WOUDA's
Eerste Blad.
indrukken Yan een reis
door Spanje.
Zelfrijzend Bakmeel
Feuilleton.
ÜE GELUKKIGE HELD
Uw Zenuwen
MSJNHARDT's
Binnenlandsch Nieuws.
Dinsdag 4 Mei 1926.
09nto Jaargang. No. 7837.
Pit blad verschijnt viermaal por week: Dinsdag, Woensdag, Dondor-
Ktug Zaïortiug. Dij iuzunding tot 's morgens 8 uur, worden \dvor-
tontitUi nog zooveel hiogulijk in hot oorstviitkomund munmur gopluutst.
"«"MS! N.V. v.li,
POSTUKlvKNlNG No. 2:1330.
hum Co., Schaggn.
ÏNT. T1U.UF. no. 20.
1'rljs per 3 maanden fl.GÖ. Loaso nummors 0 cont. AJDVERTEN"
TloN vun 1 tot 5 rogola l l.lö, iedere regel meen 20 cont
inbegrepen). Groote lot tors wocdon naa^ plaatöEulmto boBokond,
DIT NUMMER BESTAAT DIT TWEE BLADEN
IV.
Heeft men' in Madrid zelf geen hifitorisohen grond
onder de voeten, wol, men behoeft zich maar een
weinig buiten Madrid te begeven, of liet is heel
anders. Tot de eigenlijke omstreken van Madrid
behoort noch Toledo, noch Segovia, nooh Aranjuez,
noch het Escuriaal. Toch waren deze verschillende
plaatsen reeds in den ouden tijd, toen men over
heel wat minder geperfectioneerde vervoermidde
len beschikte dan tegenwoordig, zoo nabij de hoofd
stad gelegen, dat een deel' van het Hof, ja zelffe
de Koning, in die glaafcsen verblijf hielden, zonder
dat dit groote moeilijkheden opleverde of ae regel
matige gang van de staatsmachine daardoor werd
onderbroken. Dat men dus heden ten dage vanuit
Madrid gemakkelijk dit viertal plaatsen, tot de
merkwaardigste van geheel 3partje behooarende. kan
I bezoeken, behoeft nauwelijks gezegd.
Beginnen wij met ToJédo. De stad is, eenigszang
op een verhooging, gelegen aan de Taag1, dié ïiaar
voor een groot deel omsluit. Toledo hooft reeds on
der de Romeinen bestaan, die de sterke ligging er
van ontdekten. Toen de Visigothen er Kwamen,
en Koning 'Athanagild daarheen zijn Hof ver- i
plaatste,t verrezen er tal' van kerken uit den grond.
Toledo is dan op het o ogenblik niet uitsluitend
belangrijk uit historisch oogpunt, maar ook om-
da t het de zetel is van den Aartsbisschop, die fe-
vens primaat is van de Spaansche kerm Veel is
er om, nabij en voor Toledo gevochten; de over-
1 winning, die Koning Alfons VI er, flink zij de
hulp van den fameuzen Cid, in 1085 behaalde,
bracht de stad voorgoed bij het Spaansche Ko
ninkrijk, dat toen nog uitsluitend uit Oaetiüën en
Leon was opgebouwd. Maar niettegenstaande ide
Spaansche koningen er «ruimen tijd! hebben door-
Eebracht, niettegenstaande er een opgewekt leven
oeft gcheersoht. ook nadat de Mooren verdreven
waren, is het Arabisch karakter van Toledo be
houden gebleven. Althans grootendeelö. Eigenlijk
kan men Toledo met niets beters vergelijken dan
met Carcassone, die eigenaardige vesting en stad
tegelijk aan de voet der Pyreneeën, die aan een
Slaatje uit een geschiedkundig jongensboek van
e middeleeuwen doet donkken. Toledo is.inder
daad, van verre en van nabij gezien, vooral vesting.
