AlititSD Niim- Aiieittitit- hLultnvUU Dinsdag 23 Maart 1926. 6&at,e Jaargang. No. 7814. Uitgevers i N.V. v.h. TRAPMAN Co., Sckagen. Eerste Blad. NA 25 JAAK. Binnenlandsch Nieuws. Feuilleton. DE GELUKKIGE ÜELD )it blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder- ag on Zaterdag. DIJ inzonding tot 's morgens 8 uur, worden Advor- luiiöu nog zooveel rnogulljk in het ooiutuitlcomend nummer geplaatst. POSTREKENING No. 233UÓ. INT. TELEP. no. 20. Prijs per 8 maandon f 1.05. Losso nummers 8 cont. ADVEDTEN- TïóN van 1 tot 5 rogols f 1.10, iodoro rogel moor 20 cont (bowij.^w, inbogropon). Grooto lettors worden naar plaatsruimte borekond. D1X NUMMER BESTAAT ÜXT TWEE BLADEN Het was 17 Maart jl. vijf en twintig Jaar geleden dat do Vrijzinnig-Democratische Bond is opgericht, Zaterdag is te Amsterdam die herdenkingsdatum feestelijk herdacht en wie hij zulk een feit over de po litiek in den lande denkt, komt er allicht toe, een blik achterwaarts te werpen. Het was niet voor hun genoegen dat de democrati- Bc'ne mannen van vrijzinnigen huize op den 17den Maart het besluit namen een nieuwe politieke partij' op te richten, velen van hen verlieten me; een zwaar hart de Liberale Unie, in welke partij1 zij hadden ge werkt en gestreden. De nieuwe partij werd niet uit den grond gestampt of van bovenaf gemaakt. Tal van vrijzinnigen hadden reeds lang verlangd naar eene organisatie van hen, die. met behoud van het vrijzinnig beginsel en de vrij zinnige tradities, wilden werken aan de doordringing van de landspdlitieke we cn de democratische idee. Democraten van vrijzinnige huize waren het, die van de sociaal-democratie met haar dogma's niet wilden weten, maar wie hot gezelschap der conservatdjeven onder de Liberalen te benauwend werd. Er bleef hun niets anders over, dan hunne afzonderlijke plaats in bot partijleven te gaan innemen. Aan de aarzeling kwam een eind, toen de Liberale Unie weigerde de urgentie van het algemeen kiesrecht re erkennen. 1 Nu waren er reeds meer dan vijftig jaren voorbijr gegaan, sinds Thorbecke de komst van het'algemeen kiesrecht had aangekondigd 1 In het begin van de twintigste eeuw kon men dan ook gevoegelijk del al of niet) geneigdheid fot onmiddellijke invoering van.' hot algemeene kiesrecht Iden maatstaf noemen voor de democratie van. een politiek man. Toen de meerder heid van de Liberale Unie daartoe niet bereid bleek, was de breuk onvermijdelijk geworden en trokken de democraten uit de moederpartij weg, om den eigen koers te volgen. Vijf en twintig jaren van vrijzinnig-democratisch jbeleid liggen nu achter ons en men vraagt zich af of ook de praktijk den stichters van den Vrijzinnig-De- mocratischen Bond gelijk heeft gegeven of de stich ting van een eigen organisatie ook door de resultaten is gerechtvaardigd. Wij! zullen zien, dat dit ongetwijfeld het geval is. En dit ofschoon de omstandigheden voor de vrijzin nig-democraten bij herhaling en voor termijnen van jaren lang ongunstig ware». Reeds de eerste verkiezing na de afscheiding van den V.D. Bond bracht een sterke rechtsche meerder heid in de Kamer. Het Kuyper-regime van 19011905 was een 'aanslag op de vrijheden, die het Liberalisme voorgoed in. het bezit van ons volk achtte en dwong den vrijzinnig-democraten zich ,zij 'het dan inj los verband, 'bij de oude vrienden te voegen, uitsluitend ter verdediging van de rechten, die ,'ons wel in de Grondwet waren gewaarborgd, maar die nu in gevaar verkeerden Zoo zag de stembus van 1905 ons met de Liberale Unie vereenigd optrekken; van bet