iiftllll Nitms-
Mrattiiit- MlinwM
bri
irieYen OYer Engeland.
G. J. CLaIJ'S
DE GELUKKIGE HELD
Donderdag 4 Maart 1926.
69at,e Jaargang. No. 7804.
Uitgevers i N.V. v h. TRAPMAN Co., Schagen.
EERST! BLAD.
FEUILLETON.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Jürj
oorlog
i> g?wi
it de
k op t
lire
er van
oote m
de
en die
hebi
sonen,
iren, u
rukkel
9 toesti
Jürg
r van
hechte
geva
k van
gr
vro
huii
tot
□blik
er Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
de inh en Zaterdag. Dij inzonding tot 's morgens 8 uur, worden Advor-
ontiön nog zoovool mogelijk in hot oeratuitkornond nummer geplaatst.
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. no. 20.
Prijs per 3 maanden f 1.05. Losse nummora 6 cent. ADVERTEN-
TIöN van 1 tot 5 rogola fl.10, iodoro rogol moor 20 cent (bowij. *o.
inbogropon). Grooto lottora worden naar plaatarulmto borokondL
dit nummer bestaat uit twee blajjbn
gen8
het
e ordej
dat vi
iog pli
"eken
27 Februari 1926.
Voor ieder, die Engeisoh leert, is, vooral' in (bet
begin, de spelling ,van de woorden een bron van
ar in voortdurende bewondering. Of zullen we liever
na zeggen: verwondering?
die i De spelling ja, wanneer de leerling een onder-
ike u wijzer heeft, aio uitgaat van het gesproken
inzakt woord. Wie een vreemde taal gaat loeren, is er op
voorbereid, dat, om een voorbeeld te. noemen, een
mes of een mug niet mes of mug, maar anders
heeten in die andere taal. En als zijn onderwijzer
zegt, dat .de Engeischen die twee een naif en een
net noemen, vindt hij dat volstrekt niets buitenge
woons. Wat hij gek vindt, is dat ze dan ook niet
naif .en net schrijven, maar knife en gnat.
Met andere woorden, hü vindt, dat de Engelsohman
een gekke spelling heeft.
la evenwel zyn onderwijzer uitgegaan van het
gesohreve.n woord, en heeft de leerling eerst
gezien, dat een mes een knife 'is en een mug een
gnat, dan noemt hij daar volkomen genoegen mee.
Maar niet zoodra hoort hij, dat hij tegen <vknife'p
naif en tegen „gnat" net moet zeggen, o>f hij merkt
op, dat de Engelsohman er een malle u i. t s p r a lak
op nahoudt.
Het is maar, hoe je de zaak aanpakt, van voren
of van achter. Het resultaat blijft dit, dat spelling
rijzan: uitspraak elkaar niet dekken,
Dat weten de Engeischen natuurlijk heel goed,
le maar de overgroote meerderheid is op verandering
i niet gesteld. De reden zal' wel' zijn, dat wat ze
uit met groote moeite hebben geleerd, toen ze jong
moge waren, nu niet van plan zijn af te leeren. Ze cLruk-
50 m0 ken het meestal anders uit.
Onder de onderwijzers op de lagere scholen zou
de uit POn nieuwe spelling ongetwijfeld met gejuich wor-
iristell den ingehaald. Volgens Professor Gladstone wordt
elukt 27.3 percent van den leertijd van een kind inge-
jeborj nomen door het aanleeren van de spelling der woor-
nocra den. Anders uitgedrukt: twee volle jaren worden
er 8' eenvoudig weggegooid, om aan het conservatisme
•zJraji de groote menschen tegemoet te komen. En
jjjn Tater de kinderen groote menschen geworden.
dan gaat het zaakje op denzelfden voet voort,
kabui TSTvi moot men niet denken, dat het zoo heel1 ge-
ngene makkelijk zou zijn, de EngeiSche spelling meer in
ijk w overeenstemming te brengen met de uitspraak. In
oelt n zekeren zin natuurlijk gemakkelijk genoeg. Schrijf
n eenvoudig .elk woord, zooals het gesproken wordt.
