First Class Tailors.
Binnenwaterkeerlngen, Polder-
bemalingen en Polderpeilen.
SPAANDER Co.
Koningin Wilhelmina en Prins Hendrik
der Nederlanden.
TWEEDE BLAD.
Binnenlandse!* Nieuwe.
Zaterdag 6 Februari 1926.
69ste Jaargang. No. 7789.
n. -
Een aindere vraagt is, of het polderbestuur (of de
vergadering- van stemgerechtigde ingelanden) in
deze zaken geheel alleen de beslissing heeft. Kan
men zich nog wenden tot een hooger college, indien
op een verzoek om verbetering van een waterkoe
ling afwijzend wordt beschikt? Welnu, dan -kan
men zijn verzoek herhalen bij gedeputeerde staten.
Immers artikel 38 van de wet van 10 November
1900 (Staatsblad no. 176), houdende algemeelie re
gels omtrent het waterstaatsbestuur, kan dan als
nog hulp bieden. Volgens dat artikel kan de uit
voering van noodzakelijke waterstaatswerken door
gedeputeerde staten aan den polder worden bevolen.
Het polderbestuur is alsdan, behoudens dat het
jzich kan beroepen op de krooto, tot uitvoering voor
rekening vain den polder verplicht.
Maar kan het ook andersom? Kunnen gedepu
teerde staten als wel een besluit tot aanbrengen van
verbeteringen aan een waterkeetring wordt geno
men, de uitvoering van zoodanig besluit ook tegen
gaan? Zeker kunnen zij dat, 'daar het besluit tot
geldleening aan hun goedkeuring is .onderworpen.
Die goedkeuring^ kunnen zij onthouden, indien zij
da verbetering niet noodig oordeellen of als zij van
meening zijn, dat de verbetering niet voldoende
is te achten of op andere wijze moet geschieden dan
het polderbestuur heeft besloten.
Tot zoover dan met betrekking bot verbetering
van waterkoelingen. Het andere onderwerp-, dat
ik noemde en waarover men in de .laatste weken
nogal eens hoort spreken, geldt de poldergemalen.
Het kan zijn, dat polderbewoners of ingelanden
de bemaling onvoldoende achten; dat naar hun mee
ning windbemaling moet worden vervangen door
bemaling met stoom of etteebricitedtof dat een
nieuw gemaal' moet worden bijgebouwd, de capa
citeit van een bestaande bemalingsinrichting moet
worden vergroot en wat dies meer rij. Ook in dit
geval zal men rich hebben te richten tot het college
van hoofdingelanden, of in waterschappen waar
geen hoofdingelanden rijn tot de vergadering van
stemgerechtigde ingelanden. Immers zullen dezó
zaken, evenmin als verbetering van wafcerkeerir^
gen buiten de begrooting om tob uitvoering kun
nen komen, terwijl meestal daarvoor tevens een
geldleening noodig zal zijn. Evenzeer geldt voor
dit geval, dat goedkeuring noodig is van gedepu
teerde staten, dat deze dus die goedkeuring zoowél1
«kunnen verlèenen als onthouden en dat zij volgens
de genoemde wet van 1900 do uitvoering kunnen
bevelen, wanïioer de polder Zelf er niet toe besluit.
Maar nu tenslotte e©n verlangde verhooging of
verlaging van het poldecrpeü- Daarbij doen rich
andere gezichtspunten voor.
Dat betreft al dadelijk de vraag wie hieromtrent
heeft te besluiten: 't college van dag. bestuur of het
«iollege van hoofdingelanden en in waterschappen
waar geen hoofdin geland en rijn; de vergadering
van Stemgerechtigde ingelanden. Van regeling van
het polder peil toch wordt in het algiemeen regle
ment van bestuur voor de waterschappen met geen
woord gesproken (en ook niet in ae waterstaats-
wetgeving).
hu vindt men meestal' het polderpeil aangegeven
in een# keur van het' -waterschap. Dan is het geval
'duidelijk. Voor die waterschappen, waar een col
lege van hoofdingelanden is, draagt namelijk arti
kel 57 van het algemeen, reglement de vaststelling
der keuren of politieverordeningen op aan het ooi
lege van hoofdingelanden, terwijl volgens artikel
62 de vaststelling der keuren in de waterschappen
zonder hoofdingelanden geschiedt door het college
van dagelij ksch bestupr.
