üititti Bitlis- liitiitmit- IbèiïUii Woensdag 28 April 1926. 69 ste Jaargang, No. 7834. UitgeversN.V. v.h. TRAPMAN 8- Co., Scltagen. Eerste Blad. De Yiering Yan de stich ting Yan Rome. Feuilleton. DE OtLUKKIüE HELD Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. ioor de toeloa, le men. e beg, ie chei ng bin- slagen beij verioèi aaq ij wee eg. Ge teuwei Ir. de n ma e v. .ie ha aan dozei Dit blad verschijnt viermaal por wook: Dinsdag, Woonsdag, Donder de oh 2ulordttg.' Bij inzending tot 'smoi^ena 8 uur, worden Advor- gelaa jonllon nog znnvoui hm^ulljk in hot ooratuitkomund nuinmor guiiluutst. he" Tel POSTREKENING No. 23330. INT. TELEE. no. 20. Prijs per 8 maanden 11,65. Lossa nummom 0 cont. AD VERTEN- TïöN van 1 tot 5 rogols f 1.10, iodovo rogol meojj 20'cent (bowijf.:o, inhogropen). Geooto loltors woj;don naai: plaatsjGulinlo boaekondL DIT NUMKiER BESTAAT DIT TWEE BLADEN ilowm doriaj unten -wel raf ie ver- het oop« Volgens de oveflevering- werd Home op van het jaar 121 vóór Christus gesticht. Wie April lolijkt niet gelooft, moet heb "maar eens uitzoeken. In eik gevui viert men sedert jaren, men vertelt mu, sedert 1 709'onzer jaartelling, dezen dag- als Romes stiohr tingsdag^ en nu door Mussplini het Italiaansch Nationalisme aangekweekt wordt, viert men niet alleen in Rome, doch in geheel Italië dezen dag en is net een nationale feestdag van beteekenis ge worden. Mussolini, die niets aan het toeval overlaat, heeft weer jrezorgd voor een verrassing. Teruggekeerd van ^jn tooht naar de Itaiiaanache koionlo, van Lybia, hoeft hij ditmaal' ais programma voor do feestviering van dozen dog beslist, dat hot sou li gtaan in jiot Koloniale fcjflte'vi, In allo groots plaatsen van Italië werden dooaj de Fascisten vergaderingen uitgesahreven en zoo heb £k in een der groofce fabriekssteden van Italië als gast het feest meegevierd. Om 9 uur 's morgens had de stad reedsir ©en v/ijk feestelijk karakter, overal1 zag men de Italiaansehe driekleur, de middeleeuwsche paleizen rondom de Ete markt waren keurig versierd, uit de ramen en zijden draperieën in vieux rose met het iwapen. hetgeen bij de grandiose bekoring der fraaie gebouwen zeer wel pasta De trams waren gepavoiseerd, meen zag overal' troepen mannen, soms met muziek, naar het station trekken, waar de betoogende vereenigingen zouden samenkomen, ten einde vandaar, aangevuld door corporaties uit de nabijgelegen gemeenten naar. het feestgebouw, de groote Schouwburg, op te trek ken. üm half elf naderde de stoet, steeds zorgde een muziekcorps voor een vroolhkeu marsoh en duizenden fascisten uit alle standen trokken met wapperende vlaggen en vaandels door de stad, overal' door de menigte met den Romeinsohen groet verwelkomd. De doodclijke ernst van al die betoogers en kij kers viel1 mij op. Ik trof mijn gastheer en wij begaven ons naar !den Schouwburg. Het was een geweldige drukte op straat, alles stond weer in het? teeken va.n het fascisme, een jongetje van 5 jaar is fascisiteav uniform, kreeg waar hij passeerde, ovaties. Waar zijn do niet-fasoiston vraagt men zich on willekeurig. De schouwburg was stampvol met een uitgelezen pubdek, dames en heeren, voel- officieren, en verder middenstanders en arbeiders. Op het tooneel', op deu achtergrond de tientallen vaandels en vlaggen, op don voorgrond, do hoogste civiele en railitairje autoriteiten en de vooraanstaanden in de fascisti sche beweging. Tevens in de iógas om het .tooneel vrouwelijke en manlijke, studenten en de muziek. Heelemaal vooraan links een spreekgestoelte, waarnaast een vaandeldrager met oen stuk gesohoi- ton vaag en achter dien de pers. Het werd 11 uur en op een teeken zette du muziek het fascistenlied in. ledereen hoorde het staande aan, terwijl men door handgeklap instem- ming toonde. De muziek zweeg. Plotseling uit het schellinkje eldoji scijfj tótlH) i r d id i.