Rechtskundige Vragenrubriek.
Binnenlandsch Nieuws.
DOET UW SCHOENEN GOED
Wordt goedgevonden, het verzoek toe te staan en
wordt daarbij in 't oog gehouden, dat men door aan
vankelijke onwetendheid eerst het werk heeft gedaan
en eerst daarna aanvrage om de gelden doet. Maar
de weg is voortaan, eerst de gelden aanvragen en
daarna het werk te doen verrichten.
De heer Kostelijk merkte op. dat de Raad op wet
telijke bezwaren stuit om er tegen in te gaan en dat
de Raad in zooiets niet zoo heel veel rechtskracht
blijkt te hebben.
De heer Poland is van oordeek dat het schoolbe
stuur inmiddels wel te goeder trouw zal hebben ge
handeld.
Bepaling wan percentage, van Inkomstenbelasting
te heffen. Dit wordt van 1% pet. gebracht op 1 pet.
Goedgevonden wordt, om van de met O. Niedorp
aangegane overeenkomst een exemplaar aan Ged.
Staten ter goedkeuring te zenden, onder mededee-
ling, dat de regeling is vastgesteld.
De Hondenbelasting.
Het kohier Hondenbelasting 1926 wordt voor 208
honden in le en in 2e klasse gezamenlijk in totaal
op f 923 vastgesteld.
Voqrzitter vindt het niet een pleizierige belasting.
Vele reclames, gegrond of niet, komen in.
Behandeld wordt vervolgens een suppl. begrooting,
dienst 1925, in ontvangst en uitgaaf op f 612.08 slui
tende. De raad keurt deze goed. z
Een voorstel tot wijziging der R-
ges-heffing vindt geen steun,
Eenive schriftelijke vragen voor rond vaag komen,
r.adat de agenda is afgehandeld ter tafel. De heer
Poland zou bij heffing van leges, als b.v. voor een
te bouwen schuur reeds leges zijn betaald, ter secre
tarie, niet weder leges daarvan willen heffen, als in
zoo'n schuur een woning wordt gemaakt, wanneer
daarbij het gebouw niet grooter wordt dan het is. En
wordt het daarbij eventueel wel grooter,
dan alleen voor het grootere leges te hef
fen, Voorts geen leges te heffen als men eén Ijödi
gebouw, waarvan lege» betaald zijn, sloopt en daar
een nieuw doet verrijzen, als het nieuwe niet grooter
wordt. Wordt 't wel grooter, dan alleen voor zoover
het grootere betreft, leges heffen. Het idee-Poland
wordt niet gesteund en komt daardoor niet in stem
ming.
De heer Poland wijst op een afgewezen reclame
Hondenbelasting en die was .van een geloofwaardig
man en wil daarop terugkomen. De overige raads
leden en de voorzitter vinden, dat we in deze aan de
opgave van onzen gemeenteveldwachter geloof moe
ten hechten en ons daaraan moeten houden, Beslo
ten, niet op de reclame terug te komen.
Antwoord: In de eerste plaats is de aanrijder na
tuurlijk zelf aansprakelijk; is hij minderjarig, dan
zijn ouders of voogden verantwoordelijk voor do
schade, door hem veroorzaakt, als hij bij hen in
woont krachtens art. 1403 B.W. Natuurlijk kunt U in
geen geval den eigenaar van de boerderij aanspra
kelijk stellen, waaraan U twijfelde. Het beste is U
zoo spoedig mogelijk met een advocaat te verstaan,
als uw tegenpartij een minnelijke schikking afwijst.
J
Vraag: Iemand heeft een borgstelling geteekend en
nu wordt hij aangesproken, terwijl de tweede borg
en ook de hoofdschuldenaar door den schuldeischer
er buiten gela en worden. Kan dat?