Zelf wijziging aanbrengen in het polderpeil» dat
vermogen gedeputeerde staten niet, want er is hun
in geen enkele wettelijke of reglementaire bèpaling
daartoe de bevoegdheid gegeven. Evenmin hebben
rij in dit opricht aan het waterschap iets te ge-
Jasten of te bevelen. Maar het ligt voor de hand,
dat gedeputeerde staten toch nis gevolg van hun
v'goedkeuringsrecht wel1 grooten invloed kunnen uit
oefenen, want als zij geen goedkeuring verleenen,
dient het waterschapsbestuur een andere regeling
te' treffen, die wel' deze goedkeuring kan erlangen.
Eens in de tien jaar moet elke keur worden her
zien en opnieuw ter goedkeuring aan gedeputeerde
staten worden aangeboden. Ook als boj 'die herzie-
ring geen verandering in het bij keur geregelde
4>eif wordt aangebracht, heeft men dus gelegenheid
aan gedeputeerde staten te vragen goedkeuring!
niet te verleenen.
Het is echter geenszins noodig om het polderpeil
te bepalen in de keur. Dat kan ook geschieden bij
gewoon besluit, afgescheiden van andere zaken'.
In deze gevallen weet men dus tot welk bestuur
mem ridh heetft te wenden. De kennen vereischeïf in het lioht, hoezeer het Huis Oranje, maar ook het
goedkeuring van gedeputeerde staten, aoodat aan Huis Mecklenburg, met vele, zelfs de oudste vorste-
gedepufceerae staten, als men beswaar heeft tegen lijke Huizen is vermaagschapt. Trouwens, wie denkt
verandering van het peil, gevraagd kan worden er niet aan de reeks huwelijken, die zich in het Huis
de gevorderde goedkeuring niet te verleenen. Oranje hebben voltrokken! Wie denkt niet aan Ju-
Hoe nu als het polderpeil ciet in de keur wordt liana van Stolberg, wier eene dochter ook de schoon-
opgenomen, doch geregeld wordt bij één geheel' moeder was van den Winterkoning, de bekende, even
op zichzelf staand Desluit? Voor dat geval ben ik schoone als onbezorgde Elisabeth Stuart, die gerui-
van meening, dat volgens het systeem' van het al- j men tijd, te '-sGravenhage de gastvrijheid van haar
gemeen -reglement van beötuur, in waterschappenOranje-neVen genoot. En die in haar gevolg mede
met een college van hoofdingelanden, dit collegebracht Amalia van Solms, de latere gemalin van
heeft te besluiten en in andere waterschappen het i Frederik Hendrik. Wie herinnert zich niet, dat Wil-
college Van dagelijksch bestuur (tevens uitmakende lem de Zwijger met Charlotte de Bourbon, de „lelie
het algemeen bestuur) en niet dus de vergadering j van ons vorstenhuis"; met Lcuise de Ccligny, eene
van stemgerechtigde ingelanden. afstammelinge van den bekenden admiraal, binnen
in dit geval (regeling buiten de keur om) is het I voerde. Wie voorts herinnert zich niet, dat een der
besluit tot bepaling van het polderpeil ni0t aan dochters van Frederik Hendrik, Alhertina Agnes, de
feeerde stat én onderworpen.
ehjke dan nog, dat gedeputeerde
grond van artikel 22 'der
wet van 1900 het wa-
terschapsbesluit zouden vernietigen wegens strijd
met het algemeen belang, bijv. als in een polder
met een veenbodem bij peilVerlaging de huizen
zouden gaan. verzakken. Daartoe zal1 het niet gauw
komen. Maar wettelijk mogelijk is het toch wel en
als men dus meent, dat het algemeen belang door
een peilverlaging of peilverhooging inderdaad zal
worden geschaad, kan men derhalve een verzoek
om vernietiging aan gedeputeerde staten toezenden.