-JJ i om n bij auto Was mot erniH be- iocrl agon of Hofl haar der i ge iden! der! )ord een a>d-< ring ceel Ken rja- mer aa-i 1L ionj >ok hts en] Ier Ie- 54. door A. S. M. HUTCHINSON, „Weg, weg van hier," en als door een gemeen schappelijke drang voortgedreven, snelden zij naar hun wagens; en in de bijna tastbare duisternis* beduusd bij eiken donderslag, doornat van het neer gutsende water, verücht door de bliksemschichten, begonnen zij in doodsangst de paarden aan te spannen, terwijl zij hun vrouwen toeschreeuwden. „Den van de onzen heeft het gedaan! Zie je de bereden politie? yooruit. Houd den disselboom op! Waar is die riem? Zit alles.' goed vast? Ben van de onzen! Een van de onzen. Een wagen, die vlugger gereed was dan zijn bu ren rolde weg: de eigenaar joeg het paard aan vanaf het voorbalkon. Een felle bliksemstraal ver lichtte liet voertuig. De politio-agent stond bij de vooroverliggende gestalte en gaf zijn bevelen. ,Hij is nog niet dood. Knoop die twee doeken samen en licht hem op I'" Hij keek op, beschutte zijn oogen voor het felle licht .en sprong plotselinig (naar zijn paard. „Houdt dien wagen tegen! Niemand mag hier vandaan. Houdt ze togen, allemaal!" ,Weg, weg!" De hoeven van de paarden weer klonken <>p de steenen, de wielen Icraakten, één; wagen viel,om; weeklagen en kermen; de vervolgers werden teruggeduwd of geslagen, toen zij op de trapjes van de wagens wilden klimmende politie agent werd door de mannen omringd, van zijn paard getrokken en aan den kant van den weg gesmeten. Het paard werd opgejaagd Weg, weg, voort in den donkeren nacht. En in die duisternis, twee mijlen verder, rende, een man, nijgend naar adem, het zweet gutste hem I'angs zijn gezocht en hij mompelde voortdurend „Ik heb me gewroken. Als een hond heeft hij me axgerosd, waar ze .allemaal bij waren. Ik heb hem gestoken, dien tiran.' Percival trok zijn druipnatte kleeren uit. Hij was geheel uitgeput, de wonden in zijn gezicht een stem: Vivat il' Duee. Luid gejuich, en hand- Op. Weer een stem: Vivat Benito Mussolini, en urif? gejuich. Be zei niets, maar dacht: Waar blijft de koning? 1) Enfin, na nog een fascistenmarsch, kregen wij het volkslied te hooren, het doet wat vreemd aan op een nationalen feestdag het volkslied in de der- ue pfraats te hooren, maar'wanneer men er over na denkt, dan is nu eenmaal niet door het volkslied, maar door het fascistenlied het nationalisme der Ita» lianen ontwaakt en het internationalisme, het eeuwi ge steken, het revolutionnair gedoe den kop inge drukt. De geheele feestviering ging uit van de Federazio- ne Provinciale Fascista en de feestredenaar was Zij ne Excellentie Arigo Serpieri, onder-minister, belast met den Landbouw. Toen deze het spreekgestoelte betrad, werd hij luide toegejuicht. Hij zag er eenvoudig en wat min netjes uit in zijn zwarte hemd en colbertje, de zwarte kraag wat eng om den mageren hals. Zijn redevoering klonk sympathiek, zijn stem was zeer prettig te volgen, zoodat mij geen woord ontging. Hij had de rede op schrift, doch vrij goed geme moriseerd. Ik hob een sterk vermoeden, dat over ge heel Italië dezelfde redevoering is gehouden, en wel een door den Ministerraad opgesteld en vastgelegd. De spreker heeft zich aan zijn tekst gehouden, geen moment is hij, dunkt mij. afgeweken, geen grapje werd gemaakt. Weer viel mij op den duldelijken ernst bij spreker en publiek. Enkele malen werd de rode toegejuicht en aan bet slot kreeg de spreker een hartelijke ovatie. Ik zal U over de