Courant a°I fan allerlei uil de Men- schelijke samenleving. Langs eeuwenoude heirbanen. DE GELUKKIGE HELD '00,- "7rk*»fAan IVFpcarf- 1Q2fi. Zaterdag 13 Maart 1926. 69ste Jaargang. No. 7809. A0/, Tweede Blad. ■/in der grootmeesters van de oosten. rijksche muziek: joseph haydnj \Teencn is het muziekcentrum bij uitnemendheid, aar heeft Beethoven geleefd en gewerkt; daar jeft Schubert zijn meestentijds treurig leven door bracht; daar werd Mozart als wonderkind door oq aria Theresia ontdekt; daar zijn Zoovelen geboren n getogen, die later de wereld mét hun muzikaiie «enten hebben verrijkt en verrukt. Daar ook is net oogenblik Richard Strauss werkzaam; daar efde zijn voorneef de Walskonrng, vandaar stamt [ahler. het door Mengelberg aan de wereid ge' wn- j e nieuwe muzikale genie. Maar onder al die Wee- er en Oostenrijksche componisten is er een, die een leciaal karakter heeft, èn door zijn 1'evén, èn door j jn werkhet is de goede oude vader Haydn. [genaardig, dat de groote „men", wanneer deze oh Haydn voor oogen tracht te brengen, in den (gel niet aan den jongen, maar aan den ouden ïaydn denkt. Aan 'dien ouden Haydn, voor wiens lederige woning de Fransohen, toen zij ten eersten tale Weenen binnentrokken onder Napoleon, een jrewacht plaatsten. Deze Joeeph Haydn, 31 Maart 1732 te Rohrau Siboren, was de zoon van een armen, maar rijk iet kinderen gezegenden wagenmaker. Hij toonde jer jong. groote muzikale talenten, wier eerste ^wikkeling werd toevertrouwd aan Frankh, den i rector van de school te Haiihburg. Deze onderwees en knaap in de eerste beginselen van den Zang en 1 iet bespelen van enkele instrumenten; hoe dat ging, kunnen wij afleiden uit de eigen woorden van laydn: „Ik dank, den man nog in zijn graf er- yoor, dat liij mij zoo tot arbeiden heeft aangezet, al o j [reeg ik ook meer slaag dan eten." Van 1740 tot 1750 zien wij Haydn als koorknaap, verbonden aan do Stephanuskerk te Weenen. Toen hij in de jaren der stemwisseling kwam, was hij voor den dienst onbruikbaar en werd ontslagen; hij leerde toen moeilijke tijden kennen, en moest in zijn onderhoud 1 voorzien, door mee "te werken in orkesten en kerk- koren; ook door het geven van piano-ondeirieht. 1 5ijn voornaamste leerjaren bracht hij door bij den tijd door den beugel boaden; opdrachten vervul len, 'die in strijd waren met Zijn opvattingen van kunstenaarschap.Onwaardige en vernederende werk zaamheden werden echter Haydn door zijn „heer" niet opgelegd. Integendeel, zijn streven de kapel te verbeteren, en haar op steeds hooger peil 'te bren gen, werd door den vorst krachtig gesteund. Uit de bezetting van de symphonieën van Haydn is óp te maken, hoe de kapel van Esterhazy gaandeweg uit gebreid en daardoor yan beteekenis werd. Ook het werk van Haydn uit dien tijd kenmerkt zich door een steeds groeiende belangrijkheid; dit komt voor namelijk uit in zijn symphonieën en strijkkwartet ten. Omstreeks 1790 werd de kapel van Esterhazy ontbonden en Haydn gepensionneerd. Hij was nu vrij en zijn eigen meester, kon daardoor dc aan biedingen vap den violist Salomon aanvaarden, die hem voorstelde naar Londen te gaan, om ftaar expresselijk te componeeren symphonieën to di- rigeeren. Die reis naar Londen is in het leven van Haydn een belangrijke gebeurtenis; op een leeftijd, die aan anderen de rust van den ouderdom brengt, werd aan zijn talenten en geestesgaven een prikkel ge- gegoven, die ze tot hernieuwde kracht bracht. Die „Londensche" symphonieën behooren tot het beste wat Haydn geschreven heeft. Gedachten, instrumen tatie, vorm en inhoud, alles staat vergeleken met zijn vorige werken op hoogeren trap. Haydn werd te Londen zeer gewaardeerd: Hem werd alle moge lijke eer bewezen; hij kwam. .te gast bij de grooten der wereld en