Uitgevers i N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Feuilleton.
DE GELUKKIGE HELD
MIJNHARDT'S
Hoofdpijntabletten
werken terstond.
Reclames.
Staatsloterij.
Donderdag 6 Mei 1926.
<'»9ot,o Jaargang. No. 7839.
Pit blad verschijnt viorhioal por wook: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag uii Zuturdug. BIJ Inzending tot 'e morgens 8 uur, worden Advor-
kaïilión nog zooveel mogelijk' in hut oorstuitkomond numrnoc geplaatst.
POSTRUKÜNÏNQ No. 23330. INT. TRLRF. no. 80.
Prijs per 3 maanden f 1.(55. Lossa nummers B cant ADEERTE^
TloN van 1 tot 5 regels fl.10, iedero regel ooaeor 20 cont (bowlJ,ia^
inbegrepen). Grooto lottere v/ozdon naaa ploatszalmte bozekond.
Zitting van Dinsdag 4 Mei 1020.
De zitting van vandaag omvat een 25-tal' zaken,
die allen betrekking hebben op belastingwet-over
tredingen, waarin als rijksadvocaat Mr. Asser Je.
optreedt.
Het eerst komen aan de beurt de bezitters van
rüwielen, die hun karretje niet van een belasting-
plaatje voorzien hadden of zulks niet zichtbaar
droegen. De meesten waren niet verschenen.
Zoo werden achtereenvolgens afgewerkt Garrit
Ploeger uit Blokker. Easoh f 7 of 7 dagen
Als tweede moest verschijnen G. J Leusink,
wonende te SchelHhkhout, die wel een rijwielplaatje
bezat, maar de twee stukken, waar het thans uit
bestond, in zijn zak droeg% De president raadde
hem aan, de stukken aanéén te soldeeren en ze
daarna op z'n fiets te bevestigen. Minimum-eisch
f 5 of 5 dagen.
Tegen Klaas Schaper en Albert Grahand, beiden
uit Blokker, werd eveneens! f 5 boete of 5 dagen
hechtenis geësioht.
Tb. de Groot uit ATkrnac- had zich bij de ver
baliseering voor hetzelfde feit nogal aangesteld en
kreeg daarom f 8 tof 8 dagen.
De volgende beklaagde Alida Mrnik is aanwe
zig. Ook Alida had geen rywielplaafcje. d.w.z. niet
aan haar fiets, wel in haar handtasohje, hetgeen
echter in strijd is met de bepaling, dat het zicht
baar gedragen moet worden. Eisch f 5 of 5 dagen.
Jozoph P., ook al' uit Blokker, kreeg eveneens
f 5 oer 5 dagen.
Tegen Witze van Zijp, afkomstig van Texel, werd
mede door zijn optreden tegen den verbaBseertenjdieai
ambtenaar f6 oï 6 dagen geëischt.
Sijbrandus Pietersma, uit Enkhuizen, ook al bru
taal, kreeg eveneens f 6 of 6 dagen.
Fred. van Leijen kwam er minder goed, af. Fred.
had nl. eoü plaatje van het vorige jaar verzilverd
en wilde het zoo voor echt laten doorgaan. Dit be
zorgde hem een eisch van f25 boete of 25 dagen
hechtenis.
Sehoutem uit Ursem kreeg w«e* f 5 of "5 dagen
Louw Sijtsma uit HoogkarspeT, moert, omdat hij'
recidivist is, f7 betalen of 7 dagent brommen.
Hiermede zijn de rjjwielplaatjea achter den rug.
KALE THUIS GESTUURD GEKREGEN.
De volgende beklaagde is Mar tonusZuidman,
slager te Oudendijk. Hem wordt ten laste gelegd,
dat hjj den kommies bij de directe belastingen,
Stobbe, geen kwitantie kon overléggen, van be
taalde accijns voor een geslacht kalf in zijn sla
gerij aangetroffen, 'terwijl het vléesoh niet van! het
vereischte kouringsmerk voorzien was.
Tinus hangt nu het volgende verhaal' van het
door A. S. M. HUTCHINSON.
58.
