HET WEGENPLAH VAM SCBGGRL
Koning Steenkool
DE GELUKKIGE HELD
Zaterdag 6 Februari 1926.
69ste Jaargang. No. 7789.
DERDE BLAD.
&0EJ UW SCHOENEN GOED
FEUILLETON.
ÖÖk kreeg een invitatie van. een vriend, een der be
kende NooTd-Eingelsc'he steenkoolmagnaten, om te
ikomen logeeren. Nu. is 'de winter op het oogenblik
niet bepaald aanlokkelijk om uit logeeren te gaan,
maar allerlei' beweegredenen deden mij besluiten de
vriendelijke invitatie te accepteeren en zoo rolde de
heerlijk loopende trein mij het Noorden in.
Uk was aan het station mijner bestemming de
coupé nog niet uit of reeds snelde een beambte op
miji af om mijl te vertellen-, dat dé auto buiten Wacht
te en dat hij. voor mijn bagage zou zorgen.
De prachtige Wolseley limousine met stati'gen
chauffeur reed mij naar het buitenverblijf mijner
vrienden.
Het is, zooals zooveel Engelsche buitenhuizen, ba-,
dorven wat stijl aangaat dloor het vele aanbouwen
door verschillende eigenaren Het oorspronkelijke
huis der middeleeuwen is geheel verdwenen, de
nieuwe Hall uit den tijd van Koningin Elisabeth is
nog intact, maar een geheel nieuwe vleugel dien men
vooral in den winter dadelijk ziet, bederft het ge
heel.
Laat ik U zeggen, dat iin het oudé gedeelte alleen
reeds vier geweldig groote ontvangkamers zijn,
verder een bibliotheek die als heerenkamer dienst
doet, een heel grooto eetzaal, een biljartkamer en
boven 'een groot aantal slaap- én badkamers.
Buitenshuis is er een overdekt tenniscourt, een
zaal voor het gevèn van lezingen en voorstellingen
ten behoeve van personeel en dérpelingen, een zaal
voor de boyscouts (padvinders), een andere zaal voor
de 'girlguides (padvindsters), stallen, garage, ver
schillende werkplaatsen, een electrisch krachtstation,
in éen woord van alles en nog wat.
Gastheer, gastvrouw en kinderen zijn allen even
J actief. De gastheer, steenkolenmagnaat, neemt druk
deel aan het publieke leven, zit in talrijke commis
sies om welvaart en hygiëne te bevorderen, zoo is
hij 'districtspresidënt van den grooten Britschen
Bond tot bestrijding der kanker, is zeer weldadig
en ik zou bijna zeggen, dat alles hem interesseert en
niets zijn aandacht ontsnapt 'Daar hij slecht van
gezicht geworden is hij is 67 doet hij niet meer
aan sport, maar houdt zijn lichaam lenig en krach
tig door veel beweging te nemen, o.a. houthakken
en houtzagen. Hij heeft ongeveer 600 HA. land in
eigen beheer, doch is van meening, dat landbouw en
veeteelt in eigen beheer voor een heer luxe is en
dat men veel beter doet om aan boeren te verhu
ren. Ik deel die meening. 'uit ervaring sprekende,
volkomen.
'Mevrouw is zeer actief in het dorpsleven, zorgt
voor de ontwikkeling der bevolking, doet druk aan
ziekenbezoek, is Presidente van verscheidene ver-
eenigingen, o.a. de af deeling van dén Vrouwenbond,
en itk heb meegemaakt, dat zij op een dag drie ver
gaderingen had. Met haar dochter zorgt zij voor een
volksbibliotheek en voor lezingen zoowel voor vol
wassenen als kinderen.
De dochter is dé leidster der padvindsters. leert de
waard
Alk
itsoog.
Az.
IGES2
df
d<
>ud d(
iedorj
'h*£eI ma BUP
TwiskJ meisjes koken, naaien, breien, verstellen, enz., houdt
kleine lezingen. Verder helpt 'zij den dominéé in
diens omvangrijkén taak, o.a. door te assisteeren bij
de Zondagsschool, bij het instudeeren der gezangen
door het koor.