propageeren van onze eigen denkbeelden kon niet veel' komen. Als goede vrijzinnig-democraten begrepen wij, dat de de mocratie in hooge mate zou worden geschaad, indien i de vrijzinnige indeeën, die den grondslag vormen van ons Staatsbeleid, werden belaagd, en wij haclden dus samen met de andere vrijzinnigen, allereerst op de bres te staan voor de liberale ideeën. In schier even sterke mate was dit het geval in 1913, toen wij met de Liberale Unie en de vrije Libe ralen een concentratie vormden om het opnieuw te voorschijn getreden clericale gevaar gemeenschappe lijk te bestrijden. Zoowel in deperiode van 1905 als in, die van 1913 waren wiji verplicht, de opgetreden regeeringen te ontzien en dit bemoeilijkte ons in de vervulling van- onze taak. Desondanks is er mede onder onzen aandrang en onder onzen invloed in deze vijf en twintig jaar heel wat tot stand gekomen, wat wij in ons program van 1901 als wenschelijk hadden vooropgesteld. Allereerst noemen wij het algemeen kiesrecht, dat wij als 'vrij zinnig-democraten, natuurlijk niet alleen hebben kunnen veroveren, maar dat nu nog een vrome wensch zou zijn, als wij er niet voor hadden gepro pageerd en de burgerlijke groepen voor de inwilli ging. van dezen eisch van politieke rechtvaardigheid niet ontvankelijk hadden gemaakt. In nog hoogere mate geldt dit voor het "vrouwen kiesrecht. De onzen zijn de eenige consequente voor vechters tfbor dit recht geweest, dat voor ons een der eerste uitvloeisels is van ons program Van den dag van de oprichting van onzen Bond af, hebben wij' voor toekenning van het Kiesrecht aan de vrouw ge streden en de abnormale toegeeflijkheid van de conser vatieven in '1918 heeft het ons tenslotte in den schoot geworpen. Aan de foutieve pariijVgroepeering moge te wijten zijn dat de doorvoering van democratische eischen ten zeerste wordt bemoeilijkt, ons voortdurend aan dringen op een plaatsje in de zon voor de minder bedeelden in onze gemeenschap, heeft ertoe 'bijgedra gen, dat zelfs de conservatieve, rechtsche regeeringen zijn doorgegaan., met de sociale wetgeving. Is ook de politiek der Liberalen, voor zoover die gericht.is op het behoud en het "verkrijgen van po litieke rechten, de onze gebleven, nadat wij ons van de Liberalen,'hadden afgescheiden, wij hebben leeren ir.zien, dat de Liberale politiek inzake het lager, on derwijs, geen rekening hield met wat de meerder heid van ons volk verlangt. Wij' hebben gestreden voor een pacificatie op dit terrein, die dank zij de ijver en bekwaamheid van onzen onvergetel ijken Bos, gedurende de regeerings-periode-Cort v. d. Lin den is bereikt. Dat de wijze van uitvoering van de onderwijs-wet waarin de pacificatie is neergelegd, verbetering behoeft, doet aan het bereikte succes niet af. Onder onze program-punten nam de democratisee- ring van het instrument der landsverdediging van meet af een belangrijke plaats in. Zijn de niet-demo- cratische elementen te dien aanzien nog sterker con servatief dan in andere vraagstukken, ook het leger- problëem ontwikkelt zich in onze richting. Het be roeps-militairisme is belangrijk verzwakt, de burger- militie neemt in het leger een steeds grootere plaats in. En nu het voor Nederland practisch niet meer mogelijk is, zich tegen'een machtigen vijand te ver dedigen, tengevolge van de ontwikkeling van het oorlogstuig nu hebben wij onze evolutie in dit vraag stuk voortgezet en het einde gebracht door te ver langen, dat het militaire leger zal verdwijnen en plaats maken voor een politie-macht. Zooals de aanvaarding