En toch onbestemd, begreep fcij het wel, een onbe
stemd gevoel bad haar den laatsten tijd gedrukt, het
gevoel dat het doel van baar opvoeding bijna bereikt
was wanneer Percival over de twee jaren, „die ein
deloos lange tijd", sprak, „wanneer die goede oude
Polio weg zou zijn" dan wist zij dat die tijd voor haar
een soort vacantie beteekende. Een ander meisje,
dat vrijer opgevoed was, zou begrepen hebben, zou
mot zichzelf to rade zijn gegaan, zou dat gevoel van
opluchting voor zichzelf hebben trachten te verkla
ren, zou er in gezien hebben een verlost worden van
de voortdurende herinnering aan de toekomst, die
haar wachtte en zou zichzelf afgevraagd hebben:
„Waarom hen ik blij, is die toekomst mij dan niet
welkom?" f.
Maar zij was er niet het meisje naar om haar hart
op die manier te onderzoeken; te onderzoeken en
een reden te vinden; een reden 1c vjnden en te vra
gen; en zichzelf te antwoorden: „Neen, niet welkom",
of er over te denken om zich te verzetten en een an
dere toekomst, een andere oplossing te zoeken. Zij
was door haar moeder opgevoed en in die opvoeding
was geen plaats voor zulke gedachten; zij was afge
richt en grootgebracht voor dit doel; niet voor haar
waren zulke gedachten, zij, die haar opvoeding eer
aan deed door groote schoonheid en een bekrompen
geest. Mocht zij al eens plotseling bij het uitspreiden
van haar vleugels tot de ontdekking komen, dat die
toekomst haar als een muur omringde, dan zou zij
rustig tusschen die muren blijven loopen; zij zou
er niet door heen willen breken; zij zou er naar kij
ken, ze met de vingers betasten en ze zacht als zijde
vinden en bij haar leven passend; zij zou er niet te
gen aanslaan en voelen, dat achter die zijde verbor
gen, die muren hard als staal waren en in wanhoop
roepen: „Gevangen! Gevangen!" en in wilden angst
een uitweg zoeken. Zij zou, wanneer zij haar oogen
opsloeg en haar toekomst aan het einde van den
nauwen, smallen weg zag liggen, die toekomst kalm
tegemoet gaan, niet aarzelen, twijfelen of vreezen;
maar zien en weten en niet anders denken dan dat
die toekomst paste en hoorde hij haar levensloop; niet
voor haar om uit te roepen: „Neen! Neen! Neen!" en
te ontvluchten, terwijl het nog mogelijk was.
Zóó hadden de omstandigheden haar gemaakt; en
toch blijft^ er, hoe ook bedwongen, het zuiver rudi
mentaire instinct, de vreugde van het vrij zijn; zoo
was zij opgevoed, maar had' ook nog nauwelijks be
seft, het doel van haar opvoeding, de muren en de
toekomst.
gebeurde op. Op den bewusten dag was er niemand
thuis. Zijn vrouw was naar zijn schoonouders in
Hoorn gegaan, waar het groote koemarkt was, de
gene die had moeten oppassen was aek geworden
en om 6 uur vertrokken, terwijl hij er zelf op uit
was om handel te drijven. Het moet 'toen gebeurd
rijn, dat het geslachte kalf waarvan hier sprake
is, door een onbekende in zijn slagerij was gedepo
neerd geworden.
De directeur van den keuringsdienst te Hoorn als
getuige gehoord, verklaart heb vleesch te hebben
afgekeurd, omdat het bezoedeld was en er geen
ingewanden aanwezig waren.
Beklaagde voegt nog aan zijn verdediging toe, dat
hij, wanneer door hem het kalf geslacht was,
toch zeker wel de ingewanden bewaard zou hebben,
een reden te meer om aan zijn verhaal geloof te
slaan.
Den rijksadvokaat komt echter het geheeld ver
haal zeer onwaarschijnlijk voor. Hij acht het ten
laste gelegde bewezen en eischt f100 boete, hetgeen
door den Off. v. J. veranderd wordt in flOO
boete of 50 dagen hechtenis.
GEEN INKOMSTENBELASTING BETAALD.
Volgt de zaak tegen Jan Jellema, schipper van
zijn beroep, die aan de betrokken ambtenaren Zwart
en Visser geen bewijs kon overleggen zijn inkom
stenbelasting betaald te hebben.
Eisch f 10 of 10 dagen.
ONGESTEMPELDE SPEELKAARTEN.
