Uitgevers i N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen. Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. Feuilleton. DE GELUKKIGE HELD MIJNHARDT'S Hoofdpijntabletten werken terstond. Reclames. Staatsloterij. Donderdag 6 Mei 1926. <'»9ot,o Jaargang. No. 7839. Pit blad verschijnt viorhioal por wook: Dinsdag, Woensdag, Donder dag uii Zuturdug. BIJ Inzending tot 'e morgens 8 uur, worden Advor- kaïilión nog zooveel mogelijk' in hut oorstuitkomond numrnoc geplaatst. POSTRUKÜNÏNQ No. 23330. INT. TRLRF. no. 80. Prijs per 3 maanden f 1.(55. Lossa nummers B cant ADEERTE^ TloN van 1 tot 5 regels fl.10, iedero regel ooaeor 20 cont (bowlJ,ia^ inbegrepen). Grooto lottere v/ozdon naaa ploatszalmte bozekond. Zitting van Dinsdag 4 Mei 1020. De zitting van vandaag omvat een 25-tal' zaken, die allen betrekking hebben op belastingwet-over tredingen, waarin als rijksadvocaat Mr. Asser Je. optreedt. Het eerst komen aan de beurt de bezitters van rüwielen, die hun karretje niet van een belasting- plaatje voorzien hadden of zulks niet zichtbaar droegen. De meesten waren niet verschenen. Zoo werden achtereenvolgens afgewerkt Garrit Ploeger uit Blokker. Easoh f 7 of 7 dagen Als tweede moest verschijnen G. J Leusink, wonende te SchelHhkhout, die wel een rijwielplaatje bezat, maar de twee stukken, waar het thans uit bestond, in zijn zak droeg% De president raadde hem aan, de stukken aanéén te soldeeren en ze daarna op z'n fiets te bevestigen. Minimum-eisch f 5 of 5 dagen. Tegen Klaas Schaper en Albert Grahand, beiden uit Blokker, werd eveneens! f 5 boete of 5 dagen hechtenis geësioht. Tb. de Groot uit ATkrnac- had zich bij de ver baliseering voor hetzelfde feit nogal aangesteld en kreeg daarom f 8 tof 8 dagen. De volgende beklaagde Alida Mrnik is aanwe zig. Ook Alida had geen rywielplaafcje. d.w.z. niet aan haar fiets, wel in haar handtasohje, hetgeen echter in strijd is met de bepaling, dat het zicht baar gedragen moet worden. Eisch f 5 of 5 dagen. Jozoph P., ook al' uit Blokker, kreeg eveneens f 5 oer 5 dagen. Tegen Witze van Zijp, afkomstig van Texel, werd mede door zijn optreden tegen den verbaBseertenjdieai ambtenaar f6 oï 6 dagen geëischt. Sijbrandus Pietersma, uit Enkhuizen, ook al bru taal, kreeg eveneens f 6 of 6 dagen. Fred. van Leijen kwam er minder goed, af. Fred. had nl. eoü plaatje van het vorige jaar verzilverd en wilde het zoo voor echt laten doorgaan. Dit be zorgde hem een eisch van f25 boete of 25 dagen hechtenis. Sehoutem uit Ursem kreeg w«e* f 5 of "5 dagen Louw Sijtsma uit HoogkarspeT, moert, omdat hij' recidivist is, f7 betalen of 7 dagent brommen. Hiermede zijn de rjjwielplaatjea achter den rug. KALE THUIS GESTUURD GEKREGEN. De volgende beklaagde is Mar tonusZuidman, slager te Oudendijk. Hem wordt ten laste gelegd, dat hjj den kommies bij de directe belastingen, Stobbe, geen kwitantie kon overléggen, van be taalde accijns voor een geslacht kalf in zijn sla gerij aangetroffen, 'terwijl het vléesoh niet van! het vereischte kouringsmerk voorzien was. Tinus hangt nu het volgende verhaal' van het door A. S. M. HUTCHINSON. 