Tfcberf
Van allerlei uil de Men-
schelijke samenleving.
DE GELUKKIGE HELD
G. J. CLAlJ's
Donderdag 25 Februari 1926.
G9 ito Jaargang. No. 7800.
Uitgevers i N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen.
EERSTE BLAE
FEUILLETON.
0CHTENUV0ER is JE 0CHTENDV0EB
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Dij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Advor-
■{Gtitiön nog zuovool mogelijk in hot oorutuitkoniuiid nummer goplautat.
POSTREKENING No. 23330.
INT. TELEF. no. 20.
Prijs per 3 maanden £1.06. Losse nummers 6 cent. ADVEÏITEN-
TIöN van 1 tot 5 regels £1.10, iodoro rogol moor 20 cont (bewijs.
inbogrepen). Grooto lottors wordon naar plaatsruimte borokond.
'U.
DIT NUMMER BESTAAT ÜXT TWEE BLADEN
EL
ITALIë'S HEERSCHER: BENTTO MUSSOLINX.
H Mïussolini neemü onder de staatslieden van dezen
tijd wel een eigenaardige, zeer zeker geheel eigen
I plaats in. Reeds dadelijk door zijn afkomst. Want
zel*s P"1110 RHera, zijn Spaansche collega, die
aan den Koning van Italië door zijn Spaanschen
„neef' werd voorgesteld met de woorden: dat is nu
mitn Mussolini, benadert hem in dat opzicht niet.
Primo di 'Rivera was kapitein-generaal in Barcelona,
toen hij zijn in den grond der zaak revolutionnair
optreden ondernam. Hij had de beschikking over'een
niet geringe regelmatige legermacht achter zich, en
i leverde dus slechts een copie van wat Napoleon in
het groot en vele Zuid-Amerikanen in het klein heb
ben gedaan. Maar Mussolini organiseerde, om zijn
staatsgreep te kunnen uitvoeren, een leger in den
1 Staat en met dat leger, meer burgerlijk dan mili
tair, trok hij naar Rome, op. niet zooala het heet.
M— om een reeds wankelend kabinet omver te werpen,
maar wel om de regeermacht voorgoed in handen te
nemen, en Italië, althans tijdelijk, te verlossen, van
de voortdurende moeilijkheden, waaraan hetbe-
beroepsparlementarisme het blootstelde. Inderdaad,
het kan niet verwonderen, dat juist Spanje en Ita
lië het eerst aan wat men fascisme noemt ten 'offer
zijn gevallen. Geen land, waar het beroepsparlemen-
tarisme ernstiger is uitgegroeid, en ook ernstiger na
deden vertoont.
Zij, die gelooven, aan een onstuimige jeugd van
Mussolini, worden door aanteekeningen van eigen
hand', gemaakt in de gevangenis, ten tijde dat de
toenmalige minister-president Giolitti hem tot na
denken dwong, .teleurgesteld. Hij leefde met zijn fa
milie achtereenvolgens in kleine dorpjes, vooral in
Noord-Italië; de vader was niet al te gelukkig in
zaken en zaakjes, die hij ondernam, en zij hadden
ten karig bestaan. Benito was een wilde jongen en
een echte vechtersbaas. Heel wat keeren ben ik
thuis gekomen, zoo verhaalt hij, met een hoofd, ge
wond door steenworpen, die maar al te verdiend
waren. Hij 'was ook een geducht roover in de naaste
omgeving; hij loercje op vogels en kleine dieren,
waarvan hij intusschen heel veel hield. Menigmaal
heeft hij brutale invallen in anderer eigendom ge
waagd, en toch wist hij telkens aan de formeele er
kenning zijner zonden te ontsnappen. Op vrij jeug
digen leeftijd kwam hij op een college, gehouden
door Katholieke broeders. Hij verhaalt in zijn aantee
keningen uitvoerig van de reis daarheen, die onder
alleszins ongunstige voorteekenen begon. Zijn ver
blijf in het college heeft hem elementaire kennis
Idoen verkrijgen, maar lang is hij er niet gebleven.