van het algemeen kiesrecht voor vijf en twintig jaar toetssteen was voor de de mocratie, zoo is het thans de nationale ontwapening die den democraat onderscheidt vam dien man van het behoud En zooals wij het moge uit diit korte apercu blij ken in de voorbij gegane vijf en twmtig jaren een belangrijk deel van onze programpunten hebben ziien verwezenlijkt, zoo zullen, naar wij. hopen, en geloo- ven, de komende vijf en twintig jaar ons vele goede zaken brengen, die wij voor het volk van Nederland verlangen en die wij' dus in onze programma's heb ben neergelegd. Dat de nationale ontwapening daartoe zal behoo- ren, het lijdt voor ons geen twijfel. Wij: zullen er en ons volk en de andere volkeren een weldaad mee hebben gedaan. NOORDSCHARWOUDE. Marktoverzioht. Ook deze week was bet aan markt en laadplaats weer een enorme drukte. De drukte was meer geljjkmaofg dan de vorige week. Toen waren er enkele dagen, dat de aanvoer om streeks 60 wagons, nu was de grootste dag-aan voer 50 wagons en toch was de weekverzen'ding nog gTooter. Vooral voor de Deensohe witte was nu de stemming weer bijzonder opgewekt. Ondanks den grooten aanvoer bleek deze tooh niet te staan in verhouding tot de aanvraag; althans we becijferden het aantal' verzonden wagons weer ongeveer 75 meer dan het aantal dat aangevoerd werd. Er gaat deze dagen zeer veel' goed weg, doch dat "is wel' goed ook, want het uithoudings vermogen wordt met den dag minder. Was de kool' reeds in den aanvang minder sterk dan het vorig jaar, de veelal zachte winterdagen hebben er nog aardig wat kwaad aan gedaan. De grootste aan voer blijft dan ook vfcrreweg doorschot en dit zal wel' 'tot het einde zoo blijven. Er zijn slechts enkele tuinders die zich er over kunnen verheugen sterke kool' te hebben. Die de meest' zwakke kool hadden zijn reëels vrijwel1 los. We ontmoeten nu reeds tuinders, die niets meer hebben .of bezig zijn hun laatste partij te veilen. Vooral1 in Oudkarspel schijnt de voorraad niet groot meer te zijn. De aanvoer van roode kool was iets 'minder dan de vorige week. De prijzen bleven met een kleine afwisseling de geheel© week vrij gelijk.* In het midden van de week liepen de prijzen eren terug, doch de beide laatste dagen werd het weer beter. De prüzen die Dinsdag vanaf 'f 3.7010.30 liepen, waren Donderdag tot f 3.709.30 gedaald, doch Za terdag weer van f 3.60f10 opgelbopen. Hoewel de prijzen goed zijn, kan van de roode niet gezegd worden, dat de markt hiervoor zeer levendig was. UIVELBANK ALKMAAR ZITDAG SCHAGEN CAFÉdeBEURS 2 4:t)OHOE^DAc#d De aanvoer hiervan schijnt in verhouding tot de behoefte meer dan voldoende te zijn. Van de door schot was de hoogste noteering deze week f 9.50 en van de beste werden enkele partijtjes verkocht voor f 10.10 en f 10.30., Zaterdag wasde hoogste markt van de doorschot f 8.80 en van de beste 10 gulden. De gele kool is ondanks cm. grooterurs aanvoer, flink in prijs gestegen. De aanvoer was .ongeveer een derde grooter dan d© vorige week en de prijs, die Maandag vrij gelijk was aan den Zaterdag daar voor, liep zoodanig op, dat de hoogste noteering Zaterdag jl. f 1.40 hoogor was. De besten noteer den Maandag f 4.208.10 en Zaterdag f 5.60 f 9.50. De doorschot die Maandag verkocht werd tusschen f 3.60 enf 7.20, noteerde Zaterdag 5.50. tot f 8.80. De kleinere soorten stonden iets lager dan die van de roode, doch de groote soorten no teerden .ongeveer een gulden meer. De Deensohe witte doen het nog het meest goed van alle. De aanvoer was precies éven groot als de vorige week en