PurmerentL
D. KOOIMAN.
LANOfiSTRAAT
ALKMAAR.
DIRKSHORN.
In de vergadering van Stemgerechtigde Ingelan
den van den VoorpoMetr is Besloten, behoudens
hoogere goedkeuring, een Stores schroef pomp t©
doen plaatsen, ter ondersteuning van den bestaan-
den windmeter.
DIRKSHORN.
Op initiatief van den Burgemeester van Haren-
karspel is een oomité gevormd om gelden in te
zamelen voor de noodlij dénden door den waters
nood. Dit comité bestaat, nevens den Burgemees-ter,
uit de hoeren: Pastoor Querelle, J. d'e Grootj P.
Borst, J. Baas, G- Entes, D. G-roenhart, A. Kisite-
maker, G. Kuiper, K. Gootjes, G. Schoorl, O. Bak
ker-Jz., P. Nieuwboer, J. Bos, L. Doekes en J. Dam!
Het voornemen bestaat, de collecte langs de
huizen de volgenfde week te dóén houden, door
©enige jonge dames, welke daarvoor zullen wor
den aaailgezocht.
PETTEN.
De financieel© toestand van dcZe gemeente schijnt
steeds critieker te worden. Hebben aan het eind
van de maand' December de burgemeester én de
gemeenteontvanger reeds geen salaris ontvangen,
aa-n 't ednld van de verloopen maand heeft ook
het onderwijzerikl personeel' geen uitbetaling van
de salarissen kunfnen krijgen. En het ziet er niet
•naar uit, dat dit spoedig in orde zal1 komen. Be
zoeken door den burgemeester aan het ministerie
van onderwijs hebben tot nu toe geen resultaten;
opgeleverd. Het is te hopen, dat er spoedig aan do
zen wantoestand een einde zal1 komen.
CALLANTSOOG-
Naar wij vernemen, is de bouw van een burger-
woonhuis aan' don Duinweg, voor rekening van
den heer Jb. Vriesman!, opgedragen aan den aan
nemer P. Vofl .alhier.
W ARMENHUIZEN.
Naar wij vernemen, zal' die R.K. Meisjesschool
en het R.K. Zusterhuis op 15 Februari a.s. feestelijk
worden geopend.
WARMEN HUIZEN.
Ter rectificatie van het bericht betreffende het
comité voor den wateersnibod, wordt nog medege
deeld, dat in deze commissie tevens zitting heeft
de heer P. J. Damman, Notaris te Schoorldam.
SCHOORL.
Woensdagavond werd ook hier de Mal'ariafillm.
vertoond, op initiatief van de afcL Schoorl van „Het
•Witte Kruis". De voorzitter leidde met ©en
astig woord den spreker van) dezen avond, Dr.
ijer in, terwijl Manfdoline-muziek van eeltige
—mes van „Semper Melior" het z©er gezellig
maakte Er was een' talrijk publiek.
Hoe leerzaam dé inleiding van Dr. Doijer ook
was, en hoe volmaakt duidelijk d© film een .beeld i
geeft van^ riekte, yoortwoekerinè' en bestrijding, I
we zullen ini deze niet in onderdooien afdalen, daar
in meerder© gemeenten reeds één en ander is ver
toond.
Daar echter, waar dit nog niet het geval1 is, zou
den we die Witte Kruis-af deelingen aan willen, ra
den, om kennis te maken met de>ze voor ge
heel Noord-Holland zoo nuttige propaganda.