'Toen hij een zijner kameraadjes met een zakmes had
gestoken, in een vlaag van toorn over een schijn
bare beleediging. werd hij weggestuurd en al wat
zijn moeder deed om zijn misstap te doen vergeven,
wa9 vergeefs.
Toen hij zestien iaar was, sloeg hij op zijn eigen
houtje den publicistischen weg in; hij schreef een
artikel en zelfs sonnetten. Op 25^jarigen leeftijd was
hij te Gualtieri Emilia als opvoeder gevestigd. Dit
kleine plaatsje ligt aan de oevers van de Po; het is
een rustig siil stadje. Mussolini genoot er als onder
wijzer een inkomen van 56 lire per maand! Hij kon
het er wel uithouden; zijn'werk wa9 niet al te zwaar.
hi
lijk
ïef
)rn
1I(
31.
door A. S. M. HUTCHINSON.
Ze was weer zichzelf. Gedurende dit bezoek, en
ook later als ze Lady Burdon ontmoette of aan
haar dacht, voelde ze dezelfde kalmte, die over
haar was gekomen aan het sterfbed. Ze wist nu
heel' zeker, dat zie niets had te doen dan te waclu-
i. 20 w^s^}' dat ze het zoru kunnen. Voor (het
eerst was ze bang, en die angst werd grooher
naarmate de aanvallen talrijker werden, aat die
trillingen in Kaar hoofd het plant, nog langer te
zwegen, zouden verijdelen. Percival' en niet zij
moest zijn moeder wreken zoodra hij oud genoeg
zou zijn om op to treden als een man. Die angst
maakte haar zenuwachtig, wat Lady Burdon toe
schreef aan verlegenheid tegenover net deftig be-
5$™ en_^e^ maakte haar nog Vriendelijker.
Miliers Field zou, als het haar daar zoo had kun
nen ziien, een groote verandering hebben weerge-
homen. Ze was keurig gekleed. Ze was wat dikker
geworden en- haar gezicht wat ronder, dat stond
haar goed. Haar mat itoint had een warmer tint,
?e zag er .gezonder nit. De wandeling jan het
kasteel Kad haar opgefrischt en de eerbiedige groet
van de dorpsbewoners had haar goed gedaan. Rollo,
die verrukt was yan Percival, was vroolijker dan
ze hem ooit gezien had. Ze had het vreesel5jk ge
vonden ..om .kier een maand begraven te worden,
maar nu 'begon het vooruitzicht om hier haar
waardigheid op te houden haar te bekoren. Ze keek
Juffrouw Oxford aan met een stralëndefl blik; ze
wist. dat Zo er goed uitzag.
wist, en zei, dat ze het zoo flink van haar woud
om het postkantoor te beheeren.
Glimlachend zei ze, dat zij ziek toch niet te. veel
moest afzonderen, omdat Ze „aan de post was?'
waarop Juffrouw Oxford antwoordde: „We heb
ben Kier weinig omgang. Voor de enkele familie-,
legt het postkantoor geen gewicht in de sckaal. We
8Qn Kier oude vrienden. Voor u is Ket iets anders,"
hij hechtte zich aan zijn leerlingen. Hij maakte veel
kennissen in Ket stadje. Maar eigen schuld was,
oorzaak, dat hij dit moest verlaten. Weliswaar
schrijft hij in zijn aanteekeningen het feit, 'waarom
dit geschiedde, aan zijn vader en diens partijvrien
den toe, maar algemeen wordt aangenomen, dat hij
zelf er de bedrijver van was. De verkiezingen ter
plaatse, geheel onwettig gehouden, brachten hem en
vrienden er toe om de vazen, waarin de stembiljet
ten waren opgesloten, te vernietigen en zoodoende
het vaststellen van den uitslag der stemming te ver
hinderen. Hij had toen geen keuze meer., moest Ita
lië verlaten en ging naar Zwitserland.