de prijzen, die ook toen reeds ed waren, zijn nog met f L50 tot 2.50 opge- pen. De prijzen stonden den vorigen Zaterdag genoteerd op f 5.109.10 en dezen Zaterdag f. 6.60 tot 11.60; de doorschot respectievelijk f4.408.30 en f6.30—9. Hieruit blijkt weli, dat de grootste prijsverhooging zelfs voor de doorschot geweest is, de soort waarvan de aanvoer verreweg net grootst is. Den geheel'en winter stond' de Deensche witte kool' in prijs ver beneden die der roode. Deze week voor het eerst kwamen ze er flink bovenuit. Dit is wel iets bijzonders. Het gebeurt zoo goed als nooit. Ook is nog nooit zooveel van deze koolsoort naar Amerika gegaan als dit jaar. Steeds komen "uit dit werelddeel groote bestellingen bin nenben het blijkt dan ook wel' uit de prijzen, dat dit afzetgebied een groote steun voor ons "kool* lland ia. Anders is het met de roode. Het afzetgebied daar voor is altijd Duitschl'and geweest. We! is de afzet daarheen grooter dan in den voorwin ter en wordt er nog af wat in eigen land afgezet, dooh deze •afzet is niet van dien aard, dat het een levendigen handel tengevolge heeft. De uien-aanvoer was een derde grooter dan de vorige week, wat meer za.1' komen door do steeds minder wordende kwaliteit dan wei door den prijs. De prijzen worden steeds lager. Maandag waren Ze reeds lager dan Zaterdag daarvoor en daarna zijn ze bijna dagelijks nog lager geworden. Maan dag was de noteering nog f 5.206.30, doch Zater dag tft'eehts f 45.80. jDe drielingen noteerden door eengenomen een tikje hooger dan de vorige week. Ze werden steeds tusschen f 6.90 en 7.40 ver kocht. Nep wérd slechts eenmaal' aangevoerd1 en bracht f 7.60 op. 35. door A. S. M. HUTCHINSON. „Tusschen de lui van Stingö en die van Maddox „Ja," zei Japhra, Maddox is de groote man te genwoordig. Hij huurt de plaatsen op de kermis sen vóór dat het seizoen begint; en ae troep 'van, Stingo, die moet nemen wat hij hun geeft, die krijgt de slechtste plaatsen. Hij zit ze altijd in den weg. Maar op een gopdon dag zal' het er wel op los gaan, en dan zullen er stokslagen vallen en menigeen een bloedigen kop halen, zooals het in 1S60 ook gebeurde tusschen de rondreizende trde- pen. Ik was daar toen ook bij en ik heb nog de lidteekens op mijn kop. Als het er op llos gaat, hoop jk weer van d.e partij: te zijn/ „ik zou daii bij je willen zijn, Japhra." Japlira glimlachte fijntjes. „Dat is sport voor maimen zoo'n gevecht on een kamp, stokslagen en bebloede koppen. Je zoudt mee kunnen helpen, dat zweer ik je oor de eerste maal' viel Ima in de rede; haastig zei ze: „Schaam u, vader. Dat is niets voor hem, zoo'n vechtpartij tusschen die ruwe kerels." Maar Ze zweeg dadelijk weer; en gaf zelfs geen antwoord:, toen Percivai' haar plaagde met haar gunstig oordeel over hem; Japnra gaf hem een kmpoogjo. „Ik weet wel iemand, die graag met - - wie dat naam - SHI hem bij gebleven. Hij is een goede bokser- geworden, hij is verschillende keeren dezen winter uitgekomen ln de eerste klasse matches en dezen zomer erg gewild op de kermissen. Maddox mag hem graag. Hij geeft hem een eigen tent en hij trekt een massa, nienschen; en dat verdient hij ook. Maar de bijnaam ÏVos" is hem bijgebleven, die past goed bij hem. ly -heeft er het land over, en is niet vergeten Aan wien hij dien te danken heef't." Percivai' lachte. „Nu als .hij zoo'n beroemd man M geworden moest ik er eigenlijk trotsch 'op zijn. dat ik er voor gezorgd heb. dat hii mij niet vergeet, t.