koloniale politiek van Italië in een volgend artikel meer vertellen en zal dus do op die politiek gebaseerde redevoering op de Giornata Coloniale Italiane niet herhalen en mij beperken tot het verslaan van het feest. Den spreker werd warm de hand; gedrukt door verscheidene autoriteiten en het was wel opmerke lijk hoe groot de belangstelling in het koloniale vraagstuk hier is. Dat bleek telkenmale bij de toe juichingen, want dan onderstreepte het publiek spon taan en algemeen die woorden, die doelden op het nationaal belang der kolonisatie. Na den feestrdenaar kregen wij den tweeden spre ker te hooren. Paolo Orano. Ik had dezen al aange kondigd gezien op aanplakbiljetten. Het was mij op gevallen. dat de feestredenaar door" de Federaziona Provinciale Facista was aangekondigd en door de Federazione dei Corporazione Provinciali (Syndaca- listi) fascisti (Provinciale Bond van Fascistische Ar beiders Vakvereenigingen). Mijn gastheer had geen gelegenheid ineer om mij' iets over dezen Orano te verrellen, maar twee minu ten later had ik hem jp mijn zak. Een acteurl Een man waar men alles van kan maken, voor wien de haan geen "drie keer behoeft t.e kraaien, of hij weet het al. Een partijman, volksmenner van beroep. Keurig gekleed stond hij daar op het spreekge stoelte en barstte al dadelijk los mot handen en voe ten. Zijn stem was lang zoo welluidend niet als die- van den minister en daarbij geheel op effect be rekend. Het is zoo'n redenaar, die heel dikwijls zijn stem uitzet, een geweldig gebrom maakt, maar.... inhoud ho maar! Verder iemand, die zich zelf dolgraag hoort spre ken en voortdurend in herhaling valt. Soms kroop hij als een krolsche kat half weg over j den lezenaar, trok ontrustbarende gezüchten en.... vertelde eenige gemeenplaatsen. Maar laat ik eerlijk zijn, indien hij korter ware i geweest en zich beperkt had tot de uiteenzetting wat de arbeiders voor belang haddien bij kolonisatie, dan was hij werkelijk heel goed geweest. Hij was zsor ge lukkig in zijne beantwoording van die vraag, om trent het belang der arbeiders bij de kolonisatie. Wan neer gij luistert naar de socialisten, dan zullen die U VAN RIJSWUK'S SCHOENHANDEL. SCHOENMAKEHIJ. RUIME KEUZE IN ALLE SOORTEN. MOOIE, EENVOUDIGE SCHOENEN VOOR BIJZONDER LAGE PRIJZEN. zagen er ïeeüjk uit, en Japlira, die hem beknorde, dat hij den wagen was uitgegaan, zag met onrust hoe rood_ en koortsachtig- hij er uitzag? en hoe gloeiend heet zijn nat lichaam was. „Ga in bed," zei hij. „O Japhra," gaf Percdval ten antwoord. „Ik zag hem wankelen en in elkaar zakken. Ik heb nog geholpen om hem naar zütn wagen te dragein Ik zag, dat hij gestoken werd." Geen oogenblik was het Percival1 uit de gedachte, wie langs hem heen was geslopen in het gedrang met zijn rechterhand in zijn zak. Zijn oogen keken Japhra vragend aan, en zijn blik werd beantwoord. ,Egberfc Hunt?" vroeg hij. „Eg bert Hunt." „Wat zal er nu gebeuren, Japhra?" De laatste schakel1 was dit van de keten van toevalligheden en teleurstellingen van dezen dag, en Percaval besefte ten volle het gewicht van Ja- phra's woorden: „Deze nacht maakt een einde aan dit leven, baasje. Stingo verkoopt den boel' en gaat terug naar Zijn broer, die dicht bij je woont. Morgen trek ik weg en za! nieuwe wegen zoeken." Maar Percdval' hoorde niet het einde van zijn zin. Japhra ving hem op in zijn armen en riep ver schrikt: Ima!" Zij kv «Help kwam van aohter het gordijn 'te voorschijn. ven, en loop dan gauw naar den wagon van Maddox. Daar hebben ze een dokter gebaald. DeZe nacht is te veel1 geweest voor onzen jongen." HOOFDSTUK VIL Japhra een Ima. Japhra en Tante Maggie. L De woonwagen vervoerde Percdval naar Tante