Maar een dergelijke verandering zou zóó radicaal
zijn, dat alle vaders en moeders wel met hun kin-
te v deren naar school mochten gaan, om te leeren le-
tig m zen en schrijven.
zou Het beste zou Zijn om de twintig of dertig jaren,
de 1 bijvoorbeeld een keer of drie, vier, pen aantal' ver-
de fli andenngen aan te brengen, zoodat de spelling over
een honderd jaar zoo .ongeveer normaal1 Zou zijn.
den o NJiot slechter bijvoorbeeld dan de onze, die op net
bi net oogenblik .ook nog ver van volmaakt is. Maar ver-
>.te ta geleken bij do Engelsche....
t® Laten we een paar voorbeelden nemen. Er zijn
npg .al heel' "wat woorden in het Engelsch, die
eindigen met de vier letters: ough. Daar kun je
na natuurlijk geen bezwaar tegen hebben, ma-ar dat die
m ci \ner letters op acht verschillende manieren kunnen
ntnei worden uitgesproken!
/an Soms inoet je eenvoudig zeggen: oe. Je kijkt naar
leel
de gh niet om, en noemt de ou: oe. Een anderen niige phonetlci hebben zelfs een stelsel1 van teekens tenOf z'n „geblèr" 'm helpen zal?De tijd
keer laat je do gh ook maar links liggen, maar je in elkaar gezet, dat zóó volmaakt in staat is het (de andere week) zal 't ons leeren 1
noemt de ou: oo. Of, alweer zonder je iets van de gesprokene weer te geven, dat je minstens vijl
gh aan te trekken, noem je de ou: au. Dan krijg je minuten noodig zou (hebben voor het schrijven van GESTOORD BADEN.
medelijden met die twee laatste letters en noemt zo één woord, en nog vijf minuten, om vol bewon- Welgemoed togen een vijftal dames, als getuigen,
samen f. Voor de aardigheid geef je nu de ou dering te staren naar hetgeen je had voortgebracht, Dinsdag van uit Medemblik en Twisk, hare respec-
weer eens een anderen klank, maar een, dien wij wanneer het er éindelijk stond. Ik zou mot pleizier tieve woonplaaisen, per „bus"-dienst op Alkmaar,
in 't Hollandsch er niet op nahouden. Óf je noemt een voorbeeld geven, als de drukkerij de teekens naar deze oude victorie-stad, om voo rde vierschaar
de gh: k en de ou: o. Of je kunt de gh tot wftlofoo,n -1-'1au r t>
p jpromoveeren. Je kunt je er in enkele gevallen
nog met een Jantje van Leiden afmaken, en alle
vier, de» o, de u, de g en de h te zamen zoo
ongeveer noemen als de e in ons woord de. Heel
maar kon weergeven. Laat ik nu maar volstaan te verklaren, hoe de beklaagde in dit zaakje, L. P.
met te zeggen, 'dat Grieksch er kinderspel bij is. W. van der Zee in gezelschap van z'n broers bond
Ken je die teekens eenmaal ze zijn van den en van een vriend, Rudolf Dikshoorn, (zoon van den
bekenden phoneticus Henry Sweet dan kun je Directeur van het Provinciaal Ziekenhuis te Medem-
wonderen doen. Je kunt een zoen schrijven (niet blik, en zelve assistent te Leiden) te Medemblik
interessant is ook, dat je hetzelfde woord soms op op de manier zooals kinderen doen, met een x), je (hunne woanplaats) vriend Rudolf is dan, zooals
manieren moet uitspreken, kunt schrijven welk geluid iemand maakt, als hij we reeds aanstipten, f
twee heel1 verschillende
inwoner van de aloude Sleutel-
je maar zorgt, dat die u anders klinkt dan in 'b hoewel Ikjiiet bij ondervinding durf zeggen,
Hollandsch. Kom je dus een woord tegen, dat ein- het waar is, want zoover heb ik het, helaas, nooit
digt met de vier létters ough en heb je het nooit gebracht:
eerder gezien, dan kun je het eenvoudig niet Oefening 72 (laatste van 'het boek) zegt: Laat
uitspreken. De kans -.om 't goed te raden is ook vrienden gekke geluiden uitstooten, en geef die
maar betrekkelijk gering. j weer in phonetisch schrift.
