WOUDA's Eerste Blad. indrukken Yan een reis door Spanje. Zelfrijzend Bakmeel Feuilleton. ÜE GELUKKIGE HELD Uw Zenuwen MSJNHARDT's Binnenlandsch Nieuws. Dinsdag 4 Mei 1926. 09nto Jaargang. No. 7837. Pit blad verschijnt viermaal por week: Dinsdag, Woensdag, Dondor- Ktug Zaïortiug. Dij iuzunding tot 's morgens 8 uur, worden \dvor- tontitUi nog zooveel hiogulijk in hot oorstviitkomund munmur gopluutst. "«"MS! N.V. v.li, POSTUKlvKNlNG No. 2:1330. hum Co., Schaggn. ÏNT. T1U.UF. no. 20. 1'rljs per 3 maanden fl.GÖ. Loaso nummors 0 cont. AJDVERTEN" TloN vun 1 tot 5 rogola l l.lö, iedere regel meen 20 cont inbegrepen). Groote lot tors wocdon naa^ plaatöEulmto boBokond, DIT NUMMER BESTAAT DIT TWEE BLADEN IV. Heeft men' in Madrid zelf geen hifitorisohen grond onder de voeten, wol, men behoeft zich maar een weinig buiten Madrid te begeven, of liet is heel anders. Tot de eigenlijke omstreken van Madrid behoort noch Toledo, noch Segovia, nooh Aranjuez, noch het Escuriaal. Toch waren deze verschillende plaatsen reeds in den ouden tijd, toen men over heel wat minder geperfectioneerde vervoermidde len beschikte dan tegenwoordig, zoo nabij de hoofd stad gelegen, dat een deel' van het Hof, ja zelffe de Koning, in die glaafcsen verblijf hielden, zonder dat dit groote moeilijkheden opleverde of ae regel matige gang van de staatsmachine daardoor werd onderbroken. Dat men dus heden ten dage vanuit Madrid gemakkelijk dit viertal plaatsen, tot de merkwaardigste van geheel 3partje behooarende. kan I bezoeken, behoeft nauwelijks gezegd. Beginnen wij met ToJédo. De stad is, eenigszang op een verhooging, gelegen aan de Taag1, dié ïiaar voor een groot deel omsluit. Toledo hooft reeds on der de Romeinen bestaan, die de sterke ligging er van ontdekten. Toen de Visigothen er Kwamen, en Koning 'Athanagild daarheen zijn Hof ver- i plaatste,t verrezen er tal' van kerken uit den grond. Toledo is dan op het o ogenblik niet uitsluitend belangrijk uit historisch oogpunt, maar ook om- da t het de zetel is van den Aartsbisschop, die fe- vens primaat is van de Spaansche kerm Veel is er om, nabij en voor Toledo gevochten; de over- 1 winning, die Koning Alfons VI er, flink zij de hulp van den fameuzen Cid, in 1085 behaalde, bracht de stad voorgoed bij het Spaansche Ko ninkrijk, dat toen nog uitsluitend uit Oaetiüën en Leon was opgebouwd. Maar niettegenstaande ide Spaansche koningen er «ruimen tijd! hebben door- Eebracht, niettegenstaande er een opgewekt leven oeft gcheersoht. ook nadat de Mooren verdreven waren, is het Arabisch karakter van Toledo be houden gebleven. Althans grootendeelö. Eigenlijk kan men Toledo met niets beters vergelijken dan met Carcassone, die eigenaardige vesting en stad tegelijk aan de voet der Pyreneeën, die aan een Slaatje uit een geschiedkundig jongensboek van e middeleeuwen doet donkken. Toledo is.inder daad, van verre en van nabij gezien, vooral vesting. In den ouden tijd was het beroemd om zijn wapen- smeedkunst. Het is dat gebleven, totdat de wijze van oorlogvoeren een goheele verandering onder ging, en het hechte, onbuigzame staal van Toledo niet meer de waarde vertegenwoordigde, die het vroeger had. De Spaansche koningen lieten er tot in het midden der zestiende eeuw de Arabische taal toe; Philips II, die ondanks al de toewijding, waarover hij beschikte, al de scherpzinnigheid en kennis, die hij voor het regeeren van zijn groot Rijk aanwendde, toch ook tal van onverstandige dingen deed, ging er ook toe over om deze Ayar bisohe taal in Toledo te verbieden. Het is de slag voor de stad geweest, die ach van haar meest (nij- vere burgers beroofd zag; zij ontvolkte langzaam en I geleidelijk, en is al spoedig geworden het provin- i stadje van nu, dat nog roem draagt op zijn Katlio- i draai', een wondermooi bouwwerk, en op zijn..., j