verdiende veel geld; eerst hier ging de eenvoudige man beseffen, wat hij waard was, hoe groot zijn beteekenis was. Nog een tweede maal is Haydn naar Engeland gereisd; naast vele andere eerbewijzen, werd hem. door de universiteit te Oxford het eere-doctoraat verleend. Teruggekeerd van zijn tweede Engelsche reis. schreef Haydn zijn „Schöpfung" (die op 29 April 1798 voor het eerst werd opgevoerd) en daarna nog „Die Jahreszeiten", welke Weenen op 25 April 1801 leerde kennen. De tekst van het eerstgenoemde werk is van Lindley, de vertaling in het Duitsch van Van Swieten, een. te Weenen wonend medicus van Neder- landsche afkomst. Het succes was enorm,, ook gelde lijk. Daarom zocht Van Swieten naar een tweeden tekst, dien hij vond Jn „The Seasons" (Die Jahres zeiten) van Thomson. Dit laatste werk overtrof de „Schöpfung" nog in jeugddge frischheid en kracht van uitdrukking. In de laatste jaren van zijn leven kwelde Haydn de zwakte van den ouderdom, maar zijn oude dag was vrij van zorgen. De reizen naar Engeland had- lerocmden Italiaanschen zangmeester" Porpora. Terwijl hij, door liet bijwonen van de lessen van Porpora, een 'grondige kennis van de menschelijke (tem en haar behandeling verwierf, bestudeerde hij n zijn vrije uren met ijver, de theoretische werken ran Fux, Matthcson en Ph. Em. Baoh. Hoe tovre- hij zich gevoelde in die bescheiden levensomstandig- ieden. blijkt uitlijn verklaring: „Als ik op mijn 'U. dakkamertje, voor mijn door wormen opgegeten :lavier zat. benijdde ik geen koning om zijn gel__. HS^Een benoeming tot leider der muziek bij den graaf lorzin. verbreedde zijn werkkring en verruimde ijn blik; de eerste strijkkwartetten en de eerste rmphonie dateeren» uit dien tijd. In 1761 komt nydn in de veel' belangrijker betrekking van ka- iêlmeester bij den graaf Esterhazy. die een privé- apel van niet alledaagsche hoedanigheid er op na Zulke liefhebberijen kwamen meer voor bij den 'ermogendenOostenrijkschen adel, en het nut, dat leze instellingen voor de kunst hebben afgeworpen, nogen wij gerust hoog aanslaan. Ook de man, die lan het hoofd geroepen werd, kou er danig van irofi toeren voor zijn ontwikkeling als kunstenaar n het algemeen en als musicus m het bijzonder, ïij had immers het recht dagelijks met zijn orkest i kunnen werken; leerde grondig alle instrumen- n in hun karakter en eigenschappen kennen: deed ondervinding op aangaande de mogelijkheid van verschillende instrumentale combinaties'; kon zijn composities hooren, dadelijk, nadat hij ze op pa pier had gebracht, en zoodoende de werking van zijn muzikale gedachten aan het oor toetsen; be woog zich voortdurend in de praktijk van het diri- geeren. kreeg daardoor en zeer groote routine en leerde zijn taak volledig beheer-schen. Maar achter, die zoo .lichte voorzijde, lag een ■Édonker-beschaduwde keerzij! De dienstbetrekking ^^tot zulk een buasi-grootheér was niet altijd, aange naam; meestal moest de kunstenaar naai' zijjn pijpen 12 dansen, crifcisdhe opmerkingen hooren, die met al ig den hem zooveel opgebracht, dat hij' van dat geld, gevoegd bij het pensioen, dat gTaaf Esterhazy hem schonk, in zijn eigenhüis een genoeglijken ,'onbezorg- den levensavond kon genieten. Trouwens, onbezorgdheid, nsief-kinderlijke, en on bevangen vroolijkheid waren steeds zijn beste eigen schappen; zelfs de Xantippe, die hij ter kwader ure tot zijn echtgenoote had gekozen, was niet in staat zijn goed humeur duurzaam te Verstoren. Hij' vond daarbij steun in een kinderlijk-godsdienstig, geloof; zelf verklaart hij: „Nooit was ik zoo vroom, als toen ik aan mijn „Schöpfung" werkte; dagelijks viel ik op mijn knieën, en bad God, dat hij' mij kracht sou geven het werk gelukkig te voltooien." Dien aard, die soort van vroomheid weerspiegelt