In den ouden tijd was het beroemd om zijn wapen-
smeedkunst. Het is dat gebleven, totdat de wijze
van oorlogvoeren een goheele verandering onder
ging, en het hechte, onbuigzame staal van Toledo
niet meer de waarde vertegenwoordigde, die het
vroeger had. De Spaansche koningen lieten er tot
in het midden der zestiende eeuw de Arabische
taal toe; Philips II, die ondanks al de toewijding,
waarover hij beschikte, al de scherpzinnigheid en
kennis, die hij voor het regeeren van zijn groot
Rijk aanwendde, toch ook tal van onverstandige
dingen deed, ging er ook toe over om deze Ayar
bisohe taal in Toledo te verbieden. Het is de slag
voor de stad geweest, die ach van haar meest (nij-
vere burgers beroofd zag; zij ontvolkte langzaam en
I geleidelijk, en is al spoedig geworden het provin-
i stadje van nu, dat nog roem draagt op zijn Katlio-
i draai', een wondermooi bouwwerk, en op zijn...,
j verleden.
Inderdaad deze Kathedraal, de zetel van den Pri-
1 maat van Spanje, loont alleen de moeite van de
reis. Het is ondoenlijk om in een kort bestek ietg
te vertellen van al het èn kerkelijk èn historisch
belangwekkende, dat men in zoo ruim mate er
aantreft. Een bezoek aan de Kathedraal van To
ledo is zeker niet minder de moeite waard dan
aan die van Canterburyintegendeel1, op tal van
plaatsen spreekt de invloed, die van hier is uit
gegaan, in veel' sterker mate. Want deze Kathe
draal' is getuige geweest van de groote macht, die
de Aartsbisschop van Toiedo bezat, tot jegens
de Koningen toe. Onder de statige gewelven van
deze Kathedraal' kan men uren achtereen vertoe
ven, zonder dat het oog moede wordt te zien naar
de prachtige beelden, de eeuwenoude schilderijen,
de kostbare kerksieraden, die er aanwezig zijn.
De kapellen, die elk haar eigen beteakenis hebben,
volgen elkander op; zij vertellen ons in steenen-
stixztwijgendhedd van wat er hier, onder
deze geweiven is geschied. De Kathedraal' van To
ledo is oud: oorspronkelijk stond hier een Christe
lijke tempel' uit den tijd der Visigothen. Met het
bouwen is eerst in 1227 een aanvang gemaakt; in
1493, het jaar nadat de Spaansche Staat kon gezegd
worden definitief gevestigd te zijn, kwam de bouw
teneinde. En sedert zijn er jaarlijks duizenden en
duizenden heengetrokken; voor yelen is Toledo de
Kathedraal' en de Kathedraal' gelijk aan Toledo.
Overigens, de stad loont daarnevens de moeite van
het bezichtigen. Wat een prachtige oude kwartie
ren zijn er niet; wat een schitterende gezichten
heeft men er niet in en buiten de stad, welk pen
mooie kerken zijn er niet buiten de Kathedraal' (en
hoe stellen vele openbare en particuliere gebouwen
ons niet in staat oan de oudheid van deze stad
te waardeeren.
En het merkwaardige van dit alles is, dat Toledo
in niets heeft het sombere karakter, dat men niet
ten onrechte aan Segovia toeschrijft. Segovia is
ook oud, van Iberisohen oorsprong; heeft bestaan
ten tijde der Romeinen. Hier is dan „ook het
groote overblijfsel uit den Romeinsdien .tijd, dat
'Spanje kent, een waterleiding, die minstens even
mooi is als de brug bü Saiamaaoa. r Segovia heeft
den Spaanachen Koningen meermallen tot verblijf
gediend. Ook hier een Kathedraal, die de moeite
van de bezichtiging loont; die zetel is van een bis
schop, maar waarvan geenszins een invloed is
uitgegaan als van Toledo. Nevens de Kathedraal
is er het Alcazar; door Alfons VI van Castilië jn
den loop der elfde eeuw gebouwd, maar zoo goed
als geheel hernieuwd twee eeuwen later, en in den
loop der negentiende eeuw uitnemend gerestaureerd
Wie een stad van het oude Spanje goed wil 1'eeren
kennen, geve zich de «moeite van een. wandeling-
rond deze stad. Men zal' dan heel wat merkwaardige
kijkjes genieten; op de Kathedraal, op de oude en
de nieuwe wijken, maar nergens zal' men bevrijd
worden van het ietwat drukkende gevoel, dat Se
govia geeft. Het kan zijn, dat het een gevolg was
van de kleuren van den dag, dat wij het bezochten;
het kan ook zijn, dat wij ons de sombere edicten
hebben herinnerd, die Philips II van hier in het
bijzonder tegen de Nederlanden deed uitgaan
de somberheid is ons bijgebleven tot het einde.