Want, dit zijn, we met Dr. Doijer eens, de-
•volhing moet; meehelpen om de oorzaak der Malaria
$e verdelgen, .dan alléén kan er Sprake Zijn van
een afdoende bestrijding. In dez© kan, met 't oog
op de Volksgezondheid door de Witte Kruis-afdea
langen niet genoeg gedaan woerden.
Van het oogeniblik af, dat de Koningin den troon
besteeg, heeft zich de vraag bij ons volk opgedron
gen, wanneer 'en waar zi] zich een Gemaal zou kiezen.
Huwelijken van koningskinderen worden met zorg
overwogen; hoeveel niet temeer is beperkt in haar
keuze een Koninigin, wier Gemaal weet, dat hij van
vorstelijke aanspraken op eenigen anderen troon ten
•volle afstand moet doen. In October 1900 vertoef
den de beide Koninginnen te König, ten paleize bij
den erf graaf vonErbach, gehuwd met de jongste
zuster van Koningin Emma. Eerst toen men vernam,
dat bijl de terugkomst op het Loo de toenmalige mi
nister-president Mr. N. G. Pierson speciaal was uitge-
noodigd tegenwoordig te zijn, en dat den volgenden
avond een bijzonder nummer van de Staatscourant
zou verschijnen, begon men iets te „vermoeden". Niet
ten onrechte, want den volgenden dag werd! de ver
loving der Koningin met den toenmaligen Hertog
Hendrik van Meckleniburg, half-broeder van den re
geerenden Groothertog, bekend gemaakt. Hertog Hen
drik is, evenzeer als de Koningin, gesproten uit een
oud en nobel geslacht; de Obotrieten gaan tot eeuwen
in de geschiedenis van deze Noordelijke Duitsche
landen terug. De Groothertogin-weduwe Marie van
Mecklenburg was de derde vrouw van hertog Hen-
drik's vader; enkele jaren geleden bezocht zij 's-Gra-
venhage, waar zij, tengevolge van een opgedane kou
banden met de Friesche Nassau's verstefkie, en dat
een andere, Louise Henriëtte, huwde met den Groo
ten Keurvorst, een der waardigste verschijningen ln
het Huis Hohenzollern. Beide Wlllems, WiLlem II
zooals Willem III, waren met een Mary van En
geland gehuwd; de Mary van Stadhouder Willem
III wilde slechts Koningin worden als men haar Ge
maal. tot Koning verkoos. Kinderloos overleden, stierf
bij zijn dood deze tak uit; de zoon van Johan Wil
lem Friso zou, na een tweede stadhouderloos tijd
perk. stadhouder worden. Hij ook was gehuwd rnet
een Engel9che prinses; zijn zuster huwde met den
vorst van Nassau-Weilburg, wiens vele afstammelin
gen, onder wie ook koningin Emma, krachtens de
Grondwet, die van 1887, tot 1917 gold, tot den troon
zouden worden geroepen, waren andere troonpreten
denten niet aanwezig. Prins Willem V huwde de be
kende fiere Wilhelmina van Pruisen. Ook koning
Willem I was met eene Pruisische koningsdochter ge
huwd, terwijl zijn zoon koning Willem II met Anna
Paulowna, de Romanof's in het Oranjehuis binnen
voerde. ij!
Prins Frederik, zijn broeder, had twee dochters, de'
eene gehuwd met den lateren koning van Zweden
en moeder van koningin Louise van Denemarken, die
wel eens gezegd \werd met alle vorstenhuizen van
Europa verwant te zijn; de andere gehuwd met den
erfprins van Wied, broeder van de bekende Carmen
Sylva. Koning Willem III tenslotte zag zijn zuster
trouwen met den groothertog van Saksen-Weimar-
Eisenach, wier jongste zoon eventueel tot den
troon ware voorbestemd. Maar gelukkig is dit niet
noodig geweest en is het Huis Oranje in rechte lijn
blijven bestaan!
