AUcneti Hitm-
DE TOON
een goede Piano.
Fa. YPMA,
DE GELUKKIGE HELD
Woensdag 7 April 1926.
.Iiuirjrnng. No. 7822
UitgeversN.V. v.li. TRAPMAN
Co., Scltageu,
Eerste Blad.
Ingezonden Stukken.
Feuilleton.
Binnenlandsch Nieuws.
Dit lilttil verschijnt viermaal por wook: Dinsdag, Woensdag, Dondor-
kag en Zaterdag. BIJ Inzonding tot motsen* 8 uur, wordon Adror-
fontióu nog zoovool mogelijk ii. kot ooretuitkoinend numtiior gopluutst.
POSTRGKKNING No. 23330.
INT. TELEP. no. 20.
Prijs per 3 maandon f 1.65. Loaso nummora 0 cent. AD VERTEN-
TI6N van 1 tot 5 rogols fl.10, iodoro rogol moor EO cont (bowijj ^o,
inbogropon). Grooto lottoro wordoia naar plaatornlmto borokond.
DIT HUIOSXX BESTAA* UI* KWBB BLABBM
Breezand, 31 Maart 1920.
Mijnheer de Red., vergun mij nogmaals een plaats
en in uw blad, bij voorbaat mijn dank.
Ik had wol gedacht, dat er op mijn schrijven in
uw blad van 27 dezer jl. altijd wel één zou wezen die
flaarop zou antwoorden.
[Maar dan had ik verwacht van iemand die met
leze zaak goed op de hoogte schijnt te zijn, zijn
laara er onder durfde te zetten, maar niet zooals J.
M., A. P. het doet, want dat is zich met een
ak bemoeien en het niet willen weten. Kom, wees
ien kerel (of vrouw) en antwoordt mij hierop en on-
ierteeken het met uw naam.
U vertelt ten eerste dat Dr. Olree zegt dat het kind
geschikt is om in 'n wagentje naar school gebracht
te worden; dat heeft Dr. Olree niet gezegd tegen
ai] niet en ook tegen mijn schoonouders niet. Want
dat in den herfst van 1925 de vrouw van A. Kossen
te Breezand er over sprak, met den dokter over een
Wagentje om dan naar den burgemeester te gaan om
te vragen, of zij met een !f£t daarvoor mocht loo-
pen, was de dokter er tegen. Dan hadden wij niet
eens een wagentje noodig gehad van het Witte Kruis.
Wilt u dan eerst eens even gaan informeeren, waar
de vriendi(in).
schrijft, dat op voorstel van den Burgemeester
het Witte iKruis een wagentje wil geven. Nu, dat heb
ik toch bekend. Maar als u nu weet wanneer die
vergadering is geweest en u weet dan uit mijn schrij
ven in dit blad wanneer of ik het adres gericht heb,
dan zal u tot die ontdekking komen, dat ik eerst mijn
adres gericht heb en dat toen de vergadering kwam
van het Witte Kruis. Dus mijn adres, wat ik ge
richt heb aan den Raad is eerst al onder den dek
mantel behandeld op eene vergadering van het Witte
Kruis, voordat het in den Raad kwam. Had ik h»*
geweten, dat het daar zou worden behandeld, dan
was ik wel aanwezig geweest.
Verder zegt gij, dat ik Tonduit zeg, dat dé gemeen
te voor het kind moet zorgen. Nee, waarde vriend(in)
de dokter was er voor en de burgemeester had ik
tegen. Dus wat moest ik anders doen dan een adres
rfokten r.an <Jen Raad om te kijken of ik de meer
derheid er voor kan krijgen?
Misschien had u een anderen uitweg geweten,
maar ik ben van voren af begonnen, eerst bij den
Raad en dan verderop.
Dan schrijft gij over een huisvrouw, huishoudster,
trouwlustig, enz. Maar als gij (J. K., M., A. P.) soms
een man bent, en gij zat van het laatst van Dec.
alleen, dat gij alles moet doen (ook een hoop door
armoede) en geen hulp kan krijgen, wat dan? Ik
heb 4 kinderen, maar over die anderen schrijft U
ook niets. Als gij soms hulp voor mij in huis weet,
die met dat kind naar school wil en het een liefde
rijke verzorging zal geven, stuur ze dan naar mij
toe, dan ga ik mijn kindertjes weer bij mij halen,
dan hoeft dat kind niet weg. dan was ik met het
wagentje van het Witte Kruis klaar.
