AUcneti Hitm- DE TOON een goede Piano. Fa. YPMA, DE GELUKKIGE HELD Woensdag 7 April 1926. .Iiuirjrnng. No. 7822 UitgeversN.V. v.li. TRAPMAN Co., Scltageu, Eerste Blad. Ingezonden Stukken. Feuilleton. Binnenlandsch Nieuws. Dit lilttil verschijnt viermaal por wook: Dinsdag, Woensdag, Dondor- kag en Zaterdag. BIJ Inzonding tot motsen* 8 uur, wordon Adror- fontióu nog zoovool mogelijk ii. kot ooretuitkoinend numtiior gopluutst. POSTRGKKNING No. 23330. INT. TELEP. no. 20. Prijs per 3 maandon f 1.65. Loaso nummora 0 cent. AD VERTEN- TI6N van 1 tot 5 rogols fl.10, iodoro rogol moor EO cont (bowijj ^o, inbogropon). Grooto lottoro wordoia naar plaatornlmto borokond. DIT HUIOSXX BESTAA* UI* KWBB BLABBM Breezand, 31 Maart 1920. Mijnheer de Red., vergun mij nogmaals een plaats en in uw blad, bij voorbaat mijn dank. Ik had wol gedacht, dat er op mijn schrijven in uw blad van 27 dezer jl. altijd wel één zou wezen die flaarop zou antwoorden. [Maar dan had ik verwacht van iemand die met leze zaak goed op de hoogte schijnt te zijn, zijn laara er onder durfde te zetten, maar niet zooals J. M., A. P. het doet, want dat is zich met een ak bemoeien en het niet willen weten. Kom, wees ien kerel (of vrouw) en antwoordt mij hierop en on- ierteeken het met uw naam. U vertelt ten eerste dat Dr. Olree zegt dat het kind geschikt is om in 'n wagentje naar school gebracht te worden; dat heeft Dr. Olree niet gezegd tegen ai] niet en ook tegen mijn schoonouders niet. Want dat in den herfst van 1925 de vrouw van A. Kossen te Breezand er over sprak, met den dokter over een Wagentje om dan naar den burgemeester te gaan om te vragen, of zij met een !f£t daarvoor mocht loo- pen, was de dokter er tegen. Dan hadden wij niet eens een wagentje noodig gehad van het Witte Kruis. Wilt u dan eerst eens even gaan informeeren, waar de vriendi(in). schrijft, dat op voorstel van den Burgemeester het Witte iKruis een wagentje wil geven. Nu, dat heb ik toch bekend. Maar als u nu weet wanneer die vergadering is geweest en u weet dan uit mijn schrij ven in dit blad wanneer of ik het adres gericht heb, dan zal u tot die ontdekking komen, dat ik eerst mijn adres gericht heb en dat toen de vergadering kwam van het Witte Kruis. Dus mijn adres, wat ik ge richt heb aan den Raad is eerst al onder den dek mantel behandeld op eene vergadering van het Witte Kruis, voordat het in den Raad kwam. Had ik h»* geweten, dat het daar zou worden behandeld, dan was ik wel aanwezig geweest. Verder zegt gij, dat ik Tonduit zeg, dat dé gemeen te voor het kind moet zorgen. Nee, waarde vriend(in) de dokter was er voor en de burgemeester had ik tegen. Dus wat moest ik anders doen dan een adres rfokten r.an <Jen Raad om te kijken of ik de meer derheid er voor kan krijgen? Misschien had u een anderen uitweg geweten, maar ik ben van voren af begonnen, eerst bij den Raad en dan verderop. Dan schrijft gij over een huisvrouw, huishoudster, trouwlustig, enz. Maar als gij (J. K., M., A. P.) soms een man bent, en gij zat van het laatst van Dec. alleen, dat gij alles moet doen (ook een hoop door armoede) en geen hulp kan krijgen, wat dan? Ik heb 4 kinderen, maar over die anderen schrijft U ook niets. Als gij soms hulp voor mij in huis weet, die met dat kind naar school wil en het een liefde rijke verzorging zal geven, stuur ze dan naar mij toe, dan ga ik mijn kindertjes weer bij mij halen, dan hoeft dat kind niet weg. dan was ik met het wagentje van het Witte Kruis klaar. Dan over de hulp