Het bestek van dit artikel laat uiteraard niet toe
om, voorzoover dit bekend is, van het particuliere- le
ven van de Koningin veel te vertellen, Prof. Mr. M.
W. F. Treub, die, in het bij'zomder als voorzitter van
het Kon. Nat. Steuncomité gedurende den oorlog
vele malen met de Koningin in aanraking kwam,
heeft haar, een paar jaar geleden, bij de herdenking
van haar züveren regeeringsjubileum in de „Nieu
we Rotterdamsche Courant" beschreven in een be
kend artikel, dat bij velen, die meenden, dat men
van een Koning-in niet dan voortreffelijks mag zeg
gen, eenig misnoegen heeft gewekt. Eigenaardig, ter
wijl hij haar uitnemende kennis, haar scherp ver
stand, haar groote werkkracht en boven alles te prij
zen nauwgezetheid vermeldde, merkte hiji ook op,
dat een zekere verlegenheid haar niet vreemd is en
haar dikwerf onbewogen, ja misschien stroef doet
schijnen, terwijl zijl juist anders zou willen zijn. En
kele jaren geleden verscheen een boekwerkje, dat
gegevens verschafte over het huiselijk leven van de
Koningin. Wij hebben van de jaren van het prinses
je, die als trouwe gezellin Miss Saxton Winter had,
wel een en ander vernomen, maar hier vernemen wij
iets van de Koningin, Het boekje zegt:
„Betreden we op een warmen zomersehen mor
gen het paleis.
Reeds vrij vroeg, te 8K uur, vinden we de Ko
ningin met den Prins en enkele leden der hof
houding aan het déjeuner, dat steeds zeer een
voudig is en waarbijl ik zie er volstrekt niets
onbescheidens in het even te vermelden het
gezonde Geldersche roggebrood niet ontbreekt.
Na afloop hiervan begeeft de Koningin zich
naar haar particulier vertrek, dat men werkka-
binet zou kunnen noemen; daar bevinden zich
de kolossale portefeuilles, gevuld met staatsstuk
ken, die van haar, wier belangstelling of onder-
teekening wordt gevraagd, vaak groote inspan
ning vergen.
En hierbij blijft het gewoonlijk niet.
De stapels ambtelijke stukken vereischen meer
malen toelichting; dikwijls is het ook de per
soonlijke wensch der Koningin, dat op duistere
punten meer licht wordt ontstoken en zoo volgen
dan als vanzelf de ontelbare ministerieel© be
zoeken, correspondenties, enz., om niet te spreken
van Hr. Ms. werkzaamheid in verband met de
particuliere aangelegenheden van haar Huis, 't
verleenen van particuliere audiënties, 't beöedi-
gen van hooge ambtenaren, 't ontvangen van vor
stelijke en andere bezoeken alle onafwijsbare
plichten van de vorstin, ook dèAr, waar zij' ge
komen is om stille rust en landelijke genoegens
te zoeken.
In den regel wordt te 1 uur de lunch gebruikt en
daarna keert Hare Majesteit weder bij; hare werk
zaamheden terug of maakt eene wandeling door
het Koninklijk Park, terwijl meestal te vier üur
het rijtuig /voorkomt voor den gehruikelijken riju
toer in de omstreken, waarvan de Koningin, ook
zelfs onder de meest ongunstige weersomstandig
heden, niet gaarne afwijkt.
Te 7'uur wordt ten paleize gedineerd.
Het spreekt wel vanzelf, dat het boven om
schreven programma nog al eens wijzigingen
ondergaat en de uitvoering ervan dikwerf ge
heel afhankelijk is van allerlei bij;-omstandigheren
Meermalen hebben we van personen, aan wie
de eer te beurt viel door Hare Majesteit te wor
den ontvangen of eenigen tijd op het Loo te
mogen vertoeven, met ingenomenheid en verba
zing hooren gewagen van den eenvoud en ge
zelligheid, die ten paleize heerschen.