En zelfs in La G-ranja, dat men via het kleine,
aantrekkelijke plaatsje SaQ Hdefonse met een mooi
klooster bereikt, wilde 't óns niet geheel verlaten.
Hier is het eigenlijk Koninklijk Paleis, echter eerst
in het begin der achttiende eeuw gebouwd. Het
middendeel1 daarvan wordt do ca- het oude paleis,
dat van vroeger datum is, gevormd..De koninklijke
appartementen hebben nog bijna geheel de over
dadige weelde van vroeger behouden. Maar veel
YAN RIJSWIJK'S
SOHOENHANDEL. SCHOENMAKERIJ.
UITGEBREIDE KEUZE.
PRIJZEN UITERST BILLIJK.
meer dan het paleis zelf, trekken de daarachtetr
gelegen tuinen, die een 350 acres beslaan, aan. Ja,
er zijn er zelfs die beweren, dat de fonteinen idie
van Versailles overtreffen. Zij zijn in 1727 door de
"toenmalige Koningin Isabella gemaakt als een ver
rassing voor Philips V, toen hij na de krijg voering
in het buitenland terugkeerde. Zij worden gevoed
uit het kleine meertje, dat zich aan "het einde Ider
tuinen verheft. Tal' van prachtige beeldengroepen,
werk van kunstenaars van den eersten range ver
heffen zich hier. Ja, men Zon zich hidr in die
zonnige natuur kunnen gevoelen, al1 is er in de tui
nen van La Granj a zelden van die eigenaardige
verkwikkende warmte van ons noordelijk voorjaar,
ware het maar niet, dat Segovia ook hier rijn som
bere schaduwen blijft werpen. Neen, Kever gaan wif-f
dan naar de lachende vaRai van de Lozoya, waar
wij, heel' prozaïsch, thans de waterwerken van de
Madridsche waterleiding vinden. Ja, het mate
rieel^ van onzen tijd doet nu eenmaal' ook veel van
ide oude poëzie hef veld ruimen, en wij Zijn eigen
lijk al heel gelukkig als er maar een stukje van
deze poezie ongedeerd overblijft.
Voor Winkeliers bij Gross.
v.h. M. DE HAAS te Alkmaar.
56.
door A. S. M. HUTCHINSON.
HOOFDSTUK IX.
Iemand komt den heuvel op.
1.
Het mijne zal tot zijn recht komen. Maar Per
cival werd een-en-twintig jaar, den dag waarop
Tante Maggie's plan verwezenlijkt zou worden, brak
aan en Tante Maggie deed niets.
Een dubbele reden hield baar terug. Toen Perci-
val meerderjarig werd, was het kasteel gesloten
en Rollo en zijn moeder op reis. Lady Burdon wil
de, dat hij twee jaar lang reizen zou vóór bij zich
vestigde. Het zou een povere wraak zijn, vond Tan
te Maggie, als zij op dit oogenblik genomen werd.
Zij zou veel krachtiger, veel doeltreffender zijn, als
zij genomen werd van aangezicht tot aangezicht met
Lady Burdon, zooals deze eens gestaan had van
aangezicht tot aangezicht met Audrey en haar den
genadeslag had toegebracht.