Antwoord: Het hangt ervan af hoe de door U ge-
teekende borgstelling luidt; volgens de wet heeft
iedere borg de voorrechten van schuldsplitsing en
uitwinning, dat wil zeggen, hij heeft het recht te
vorderen, dat als er meerdere borgen zijn, de schuld
eischer hem slechts voor een evenredig gedeelte aan
spreekt (hij blijft dan wel aansprakelijk voor een
eventueel tekort) en dat in ieder geval de hoofd
schuldenaar eerst worde uitgewonnen, dat is langs
weg van rechten tot betaling genoodzaakt. Maar
in iedere regelmatige acte van borgstelling komt de
clausule voor, dat de borg afstand doet van deze
voorrechten, in welk geval de schuldeischers volko
men vrij blijft aan te spreken wien hij wil. Wel hebt
,11 natuurlijk later verhaal op den hoofdschuldenaar
j en als deze insolvent blijkt, voor de helft op uw
medeborg.
De overname van scholen.
De heer Kostelijk wijst op een ingekomen schrijven
er op wijzende dat de scholen naar getaxeerde
waarde moeten worden overgenomen overeenkomstig
de Lager Onderwijswet 1920, en zou in deze, waar
wij hier b.v. 4 R.K. bijzondere scholen hebben, wel
willen inwinnen het advies der Vereen, van Ned.
Gemeenien, waarvan onze gemeente lid is.
De heer Krom wil dit onderwerp nog eens aan
houden.
De heer Tromp merkt op, dat we voor de O. L.
.scholen evengoed volle pacht moeten betalen als
voor de R.K. Bijzondere Scholen.
Besloten wordt, dat B. en W. eerst advies zullen
uitbrengen en zullen onderzoeken, of dit onderwerp
reeds bij de Vereen, van Ned. Gemeenten aanhangig
is. Op de volgende vergadering zal dan hierop terug
gekomen worden en wordt thans goedgevonden, het
aan te houden tot de volgende zitting.
Voorzitter zegt, aan het einde der werkzaamheden
te zijn. hoopt dat de genomen besluiten in het be
lang der gemeente mogen zijn en sluit met dank voor
opkomst en medewerking de vergadering.
Vraag: Iemand huurt een woning van zijn moeder
en heeft met haar goedvinden verbeteringen aange
bracht, die hem een zeker bedrag gekost hebben.
Dit bedrag wil zijn moeder hem liefst niet terugge
ven, maar zij zegt. dat als zij voor hem komt te over
lijden. deze schuld uit de nalatenschap zal moeten
worden betaald.
Antwoord: Gij doet goed dit contractueel vast te
leggen, hetgeen onderhands gëschieden kan op een
formaat zegel van minstens f 0.50, maar daar de re
dactie vooral in een dergelijk geval nauw moet
luisteren, zult gij mi. toch wel verstandig doen een
deskundig iemand te raadplegen. Notarieel behoeft
de acte niet te worden verleden, wel moet zij gere
gistreerd worden, waaraan geen kosten verbonden
zijn.
Vraag: Een boerenrijtuig heeft door schuld van
den bestuurder een aanrijding veroorzaakt, waardoor
een schade ontstaan is. De aanrijder is een zoon
van een zetboer. Gevraagd wordt, wie aansprakelijk
is.
TOLLEN IN DE HAARLEMMERMEER?
Oinlangs deelden we mede, dat het bestuur van
den Haarlemmermeerpolder, een adres aan de Ko-
ningin heeft gericht, waarin goedkeuring wordt ge
vraagd voor "het plaaisen van «ollen aan de wegen
in de Haarlemmermeer, ter bestrijding van de onder
houdskosten dier wegen.
Naar wij thans vernemen, hebben Gedeputeerde
S aten van Noord-Hoiland een ongunstig advies op
dit verzoek uitgebracht. Hhld,
INBRAAK.
Gisternacht is( naar de Tel. meldt, ingebroken in
het stationnetje van de Gooische Stoomtram, nabij
het Weesperpoort station te Amsrerdam. Een ruit
aan de achterzijde werd ingedrukt, waarna de daders
zich toegang verschaften tot het buffet van de
restauratie. Daar werd nog al een en ander ver-
nield: verschillende kisten sigaren, doosjes sigaret-
en, chocola en eenig klein wisselgeld werd medege-
nomen.
i\a dit bezoek braken de heeren in bij de ^oederen-
a.deel.ng van hetzelfde gebouw en ontVreemdden
|-daar twee transportfietsen en een gewoon heeren
rijwiel.
