SohagerCourant Raad Zuidscharwoude. Dinsdag 13 April 1926. 69ste Jaargang. No. 7825. 1 S9QQ a dü Neder eersfe n pot njdsci .,dai 8T6Q vier ertia Lr d* wg fiat •n iste Vergadering van den Raad dezer gemeente op Maandag 12 April 1926, des avonds hall acht Aanwezig alle leden. Voorzitter, Burgemeester Jhr. Van Spengler, secre- uj-js de heer Kunnen. De voorzitter opent de vergadering en brengt direct aan de orde de benoeming van een plaatsvervangend lid van de gascommissie; een stemming waarvan men in de vorige vergadering het einde niet kon krijgen. vacature te ver- ötgl age zot Z--jq j-rem fAX- bond van Ned ener ar- iben niet v.v, •at ie rrijk i?eld tunfl lsH ïuia de bun Irijf iel- nd, du- ieii 'el- ei-1 net en 31. 'BI* in- wd op sb- Ler ak lat ïid ir- de Is er wel een vullen? elh/ De heer Dijkhuizen komt met de vraa$f naar vo ren of er wel een vacature is. Hem is gebleken, dat het doel is een vacature-Berkhout te vervullen, doch het is hem bekend geworden, dat de heer Berkhout, hoewel bedankt hebbende als lid van den Raad, voor deze functie niet neJonkt heeft, terwijl het volgens zijn oordeel volgens de gemeenschappelijke regeling niet noodig is dat deze functie door het bedanken als raadslid vervalt. Voorzitter merkt op, dat het college gevormd wordt door leden van den Raad, terwijl alleen buiten den Raad een benoeming kan worden gedaan als geen der raadsleden zich daarvoor beschikbaar stelt. De heer Du Burck sluit zich bij het gesprokene van den heer Dijkhuizen aan. Hij is van oordeel, dat art. 3 zeer duidelijk is en bovendien art. 5 zegt dat de leden voor vijf jaar zitting hebben. De heer Berk hout heeft niet bedankt en dan heeft de Raad niet het recht hem te bedanken. Destijds is met den heer Greidanus hetzelfde toegepast. Die was ook nog eeni- gen tijd lid van de gascommissie, toen hij geen raadslid meer was. Voorzitter zegt niets meer aan het antwoord te heb ben toe te voegen, doch meent dat in de practijk ge bleken is, dat de leden en plaatsvervangende leden uit raadsleden moeten bestaan. Wel is het destijds met den heer Greidanus zoo gebleven, doch meermalen is in de gascommissie gewezen op de scheeve positie welke door den heer Greidanus werd ingenomen. Wenscht de Raad echter het betreffende artikel te wijzigen, zal spreker zich daartegen niet verzetten. Wenscht de Raad den heer Berkhout in deze functie te laten, het kan een mogelijke onaangename stem ming voorkomen. Ik geef u echter in overweging dit niet te doen. Eerder zou ik een tegenovergestelde mee ning verwacht hebben. De heer Dijkhuizen: Het reglement spreekt zeer duidelijk en we moeten ons aan de reglementen hou den. Voorzitter: Bij de samenstelling der regeling is toch de opzet geweest dat de commissie uit de i raadsleden gevormd wordt. B. en W. meenden in dien geest te moeten handelen. Niet naar den letter, doch naar den geest. De heer Du Burck: Dan had er een alinea aan het artikel toegevoegd moeten worden. Voorzitter: Dat had gekund, doch het staat er niet. B. en W. meenden in den geest der verordening te moeten handelen. Als de Raad anders wil, het kan aangenaam zijn, omdat dan geen stemming noodig is. De heer Groen wil de vraag uitgemaakt zien, wie gelijk heeft. Spreker wil een principieele uitspraak. Voorzitter meent naar den geest der regeling te moeten handelen en zegt met nadruk er geen kwestie in gezocht te hebben. Het wordt Jurlstery. De heer Zeeman: Men kan zich misschien op den letter der regeling beroepen, doch als die bedoeling er niet ingelegd