, wellicht
omdat ik de taal bijna even gemakkelijk
spreek als mijn moedertaal, maar toch zoo beleefd
als nu ben ik nog nimmer aam de Fransche gren
zen behandeld. Ik had te ve©l handbagage, maar
ondervond slechts assistentie, ondanks het feit, dat
ik „de heilige bureaucratie" en haar reglemenj-
ten, mijn teveel1 aan bagage op de voeten zette.
De douanen waren allerminzaamst en keken ter
nauwernood in de tasch, die ik al' opengemaakt
had en lieten al het andere ongemoeid. Zelfs
werd er niet met de .1'ange pook onder de bankeni
gepord en bileven de voetjes der aanwezige dames
dus vóór opstoppers gespaard.
De trein spoedde zich door het verwoeste ge
bied, dat al aardig in aspect verbeterd is.
Te St. Quentdn liep1 de trein tjokvol ©n ik vraag
mij verbaasd af: reist er zooveel' Fransoh publiek
le klasse?
In .mijn coupé zaten slechts reizigers met 1©
klasse biljetten en kan ik dus aannamen, dat het
elders eveneens „in orde" was. Hoe rit dit nu?
Hebben de Fransöhen zooveel' „lage" franken» dat
rij gemakkelijk le klasse kunnen betalen?
Ik reis als ik in Holland ben 3e en zie behalve
dan in internatioiVBlé treinen, heel veel leége le
klasse coupé's.
Is Holland met rijn dure, gave gulden voor eèn
Hollander duurder wat réizen betreft, dan Frank
rijk met haar inflatie-ffank voor den Fransohmai^P
Ht geloof heusch, dat de wereld op zijn kop staat.
Ik kan er mét moer bij'. Een buurman in, mijn,
coupé vertelde mij van Duitschland en zei: nn is
het er heusch slecht., nu liegen de Duitschers eéns
niet, wanneer zij over de slechte tijden huilen.
We kregen het toen over steenkool en vertélde
mijn buurman, die bij steenkoolmijnen, betrokken
is, dat de Duitsche steenkoolindustrie nu weer
\even werk heeft, daar ©r steenkool uit Duitschland
via Rotterdam naar Amerika verscheept wordt.
Wij waren het beiden over het abnormale van
zooiets roerend eens, al' verheugden wij ons voor
Rotterdam over dit feit.
De wereldorde is ontwricht, dat blijkt hieruit
weer duidelijk.
Onze trein kwam met drie kwartier vertraging
te Parijs binnen.
i Ik vond de -„facteurs", onze witkielen veel be
leefder dan voorheen na den oorlog eni heelemaal
de stemming gemoedelijker.
Men kon ©en paar jaren geleden/ wanneer men
een beekje Engelsch type had, geen gemoedelijkheid
of humor, die leuke Parijsche humor verwachten.
Nu is dat anders. Met Poinoaré schijnt diens haat-
stemming langzamerhand verdwenen.
Toen was het ook steeds: „Ie Bocih© paiera", ,©n
geen Fransöhman wilde naar rede luisteren-
Ut kreeg bezoek van een Franschen vrienjd', die
zich beklaagde drie jaar geleden niet naar mijn
raad, doch naar dien van zijne Fransche vrienden
te hebben geluisterd. Die Fransche vrienden wa
ren nu failliet en hij was ternauwernood den dans
ontsnapt.
Zijn haat tegen Poinoaré, die het mooie, lieve
Frankrijk naar den afgrond gesleept had, was tra
gisch oan aan te zien.
Och hij had zooveel' van Gaillaux verwacht. Hij
had mij in Augustus 1924 voorspeld, dat Caillaux
minister zou worden om de ruïne van Frankrijk
te voorkomen, doch Caillaux was te laat gekomen.
Poinoaré was te laat heengegaan, geen Herriot,
geen Caillaux, geen Briand kunnen Frankrijk meer
redden. „Nous sommes trahis", zei mijn vriend en
ik dacht onwillekeurig aan de geschiedenis van derii
Fransoh DuitSchen oorlog van 18701871, die begon
met „a Berlin, h BerUn" en na de eerst©, ne
derlagen, na Weissenburg, Wörth en Gravelotte
oversloeg in: „nous sommes trahis".