58. En toch onbestemd, begreep fcij het wel, een onbe stemd gevoel bad haar den laatsten tijd gedrukt, het gevoel dat het doel van baar opvoeding bijna bereikt was wanneer Percival over de twee jaren, „die ein deloos lange tijd", sprak, „wanneer die goede oude Polio weg zou zijn" dan wist zij dat die tijd voor haar een soort vacantie beteekende. Een ander meisje, dat vrijer opgevoed was, zou begrepen hebben, zou mot zichzelf to rade zijn gegaan, zou dat gevoel van opluchting voor zichzelf hebben trachten te verkla ren, zou er in gezien hebben een verlost worden van de voortdurende herinnering aan de toekomst, die haar wachtte en zou zichzelf afgevraagd hebben: „Waarom hen ik blij, is die toekomst mij dan niet welkom?" f. Maar zij was er niet het meisje naar om haar hart op die manier te onderzoeken; te onderzoeken en een reden te vinden; een reden 1c vjnden en te vra gen; en zichzelf te antwoorden: „Neen, niet welkom", of er over te denken om zich te verzetten en een an dere toekomst, een andere oplossing te zoeken. Zij was door haar moeder opgevoed en in die opvoeding was geen plaats voor zulke gedachten; zij was afge richt en grootgebracht voor dit doel; niet voor haar waren zulke gedachten, zij, die haar opvoeding eer aan deed door groote schoonheid en een bekrompen geest. Mocht zij al eens plotseling bij het uitspreiden van haar vleugels tot de ontdekking komen, dat die toekomst haar als een muur omringde, dan zou zij rustig tusschen die muren blijven loopen; zij zou er niet door heen willen breken; zij zou er naar kij ken, ze met de vingers betasten en ze zacht als zijde vinden en bij haar leven passend; zij zou er niet te gen aanslaan en voelen, dat achter die zijde verbor gen, die muren hard als staal waren en in wanhoop roepen: „Gevangen! Gevangen!" en in wilden angst een uitweg zoeken. Zij zou, wanneer zij haar oogen opsloeg en haar toekomst aan het einde van den nauwen, smallen weg zag liggen, die toekomst kalm tegemoet gaan, niet aarzelen, twijfelen of vreezen; maar zien en weten en niet anders denken dan dat die toekomst paste en hoorde hij haar levensloop; niet voor haar om uit te roepen: „Neen! Neen! Neen!" en te ontvluchten, terwijl het nog mogelijk was. Zóó hadden de omstandigheden haar gemaakt; en toch blijft^ er, hoe ook bedwongen, het zuiver rudi mentaire instinct, de vreugde van het vrij zijn; zoo was zij opgevoed, maar had' ook nog nauwelijks be seft, het doel van haar opvoeding, de muren en de toekomst. gebeurde op. Op den bewusten dag was er niemand thuis. Zijn vrouw was naar zijn schoonouders in Hoorn gegaan, waar het groote koemarkt was, de gene die had moeten oppassen was aek geworden en om 6 uur vertrokken, terwijl hij er zelf op uit was om handel te drijven. Het moet 'toen gebeurd rijn, dat het geslachte kalf waarvan hier sprake is, door een onbekende in zijn slagerij was gedepo neerd geworden. De directeur van den keuringsdienst te Hoorn als getuige gehoord, verklaart heb vleesch te hebben afgekeurd, omdat het bezoedeld was en er geen ingewanden aanwezig waren. Beklaagde voegt nog aan zijn verdediging toe, dat hij, wanneer door hem het kalf geslacht was, toch zeker wel de ingewanden bewaard zou hebben, een reden te meer om aan zijn verhaal geloof te slaan. Den rijksadvokaat komt echter het geheeld ver haal zeer onwaarschijnlijk voor. Hij acht het ten laste gelegde bewezen en eischt f100 boete, hetgeen door den Off. v. J. veranderd wordt in flOO boete of 50 dagen hechtenis. GEEN INKOMSTENBELASTING BETAALD. Volgt de zaak tegen Jan Jellema, schipper van zijn beroep, die aan de betrokken ambtenaren Zwart en Visser geen bewijs kon overleggen zijn inkom stenbelasting betaald te hebben. Eisch f 10 of 10 dagen. ONGESTEMPELDE SPEELKAARTEN. Salomon van Leeuwen, getrouwd en vader van twee kinderen, woonachtig te Amsterdam, wordt er van beschuldigd, op 25 Febr. van het vorige jaar in café ,.het Oude Slot" te Schagen onge stempelde speelkaarten te hebben verkocht. Veen- stra, le kommies bij de directe belastingen al daar, had een spel van hem gekocht, en daarmee was het ten laste gelegde