Daar dwaalde hij eenigen tijd rond. Hij deed er
werkelijk van alles. Hij was er metselaar, schilder,
reiziger, portier, grondwerker, ja wat niet meer Hij
was er zelfs loopjongen bij een kruidenier in Genève*
een braaf man, die nog leefde, toen hij ruim twintig
jaar later daar aankwam, op zijn doorreis voor een
onderhoud te Parijs met Poincaré en Lord Curzon, en
hoog9t verwonderd was. dat zijn voormalige loop
jongen het cordon der toeschouwers verbrak en re
soluut op hem toestapte om hem hartelijk de hand
te 'schudden. Maar bij dien patroon, hoe eerzaam
ook, hield Mussolini het al evenmin lang uit. Weer
trok hij het vrije veld in. Op een dag'was hij in een
klein dorpje in Fransch-Zwitserland; moe van het
beroep dat hij uitoefende, had hij zich te slapen ge
legd in een drukkerij, die zonder bezwaar viel te
openen. Vandaar nam hij een kist mede, die hij on
der een nabijgelegen brug opstelde en daarin instal
leerde hij zich gemakkelijk. Maar de waakzame
Zwitsersche politie had hem spoedig ontdekt; hij
werd in de gevangenis gezet, daarop uitgewezen, en
toen hij in December 1022 op Zwitser9chen bodem de
Bngelsche en Fransche minister-president moest ont
moeten, moest de Zwitsersche Regeering dit bevel
van uitwijzing, in zijn gevolgen nog altijd van
kracht, ijlings herroepen.
Naar Italië kon men hem toch niet uitzetten, want
hij zou onmiddellijk tengevolge van zijn gedrag bij
de verkiezingen, zijn gegrepen. Men bracht hem
naar Tyrol, waar hij 'eenigen tijd doorbracht door
zich te wijden aan socialistische medewerking aan
verschillende bladen. Daar legde hij ook zijn eerste
proeve van volksleider af; bij een staking stelde hij
de werklieden voor het dilemma: het werk te hervat
ten of de revolutie verklaren. Allen wilden het
laatste; hij zelf kwam dienzelfden middag tegen vier
uur. Nauwelijks echter had hij het woord genomen
en hen opgewekt om het station te bezetten, of de
geheele menigte stoof uiteen onder de angstige
kreet: de cavallerio! EK werkelijk hoorde men paar
dengetrappel, dat echter afkomstig bleek van een
goedig rossinant voor een groentenkarretje uit. de
omgeving, hetwelk op zijn toehoorders een zoo fu-
n es ten indruk had gemaakt.
Van 1012 na verkregen amnestie dateert Mus-
solini'9 toetreding tot de socialistische partij. Op het
congres te Regio Emilia in dat jaar maakte hij op
zien door zijn redevoering tegen een aantal partijge-
nooten, die met de royalisten hadden gecoquetteerd
en die deswegens uit de partij dienden te worden ge
zet. Zoo spoedig was zijn enthousiast gehoor toege
nomen, dat 'het voor degenen, die ter verdediging van
de bedoelde partijgenooten hem met interrupties
wilden verslaan, bepaald gevaarlijk werd op dien
weg voort te gaan. Toen men in 1913 in Milaan, waar
hij inmiddels gevestigd was, stond tegenover tegen
stand van de politie, en de leiders moderatie aan
rieden, nam hij het woord om te brullen: geen laf
heid, en hij voerde de zijnen tegen het politiecordon
in. Er vielen slachtoffers, maar den volgenden dag
bleek de katholieke meerderheid voor den gemeen
teraad verbroken en Mussolini zong in de „Avanti"
aan welke hij toen reeds werd verbonden, zijn „ze
gezang". En in dienzelfden tijd liet hij zich tegenover
het Tripolitaansche avontuur, dat hij als imperialis
tisch beschouwde, niet onbetuigd. 'In een vergadering
waarin hij als spreker optrad, nam hij het woord op
70 cent per 2'/a KG.; f 9.50 per 50 K.G.