verleden. Inderdaad deze Kathedraal, de zetel van den Pri- 1 maat van Spanje, loont alleen de moeite van de reis. Het is ondoenlijk om in een kort bestek ietg te vertellen van al het èn kerkelijk èn historisch belangwekkende, dat men in zoo ruim mate er aantreft. Een bezoek aan de Kathedraal van To ledo is zeker niet minder de moeite waard dan aan die van Canterburyintegendeel1, op tal van plaatsen spreekt de invloed, die van hier is uit gegaan, in veel' sterker mate. Want deze Kathe draal' is getuige geweest van de groote macht, die de Aartsbisschop van Toiedo bezat, tot jegens de Koningen toe. Onder de statige gewelven van deze Kathedraal' kan men uren achtereen vertoe ven, zonder dat het oog moede wordt te zien naar de prachtige beelden, de eeuwenoude schilderijen, de kostbare kerksieraden, die er aanwezig zijn. De kapellen, die elk haar eigen beteakenis hebben, volgen elkander op; zij vertellen ons in steenen- stixztwijgendhedd van wat er hier, onder deze geweiven is geschied. De Kathedraal' van To ledo is oud: oorspronkelijk stond hier een Christe lijke tempel' uit den tijd der Visigothen. Met het bouwen is eerst in 1227 een aanvang gemaakt; in 1493, het jaar nadat de Spaansche Staat kon gezegd worden definitief gevestigd te zijn, kwam de bouw teneinde. En sedert zijn er jaarlijks duizenden en duizenden heengetrokken; voor yelen is Toledo de Kathedraal' en de Kathedraal' gelijk aan Toledo. Overigens, de stad loont daarnevens de moeite van het bezichtigen. Wat een prachtige oude kwartie ren zijn er niet; wat een schitterende gezichten heeft men er niet in en buiten de stad, welk pen mooie kerken zijn er niet buiten de Kathedraal' (en hoe stellen vele openbare en particuliere gebouwen ons niet in staat oan de oudheid van deze stad te waardeeren. En het merkwaardige van dit alles is, dat Toledo in niets heeft het sombere karakter, dat men niet ten onrechte aan Segovia toeschrijft. Segovia is ook oud, van Iberisohen oorsprong; heeft bestaan ten tijde der Romeinen. Hier is dan „ook het groote overblijfsel uit den Romeinsdien .tijd, dat 'Spanje kent, een waterleiding, die minstens even mooi is als de brug bü Saiamaaoa. r Segovia heeft den Spaanachen Koningen meermallen tot verblijf gediend. Ook hier een Kathedraal, die de moeite van de bezichtiging loont; die zetel is van een bis schop, maar waarvan geenszins een invloed is uitgegaan als van Toledo. Nevens de Kathedraal is er het Alcazar; door Alfons VI van Castilië jn den loop der elfde eeuw gebouwd, maar zoo goed als geheel hernieuwd twee eeuwen later, en in den loop der negentiende eeuw uitnemend gerestaureerd Wie een stad van het oude Spanje goed wil 1'eeren kennen, geve zich de «moeite van een. wandeling- rond deze stad. Men zal' dan heel wat merkwaardige kijkjes genieten; op de Kathedraal, op de oude en de nieuwe wijken, maar nergens zal' men bevrijd worden van het ietwat drukkende gevoel, dat Se govia geeft. Het kan zijn, dat het een gevolg was van de kleuren van den dag, dat wij het bezochten; het kan ook zijn, dat wij ons de sombere edicten hebben herinnerd, die Philips II van hier in het bijzonder tegen de Nederlanden deed uitgaan de somberheid is ons bijgebleven tot het einde. En zelfs in La G-ranja, dat men via het kleine, aantrekkelijke plaatsje SaQ Hdefonse met een mooi klooster bereikt, wilde 't óns niet geheel verlaten. Hier is het eigenlijk Koninklijk Paleis, echter eerst in het begin der achttiende eeuw gebouwd. Het middendeel1 daarvan wordt do ca- het oude paleis, dat van vroeger datum is, gevormd..De koninklijke appartementen hebben nog bijna geheel de over dadige weelde van vroeger behouden. Maar veel YAN RIJSWIJK'S SOHOENHANDEL. SCHOENMAKERIJ. UITGEBREIDE KEUZE. PRIJZEN UITERST BILLIJK. meer dan het paleis zelf, trekken de daarachtetr gelegen