is, meen ik dat het beter is er ons niet aan vast te houden. Het wordt juristerij. Een feit is dat het de bedoeling is dat de commissie uit leden van den Raad bestaat. De heer Berkhout heeft mijn volle vertrouwen, doch het is niet de bedoeling der verordening. De heer Groen steunt de meening van den heer Zeeman en vraagt waarom de heeren de vorige keer niet met die opmerking gekomen zijn.. De heer Du Burck: Wij wisten toen niet dat het over een vacature-Berkhout ging. Heusch mijnheer Groen, er zit niets achter hoor, doch ik wil een reglement uitgevoerd hebben zooals het moet. Voorzitter leest de betreffende passages voor en merkt op, dat B. en W. handelen in den geest zoo als destijds door den Raad vastgesteld. De heer Kramer staat aan de zijde van de heeren Zeeman en Groen. Om er af te komen, zou het goed zijn aar: den heer Berkhout te schrijven, dat de raad meent in de bedtf-ÜDg van da verordening te han delen, als ze in zijn plaats een ander als plaatsver vangend lid benoemen. Dit voorstel wordt aangenomen met de stemmen van de heeren Kramer, Kroon, Zeeman, Groen en Bekker voor. Een voorspoedig einde. Overgaande tot stemming verkrijgt bij eerste stem ming de heer Zeeman 3, en de heer Groen 2 stem men, terwijl 2 stemmen blanco worden uitgebracht. Gekozen is alzoo de heer Zeeman, die de benoeming aanneemt. Als lid van de schoolcommissie is aftredend de heer Ds. J. J. van Meurs. Mede op de aanbeveling is geplaatst de heer J. de Geus Pz. De heer Van Meurs krijgt 5 stemmen de heer De Geus 1 stem. ter wijl een stem van onwaarde is, omdat daarop de heide namen voorkomen. De heer Van Meurs is al- zoo herkozen. Wilde de Katholieke fractie een ander? A'ls lid van het Burgerlijk Alrmbestuur is aftre dend de heer S. Kruier. Mede op de aanbeveling is geplaatst de heer M. Zijp Sr. De heer Kruier krijgt 4 stemmen en de heer Zijp 3, zoodat de aftredende ook hier herkozen is. Daarna doet de voorzitter de mededeeling dat aan den onderwijzer, den heer J. J. du 'Burck, een ziek teverlof verleend is van 2 maanden en in zijn plaats tijdelijk benoemd is mej. Biesterbos, onderwijzeres op wachtgeld te Limmen. Bij de laatste kasopname bij den gemeentje-ont- ?*P§er waren de ontvangsten f 6392253, de uitgaven 157080.85alzoo het kasgeld f684157H. Goedgekeurd zijn teruggekomen de besluiten be treffende verhaal van pensioenbijdragen, terwijl de ontvangst bericht wordt v&n de vastgestelde straf verordeningen. Het bestuur van den L.T.B. heeft een dankbetui ging gezonden voor derf verleenden steun ten behoe ve van den tuinbouwcursus, daarbij meedeelende dat de cursus met 23 leerlingen werd opgericht. Het L.D.C. 'heeft een dankbetuiging gezonden voor de ontvangen subsidie ten bate van de drankbestrij ding. De heer Zeeman spreekt er zijn voldoening over uit de belangstelling voor den tuinbouwcursus zoc groot was, en wijst er op, dat de cursus met 24 leer lingen eindigde. Ingekomen is een gunstig verslag van de plaatse lijke schoolcommissie. Al deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen,. Ook wordt voor kennisgeving aangenomen het ver slag van vervolgonderwijs. Het kohier hondenbelasting wordt vastgesteld op 189 gulden. Aan do orde komt hierna de Vaststelling van een nlenwe ver ordening belasting op publieke vermakelijkheden. In de vorige vergadering was de wensch naar vo ren gekomen om de verordening te herzien voor het verkrijgen van een meer billijke regeling. In verband daarmee is een adres ingekomen van helanjghebben den om de verordening geheel