Om vier uur, naar schatting twee uur nadat het
misdrijf gepleegd was, zag een politiebeambte van
het bureau Singel, die op den Amstel ter hoogte van
de Halvemaansteeg surveilleerde, drie op rijwielen
gezeten mannen, die den rijweg in de verkeerde rich
ting bereden. Hij riep hen aan, doch het drietal
stoorde er zich niet aan.
Toevallig kwam een coMega van dien Ibeamhte van
j den anderen kant aanloopen. Deze greep een der
mannen beet en trok hem van de fiets. De ver-
j daclète slaagde er in, zich los te rukken en zette het
i op een loopen. De agent, die het drietal even te vo
ren had gesommeerd, sprong op het rijwiel en zette
I den vluchteling na. Hij kreeg hem in de St. Alnthonife-
breestraat te pakken, floot om assistentie, waarna de
man werd overgebracht naar het bureau Singel. -Bij
i fouilleering bleek hij een kist sigaren, sigaretten en
chocolade, afkomstig uit het buffet van het station,
in zijn bezit te hebben. Daaromtrent ondervraagd,
zei hij, da hij een en ander van een onbekende op-
straat had gekocht. Deze verklaring gaf hem echter
zijn vrijheid niet terug en 's morgens is hij overge
bracht naar het bureau Linnaeusstraat, waar men
zich bezighoudt met de inbraak.
1 De beide mededaders zijn nog niet aangehouden.
zooals een gespannen boog1 terugspringt. Hij' liet
haar los en staarde haar aan, zooals .zij daar
dien ademhalend stond, en nog meer verwonderd
keek hij, boen zij haar snikken beheersehend, be
gon te spreken.
Bij hun worsteling was haar haa-r losgegaan en
viel nog wat samengebonden Zwaar golvend over
den eenen schouder, langs haar bcxrst. Het licht
van de sterren deed het glinsteren,en het omlijstte
baar donker g.riuat. Haar oogen lichtten woest en
haar zachte schoonheid had iets zigeu
nerachtigs gekregen, haar zachte stem klonk ruw
„Dat zoo iets moet gebeuren! Voor wat moet je mij
wel houden! Voor wat zie j'e mij wel aan?"
Het vreemde en hevige van haar wanhoop ver
baasde hem. Wat had hij gedaan? Geprobeerd haar
éen kus te geven. In den naam van alle mooie
ineisjes, die hij gekust had „Maar Ima," was
alles/wat hij uitbrengen kon. „Ima."
Zij viel, als uitgeput op den grond neer, alsof
het haar niet meer mogelijk was te blijven^ staan.
Zij sloeg, haar handen voor haar gelaat en hield op
met hevig snikken: hij zag haar leden beven.
Hij stond op en ging naar haar toe, en léj
hand op haar schouder; hij .woelde, hoe Zij
en hoe haar heele lichaam sohokte onder
haar hevig snikken: toen eerst besefte hij ben volle
den omvang van zijn zorgelooze daad. Wanhopig
riep hij uit: „Wat heb ik gedaan, Ima? Ik probeer
de je maar voor den grap een kus te geven! Ik
weet niet waarom, ik meende er .niets mee. 't Was
maar voor de grap."
Hij wachtte een oogenblik, half boos, half uit
medelijden voor haar; toen kreeg; hij zijn antwoord
en ontdekte daarin zulk een hevige ontroering, als
hij een oogenblik te voren niet had kunnen ver
moeden.
Zij haaide diep adem: „Dat is het juist, uit dg
grap,'' zei zij en met een wanhopig gebaar legde
zij haar armen, de vuisten gebald op haar knieën-
„voor de aardigheid!" zei ze hartstochtelijk:
„Bij God, bij God, ik wou, dat het ernst geweest
was."
Hij kwam- vlak voor haar staan. „Zeg me nu.
wat ik je gedaan heb," zei hij. Al het hartstochte
lijke verdween uit haar stem. Van dat oogenblik af
isprak zij zacht, alsof zij een kind iets uitlegde.