bewezen. Beklaagde erkent dit en zegt uit armoede te hebben gehandeld. AB.es liep hem tegen en hij kon niet langer het brood voor zijn vrouw en twee kinderen verdienen, waardoor hjj ten slotte genood zaakt was, met dezen handel in zijn noodige levens onderhoud te voorzien. Het is echter niet bij dezen beer gebléven. In April van hetzelfde jaar heeft beklaagde nogmaals getracht,nu in Alkmaar, met dozen ongeoorloofde® handel zÜn brood te verdienen, maar ook hier werd hij o» heeterdaad betrapt. Het feit wordt echter door beklaagde ontkend en itt een, naar den zin van den president, ietwat te luide betooging, tracht hij de hoeren rechters van zyn onschuld te over tuigen, hetgeen hem echter met getukt. De eisch is twee maal' f75 boete of twee maal 25 dagen hechtenis. Nathan Levifc, die niet versohenen is, wordt voor hetzelfde delict gedagvaard. Beklaagde had tot arbeidsveld Alkmaar gekozen, waar hij door een kommies betrapt werd. Aangezien beklaagde reeds VAN RIJSWIJK'8 SCHOENHANDEL. SCHOENMAKERIJ. UITGEBREIDE KEUZE. PRIJZEN UITERST BILLIJK. Glazen Buisje 60ctBij Apotken Drogisten| vyf maal voor dezen ongeoorloofde© handel heeft terecht gestaan, wordt tegen hem f 150 of 75 .dagen geëischt. Volgt Isaac Seattiel, die behalve in Alkmaar ook de stad Hoorn tot zijn afzetgebied voor ongestem pelde speelkaarten gekozen had. In beide plaatsen was hij in de uitoefening van zijn bedrijf gesnapt en deswege werd tweemaal £100 boete te vervan gen door tweemaal 50 dagen hechtenis tegen hem geëischt. I Israël van Leeuwen., eveneens uit Amsterdam, bracht het er beter af. Ook hem werd ten laste gelegd in Hoorn ongestempelde speelkaarten te hebben verkocht, maar het ten laste gelegde werd niet bewezen geacht, zoodat vrijspraak volgde. Mïchaëï Boesnack was de laatste in deze soeel- 1 kaarten-affaire. Beklaagde houdt vol geen. kaarten te hebben verkocht, en zet ;n heel verhaal op, dat van zijn onschuld moet getuigen. Wanneer de getuigen echter gehoord zjjn,# krijgt de zaak een heel ander aanzien en heb slot is, dat beklaagde een boete van f75 te vervangen door 25 dagen, tegen zich hoort eisohen. NOG MEER BELASTINGZAKEN. Volgen een vijftal' zaken, die allen hetzelfde be helzen, nl1. overtreding van art. 104 op de wet van de rjjkainkomstenbelastiiig. De overtreders waren Anth. Boerman, Roelof Jansen, Pieter Stavast, Roe lof Kok en Laurens Harrake Dik, zeevarenden vaal beroep. Toen deze zondaren, die schitterden door afwezigheid, door de daarvoor aangewezen ambte naren gevraagd werden naar een bewijs, dat moest getuigen aan hun verplichting in het bijdragen Van a rijks lasten te hebben voldaan, kon geen van, allen dit toonen en werd deswege f 10 of 10 I tegen élk van hen geëischt. 1 HET NIET AANGEVEN VAN EEN NOOD- SLACHTING. De volgende zaak is tegen Klaas Snel, geboren te Hoogwoud, thans in Ommen woonachtig. Beklaagde zou nalatig geweest zijn in het aange ven van een koe, welke in dén avond1 van 11 Augv ,1925 om half tien door hem in de wei geslacht was. Het was een noodslachtimg. Beklaagde be- I weert, dlat hij ih deze als loonslagar is opgetreden i en dus met heb aangewen niets noodig had. Wel' had hij den eigenaar Kuis gezegd de koe aan te.gever* en den keurmeester over het geval' in te lichten. Kuis als getuige gehoord, verklaart te hebben willen handelen als Snel hem had: gezegd, maar onderweg was hij den veldwachter Van der Zandeta tegengekomen, die hem eerst naar den keurmeester had gestuurd, wat volgens Van der Zanden niet geheel en al' waar is. Deze zegt, dat, wanneer teen geslacht beest wordt afgekeurd, de accynsforma- liteiten achterwege kunnen