Dit was de ééne reden, waarom Percival's een
entwintigste verjaardag voorbijging zonder dat de
slag viel. De andere stond in verband met het lot,
clat Tante Maggie door vele kronkelpaden had heen
geleid,, en dat ,zij, bijgeloovig als zij was, niet
durfde haasten nu het beloofde land in zicht was.
Toen ze drie maanden voor Percival's verjaardag
hoorde, dat Rollo tegen dien tijd zou zijn inge
scheept voor een groote reis om de wereld, was ze
eerst sterk geneigd geweest om aan haar lange
wachten een einde te maken, en nu Audrey's zoon
te zenden naar de vrouw, die haar vermoord had.
Haar bijgeloovig vertrouwen op bet lot hield haar
daarvan terug. Al deze jaren had zij gewerkt hand
in hand met het lot. De wraak zou niets beteekend
hebben als zij genomen was terwijl Audrey daar
koud en stil in Juffrouw Erps kamer lag. Door de
bestiering yan het lot was het nu een werkelijke
komen lot rust en
worden gesterkt door
ZENUWTABLETTEN.
Buisje 75 et. Bij Apoth. en Drogisten.
wraak geworden. Lady Burdon had zich twintig
jaar lang veilig gewaand te midden van haar rijk
dom; haar echtgenoot was haar nu door het 'ot
ontnomen, zij .zou den slag ontvangen door haar
geliefden zoon; een vriendschap door het lot be
gunstigd, zou zich tegen haar keeren en haar ver
drijven, zooals zij Audrey verdreven had. Het lot
sprak uit alles, uit elk oogenblik, uit elk feit en
Tante Maggie vreesde, dat, als zij nu hèt lot deu
rug toekeerde en bet uur vervroegde, dat zij cn
het lot gekozen hadden, zij de kans zou loopen, dat
het lot haar in den steek liet.
Het lot gaf haar een teeken het waarschuw
de haar. Percival had haar verteld van Rollo's
aanstaand vertrek voor een lange reis; en toen ze
nu zag, dat baar plan voor zijn een-en-twintigste
geboortedag in duigen viel, had zij zichzelf inge
sproken, dat nu het oogenblik gekomen was. Geen
reden om langer te wachten.
Maar het volgende oogenblik zag ze hoe ongeluk
kig Percival was, dat hij die „goeie Rollo" zoo lang
zou moeten missen, en hoe hij plannen maakte voor
do weinige weken, die hij nog hier zou zijn. Ze
werd gewaarschuwd door de zelfde vraag, die zij
zich zelf reeds vroeger gedaan had en die zij nooit
durfde uitdenken.
„Wat doe ik, als hij, wanneer hij het hoort
De stem van het lot. Het lot waarschuwde haar.
Het lot bedreigde haar. Het lot was iets levend9, iets
werkelijks voor baar geweest, ze had zijn hand
honderden keeren gevoeld, zoodat zij het als een
persoonlijkheid was gaan beschouwen, een actu
aliteit, een grimmige strenge almachtige metgezel',
die haar vergezelde op haar levenspad en zich nu
itot haar boog en in bet oor fluisterde: Ga je eigen
weg als je durft. Tracht wraak te nemen zond-u*
mijn hulp en let niet langer op den tijd, dien gij
en ik er voor bestemd hadden, als ge durft. Ver
laat mij en zeg het hem nu. En dan die bedreiging:
Maar als ge het hem vertelt 'en hij
j Vreemd? Kenmerkend? Tenslotte aarzelde ze om
in te grijpen, zij betaalde het lot zijn prijs. Toen de
verjaardag aanbrak en Rollo en Lady Burdon ver
weg op zee waren, leek het haar zoo nutteloos toe
nu haar wraak te nemen en zij wendde zich tot het
lot cn vroeg: Wat nu? Vreemd? Kenmerkend? En
weer boog die sterke kameraad zich over tot haar
Tuinen heeft overigens vooral Aranjuez. Het
dankt rijn ontstaan aan een eilandje, door de Taag
die hierdoor heen en weer stroomt, gevormd. De
Orde van Santiago heeft het eens in eigendom ge
had; Karet 'V liet er zijn oog op vallen als jacht
terrein! en Philips II heeft het uitgebreid met
behulp van de kundigste bouwmeesters dia hem
ten dienste stonden. Het paleis, dat hn és liet
bouwen, was prachtig. Maar in den loop der
achttiende eeuw brandde het af, en het moest
door Eerdinand VII geheel hersteld worden. Aran
juez is "historisch merkwaardig, omdat hier Karei
IV afstand deed van rijn troon ten behoeve van
zijn zoon Eerdinand Vil, die intusschen al' even
zeer in den macht van den grooten Napoleon wafl.