Dan over de hulp van mijn schoonzusje. Die ben
ik zeer dankbaar voor haar hulp, want dat kan u
nog vinden in de Schager Courant van 7 Nov. jl., en
aan haar vinger.
Maar er kan evengoed verandering van een ande
ren aard plaats hebben, al weten zU dat in de buurt
niet.
Het volgende kan ik niet begrijpen. U praat van
aan den weg timmeren, wat u daarmee bedoelt
weet ik niet, want ik timmer niet aan den weg. (wel
heb ik aan den weg geschilderd).
U bestrijdt het mij, dat Kuiken niet in de reden
is gevallen, dus dat hij geen nieuwen durf meer
noodig had. Was u dan soms ook aanwezig op die
vergadering? Van de 14 personen kan ik uw naam
met maken. Als u er aanwezig was geweest,.dan zal
u het wel heter weten en anders bent u ook ver
keerd ingelicht.
Dan over het laatste geval gaat uw vlieger- in het
geheel niet op. Ik ben beleedlgd dat ik geen vader
hart heb. Dat heb ik laten zien door dat, wat ik ge
daan heb; dat kan u aan een iedereen na vragen,
ook aan mijn familie. Had u misschien ook meer
moed gehad, dat u dat stukje met uw naam had on
derteekend, dan hadden wij kunnen praten. Maar
nu u het zoo doet. als buitenstaander en je bemoeit
met zaken die je niet aan gaan, en waar je niets van
weet, is dat brutaal. Want dan had u zich ook eens
met mij in verbinding moeten stellen.
Nu vriend(in) J. K., M.. A. P., over het anderen
wat ik geschreven heb, 27 Maart, en waarop u geen
aanmerking hebt, is zeker goed, of kondet gij niets
meer tegen mij Inbrengen
Nu vriend(ln) J. K., M. (Anna Paulowna) lk ihoop
dat gij het er mee doen kan. Moeht gij meer weten,
antwoordt mij dan.
U, mijnheer-de Red., dankend voor de plaatsruimte,
Uw abonné,
J. SCHDUTE, Breezand.
I
Wij beschouwen deze kwestie, voor zoover het ons
blad betreft, als afgedaan. De Red.
VAN RIJ S WIJK'S
S0HOENHANDEL. SCHOENMAKERIJ.
RUIME KEUZE IN ALLE SOORTEN.
MOOIE, EENVOUDIGE SCHOENEN VOOR
BIJZONDER LAGE PRIJZEN.
kanten de polder en het water van de Mient en bin
nenwater. Doch dat binnen water was zoo gauw mo
gelijk weg, maar het groote water was, zooals ik u
schreef, zoo groot en ik betaal ook hiervoor en zou
ook zoo graag zeggen: ik heb geen last, wat naar
mijn oordeel niets meer dan recht is; of houdt u al
leen van uw recht? Zouden er dan niet meer men-
schen bij gebaat zijn, als er een lager peil was? En
nu mijnheer Groen, hoop ik .op lager bemaling. i
Dankend voor de plaatsing, mijnheer de Redacteur,
C. TUINMAN.
Lutjewinkel. 2, 4, *26.
Mijnheer, mak ik nog een klein plaatsje In uw blad
verzoeken? Ik moet wel lachen als ik een klein ant
woord zie in de courant van 27 Mrt., tot mij gericht,
als heer. 't Is of er geen vrouwen zijn, die last van
het water krijgen, als het zoo overvloedig hoog wordt
opgemalen-en ik begrijp niet waarom ik in mijn ge
dachte daarop heb geschreven. Maar ik lig met mijn
land in 5 pojders en als ik een van mijn huurders
ontmoette, vroeg ik hoe zij het met het water had
den. Dan zeide de een goed, de peppels open houden.
Uit- een anderen polder vroeg ik er een en die zei:
wij hebben geen last van water. Uit een derden pol
der, Waar ze aan de hoofdsloot waren uit te slóten,
sprak ik een bestuurslid en vroeg, hoe het met dien
natten tijd met het water bij hen ging. Heel goed,
daar wordt voor gezorgd. De laatste heb ik niet ge
sproken—maar bij mij was het tijdelijk aan beide
moet de muxiek voort
brengen en gedurende
een mensehenleven
mooi en goed blijven bij
In onze Toonzaal te Alkmaar
laten wij U 30 uitgezochte
instrumenten hooren.