Wie kwamen onder den indruk van 't hun wach
tend ceremonieel, vreezend wellicht den goeden
toon niet te zullen treffen, nerveus, niet thuis in
de groote vestibules en zalen, hoe werden ze ge
rustgesteld, wanneer ze, eenmaal tot de Koning
in toegelaten, tegenover haar vriendelijke en te
gemoetkomende verschijning mochten plaats ne
men en hunne belangen bepleiten.
Dit komt omdat Koningin Wiljielmina een
groote mate van levenswijsheid en menschen-
kennis bezit, verkregen door het bestudeeren van
personen en toestanden, waardoor zij zich gemak
kelijk in de wederwaardigheden en lotgevallen,
opk buiten hit hofleven om, kan indenken en het
verkeer met menschen uit andere kringen haar
zoo gemakkelijk valt.
Zoo ook op het gebied van huishoudelijke aan
gelegenheden. Weinigen zal het bekend zijn hoe
de Koningin met een accuratesse, welke allen
Hollandschen huismoeders ten voorbeeld kan
strekken, zich steeds persoonlijk op de hoogte
houdt van alles wat het paleis, park, de boerde
rij en verdere bezittingen betreft, hoe alle zaken
ook de schijnbaar onbeduidendste, aan hare in
zichten zijn onderworpen, en waar controle ge-
wenscht is, ook deze door haar uitgeoefend
wordt.
\ens. Hertog Hendrik bezocht het gymnasium te
Dresden, werd na volbrachte militaire opleiding te
Berlijn bij de Garde geplaatst, en bracht het laatste
jaar van zijne verloving op non-activiteit door aan
het ministerie te Schwerin, waar hij het z.n. Grü-
nes Haus gelegen in de onmiddellijke nabijheid
van het schitterend groothertogelijk paleis thans
museum bewoonde. Rabensteinfeld, het buiten,
dat de Koningin en de Prins ook nu nog menigmaal
bezoeken, maar vooral Dóbbinj waar de Prins en zijn I
beide broers en zuster hun eigen gebouwd Noorsch I
huisje hadden, kunnen van menig vroolijk tooneel
vertellen. Hertog Hendrik maakte ini zijn jongen tijd
een groote reis naar Voor-Indië en Ceylon, en wie de
herinneringen aan die reis, beschreven door den
hem toegevoegden adjudant, tevens reiskameraad,
leest, betwijfelt niet dat de heer Troelstra juist was,
toen hij bijl de behandeling der wetsontwerpen, op j
het koninklijk huwelijk betrekking hebbende, van' een
„Nimrod" gewaagde. De liefde voor de jacht in Hol
land wel eens misverstaan, maar evenzeer zij"n vroe-i
gere eenvoud, zijn den Prins gedurende zijn ver-
Bijlgföbleven. Nederland neemt geen deel aan de groote politiek,
Het huwelijk werd op 7 Februari 1901 in d'e Wil- Groote politiek bracht in de laatste kwarteeuw mede
lemskerk te s-Gravenhage. waar de Koningin ten veel vorstelijk bezoek, niet altijd zoo oprecht gemeend
doop was gehouden, voltrokken. Het werd met groo- als naar huiten wel scheen. Maar toch, ook Ko
ten luister gevierd; een groot aantal vorsten en ningin Wilhelmina heeft terecht ingezien, dat het
YteensT elfen morgen
een pijp
de nlotselim? nvérWd 7C7«7^~ Yt *-««« vursien en nmgin Wilhelmina heeft tereent ingezien, dat het
Hendrik en van zltoe bedda I?rt0g V01^nnen warerr uit den vreemde overgekomen, en voor Nederland van belang was dat zij met buiten
koloniaal ^ebied bekende Adnif Friïïvr'h W*ie wel!lcht waren Keizer Wilhelm en zijhe gemalin landsche souvereinen betrekkingen onderhield. Het
eenvoudig eeweest Stam™ iï L?w V' I 2P1ie!)W 'e«en^°ord.1» «e^esj' ?addeI1 d® omatan- bezoek van den Duitschen keizer werd in 1907 her-
wSottert?«SÏÏk ïeziir hel dlsh,ed?° llun dlt ™Ito'd«rd- De" ®*are van haaid en ook gereciproceerd. Evenzoo heeft de Ko-
grooinertogenjk gezm, maar hartelijkheid' daarne- I vorstelijke persoonlijkheden stelde nog eens duidelijk ningin in de jaren vóór den oorlog een bezoek ge-
bracht aan den Franschen President, zulks in 1912,
nadat de goedige oude heer, dien wiji ini Fallières
zagen, hier te lande was geweest en zijne bewonde
ring had betuigd voor het zomersche Den Haag.