Laat het onderzoeken, heeft het geen 42% eiwit
en vet dan zijn de kosten voor zijn rekening, i
Overal verkrijgbaar. j
deze wijze, „dat hij enkele zaken te regelen had met i
een zekeren Victor van SavoyeDe vergadering
was ontbonden nog voordat zij goed en wel was be
gonnen. Even krachtig weerde Mussolini zich tegen
de vrijmetselaars, toen deze partij trachtte en
wenschte te domineeren; op het congres te Ancona
streed hij. voor hunne uitzetting uit de partij en
slaagde. Zijn minder bezadigde vrienden kwamen in
het bestuur, en als blijk van erkentelijkheid werd
hem het hoofdredacteurschap van de „Avahti" ge
geven'.
Dat heeft hij waargenomen tot op het oogenblik
dat'geheel zijn houding in den wereldoorlog leidde 1
tot zijn breuk met de socialistische partij. Al spoe
dig na het uitbreken van den oorlog kwam aan het
licht*, welk een onoverkomenlijke kloof Mussolini
van zijn partijgenooten scheidde. Hij was Italiaan j
vó6r alles, wilde de grootheid van zijn land, des-1
noods met de wapenen gekocht, voor alles; zij wa-
ren pacifistisch in hun politiek. Mussolini hield niet
op hen te besttijden, ben en het openbaar gezag, dat j
zich tegen., zijn oorlogspropaganda verzette. Hij werd
uit de partij geworpen, zulks na een vergadering te 1
Milaan, even rumoerig als merkwaardig door de i
wijze, waarop bij zijn verontwaardigde vroegere par- j
tijgenooten dwong om hem tegen hun zin aan te
hooren. En nauwelijks een maand, nadat hij de
„Avanti" had veriaten, stichtte hij de .JPopolo dTta
lia", zijn eigen schepping, zijn lijfblad sedert geble- j
ven. Om hem in zijn nieuwe gedaante te leeren ken
nen, behoefde men maar een bezoek te brengen aan
zijn toenmalig redactiebureau. Men kon 'zich voor
stellen te gast te zijn bij een chef van een dier co- j
mitadji's, die'men op den (Balkan zoo goed ken.t On- 1
middellijk achter zijn werktafel was een groote zwar
te vlag, met een witte dolk en een doodshoofd in het
midden; de vlag der arditis; op tafel te midden van
boeken en manuscripten, een geweldige browning.
Weer iets verder, op een deeltje gedichten, een jacht
mes; in een anderen boek een kleine revolver met
edelsteenen afgezet, en voorts overal tusschen zijn
boeken patronen. In zulk een omgeving werkte Mus
solini; zette in zijn „Popoio dTtalia" de Italiaansche
hartstochten), die toch reeds licht ontvlambaar zijn,
aan. Vanuit zijn bureau gingen de draden van meni
ge groote en kleine samenspanning, tenslotte samen
zwering. Zoover was men reeds gekomen, dat men
zich van het openbaar gezag in Milaan wenschte
meester te maken en dat alleen de vraag, hoe aan
wapenen te komen, door Mussolini nog moest worden
opgelost. Op datzelfde oogenblik echter nam de zaak
een keer; de Regeering stelde zich aan de zijde der I
Geallieerden;„Italië kwam in den oorlog. Mussolini j
hief victorie aan.
In tegenstelling met zoovele pro-oorlog-rumoer-1
makers, heeft Mussolini den moed der consequentie
getoond. Hij behoorde tot de eerste vrijwilligers op
het slagveld; hij was er in den nederigen rang van
soldaat, klom door dapperheid en beleid"op tot kor
poraal en tot korporaal-majoor, totdat een ernstige
zei ze vriendelijk.
„Tk ben zélf zuchtig, het is me om Percival' te
doen. We vinden hem zoo aardig, en Rollo en hij
hebben groote' vTiendlschap gesloten en dat doet
me zoo veel genoegen. Rollo is anders zoo vertegen
met kinderen. Hij heeft geen vriendjes. Plet zou
hem zooveel goed doen als Percival met hem spe
len mocht. Het zou hem ontwikkelen."
Ze glimlachte in het geloof, van haar eigen
woorden, ■en Juffrouw Oxford glimlachte ook.