Of een ander voorbeeld: .(Ik kan die oefening alleen doen met vrienden,
Een gToofc aantal woorden in het Engelsch heeft die .geen phonetiek bestudeerd hebben, en slaag dan
in het midden de twee létters ea. Je hebt de keus altijd bewonderenswaardig),
tusschen zes uitspraken. Zeg ie tegen read: ried,
dan heb je van het werkwoord lézen den tegen woor-
digen tijd. Maar zeg je tegen precies hetzélfde
woord red, dan is het de verléden tij d, dus niet
lees, maar lias. Eerlijkheidshalve moet ik er bij-
zeggen, dat het verléden deelwoord: gelezen, ook OCHTEND VOER IS J E OCHTEND VOER
is read, maar er geen afzonderlijke uitspraak op
nahoudt. Dat is, evenals de verleden tijd, red.
70 cent per 2'/a KG.; f 9.50 per 50 K.G.
Tear kan zijn ter, met een lange e en een r Laat het onderzoeken, heeft het geen 42% eiwit
Is
getij
we i
25.
door a. 9. m. hutchxnson.
een 4 Purdie schreeuwde het uit in wanhoop, half
'oft, 5-er zÜn oog en half uit angst voor zijn veiligheid;
len f gl*0GP lmastig naar de rem, maar even zoo haas-
ïtig weer naar zijn oog; hij kreeg gevoelige slagen
.bondi ^£5 zö11 kuiten, toen zijn voeten in het wilde
er
rag
uit
•lijn
zal
zochten naar de gonzende trappers en gilde: „Rem!
Rem! Vlieg in mnn oog."
„In welk oog? schreeuwde Peroivai, die genoot
van de snelle vaart.
Zijn verschrikte onderwijzer stootte haastig eenige
i aanelkaar geregen woorden uit om ze dos te gauwer
v0 te zeggen en het dreigende onheil af te wenden.
moet
ige a
ie ma
Kam
de
ar o
70 sl
en
rk
i W
aar 1
ei-zijd
Ma
he
waar je niet veel van hoort, en dan beteekent het
scheuren. ^3et kan ook zün tier, alweer met een
niet rollende r, en dan is het traan.
Nu jve het toch over Mie ea hebben, kan ik er
meteen .wel' even bijvoegen, dat de bekende zeep:
Pears' Soap, moet genoemd! worden: pers. Dat wil'
zeggen, met een lange e,# een r waar je niet
niet veel van hoort, en die in geen geval' rolt, en
een s, die als z klinkt. Ben je er op gesteld in
Holland een stuk Pears' soap te koop en, dan is
het misschien verstandiger het piers te noemen,
met een ie, een rollende r en een s, aangezien dat
de uitspraak is van de meeste verkoopers hier. Ook
en vet dan zijn de kosten voor zijn rekening.
Overal verkrijgbaar.
Zitting van Dinsdag 2 Maart 1920,
EEN PAAR „GEHAAIDE" HD3EREN.
Een paar zeer vrijmoedige Amsterdammers, Hen
kan het nog "zijn. dat~ de~winkelier zoo'Velwïllend drik c- van Zomeren en Karei Petrus Stijger stonden
is, je uitspraak te verbeteren, zooals rajj eens is beden 't eerst terecht en wel ter zake oplichting. En
overkomen in de Van Swindenstraat te Amsterdam wanneer men hoorde op hoe familiaire wijze die lui
Ik vroeg om pers soap. „U zegt?" Nog eens zich bier voor de vierschaar uitten, als men gade-
herhaald. „O, ik begrijp U al'. Alstublieft, Maar U sloe&> h00 geraffineerd het elkaar zoo waardige twee-
moet ^voortaan zeggen: piers soap." „Hoe weet *^al was» Ja« dan wilde men 't zoo gelooven, dat een
u dat zoo goed, mijnheer„Ja, ik ben op de Ilan- Paar eenvoudige, gezeten boertjes als de gebroeders
delsschool' geweest, ziet U." Ik heb toen den zeep- Noom van Uitgeest er inliepen.