van mijn schoonzusje. Die ben ik zeer dankbaar voor haar hulp, want dat kan u nog vinden in de Schager Courant van 7 Nov. jl., en aan haar vinger. Maar er kan evengoed verandering van een ande ren aard plaats hebben, al weten zU dat in de buurt niet. Het volgende kan ik niet begrijpen. U praat van aan den weg timmeren, wat u daarmee bedoelt weet ik niet, want ik timmer niet aan den weg. (wel heb ik aan den weg geschilderd). U bestrijdt het mij, dat Kuiken niet in de reden is gevallen, dus dat hij geen nieuwen durf meer noodig had. Was u dan soms ook aanwezig op die vergadering? Van de 14 personen kan ik uw naam met maken. Als u er aanwezig was geweest,.dan zal u het wel heter weten en anders bent u ook ver keerd ingelicht. Dan over het laatste geval gaat uw vlieger- in het geheel niet op. Ik ben beleedlgd dat ik geen vader hart heb. Dat heb ik laten zien door dat, wat ik ge daan heb; dat kan u aan een iedereen na vragen, ook aan mijn familie. Had u misschien ook meer moed gehad, dat u dat stukje met uw naam had on derteekend, dan hadden wij kunnen praten. Maar nu u het zoo doet. als buitenstaander en je bemoeit met zaken die je niet aan gaan, en waar je niets van weet, is dat brutaal. Want dan had u zich ook eens met mij in verbinding moeten stellen. Nu vriend(in) J. K., M.. A. P., over het anderen wat ik geschreven heb, 27 Maart, en waarop u geen aanmerking hebt, is zeker goed, of kondet gij niets meer tegen mij Inbrengen Nu vriend(ln) J. K., M. (Anna Paulowna) lk ihoop dat gij het er mee doen kan. Moeht gij meer weten, antwoordt mij dan. U, mijnheer-de Red., dankend voor de plaatsruimte, Uw abonné, J. SCHDUTE, Breezand. I Wij beschouwen deze kwestie, voor zoover het ons blad betreft, als afgedaan. De Red. VAN RIJ S WIJK'S S0HOENHANDEL. SCHOENMAKERIJ. RUIME KEUZE IN ALLE SOORTEN. MOOIE, EENVOUDIGE SCHOENEN VOOR BIJZONDER LAGE PRIJZEN. kanten de polder en het water van de Mient en bin nenwater. Doch dat binnen water was zoo gauw mo gelijk weg, maar het groote water was, zooals ik u schreef, zoo groot en ik betaal ook hiervoor en zou ook zoo graag zeggen: ik heb geen last, wat naar mijn oordeel niets meer dan recht is; of houdt u al leen van uw recht? Zouden er dan niet meer men- schen bij gebaat zijn, als er een lager peil was? En nu mijnheer Groen, hoop ik .op lager bemaling. i Dankend voor de plaatsing, mijnheer de Redacteur, C. TUINMAN. Lutjewinkel. 2, 4, *26. Mijnheer, mak ik nog een klein plaatsje In uw blad verzoeken? Ik moet wel lachen als ik een klein ant woord zie in de courant van 27 Mrt., tot mij gericht, als heer. 't Is of er geen vrouwen zijn, die last van het water krijgen, als het zoo overvloedig hoog wordt opgemalen-en ik begrijp niet waarom ik in mijn ge dachte daarop heb geschreven. Maar ik lig met mijn land in 5 pojders en als ik een van mijn huurders ontmoette, vroeg ik hoe zij het met het water had den. Dan zeide de een goed, de peppels open houden. Uit- een anderen polder vroeg ik er een en die zei: wij hebben geen last van water. Uit een derden pol der, Waar ze aan de hoofdsloot waren uit te slóten, sprak ik een bestuurslid en vroeg, hoe het met dien natten tijd met het water bij hen ging. Heel goed, daar wordt voor gezorgd. De laatste heb ik niet ge sproken—maar bij mij was het tijdelijk aan beide moet de muxiek voort brengen en gedurende een mensehenleven mooi en goed blijven bij In onze Toonzaal te Alkmaar laten wij U 30 uitgezochte instrumenten hooren. Het verplicht U niet. Wij geven vakkundige voor- lichting. sinds 1842 te Alkmaar. 