Maggie. Japhra en Tm* sloegen, terwijl zy op den dokter wachtten, de verschijnselen gade, die zooaJls Japhra Zei, flinds dien nacht zeer verergard' waren. Vanaf het oogenblik, dat hij in Japhra's armen was neer gezonken, had hij geen weerstandsvermogen meer. In zijn koortstoestand ijlde hij: „Doe dat niet, Imal neen, neen, Ik ben heel goed, ik wil' liever staan I Het was maar een grap, zeggen, dat kolonisatie weer een uitvinding is van den duivel, pardon kapitalist, dat voor de arbeiders slechts één ideaal bestaat, nl. het uitroeien der ka- pitalisten en het vernietigen van het kapitaal Die prediking van den klassenstrijd moet voor een arbei der bekoring hebben en vooral het ophitsen tegen de kapitalisten klinkt als muziek, maar men bereikt er niets mee. Er is slechts door meerderen arbeid, door I verhooging van productie en vergrooting van het af- zetgebied daarvan, werkelijk iets goeds voor den ar- j heider te bereiken, slechts dan zullen de Jevenscon- dities van de arbeiders intensief verbeteren. Tot een der middelen om dit te bereiken, behoort kolonisa- tie, daardoor zal men in moederland en koloniën pro- j ducten voortbrengen, die weer verkocht en gemani-1 puleerd zullen worden, over en weer, en altijd komt het product door en in de handen van den arbeidetr i die dus daarvan profiteert met groote stelligheid pro fiteert, zonder risico, terwijl de kapitalist, die in moederland on koloniën die productie bevordert, zijn kapitaal riskeert. Merkwaardig was, hoe deze uiteenzetting bij do arbeiders insloeg, ik lette er speciaal op on dacht aan onze arbeiders, thuis, die altijd stelselmatig te gen onze kolonisatie opgehitst worden en die nu door middel van „Het Volk" weer heerlijk gevoerd zulilen worden. Ik las, dat een meneer Stokvis uit ons heer lijk Insulinde brieven aan het Socialistisch orgaan „Het Volk" zal zenden en ik kan mij reeds voorstel len, met welk 'n wellust deze internaitonaJe mijnheer de lezers en lezeressen van dat orgaan zal voeren, steeds weer voeren in anti-Hollandsche, anti-natio nale richting. Toch zullen die Hollandsche arbeiders blijven profiteeren van alles wat Holland en de Hol landsche koloniën opleveren, stoffelijk en geestelijk en zullen hunne kinderen in nationale Hollandsche scholen opgevoed worden en voor bijna niets kun nen leeren, zoover zij maar willen en kunnen en he laas, soms niet kunnen, maar toch moeten en zul len: Waar komt het geld voor dat alles vandaan? Van enkele kapitalisten ten slotte, die bijna alle lasten van den Staat torsen, terwijl zij hun kapitaal riskeerden of riskeeren en hun werkkracht en ken nis dubbel en dwars cn meestal langer dan acht uur per dag gebruikten of gebruiken. In de redevoeringen van beide sprekers werd ook ons land, Paesi Bassi, genoemd en gewezen op het feit, dat wij reeds sedert 1600 schitterende koloniën op schitterende wijze besturen. Toen ik het hoorde, ging mijn hart uit naar al die ambtenaren, officieren, kooplieden, industrieelen en financiers in hooge en lage functies, daar ver in Oost en West en proefde ik een wrangen smaak, toen ik dacht aan die Internationale Stokvissen, die ons arbeidersvolk zullen voorlichten en helaas op hitsen tegen Nederland als koloniaal rijk, alsof niet iederen dag de Nederlandsche arbeiders profitee ren van wat al die in de Tropen hard werkende land- genooten doen. IfiiW De feestredenaar wees op het feit, dat Italië be hoefte heeft aan emigratie en behoefte heeft aan har de werkers. 