handelaar verteld, dat hij verkeerd onthouden had. Listiglijk, valschelijk, bedriegelijk, om vaktermen
wat men hem op de Handelsschool had geleerd uit de dagvaardingswereld te gebruiken, hadden de
(wat hjj waarschijnlijk niet geloofde) en ben ver- twee verbazend van den tongriem gesneden Mokum-
trokken met mijn stuk pers soap. Later, in Haar- mers tiet stelletje boeren betoeterd, ben wat op den
lem heb ,ik het eens geprobeerd met de 1'etterl'ijke mouw gespeld en met mooie praatjes zoo omstreeks
uitspraak, zooals het er in 't Hollandsch staat: zoo'n dertig gulden weten los te zwejsen. Geld, dat
pe-ars, en ik kreeg mijn stuk zeep oogonblikkelijk. natuurlijk in alle vroolljkheid verteerd werdl
Alleen volgens deze methode trouwens, kin ik er De beeren beklaagden hadden vandaag bun ant-
in slagen Worcesfcer sauoe en oorned beef in ban- woord best klaar, vonden voor eiken spijker 'n gat
den te krijgen in den winkel' ,waar ik die dingen en werden bovendien nog door 'n advokaat (Mr; S. A.
koop. Ik neb de andere methode geprobeerd, maar Thomasz uit Hoorn) verdedigd, welk een en ander
zonaer éucces. allemaal echter niet kon verhinderen, dat tegen elk
Dit zou alles anders zijn, als de Engeischen hun der beschuldigden 10 maanden gev. werd gevorderd,
spelling wilden wijzigen. Nieuwe spellingen zijn er Zij staan allebei ongunstig bekend,
al genoeg gemaakt. Ze zien er natuurlijk vreemd De verdediger concludeerde tot lichtere straf,
uit, maar zouden waarschijnlijk dat vreemde ai Bekl. hadden nogal op zoon strafeisch tegen,
heel gauw verliezen, wanneer we eens een paar vooral van Zomeren speelde geweldig op, wilde geen
boeken (van de dikte van Davld Copperfield óf De fl,raf hebben, wilde op vrije voeten voor z'n werk, was
Kermis der IJdelheid) ér in hadden gelezen. Som- onschuldig, wilde voor die akelige boeren niet zit-
„Pakeenremenweesmetige'kl Pakeenremofwevallen-
dood!"
Ze suisden voort.
Percival gilde: „We hebbén geen rem noodig. Ik
kan er niet bij 1 We vliegen gewoon. Pas op uw bee-,
nen!" Hij had zijn pet venoren. Zijn haren fliad-"
derden in den wind. Zijn gezicht was vuurrood van
pleizier. Zijn heldere lacn rees hoog boven het
geratel' van allo onderdeelen der machine en van
de angstkreten van den gepijnigden dikzak uit.
Hij klemde zich aan het dikke middel' vóór hem
vast en gilde: „Ha, ha, ha. We vliegén we vliegen!
;Mr. Purdie nam nog een zestal hamerslagen tegen
beenen in ontvangst en riep angstig: „Ik ben
tnd. hoor je. Ik kan mets zien. Ik kan niet
sturen I",
»,0, de weg is recht!" brulde Percival. ,Pas op
daar komt een hoek!"
,»Hoe kan ik oppassen? Laat je beenen op den
grond sleepen!"
„Draai naar links!" schreeuwde Percival. „Ha
ha, ha, Draaien, Mr. Purdie, draaien!"