tuinen, die een 350 acres beslaan, aan. Ja, er zijn er zelfs die beweren, dat de fonteinen idie van Versailles overtreffen. Zij zijn in 1727 door de "toenmalige Koningin Isabella gemaakt als een ver rassing voor Philips V, toen hij na de krijg voering in het buitenland terugkeerde. Zij worden gevoed uit het kleine meertje, dat zich aan "het einde Ider tuinen verheft. Tal' van prachtige beeldengroepen, werk van kunstenaars van den eersten range ver heffen zich hier. Ja, men Zon zich hidr in die zonnige natuur kunnen gevoelen, al1 is er in de tui nen van La Granj a zelden van die eigenaardige verkwikkende warmte van ons noordelijk voorjaar, ware het maar niet, dat Segovia ook hier rijn som bere schaduwen blijft werpen. Neen, Kever gaan wif-f dan naar de lachende vaRai van de Lozoya, waar wij, heel' prozaïsch, thans de waterwerken van de Madridsche waterleiding vinden. Ja, het mate rieel^ van onzen tijd doet nu eenmaal' ook veel van ide oude poëzie hef veld ruimen, en wij Zijn eigen lijk al heel gelukkig als er maar een stukje van deze poezie ongedeerd overblijft. Voor Winkeliers bij Gross. v.h. M. DE HAAS te Alkmaar. 56. door A. S. M. HUTCHINSON. HOOFDSTUK IX. Iemand komt den heuvel op. 1. Het mijne zal tot zijn recht komen. Maar Per cival werd een-en-twintig jaar, den dag waarop Tante Maggie's plan verwezenlijkt zou worden, brak aan en Tante Maggie deed niets. Een dubbele reden hield baar terug. Toen Perci- val meerderjarig werd, was het kasteel gesloten en Rollo en zijn moeder op reis. Lady Burdon wil de, dat hij twee jaar lang reizen zou vóór bij zich vestigde. Het zou een povere wraak zijn, vond Tan te Maggie, als zij op dit oogenblik genomen werd. Zij zou veel krachtiger, veel doeltreffender zijn, als zij genomen werd van aangezicht tot aangezicht met Lady Burdon, zooals deze eens gestaan had van aangezicht tot aangezicht met Audrey en haar den genadeslag had toegebracht. Dit was de ééne reden, waarom Percival's een entwintigste verjaardag voorbijging zonder dat de slag viel. De andere stond in verband met het lot, clat Tante Maggie door vele kronkelpaden had heen geleid,, en dat ,zij, bijgeloovig als zij was, niet durfde haasten nu het beloofde land in zicht was. Toen ze drie maanden voor Percival's verjaardag hoorde, dat Rollo tegen dien tijd zou zijn inge scheept voor een groote reis om de wereld, was ze eerst sterk geneigd geweest om aan haar lange wachten een einde te maken, en nu Audrey's zoon te zenden naar de vrouw, die haar vermoord had. Haar bijgeloovig vertrouwen op bet lot hield haar daarvan terug. Al deze jaren had zij gewerkt hand in hand met het lot. De wraak zou niets beteekend hebben als zij genomen was terwijl Audrey daar koud en stil in Juffrouw Erps kamer lag. Door de bestiering yan het lot was het nu een werkelijke komen lot rust en worden gesterkt door ZENUWTABLETTEN. Buisje 75 et. Bij Apoth. en Drogisten. wraak geworden. Lady Burdon had zich twintig jaar lang veilig gewaand te midden van haar rijk dom; haar echtgenoot was haar nu door het 'ot ontnomen, zij .zou den slag ontvangen door haar geliefden zoon; een vriendschap door het lot be gunstigd, zou zich tegen haar keeren en haar ver drijven, zooals zij Audrey verdreven had. Het lot sprak uit alles, uit elk oogenblik, uit elk feit en Tante Maggie vreesde, dat, als zij nu hèt lot deu rug toekeerde en bet uur vervroegde, dat zij cn het lot gekozen hadden, zij de kans zou loopen, dat het lot haar in den steek liet. Het lot gaf haar een teeken het waarschuw de haar. Percival had haar verteld van Rollo's aanstaand vertrek voor een lange reis; en toen ze nu zag, dat baar plan voor zijn een-en-twintigste geboortedag in duigen viel, had zij zichzelf inge sproken, dat nu het oogenblik gekomen was. Geen reden om langer te wachten. Maar het volgende