;A"h baasje! Je he t me behandeld als een
meid."
Maar Ima! Na ai de jaren dat wij elkaar ken-
or MOORD AAN TVT NOr.RDEHMARXT TE AM
STERDAM.
Het onderzoek dat de politie heeft ingesteld om
den dader van den moord, gepleègd in het logement
op de Noordermarkt, op te speuren, heeft tot op dit
oogepblik weinig resultaat gehad.
Het onderzoek heeft slechts uitgewezen, dat de ver
dachte Melgers of Melchers, die volgens de aanwij
zingen de dader kon zijn, dit niet geweest is. Hij is
'emand die wel bij de politie niet onbekend is, doch
aan deze daad is hij Onschuldig
Het onderzoek wordt bemoeilijkt doordat de juiste
naam van den man met wie het slachtoffer samen
woonde, niet bekend is. Uit tal van plaatsen, Haar
lem, Utrecht, Hilversum en andere, komen nu in
lichtingen van menschen die vermoeden dat zij over
he* geval mededeelingen kunnen doen. Bij onderzoek
blijkt dan vaak dat deze inlichtingen onjuist zijn
of op personen betrekking hebben, die met deze
zaak niets te maken hebben.
De man uit Den Haag, een Griek' van geboorte,
die aan het logement geweest is om daar naar Nelly
Wijker te vragen, is opgespoord. Inlichtingen, die
van waarde waren, kon hij niet geven. Hij had van
de vrouw, die hij van vroeger kende, een brief ont
vangen, waarin deze hem verzocht haar in Amster
dam te komen opzoeken. Hij is toen naar Amsterdam
gekomen, vond aan het logement mej. Wijker niet
thuis en liet voor haar een brief achter. Deze is
in banden gekomen van den man, die Krop of Mel
gers kan heeten en evengoed een anderen haam kan
hebben.
Uit dezen brief moet hij op hebben kunnen maken
dat de vrouw hem wilde verlaten hetgeen de
aanleiding ot de moord moet zijn geweest.
De politie verzoekt nog te melden, dat de man. dje
de vermoedelijke dader is, de laatste dagen en ook
jl. Maandag, met stukjes zeep o.a. in de Indische
huurt gevent moet hebben.
DE VERDWENEN BRUIDEGOM.
Het vorige jaar, omstreeks Februari, kreeg de 18-
jarige dochter van eenvoudige lieden, die ergens op
den Linker Ma&sover te Rotterdam wonen, kennis
aan een jongen man, liefdesbetrekkingen werden
aangeknoopt en niet lang nadien, was het oogenblik
gekomen, waarop het meisje haar ouders mede
deelde, dat een spoedig huwelijk dringend gewenscht
was., zoo vertelt de N.R.Crt,
De vader van het meisje had daarop een ernstig
onderhoud met den jongeman, die zich dadelijk tot
een huwelijk bereid verklaarde; hij maakte evenwel
het beding, dat het huwelijk te Utrecht voltrokken
zou worden, omdat zijn ouders, die daar woonden,
moeilijk naar hier konden komen. De vader vond
dit goed en gaf den schoonzoon in spe op diens
verzoek f 15, om hier een acte te lichten, teneinde
de ambtelijke toestemming te krijgen het huwelijk
elders te doen sluiten.
In afwachting van het definitieve huwelijk, is het
paar vast samen gaan wonen op kamers. Eenige
dagen later ging het naar het bevolkingsbureau al
hier, om de papieren verder in orde te brengen. Het
meisje betaalde de kosten.
Met dat al maakte de jongeman geen haast met
aan teekenen en de schoonouders begonnen er op aan
te dringen, wat meer spoed te betrachten en vast
wat meubeltjes aan te schaffen.
De aanstaande bruigom had hier wel ooren naar
en vertelde op een avond, dat hij een geheele keu
keninrichting aangeschaft had, maar dat hij juisi
f 15 te kort kwam. Zijn aanstaande schoonmoeder
de stiefmoeder van het meisje gaf hem dit geld.
Eenige dagen later wist hij op gelijke manier
eenig #eeld los te krijgen. Zijn bruid heeft hij be
wogen, haar spaarpenningen van de spaarbank te
halen en aan hem te geven.