'Niet met praatjes, niet met klachten wordt men er beter op, in de wereld, doch door werken. Nadat de tweede toespraak geëindigd was, ging men na het staande aanhooren van het fascistenlied en het volkslied uiteen en voelde ik toch weer de macht van het fascisme en van Mussolini, want weer vóór men uitéénging riep men Viva il Duce en werd dit uitbundig toegejuicht, omdat men voelt, dat fascis me staat voor daden, voor werken. Laten wij, eerlijk zijn en bekennen, dat het geluk kig gezien is van Mussolini om weer op een dag als dezen op den herinneringsdag van de stichting van Rome, van de Eeuwige Stad, de geest van het volk te prikkelen en te bezielen, weer iets nieuws voor hun geestesoog te doen schitteren en wel Italië als koloniaal rijk. Het schoone in de daden van Mussolini vind ik het constructieve in die daden. Niet zooals door de bolsjewieken in Rusland wordt- alles vernietigd, niets opgebouwd, doch hier in Italië wordt met alle waardeering voor het 'tfoede en schoone dat bestaat, weer tot nieuwe constructie aangespoord, en wordt een geheel volk op een en den zelfden dag aangespoord tot daden. Rijk en arm, laag en hoog, allen hooren op den zelfden dag van de nieuwe kansen, die zich aan den horizon van het Italiaansche volksbestaan voordoen en worden opgezweept tot levenslust en energie. Zoo wordt het vieren van den stichtingsdag van het Oude Rome, ruim 2000 jaren her, veel meer dan een herinneringsdag, het wordt op zich zelf een toekom stige herinnerings-, een toekomstige feestdag, nl. den dag, waarop geboren werd: het Italiaansche Kolo niale Volksbewustzijn, 1) In Rome heeft de koning de feesten bijgewoond en ie Z.M., naar ik verneem, overal hartolijk ontvan gen eu toegejuicht. !Z7N Zitting van Maandag 26 April 1926. VOOR DEN POLITIERECHTER. Ima, die kus. O God, had ik hot ,maar gerwefcern! MoordI Waar is Hunt? Vermoord. Die arme Hunt! Ik moet boksen. Ik moet in de ring» Als ik deze ronde maar kan doen. Wat roept Maddox tooh? Er in, ik moet er in! Eer in. Ima. O God* hoe vreeselojk. Het was maar een grap, Ima... Ik moet hem vol&en, hem volgen 1 Ik moet met hem vechten." Ate hij een oogenblik stil was, keek Japhra Ima vragend aan. „Ik heb hem gezegd, dat ik hem liefhad," «d ze eenvoudig. „En hjj?" vroog Japhra. Ze trok de lakens glad cn streek met een teedere beweging Percival'6 hand terug. Toen keek ze haar vader aan niet een moedig glimlachje en schudde het hoofd. „Ik heb het al dezen tijd geweten," zei Japhra. „Ik heb het gezien." Hij légde zijn hand op de hare. „Welken troost heb ik voor je? Geen enke len, mijn dochter. Hij is niet een van de onze. Denk er aan Ima, de 'hemel1 maakt zijn schepen voor de stormen, die zij zullen ontmoeten. Die mooie figuur en die zeldzame geest, die hij' bezit, zijn voor iets anders bestemd. Wat helpt het ons om te .treuren?" En toen 'hij zag, dat zij schreide, herhaalde hij „Wat he.pt het?" „Ik ben een vrouw," zei ze, ,en mijn liefde is anders d.in de uwe." Hij streek haar over het haar. „Mijn dochter, zoudt ge het verleden ongedaan willen maken?" „Neen," zei ze, ,dat is al1 wat VS: bezit.3 „Zoo gaat het mij ook," zei hij. „Deze nacht is het einde gij en ik. Wij' zuIÜJen voortaan alleen de herinnering behouden aan hem, gelukkig, dat wij hem hebben liefgehad, gelukkig, dat hjj zich bij ons gelukkig heeft gevoeld, gelukkig de ha ven te hebben mogen zijn, waar hij zich geoefend heeft voor welke zee hij ook bevaren zal1." Ze drukte haar vaders hand. „Zoo is het," Zei ze, terwijl zij zich over Percival heenboog als een moeder over haar kind: „Wat zal hem wachten?" „Iets groots en krachtigs," zei Japhra. „Dat weet ók zeker. Van liet eerste oogenblik af, dat hij bij ons kwam met zijn eigenaardige manieren en zijn mooi ge aat, heb ik dat geweten. Een groote strijd zooa's ik hem gezegd heb." En alsof zij meende, d_.t baar vader in de toekomst kon