Mr. Purdie draaide uit al zijn macht, maar de
driewieler was hem de baas. „Pas op, pas op!"
n®P Percival nog. Toen draaide onder luide en
angstige kreten van Mr. Purdie, de machine de
in. plantte Mr. Purdie stevig in het midden
van de braamstruiken, smeet Percival' er bovenop.
,n hoi
ver h(
en va sproni
- ng met een flinke saltemortale over den grep-
at e de heg liep en viel boven op hen
Mr. Purdie's laatste wanhopige kreet sn^el sner-
er ee pend tusschen PeroivaPs lachsalvo's door; tien e>n
wei vreeselijk gekraak. Uit het struikgewas aan den
anderen kant van de heg, steeg met angstig vleu
gelgeklap een vlucht vinken op. verschrikt door
de wonderbaarlijke lawine, die bij hen was neer-
fekomen, toen klonk weer een schaterlach van
ércivaJi.
En uit de diepte vah de heg klonk een gesmoord:
„Wat een wonder, dat we niet dood zijn- Waar
ben je Percival?"
„Ik weet lieus'ch niet waar ik ben," antwoordde
Percival proestende van het lachen. „Mijn hoofd
ligt hier beneden, maar waar m'n beenen zijn weet
ik heeiemaai niet."
„Er ligt er een onder my, en doet me ellendig
veel pijn. Sta alsjeblieft op."
„Ik kan niet opstaan, Mr. Purdie. Ik sta wer
kelijk op mijn hoofd, begrijpt u?" lachte Percival.
„Ik begrijp er ..heelémaai niets van. Ik lig met
mijn gezicht bijna in iets dat vreeselijk stinkt, jk
denk bij een doode vogel' of zoo iets. Schei nou uit
met dat gelach en probeer op te staan, 't Is ax/n
ellendige stank."
„Ik moet zoo vreeselijk lachen. Zag u hoe wij ovei
den kop gingen?"
„Kom, beheersoh je een beetje. Neen ik zag na
tuurlijk niet hoe wij vielen." Na veel moeite en
inspanning komen Percivals hoofd, en schouders
met een schok naar boven; Mr. Purdie voelt, dat
het gewicht van ziijn leerling .en van den drie
wieler van hom wordt afgenomen, maar dan volgt
er weer een slag en, een gekraak en weer op
nieuw gillen van het lachen.
Gesmoord klinkt het uit de heg: „Wat is er nu
weer gebeurd?"
„Ik ben weer gevallen, maar nou aan den an
deren kant."
Uit de diepte klinkt het wanhopend: Percival',
Percival', stel' je toch niet aan als een klein land.
Trek me er uit!"
„Maar ik zit heeiemaai' vast in de fiets; zie zoo,
ik ben op."
„Toe. trek me dan. Ik word misselijk van dien
stank."
„Maar ik kan u nergens aan vastpakken!" roept
Percival, terwijl hij heen en weer sDringt. om het
enorme achterwerk, dat uit de heeg steekt. „Uw
broek zit zóó gespannen!"
En weer klinkt uit de diepte: „O.foei, o ioei,
rol me dan een beetje op zij."
Het reu zengevaarte wordt een eindje op zijde ge
schoven en en achteruitgehaald en richt zich lang
zaam. op: en eindelijk verrijst zwi.ar en gewichtig
de'dikke onderwijzer u'.t de struiken en strompelt!
een paar stappen onder gekreun en gesteun en Zakt
eenige tientallen meters van het1 badhuis vleide het
tweetal vrienden mei hond zich neer om te rusten
misschien om toe te zien naar het zwemmen der da
mes. Was dit eigenlijk al eene handeling die den
President aanleiding gaf om beklaagde weliswaar in
onberispelijk beschaafde termen (zooals we dat trou
wens bij de Magistratuur volkomen veilig weten te*
genóver zelfs den meest onsympathieken beklaagde
eene omsiandigheid, die zich natuurlijk ontleent
aan het hooge standpunt van beschaving, dat een
Magistraat als de President inneemt) maar dan
toch met beslistheid onder het oog te brengen, dat
het volstrekt niet van fijn gevoel getuigt, om, zelve
lid van 't Badhuis zijnde, zoo dicht bij aan den zee
dijk te gaan liggen met een vriend, als vier dames
gaan zwemmen, érger nog was het dat beklaagde
den hond, die in zee gegaan was, tot schrik van
enkele der dames, niet terugriep, zelfs niet, toen
daarom gevraagd werd en zelfs niet, toen de hond
een der dames in de kuit had gebeten. Beklaagde
grinnikte tijdens het vertoeven van den hond in zee.