Het verplicht U niet.
Wij geven vakkundige voor-
lichting.
sinds 1842 te Alkmaar.
43.
door A. 5. M. HUTCHINSON.
de handen samen, hoeren, tot een hartgrondig1 ap
plaus 1
Toen de ronde was afgeïoopen, ging Japhra haar
punt voor punt na. Of ze zaten, liepen, of aten,
steeds gaf hij raad, deelde mede van zijn kennis,
zijn ondervinding. Hij werd nooit moede anderen
te leeren en het kwam Peroival ten goede.
Zoo pdag het voort en het eindigde met een
merk w&apEge demonstratie-ronde, waarin de Zi-
geunej Japhra, met als tegenstander „Mijnheer Per-
civa. vertoonde, hoe die oude Prij.sboksers boksten.
En dan weer terug naar het platform! Defileeren
om de tent te vullen, en daarop vechten tot de laat
ste bezoeker dien avond de kermis verlaten heeft
en de schorre doodmoede werkers eindelijk kunnen
gaan rusten.
Een hard leven, een onrustig leven, een goed
levenPercival ging voort met zich te oefenen,
in het begin was net boksen, gevolgd door het
vermoeiende werk van het opzetten en afbreken van
do tent hem zwaar gevallen. Met pijnlijke ledema
ten was hij in zijn bed neergevallen als hij einde
lijk rusten kon en het zachte kussen had zelfs fzrijn
vel geschrijnd, dat zes a zeven uur L-ng door vuis
ten bewerkt was geworden.
Maar hij hield vol Na een paar weken 'tui
melde hij vermoeid in zijn bed, maar hij had jgeen
piin meer. Hij voelde niets dan de gezonde heer
lijke moeheid van zijn spieren en zijn ontspannen
zenuwen. Hij was vroeg op, gezond en veerkrach
tig. Glimlachend sprong hij ae Ring binnen voor
een laatste demonstratie-ronde met Hen ouden Ja-
pra of voor een bokspartii met Ginger Cronk of
met den „witten Sneeuwbal". Je hoort tot het echte
vechterstype had de wijze Japhra j'aren geleden
tegen hem gezegd, en deze ronden met den ouden
man waren telkens opnieuw een les in behendigheid
voor hem.
Als ze naast elkaar hun beurt zaten af te wach
ten, waarschuwde Japhra hem waar hij op te letten
had. en terwijl' zij boksten, riep hij: „Let op. Goed, i
goed! Niet krachtig genoeg, Op vlugheid komt het
aan! Zoo vlug achter elkaar als je kunt. Die hoek-
slag maakt, dat je geheel onbeschermd staat." Plot-
seling gaf Japhra met de linkerhand Percival /e&n
stoot in den onbesohermden maagstreek en Percival
legde het af.
En Ginger Cronk riep tegen de toeschouwers:
Met dien laatsten behendigen stoot, heeren, sloeg
dq Zigeuner Japhra den jeugdigen Digg-n en ver
wierf den kampioen-gordel' in Los Angelos. Slaat
Toen brak er een dag aan. dat Japhra na (eed
demonstratie-ronde zei: „Het moet wat langzamer
gaan. Ik heb jullie kracht en beherfdigheid gelieerd,
maar het moet wat kalmer gaan, anders zien de
menschen niet, datgene wat ik hun eigenlijk toonen
wil."
De leden van de troep waren Percival gaan be
schouwen als een, die Zijn vuisten wist te. gebrui
ken. Die meening zou versterkt worden door een
voorval met den Vos Pinsent. Van al de mede
werkers van het Koninklijk Circus Maddox, van
het Wilde-Beestenspel en de andere tenten, was de
Vos Pinsent de eenige, die verachtelijk zijn lip op:
trok ais de anderen Percival welkom heetten. Hij
had een oude veete tegen hem, zooal's Japhra zei.
en hij liet geen gelegenheid voorbijgaan om dat te
toonen
Het feit dat Mijnheer Percival" goed op weg
was zijn mededinger te worden, ontstemde hem.