Salomon van Leeuwen, getrouwd en vader van
twee kinderen, woonachtig te Amsterdam, wordt
er van beschuldigd, op 25 Febr. van het vorige
jaar in café ,.het Oude Slot" te Schagen onge
stempelde speelkaarten te hebben verkocht. Veen-
stra, le kommies bij de directe belastingen al
daar, had een spel van hem gekocht, en daarmee
was het ten laste gelegde bewezen.
Beklaagde erkent dit en zegt uit armoede te
hebben gehandeld. AB.es liep hem tegen en hij kon
niet langer het brood voor zijn vrouw en twee
kinderen verdienen, waardoor hjj ten slotte genood
zaakt was, met dezen handel in zijn noodige levens
onderhoud te voorzien.
Het is echter niet bij dezen beer gebléven. In
April van hetzelfde jaar heeft beklaagde nogmaals
getracht,nu in Alkmaar, met dozen ongeoorloofde®
handel zÜn brood te verdienen, maar ook hier werd
hij o» heeterdaad betrapt. Het feit wordt echter
door beklaagde ontkend en itt een, naar den zin
van den president, ietwat te luide betooging, tracht
hij de hoeren rechters van zyn onschuld te over
tuigen, hetgeen hem echter met getukt.
De eisch is twee maal' f75 boete of twee maal
25 dagen hechtenis.
Nathan Levifc, die niet versohenen is, wordt voor
hetzelfde delict gedagvaard. Beklaagde had tot
arbeidsveld Alkmaar gekozen, waar hij door een
kommies betrapt werd. Aangezien beklaagde reeds
VAN RIJSWIJK'8
SCHOENHANDEL. SCHOENMAKERIJ.
UITGEBREIDE KEUZE.
PRIJZEN UITERST BILLIJK.
Glazen Buisje 60ctBij Apotken Drogisten|
vyf maal voor dezen ongeoorloofde© handel heeft
terecht gestaan, wordt tegen hem f 150 of 75 .dagen
geëischt.
Volgt Isaac Seattiel, die behalve in Alkmaar ook
de stad Hoorn tot zijn afzetgebied voor ongestem
pelde speelkaarten gekozen had. In beide plaatsen
was hij in de uitoefening van zijn bedrijf gesnapt
en deswege werd tweemaal £100 boete te vervan
gen door tweemaal 50 dagen hechtenis tegen hem
geëischt.
I Israël van Leeuwen., eveneens uit Amsterdam,
bracht het er beter af. Ook hem werd ten laste
gelegd in Hoorn ongestempelde speelkaarten te
hebben verkocht, maar het ten laste gelegde werd
niet bewezen geacht, zoodat vrijspraak volgde.
Mïchaëï Boesnack was de laatste in deze soeel-
1 kaarten-affaire. Beklaagde houdt vol geen. kaarten
te hebben verkocht, en zet ;n heel verhaal op, dat
van zijn onschuld moet getuigen.
Wanneer de getuigen echter gehoord zjjn,# krijgt
de zaak een heel ander aanzien en heb slot is, dat
beklaagde een boete van f75 te vervangen door
25 dagen, tegen zich hoort eisohen.
NOG MEER BELASTINGZAKEN.
Volgen een vijftal' zaken, die allen hetzelfde be
helzen, nl1. overtreding van art. 104 op de wet van
de rjjkainkomstenbelastiiig. De overtreders waren
Anth. Boerman, Roelof Jansen, Pieter Stavast, Roe
lof Kok en Laurens Harrake Dik, zeevarenden vaal
beroep. Toen deze zondaren, die schitterden door
afwezigheid, door de daarvoor aangewezen ambte
naren gevraagd werden naar een bewijs, dat moest
getuigen aan hun verplichting in het bijdragen Van
a rijks lasten te hebben voldaan, kon geen van,
allen dit toonen en werd deswege f 10 of 10
I tegen élk van hen geëischt.
1 HET NIET AANGEVEN VAN EEN NOOD-
SLACHTING.
De volgende zaak is tegen Klaas Snel, geboren
te Hoogwoud, thans in Ommen woonachtig.
Beklaagde zou nalatig geweest zijn in het aange
ven van een koe, welke in dén avond1 van 11 Augv
,1925 om half tien door hem in de wei geslacht
was. Het was een noodslachtimg. Beklaagde be-
I weert, dlat hij ih deze als loonslagar is opgetreden
i en dus met heb aangewen niets noodig had. Wel' had
hij den eigenaar Kuis gezegd de koe aan te.gever*
en den keurmeester over het geval' in te lichten.