43. door A. 5. M. HUTCHINSON. de handen samen, hoeren, tot een hartgrondig1 ap plaus 1 Toen de ronde was afgeïoopen, ging Japhra haar punt voor punt na. Of ze zaten, liepen, of aten, steeds gaf hij raad, deelde mede van zijn kennis, zijn ondervinding. Hij werd nooit moede anderen te leeren en het kwam Peroival ten goede. Zoo pdag het voort en het eindigde met een merk w&apEge demonstratie-ronde, waarin de Zi- geunej Japhra, met als tegenstander „Mijnheer Per- civa. vertoonde, hoe die oude Prij.sboksers boksten. En dan weer terug naar het platform! Defileeren om de tent te vullen, en daarop vechten tot de laat ste bezoeker dien avond de kermis verlaten heeft en de schorre doodmoede werkers eindelijk kunnen gaan rusten. Een hard leven, een onrustig leven, een goed levenPercival ging voort met zich te oefenen, in het begin was net boksen, gevolgd door het vermoeiende werk van het opzetten en afbreken van do tent hem zwaar gevallen. Met pijnlijke ledema ten was hij in zijn bed neergevallen als hij einde lijk rusten kon en het zachte kussen had zelfs fzrijn vel geschrijnd, dat zes a zeven uur L-ng door vuis ten bewerkt was geworden. Maar hij hield vol Na een paar weken 'tui melde hij vermoeid in zijn bed, maar hij had jgeen piin meer. Hij voelde niets dan de gezonde heer lijke moeheid van zijn spieren en zijn ontspannen zenuwen. Hij was vroeg op, gezond en veerkrach tig. Glimlachend sprong hij ae Ring binnen voor een laatste demonstratie-ronde met Hen ouden Ja- pra of voor een bokspartii met Ginger Cronk of met den „witten Sneeuwbal". Je hoort tot het echte vechterstype had de wijze Japhra j'aren geleden tegen hem gezegd, en deze ronden met den ouden man waren telkens opnieuw een les in behendigheid voor hem. Als ze naast elkaar hun beurt zaten af te wach ten, waarschuwde Japhra hem waar hij op te letten had. en terwijl' zij boksten, riep hij: „Let op. Goed, i goed! Niet krachtig genoeg, Op vlugheid komt het aan! Zoo vlug achter elkaar als je kunt. Die hoek- slag maakt, dat je geheel onbeschermd staat." Plot- seling gaf Japhra met de linkerhand Percival /e&n stoot in den onbesohermden maagstreek en Percival legde het af. En Ginger Cronk riep tegen de toeschouwers: Met dien laatsten behendigen stoot, heeren, sloeg dq Zigeuner Japhra den jeugdigen Digg-n en ver wierf den kampioen-gordel' in Los Angelos. Slaat Toen brak er een dag aan. dat Japhra na (eed demonstratie-ronde zei: „Het moet wat langzamer gaan. Ik heb jullie kracht en beherfdigheid gelieerd, maar het moet wat kalmer gaan, anders zien de menschen niet, datgene wat ik hun eigenlijk toonen wil." De leden van de troep waren Percival gaan be schouwen als een, die Zijn vuisten wist te. gebrui ken. Die meening zou versterkt worden door een voorval met den Vos Pinsent. Van al de mede werkers van het Koninklijk Circus Maddox, van het Wilde-Beestenspel en de andere tenten, was de Vos Pinsent de eenige, die verachtelijk zijn lip op: trok ais de anderen Percival welkom heetten. Hij had een oude veete tegen hem, zooal's Japhra zei. en hij liet geen gelegenheid voorbijgaan om dat te toonen Het feit dat Mijnheer Percival" goed op weg was zijn mededinger te worden, ontstemde hem. De steeds slechter wordende verstandhouding tus- schen de twee partijen de Maddox's en de Stin- go's gaven hem de gelegenheid zijn woede te koelen. Op een dag kwam Peroival' woedend bij Japhra. „Die Pinsent is een vreeselijke kerell