De zoon die in huis is, éen is er in Londen, de
jongste is op de school te Efon en de oudste ligt be
graven nabije éen der slagvelden in Frankrijk', heeft
ook een zeer druk leven-. Behalve dat hij directeur
van steenkolenmijnen is, bemoeit hij zich met de
boyscouts (padvinders), waarvan hij leider is.
Verder geeft hij eiken Zondagmiddag boerenjon
gens uit de buurt les in het paardrijden, hetgeen
natuurlijk weef deel uitmaakt van het in Engeland
bestaande verkapte militairisme, waaruit de o.a. uit
den Boerenoorlog zoo bekende Yeomanry voortkomt.
Deze Yeomanry is een soort landstorm, die vooral op
het platteland aangekweekt Werd en wordt. M$t
een leider zooals mijn jonge vriend worden de boe
renzoons uitmuntend afgericht en zijn daarbij al's
het in den oorlog gaat, verknocht aan 'hun leider,
dien zij door dik en dun volgen.
Natuurlijk vindt de jonge man ook nog tijd voor
sport, 's Zaterdags gaat hij 'hunten, dan rijdt hij soms
40 mijl' (68 'KM.) iu eén auto naar de plaats, waar de
ontmoeting van de jachtpartij achter de honden is,
vindt daar zijn paard, dat er een der vorige dagen
heengebracht is en rijdt de jacht mee om later weer
per auto naar 'huis terug te keeren. Aan auto's geen
gebrek. De oude lui hebben ieder een auto met
chauffeur .ter beschikking, het jonge mensch heeft
twee wagéns en het jonge meisje ook haar eigen
keurige wagentje.
Onder het personeel zijp verscheidene oorlogs-
1 slachtoffers. Een der chauffeurs had zwarte griep
opgeloopen, en behoorde tot een der weinigen, die
er d'oor kwamen. In Engeland ziet men de Spaan-
sche of zwarte griep vrijwel voor pest aan. In de ga
rage werkt e'en man die erg door gas geleden heeft.
Tusschen de kasbloemen werkt een man wiens
rechter arm in een leeren 'verband zit, omdat de
bomscherven, die heim op verscheidene plaatsen trof
fen, o.a. zijn elboogsgewricht en z.g.n. weduwnaars-
puntje troffen. Hij liet zijn arm aan mij zien. Het is
bewonderenswaardig wat de «chirurgie toch vermag.
;Hij doet natuurlijk heel licht werk, als 't verzorgen
van jonge planten, maar hij heeft bezighoid. Mijn
vriend heeft hem na den oorlog aangenomen, al wist
hij van bloemen' niets en het is aardig om te bemer
ken hoeveel liefhebberij d'e man in bloemen en plan
ten heeft gekregen en hoe hij zich in het- vak be
kwaamd heeft. Op deze wijze heelt hij minder weet
I van zijn ongeluk. Hij is dol op zijn beschermheer en
patroon, trouwens dat zijn alle ondergeschikten.
Zondags in de kerk zitten mevrouw en dochter
1 tusschen de Zondagsschoolkinderen, zoodat er van
zelf orde is.
Mijn gastheer leest voor uit het oude en nieuwe
Testament en vadér en zoon collecteeren met twee
andere lieden. -Men ziet hoe zij meeleven met al wat
er omgaat in het dorp.
I -Het is eigenaardig in Engeland, maar wanneer er
I op dé Hall, dus het groote huis, het huis van den
ambachtsheer, een familie woont die deel neemt in
het d'orpsleven-, zich interesseert voor het dorpswei-
zijn, dan is er in zulk een dorp een prettige stem-
ming onder de geheele bevolking, zelfs ondanks ver-
schillende kerkelijke gezindheid.