in te trekken, welk adres B. en W. adviseeren voor- kennisgeving aan te nemen, er op wijzende dat hun advies gegrond is op de uitspraak van den Raad. Tevens wordt er op gewezen, dat van de zijde van vereenigingen reeds bezwaren tegen de voorgestelde nieuwe regeling zijn ingekomen. De heer Zeeman wijst er op, tegen al dergelijke verordeningen te zijn en wijst er op, dat deze nieuwe verordening het leven der vereeniging ver zwaren zal. Het betreft een levenskwestie voor ver schillende organisaties. Voorzitter: Adressanten vragen om onbelast te mo gen blijven. De heer Kramer: Ze worden ontlast. De vereeni- giDgen komen nu in een betere conditie, omdat de belasting door bet bedoekende publiek betaald wordt. Voorzitter: Wetende de uitspraak van den Raad konden B. en W. moeilijk met andere voorstellen komen, dan het adres voor kennisgeving aannemen. Een verkeerd woord. I De heer Du Burck acht het woord voor kennisge ving aannemen niet goed. Het is zooiets als, we trek ken er ons niet vanaan. Hij gaat daarom niet met het voorstel mee, om zich het recht te kunnen voor behouden straks hij de behandeling der verordening met voorstellen te komen. Met de hjh. Kroon, Kramer, Groen en Bekker voor wordt besloten het adres voor kennisgeving aan te nemen. I Aan de orde komt hierna de ver ordening op de heffing. De heer Dijkhuizen vraagt of bijv. ook gTamofoon- muzriek en radio, die dagelijks rn oafos gegeven wordt, belast moet worden,. Voorzitter: Als er een voorstelling gegeven wordt, zal dit wel1 noodig zijn- Ten opzichte van radio wil spreker zich met uitlaten, omdat daarvoor een uitspraak van den hoogen raad is uitgelokt. De heer Dijkhuizen: Dus geen belasting' voor dagelijks gebruik. Voorzitter wil1 daarop niet direct antwoord geven, vooral niet omdat dit punt ook in Amsterdam moei lijkheden gegeven heeft. De practijk moet leeren. De practijk ZaT moeten uitwijzen hoever gegaan moet worden. Wat verschil is er bovendien tusactheni muziek van de gramofoon en van 1 o£ 2 muzi kanten? De heer Kroon: Zou deze verordening niet zeer veel1 moeilijkheden geven? Spreker wil bij het oude blijven. Waar moet het heen? liet komt zoover, dat het publiek thuisblijft. Het wordt een schrapen, dat veel te ver gaat. Een terechtzetting. f Voorzitter: U zit hier om de opdracht van den raad uit te voeren. De heer Groen is van «oordeel, dat de oude ver ordening niet gehandhaafd kan blijven. Hoe de nieuwe zal werken, ligt geheel' aan de uitvoering. De bedodEng moet vooropstaan, niet de .letter. Genoeg gewaarschuwd. Voorzatter wil niet de besprekingen "biet terug gaan naar de vorige vergadering. He heb, aldus spreker, genoeg op de moeilijkheden gewezen, laat de practijk nu maar spreken. De heer Zeeman: Als we de verordening nieo willen, dan kunnen we haar toch afstemmen. De raad is al meer op besluiten teruggekomen. Voorzitter: De raad besloot de vorige vergadering! en B. en W. komen nn met een concept. De heer Zeeman Nu komen de organisaties met vele moeilijkheden. Ik heb het zelf meegemaakt, dat een goedkoope uitvoering meer publiek trekt en een kwartje entrée meer of minder op het be zoek van invloed is. Dootr deze belasting sluiten wer weer oen gedeelte tut. Intrekken is toch moge lijk. 7 Voorzatter: AUee is mogelijk, tot mijn spijt. Dit hadden B. en W. echter niet durven denken. De heer Kramer is van oordeel', dat 95 pot. van de bezoekers niet zal denken aan de 5 of 10 oent die ze voor belasting, meer aan entroe moeten be talen. Ik kan me niet indenken, aldus spreker, dat de bezwaren door de vereenigingen goed onder oogen zijn gezein. De laatste tijden zijn de entróe's lang niet verlaagd en toch komt er veel beaoek. 