Arme Franschen.
Gij zult moeten bloeden voor de fouten van uw
politici, grti zult ten onder gaan als eerste slacht
offers van het Parlementaire stelsel of liever dé
ontaarding fdaarvaln. Beroepspolitici met E. V.
halen Frankrijk naar beneden.
Men spot op elk tooneel in Parijs met hét parle
mentaire stelsel, het publiek léoht maarwacht
af! Waarop?
Eerg:steren na aankomst nam ik_ dadelijk een bil
let voor oen comedievoorstelling, ditmaal: Les Nou
vaux Messieurs" van Robert de Fiers en Francis
de Croisset, dat in het Théafere de FAthéné© gaat.
De biljetten genomen, kon ik naar mijn kamer
om inijn bad te nemen, mijn avondtoilet aan te
doen en bij Lucas, vlak bij de Madelein© te ga,an
dineeren. Het is niet ver van mijn» hotel naar
Lucas. De Rue de Castigilione, rue de Rivoli, rue
Royale en ge slaat voor cfc Madelein© kerk links af.
Lucas is echt Parijsch en was altijd meer Fransoh
en minder internationaal' dan de meeste restaurants
De maitre d'botel herkend© mij dadelijk en ar
rangeerden wij een kléin, doch uitmuntend menu,
want ik had niet veel tijd met het oog op h©t the
atre. Ik Rep naar heb theatre, nog denkende over
de typische atmospheer van eën Parijsch r©stau
rant, de wat ouderwetsche muziek van het strijkje,
keurig gespeeld en een genot om naar te lu.s
teren inplaats van naar de eeuwig© Jazzbands el
ders m 'Europa en vogue, de Parijsche kellners m©t
hun eigen Parijsche wijze van optreden.
Soms hebt gij of uw buurman iets besteld, wat
gedeeltelijk onder uwe oogen door maitre d'hotel
in 'heel1 bijzondere gevallen of door d©n oud
sten kellner, geassis'teerd door ©en of "twee jon
geren, wordt klaargemaakt.
Daarnaar te ldjken is een bezoek aan Parijs en(
aan een goed restaurant wiaard.
De eigenaardige drukte va'n Parijs trof mij Weer
op die korte wandeling. Wat een verschil met Lon
den. In Londen domirfeeren de bussen ontegeii
zeggelijk het verkeer, in Parijs doen dat de taxig.
Ir. Parijs zijn trams en bussen bijzaak, vallen ze
althans in het niet tegen de door elkaar krioelenldc
taxis.
In Londen is alles geregeld, ik zou bijna Zeg
fen: zelfs de wanorde als die eens even op een
eei druk punt ontstaat, in Parijs is niets geregeld
e i kr oelt alles door elkaar.
In Londen heerscht de politieagent en. beheerëchti
de situatie. In Parijs heerscht de massa en be
heerscht de s'tuatie den ergens veilig opgestelden
politieagent. -
In Engeland „heilig© ordei", in Frankrijk ;heili
ge wanorde".
Pet was .natuurlijk^ opzettelijk dat Robert de
Fiers een der acteurs in „Les aouvaux Messieurs"
laat zeggen, als er sprake van is, dat er in arbeids
e"1. arbeiderskwesties in Engeland evenveel mori
irikhieden rijn als in Frankrijk Ja maar er is
een groot verschil wat betreft net daaruit voor de
beide landen voortvloeiende gevaar; Eng.Janld hecï"b
rijn gaaf pond sterling en..v zijn Koning!
Zoo denken er in Frankrijk oi het oogenfolik
unillioenen meinschen uit alle standen-
De Republiek ©n het Pari-ment»!" stelsel zi'n
ongeneeslijk ziek Men do-k echt r nieta -nan wVht
af. Me.i hoopt op een sterken man! Ware er een
ook te d'oen. Dit ïïieu ^gezicht-spunt wordt druk
besproken en men be&imt om dit punt op de eerst
volgende algemeene vergadering aan de orde te
stellen.
Niets meer te behandelen zijnde, werd dezé
gezellige vergadering door voorzitter gesloten, met
ae beste wenschen voor het Veefonds.
sterke Bourbon-prins, hij zou morgen Koning- zij'a.