De steeds slechter wordende verstandhouding tus-
schen de twee partijen de Maddox's en de Stin-
go's gaven hem de gelegenheid zijn woede te koelen.
Op een dag kwam Peroival' woedend bij Japhra.
„Die Pinsent is een vreeselijke kerell Het wordt
te bar. Nu heeft hij rond yerteld, dat ik me te veel
heer vind om met een Maddoxman te loopen en
dat hij mij zelf heeft hooren zeggen, dat ik niet
met Stingo mee wou gaan om Brood te koopen,
omdat ik bang was, dat fatsoenlijke 'menschen me
in zijn geze.schap Zouden zien."
Japlira Zag hoe boos hij was.
„Laat hem maar praten."
„Ik ben niet bang voor hem."
„Ik ben ook niet bang voor adders, maar ik
vermijd het toch om Ze in den weg te lbopen."
Op een dag echter zou Peroival het pad van
den adder kruisen. Egbert Hunt liep een emmer
om, waarin een van Pinsents negerboksers zich
waschte De man gebruikte eerst zijn vuisten, toen
zijn se' oenen en takelde den armen Hunt geweldig
f.^e Fe -ivo."' ®riht den aanvaller op. en diende hem
de straf toe, die hij vond, dat hij verdiende. Toen
DIRKSHORN.
In plaats van den heer G. Bregman, die door ver
trek uit de gemeente, heeft bedomet, ls de beer C
Bakker Sr. door de verschillende besturen benoemd
tot bode van „Door ons, voor ons" van „Het Witte
Kruis" en van de Wijkverpleging in de gemeente
Harenkarspel.
DIRKSHORN.
In de vergadering van stemgerechtigde Ingelan
den van den polder Schagerwaard, gehouden op Za
terdag jl.„ is met groote meerderheid van stemmen
tot Dijkgraaf gekozen de heer G. Kuiper Wz. De te
genwoordige Dijkgraaf, de heer P. Raap, heeft tegen
begin Juni als zoodanig bedankt wegens vertrek. Hij
zal alsdan de functie juist 30 jaren vervuld hebben,
steeds tot groote tevredenheid der Ingelanden, welke
tot uiting kwam door het met algemeene stemmen
genomen besluit, den scheidenden dijkgraaf een aan
denken aan te bieden, als blijk van waardeering voor
de vele aan den polder bewezen flensten.
ANNA PAULOWNA.
Zondag 4 April, lsten Pa&schdag, gaf de zangver-
eeniging „Zanglust", dirigent de beer B. de Vries,
een concert in de groote tent van „Veerburg", die
tot in de uiterste hoeken gevuld was. Nu is ten
platten lande voor muziek- ep zanguitvoeringen,
jammer genoeg, van een overgroote belangstelling
nog altoos geen sprake, al meenen wij dat tn dezen
gelukkig toch veel vooruitgang te bespeuren valt. De
enorme opkomst ditmaal zal dan ook wol grooten-
deels te danken zijn geweest aan het feit, dat „Zang-
lust" zich de medewerking van een zoo populair man
als den heer Clinge Doorenbos had weten te verzeke
ren. De vereeniging zelf zal zich trouwens beusch
de illusie niet hebben gemaakt, dat al die menschen
louter voor baar waren opgekomen, Dit heeft haar
nochtans niet weerhouden, om een flink deel van
het programma voor haar rekening te nemen. Im
mers, zij gaf niet minder dan 8 nummers (4 v66r en
4 na de pauze) en heeft die heel mooi gezongen.
Daar tusschen gaf de heer Clinge Doorenbas, die
hier vroeger al eens voor het Nut was opgetreden,
een zevental zijner levensliedjes, op de piano bege
leid, door mej. Brugman. Hij bad ook nu weer
vooral met de gezellige, humoristische causerie waar
mee de pointe van ieder liedje werd voorbereid, een
geweldig lachsucces, 't Werd dan ook algemeen jam
mer gevonden, dat zijn optreden van zoo korten
duur was. Zang en voordrachten, alles tezamen geno
men, is het dus een heel mooie avond geweest.
OUD KARSPEL.
De tooneelvereeniging „Jong Leven" gaf Zondag
avond een goed geslaagde uitvoering in het lokaal
\an den heer Vis.