ook zijn kerk muziek. i Be naïviteit,, hei humoristische het schertsende, dat zijn muziek ten deele (niet altijd!) kenmerkt, is oorzaak dat velen in Haydn zien een goedig oud heertje, dat knusse muziek wist te schrijven; van daar de fatale bijnaam „Papa Haydn". Wie hem al leen van dien kant beschouwt, kent hem slecht en waardeert zijn muziek slechts ten .halve. Diepgevoelig, ernstig, smartelijk zelfs kan Haydn, schrijven, zoo goed als de andere groote meesters; dat bewijst menig adagio uit strijkkwartet of sympho- nie; en van tijd tot tijd gaat het in de doorwerking van zijn allegro's ja zelfs van zijn menuetten zóó toe, dat men eer denkt aan fonkelende oogen om der gefronste wenkbrauwen dan aan bloemzoete glimlachjes. Haydn is, als componist, buitengemeen vruchtbaar geweest; daarin evenaart hij vele andlere groote meesters Veel is bekend; veel ook niet! („Wan neer wij' zeggen, dat van zijn 125 symphonieën, slechts 15 a 20 geregeld worden gespeeld, zullen wij niet ver van de waarheid zijn, de overige zijn en blijven on bekend... Het is waar, dat daaronder ook behooren de zoogenaamde .ddvertimenti", maar ook daarbij zijn enkele nog zeker het spelen waard. "De 175 stuk ken voor bariton (een verouderd, en 'in onbruik ge raakt strijkinstrument, het lievelingsspeeltuig van vorst Esterhazy^ zal men wel nooit te hooren krijgen" Het pleit ontegenzeggelijk voor de groote beteek^ nis, die er te allen tijde van Haydn is uitgegaan, dat zijn muziek nog programma-muziek is van de beste soort. Meermalen weten de nakomelingen den kun stenaar beter te eeren dan door de tijdgenooten ge schiedde. Van Haydn kan dit niet in alle opzichten, maar .toch wel grootendeels gezegd worden. „Men kan er Haydn, die zoo innerlijk vql levensvreugde is gebleven, tot aan het einde van zijn leven toe, slechts te meer om waardeeren. 'teensl eiken morgen Toen ik gisteren ochtend wakker werd, deed ik, zooals ik als jongen ook steeds op een dag aan een tocht gewijd, gedaan had, sprong uit bed en keek naar het weer. Storm eu regen van den vorigen dag hadden plaats gemaakt voor een praohtigen, strak- blauwen ItaEiaanschen hemel, maar een koude wind blies» mij in het gezicht. De „Tramontane", do koude wind varr over <le bergen, deed zich weer eens in Rome voelen. Over het algemeen denkt men in de wereld veel te gunstig over het klimaat van Italië in het algemeen en yan Rome in het bijzonder. We denken altijd aan: „das Land, wo die Citro- nen blühen" en toen ik dan ook, - nadat ik hier een paar dagen was, begon met een flinke verkoudheid, mopperde ik tegen Goethe, zijn WilhelmMeister, lieve Mignon en al! het „Ges'öhwarm" met Italië. Hoe langer 'ik hier eenter ben, hoe meer kom ik in Goethe's schuitje en 'begin ik van Italië en vooral van Rome te houden. Ik b$n tot de conohisie gekomen, dat men als toerist een geheel verkeerden indruk van Rome krügt. Ik ben hier een paar 'jaar geleden als toerist geweest, heb in een minimum van tijd een maxi mum van dingen gezien enwas teleurgesteld. Ik begrijp dat nu best: Rome moet men heel! lang zaam zien, zich .vootraT niet te veel vermoeien, eiken dag zich aan een bepaald bezoek wijden, dan neemt men alles In zddh pp en geniet er van, dadelijk en later. Gisteren ochtend was ik "bijzonder verheugd om goed weer te kunnen constateeren, want toen ik naar bed ging, woedde een storm en duidde alles op regen. Nu het mooi weer was, kon onze tocht door gaan, wel' zagen wij met het oog op den kouden wind tegen 'de open Char a bancs op, maar ziet, toen wij tegen negen uur aan de verzamelplaats* het plein voor de S. Trinita del' Monte, kwamen, stonden daar tlvee dichte auto's. De organisateur van onzen tocht, Dj. Hoogewerff (1) van het Ne- derlandsch Historisch Instituut, had aan alles ge dacht en oogstte dan ook dadelijk de dankbaarheid zijner acht toohtgenoöten: Holïandsche dames en heeren. Even later rolden onze wagens over de Monte Pincio, daalden naar de Piazza del' Popoio af jen reden de Porta del! 