Ware Briand een waarlijk sterke figuur, hij ware
morgen dictator.
Zooals men in de Parijsche theaters thans lacht
om moppen ten koste van Republiek en Parlement
is typeerend. Vroeger maakte men; mopp©n op de
de ministers, senatoren, kamerleden en ook op
den heer X., president van de Republiek. Men be
spotte eohter nooh de Republiek, noch het Parle
mentaire stelsel. Thans is dat anders. Men spot
niet meer met de personen, maar met de stelsels.
Dat is natuurlijk veel gevaarlijker en spreekt bcv-k-
deelen.
Gelachen heb ik gisteren, want h©t was ©en
geestig, vlot spel, waar ik op getracteerd werd.
De drie hoofdpersonen Mademoiselle Gaby Mor-
lay, ©n d© heeren André Dubosq ©n Viofcor Bou-
cher droegen het stuk.
Het stuk is m.i. zoo typisch Fransoh met Fran
sche kwinkslagen, dat het in een ander© taal iets
onmogelijks moet worden. Noch het Ancien Régime,
vertegenwoordigd door den ouden graaf, noch d©
Socialistische Arbeidersbeweging, vertegenwoordigd
door den jongen eleotricien (Victor Baueh©r) wor
den gespaard, maar daar doorheen loopt de tra
giek van de Fransche mond© en demi-mopde-
Wanneer het meisje dé keuze heeft om afstand te
doen van haar mooie huis in Parijs, haar mooie
buiten, haar meubelen, comfort, toiletten ©n by-
ouse en zelfs van haar keurigön ouden adellijken;
vriend en_ het onzeker© van ©enj verbintenis met
den-jeugdigen, vurigen arbeider overigens on/t-
wikkeld door eigen .studie ©n toonaangevend in de
arbeidersbeweging dan blijkt dat zij in haar
jeugd eerlijk haar brood verdienend er meer voor
voelde op andere wijze ©en leven van rijkdom te
leiden en dus volgaarne de vriendin) 'Werd van den
schatrijken graaf.
Zoowel de graaf als de electncien doorzien haar,
de jeugd vergeeft haar niet, de ouderdom ver
geeft ha,ar wel enonze sympathie blijft hij beide
mannen en wij trachten' de mooie, onbeduidende
jonge vrouw te vergeven, denkende aan/ do woor
den van Vader Cats:
En h.....r met een schoon gericht.
Is gelijck een lantaarn zonder licht.
Inmiddels geeft het stuk dikwijls gelegenheid om
eens hartelijk te lachen. Het stille spel der acteurs
geeft daartoe somtijds zelfs aanleiding.
- Wanneer de electricien ter wille der vrouw, die hij
lief heeft gekregen, bezitten en behouden wil. een Ka-
mercandidatuur aanvaard heeft, en minister gewor
den is, zien wij hem heel deftig in gekleede jas en
met hoogen hoed zijn prachtig kabinet binnenkomen.
Later gaat de telepboon. Hij zegt tegen den bejaar
den kamerbewaarder, die reeds zooveel ministers ge
diend heeft, om te luisteren. Even later zien wij den
kamerbewaarder met dén hoorn aan het oor, heel
langzaam, heel diep buigen en booren wij hem zeg
gen: Monsieur le Président de la République. Even
kostelijk is later wanneer onze minister met den Pre
sident aan 't spreken is, plotseling zijn geliefde Su-
zanne in het vertrek ziet, de hoorn neergooit om
naar Suizanne toe te rennen, en haar in zijn arm te
sluiten. Inmiddels knettert de telephoon het ortgeduld
van den President der Republiek. i
De electricien, een eerlijke kerel, wordt tengevolge
der ontmoeting met Suzanne eerst politicus en daarna
bijna betrokken in een zwendel. De graaf moet dit
laatste verhoeden, eigenlijk door den jongenman ge
legenheid te geven het vrouwtje te doorzien. De jonge
man is werkelijk een heele man en het is ook alweer
een tragisch moment wanneer wij hem hooren zeg
gen hoe hij in drie maanden van politiek bemoeien,
meteen voor eeuwig de politiek haat als een zeden_ en
karakterbederver. Ontegenzeggelijk is er veel waars
die uitlating, maar hebben nu b.v.b. uitsluitend.de
politici schuld aan de crisis van het Fransche volk?