Opgevoerd werden „Zwoegers", een tooneelspel in
twee bedrijven, wat betrekking heeft op de propa
ganda voor ouderdomspensioen en „Ze krijgen el
kaar", een kluchtspel in één bedrijf. Er is zeer aar
dig gespeeld en de kolfbaan was bijna geheel met
bezoekers gevuld.
NOORDSCTIARWOUDE.
Maandagavondgaf de zang7ereenlging „Cröscexfc-
do", dirigent de heer W. Hespe, eene zanguitvoering
in Concordia. We kennen „Crescendo" voldoende om
te weten, dat het groot aantal bezoekers weer een
schitterenden avond gehad heeft. Voor variatie
trad op de heer H. Nolles, Hof-artist té 'sGraven-
bage, als humoristisch spreker en goochelaar Het
geheel was een genotvollen avond.
NIEUWE NIEDORP.
Eersten Paaechavond werd alhier in „de Prins
Maurits" eene openbare uitvoering gegeven door de
Schager Tooneelvereeniging „V.V.V.", die ter veav
tolking had gekozen de comedie: „De Spaak in 't
Wiel", van Jo van Ammers-Küller. We hebben met
veel genoegen naar dit optreden gezien en geluis
terd. 't Is een mooi geschreven stuk, dat door deze
tooneelclub werd gerepresenteerd. 'En de dames en
heeren opvoerenden hebben voorbeeldig werk gele
verd met een rolvastheid, die menige club hen kan
benijden. En wat heel prettig aandeed, was de om
standigheid, dat allen flink in de rol waren en vlot
spel leverden, een der wegen, die er toe leiden, om
te komen tot een geheel, zoo uitmuntend als hier is
verkregen. De Schager tooneelisten hebben groot en
welverdiend succes behaald.
De heeren Diepenbroek en Kos zorgden voor keu
rige viool- en pianomuziek en een gezellig bal hel
sloot den welgeslaagden avond.
j WIERINGERWAAHD.
Den tweeden Paaschdag hadden we als gasten de
Schager Orkestvereeniging, onder directie van den
heer Hovenier, die een uitvoering gaf in de zaal van
den heer A. Schouten. Jammer was het, dat, ondanks
het aanvangsuur reeds een kwartiertje was voorbij
gegaan, toch maar zoo weinig belangfStellenden wa
ren verschenen. Want de thuisblijvers hadden groot
ongelijk en het gebodene werd werkelijk op loffelijke
en alleszins prijzenswaardige wijze ten gehoore ge
bracht. Het nummer Grönland Suite van Emil Juel-
Frederiksen, oogstte een welverdiend applaus. Het
zou ons evenwel te ver voeren, als we elk nummer
afzonderlijk gingen beoordeelen. Laten we dus vol
staan met de algemeene opmerking, dat er schitte
rend werk is geleverd door de S.O.V., tevens er de
wensch aan toevoegend, dat het geringe bezoek op
dezen Paasch-Maandag niet de oorzaak wordt, dat
de S.O.V. zich niet weer bij ons laat hooren. Wij roe
pen haar van harte „tot weerziens I" toe.
HARENKARSPELu
De leerlingen P. N. de Vries en K. Manneveld Pa
alhier, van de Ainbachtsschool te Alkmaar, zijn bei
den overgegaan van de le naar de 2e klasse.
kwam de Vos Pinsent op hem af: „Ik hoor, dat
je de hand hebt opgeheven tegen een van mijn
mannen."
„Ja, tegen een ruziezoeker," zei Peroival.
„Je hebt je hand uitgestoken naar een van mijn
mannen."
„Dat zal' ik weer doen, als hij er aanleiding toe
geeft."
De Vos Pinsent kwam nader met opeengeperste
lippen en half toegeknepen oogen.
„Pas op, heerschap, de twist van mijn mannen
is de' mijne. Pas op wat je doet!" Percival keek om
of hij p.aats genoeg had.
„Laat dat maar aan mij over. Ik verdraag niet.
dat mijn vrienden worden afgeranseld.''
„Ik geloof, dat je zelf groote kans loopt om een
pak ransel te krijgen. En dan zal dat mooie gezicht
van je er de bloedige sporen van dragen."
Percival zette zijn rechter voet achteruit en keek
nog eens achter zich. „Kom op, Pinsent!"