'Popula door de Via Flami- nia op. 'si en 'oon- door A. S. M. HTJTCHINSON. HOOFDSTUK VII. Het huis in Londen verhuurd en het kasteel' voor goed betrokken. 1. Binnen korten tijd werd die wensoh vervuld. Het 'huis jn Mountstreet werd verhuurd en het [kasteel voor goed betrokken. Het begon met een bezoek, dat Lady Burdon, zeer uit haar humeur, aflegde bij Mr. Pemberton op het kantoor. De verhouding tusschen Lady Bur don en den kleinen ouden zaakwaarnemer was totaal veranderd sinds hun eerste ontmoeting op Alillers Field. Mr. Pemberton, die langzamerhand alle zaken aan zijn zoon overliet, behalve die van zijn dierbaar Burdon, was er al' lang achter, dat het vermoeden, dat bij zijn eerste bezoek zijn gunstigen mdruk van Lady Burdon verstoord had, gegrond was geweest. Hij kende nu de macht, die zfy over haar toegefel'ijken echtgenoot uitoefende: hij had er zich bij neergelegd na een zwakke poging tot verzet. dat het beheer van het goed m haar handen was. Hij had de gevolgen voorzien *an de koppigheid yan een vrouw, die uit haar evenwicht was 'gebracht door het plotseling erven van zulk een goed: de vruchten er van waren nu geplukt en daarom wilde hij de Burdon zaken Zelf blijven behecren. Hij kon de gedachte niet verdragen deze aan zijn zoon over te geven en hem met een fronsirig van wenkbrauwen te hooren zeggen: JVader, ik heb de boeken doorgezien, maar de stand van za ken is nog al leelijkik begrijp niet Die gedachte kon hij niet verdragen. Vandaag, toen Lady Burdon, ontstemd en wantrouwend op het kantoor kwam, was de verhouding gespannen. 'm weet het, ik weet hot," zei Mr. Pemberton. .Maar Lady Burdon, U moet de mogelijkheid on eer oogen zien in deze omstandigheden de drin- genue noodzakelijkheid, dat al keurt Lord Burdon tot in de kleinste bijzonderheden g >ed. wat U nx>- üig vindt om uit te geven of niet uit te geven Even later, nadat wij de renbaan en het Stadion rechts van ons hadden laten liggen, passeerden wij een kleinkerkhof met een marmeren beeld, van San Stefano; Vroeger, zelfs twintig jaar geleden, lag dit plekje nog midden in een landelijke omge ving, maar thans, tengevolge van de snelle uitbrei ding der stad, doet het vreemd aan, zooals het daar ligt, als wil het om verontschuldiging vragen, dat het nog bestaat. Daar komt de Ponte Miivio, een brug, die reeds Weeduizend jaar geleden de reizigers naar en van Rome over de Tiber geleidde. Een mooie brug, maai- niet meer geschikt voor het moderne verkeer met eleotriisohe trams en auto's. Halt, daar staan we: opstopping. Een muilezel kan de zware stee- nenkar niet uit de rail krijgen en staat dwars over den weg en stremt alr het verkeer. Omstanders helpen een handje, de gewillige ezel trekt, daar is de baan vrij, en tuffen wij verder, slaan by een splitsing van den weg Ti-nks af, de Via Marcia op. Even later, juist bij net graf van Nero, schiet de Vrind uit en waait de helft van onze motorkap de straat op. We stoppen en bekijken even den steen klomp en de .inscriptie. Het zonderlinge is, dat Nero hier heelemaaf niet begraven is. Nero werd begraven op de huidige Piazza delf Popoio, onder een grooten vijgenboom. Later spookte het daar, en reizigers, die 's avonds laat naar Rome kwamen, deden ij sein ke verhalen, tot eindelijk in 1099 Paus Gregorius Vil begreep, dat bandieten het lieten spoken op deze eenzame plek, waarmede de naam van Nero verbonden was, den vijgenboom deed om kappen en op de plaats zelve een kerk stichtte, de huidige S. Maria del Fopolo. Daar hij tevens een klooster aan de