Ik waag het om als mijne meening te geven, dat ik
dit 'zeer sterk betwijfel.
Er zijn honderden factoren, die een volk te gronde
richten, natuurlijk zeer veel factoren geschapen door
politieke stroomingen, door bepaalde wetten en regle
menten, doch lang niet allen.
Wie hedenmorgen met mij het, Grand Pal ais en de
daarin gehouden tentoonstelling van schilderijen van
levende Fransche meesters bezocht zou hebben, ware
zeer waarschijnlijk evenals ik verbaasd geweest over
de decadentie der Fransche schilderkunst.
'Salon de 1'Ecole Frangaise heet deze tentoonstelling
van bijna negenhonderd schilderijen. De Fransche
schildersschool dus! Een paar uur heb ik er rondge
zocht naar w-are kunst, naar gyoote kunst en het re
sultaat is absoluut negatief.
IMen mag bet met onze huidige Hollandsche schil
ders eens zijn of niet, in elk geval ziet men bijna
steeds in hun werk een ernstig pogen, een ernstig zoe
ken en ik ben overtuigd, dat dit tengevolge zal heb
ben, dat er binnen afzienbaren tijd een nieuwe Hol
landsche schilderschool zal ontstaan, die na eeuwen
dezelfde ontroering zal schenken aan bezoekers van
musea, als thans een Rembrandt., een Frans Hals. een
Albert Cuyp.
Bij de Fransche schilders mist men zoeken, mist
men ernstigen sirijd om het schoonst denkbare op het
doek te brengen. Het is bijna allemaal even slap en
oppervlakkig.
Hoeveel landschappen gelijken op de bekende goed-
koope Duitsche oliegraphiën, die smaakverwoestende
gekleurde prentjes.
Zeker, er is ook wel iets moois. Daar is Jean Ni-
kanor met eenige figuren en een paar stillevens.
Mooie koppen, natuurlijk uitziende vruchten. Verder
Charles Vinson-Chéret, met mooie aquarellen van bloe
men. Alexis Vollon heeft, 'drie mooie stemmige stuk
jes, twee stadsgezichten van Parijs, een ervan, de
Notre Dame, werd aangekocht door den Franschen
Staat.
In deze stukken zit atmospheer, men voelt de stad aan.
Zoo is er nog meer goeds, maar het zou slechts
vervelen indien ik 't opsomd, '98 pet. is leelijk, is
slecht gevoeld, is mislukt.
Wat zegt ge b.v.b. van een haas met uitgespreide
achterloopers op zijn rug op een weitasch liggend en
ervoor twee leege patroonhulzen. Hoe smakeloos.
'Ware nu het meerendeel der schilderijen mooi of
getuigde het van een krachtig pogen, dan vergeeft
men graag een dergelijk misbaksel, maar zooals ge
zegd. 98 pet. is affreus.
De Franschen waren aüijd meesters in naaktfigu
ren en er zijn hier ook heel mooie naalctstudies, maar
daarnaast weer bedroevende exemplaren.
Opvallend is het. dat meer dan de helft der goede
schilders op deze tentoonstelling schilderessen zijn. De
vrouwen geven het krachtigste werk.
Dit. is m.i. een veeg teeken! Dit wijst op verval van
krachten bij het Fransche volk. Men zal toch niet mo
gen aannemen, dat juist alle veelbelovende jonge
schilders gesneuveld zijn. Men zou 'het bijna gaan ge-
looven, want de tentoonstelling te Parijs van de
Fransche Schildersschool getuigt van een gebrek aan
kunst, gebrek aan kracht, gebrek aan geloof in een
toekomst.
Ik ga Parijs weer verlaten en ik verlaat het met
weemoed. Sedert ik hier VA jaar geleden was is
Frankrijk Weer een trapje lager gezonken vrees ik. Ik
heb vier koortsthermometers gezien: politiek, koers
yan den frank, kunstdecadentie en publieke opinie en
ik vrees voor de patiënte, voor de arme Marianno.