Men erkent in Engeland op het .platteland graag dé
leiding van adel of patriciërs en het is ook opval
lend, dat adel én patriciërs elkaar in een dorp niet
de vooraanstaande plaats gaan betwisten, ied'er
vindt zijn eigen plaats in zijn dorp of op zijn gebied,
iDdien er meer adel of patriciërs in éen dorp wonen.
Dat versterkt natuurlijk de positie der eerste fami
lies enorm en- maakt, d'at er veel' meer eerbied voor
de hoogere standen heerscht op het platteland in
Engeland dan veelal in Holland, waar men bijna
geen provinciestadje of dorp kan aanwijzen of er is
strijd of gekibbel tusschen d'e eerste families.
Maar ik zou het over steenkool hebben, Welnu, ik
heb met mijn gastheer heel wat steenkoolmijnen
bezocht en heel wat mijneigenaren en mijnwerkers
gesproken-
Laat ik beginnen met te zeggen, d'at mij opgeval
len is hoe gemoedelijk de verhouding tusschen werk
gevers en werknemers ia Toen ik de eerste mijn
zou bezoeken, dacht ik bij mij zelf wat zullen die lui
leelijk kijken. Ik was op dit idee gekomen door de
couranten enu moest nu weer eens zien en con-
stateeren hoe verkeerd wijl toch dikwijls door cou
ranten voorgelicht worden.
Ik liep op een morgen met een der meest bekende
mijndirecteuren m de nabijheid van de mijn, wij
kwamen eenige mijnwerkers tegen, die naar hun
werk gingen, dadelijk werd* gegroet, een praatje ge
maakt en geschertst, Een der mannen, die zeker
mijn. verbaasde gezicht zag, zei: Ja, meneer als ze
zich maar niet met ons bemoeien en mijneigenaren
en mijnwerkers van elik district op zich zelf met el
kaar alles laten bedisselen, dan is er nooit last. De
mannen gingen verder. Mijn vriend zei: die man die
daar sprak is een der vooraanstaande lieden hier,
zit als sociaal-democraat in de Co'unty Council1 (een
soort Provinciale Staten);. 'Mijn verbazing nam. toe.
moeten on
middellijk verzorgd
worden, zorg er du»
Voor nevenstaand doosje
steeds in hui» te hebben.
Dan heeft U teven» een uitstekend
middel tegen wonden, huiduitslag, jicht,
rheumaüek, schrale en ruwe huid. Akker'»
x» onmisbaar, daar het door
zijn veelzijdige eigenschappen
dagelijks te pas kan komen.
Dien! middag ontmoette ik eeni eociaal-d'emocra-
tisch Lagerhuislid, met wien ik een paar uur heb
zitten boomen. Hij was mijnwerker geweest, had
zichzelf ontwikkeld en was zeer goed op de hoogte
van verschillende brandende punten in zijn district.
Onwillekeurig kwam het op die moeilijkheid voor de
arbeidersafgevaarddgiden' om in het "Parlement door te
zetten wat de leiders der arbeidersbeweging dictee-
ren. Het is bij ons zoo, zei de afgevaardigde, nu» ben
ik zelf mijnwerker en door mijnwerkers naar het
Parlement afgevaardigd, denk echter niet, dat ik
ooit HeTbert Smith of Cook dén president en secre
taris der mijnwerkersvakvereeniging te spreken
krijg. Van samenwerking met die lieden is geen
sprake, al een jaar lang tracht ik te vergeefs die
lieden te spreken te" krijgen. Ze willen niets van ons
weten, ze vinden zich veel te groote heeren, want
zij hebben, de massa achter zich. Alleen als ze wat in
het Parlement doorgezet willen hebben, 'dan krijgen,
we de schriftelijke orders van -de heéren, orders die
meestal onmogelijk in het Parlement door ie- zetten
zijn, wijl te onpractisch. Hadden, zij overleg (met ons,
parlementsleden, willen plegen, 'dan hadd'en wij dé
zaak in parlementairen vorm kunnen gieten en iets
kunnen bereiken voor den arbeider. Het is hopeloos
en troosteloos zooals die Heden met de arbeidersbe
langen omspringen.