Koningin en Prins bezochten temmen België. Ko
ning Albert en Koningin Elisabeth kwamen te .Rotr
ter-dam, 's-Gravenhage en Amsterdam en slechts en
kele maanden voor den oorlog ontving de Koningin
bezoek van den souVerein van Denemarken, dat
door de omstandigheden van den oorlog eerst gerui-
men tijd later, in 1922, kon beantwoord worden. Toen
ging de Koningin ook naar de overige Scandinavische
hoven: Zweden en Noorwegen, waar haar verblijf een
zegetocht werd. In 1923 kwamen de souvereinen. van
die heide landen dit bezoek beantwoorden en aan
hen beiden viel een hartelijke ontvangst ten deel.
Van de buitenlandsche reizen leeft 't bezoek aan Pa^
rijs in 1912 wellicht het sterkst in onze herinnering.
Kan het verwonderen? Voor de Franschen was Ko
ningin Wilhelmina nog steeds de blonde Majesteit,
waaraan Jean Rameau in 1991. toen <1$ kruiser „Gel
derland" ter bi&ehikking van Kruger werd gesteld vjx
de Koningin den grijzen President in haar Paleis
ontving, deze dichterlijlke woorden wijdde*
O, blonde Majesteit, Vorstin van duizend weken,
Gij fiere Koningin van 't kleine Nederland,
Gij; heerscht door goedheid groot, niet slechts daar
aan 't strand,
Doch waar Europa reikt, naar alle hemelstreken,
Meer dan Europa nog, de Wereld hoort 'U toe,
Want God schiep overal bedroefde mensohenzieleni,
En wie op aarde lijdt, wil voor U nederknielen,
Voelt als Uw onderdaan, zich minder levensmoe.
Het bezoek aan Parijs was voor ons, Nederland-
ders, ook daarom merkwaardig, omdat de Koningin
van de gelegenheid gebruik, maakte een krans te leg
gen aan den voet van het standbeeld van haar zoo
roemrijken voorvader Gaspard de Coligny, een der
meest bekende Hugenoten; bij die gelegenheid sprak
riji:
^Admiraal de Coligny heeft het geheim van
dien heldenmoed gekend, die zijn oorsprong vindt
in het vast geloofsvertrouwen in God en hij; heeft
ons een voorbeeld nagelaten van een leven, aan
God en aan Zijn Zaak gewijd.
Door dit standbeeld op te richten, beefthet
dankbare nageslacht zijne gedachtenis willen
huldigen en ik acht mij gelukkig mij daarbij, li-
den te kunnen aansluiten. Aan den voet van dit
monument vereenigd, heffen wij- onze harten op
tot God, en zoeken wij' voor alle dingen de ver-
heerlijiking van Zijn Naam.
Het is mijn levendige wensch, dat een ieder,
die Christus als zijn Zaligmaker kent, in dat ge
loof moge worden gesterkt, en dat wij; allen
steeds meer waarachtige getuigen des Heeren mo
gen zijn."