80 Pet. van de bezoekers zijn jon gelui en die betalen geen belas ting op de gewone wijze. Zoo betalen ook de jongelui belasting en voor de gemeente is het een groot voordeel Had Je ze maar. Nn komt er ongeveer 300 gulden in en in Noord- scharwoude wordt circa f 1000 ontvangen. Geen zont op alle slakken. Als niet op alfa slakken Bout gelegd wordt, is de verordening best uit te voeren. Belast dient te worden wat in het algemeen als een publieke ver makelijkheid geldt. De belasting wordt met een blij gezicht betaald. De heer dn Burck sluit zich bij dan heer Kra mer aan. Het is hier een belasting die met een blij gezicht betaald wordt. Kip Ik heb Je. Schoppen troef. Spreker merkt 'verder op naar aanleiding van een opmerking van den heer Zeeman, dat het toch niet gewensoht is om telkens op een besluit ten te komen. Hebben ze dan heelèmaal geen eer bi meer voor hetgeen anderen zeggen en denken? Voorzitter: Ik zou liever gezien hebben, dat deze opmerking niet gemaakt was, maar nu deze toch door den heer au Bnrck naar voren wordt ge bracht, denk ik aan de verordening op de winkelL sluiting. (Algemeen gelach.) Bij de verdere behandeling komen vragen naar vo ren of bozoekende donateurs betalen moeten, of de vrouwenavonden van het Nut belast zijn. Het eerste zal belast zijn naar de entree die gehe ven wordt, het tweede zal vrij zijn ,als het een be sloten avond voor de leden is. Verder wordt discussie gevoerd over het woord la den. Wordt daarmee alleen kunstlievende of ook werkende leden bedoeld? Het zal duidelijker omschreven worden dat het al leen de donaties geldt. Er zal een belasting geheven worden van 10 pet. der entree's. Vrijgesteld zijn avonden op godsdienstig en wetenschappelijk en politiek gebied, waaraan de heer Du Burck sociaal en kunst wil toegevoegd zien. Het eerstgenoemde zal er aan toegevoegd worden. Het tweede acht men te veel geschikt voor ontduiking. Als geen entree geheven wordt, zal de heffing plaats hebben volgens vloeroppervlak en in bijzondere ge vallen kunnen B. en W. ontheffing verleenen. Tenslotte wordt de verordening met de stemmen van de heeren Kroon en Zeeman tegen, aangenomen. De verordening op de invordering wordt zonder be spreking vastgeteld. Brandkranen op de bestaande spruitstukken. De Wethouders bleven alleen. Als gevolg van besprekingen in de vorige vergader ring stelt de voorzitter als minderheid in B. en W. voor om op de 14 spruitstukken die thans nog niet voorzien zijn van brandkranen, deze aan te brengen. Destijds zijn 16 spruitstukken aangebracht en twee daarvan tevens van kranen voorzien op de grootste eilanden. De kosten daarvan zullen 50 gulden per kraan zijn, terwijl de jaarlijksche kosten 5 gulden per kraan zijn voor onderhoud, vernieuwing enz. Voor het gebruik van water wordt niets betaald. Zoo zullen de jaarlijksche kosten verhoogd worden van 10 op 80 gulden en zal een directe uitgave gedaan moeten worden van 700 gulden, die echter uit een leening bestreden kunnen worden met een aflossing in 10 jaar. Na gewezen te hebben op hetgeen door den direc teur van het bedrijf reeds in 1921 werd geschreven, was de voorzitter van oordeel, dat met de uitvoering van dit besluit de gemeente dan vrijwel brandvrij is. Spr. wijst daarbij op den jongsten brand, die voor een deel voorkomen had kunnen worden en acht de finantieele gevolgen niet