Godoy, Karei' IV'e uitgesproken gunsteling, ver
toefde hier ten tijde van dien afstand, en om hem
te zoeken, hem zoo mogelijk op te hangen, stormde
men naar Aranjuez, maar vond den alvermogen-
den Minister met. Hü was gevlüoht, en slechts
dank zij zich gedurende twee dagen, honger lij
dende, te verbergen op een hooizolder, ontsnapte hij
aan :de woede van het volk. Don öarlos, de half
broeder van Philips Et, die waarlijk niet ia rille
opzichten te benijden was, heeft hier de „schone
Tage", die Schiller hem ia den mond legde, door
gebracht. Als men naar Aranjuez gaat, heteekent
dat men gaat naar de Jardin de Ia Isla. Men
betrede vooral de Salon de Lofl Reyes CatoRoos,,
een prachtig aangelegde laan met eeuwenoude
boomen. Ook hier natuurlijk weelde niét alleen van
groen, maas van marmer; ook hier herinneringen
aan tijden, dat het bevolkt was met zwierig ge-
kleede edellieden en hunne dames!
Eln. dan. tenlsotte het Escuriaal. Zelfs hij-, die niet
precies weet, wat het Escuriaal is, wat het beteekent,
gevoelt toch iets van neerdrukkendJe somberheid
reeds wanneer dit woord wordt uitgesproken. Escu-
riaal is een dorpje, thans bestaande uit twee déelen,
het oude en het nieuwe. Het laatste, waarheen de
Madridsche bevolking zich in den zomer bij voor
keur begeeft, dankt zijn ontstaan aan het klooster-
paleis. dat Philips n deed) oprichten tengevolge van
een gelofte, afgelegd in den slag bij St. Quentin. De
Spaansche artillerie bevond zich daar in de nood
zakelijkheid om een kerk, aan den Hleildlgen L&uren^
tius gewijd, te beschieten. Eh Philips II legde op het
slagveld de gelofte af om dén Heiligen I^aurentiUs
een veel1 schooner gebouw te wijden, indien hij! den
uitslag van den strijd wilde -(zegenen. Hij heeft het
gedaan, maar vermoedelijk ondér den indruk van
zijn machtigen vader, die de laatste jaren van zijn
leven vrijwillig in de stille eenzaamheid van een
klooster doorbracht, kreeg hiji voorliefde voor een
stijl, die van die van eert paleis afweek. In Juan die
Herrem, vond hij. een bouwmeester, die zijn inzich
ten deelde, al moet, de koninklijke belangstelling, düe1
tot zelfs in details aan den dag werd' gelegd, wel
wat hinderlijk zijn geweest! De stijl, waarin het ge
bouw is opgetrokken is de late renaissance stijl van
het Noorden van Italië! en van Rome; het effect
'wordt, dus ook hier vooral in de afmetingen gie-
zocht. Hét geweldige gebouw ligt op een soort, heu
vel; het vormt 'n rechthoek die 675 voet in grootste
lengte meet. De kerk vormt de kern vaa het gebouw;
daarvóór is toet Pantheon van de koningen, waar het
meerendeel der Spaansche monarchen) is begraven.