Het wordt te bar. Nu heeft hij rond yerteld, dat ik me te veel heer vind om met een Maddoxman te loopen en dat hij mij zelf heeft hooren zeggen, dat ik niet met Stingo mee wou gaan om Brood te koopen, omdat ik bang was, dat fatsoenlijke 'menschen me in zijn geze.schap Zouden zien." Japlira Zag hoe boos hij was. „Laat hem maar praten." „Ik ben niet bang voor hem." „Ik ben ook niet bang voor adders, maar ik vermijd het toch om Ze in den weg te lbopen." Op een dag echter zou Peroival het pad van den adder kruisen. Egbert Hunt liep een emmer om, waarin een van Pinsents negerboksers zich waschte De man gebruikte eerst zijn vuisten, toen zijn se' oenen en takelde den armen Hunt geweldig f.^e Fe -ivo."' ®riht den aanvaller op. en diende hem de straf toe, die hij vond, dat hij verdiende. Toen DIRKSHORN. In plaats van den heer G. Bregman, die door ver trek uit de gemeente, heeft bedomet, ls de beer C Bakker Sr. door de verschillende besturen benoemd tot bode van „Door ons, voor ons" van „Het Witte Kruis" en van de Wijkverpleging in de gemeente Harenkarspel. DIRKSHORN. In de vergadering van stemgerechtigde Ingelan den van den polder Schagerwaard, gehouden op Za terdag jl.„ is met groote meerderheid van stemmen tot Dijkgraaf gekozen de heer G. Kuiper Wz. De te genwoordige Dijkgraaf, de heer P. Raap, heeft tegen begin Juni als zoodanig bedankt wegens vertrek. Hij zal alsdan de functie juist 30 jaren vervuld hebben, steeds tot groote tevredenheid der Ingelanden, welke tot uiting kwam door het met algemeene stemmen genomen besluit, den scheidenden dijkgraaf een aan denken aan te bieden, als blijk van waardeering voor de vele aan den polder bewezen flensten. ANNA PAULOWNA. Zondag 4 April, lsten Pa&schdag, gaf de zangver- eeniging „Zanglust", dirigent de beer B. de Vries, een concert in de groote tent van „Veerburg", die tot in de uiterste hoeken gevuld was. Nu is ten platten lande voor muziek- ep zanguitvoeringen, jammer genoeg, van een overgroote belangstelling nog altoos geen sprake, al meenen wij dat tn dezen gelukkig toch veel vooruitgang te bespeuren valt. De enorme opkomst ditmaal zal dan ook wol grooten- deels te danken zijn geweest aan het feit, dat „Zang- lust" zich de medewerking van een zoo populair man als den heer Clinge Doorenbos had weten te verzeke ren. De vereeniging zelf zal zich trouwens beusch de illusie niet hebben gemaakt, dat al die menschen louter voor baar waren opgekomen, Dit heeft haar nochtans niet weerhouden, om een flink deel van het programma voor haar rekening te nemen. Im mers, zij gaf niet minder dan 8 nummers (4 v66r en 4 na de pauze) en heeft die heel mooi gezongen. Daar tusschen gaf de heer Clinge Doorenbas, die hier vroeger al eens voor het Nut was opgetreden, een zevental zijner levensliedjes, op de piano bege leid, door mej. Brugman. Hij bad ook nu weer vooral met de gezellige, humoristische causerie waar mee de pointe van ieder liedje werd voorbereid, een geweldig lachsucces, 't Werd dan ook algemeen jam mer gevonden, dat zijn optreden van zoo korten duur was. Zang en voordrachten, alles tezamen geno men, is het dus een heel mooie avond geweest. OUD KARSPEL. De tooneelvereeniging „Jong Leven" gaf Zondag avond een goed geslaagde uitvoering in het lokaal \an den heer Vis. Opgevoerd werden „Zwoegers", een tooneelspel in twee bedrijven, wat betrekking heeft op de propa ganda voor ouderdomspensioen en „Ze krijgen el kaar", een kluchtspel in één bedrijf. Er is zeer aar dig gespeeld