Eindelijk kwam de dag, waarop de jongeman de
heuglijke tijding bracht, dat de zaak in orde wa$
en dat hij den volgenden dag met zijn bruid naar
Utrecht zou afreizen, om aan te teekenen. Den vol
genden morgen werd het jonge paar met vele geluk-
wenschen uitgeleide gedaan, maar bij het Maas
station gekomen, vertelde de bruidegom dat hij wel
alleen zou gaan. Het was volgens hem niet noodig
dat het meisje mee ging.
Deze geloofde haar aanstaanden echtgenoot onvoor
waardelijk en ging naar haar kamer terug, om de
terugkomst van haar bruigom af te wachten. Deze
kwam eerst 's avonds heel laat terug, me een heel
groot papier, voorzien van enkele zegels en stem
pels, onderteekend door Cellius. ambtenaar bij de,
arrondissements-rechtbank te Utrecht. In dit stuk
verklaarde Cellius, dat dezen dag het paar zus en
zoo in ondertrouw was opgenomen.
Met dit papier ging het bruidspaar, ondanks het
late uur, nog gauw even de ouders van de bruid
opzoeken. De bruigom deelde nog mede, da: hij in
Utrecht, voor f 275 meubelen gekocht had.
De schoonouders vertelden, dat zij het paar als
huwelijkscadeau een ledikant met toebehooren toebe
dacht hadden. De bruidegom zegde (Jank voor de
goede bedoelingen, maar liet duidelijk blijken, dat
hij aan een geschenk in specie de voorkeur 7c*
fieven, om daarvoor iets naar eigen keuze m net
jonge huishouden aan te schaffen. Do schoonvader
gaf hem daarop een bedrag van f 30.
Nog verschillende keeren in dien tijd kocht de
bruigom goederen, o.a. een piano en telkens kwam
hij dan een bedrag te kort. welk bedrag de schot
moeder bijpaste.
Veertien dag-en tater is hij weer alleen
Utrecht getrokken, om daar te trouwen. Wei*
kwam hij met een groot papier van meneer Ceii.iL,
terug'. Trouwboekjes werden volgens hem in Utrecl
niet afgegeven.
Dien avond had ter eere van de bruiloft
intiem familiefeestje plaats.
Het paar zou voorloopig nog op kamers bljjvej
wonen, totdat de eo'itgeno t ccn geschikte w
gevonden zou hebben. Eerst d :n zouden de tut; -
beien en de piano uit Utrecht opgezonden worde*
Weer verliep eenigen tijd. Toen berichtte de rat*
der van den man, dat zij hem eens zou komen «,r. -
zoeken En. bij die gelegenheid, moest de jong»
man zijn vrouw wel bekennen, dat de geheele g
schiedenis gefingeerd was. Hij was al getrouwd
had een kind. Vrouw en kind had hij echter
laten en deze twee woonden ergens in Den Ilaj
Omdat deze vrouw ijverig nasporingen naar 1
verdwenen echtgenoot liet doen, was het voor I
zaak. zoo dikwijls mogelijk te verhuizen, om hal
het spoor bijstor te doen worden. Van daar dat 1
jonge paar nooit langer dan twee weken op i
zelfde adres was blijven wonen.
De man bedreigde zijn vrouw evenwel met i
yreeselijkste wraaknemingen, als zij de geschiede!