'Ook Elisabeth van Valois, don Carlso en zijn Moe
der Maria van Portugal en verschillende Qostere-
rij'ksche Aartshertogen rusten hier. Aan de eene zijde
van 'dëi kerk is het klooster, in hetwelk Philips H een
niet garing deel van. zijn -tijd in overpeinzingen, zij
het zeker niet in nietsdoen doorbracht; hier luisterde
hij blji de Mis tegelijk met de kloosterbroeder^ en
hier is hem, zoo luidt het verhaal, de tijding van de
overwinning van Lepamto gebracht op het oogenblik
dat hij. nederig naast de eenvoudige monnikken neer*
knielde.
Achter de kerk is het paleis, dat ln het geheel
slechts een geringe (plaats inneemt, en dat ook, be
grijpelijkerwijs, geenszins is ingericht miet die weelde,
welke de overige koninklijke paleizen kenmerkt.
Neen, wel' verre vandaar; er mogen kostbare schilder
stukken genoeg zijn; mooie gobelins en beeldhouwt-
werken; de bouw zelf mag bewondering wokken
een paleisachtig interieur vormt het niet. "Wie Phi
lips H wat meer onbevooroordeeld wil leereni ken
nen' dan wij hem uiteraard in de Nederiandsche ge
schiedenis beschouwen; wie in Philips II' nog, iets
anders wil zien dan de onderdrukker,, dien hij voor
de Nederlanden is geweest en naar zijn inrichten
moest zijn: wel die leere kennen de omgeving van het
Escuriaal, waar Philips TI zoo'n groot deel van zijn
leven heeft gearbeid. Hij meende van hieruit zijn
groot en machtig rijk, dat zich over tenminste twee
werelddeelen uitstrekte, te kunnen regeeren, en hij
hield geen rekening met dé verschillen van traditie»
taationaliteit, gewoonten, zeden, afkomst en wat al
niet meer, dart. over het karakter dier volken1 beslikt.
Zijn godsdienst ging voor alles, en daaraan offside
hij alles.
De omgeving van het Escuriaal is minder somber
dan die, van het overigens geheel de omgeving be-i
heerschende gebouw zelf. Mén zal goed' doen, het
Escuriaal bezoekende, 't kleine dorpje aan den voeij
vam het gebouw nieitl geheel over het hoofd ito zien, en
er eenigen tijd' aan besteden, men neemt dan wat
vroolijiker, wat opgewekter indrukken mede, al moet
men om dit zomerplaatsje van de Madridsche bevol
king naar volle waarde fe waardeeren, er iets later
in den tijd komen dan wij er waren,
oor, maar nu niet langer dreigend, hij bemoedigde,
hij steunde haar.
„Wel Tante Maggie", riep Percival. „Wat ziet u er
vanmorgen goed uit. Wel vijftig maal vroolijker
dan de laatste dagen. Veel jonger, op mijn woord!"
„Dat is omdat je jarig bent, mijn jongen", zei ze.
„Dat is goed. Maar eiken keer, dat we over mijn
verjaardag spraken, mijn een-en-twintigste, zelfs
gisteravond nog, werd u treurig gesteld; vinat u
soms dat ik te oud word?"
Tot antwoord schudde zij slechts het hoofd cn
keek hem glimlachend aan. Maar de reden voor
haar opgewektheid, voor het ontwaken, uit de neer
slachtigheid van al die dagen, die zun verjaardig
voorafgingen, was dat zij nu op haar vraag: Wat
nu? overtuigd was, dat ze wachten moest, nog een
klein beetje geduld moest hebben, dan zou de gele
genheid zich voordoen. Het lot bereidde die voor:
binnen korten tijd zou het lot haar waarschuwen.