oogenblik zag ze hoe ongeluk kig Percival was, dat hij die „goeie Rollo" zoo lang zou moeten missen, en hoe hij plannen maakte voor do weinige weken, die hij nog hier zou zijn. Ze werd gewaarschuwd door de zelfde vraag, die zij zich zelf reeds vroeger gedaan had en die zij nooit durfde uitdenken. „Wat doe ik, als hij, wanneer hij het hoort De stem van het lot. Het lot waarschuwde haar. Het lot bedreigde haar. Het lot was iets levend9, iets werkelijks voor baar geweest, ze had zijn hand honderden keeren gevoeld, zoodat zij het als een persoonlijkheid was gaan beschouwen, een actu aliteit, een grimmige strenge almachtige metgezel', die haar vergezelde op haar levenspad en zich nu itot haar boog en in bet oor fluisterde: Ga je eigen weg als je durft. Tracht wraak te nemen zond-u* mijn hulp en let niet langer op den tijd, dien gij en ik er voor bestemd hadden, als ge durft. Ver laat mij en zeg het hem nu. En dan die bedreiging: Maar als ge het hem vertelt 'en hij j Vreemd? Kenmerkend? Tenslotte aarzelde ze om in te grijpen, zij betaalde het lot zijn prijs. Toen de verjaardag aanbrak en Rollo en Lady Burdon ver weg op zee waren, leek het haar zoo nutteloos toe nu haar wraak te nemen en zij wendde zich tot het lot cn vroeg: Wat nu? Vreemd? Kenmerkend? En weer boog die sterke kameraad zich over tot haar Tuinen heeft overigens vooral Aranjuez. Het dankt rijn ontstaan aan een eilandje, door de Taag die hierdoor heen en weer stroomt, gevormd. De Orde van Santiago heeft het eens in eigendom ge had; Karet 'V liet er zijn oog op vallen als jacht terrein! en Philips II heeft het uitgebreid met behulp van de kundigste bouwmeesters dia hem ten dienste stonden. Het paleis, dat hn és liet bouwen, was prachtig. Maar in den loop der achttiende eeuw brandde het af, en het moest door Eerdinand VII geheel hersteld worden. Aran juez is "historisch merkwaardig, omdat hier Karei IV afstand deed van rijn troon ten behoeve van zijn zoon Eerdinand Vil, die intusschen al' even zeer in den macht van den grooten Napoleon wafl. Godoy, Karei' IV'e uitgesproken gunsteling, ver toefde hier ten tijde van dien afstand, en om hem te zoeken, hem zoo mogelijk op te hangen, stormde men naar Aranjuez, maar vond den alvermogen- den Minister met. Hü was gevlüoht, en slechts dank zij zich gedurende twee dagen, honger lij dende, te verbergen op een hooizolder, ontsnapte hij aan :de woede van het volk. Don öarlos, de half broeder van Philips Et, die waarlijk niet ia rille opzichten te benijden was, heeft hier de „schone Tage", die Schiller hem ia den mond legde, door gebracht. Als men naar Aranjuez gaat, heteekent dat men gaat naar de Jardin de Ia Isla. Men betrede vooral de Salon de Lofl Reyes CatoRoos,, een prachtig aangelegde laan met eeuwenoude boomen. Ook hier natuurlijk weelde niét alleen van groen, maas van marmer; ook hier herinneringen aan tijden, dat het bevolkt was met zwierig ge- kleede edellieden en hunne dames! Eln. dan. tenlsotte het Escuriaal. Zelfs hij-, die niet precies weet, wat het Escuriaal is, wat het beteekent, gevoelt toch iets van neerdrukkendJe somberheid reeds wanneer dit woord wordt uitgesproken. Escu- riaal is een dorpje, thans bestaande uit twee déelen, het oude en het nieuwe. Het laatste, waarheen de Madridsche bevolking zich in den zomer bij voor keur begeeft, dankt zijn ontstaan aan het klooster- paleis. dat Philips n deed) oprichten tengevolge van een gelofte, afgelegd in den slag bij St. Quentin. De Spaansche artillerie bevond zich daar in de nood zakelijkheid om een kerk, aan den Hleildlgen L&uren^ tius gewijd, te beschieten. Eh Philips II legde op het slagveld de gelofte af om dén Heiligen I^aurentiUs een veel1 schooner gebouw te wijden, indien hij! den uitslag van den strijd wilde -(zegenen. Hij heeft het gedaan, maar vermoedelijk