aan haar ouders vertelde. En het vrouwtje z\ve<
Haar vader had evenwel langzamerhand
•waan gekregen. In een vergadering van buurvr
wen werd net gevaluitvoerig besproken en mal
kwam tot de conclusie, dat het toen al te zonder]
ling was, dat in de gemeente Utrecht geen troun
h eVes uitgereikt zouden worden De schoor-^de
informeerde, daarop eens te Rott op het bevolk-nz? l0rvI
bureau en te Utrecht, waarna hij weldra de waai VR|
heid van de geschiedenis te weten kwam. Ceiüu
bestond slechts in de verbeelding van zijn schoon
zoon. lp
Toen deze er lucht van kreeg, dat zijn schoon .Li i
vader meer wist. dan hem wel gewensolit .voor r'
kwam, vertrok hij met de noorderzon, bij welki
gelegenheid hij nog kans zag, een boterhandelaa [JJz-
Uit de Cronjéstraat voor f 33.50 op te lichten, y.oo
genaamd om huurschuld te delgen. .7*
De schoonvader deed van het geval' aangifte bj
«de politie. Het was toen eind November. Van dea
jongen man is niets meer gehoord, totdat hij gï-to Ke'
ren opeens gesignaleerd werd in een café tje ot
Delfshaven. Hij is daar aangehouden en in hi
^politiebureau aan de Nassaukade opgesloten,
bleek de 24-iarige colporteur J. E. v. R., zont
vaste woonplaats, te zijn.
Hii zal ter beschikking van de justitie wordt
{gesteld.
BARSINGERHORN.
v De leverantie der school behoeften voor de open
bare lagere scholen dezer gemeente is gegund aaf
den Roekiiandel v.h. Trapman en Co. te SchageH
SCHOORL. VPIHH
Woensdagavond had de voorjaarsvergadering
plaast van de Schoorlsohe Tuinbouwvereenig.ing, jf t
De opkomst was zeer bevredigend, terwijl nog yhv
weder 17 nieuwe leden konden worden ingeschreven, R
De Burgemeester van de plaats trad als begua- „Ji:
stiger toe.
Er was een zeer voordeelige aanbieding 'van loos-
nenzaden, waarvan echter weinig gebruik werd ge- g
maakt.
Ui
Het bestuur deelde mede, dat voor de teelt van
Oost Indische kers voldoende contracten waren af-,
gesloten, zoodat ieder ongeveer zijn gewensehte dool
zal krijgen. Echter zal het Bestuur de regeiing U.e
aan zien houden van de soorten die men krijgt "jL,
Sterk werd gewaarschuwd, om dit jaar toch vooral nJj,
nauwlettend te controleeren, en vooral vroeg.Wordt w.
dit door de telers nagelaten, dan zal het Bestuur
in deze handelend optreden op kosten vip den tce-
Ier, daar dit artikel groote zorg eischt 't Is voc
behoorl een zeer belangrijke cultuur en gr is eon sc^8
naam mede op te houden, die men o zoo spoedig I(je j
kan verliezen. t—
De prijzen zullen geregeld worden bij inlevering
van den oogst Als regel zal gelden, dat voor do
kleuren 10 ets. per kilo meer zal betaald worden
dan voor de mengsels.
Er waren 700J aardbeien-sloffen geleverdnog
werden kleine kwantums nabesteld.
De vergadering kende, op voorstel van het Be-
stuur, den secretaris boven diens salaris van f 50
een jaarlyksche toelage van f 15 toe. Verminderen
e rhter diens werkzaamheden, dan vervalt ook weder
deze gratificatie.
Evenals vorige jaren zullen wéder de heeren
Beemsterboer en Druyven de producten naar de
veiling 'vervoeren, onder dezelfde voorwaarden
Den telers werd echter warm aanbevolen om
nimmer hun wa. r vóór de veiling d >or den wacht
man te Ia'ep verk open. Laat alles zonder omwegen
over de 'eihng fP-an.
De heeren C. Delver, C. Duin en T. T. Meden-
dor zullen in 1923 de fmantieele commissie vormen.
Bes-'den werd, dat in 't lokaal van den hoer eai
Sohiiyt altijd broeiglas In voorraad zal zijn ter
eventueel* aanvulling bij breuk of iets dergelijks.
De rondvraag leverde zeer weinig op, zoodat
we te 9 uur weder huiswaarts konden keeren, wat
voor velen wel de gewensehte toestand is.
Toei
wer'
een
vers
500
Vi
svin
win
kra
WDÏ
E
buu
de
hiei
sar
ver
ma
der
■E
ger
de
nen, maar ééns voor de grapMaar zij vervolgde
yWelk soort meisjes woi'den voor de grap gekust?