Kuis als getuige gehoord, verklaart te hebben
willen handelen als Snel hem had: gezegd, maar
onderweg was hij den veldwachter Van der Zandeta
tegengekomen, die hem eerst naar den keurmeester
had gestuurd, wat volgens Van der Zanden niet
geheel en al' waar is. Deze zegt, dat, wanneer teen
geslacht beest wordt afgekeurd, de accynsforma-
liteiten achterwege kunnen blijven, maar met dit
laatste is den kommies Koudijs hert niet eens. Vol
gens hem moet van elke slachting kennis worden
gegeven.
De eigenaar Kuis zegt nog, m iéder geval ken
nis aan Koudijs te hebben wilLen geven.
Door de verschillende getuigenissen begint het
geval den indruk te verwekken dat hier door ver-
scldllende omstandgheiden de aangeving vertraagd
is. Tegen beklaagde wordt f of b dagen geëischt.
Hierna sluiting.
Uitspraak over 14 dagen.
Als uw kinderen last hebben van een jeukende
huidkwaal, past dan Foetar's Zalf toe. Inderdaad
een probaat geneesmiddel. Per tube £1.
Alleen voelde zij, zooals zi] aan Percival vertelde,
dat zij vacantie had, en die vacantiestemming bleef
haar bij in de maanden, die volgden. Hoe het kwam,
kon zij niet verklaren, maar als do vlinder, die te
midden van de bloemen in een serre leeft, en onhef-
wust, dat hij gevangen is, luchtig door een open
deur naar buiten fladdert, zonder te bemerken, dat
bij bevrijd is, zoo bleef haar vroolijke stemming, el-
ken keer als zij bij elkaar kwamen. Zij ontmoetten el-
kander minder dikwijls, daar Rollo niet meer als
voorwendsel gebruikt kon worden, maar hoeveel tee-
j derder I "Haai stemming was gelukkig, en trillend
kwam zij naar hom toe, en heen en weer word haar
hart geslingerd uit zijn gevangenis naar zijn liefde;
en uit zijn liefde weer in zijn gevangenis terug, ge
slingerd door zijn teederheid en hartstocht, en dan,
ja dan voelde zij even een voorbijgaanden angst voor
i de muren van haar gevangenis.
3.
I Op een dag, dat zij samen op jacht waren, was hij
de aanleiding, dat zij de muren, die haar omslóten,
voor het eerst goed besefte.
Mevrouw Espart had haar vroegere plan om naar
de stad terug te gaan, dadelijk nadat Rollo en zijn
moeder vertrokken waren, veranderd. Het was een
I van de onderdeelen van haar plannen voor het jonge
paar om zich onder den landelijken adel een positie
te verwerven; dit zou hun later, wanneer het oude
Burdon-Kasteel weer geopend zou worden, ten goede
komen. 'De verloving vaD haar dochter met Lord Bur-
don, zou dan, wanneer die publiek werd, nog meer in
druk maken. Zij maakte gebruik van de plaatselijke
jachtfeesten om dit plan te volvoeren; Dora kreeg
een mooi paard, zelf reed zij niet; zij werd voor een
groote som lid van een club en men nam haar aan
bod van een tweemaandelijksche bijeenkomst op het
terrein van Royal Abbey, gaarne aan.
Dit was dus een kans voor Percival en Dora om
elkaar te ontmoeten. Het denkbeeld van de Hanna-
fords om Percival mee te laten tijden, bleek voor hem
dus zeer voordeelig. Dora werd door haar moeder
aangemoedigd, geen enkele bijeenkomst van de ja
gers te verzuimen, wat zij natuurlijk graag deed.
Op dien dag waren de bonden zeer ver gegaan; een
dappere vos had diegenen, die hem konden volgen,
waaronder zij zich bevonden, vijftien mijlen ver
laten draven van Royal Abbey, voordat de honden
hem te pakken kregen, 't Was laat in den middag en
het begon te regenen, toen Percial en Dora den lan
gen weg naar huis insloegen; zij hadden pas een
j klein stuk van den weg afgelegd en zij voelde zich al
doornat, waardoor zij haar zelfbeheersching verloor
en hem kribbig toevoegde: „Je hadt me niet zóó ver
moeten laten gaan. Ik zou zelf allang zijn omgekeerd".