onoverkomelijk. Er zal ongeveer 100 gulden bestrating bij komen, zoodat imet aflossing en jaarlijksche kosten 160 gulden gemoeid zijn. Wethouder Kroon acht het geheel overbodig voor de dorpsstraat en wijst er daarbij op, dat de eilan den dan ten achter komen, waar het nog meer noodig is omdat daar de spuit moeilijker kan ko men. Enkele treden verder en we hebben water in ovorvloed. Voor dit doel zijn de uitgaven te groot. Spreker noemt enkele plaatsen waar de plaatsing van een brandkraan bespottelijk is. Voorzitter merkt op, dat de spruitstukken destijds zijn aangebracht op de plaatsen welke door den Raad zijn aangewezen, waar ze het- "meest noodig waren en krijgt bijna den indruk dat de heer Kroon nog verder zou willen gaan. De proeven, aldus de voorzitter, die op de eilanden genomen worden, vol doen zoo uitstekend dat weer allen lof) over hebben. Ten opzichte van slangen, pijpen, enz., behoeven geen meerdere kosten gemaakt te worden. De heer Dijkhuizen acht het een zeer nuttige uit gave, waar zooveel mogelijk menschen mee be schermd worden. De kosten zijn betrekkelijk gering. Bij een begin van brand heeft een brandkraan zeer veel waarde. De beer Kramer sluit zich bij den voorzitter aan en merkt op, dat de spruitstukken zoo geplaatst zijn, dat ook de kleine eilanden er mee bereikt kun nen worden. Daarom hebben we toen op de groote eilanden direct een kraan geplaatst. Bij den laat- sten brand zou het zeer zeker bij een binnenbrand gebleven zijn als er een brandkraan geweest was. Al is het maar eens in de 4 jaar noodig, is al vol doende bespaard. De heer Zeeman is voor brandkranen en wijst er op, dat de heer Kroon eerst sprak van overtollig en later van achterstelling van de eilanden. De eilanden kunnen zich niet achtergesteld ach ten bij iets wat overbodig is. Als bij vriezend weer bet water dicht is, kan het ook van veel nut zijn. De heer Kroon: Als men iets graag wenscht haalt men er alles bij. Met zooveel wind als er bij bedoel den brand was, zou het niet bij een binnenbrand ge bleven zijn. Een brandkraan is geen wonder. De heer Zeeman wijst er op, dat het steeds ge- wenscht is zoo spoedig mogelijk water te hebben. De heer Bekker wijst er op, dat men toen ongeluk kig was met het aansluiten. Er werd een verkeerd onderdeel aangekoppeld. Etr waren echter spoedig twee andere spuiten bij. Spr. acht de eerste kosten niet zoo erg, doch vreest de jaarlijks terugkomende Wat het ijs betreft, dit is bij verordening voorzien. De heer Groen vraagt, of bet bepaalde aantal over de gemeente voldoende is, waarop voorzitter ant woordt dat de kranen 125 meter van elkaar komen. De beer Groen gaat niet in alles met de heeren mee, doch zal er zich niet tegen verklaren. De heer Du Burck had aanvankelijk gedacht, dat de kosten f 2000 zouden zijn. Spr. is er niet van overtuigd dat de veiligheid zooveel grooter zal zijn, doch zal er zich niet tegen verklaren. Komen we over den kop, dan komen we ook over de staart en in elk geval wordt er de veiligheid mee bevorderd. Met alleen de stemmen van de wethouders tegen wordt het voorstel vaji den voorzitter om 14 kranen te plaatsen aangenomen, Een toegekende straf die niet op zijn plaats wordt geacht Rondvraag. De heer Kramer heeft gehoord dat een der vaklieden geruimen tijd geen gemeentewerk gehad heeft en vraagt hoe deze regeling is. Voorzitter begrijpt de bedoeling, voelt wien door Kramer bedoelt wordt, doch merkt op, dat deze per soon buitengesloten is. De heer Kramer: Ik bedoel Vroling. Voorzitter: Deze is