blijven, maar met dit laatste is den kommies Koudijs hert niet eens. Vol gens hem moet van elke slachting kennis worden gegeven. De eigenaar Kuis zegt nog, m iéder geval ken nis aan Koudijs te hebben wilLen geven. Door de verschillende getuigenissen begint het geval den indruk te verwekken dat hier door ver- scldllende omstandgheiden de aangeving vertraagd is. Tegen beklaagde wordt f of b dagen geëischt. Hierna sluiting. Uitspraak over 14 dagen. Als uw kinderen last hebben van een jeukende huidkwaal, past dan Foetar's Zalf toe. Inderdaad een probaat geneesmiddel. Per tube £1. Alleen voelde zij, zooals zi] aan Percival vertelde, dat zij vacantie had, en die vacantiestemming bleef haar bij in de maanden, die volgden. Hoe het kwam, kon zij niet verklaren, maar als do vlinder, die te midden van de bloemen in een serre leeft, en onhef- wust, dat hij gevangen is, luchtig door een open deur naar buiten fladdert, zonder te bemerken, dat bij bevrijd is, zoo bleef haar vroolijke stemming, el- ken keer als zij bij elkaar kwamen. Zij ontmoetten el- kander minder dikwijls, daar Rollo niet meer als voorwendsel gebruikt kon worden, maar hoeveel tee- j derder I "Haai stemming was gelukkig, en trillend kwam zij naar hom toe, en heen en weer word haar hart geslingerd uit zijn gevangenis naar zijn liefde; en uit zijn liefde weer in zijn gevangenis terug, ge slingerd door zijn teederheid en hartstocht, en dan, ja dan voelde zij even een voorbijgaanden angst voor i de muren van haar gevangenis. 3. I Op een dag, dat zij samen op jacht waren, was hij de aanleiding, dat zij de muren, die haar omslóten, voor het eerst goed besefte. Mevrouw Espart had haar vroegere plan om naar de stad terug te gaan, dadelijk nadat Rollo en zijn moeder vertrokken waren, veranderd. Het was een I van de onderdeelen van haar plannen voor het jonge paar om zich onder den landelijken adel een positie te verwerven; dit zou hun later, wanneer het oude Burdon-Kasteel weer geopend zou worden, ten goede komen. 'De verloving vaD haar dochter met Lord Bur- don, zou dan, wanneer die publiek werd, nog meer in druk maken. Zij maakte gebruik van de plaatselijke jachtfeesten om dit plan te volvoeren; Dora kreeg een mooi paard, zelf reed zij niet; zij werd voor een groote som lid van een club en men nam haar aan bod van een tweemaandelijksche bijeenkomst op het terrein van Royal Abbey, gaarne aan. Dit was dus een kans voor Percival en Dora om elkaar te ontmoeten. Het denkbeeld van de Hanna- fords om Percival mee te laten tijden, bleek voor hem dus zeer voordeelig. Dora werd door haar moeder aangemoedigd, geen enkele bijeenkomst van de ja gers te verzuimen, wat zij natuurlijk graag deed. Op dien dag waren de bonden zeer ver gegaan; een dappere vos had diegenen, die hem konden volgen, waaronder zij zich bevonden, vijftien mijlen ver laten draven van Royal Abbey, voordat de honden hem te pakken kregen, 't Was laat in den middag en het begon te regenen, toen Percial en Dora den lan gen weg naar huis insloegen; zij hadden pas een j klein stuk van den weg afgelegd en zij voelde zich al doornat, waardoor zij haar zelfbeheersching verloor en hem kribbig toevoegde: „Je hadt me niet zóó ver moeten laten gaan. Ik zou zelf allang zijn omgekeerd". „Kom", zei hij, nog opgewonden door den snellen draf, ,,'t was een heerlijke rit, was 't best waard, Dora'. van Dinsdag 4 Mei. 4e Klasse. 2e Lust Na 10843 f 1500. Nés. 8639 20073 20586 f 1000. Noe. 2004 5248 17941 f 400. Nos. 2887 14913 f 200. Ne*. 8809 10477 13514 15*78 elk f 100. Prijzen van f 65. 