lezen, vroeg zij- „En zal hij den strijd winnen?" JÈLAND OPGEHOUDEN. Arie Schellenberg (gedetineerd) had landloopenj gepleegd te Alkmaar en moest zich heden deswege verantwoorden. De zaak kwam intusschen nog met heelemaal1 voor elkaar vandaag en 10 Mei a-s. krij gen we vervolg en slot, dat wü zeggen voortgezette 'behandeling en tevens uitspraak. IN VERZET. Jan Rieuwerts, een kustwachter in ons water» landje, ter standplaats Helder, had zich vinnig verzet tegen oen drietal' agenten van politie, die hem wilden „opbergen33 ter zake dat ie rükeljjkk z'n neutje had genoten en wat te veel drukte op straat maakte. *t Kostte heell wat-moeite om den wildeman de baas te blijven. Ook in zijn strafzaak op 10 Mei voortgezette behandeling en uitspraak. ZIJN KANS NIET BENUT. Met gesloten deuren stond terecht H. v. H. uit Hoorn, die voorw. straf had. Het gold hier ten uitvoerlegging dier straf, op grond yan niet nar komen der bijzondere voorwaarden, die waren ge steld. In openbare zitting werd medegedeeld, dat tenuitvoerlegging der voorw. straf werd gelast. AL ÏE STRENG.' 1 i I Doms Melker, een blloemkweaker te Eginond a. d. Hoef, had de 11-jarige Kees Wijker te water —.meten, omdat de jongen schade in z'n blbem- ienvelden had teweeggebracht. Doms kreeg 'n vonnis tot f 25 boete of 25 dagen do doos in m als ie 3t weer doet, zal 3t nog wel zwaarder straf zijn, die hem wacht 1 15 MISHANDELT,TNG. Roeiof v. d. Poll te Alkmaar hoeft aldaar Maart zekeren Aris Smit, een letterzetter, n deid. Een vonnisje tot f 15 boete of 15 dagen zitten was het slot der, zaak. „Hij is een strijder,33 zei Japhra. „De overwinning zal hem zijn. Vannacht in de tent en morgen wie weet? Maar het zij levend of dood overwinnen zal' hij." Later herinnerde zij zich dit. 2. I De dokter bleek een ruw heer te zijn, kortaf j&u van dat soort, dat de ronde doet op zijn paard;. „Een mooie troep zijn jullie. Een waar hospitaal nier!" riep hij. „Een gespleten schedel' in eiken woonwagen. Doe Maddox js er slecht aan toe. En nu deze jonge man. Het is oen fortuintje voor me, dat jullie juist hier staan.3'< Na rijn onderzoek zei hij rustig: „Het is hier een kwestie van verplegen. Hij is er beroerd aan toe. Dat ligt niet op mijn weg- Jullie zijn me toch een troep! Op de verpleging komt het aan. Er moet scherp toegezien worden. Dat meisje weet goed met hem om te gaan. Dat heeft hij moodig." „Ik wil' hem naar huis brengen,33 zei Japhra. „Het is maar twee dagen rijden alk .er niet^ tegen is.33 „Het beste wat je doen kunt. Haal' hem Har weg. Het is me een troep 1 Kom vanmiddag terug. Stuur medeoijnen en 'dan kan je gaan. Het tiet er leeüjk uit. Let goed op hem.33 Zoo veerde de opeenvolging van toevalligheden en teleurstellingen Percival dien dag naar Tante Maggie terug. De politie die toezicht hield op het kamp, gaf Japhra vefflbf om te vertrekken. Ze wisten nu wel wie de man was, dien zij moes-ten hebben, de halve Maddox troep had Hunt's bedrei- stond. zijn naam gekrast; verscneiaenen hem door de menigte heen naar den Baas toe zien sluipen, en er waren er, die in hun geprikkeMej verbeelding gezien hadden, dat de steek gegeven werd. Japhra. mocht gaan, zei de politie en Stingo Hannaford ook, De eenige kermiswagens, die zaj noodig hadden, waren degene, die er van door waren en waarschijnlijk den vluchteling verborgen. Terwijl' Baas Maddox in het ziekenhuis -zweelde itusschen leven en dood en de politie het land af zocht naar den schuldige, spande Japhra zijn wal gen in en reed naar Burdon.. Gedurende die rit lag de patiënt te ijlen. 0'p zijn lippen had hij steeds den naam, die eenmaal voor

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1926 | | pagina 1