Hoogstaand was het niet wat bekl. was ten laste ge-i
legd en schitterend was zij niet, de figuur, die hij
vandaag sloeg. Hij« geleek thans zelf wol wat op een
uit _'t water, wederkeerendhondje en 't was maar
matigjes dat hij heden zijne „waardigheid" kon op
houden. Vooral toen de getuige mej. Gezina Renet ta
Vijn uit Twisk, hare verklaring kwam doen, was
beklaagde verre in de minderheid.
Wij twijfelen niet, of het zal den Praesus een ge
noegen zijn geweest, deze getuige in verhoor te ne
men. Zij; was het type van de dame uit beschaafde
kringen, die zich met groot gemak, zonder eenige
aanstellerij, zonder heftigheid, wars van alle hate
lijkheid, maar met groote beslistheid en. zelfvertrou
wen, met juistheid en in bij' uitnemendheid gekozen
woorden wist uit te drukken, 't Was ons een genot
naar hare beschaafde, vloeiende taal te mogen luis
teren. En.... beklaagde kon t er 'n keertje mee
doenll....
De vier andere getuigen charge waren Leijda
Timmerman, de dochter van 'n Twisker winkelier,
mej. Catharina Boekei (Medemblik), mej. Trien
Krabbendam, huisvrouw Simon Flietstra (Medem^
blik) en mej. Neeltje Meereboer, vrouw: van den
bakker J. Rob (Medemblik); deze had niet mede-
gezwommen, terwijl Leijda Timmerman de dame
was, die door den hond gebeten was.
Vriend Rudolf werd k decharge gehoord en daar
na verkreeg de heer Officier het woord, die tegen
beklaagde van der Zee f 25 boete subs. 25 dagen
hechtenis eisohte.
De O.v.J. vorderde daarbij de vernietiging van Ifc
Kantonrechterlijk vonnis, dat vrijspraak inhield en
waarvan de Ambt. b. h.' Openb. 'Min. in hooger be
roep was gekomen, wat de behandeling thans hier
had veroorzaakt.
in elkaar aan den kant van den weg, met zijn voe
ten in den greppel, heeiemaai 'bevuild en met een
doodongelukkig gezicht.
„U moet niet denken, dat ik u uitlach, "zegt
i Percival. „Ik vind het zoo naar voor u. Maar u.
j hebt u geen pijn gedaan, he? Ik zal u wel met wat
bladeren schoonmaken."
I „Ik ben vreeselijk geschrokken. Laat me nog
I een paar minutetn met rust, alsjeblieft."
„Zit de vlieg nog in uw oog?"
„Ik weet met, waar die vlieg gebleven is."
„Uw broek is verschrikkelijk gescneurd.
i „Houd alsjeblieft je mond. Ik ben duizelig"'
I En hij blijft duizeiig tot zij eindelijk strompelend
I op weg naar huis gaan; de driewieler blijft achter,
i die kan later door een kar afgehaald worden. Als
zij boven op den heuvel' izijn gekomen en d,e helling
,j zien waarlangs zij hun onjieii' tegemoet zijn go-
sneid, hoort hij weer dat aanstekelijke lachen naast
zich, en wil1 zich een houding geven.
„ik vind, dat ik nogal' goed gestuurd heb, als je
bedenkt, dat ik niets kon zien."
I Percival is altijd edelmoedig: „Prachtig! Goede
hemel, ik heb pijn van 't lachen!"
„Ik was alleen maar bang voor jou, Percival."
„We vlogen. We vlogen gewoon!"