66 76 101 112 117 120 124 257 341 355 458 477 590 625 689 704 754 771 778 797 825 869 872 911 939 1008 1063 1157 1235 1257 1331 1356 1371 1379 1380 1425 1442 1511 1656 1706 1752 1757 1784 1857 1916 1944 2103 2147 2164 2220 2281 2287 2290 2317 2327 2354 2380 2429 2508 2555 2597 2621 2783 2927 3035 3083 3097 3118 3196 3279 8282 3287'3293 3299 3316 3353 3440 3483 3551 3564 3584 3589 3631 3683 8712 3721 3753 3756 3799 3876 3914 3971 4007 4027 4035 4072 4085 4110 4124 4141 4245 '1288 4351 4354 4367 4377 4415 4456 4461 4469 4579 4581 4598 4603 4659 4676 4742 4890 5070 5138 5175 5180 5246 5277 5305 5329 5396 5399 5422 5447 5473 5485 5525 5611 5622 5651 5678 5715 5738 5843 5892 5924 5963 6066 6107 6127 6160 6167 6170 6217 C223 6271 6316 G317 6332 6347 6362 6374 6378 6382 6448 6459 6483 6486 6510 6555 6558 6590 6681 6715 6725 6728 6732 6756 6768 6827 6882 6936 7083 7087 7142 7179 7180 7196 .7378 7414 7449 7602 7633 7650 7734 .7758 7843 7906 7984 8039 8101 8126 8138 8174 8247 8296 8354 8427 8532 8064 8679 8814 8852 8857 8909 8915 8917 8929 8080 8992 9014 9034 9050 9077 9184 9196 9202 9463 9498 9551 9592 9618 9737 10073 10110 10113 10135 10338 10407 10413 10449 10459 10477 10538 10555 10578 1070G 10736 10794 10828 10845 10855 10899 10905 11000 11046 11047 11183 11169 11193 11218 —216 —864 11379 11437 11574 11617 11683 11757 11803 11918 U921 11925 11937 11956 12050 12078 12192 12281 12287 12313 12373 12385 12479 12534 12557 12616 12637 12659 12677 12689 12859 12870 12872 12945 12968 13065 13074 13080 13092 13119 13154 13302 13318 13337 13376 13407 13475 13478 13484 13486 13562 18564 13577 13628 13776 13790 1382L 13849 13853 13856 13905 18918 13951 13977 14007 „Niets is waard om er zóó nat van te worden. Je weet 'hoe ellendig ik het vind om nat te worden." Nog veel natter was zij, toen na eenigen tijd zwij gend naast hem gereden te hebben, een nieuwe moei-1 lijkheid haar noodzaakte weer tegen hem te spreken, j Haar zadel was verschoven, zeide zij; en toen hij stil hield en bemerkte, dat de buikriem te los zat, vroeg hij haar om af te stappen. „Neen, ik zal maar probeeren om verder te gaan", zei zij boos. „Wij zijn er nu bijna, 't Zou ellendig zijn me nu te bewegen; ik ben door en door nat". Zij antwoordde hem niet op zijn vriendelijk: ,,'t Spijt me erg, Dora!" maar na korten tijd zei zij: „Hot helpt niets, ik moet toch afstijgen". Hij keek naar haar op, terwijl hij naast haar stond om haar uit het zadel te helpen. „Ben je boos, Dora?" „Natuurlijk ben ik boos". Toen was het, dat hij zichzelf niet meer meester1 was en iets deed, dat haar boos humeur verdreef en even den sluier oplichtte, die de muren van conven tie, die haar omsloten, had verborgen. Hij had haar gadegeslagen terwijl zij zwijgend naast hem reed, had gezien hoe de regen haar in het ge zicht striemde, hij zag haar gelaat/koud als mar mer zelfs in haar boosheid, Eh koud was ook haar blik toen ze hem aankeek, en hij kreeg plotseling een indruk, dat zij geheel was als bevroren sneeuw zijn lieveling, do verpersoon lijking van al zijn gedachten en wenschen. Toen hij haar op den grond tilde, liet hij haar niet los, maar draaide haar bijna ruw naar zich toe; en zwijgend sloot hij haar in zijn armen en fluisterde: „Dora!" hij kuste haar nat gezichtje en omklemde haar vaster, terwijl zij verschrikt zich verweerde; hij kuste haar nog eens en nog eens. „Neen, ik laat je niet los! Neen, je bent altijd zoo koud' tegen mij! Ik heb je na dien éénen keer nooit weer gekust; nu zal ik je kussen. Neen, ik laat jö niet meer los; ik heb je lief, ik heb je lief!" Zij wendde haar gezicht af. Hij voelde haar hijgen in zijn armen en klemde