kerk verbond, was net spoedig met spoken gedaan, daar zorgden de broeders wel voor, de roovers hadden in de buurt der gees telijke heeren niet veel kans. We rijden verder, langs den ouden heirbaan der Romeinen en zien van tijd tot .tijd tusschen de heu vels vierkante torens. Het .zijn signaaltorens uit de Middeleeuwen. Vanaf de zee tot aan Rome waren deze torens gebouwd, teneinde in het geval, dat een vijand uit zee naderde, overdag door rook, 's, nachts door vlammen het gevaarsein door te geven. Het landschap waar wij doorreden, is niet mooi, de bodem zeer droog en vulcanisoh, was dun be volkt. Interessant was het, om te zien, dat men door en langs oudö kraters reed en fraai was wel' het vergezicht op de met sneeuw bedekte Abbruzzen Onze auto gaf steeds afwisseling. Eerst vloog weer de helft van de motorkap er af, later ook nog de tweede .helft, zoodat het zaakje ten slotte met touw bevestigd moest worden. Dc luchtpomp op den benzinetank raakte lrek en toen alles weer marcheerde, gaf de chauffeur Zelf nog .eens af wisseling, idoor Zijn pet te laten afwaaien. Na een poos kwam hij met zijn pet Terug en beduidde ik hem, den stormband te gebruiken, hetgeen hij wel deed, maar met tegenzin. De andere auto, die voor ons uitgereden was, is tot twee keer toe terug gekeerd .om ons te zoeken, wel een bewijs, dat wij veel .tijd verloren hadden door al die aardigheden. Wii lieten ons echter niet uit ons goede humeur brengen, door zulke kleinigheden en al t 1 naderden wij een curieuse, bevestingde sti oude Nepi. Hier in Nepi boerSdhion vroeger dë Borj hadden niet alleen de stad versterkt, doch den een burcht, waarin volgens de overlevering, Lucretia Borgia gewoond heeft. Het was ons niet om de vesting of om dit vervallen kasteel van Alexander VI te doen, maar om een paar antieke fresoo's en om de crypt on der de oude Domkerk. De fresoo's vielen tegen, die waren te veel! over schilderd „en wel door onartistieke Heden, de crypt daarentegen was Steel' 'fraaier en'interessanter dan wij .vermoeden konden. Men had hier te doen met een bouwwerk uit den Karolingischen tijd,_ grootsch, trotsoh en rijk opgezet. Ik zal hier niet in details treden, want daartoe ben ik niet bevoegd. Laat ik U echter meenemen bij onze wandeling door het stadje naar het kerkje, waar zich de hierboven genoemde fresco's in een oude onaanzienlijke crypt bevonden. Vlak bij het kerkje speelden kinderen, een klein ding van vijf jaar, trok mijn aandacht door een schortje, waarop geborduurd Was: Cer- netfci P. Ik vond! het zoo'n klein schat je, dat ik haar Cernetti noemde en grapjes maakte. De leuke donkere oogjes lachten en er kwamen kuiltjes in de bruine wangen, die overigens behalve bruin een gezonden rozen tint hadden. De kinderen lie- Cons overal nu, niet hinderlijk, maar dol in schik met die vreemdelingen, die alles bekeken en druk praatten en soms heel aandachtig luister den naar 'n meneer, die vertelde. Wij hoorden Zelfs zeggen, dat wij een school waren, waarop wij Dt. Hoogewerff plaagden met Zijn 'vele oudere leer lingen, behalve dan de enkele jongeren. Toen wij later een vrouwtje, die ons voortgeholpen had, wat wilden geven, antwoordde Zij: geef liöver wat aan de kinderen, maar ook die weigerden. Och, och, en dan ons Marken en Voléndam, ons JElburg of Hui zen. We praatten nog wat met de kinderen, die ons uit Zich zelf vertelden ,dat zij op school gin gen, in welke klas zij zaten en wie zusjes, broer tjes. neefjes en nichtjes waren.» Wat een lier, vrien delijk volk. We zochten onze auto's orp, dachten aan de ongereptheid der streek, waar geen spoor of tram den stedelijken invloed' gebracht heert, toen opeens de idylle verstoord werd door een modern monument, waarop een dertigtal' hamen van ge sneuvelden! Zulk