„zou. het tooh van hem winnen. Ik heb dikwijls op hem gelet." We«r viel Ima liem in de rede. „Waarom zegt u toch Zulke dingen," zei ze tegen haar vador. „Per civai1 is niet iemand voor Zoo iets, voor boksen en voor boksers." Maar nu liet Percivai zich niet op die manier beoordeelen zonder te antwoorden. „Kom, Ima, dat is nn al' de tweede maal, dat je zoo iets zegt. Je denkt, geloof ik, dat ik een juffershondje ben." Hij zeide het alsof hij een grapje wilde maken, maar er klonk tooh, ongeduld in zijn stem. De voor vallen van dien dag hadden hem nu juist niet in de stemming gebracht om te verdragen, dat iemand zijn kracht in twijfel trok. Zij bemerkte het dadelijk. Toen zij antwoordde, had 'haar stem een vriendel'ijken klank alsof zij wilde toonen, dat zij begreep hem gekwetst te heb ben ,en er vergeving voor vroeg. „Neen, maar je bent niet iemand voor die ruwe manieren"en toen iaohte hij tevreden gesteld. „Maar dat heb je vroeger toch nooit gevonden. Je bent veranderd Ima, je bent een boel' veranderd, sinds ik je het laatst zag."^ „En geen wonder ook, viel Japhra in. „Iemand die studeert en boeken leest, zooals zij dezen winter gedaan heeft." Dat vond Percivai1 al heel1 vreemd. „Werkelijk Ima, ben je les gaan nemen?" vroeg hij en hij zag hoe zij bloosde bij die vrü&g. „Ik kan me je niet voorstellén aan het lessen leeren!" „Diegenen, die mij geleerd hebben ook niet," antwoordde zijtoen na een oogenblik stilte, ver volgde zij met haar lieve stem „en toch heb ik geleerd, en ik wilr nog meer leeren." „Wat wilr je leeren?" vroeg Percivai1. Wat was zij vreemd, vreemd aantrekkelijk en vreemd verwarrend. En zij, ging door met spreken, Zacht, als sprak zij voor zichzelf, niet om gehoord to worden: „Ik leerde om op een stool te Zitten," zei ze, „om behoorlijk aan tafel te zitten; om schoe nen te dragen en kousen, naar de kerk te gaan en tot God in denHemel te zingen; behoorlijk te praten, zooals gewone menscheen praten: om in een bed te slapen; een höed en stijve kl'eeren te dragen, in huis te blijven alls het regent ,en wanneer de .sterren aan den hemel' staan; aie dingen heb ik ge leerd." PereivaT had 'bijna gelachen, maar haar ernst hie'd hem terug. „Niets voor jou, Ima! Maar waar- deedt je 't?" Zii antwoordde met op zijn vraag. Zn g ïmlachte vriendelijk tegen hem en ging op dezelfde manier dr>r>r,,Ik leerde ook uit boekon; cijfers en sommen maken; aardrijkskunde, over borgen, kapen en Haaien on over wat menschenhanden maken; hoe ik mijn pen moet houden als ik schrijf; om netjes te nrafe.u. u +e zeggen inpl'aats van jü en ie. dat'was het moeilijkst voor mij, maar ik moet hot leeren." Er was iets overtuigends in haar stem toen~$ij herhaalde: „Ik moet leeren". Percivai1 keek Japhra hulpeloos aan. „Waarom doet zij dat ales, Japnra?" „Vrouwengrillen," zei Japhra met een fijn lachje. „Wie kan die begrijpen?" Ima maakte een bewer ging van ongeduld, maar hij ging voort: ,/tWasheel toevallig, en ik was blij ook, dat zij eens in gezel schap van een vrouw was, en in goed gezelschap ook. In Norfolk, waar wij> den heelen wmter over bleven, was een dokter, dien ik in mijn jeugd ge kend heb. Wij voeren tweemaal samen op een vee boot; hij had ook de onrust te pakken toen hij jong was. Nu zag 'ik hem terug; hij 'was dik geworden en deftig- maar hij was mij niet ver geten pf onverschillig geworden. Hij bracht zijn vrouw mee naar den woonwagen, en zij voelde zich dadelijk ..tot Ima aangetrokken; ze vond tia-ar een mooi wild kind. dat opgevoed^ moest worden. Zii nam Ima dus mee bij zich in huis en heeft haar alles geleerd, wat ze je> verteld "heeft. Dit is