Mr. Purdie kijkt nog eens om naar de helling en
siddert bij het denkbeeld dat hij die is „afgevlot-
gen." „Heb je aldoor zoo gelachen, toen wij naar
beneden holden?"
I „Iedereen zou lachen als hij zóó naar beneden
gevlogen was."
Do dikke onderwijzer kent wel iemand, die dat
niet gedaan zou hebben. Die opmerking hindert
hem een beetje, maar hij vindt een troostend ant
woord: „Alleen stommerikken lachen als 2ij in
gevaar zijn."
„Maar ik wist niet, dat er gevaar was," zegt
Percival en Mr. Purdie kijkt hem eens onderzoekend
aan en weer .klinkt zijn schrille hooge lach.
3
O, heerlijke, heerlijke tijd! Daar waren ook nog
de bezoeken aan Mr. Hannaford die konden
alleen op een heelen vakantiedag gemaakt worden
j want ze moesten dan vroeg op weg. In de klei-
I ne, welvarende boerderij wachtte Percival altijd een
bijzonder hartelijke ontvangst.
Knallende slagen vin den stok tegen de beenen
duidden aan waar "Mr. Hannaford zich bevond:
en Percival was er dan zeker van Mr. Hannaford te
vinden, kijkend naar het afrijdon van een circais-
Poaju7e' of met belangstelling het werk van de
metselaars volgend, die aan heb bouwen waren
do nieuwe steenen stallen, die langzamerhand
de houten schuren begonnen te vervangen, waarbij
hy zyn belangstelling toonde door het uitbrullen
van bevelen, die bekrachtigd werden door buiten
gewoon luidruchtige beensl'agen.
Percival' stelde zich dan vierkant naast Mr. Han-
narord op in dezelfde houding, de beenen wijd uit
elkaar en het hoofd achterover, en volgde oplettend
alles wat er om hem heen gebeurde, totdat Mr.
Hannaford hem plotseling opmerkte en met een
stem, die door ae heele boerderij gehoord kon
worden, uitriep: „Kijk eens, daar heb je me hét
wonderkind, zoowaar als ik meer dan honderd
kilo weeg."
„Hoe lang sta je hier aizoo, baasje?"
Percival's gezicht straalt en hy\ legt zyn kleine
hand in de reusachtig groote vuist van Mr. Han
naford „Nog geen tien minuten. Mr. Hannafard.
Laat U my mijn gang maar gaan, ik vind het dol
om rond te kijken.
„En ik heb ook wat nieuws voor je om te zien,"
zegt Mr. Hannaford dan.
„Kom maar mee; is die kleine Lord ook by
„Nog niet terug," zegt Percival'.
„En hoe gaat het met u, Mr. Hannafoirid1?
Alles m orde?"
„Alles in orde. Kyk nn eens hier." en met
vreeselyke stokslagen tegen zijn been, staat Mr.
Hannaford stil' by een van de nieuwe stallen, en
wijd Percival naar iets nieuws, dat er sind9 zijn
laatste bezoek gekomen is. „Namen op 'de stal
deuren, begrijp je? Crocker op deze deur, en Mad-
dox op die daar. Ik heb aan het circus van Crocker
veel peerdjes verkocht, ik heb er flink aan ver
diend; de .onkosten er aï gerekend, dan de netto
winst genomen; daarvan een stal gebouwd en dien
Crocker genoemd. Precies het zelfde met Maddox
gedaanaandelen, bruto winst, zorgen, moeite,
tegenvallers berekend, netto winst berekend, stal
gebouwd en dien Maddox genoemd. Nou, hoe vindt
je zoo'n uitvinding?"
„Eenig, leuk. Mr. Hannaford" antwoordt Per
cival, „een éénig 1'etike uitvinding vind ik het. Nu
weet n altijd hoe of u het gedaan hebt is het
niet?"
„Ja, natuurlijk, dat is het juist! roept Mr: Han
naford verrukt. „Dat is juist mijn idee geweest."
Wórdt vervolgd.