Lady Burdon mocht nu nog niet weten, dat Per
cival werd opgevoed niet om ïtollo verder te bren
gen, maar om hem terug te voeren.
Juffrouw Oxford zei alleen, dat de vriendschap
ook Pgrcival goed zou dqen.
„Er zijn hier weinig jongens, waar hij mee om
kan gaan. Er schijnt hier een tekort aan kinderen
te zijn behalve bij^ de dorpsmenschen. Ik geloof,
dat het kleine meisje van Mevrouw Espart nog
het dichtst hy woont.
Lady Burdon knikte. „Mevrouw Espart, daar ga
ik ook heen. Ze heeft een kaartje afgegeven, den
kende, dat we er al waren. Ze woont op AbbeaÉ
Royal', niet?"
„Ja, dat is een van onze mooiste plaatsen. Per
cival' zou het reusachtig noemen", en Juffrouw Ox
ford vertelde van PereivaPs bezoek aan het kasteel.
„Toen ik hem later iets voorlas, waarin liet woord
reusachtig voorkwam, vToeg hijnet zoo reusachtig
als het huis van Mr. Amber? Mr. Amber heeft ons
nl1. rondgeleid."
„Hij is een schat," zei Lady Burdon lachend.
,,Ik wilde u ook nog vragen, hoe gaa.t het met het
leeren? Krijgt Percival' lés? Rollo's opvoeding is
schandelijk verwaarloosd, vrees ik. Het zou aardig
zijn alis zfij samen konden l'eeren Zoo lang hij hier
is."
„Percival1 gaat iederen morgen naar Juffrouw
Purdie u moet haar huis langs gekomen zijn
vlak naast de kerk."
„Prachtig," zei Lady Burdon. Dat zal ik voor
Rollo in orde maken.'
Ju ff rouwt Purdie zal' heel' blij zijn. Ze heeft door
dat ze Percival1 heeft, een andere leerling moeten
missen. Mevrouw Espart had haar dochtertje wil
len sturen, man. rze vond het niet, prettig als ze
geliik leerde met het jongetje van het postkantoor
„Belachelijk!" riep Lady Burdon. ,Ik zil; het
Mevrouw Espart zeggen als ik haar spreek."
*^Tableöea
tegen keelpijn.
verwonding, opgedaan bij de ontploffing van een
granaat, hem voor den dienst- ongeschikt maakte.
'Maar hij' bleef strijden, nu in het innerlijk van het'
land, weer aan het hoofd van zijn „Popaio dTtalia".
Nog voor het einde van den oorlog intusschen had hij
zijn arbeidsgebied uitgebreid; de organisatie der
„fasci" kwam tot stand, in Maart 1919 werd 'n een
woning op de Piazz San Sepolco door Mussolini, zijn
redacteuren, oude arditi en enkele andere aanhan
gers, de eerste „fascia di Combattimento" gesticht.
Wat deze zou zijn, wist niemand; wel aanvaardde
men de noodzakelijkheid van een programma, maar
er een opmaken deed men nooit. Mussolini ver
klaarde -dat de nieuwe partij een partij van strij
ders moest zijn; het programma een programma van
strijd en de naam van da partij een vechtnaam..
Op dezen „ietwat" wankelen bodem werd het
fascisme gebouwd. Het mag misschien de vraag
heeten of het zoo grooten omvang zou hebben aan
genomen, waren niet de internationaal-politiekje
omstandigheden aan de ontwikkeling gunstig ge
weest. Ter Parjjsche vredesconferentie kwam de
Fiume-kwestie opzetten; Wilson verklaarde zich
tegen de nationale aspiraties der Italianen; deJHa-
liaanscue vertegenwoordigers gingen naar hun land
terug, als in één zegetocht aan alle stations ont
vangen. In die demonstraties kon reeds de hand
van Mussolini en de zijnen, .toen nog ongemerkt,
worden gezien. Maar met d'Annunzio en zijn ge
zellen waren de fasoi nauw verbonden; zoowel de
dreigende redevoeringen van d'Annunzio als de
bezetting van Fiume, die' plotseling de Italiaan
sche Regeering voor een feit plaatste, is onder hun
invloed geschied. Zoozeer nam in die dagen en in
die jaren het nationale vraagstuk de uitsluitende
aandacht der fasoi in beslag, dat zelfs de bezetting
van de fabrieken van 'Milaan door de roode legi
oenen geschiedde zonder dat zij verzet pleegden.