Ook Percival hield zich in die dagen met het lot
bezig. Zooals iemand, die zijn oogen te goed doet
aan een kostbaar pas veroverd bezit, om er des te
meer van te genieteü, zoo zei hij in deze dagen
dikwijls tegen zichzelf: Ik ben de gelukkigste ke
rel van de heele wereld, en hij. verwonderde zich
over die aaneenschakeling van wisselvallig- en toe
valligheden waardoor het lot het toeval noemde
hij het, hem tot deze gelukkige oplossing had ge
bracht. Elk menscheiijk leven heeft tijdperken, die
afgerekend worden niet naar jaren maar naar ge
beurtenissen. Soms worden deze gebeurtenissen als
mijlpalen beschouwd: een sterven, een geboorte, een
huwelijk, een nieuw beroep, een reis, een ziekte.
Wij voelen dadelijk, dat een nieuwe phase is inge
treden, we hebben een nieuw contract gesloten:
niet een beter of een gelukkiger, misschien een
slechter maar nieuw cn als zoodanig erkennen
wij het.
Maar meestal herkennen wij den mijlpaal niet,
vóór wij' den langen weg terugblikken, vóór het
gebeurde zich scherp afteekent, en wij beseffen dat
wij een ander mensch zijn geworden sinds wij dien
mijlpaal voorbijgingen: weer niet bepaald een be
ter of een gelukkiger mensch, een slechter mis
WENKEN VOOR VEILIGHEID ZN VOLKSGE
ZONDHEID-
Indien meni voor een zieke deskundige verpleging
wens abt, dan neme men daarvoor geen verpleger of
verpleegster aan, alvorens zich er van te overtuigen,
dat de verplegende in) 't bezit is van bi ln het Rijka-
oregisiter ingeschreven diploma A voor gewone rie-
schien; en wellicht een, die dikwijls hunkerend ver
langt zijn vroeger wezen terug te krijgen. Maar dat
gaat niet. Het leven gaat voort, cn eenmaal den weg
begonnen, mogen wij evenals -bij het damspel niet
terug. Bij elk voorval, dat door een mijlpaal wordt
aangegeven, laten wij achter een stuk van ons zelf,
zooals dé slang verliest zijn vel dat stuk is
dood:en al zouden we alles willen geven
om het weer levend te maken: het kan niet.
Percival kwam in den gelukkigen tijd, dien hij als
rechterhand van de Hannafords doorbracht op de
steeds meer in bloei toenemende boerderij, tot het
besluit, dat zijn leven bestond zooals hij het uit
drukte uit drie volmaakt verschillende deelen.
Hij had er een yvonderlijk plezier in om ze to rang
schikken en na te gaan. Dagelijks, dikwijls meer
dan eens per dag, als hij een ponnie bereed, dwaal
den zijn gedachten naar de tijden, die hem zoo dui
delijk voor oogen stonden, als hij punt voor punt
het landschap, dat voor hem lag beschouwde; zijn
geest raakte in vuur over wat hij zag, evenals zijn
bloed sneller vloeide, terwijl hij in het zadel zat om
de ponnie te dresseeren. Drie tijdperken, zei hij in
zichzelf. Het eerste was geëindigd met dien avond,
toen hij met Dora gesproken had in den tuin. Al
les was anders geworden vanaf dat obgenblik. Dan
zijn leven met Japhra en Ima in den kermiswagen
het strenge, harde goede leven, eindigende met
de vechtpartij. En het derde: hij was nu in het der
de. Twee lagen reeds achter hem en als hij ze na
ging, was het voornaamste refrein, zooals hij al
gezegd had in den tijd, toen hij beter werd, dat ie
dereen zoo buitengewoon goed voor hem was ge
weest. Twee lagen achter en hadden hem gevormd
tot een voorwerp voor de plannen van anderen en
wat een heerlijke plannen! En wat een goede plan
nen-makers waren het geweest? En hoe gelukkig
had hij zich gevoeld door hun liefdel in dat der
de tijdperk zou dat refrein hem elke minuut in de
ooren klinken, elke minuut, die leidde naar de
vage toekomst, nog verscholen in e ennevel 'van
rozen, rozen Rozerood en Sneeuwwit. Sneeuw
wit en Rozerood
Wondt' vurvoIgH.