en de kolfbaan was bijna geheel met bezoekers gevuld. NOORDSCTIARWOUDE. Maandagavondgaf de zang7ereenlging „Cröscexfc- do", dirigent de heer W. Hespe, eene zanguitvoering in Concordia. We kennen „Crescendo" voldoende om te weten, dat het groot aantal bezoekers weer een schitterenden avond gehad heeft. Voor variatie trad op de heer H. Nolles, Hof-artist té 'sGraven- bage, als humoristisch spreker en goochelaar Het geheel was een genotvollen avond. NIEUWE NIEDORP. Eersten Paaechavond werd alhier in „de Prins Maurits" eene openbare uitvoering gegeven door de Schager Tooneelvereeniging „V.V.V.", die ter veav tolking had gekozen de comedie: „De Spaak in 't Wiel", van Jo van Ammers-Küller. We hebben met veel genoegen naar dit optreden gezien en geluis terd. 't Is een mooi geschreven stuk, dat door deze tooneelclub werd gerepresenteerd. 'En de dames en heeren opvoerenden hebben voorbeeldig werk gele verd met een rolvastheid, die menige club hen kan benijden. En wat heel prettig aandeed, was de om standigheid, dat allen flink in de rol waren en vlot spel leverden, een der wegen, die er toe leiden, om te komen tot een geheel, zoo uitmuntend als hier is verkregen. De Schager tooneelisten hebben groot en welverdiend succes behaald. De heeren Diepenbroek en Kos zorgden voor keu rige viool- en pianomuziek en een gezellig bal hel sloot den welgeslaagden avond. j WIERINGERWAAHD. Den tweeden Paaschdag hadden we als gasten de Schager Orkestvereeniging, onder directie van den heer Hovenier, die een uitvoering gaf in de zaal van den heer A. Schouten. Jammer was het, dat, ondanks het aanvangsuur reeds een kwartiertje was voorbij gegaan, toch maar zoo weinig belangfStellenden wa ren verschenen. Want de thuisblijvers hadden groot ongelijk en het gebodene werd werkelijk op loffelijke en alleszins prijzenswaardige wijze ten gehoore ge bracht. Het nummer Grönland Suite van Emil Juel- Frederiksen, oogstte een welverdiend applaus. Het zou ons evenwel te ver voeren, als we elk nummer afzonderlijk gingen beoordeelen. Laten we dus vol staan met de algemeene opmerking, dat er schitte rend werk is geleverd door de S.O.V., tevens er de wensch aan toevoegend, dat het geringe bezoek op dezen Paasch-Maandag niet de oorzaak wordt, dat de S.O.V. zich niet weer bij ons laat hooren. Wij roe pen haar van harte „tot weerziens I" toe. HARENKARSPELu De leerlingen P. N. de Vries en K. Manneveld Pa alhier, van de Ainbachtsschool te Alkmaar, zijn bei den overgegaan van de le naar de 2e klasse. kwam de Vos Pinsent op hem af: „Ik hoor, dat je de hand hebt opgeheven tegen een van mijn mannen." „Ja, tegen een ruziezoeker," zei Peroival. „Je hebt je hand uitgestoken naar een van mijn mannen." „Dat zal' ik weer doen, als hij er aanleiding toe geeft." De Vos Pinsent kwam nader met opeengeperste lippen en half toegeknepen oogen. „Pas op, heerschap, de twist van mijn mannen is de' mijne. Pas op wat je doet!" Percival keek om of hij p.aats genoeg had. „Laat dat maar aan mij over. Ik verdraag niet. dat mijn vrienden worden afgeranseld.'' „Ik geloof, dat je zelf groote kans loopt om een pak ransel te krijgen. En dan zal dat mooie gezicht van je er de bloedige sporen van dragen." Percival zette zijn rechter voet achteruit en keek nog eens achter zich. „Kom op, Pinsent!" De Vos Pinsent zag deze beweging. Hij hief zijn linkervuist omhoog, toen liet hij hem weer Zakken en wendde zich af met een sdham peren lach: „Ik vecht met met jongens, die ransel ik eenvoudig af. „Je weet anders waar je me vinden kunt," zei Percival. 