Doet een man dat een meisje, waarmee hij ziou wil
len trouwen? Is hij zoo tegen de zusters van zijn
vrienden? Behandelt hij een meisje, dat hij hoog
acht op die manier? Wat voor soort dan wel?" en
zij gai^ hem zelf het antwoord: „Neen, meisjes
zooals ik."
„Ach Ima, Ima, spreek toch niet zoo," riep hjj
vol medelijden. „Wat meen je toch? Vergeef me
ik heb er zoo'n spijt van!"
Haar droeve oogen glimlachten flauw. „Ik heb
je niets te vergeven," zei ze. „5t Was een dwaZo
droom van me. 't Is goed, dat er een einde aam
gekomen is." En zij staarde weer over het donkere
hakhout naar beneden, in een totaal verslagen
houding.
Een diep medelijden greep hem- aan.
„Vertel me dan toch, wat meen je met }e
droom, waaraan een einde is gekomen, en met
I „dat is alles voorbh'
„Dat alles wat ik geprobeerd heb, tevergeefs is
geweest, dat allé hoop, alle verwachting in eena
de bodem is "ingeslagen, als ik maar gewaarschuwd
was geworden.
„Wat heb je dan geprobeerd, Ima? Ik moet nu
alles weten, om je te kunnen zeggen hoe het mij
spütV
Ze zweeg eenigen tijd. Toen ze weer begon te
spreken, had haar stem een een bonigen, doffen
klank: zü sprak door, zonder .zich door de uitroe
pen, die hij stamelde van de wijs te laten brengen.
„Luister dan," zei zij. ,,'t Is niet meer alléén
mijn geheim: je mag het nu weten. Hoe ver moet
ik niet in mijn gedachten teruggaan, tot aan het
oogenblik. dat ik voor het eerst begreep, dat ik
je liefhad?"
„Ima!"
„Van het oogenblik af, dat ik het wist. heb ik
geprobeerd, te worden zooals jij. Waarom denk je,
dat ik tusschen muren onder een dak ging wonen;
waarom heb ik uit boeken geleerd neb ik ma
nieren geleerd en een andere, een beschaafder taal1
Ieeren spreken? Alleen omdat je mij niet minach
ten zouat, alleen om je tot mij te trekken."
„Ima nooit, nooit heb ik dat gedacht
„Waarom ben ik den éénen winter na den an
deren weggegaan uit mijn vaders woonwagen? Óm
dat ik van je hield, van den beginne af
„Zwijg toch, zwijg tooh!" riep hij. Er was iets
yreeselijks voor hem in die "biecht van een vrouw,
iets vernederends; afschuwelijk, haar meest hei
lige gevoelens stelde Zij schaamteloos ten toon,
"t moest voor haar heteelfde zijn als wanneer zy
naakt voor hem ^ou liggen; hij leed mede onder
haar wanhoop^ léed, dat hy aie wanhoop moest
zien, zooals hij met haar zou lyden, wanneer zy
gedwongen was in naaktheid vocir hem te staan.
„Zwijg tooh, zwijg tooh, Ima! Ik begrijp het nu;
ik had het eerder moeten begrijepn!"
Maar zy^ ging voort 't klonk .als een requiem
over een dierbaar voorwerp, dat zy in haar armen
droeg. Omdat ik je liefhad je aanbad in alles
wat je deedt, omdat ik je liefhad met een liefde
zooals mannen en vrouwen liefhebben^ maar ook
met die van een moeder, van een vriendin, van
een zuster, op al; die wijzen heb ik je liefgehad,
en het is mij een géllik geweest."
„Ima!"
„Dat zoo iets moest gebeuren?" riep ik uit, en je
vraagt mo waarom? Omdat ik door je kus inzag,
dat ik niets voor je ben, minder dan mets Alles
wat ik gedaan heb, is dus nutteloos geweest. Mijn
arme droom, dat eens je oogen zouden opengaan
en ik je dan waardig zoiu zyn, is plotseling in rook
vervlogen, in rook, die door den wind wordt mede
gevoerd en opgelost. Toen riep ik: „Dit is het
einde van allésI"
Zij zuchtte diep. Ook hy beefde; hy* sidderde voor I
het gevoel' van schaamte, dat haar nu moest doen
lijden; hy leed by het hooren van die stem, die
haarlevenstragedie zacht in de duisternis, in de
eenzaamheid om hen heen fluisterde, hij léed by
het hooren van dien diepen zucht, die opsteeg als
een geest, die bijna onhoorbaar voorbij gleed over
het eikenhakhout.