Het leek als hadden de fasci zich slechts vereenigd
om JTiume tot Italië te brengen.
Voor alles echter bleek Mussolini in den lóóp
dhr jaren gegroeid tot den man van de praotijk.
Toen 'de Italiaansche Regeering, tengevolge van
het tractaat van Rapallo, afstand ~had gedaan
van het werkelijk bezit van Fiume en zich met
autonomie van deze stad had tevreden gestelij,
trad hy, in tegenstelling met d'Annunzio, terug.
Hij légde zich bij dit daadwerkelijke feit neer; liy
richtte op andere doeleinden den z.i. zoo noodigen
strijd. De socialistische overheersching, die zich van
Italië dreigde meester te maken, te weerstreven,
was nu zijn eenig, althans zyn voornaamste doel.
d'Annunzio heeft nem dit „verraad", gelijk hy het
betitelde, nimmer vergeven. Tal van pogingen zijn
gedaan om Mussolini met4 d'Annunzio te verzoe
nen en al deze pogingen zyn mislukt. Zelfs toen do
fascisten in Milaan nadden gezegevierd en d'An
nunzio bereid bleek de fascistische soldaten toe te
spreken, sprak hij niet. van de goede daden van het
fascisme, maar gaf hij algemeen poëtische, philo-
sophische overwegingen ten beste.
Intusschen groeide de fascistische partij, meer
dan ooit groeide zy, toen eenmaal' de strija tegen
w.at het fascisme den binnenlandschen vijand acht
te, was tor hand genomen. Men heeft dien groeü.
ongetwijfeld' in Rome met verwondering, maar ook
met vreoze en ontstemming gezien. In dat opzicht
vond men wellicht steun by d'Annunzio. En het
heeft meer dan een9 geheeten, dat op hetzelfde
oogenblik, dat in 1922 Mussolini de zijnen op den
merkwaardigen wapendag te Napelis had verza
meld, in Rome de laatste hand werd gelegd om te
komen tot een werkelijk nationaal1 kabinet, waarin
d'Annunzio zijn rol1 zou hebben gespeeld. Op het
laatste oogenblik, maar voor een voortvarend man
als hij niet te laat, kreeg Mussolini kennis van
deze combinatie; niet als een ander beraadde hij
zich met de zijnen, niet als een ander bedacht hij
zich lang, maar vijf minuten na het ontvangen van
die tijding was zijn besluit genomen en waren
orders uitgegeven: De fasci trokken op naar Rome,
In de gang weerklonk druk gepraat en gelach.
„Belachelijk! Rollo je krijgt les met Percival. Is
dat niet prettig?'^
Maar Percival, «die het eerst binnen was gekomen,
vloog naar Tante Maggie toe: „Rollo heeft in Lon
den een eigen ponnie, en daar rijdt hij op. Hoo
vindt u dat?"
Tante Maggie vond het prachtig, maar toen ze
Rollo zag, was het alsof „ze plotseling verstom
de" zooals Lady Burdon aan ae lunch aan haar
man vertelde. Ze begon Percival te kussen alsof ze
hem in geen jaar gezien had en keek ternauwer
nood naar Rollo. „Jaloersch denk ik, door het ver
schil' van stand. Toch een gekke jaloezie, vindt
je niet?"
Maar het was geen jaloezie, die Tante Maggie
stil1 .had gemaakt en haar Percival aan het hart
deed drukken. Toen ze Rollo Zag en Lady Bar
dons blik, waarmee ze naar hem keek, kreeg ze
weer dat nare gevoel' in haar hoofd en alis een
wapen daartegen, had ze Percival1 naar zich toege
trokken. Het verdween terwijl1 ze hem zoo vast
hield, maar ze had bijna geroepen: „Hoe durft
u tegen hem lachen. Hy is Audcey's! zoon Au-
drey'si zoon!"