•Ik heb alle nieuwe mijnen in de buurt bezocht en
daardoor tevens kennis kunnen maken mef de wijze,
waarop de- mijnwerkers behuisd zijn. Het zijn alle
maal keurige woningen, een of Uveo kamers en kel
ken beneden en een paar kamers en een badkamer
boven. Soms zijn de huizen in stadsverband, dus in
straten saamgevoegd', soms in dorpsverband, gezel
lig met tuintjes voor en achter, met ruime pleinen-,
waarvan de heesters en bloemperken door de mijn-
directie wordén aangelegd en onderhouden.
Ja, iedore woning heeft een badkamer en verder
Is er voor de mannen, die verder af wonen, een groot
gebouw met oen groot aantal badkamers, zoodat de
mannen niet vuil naar hdis behoeven te gaan. Die
verder afwonen gaan per fiets, of bus, of trein, al
naar het uitkomt
Verder zorgt de mijndirectie steeds voer groote
recreatiezalen en clubgebouwen, veder, cricket-,
voetbal- en tennisgronden. Het is waar, dit is alle
maal van den. nieuweren tijd, doch toch' reeds lang
voor den oorlog is men er mee begonnen.
De clubgebouwen worden 'door bestuursleden, door
werkgevers en werknemers gekozen-, bestuurd. Men
doet veel aan comediespelén, whistconcours, enz.
Verder zorgt de mijndirectie meestal voor kerkge
bouwen, zoodat ook in dit opzicht niets verzuimd
wordt
Het aantal arbeiders aan- een mijn varieert tus
schen 5 en 8 duizend man.
(Wanneer men Zondags door. een mijnwerkersdorp
loopt, langs al die keurige huisjes, dan ziet men wel,
dat het den E'ngelschen werkgever in 'den 1'oop der
tijd duidelijk geworden is, dat goede huisvesting van
den arbeider het geheel in alle opzichten ten goede
komt.
De woningen worden met staatssubsidie gebouwd,
-doch kosten natuurlijk nog heel veel geld aan do
mijneigenaren-.
Het mooiste dorp is wel dat van dé mijn. die voor
den oorlog door Hu-go Stinnes aangeboord was, doch
later gesequestreerd werd.
Hier heeft de mijndirectie een architect genomen
en vrijheid van 'handelen gelaten. Gevolg is een
j prachtig dorp met allerlei verschillende fagaden,
werkelijk kleine villa's, mooie peinen, aardige kerk-
[jes, een monmentaal gebouw voor clubhuis en
recreatiezalen. Opvallend is echter dat wat nu ver-
I der gebouwd wordt ,iets minder luxueus aangepakt
I is, biji onderzoek bleek mij, dat het te duur werd en
geen rente kon opbren-gen. De rente is natuurlijk
j toch al' matig.
Mijn jonge vriend, waarmede ik dit dorp bezocht,
i had drie jaar geleden hier nog op patrijzen gejaagd,
nu woonden er -reeds duizenden menschen, op" dit
vroegere wildrijke jachtterrein.
De bewoners en bewoonsters van het villadorp, die
een wandeling hadden gemaakt, gingen huiswaarts,
hot werd al donker. Het viel mij op hoe keurig ge
kleed' mannen en vrouwen waren, alles toonde een
zekeren welstand.
Doordat de lichten binnenshuis juist opgingen, kon
ik hier en daar 'n blik naar binnen slaan. Hier zat
men gezellig thee t'e drinken, daar te lezen en opeens
in 'n ander vertrek was moeder do vrouw bezig met
haar oudste dochter, om de wasch aan lijntjes aan
de zoldering te hangen.
Eletcrisch licht en koud en warm water wordt door
de mijndirectie gratis verstrekt. Met. een bepaalde
limiet hebben ze vrij steenkool. Iedere huismoeder
zal hegrijpen, dat vuur, licht en koud zoowel' als
warm water een vrij aardig buitenkansje.