uitgesloten omdat hij in een naburige gemeente een declaratie heeft ingediend, die te hoog werd geacht Daarom hebben B. en Wu de vrijheid gevonden hem geen gemeentewerk te ge ven, om ook niet den kans te ioopen in een proces gewikkeld te worden. De heer Kramer: Met dat geval heeft onze ge meente niets te maken. Spr. wil op het proces niét dieper ingaan, doch zijn conclusie heeft hij ge maakt. Deze straftoepassing acht spr. niet geoorloofd. Wij hebben er niets mee te maken, Het bewijs is bovendien nog niet geleverd. Voorzitter: Een gewaarschuwd man geldt voor twee en we meenen te moeten oppassfen ook hier niet in een dergelijk onaangenaam iets gewikkeld te worden. Het bejust op feiten. De heer Kramer: Het zijn juist de feiten, die ik bestrijd. Ik beb de volste overtuiging dat de nota van Vroling juist is. Een dergelijke rekening wordt door het Rijk steeds betaald, doch het is vopr de gemeen te mogelijk eenige ongewoonte. Ik hen geen bewonderaar van de argumenten door het gemeentebestuur van Noordscharwoude naar voren gebracht Hier geen critiek. I Voorzitter: We moeten hier geen critiek geven op handelingen van andere gemeenten. U weet nu de bedoeling. De heer Kramer: Wij hebben met dat conflict uit die andere gemeente niets te maken. Voorzitter: Als ik de gemeente kan dienen door iets dergelijks hier te voorkomen, meen ik dat te moeten doen. Zoo zal een ieder ook in het particu lier leven doen. De heer Kramer: Ik heb de overtuiging, wat door Vroiing gedaan is, absoluut juist is en wil zoo mo gelijk een uitspraak van den raad over deze zaak. Voorzitter: Ik heb het gedaan in het belang van de gemeente, in afwachting van de uitspraak van de rechtbank. De heer Zeeman: De kwestie kan hier onbesproken blijven, doch de vraag is alleen of Vroling van ge meentewerk verstoken moet worden en dan zeg ik dat het wat gewaagd is hier, om die reden een' uit- sluiting toe te passen. Ik meen, dat B. en W. te ver zijn gegaan. We straffen hem vooruit en stellen ons partij. Dat vind ik niet de juiste tactiek. Voorzitter: Wat ik gedaan heb is in het belang van de gemeente, van den voorzichtigstlen kant bekeken. Do heer du Burck: Ik neem aan, dat de motie ven goed zjjn, doch we moeten zooiets niet doen zoolang het onze gemeente niet treft. Ik stel1 voor om niet op "dezen weg voort te gaan, althans als de raad in deze wat te zeggen heeft. Voorzitter: Het is de gewoonte, dat B. en W. rekening houden met de houding van den raad. Wethouder Kroon stelt voor, dat deze^ zaak ver der aan B. en W. overgelaten wordt, die dan re kening zullen houden met de houding van den raad. Aldus wordt besloten. De woningruimte. Een verkeerde toepassing van de rondvraag door den Voorzitter, die eerlijk erkend wordt. j In verband met de vraag van den heer Zeeman in de vorige vergadering, betreffende woning-ruim te, döelt de voorzitter den heer Zeeman mede, dat geconstateerd kan worden, dat ook in onze ge meente helaas slechte woningen zijn. Van B. en W. zijn echter geen voorstellen te wachten voor onbe- wocmbaarverldariiig, omdat er altijd als het ware log een noodtoestand heersoht, en gehoopt wordt Jat het particulier initiatief weer meer op den voorgrond gaat treden, wat trouwens al eeniger- mate geconstateerd kan worden. Een commissie benoemen, gaat niet, omdat de uitvoering van de Nvoningwerfc aan B. en W. is. De heer Zeeman dankt voor het antwoord en het doet hem genoegen, dat ook de voorzitter erkent, dat de woningtoestanden hier ver van best zijn. Spr. wijst er op, dat in