ondér den indruk van zijn machtigen vader, die de laatste jaren van zijn leven vrijwillig in de stille eenzaamheid van een klooster doorbracht, kreeg hiji voorliefde voor een stijl, die van die van eert paleis afweek. In Juan die Herrem, vond hij. een bouwmeester, die zijn inzich ten deelde, al moet, de koninklijke belangstelling, düe1 tot zelfs in details aan den dag werd' gelegd, wel wat hinderlijk zijn geweest! De stijl, waarin het ge bouw is opgetrokken is de late renaissance stijl van het Noorden van Italië! en van Rome; het effect 'wordt, dus ook hier vooral in de afmetingen gie- zocht. Hét geweldige gebouw ligt op een soort, heu vel; het vormt 'n rechthoek die 675 voet in grootste lengte meet. De kerk vormt de kern vaa het gebouw; daarvóór is toet Pantheon van de koningen, waar het meerendeel der Spaansche monarchen) is begraven. 'Ook Elisabeth van Valois, don Carlso en zijn Moe der Maria van Portugal en verschillende Qostere- rij'ksche Aartshertogen rusten hier. Aan de eene zijde van 'dëi kerk is het klooster, in hetwelk Philips H een niet garing deel van. zijn -tijd in overpeinzingen, zij het zeker niet in nietsdoen doorbracht; hier luisterde hij blji de Mis tegelijk met de kloosterbroeder^ en hier is hem, zoo luidt het verhaal, de tijding van de overwinning van Lepamto gebracht op het oogenblik dat hij. nederig naast de eenvoudige monnikken neer* knielde. Achter de kerk is het paleis, dat ln het geheel slechts een geringe (plaats inneemt, en dat ook, be grijpelijkerwijs, geenszins is ingericht miet die weelde, welke de overige koninklijke paleizen kenmerkt. Neen, wel' verre vandaar; er mogen kostbare schilder stukken genoeg zijn; mooie gobelins en beeldhouwt- werken; de bouw zelf mag bewondering wokken een paleisachtig interieur vormt het niet. "Wie Phi lips H wat meer onbevooroordeeld wil leereni ken nen' dan wij hem uiteraard in de Nederiandsche ge schiedenis beschouwen; wie in Philips II' nog, iets anders wil zien dan de onderdrukker,, dien hij voor de Nederlanden is geweest en naar zijn inrichten moest zijn: wel die leere kennen de omgeving van het Escuriaal, waar Philips TI zoo'n groot deel van zijn leven heeft gearbeid. Hij meende van hieruit zijn groot en machtig rijk, dat zich over tenminste twee werelddeelen uitstrekte, te kunnen regeeren, en hij hield geen rekening met dé verschillen van traditie» taationaliteit, gewoonten, zeden, afkomst en wat al niet meer, dart. over het karakter dier volken1 beslikt. Zijn godsdienst ging voor alles, en daaraan offside hij alles. De omgeving van het Escuriaal is minder somber dan die, van het overigens geheel de omgeving be-i heerschende gebouw zelf. Mén zal goed' doen, het Escuriaal bezoekende, 't kleine dorpje aan den voeij vam het gebouw nieitl geheel over het hoofd ito zien, en er eenigen tijd' aan besteden, men neemt dan wat vroolijiker, wat opgewekter indrukken mede, al moet men om dit zomerplaatsje van de Madridsche bevol king naar volle waarde fe waardeeren, er iets later in den tijd komen dan wij er waren, oor, maar nu niet langer dreigend, hij bemoedigde, hij steunde haar. „Wel Tante Maggie", riep Percival. „Wat ziet u er vanmorgen goed uit. Wel vijftig maal vroolijker dan de laatste dagen. Veel jonger, op mijn woord!" „Dat is omdat je jarig bent, mijn jongen", zei ze. „Dat is goed. Maar eiken keer, dat we over mijn verjaardag spraken, mijn een-en-twintigste, zelfs gisteravond nog, werd u treurig gesteld; vinat u soms dat ik te oud word?" Tot antwoord schudde zij slechts het hoofd cn keek hem glimlachend aan. Maar de reden voor haar opgewektheid, voor het ontwaken, uit de neer slachtigheid van al die dagen, die zun verjaardig voorafgingen, was dat zij nu op haar vraag: Wat nu? overtuigd was, dat ze wachten moest, nog een klein beetje geduld