Vooral een groot gezin profiteert 'hiervan. In het
grootegezin met aankomende jongens, gaan de jon
gens ook al naar de mijnen en brengen hun week
loon thuis, zoodat in zoo'n gezin welstand' heerscht,
en gespaard kan wordén.
De eene mijnwerker spaart om een gramophoon
te hebhen, een ander een een draadloos toestel te
kunnen aanbrengen, een derde hunkert naar een
motorfiets, en tegenwoordig beginnen er al verschei
dene Amerikaansche idééën te hebben en spahen
voor ren Ford.
Dit wijst op welstand; In een volgend artikel zullen
we eens verder zien;
We leven, door het drukke moderne verkeer, in
iden tijd van g-roote plan tien. Hebben bij de pro
vincie het "groote wegenplan ©n het kaïialenplan'
tthans hun beslag gekregen, pok bij het gemeente
bestuur van Schoor! is de wegenverbetering een
'zaak, die steeds sterker om een oplossing vroeg.
Er werd dan ook bijna goew raadsvergadering g^.
houden of de wegverbetering maakte er öön on
derwerp van bespreking uit; nu eens was het een
voorstel: tot grondruiling, dan weer om grond aan
te koopen, ten einde op "dozo wijze zoo goed mo
gelijk verbetering in den toestand to brengen.
Totdat dan in de Woensdag jlL gehouden raads
vergadering in behandeling kwam een plan tot
verbetoringvain den DuinwegHoeren weg, een ver
betering, die volgens raming niet minder dan een
uitgaaf' van f 42.000 zal vorderen.
Reeds in de voorlaatste vergadering van den
Raad werd mededeeling gedaan van de goede
vooruitzichten voor dit plan don finantiëelen steun
der provincie te ontvangen en hot is ze©r zeker dit
j schrijven van dein Hoofdingenieur van den Pro
j vincial-en Waterstaat geweest, dat B. en W. aan-
i leiding heeft gegeven onverwijld met de voordracht
tot deze wegverbetering bo komen. Zonder hoofde.
lijke stemming besloot de Raad, mits provinciale
j steun wordt verkregen, tot uitvoering van dit plan
over te gaan.
We achten !nu de uitvoering van ditplan van
genoeg belang, om onze lezers er wat meer van
te vertellen en zullen ons daarbij allereerst be-
palen tot het rapport van de Wegenoommissie van
den A.N.W.B.
In dat rapport dan lezen we dat de verbetering
van den DuinWegHoerenweg zich, met het oog
- op de beschikbare middelén, moet beperken tot het
verbroeden van de beharding in 'de bochten tot
i 4.5 a 5 meter en het aanbrengen van gefundeerde
ingewalste rijwielpaden, zoo mogelijk ter breedte
van 1 meter.
De verbetering bestaat voorts uit het verruimen
van de wegbreedte in bochten, het verwijderen van
hinderlijk houtgowas, het afstoken van bennen (©en
en ander in eigen beheer of met weiid'oozen uit te
voeren) en het achteruitbrengen van de palen
van het electrisch bedrijf, door dit bedrijf.
In 'het gedeelte Poélenburgorlaanbom. zijn
de verharde bennen in bruikbaron staat en daar
wordt dan ook de bochtverbeteri ng gewensoht ge-
oordeeld.
Over 't algemeen wordt oe'n verbreeding der klin
kerverharding in de bochten van 2 meter voldoende
Ïeaichf, alleen bij de gevaarlijke bocht bij ,,do
lijsterbes'' dient de klitikerverharding in de bui
tenbocht met 5 meter verbroed te worden.
tan
)ING
)ÜD-
ider».
imer-
J en
JND-
11.
door A. S. M. HUTCH3NSON.
3.