„Waarom ik uitriep „dit is het einde van al
lés?" Omdat nu alles niets meer waard'.js, baasje,"
en hij zag hoe zij de handen met een wanhoopsge
baar liet Zakken en haar hoofd boog
I Toen stond hij langzaam op, en hy ging opzyde
om voor haar plaats te maken. Haar haar, dat nu
byna geheel' was los gegaan en in dikke golven
langs haar gelaat hing, nam zij by elkaar en terwyl
zy net vlocht, keek zij hem aan. Haar blik was
vriendelijk, en opnieuw kreeg hij den indruk als of
de sterren zich op haar gezicht weerspiegelden;
Jt was bijna alsof zij tegen hem glimlachte. Toen
vroeg hij: „Zullen we nu gaan?"
„Neen," zeide zij vriendelijk maar beslist. „Mijn
arme geheimen heb ik hier gelaten. Laat me ver
der alleen." Zij keerde zich om en ging weg; hij
zag haar in de duisternis heen gaan eerst, hoog
boven het hakhouk uit, dan diepor en dieper, tot
het hem scheen alsof zy in een diepen, groenen
vy ver onderdook toen was- ze verdwenen,.
Een gevoel van drukkende ellende overviel Per-
cival. Een groot verdriet was zoo plotseling over
hem gekomen, dat hij als met stomheid geslagen
stond, zooaLs iemand na een slag van pijn verdoofd
is. Toen de volle beteekenis tot hem doordrong,
riep hij hardop: „Groofce God, wat vreeselyk!" en
met weemoed overdacht ,hy alles wat zy gezegd had,
en hoé zy het gezegd had. 't Was 't meest deernis
waardige wat bestaan kon, haar .in stilte werken,
haar zich trachten te be~> aven, haar leeren,
haar zich gewennen in een huis, tusschen muren,
onder een dak. Diep bedroefd werd hij, wanneer
hy bedacht hoe zy dat alles gedaan had om hem.
„Afschuwelijk, afschuwelijk!" herhaalde hy en
hy herinnerde zich al haar kleine zorgen, hoe zy
zyn kleeren verstelde, haar angst, dat hij te veel
onder den invloed van hun ruwe omgeving zou ko
men; afschuwelijk, afschuwelijk! nu wist hij waar
om zij het gedaan had. En dat zy dat alles aan
hem zelf openbaarde Ily moest- loopen, zich bewe
gen, wanneer hy die herinnering wilde verdragen.
Hoe had zy zich willen losrukken uit zijn armen
„Mijn God. wat een beest kan een man zyn!" riep
hy. Wat een wanhoop in haar: „O. Percival, wat
moet je my minachten," wat een wanhoop in „dat
dit moest gebeuren", en wat# een pijn en berusting
in die laatst© klacht: ,,'t is niets meer waard
baasje!" O, gelukkige, gelukkige tijd. toen zy hem
by dien wonderlijken, grappigen naam noemde; uit
welk een diepte van smart en lijden was het woord
„baasje" weer by haar opgekomen. Wat had zij
gedaan? Waarom had zij hem zulk een groote liefde
geschonken, hem, die zyn hart al zoo geheel ver
pand had? Neen, het ergste was nog, wat had. hij
gedaan? Wat had hij gedaan, dat- zy zich zóo
onbebeerscht had laten gaan, wat had hij in zijn
groot medelijden gezegd, toen zij het diepst harer
ziel bloot legde? „Ik moet, naar huis toegaan," zei
hij plotseling; en zoo gauw als de duisternis het toe
liet, snelde hy langs smalle paadjes door het
jhakhout naar beneden, naar de lichten van de ker-
Wordt vervolgd.
me
Ree
tri
zal
l\ve
De
dei
;h0l
Me
scl
ree
hu
ha;
vei
wa
nu
de
fui