haar tegen zich aan; en hij voelde met zijn handen hoe door en door nat zij was; en door haar kleeren heen voelde hij haar warm li chaam; en in woorden zoowel als in kussen brak zijn hartstocht los. „Keer je gezicht niet van mij af Doral Nu heb ik genoeg verdragen. Geef mij je lieve koude gezichtje, dat ik zoo liefheb. Ik wil je lippen kussen, en je moet mij terug kussen. Sla je armen om me heen. Kus me, kus me!? O, ik heb je lief, mijn lieveling, mijn mooie Sneeuwwit en Rozerood. Houd- je arm zoo om mij heen, Dora, Dora, mijn Doral" Zijn stem klonk heesch van hartstocht; zij keerde haar gezicht naar hem toe en kuste hem. klemde zich aan hem vast, gehoorzaam aan zijn wil, de on verschilligheid van haar natuur was verdwenen; diep en krachtig klonk zijn stem, „Nu is alles anders geworden ze zijn voorbij die dagen, dat ik mijn lieveling niet aan durfde raken, dat ik haar niet ieder uur, ieder oogenblik durfde vertellen, hoe lief ik haar had. Nu heb ik je in mijn armen, mijn lieveling en ik voel het kloppen van Je hart; die dagen zijn voor goed voorbij. Je moet Je al tijd herinneren hoe ik je hier in inljn armen gehou den heb, hoe sterk ze Je vastgehouden hebben; hier is de veiligste, veiligste plaats voor je. Kijk mij aan! Wat ben Je mooi, je oogen, je lippen, je koude, lieve gezicht, nat van den regen. Kus rae! Dora. wij zijn voor, elkander bestemd, wij moeten elkaar liefhebben" Zij antwoordde hem meer door de geheele overgave waarmee zij in zijn armen lag, dan door het stame len van korte zinnen, die zij nu en dan fluisterde. Nu zei ze zacht: „Ik heb nooit gewild, dat je bang zou zijn PercivaL Ik heb jc Dooit willen terughouden met mij over liefde te spreken. Maartoen rilde zij en hij verweet zich hartstochtelijk, dat hij haar zoo lang stil had laten g-aan; om warm te worden liepen zij de laatste mijl tot aan Ryal Abbey en hij voerde de paarden aan den teugel. Opgewonden plannen maakte hij voor de toekomst, aan het eind van het volgend jaar moest hij naar Argentinië met een paar ponnies. Waarschijnlijk zou daar een groote zaak worden opgericht door een Zuid-Amerikaansch syndicaat, en hij moest dat alles in orde maken en ook ponnies van een daar inheemsch ras, meebren gen tot het fokken van een nieuw soort hier. Wan neer hij terug kwam„Daarom vertel ik het je, lie veling", zouden de goede oude „Hannaford'a" hem deelgenoot ih hun zaak maken, „dan lieveling kom ik je opeisohen. Dan zal ik in staat zijn je op te eischen." Zij verraste hem, waarvan hij de reden niet kon vermoeden, door plotseling stil te staan en zijn han den angstig vast te grijpen. „O. ga niet van me weg. Percival! Percival, ga niet weg!" Hij kuste haar in aanbidding. „Houdt je zooveel van mij?" Zij steunde op hem en herhaalde alleen maar: „Ga niet van me weg. Percival. Percival, dat mag je niet doen"; en terwijl hij haar tot bedaren trachtte te bren gen en nog geheel verward was over haar uitval, barstte zij in een stroom van tranen uit en verander de zijn gevoel van geluk, in bezorgdheid. „Dora! Wat is er nu? Wat is er, lieveling? zeg het me, zeg het me danl Schrei nie ten heef toch niet zoo" Zij had zichzelf nog niet in bedwang, toen het ge luid van wielen op den weg en het schijnsel van rij tuiglantaarns hen deed opschrikken. Zij hield zich in en greep den kop van haar paard. Het was een rij tuig, dat haar tegemoet gezonden was. De knecht nam haar paard over en bleef bij het portier staan, en maakte het haar onmogelijk haar gedrag te verklaren zolfs als zij dat had willen en kunnen doen. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1926 | | pagina 1