de oorzaak: wat de reden is en waarvoor het dient, ik zei het je al1, „vrouwengrillen" en hij glimlachte weer. Ima stond plotseling op. Het maal' was ge ëindigd en ze zette de oorden in eikaar; hiermeide sneed ze alle verdere vragen van Percivai af. Hij vroeg inplaats daarvan of hii haar kon helpen met de oorden te wasschen, maar zij antwóordde beslist: „Neen, dat is vrouwenwerk. Blijf maar rustig bij vader zitten en houdt maar t samen een mannenpraat1'e." Terwijl' ze zich omdraaide om weg te gaan, keerde zij zich tot haar vador met dezelfde opmerlung, die zii straks gemaakt had: „Maar niet. over boksen en al 'die andere ruwe dingen, Vader/" HOOFDSTUK V. Japhra's l'essen. 1. van de heel'e troep Percivai' was stil'! „Ik wilde dat ik met je mee kon gaan," zeide hü. „En je gaat morgen zog je? morgen?" „Morgen vroeg." „HèPercivai' gebruikte een krasse uitdruk king alsof de gevoelens, die in hem omgingen tot ui tin L1_VT- "1_ heb- kans H| Japlira stak zijn pijn aan. „Laten we nu eens spreken over je moeilijkheden," zeide hij. Door zijn stem en beweging trachtte nij zijn ver trouwen te wekken. Percivai stond in het donker en keek naar het licht van de pijp, dat zijn gezicht bescheen. Hij verlangde er na het Japhra. te vertel len, hij vond het moeilijk, het kwam er stootend uit. s Na een poosje zei 'hij: „Moeilijk om het "te zeggen!" „Hoe het te dragen? Dat is de maatstaf vam verdriet.. „Het is niet te dragen!" „Vertel het dan maar." „Er is maar weinig te vertellen. Dat is het juist! Dat is'het juist zoo weinig en zoo veeL Een man moet iets van zijn. leven maken, Japhra." „Ja, dat moet hij, anders gebruikt het leven hèm breekt hem." „Ja, juist! dat zal' met mij* ook zoo gaan. Tk ben een man Ze denken van niet daar zit hem de kneepTJij raakte op zijn gemak en kwam op dreef om zijn gevoelens onder woorden te brengen. Hij ging verder: „Kijk Japhra, zoo is het..." ien hij vertelde hoe hij steeds minder energiek werd, en' Tante Maggie altijd zei bij elke poging om aan t. werk te gaan, dat hij wachten moest en hij eindigde zooal's hij begonnen was. „Een man moet iets maken van zii n léven, Japhra." hij keek in de duisternis naar _Ja/- Japhra nam weer het woord, toen zij weg was. „Boksen is mijn beroep," zei Japhra, zijn pijp stoppend.. „He ga dezen zomer weer boksen. Ik ben kort bij kas, en die oude ^Pe'gïim heeft zijn rust verdiend; een ander moet zijn werk overnemen. We kunnen een- ander paard koopern als jk weer geld verdien." „Wanneer ga je?" vroeg' Percivai. „Morgen. Ik zal het circus te D>rrhester vinden Mijn iongens wachten me. G'ngcr Crank je weet wel' 'Ginger? en de witte Sneeuwbal een uit stekende! Stingo zoekt noq1 een ander voor me. Een goeden jongen moet ik hebben, als ik maar aan geld kan komen, wa-nt de Vos Pinsent komt zoo dapper voor den dag, dat is de groote kracht Hij zweeg HUr phra, een beetje beschaamd, dat zijn gevoelens iets geprikkelds aan zijn stem gaven. ITii zweeg, een stilte volgde, terwijl1 hij wachtte op antwoord. De duisternis was gevallen. De nacht kondigde zich reeds aan en toekende zich af tegen de ramen, waarachter Ima het licht had aangesto ken. Bij het moeras hoorde men zacht de vogels kwee- Ten, op een afstand riep de koekoek zoo luid, dat de dommelige vogels nog niet ter 4 ruste konden gaan. In de dennen zong een zanglijster zijn. lied; soms hield .hij op, en Mn dén nacht klonken de kreten van de geitenmelker, telkens opnieuw. Oude Pelgrim graasde. s Woedt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1926 | | pagina 1