Percival' maakte zich lés uit haar armen. Ze
hoorde Lady Burdon tegen Rollo zeggen: „Je kon
hier ook wel' een ponnie hebben." Dit plan werd
door Percival met een vroolijk gelach begroet.
„Zouden we hier niet een ponnie kunnen krij
gen?" hoorde ze Lady Burdon tot tweemaal' toe
vragen en ze deed al haar bast om zich te herstelljén
„In Market Roding kunt u er een vinden," zei
ze dof. „Bij Mr. Hannaford'. Hy heeft ponnies,
ik hoor, dat hy ze aa.n circussen levert
Lady Burdon kuste Percival' vaarwel' aan het
hek. „Lord Burdon zal morgen met jou en Rollo
naar Mr. Hannaford gaan, zei ze. „Is dat het
huisjevan Juffrouw Purdie? We zullen er even
aanloopen. Ga nu maar gauw naar Tante Maggie.
Ze is moe, denk ik."
„Neen. ze "denkt" Zei Percival1.
Lady Burdon begon te lachen. „Denkt ze, Waar
over, mijn jongen?"
Ee Percival' gaf op zijn ernstige manipr ten ant-
w^- rrl,T>at weet ik niet, maar het maakt me een
beetje bang."
HOOFDSTUK IV.
Kléine peerden en kléine domooren.
De ponnie werd by Mr. Hannaford' gekocht en
de lessen by Juffrouw Purdie kwamen in orde.
Het was een vroolyk troepje, dat van en naar
Mr. Hannaford's boerderij reed. Lord Burdon,
Rollo Percival. Ze zeiden alle drie dat ze nog1
nooit zoo'n pleizier hadden gehad.
„Een prettig dagje gehad, hè kerel?" zei Lord
Burdon, toen hij Rollo goeden^ nacht kuste. Lord
Burdon had een oude versleten jas aangetrokken en
de jongens verhalen verteld tot, zooalls hij zei,
zijn tong er droog van werd, qn ny was de heefe
boerderij rondgegaan met Percival', huppelend óan
zyn eenen en Rollo, stralend van pleizier, aan den
anderen kant.
In het leven in Londen, zooals Lady Burdon dat
had ingericht, waren dergelijke pretjes niet moge
lijk. Sinds -den dag, dat hy met Itoll'o naar den
dierentuin was geweest, toen Lady Burdon naar
Aseott was, had hy niet zoo'n pleizier gehad
en niet weinig had daartoe bijgedragen PercivaPs
uitbundige vroolijkheid.
„Heb ik je verteld van toen we aan die sloot
kwamen?" vroeg Lord Burdon aan Zyn vrouw.
„Die kleine Percival
Lady Burdon keek even op van het boek, waar
in ze zat te lezen. „Geen zesde keer, Maurits!" zei
ze, „ik kan dat verhaal niet nog .eens hooren*')
en Lord Burdon's gelaat kreeg weer die dwaze
verlegen uitdrukking, en de rest van den avond
zat hij in stilte gl'imlaehend na te denken over den
prettigen dag. Het prettigste nog voor Rollo! Hij
was de stille van het gezelschap geweest, dat lag
zoo in zijn natuur; maar als Percival' luid schreeuw
de of sprong, schreeuwde en arprong Rollo in zijn
hart met hem mede. Hij had nooit gedacht, dat hij
nog eens een vriendje zou krijgen, met wien hij zoo
veel' pleizier kon hebben. Tot nu toe was hij altijd
met zijn moeder geweest en was droomerig en in
zichzelf gekeerd. JDe vrool'ijke Percival wijdde hem
in in het spel1, en toonde hem wat sterke jonge
ledematen vermogen. De prettigste dag! Hij yiel
dien avond in slaap, denkende aan Percival'; in
zijn draomen rende on schreeuwde hij ftiet Percival'
mee: en toen hy\ wakker werd, was zijn eerste ge
dachte aan Percival'.
Wordt vervolgd.