De eerste blik in het Onvoorziene! Op dit oogen
blik herkenden zij het niet als zoodanig. Op dit mo
ment was het alleen maar een: Te drommel, ik was
er bijna ingeloopen, we moeten ergens anders heen,
hoor.
Later, en binnen niet zoo heel langen tijd', begon
nen ze dergelijke voorvallen te beschouwen als een
blik in het onvoorziene. „Dat soort dingen!" bleken
onaangenaam! dikwijls voor te komen. Wat eerst éen
grapje was,/-om te ontvluchten, werd nu een opgaaf
om te vermijden.
Op een dag in Venetië, een nummer van hun pro
gramma, maar waar zij veel eerder kwamen door
het moeten vermijden van „zulke dingen"; op een
dag in Venetië kwam dat onvoorziene onverwacht
als een slang sissend) op ze af. Audrey had in het
hotel met iemand kennis gemaakt, had een uurtje
pistig gepraat en vertelde het opgewonden aan Roly.
's Middags aan tafel wees ze hem haar nieuwe
vriendin. „Kijk, daar aan het eind, biji dat beeld.
In het rose, met dien langen man. Zie je haar?"
Hij- zag haar en met schrik merkte ze hoe hij het
glas dat hij aan zijn lippen wilde brengen, neerzet
tezijn gezicht betrok.
„Drommels", riep hij, ,dat is mevrouw Ashington.
Wat is het toch vreeselijk. Ik zal maar weg* gaan,
fc-ant als ze me ziet, ben ik er hij."
Zijn booze manier van spreken hinderde haar. Hij
ivloog op en met een stondi zij ook op.
„-Blijf zitten", zei hij ruw. „Als we allebei gelijk op
staan trekken we de aandacht. Ik kan achter door de
2aal verdwijnen. Het is een beroerde geschiedenis'1'.
Toen ze boven kwdm op hun. kamer, was hij: ont
stemd, dat hij zijn diner in den steek had moeten
laten. Hij vertelde, dat hij- alles bedisseldi had om
den volgenden morgen vroeg weg te gaan en hij
noemde den naam van het plaatsrje, waar ze heen
zouden trekken. Ze deed) alsof ze niet merkte, dat
bij uit zijn humeur was, maar haar stem trilde even,
toen ze zei: „Ik heb nooit van dat plaatsje gehoord".
Hij bromde, min of meer beschaamd over zichzelf;
-Ik denk, dat niemand dat heeft. Ik hoop van niet.
We moeten de eenzaamheid zoeken. Het maakt me
zenuwachtig om zoo van het kastje naajj den muur
gestuurd te worden,.
„O, Roly, het spijt me zoo", hakkelde ze. Haar
toon prikkelde hem. .Dit soort mannen heeft er bo
venal een hekel aan om te voelen, dat zij ongelijk
hebben. Het gevolg van haar nederige stemming was.
dat hij uitriep: „Ik begreep niet wat je mankeerde,
Audrey, op mijn woord, ik snap niet hoe je er toe
kwam om met aie mevrouw te gaan praten1".
Weer beging ze een fout. Zijn verwijt was zoo
dwaas, dat ze er vroolijk om lachte: „O, Roly, hoe
belachelijk. Hoe kon ik weten, dat je haar kende?"
Hij1 keerde zich om en maakte haar aan het schrik
ken door een boos: „Dat hadt je moeten wetenl"
De tranen sprongen haar in de oogen. „Hoe kon
ik dat? Hoe kon ik dat?"
„Ik heb je gezegd, ik heb je gewaarschuwd, dat
bedoel ik. Ik heb je verteld, dat iedereen, die ik ken,
nu eenmaal op het vaste land schijnt te reizen. Ik
heb je gewaarschuwd om voorzichtig te zijn.. Ge
vraagd 'om je met niemand in te laten. Het schijnt,
dat het je,niets kan schelen. Misschien vindt je het
grappig om de menschen voor den gek te houden.
Nu dan ik niet. Dat is voldoende. Laten we er
nu maar niet meer over spreken".
c 4.