een klein plaatsje én tooh nog zooveel oorlógsslaohtoffers. Wanneer zal men nu eens eindelijk vrede in de wereld krijgen? Zullen nu die aardige kinderen ook weer moeten strijden of lijden door een oorlóg, waarvan zij niets be grijpen? De auto's brachten ons langs het 15e eeuwsobe stadhuis, daalden den berg af en voerden t ons, na van den grooten heirbaan afgeslagen te zijn, door ten voordeelë van de eigendommen, hij niet lan ger aocoord zal' kunnen gaan met de gang van zar ken en er op aan zal' dringen, dat er aan het uitgeven een einde wordt gemaakt. Ik heb hen* herhaaldelijk geschreven. Maar dc antwoorden zijn steeds van u Ze opende, even haar lippen om iets te zeggen, maar hij begreep hoe haar antwoord zou zijn en hij ging haastig voort: „Ik weet het wel'. Lord Burdon neert ons beiden gezegd, dat hij een hekel' heeft aan zaken en dat hij n graag uw gang- laat gaag. Dat kan ook, Lady Burdon. Dat is met ons punt van verschil. Ik vraag echter, in hoeverre mag Lord Burdon toegeven aan dien afkeer om zich met de zaken te bemoeien? Hoe lang mogen wij hem in onwetendheid l'aten? Ik vind, dat dit niet langer zoo blijven mag. Daarom ben ik van pla,n oen be zoek te brengen.^ Ik doe "dit, omdat ik geloof, dat Lord Burdon's invloed, als hij den toestand be grijpt, u tot rede zal brengen, terwijl mijn beweeg redenen u slechts boos maken" Hij wees op de pa pieren, die op de tafel' verspreid lagen. „U ziet den toestand. Ik zeg u nog eens met al den ernst, waarover ik beschikken kan, dat de krach even "dicht bij is, als ik nu naast u zat. Ik zeg u dat deze niet te vermijden is, als niet voor een i gen tijd enkele jaren het huis in Mount Street wordt opgeofferd. Het Zal' dadelijk verhuurd Zijn voor een korte termijn. En dit zal afdoend helpen. Het zal U veel uitgaven besparen, die u nu als noodzakelijk beschouwt." Plotseling- barstte zü uit: „Het zou hier nooit toe gekomen znin0 als al' aat geld niet uitgegeven was voor die afwatering op Burdon. Dat is uw schuld geweest ,van y, en Mr. Maxwell. Ik zeg u nog eens, ik was verbaasd, hoogst verbaasd, toen ik het hoor de.' „Ik breng u in herinnering, Lady Burdon, dat toen ik er met u over wilde spreken, u mij ver- zocht hebt er u niet mee lastig te vallen. Ik was er dikwijls over begonnen en dien keer hebt u gezegd dat u het geheel aan ons overliet aan Maxwell en mij-" „Ik zal' het contract verbreken, het werk is nog niet begonnen. U moet maar zien dat u er afkomt. Kalm zei hij: „Dat hangt van u af natuurlijk.'? Hij hield op en toen ze niets zei, ging hij voort: ,,U Zult toch geen proces .willen beginnen, dat u toch zult verliezen. Maar ik zeg u, onze firma, kan niet betrokken zijn in een proces tegen het huis. dat wo geslachten lang gediend hebben." Hij ging zachter voort, meer tegen zichzelf dan tegen haar: „Neen, dat nooit.w Hij keek haar aan en zei vriendelijker: „U moet aan uw zoon denken, Lady Burdon,aan de toe komst. Dit irrigatiewerk is een dringende eisch voor het goed, het land schreeuwt er om. Als u het huis in 'Londen voor een paar jaar opgeeft, zal uw zoon reden hebben om u dankbaar te zijn alh hij zoover is, dat hij den titel' overneemt. Als u er toe besluit j> Ze stond haastig op: „Ik moet weg." Mr Pemberton wolgde haar strompelend naar beneden om haar naar het rijtuig te Brengen. Ei- blies een scherpe wind. De koetsier reed op en neer. De palfrenier wachtte in dé gang, een plaid over den arm Hij liep haastig de straat op en wenkte den koetsier. Lady Burdon sloeg het jij tuig g-ade, ze stampte met haar voet op den grond en fronsde ongeduldig haar wenkbrauwen. Een groot stuk rose papier werd Jangs het trottoir geblazen telkens eeu luchtsprong makend op een belachelijke ma nier, telkens kopjebui telend .als een geboren