„Kom", zei hij, nog opgewonden door den snellen
draf, ,,'t was een heerlijke rit, was 't best waard,
Dora'.
van Dinsdag 4 Mei.
4e Klasse. 2e Lust
Na 10843 f 1500.
Nés. 8639 20073 20586 f 1000.
Noe. 2004 5248 17941 f 400.
Nos. 2887 14913 f 200.
Ne*. 8809 10477 13514 15*78 elk f 100.
Prijzen van f 65.
66 76 101 112 117 120 124
257 341 355 458 477 590 625
689 704 754 771 778 797 825
869 872 911 939 1008 1063 1157
1235 1257 1331 1356 1371 1379 1380
1425 1442 1511 1656 1706 1752 1757
1784 1857 1916 1944 2103 2147 2164
2220 2281 2287 2290 2317 2327 2354
2380 2429 2508 2555 2597 2621 2783
2927 3035 3083 3097 3118 3196 3279
8282 3287'3293 3299 3316 3353 3440
3483 3551 3564 3584 3589 3631 3683
8712 3721 3753 3756 3799 3876 3914
3971 4007 4027 4035 4072 4085 4110
4124 4141 4245 '1288 4351 4354 4367
4377 4415 4456 4461 4469 4579 4581
4598 4603 4659 4676 4742 4890 5070
5138 5175 5180 5246 5277 5305 5329
5396 5399 5422 5447 5473 5485 5525
5611 5622 5651 5678 5715 5738 5843
5892 5924 5963 6066 6107 6127 6160
6167 6170 6217 C223 6271 6316 G317
6332 6347 6362 6374 6378 6382 6448
6459 6483 6486 6510 6555 6558 6590
6681 6715 6725 6728 6732 6756 6768
6827 6882 6936 7083 7087 7142 7179
7180 7196 .7378 7414 7449 7602 7633
7650 7734 .7758 7843 7906 7984 8039
8101 8126 8138 8174 8247 8296 8354
8427 8532 8064 8679 8814 8852 8857
8909 8915 8917 8929 8080 8992 9014
9034 9050 9077 9184 9196 9202 9463
9498 9551 9592 9618 9737 10073 10110
10113 10135 10338 10407 10413 10449 10459
10477 10538 10555 10578 1070G 10736 10794
10828 10845 10855 10899 10905 11000 11046
11047 11183 11169 11193 11218 —216 —864
11379 11437 11574 11617 11683 11757 11803
11918 U921 11925 11937 11956 12050 12078
12192 12281 12287 12313 12373 12385 12479
12534 12557 12616 12637 12659 12677 12689
12859 12870 12872 12945 12968 13065 13074
13080 13092 13119 13154 13302 13318 13337
13376 13407 13475 13478 13484 13486 13562
18564 13577 13628 13776 13790 1382L 13849
13853 13856 13905 18918 13951 13977 14007
„Niets is waard om er zóó nat van te worden. Je
weet 'hoe ellendig ik het vind om nat te worden."
Nog veel natter was zij, toen na eenigen tijd zwij
gend naast hem gereden te hebben, een nieuwe moei-1
lijkheid haar noodzaakte weer tegen hem te spreken, j
Haar zadel was verschoven, zeide zij; en toen hij stil
hield en bemerkte, dat de buikriem te los zat, vroeg
hij haar om af te stappen.
„Neen, ik zal maar probeeren om verder te gaan",
zei zij boos. „Wij zijn er nu bijna, 't Zou ellendig
zijn me nu te bewegen; ik ben door en door nat".
Zij antwoordde hem niet op zijn vriendelijk: ,,'t Spijt
me erg, Dora!" maar na korten tijd zei zij: „Hot helpt
niets, ik moet toch afstijgen".
Hij keek naar haar op, terwijl hij naast haar
stond om haar uit het zadel te helpen.
„Ben je boos, Dora?"
„Natuurlijk ben ik boos".
Toen was het, dat hij zichzelf niet meer meester1
was en iets deed, dat haar boos humeur verdreef en
even den sluier oplichtte, die de muren van conven
tie, die haar omsloten, had verborgen.