Op deze manier naderde deze treurige geschiede
nis haar hoogtepunt, eiken keer werden er groo-
ter fouten begaan. Deze jonge man had toegegeven
aan zijn liefde, maar zij' bleek een keten te zijn, die
rammelde bij: elke beweging. .Het was alsof zij' er hem
aan wilde herinneren, dat hij- niet vriji was, dat hiji
door zijn rang, door het bloed, dat door zijn aderen
stroomde, door zijn vurig karakter de wereld moe
diger in het gelaat moest zien dan de meesten vah
ons. En in plaats daarvan moest hiji huichelen, be
driegen of het geheim verraden, dat hem eiken dag
en bij' elke teleurstelling moeilijker werd om te ver
tellen. «-
'Vlan alle kwalen der menschheid is er niete, dat
zoo vlug en zoo volkomen de stemming verandert als
teleurstelling, niets tast zoo wreed de zenuwen aan,
niets ontneemt zoo zeer de veerkracht en het even
wicht. Eerlijkheid is een zwaard en een wapenrusting,
brood en wijn. Teleurstelling is een vretende kan
ker van de levensfuncties, een klauw uit de hel, zij
sleept je voort door vrees en onzekerheid door een
poel van zonde naar een onbegrensd moeras. Hij leed
aan die kwaal, verviel van de eene fout in de an
dere; hij begon te beven bij de gedachte, dat hij zijn
huwelijk bekend zou moeten maken.
Ze zag zijn toestand en naief als zij: was, maakte zij
het nog erger. Hier was het zachtste schepsel ter we
reld verbonden aan een onstuimigen metgezel, die
zich voelde als een opgesloten dier, dat opstond tegen
de tralies, die hem van alle kanten omsloten, ver
woed zoekend naar'een uitweg en wanhopig er geen
te kunnen vinden. Ze zocht haar-droef pamflet van:
Ik heb u lief, nu bevlekt met tranen. Het bood haar
geen troost. Ze las er in, dat toen ze haar Roly trouw-,
de, ze gedacht had hem nectar te brengen en och,
het was een giftbeker, dien ze hem geboden had.
In de nachten, dat zijl den slaap niet vatten kon,
sloeg zij! hem gade, zooals hij daar aan haar zijde lag,
zelfs onrustig in zijn slaap en zij zocht en
zocht, verfrommelend haar pamflet, hoe ze het weer
goed zou kunnen maken; ze voelde, dat ze hem tot
last was, en ze zat overeind in de duisternis en
wrong zich in haar leed de arme .jonge handen.
Hij; zag hoe die sombere buien invloed hadden op
haar uiterlijk en haar stemming. Zij' maakten zijh
moeilijkheden zwaarder te dragen. Dit was het begin
van een .periode» dat hij haar verwaarloosde, dat
hij langen tijd zweeg als rij"# samen waren, dat hij
haar fronsend aanzag, dat hij boos wegliep om voJi
zelfverwijt terug te keeren; dan .sptrak: hij. Zich int
dat hij niet minder, meen nog meer van haar
hield Maar.....
Einde Augustus keerden zij terug naar Engeland
en onmiddellijk daarop volgde de .vreeselijk© ont
goocheling; het waö zoo gemakkelijk niet ami het
Grootje te vertellen, om haar vriendelijk to Zeggen^
dat het nu eenmaal! zoover was.
Een vreeselijke ontgoocheling, een ontzettende
dwaasheid!
Het was alsof alles hen tegenliep.