Trouwens, historisch ei gebeurtenissen hjebben altijd
in sterke mate de aandacht van de Koningin ge
trokken. Dat zij niet kleingeestig daarbij was, heb
ben wij. gemerkt, toen zij bij: de onthulling van het
standbeeld van Jan de Witt tegenwoordig was, en
toen zij, in den afgeloopen zomer, door een gelijktij
dig bezoek aan Haarlem verhinderd om zelf tegen
woordig te zijn, een krans deed leggen op het graf
van Grotius, die met haar voorvader Prins JMaurits
nu niet al te beste vrienden is geweest. Zij; heeft te
gen Nicolaas Beets eens gezegd, dat zij Nederland-
scher wenschte te zijn dan welke Nederlander ook.
Op 29 Augustus 1905 was zij' hij' het standbeeld van
De Ruyter te Vlissingen, toen daar de beide kanon
nen uit den slag van Syracuse werden geplaatst; op
1'5 September 1906 onthulde zij' te Leeuwarden het
standbeeld van graaf Willem Lodewijk van Nassau;
op 30 Mei 1919 hing ziji een krans aan het gedenk-
teeken van Jan Pieterszoon Coen te Hoorn, op den
dag, dat hiji drie eeuwen geleden in Jacatra den
grondslag legde voor ons zoo belangrij'k overzeesch
gebied. Bij tal Van historiespelen was zij' tegenwoor
dig; in 1905 ter maskerade te Leiden, waar koning
stadhouder Willem III, haar meest illustre voorva
der, door Mr. S. N. B. Halbertsma werd uitge
beeld; het laatst, in 1924 te Middelburg bij het spel
te Middelburg, toen zij weer eens de hartelijke be
groeting van haar Zeeuwen had in ontvangst te ne
men. Biji gelegenheid van het twee en halve eeuw
feest van Groningen's beleg en ontzet in 1672, ont
ving zij, het eere-doctoraat in de Nederlandsche let
teren van de Gronangsche universiteit:
,Diep gevoel en waardeer ik", zoo getuigde zij
bij die gelegenheid, „dat de Academie in mijne
benoeming wil doen uitkomen mijne verknocht
heid aan de wonderschoon© taal, de bezielende
kracht die van haar uitgaat en de beteekenis,
welke zij heeft zoowel voor mijn leven als voor
dat van ons heele velk". Inderdaad, niet alleen
de geschiedenis van Nederland boezemt de Ko
ningin belangstelling in, maar ook de taal. Wie
haar eens, in de wat accoustiek betreft, waarlijk
niet overfraaie Ridderzaal, de Troonrede heeft
hooren uitspreken hiji de jaarlijksche opening
van het Parlement (nog altijd eene plechtigheid
met statie en gratie) zal tot den indruk geko
men zijn, dat inderdaad de natuur haar een or
gaan heeft gegeven, wel in staat om het wonder-
schoone en karakteristieke in onze taal tot zijgi
recht te doen komen. Dikwijls heeft de Koningin
kans gezien om het hart van haar volk te tref
fen; zoo goed ook toen zij. op 1 April 1922 de ves
ting den Briel bezocht en er, voor het eerst ver
gezeld door Prinses Juliana, deelnam aan de
feesten ter herinnering aan de Watergeuzen van
■Maar misschien wel met het meest innig gevoel is
de 'Koningin aanwezig geweest bij de herdenking
van het 350-jarig bestaan van de Leidsche Univer
siteit. Willem de Zwijger heeft daarvoor den grond-
slag gelegd, en dit is misschien de reden, dat deze
Universiteit altijd min of meer als de Universiteit
I der Oranje's- is beschouwd. In den aanvang van 1925
is aan de Koningin het eere-doctoraat in de rechten
aangeboden. Zij' heeft dat als öen bijzondere onder
scheiding gevoeld. Het vertiaal gaat. dat eens