andere gemeenten meermalen een commissie goed werk gedaan heeft. Deze ge- gemeente kan inch niet uitbreiden, waartoe men meermalen in andere gemeenten zijn toevlucht zoe ken moet. Hij wijst op vroegere uitspraken van den raad efl merkt op, dat men toen de vogel over het .touw heeft laten wippen. Als in den raad gezegd werd, dat men bereid was helpend op te 'treden, zou er voor de woningbouwvereeniging, die nog steeds bestaat, meer reden Zijn weer actief te wor den en te trachten wat thans te doen is in verband met de laatste circulaire van den Minister. Als we wisten, dat B. en W. een open oog hadden voor de woningtoestanden, gaf dit voor de vereeniging moed om weer actier te worden. Het is 4bans meer dan tijd en beter uitvoerbaar dan in de vroegere jaren, omdat voor f 2500 thans een flinke woning gemaakt kan worden. Mogelijk Zou voor schot van het Rijk verkregen knnnen worden en zqu een commissie tot taak kunnen krijgen, op welke wijze het best iets gedaan zou kunnen worden. Het 'is de taak van de overheid in deze helpend op te treden. Ik ben wiel erkentelijk voofc de erkenning, maar niet tevreden. Voorzitter: Het heeft de voHie aandacht va!n B. en W., doch ze zullen niet met voorstellen komen. Voor een kleine gemeente moet de finantieele zijde terdege'bekeken worden. Waar gebouwd is, is ge bleken, dat de arbeiderswoningen te duur zijn en Ze meestal Zijn betrokken door middenstanders. Met droefheid oonstateeren ook wij, dat de bevol king achteOBuit gaat, doch dat is geen direct ge volg van de woningen. De heer Zeeman: Het schrikbeeld van toen be hoeft niet meer gebruikt te worden. De woningen Zijn veel goedkooper en de gemeente kan ook meer helpend optreden. Hier is een absoluut gebrek aan woningen. Die hier een bedrijf hebben, kunjnjen hunne arbeiders niet onderbrengen. Ik hoop, dat de raad er notitie van neemt en steun Zal verleeniem, al1» uit die richting de helpende hand gevraagd wordt. De heer du Burck: Het belanghebbend initiatief treedt niet op. Spreker stelt de vraag, of hier wel- een woninglxyuwvereeniging bestaat. Hij Zou het toejuichen als er een was. Er is wel1 eens gezegd, dat de belanghebbenden zelve moeten komen. Waar blijven ze nu. InNoordscharwoude was het tekort wooingbouwvereeaiiging het afgeloopen jaar f 3600. Als hier gebouwd wordt, zullen ook de vrijko mende minderwaardige woningen weer bewoond /worden. Voorzitter zegt hierop, dat hij zich bezondigd heeft door zaken in de rondvraag naar voren te brengen, die daar niet thuis bebooren. Het zal echter niet meer gebeuren en vraagt excuus voor dezen keer. Het is absoluut de laatste keer. Er zal van de rondvraag geen aparte vergadering gemaakt wor den Dit kan nog gezegd worde,n als men zonder veel kesten in de gelegenheid zou zijn er enkele wijken bij te krijgen, zou dit zeker toe te juichen zijn. We moeten Zuidscharwoude echter niet apart beschou wen, doch in deze is Langendijk officieus één ge meente voor zoekenden naar een woning. De circulaire van den Minister zal echter wel in de eerste plaats gebruikt worden voor genieenten Emmen. De heer Zeeman spreekt er zijn genoegen over uit dat hij wel sympathieke geluiden heeft kunnen be luisteren. Zoo is het niet zoo erg bij de rondvraag c»ld te ver te gaan. Er wordt wel eens onvrucht baarder gèdiscusieerd. Nadat nog de heer Bekker gewezen heeft op da wenschelijkheid een tweede lantaarn op de Prin sengracht te plaatsen, werd de vergadering gesloten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1926 | | pagina 9