De Vos Pinsent zag deze beweging. Hij hief
zijn linkervuist omhoog, toen liet hij hem weer
Zakken en wendde zich af met een sdham peren
lach: „Ik vecht met met jongens, die ransel ik
eenvoudig af.
„Je weet anders waar je me vinden kunt," zei
Percival.
3.
Op deze wijze oefende hij zich zoowel gees-
teTijK aL lichamelijk voor het narde onrustige goede
leven. Hoe meer hij Japhra leerde kennen, des
*te grooter werd zijn kijk op het leven. Hij had een
maal de nederlaag geleden in den strijd met zich-
zelf en dat nog wel' op den zelfden avond, toen
Japhra hem gezegd had, hoe die strijd gevoerd i
moest worden; hij oefende zich om niet opnieuw i
te falen als de Groote Strijd zou komen. „Wat
is er nu weer?" placht Japhra te vragen, als hij
somber voor zich uit zat te star-en, „afe je maar
inziet, hoe onbeduidend je tobberijen zijn, dan gaan
ze van zelf over. Denk alleen aan datgene wat niet
vergaat! Niet de monsch en niet het werk van den
raensch blijven bestaan, alleen het jonge groen,
dat verwelkt en verdort, maar elke lente weder
keert; alleen de Zwarte aarde, die ie vandaag ne
derig draagt om je morgen te bedekken; alleen do
heuvels daar in de verte, die den wind het hoofd
r'ecl'm. Alleen de zee. die altijd wisselt en toch
t---is el "Zelfde blijft: alleen de wind. die lang5;
•rz" s" p"n sttijkt. die sneelt met d'en m-Ven. dB
daar staat om dien morgen omver te werpen en
gras te laten groeien op de plek waar hij stond.
Denk aan dat alles, als je somber gestemd bent:
al' het andere gaat voorbij.
Hij ging voort met zich te oefenen. Bij stukjes
en beetjes begreep hij en maakte hij zich ten nutte
de philosoplue van den kleinen man; bij stukjes
en beetjes ontwikkelde zich het vermogen zichzelf
in bedwang te houden Hoe .zijn stemming ook
was, in den woonwagen vond hij rust en balsem.
Hij voelde, dat hij niet alleen een metgezel was
voor Japhra en Ima, maar dat hij ook voor de ver
dere troep een persoonlijkheid was geworden. Het
knikje, waarmee ze hem welkom heetten, zeide het
hem, dat welbekende knikje, waar zü hem mee
begroetten, als ze allen bij elkaar zaten. Ze noem
den hem nu Percival omdat hij dat graag had.
Japhra zei soms nog uit oude gewoonte: baasje*
In luia's manieren en in haar praten was iets
veranderd, meende hij. Ze verscheen nooit meer
op bloote voeten, maar altijd op nette schoenen.
Tiaar bewogingen waren zachter geworden, ze
kleedde zich met meer zorg en hij kwam tot het
besluit, dat zij niet thuis hoorde in deze ruwe
omgeving, ze hoorde niet bij hen, als ijverig haar
naaad op en neer ging, of zij een kindje uit een
van de andere woonwagens moederlijk verzorgde.
Hij vond haar nu als contrast met haar omgeving,
't fijnste schepseltje, dat hij zich denken kom
haar stem zoo wonderlijk zacht, haar aanraking tooo
vriendelijk, als zij soms de een of andere schram
voor hem verbond of hem verpleegde, toen hij twee
dagen ziek lag. Zo verstelde zijn Ideeren, maakte
hemden voor nem, alles ging door haar handen
voor hij het aan mocht trekken, en ze wilde nooit
dat zjjn kleeren vlekken vertoonden of een knoop
misten.
Eens verliet hij den woonwagen om naar stad
tegaam Ze riepJhem terug. „Zijn das was vuil,'f
zei ze, en ze gaf hem een schoone.
Hij lachte en zei: .JDeze is nog best."
„Neen, ze is vuil" zei ze en strikte hem een
andere om.
Vroolijk weerde hij haar af: „Je doet of ik een
kind ben met een kindermeisje, om op me te pas
sen."
En glimlachend, maar ernstig klonk hefc_ ant
woord: „Het is mets voor jou om zoo slordjg* te
zijn."
.Goed genoeg voor mij," riep hij uit. Ze schudde
.r krwfy; „Niet op den duur."
Wordt vervolgd.
haar