3. Op deze wijze oefende hij zich zoowel gees- teTijK aL lichamelijk voor het narde onrustige goede leven. Hoe meer hij Japhra leerde kennen, des *te grooter werd zijn kijk op het leven. Hij had een maal de nederlaag geleden in den strijd met zich- zelf en dat nog wel' op den zelfden avond, toen Japhra hem gezegd had, hoe die strijd gevoerd i moest worden; hij oefende zich om niet opnieuw i te falen als de Groote Strijd zou komen. „Wat is er nu weer?" placht Japhra te vragen, als hij somber voor zich uit zat te star-en, „afe je maar inziet, hoe onbeduidend je tobberijen zijn, dan gaan ze van zelf over. Denk alleen aan datgene wat niet vergaat! Niet de monsch en niet het werk van den raensch blijven bestaan, alleen het jonge groen, dat verwelkt en verdort, maar elke lente weder keert; alleen de Zwarte aarde, die ie vandaag ne derig draagt om je morgen te bedekken; alleen do heuvels daar in de verte, die den wind het hoofd r'ecl'm. Alleen de zee. die altijd wisselt en toch t---is el "Zelfde blijft: alleen de wind. die lang5; •rz" s" p"n sttijkt. die sneelt met d'en m-Ven. dB daar staat om dien morgen omver te werpen en gras te laten groeien op de plek waar hij stond. Denk aan dat alles, als je somber gestemd bent: al' het andere gaat voorbij. Hij ging voort met zich te oefenen. Bij stukjes en beetjes begreep hij en maakte hij zich ten nutte de philosoplue van den kleinen man; bij stukjes en beetjes ontwikkelde zich het vermogen zichzelf in bedwang te houden Hoe .zijn stemming ook was, in den woonwagen vond hij rust en balsem. Hij voelde, dat hij niet alleen een metgezel was voor Japhra en Ima, maar dat hij ook voor de ver dere troep een persoonlijkheid was geworden. Het knikje, waarmee ze hem welkom heetten, zeide het hem, dat welbekende knikje, waar zü hem mee begroetten, als ze allen bij elkaar zaten. Ze noem den hem nu Percival omdat hij dat graag had. Japhra zei soms nog uit oude gewoonte: baasje* In luia's manieren en in haar praten was iets veranderd, meende hij. Ze verscheen nooit meer op bloote voeten, maar altijd op nette schoenen. Tiaar bewogingen waren zachter geworden, ze kleedde zich met meer zorg en hij kwam tot het besluit, dat zij niet thuis hoorde in deze ruwe omgeving, ze hoorde niet bij hen, als ijverig haar naaad op en neer ging, of zij een kindje uit een van de andere woonwagens moederlijk verzorgde. Hij vond haar nu als contrast met haar omgeving, 't fijnste schepseltje, dat hij zich denken kom haar stem zoo wonderlijk zacht, haar aanraking tooo vriendelijk, als zij soms de een of andere schram voor hem verbond of hem verpleegde, toen hij twee dagen ziek lag. Zo verstelde zijn Ideeren, maakte hemden voor nem, alles ging door haar handen voor hij het aan mocht trekken, en ze wilde nooit dat zjjn kleeren vlekken vertoonden of een knoop misten. Eens verliet hij den woonwagen om naar stad tegaam Ze riepJhem terug. „Zijn das was vuil,'f zei ze, en ze gaf hem een schoone. Hij lachte en zei: .JDeze is nog best." „Neen, ze is vuil" zei ze en strikte hem een andere om. Vroolijk weerde hij haar af: „Je doet of ik een kind ben met een kindermeisje, om op me te pas sen." En glimlachend, maar ernstig klonk hefc_ ant woord: „Het is mets voor jou om zoo slordjg* te zijn." .Goed genoeg voor mij," riep hij uit. Ze schudde .r krwfy; „Niet op den duur." Wordt vervolgd. haar

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1926 | | pagina 1