Toen hij thuis kwam, lag Grootmoeder Ziek te
bed. Hi j ging naar het huis in. Mouint Streek, vast
besloten het to vertellen, maar hij vond haar zwak
en jziek, de armén naar hem' uitstrekkende en zóó
blij, zoo blij, dat Ze'haar Roly terughad'. Hoe zou
hij het haar vertellen? Het maakte hem al wan
hopig, dat ze hem geen verwijten deed, dat hij
haar den hóelén zomer verwaarloosd had, zelfs niet,,
dat hij tot den 1'aatsten dag van rijn verlof genoten
had' .en 'nu zijn regiment te Canterburey moest
vol'gen. Hij vond het vreeselijk, dat Zq hem niets
verweet, niets vroeg én hij bon zich niet indenken,
wat zij zeggen zou als hij haar influisterde: Groot
je, lieve beste Grootje, ik ben getrouwd. Met
Audroy Oxford, u weet wei? En hoe het dan vah
haar zwakke lippen zou klinken:: Getrouwd? Ge
trouwd, Roly? Audrey Oxford? Getrouwd, Roly?
Neen, het kon niet, dat was onmogelijk,
t Weer een nieuwe fout, een stap verdér van den
rechten weg; hij wist dit toed hij haar verliet, eni
hij rangschikte die fout bij de andere tekortkoming
gen, die hem kwelden. De dwaasheid, die hij bè-
gaan had, de fout van zijn huwelijk niet onmiddél-
jk bekend te maken; de zwakheid van elk uur
gedurende de weken op het vste land, dat hij liet
had uitgesteld.
Nu was hij in het oerwoud van het On.voorzién'e.
Met lederen 3tap, met iederen dag raakte hij er
dieper in verdwaald, én net als iemand die werke
lijk den weg kwijt is, zag hij overal gevaren, zijn
'móed verdween, en hij verloor zijn, zelfbeheersching.
Zijn regiment riep hem te Canterbury. Hij kon
Audrey daar niet bij zioh hebben. Hij huurde een/
kléine gemeubelde verdieping in, de buurt van
'Knightsbridge, installeerde haar daar, en ging er
zoo dikwijls heen als hij kon
Het onvermijdelijke kwam. Het onvermijdelijke
zijn vrienden, hadden het er over wat hij toch
eeuwig in .stad moest uitvoeren, de bijeenkomsten
met rijn vrienden ©n hun: Roly, te drommel waar
heb je tach gezeten? de ontdekking, dat niet alléén!
Zijn vrieliden, maar ook Zijn kennissen, en de ken
nissen van, zijn grootmoeder over rijn geheimzin
nige gewoonten begonnen te praten. De eerste leg
den zijn» gedrag uit. zooals mannen dat doen.
en dfraigden, dat ze nem eèns volgen zouden, om -
te zien hoe ze er uitzag. Die bedreiging maakte hem
razend ter wille van Audrey uit angst, dat
ze_ het doen zouden. De grootere kring van rijn
vrienden .was niet minder wreed ©n onbescheiden.
Grootmoeder, die weer beter was, en voor haar
gezondheid haar kasteel' Burdom was gegaan, zond
brieven, die niet verheelden, dat déze of gene vriend
geschreven had, dat hij voor iedereen onzichtbaar
en steeds in stad was, terwijl1 niemand wist, waar
hij zat. Grootmoeder hoo-pte, d'at er niets bijzonders
was, ze trachtte haar argwaan te vorbergoni, maar
toch niet zop, of hij vermoedde, hoe éen bezwaard
hart haar die woorden in 'de .pen gaf.
O, nu kwam het Onvoorziene, in een nieuwe ge
daante en even. afschuwelijk! Hoe zen hij het'on
der de oogen zien? Zooals hij teruggesenrikt was
voor het bekend maken van; zijn huwelijk om de
velé praatjes en de tegenkanting, die het zou on
dervinden, zoo deinsde hij nu terug, ©n nog duizend
maal meer voor het gepraat, dat de oplossing van
het geheim zou veroorzaken, voor het oordeel van
do wereld, hoe men hem voor den gek zou houden',
hoe er gelachen en gespot zou worden) over zijn
verdorvenheid, hoe hij op rijn knieën om vergif
fenis zou moeten Smeeken aan degénén, die hij
bedrogen, had, en de oneindige uitleggingen, die
hij zou moeten geven! Het onvoorziene in ©en