duike laar. „Koud," zei Mr. Pemberton, terwijl hij zich. de handen wreef, „erg koud." Ze gaf geen antwoord. Ze was veel te boos. Ze voelde zich van alle kanten bedreigd, en vond het vreeseljjk, om het Jeven .in de stad te moeten op geven. Ze kwam in opstand tegen Mr. Pemberton, omdat hij zoo gehecht was aan haar mans familie; hij had haar bel'eedigd door de manier, waarop liij haar bedreiging óm. het contraot te verbreken had opgenomen, en door zijn wijzen op Rolïo had hij haar nog meer geprikkeld. Het vliegende stuk .pa pier, een bulletin van een courant, bleef op een paar meter afstand liggen. Het was eindelijk tot rust en de hoeken van het papier spreidden zich uit zooals een uitgeputte de armen. Het rijtuig reed voor. Met een voet op de trede, Zei ze: „U hoeft Lord Burdon niet te bezoeken voor ik u schrijf om den dag af te spreken." Mr. Pemberton gaf ten antwoord: „Ik wacht uw brief af, Lady Bur don." Ze zette zich op de bank .en trok haar bont om zich heen. Het was een trillend oud mannetje, dat bleef staan, gerimpeld, gebogen, zijn enkele witte haren wuivend op den wind. „Het nuis Bur don is mjj dierbaar," ging hij voort. „U moet toch gol'ooven, dat ik werkelijk handel in uw belang", cn zo gaf den palfrenier, die zich. omgekeerd had op den bok, een wenk en het rijtiiig reed voort. Het rose papier kwam weer in beweging, en buitelde weer met een belachelijk air van uitputting. „On geluk in het Hoogerhuis" las ze nog even. 2. Lady Burdon reed regelrecht naar huis, om daar te hooren, dat zij betrokken was-bij het „Ongeluk in het Hoogerhuis", waarvan het rose papier al dui kelend door de straten gesproken had. Toen het rijtuig stilhield, kwam een dienstbode haastig de stoep af en begon: „De baron"het meisje hijgde naar adem „do baron is ziek geworden in net Hoogerhuis; is uit de bank gevallen een flauwte en is thuisgebracht in het rijtuig van Lord 'CoT- wyn en toen naar boven gedragen en altijd nog bewusteloos, of de dokter is er." Lady Burdon trachtte^ al die verwarde zinnen te begrijpen. Onbewegelijk staarde ze het meisje aan. Bewusteloos of Ze wierp de plaid terug en vloog uit het rij tuig. Een courantenjongen bonsde bijna tegen haar aan en ze moest even op zij gaan om hem langs te la.ten. Haar oog viel op het rose pa.pier met'de woorden: Ongeluk in 'het Hoogerhuis. O God! Dat ongeluk was hier. Ze ging haastig de stoep op en de trap naai* boven. Bij de deur van Lord Burdon's kamer, kwam het oftneil' haar tege moet als een levend wezen, zoodat ze een stap achteruit deinsde en den knop niet om durfde draaien. Bewusteloos, of Ze hield haar hand tegen haar borst, haar arm hart bonsde. Ze had een visioen, dat hij dood naar boven was gedragem En ze zag plot seling voor zich. hoe moe hij er uit gezien had na de lunch en ze herinnerde zich, hoe ze gezegd had: „Je ziet er wel elegant uit zooals je daar ligt. Ga naar het Hoogerhuis. Daar kan je ook wel' slapen." En zo hoorde zijn antwoord: „Ik ga al', kind." Daar slapen? Had Ze hem er toe aangezet om daar te sterven? Bewusteloos of - Ze kwam de kamer binnen. Een man in een ge- kleede jas stond bij de. toilettafel. Ze staarde langs hem neen naar het bed. Ze bracht haar hand naar haar keel en met moeite zei zé: „Man- rits." De man keerde ziclh om en begon tegen haar te spreken. Zc vloog langs hem heen naar het bed, nam Lord Burdon's hand en drukte die tegen haar wang Z,o barstte in snikken uit, de tranen vielen op do hand, die zij omklemd hield. Op den drempel had Zij de oogen geopend gezien, een spoor van een glimlach van vaarwel op het bleeke vermoeide gelaat: Hij leefde! Dat was voldoende. Voor net oogenblik in haar eerste wanhoop wenschte zij niets

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1926 | | pagina 5