moest hebben, dan zou de gele genheid zich voordoen. Het lot bereidde die voor: binnen korten tijd zou het lot haar waarschuwen. Ook Percival hield zich in die dagen met het lot bezig. Zooals iemand, die zijn oogen te goed doet aan een kostbaar pas veroverd bezit, om er des te meer van te genieteü, zoo zei hij in deze dagen dikwijls tegen zichzelf: Ik ben de gelukkigste ke rel van de heele wereld, en hij. verwonderde zich over die aaneenschakeling van wisselvallig- en toe valligheden waardoor het lot het toeval noemde hij het, hem tot deze gelukkige oplossing had ge bracht. Elk menscheiijk leven heeft tijdperken, die afgerekend worden niet naar jaren maar naar ge beurtenissen. Soms worden deze gebeurtenissen als mijlpalen beschouwd: een sterven, een geboorte, een huwelijk, een nieuw beroep, een reis, een ziekte. Wij voelen dadelijk, dat een nieuwe phase is inge treden, we hebben een nieuw contract gesloten: niet een beter of een gelukkiger, misschien een slechter maar nieuw cn als zoodanig erkennen wij het. Maar meestal herkennen wij den mijlpaal niet, vóór wij' den langen weg terugblikken, vóór het gebeurde zich scherp afteekent, en wij beseffen dat wij een ander mensch zijn geworden sinds wij dien mijlpaal voorbijgingen: weer niet bepaald een be ter of een gelukkiger mensch, een slechter mis WENKEN VOOR VEILIGHEID ZN VOLKSGE ZONDHEID- Indien meni voor een zieke deskundige verpleging wens abt, dan neme men daarvoor geen verpleger of verpleegster aan, alvorens zich er van te overtuigen, dat de verplegende in) 't bezit is van bi ln het Rijka- oregisiter ingeschreven diploma A voor gewone rie- schien; en wellicht een, die dikwijls hunkerend ver langt zijn vroeger wezen terug te krijgen. Maar dat gaat niet. Het leven gaat voort, cn eenmaal den weg begonnen, mogen wij evenals -bij het damspel niet terug. Bij elk voorval, dat door een mijlpaal wordt aangegeven, laten wij achter een stuk van ons zelf, zooals dé slang verliest zijn vel dat stuk is dood:en al zouden we alles willen geven om het weer levend te maken: het kan niet. Percival kwam in den gelukkigen tijd, dien hij als rechterhand van de Hannafords doorbracht op de steeds meer in bloei toenemende boerderij, tot het besluit, dat zijn leven bestond zooals hij het uit drukte uit drie volmaakt verschillende deelen. Hij had er een yvonderlijk plezier in om ze to rang schikken en na te gaan. Dagelijks, dikwijls meer dan eens per dag, als hij een ponnie bereed, dwaal den zijn gedachten naar de tijden, die hem zoo dui delijk voor oogen stonden, als hij punt voor punt het landschap, dat voor hem lag beschouwde; zijn geest raakte in vuur over wat hij zag, evenals zijn bloed sneller vloeide, terwijl hij in het zadel zat om de ponnie te dresseeren. Drie tijdperken, zei hij in zichzelf. Het eerste was geëindigd met dien avond, toen hij met Dora gesproken had in den tuin. Al les was anders geworden vanaf dat obgenblik. Dan zijn leven met Japhra en Ima in den kermiswagen het strenge, harde goede leven, eindigende met de vechtpartij. En het derde: hij was nu in het der de. Twee lagen reeds achter hem en als hij ze na ging, was het voornaamste refrein, zooals hij al gezegd had in den tijd, toen hij beter werd, dat ie dereen zoo buitengewoon goed voor hem was ge weest. Twee lagen achter en hadden hem gevormd tot een voorwerp voor de plannen van anderen en wat een heerlijke plannen! En wat een goede plan nen-makers waren het geweest? En hoe gelukkig had hij zich gevoeld door hun liefdel in dat der de tijdperk zou dat refrein hem elke minuut in de ooren klinken, elke minuut, die leidde naar de vage toekomst, nog verscholen in e ennevel 'van rozen, rozen Rozerood en Sneeuwwit. Sneeuw wit en Rozerood Wondt' vurvoIgH.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1926 | | pagina 1