Hij had haar gadegeslagen terwijl zij zwijgend naast
hem reed, had gezien hoe de regen haar in het ge
zicht striemde, hij zag haar gelaat/koud als mar
mer zelfs in haar boosheid,
Eh koud was ook haar blik toen ze hem aankeek,
en hij kreeg plotseling een indruk, dat zij geheel was
als bevroren sneeuw zijn lieveling, do verpersoon
lijking van al zijn gedachten en wenschen.
Toen hij haar op den grond tilde, liet hij haar niet
los, maar draaide haar bijna ruw naar zich toe; en
zwijgend sloot hij haar in zijn armen en fluisterde:
„Dora!" hij kuste haar nat gezichtje en omklemde
haar vaster, terwijl zij verschrikt zich verweerde; hij
kuste haar nog eens en nog eens.
„Neen, ik laat je niet los! Neen, je bent altijd zoo
koud' tegen mij! Ik heb je na dien éénen keer nooit
weer gekust; nu zal ik je kussen. Neen, ik laat jö
niet meer los; ik heb je lief, ik heb je lief!"
Zij wendde haar gezicht af. Hij voelde haar hijgen
in zijn armen en klemde haar tegen zich aan; en hij
voelde met zijn handen hoe door en door nat zij was;
en door haar kleeren heen voelde hij haar warm li
chaam; en in woorden zoowel als in kussen brak zijn
hartstocht los.
„Keer je gezicht niet van mij af Doral Nu heb ik
genoeg verdragen. Geef mij je lieve koude gezichtje,
dat ik zoo liefheb. Ik wil je lippen kussen, en je
moet mij terug kussen. Sla je armen om me heen.
Kus me, kus me!? O, ik heb je lief, mijn lieveling,
mijn mooie Sneeuwwit en Rozerood. Houd- je arm
zoo om mij heen, Dora, Dora, mijn Doral"
Zijn stem klonk heesch van hartstocht; zij keerde
haar gezicht naar hem toe en kuste hem. klemde
zich aan hem vast, gehoorzaam aan zijn wil, de on
verschilligheid van haar natuur was verdwenen; diep
en krachtig klonk zijn stem,
„Nu is alles anders geworden ze zijn voorbij die
dagen, dat ik mijn lieveling niet aan durfde raken,
dat ik haar niet ieder uur, ieder oogenblik durfde
vertellen, hoe lief ik haar had. Nu heb ik je in mijn
armen, mijn lieveling en ik voel het kloppen van Je
hart; die dagen zijn voor goed voorbij. Je moet Je al
tijd herinneren hoe ik je hier in inljn armen gehou
den heb, hoe sterk ze Je vastgehouden hebben; hier
is de veiligste, veiligste plaats voor je. Kijk mij aan!
Wat ben Je mooi, je oogen, je lippen, je koude, lieve
gezicht, nat van den regen. Kus rae! Dora. wij zijn
voor, elkander bestemd, wij moeten elkaar liefhebben"
Zij antwoordde hem meer door de geheele overgave
waarmee zij in zijn armen lag, dan door het stame
len van korte zinnen, die zij nu en dan fluisterde. Nu
zei ze zacht: „Ik heb nooit gewild, dat je bang zou
zijn PercivaL Ik heb jc Dooit willen terughouden
met mij over liefde te spreken. Maartoen rilde
zij en hij verweet zich hartstochtelijk, dat hij haar
zoo lang stil had laten g-aan; om warm te worden
liepen zij de laatste mijl tot aan Ryal Abbey en hij
voerde de paarden aan den teugel. Opgewonden
plannen maakte hij voor de toekomst, aan het eind
van het volgend jaar moest hij naar Argentinië met
een paar ponnies. Waarschijnlijk zou daar een groote
zaak worden opgericht door een Zuid-Amerikaansch
syndicaat, en hij moest dat alles in orde maken en
ook ponnies van een daar inheemsch ras, meebren
gen tot het fokken van een nieuw soort hier. Wan
neer hij terug kwam„Daarom vertel ik het je, lie
veling", zouden de goede oude „Hannaford'a" hem
deelgenoot ih hun zaak maken, „dan lieveling kom
ik je opeisohen. Dan zal ik in staat zijn je op te
eischen."
Zij verraste hem, waarvan hij de reden niet kon
vermoeden, door plotseling stil te staan en zijn han
den angstig vast te grijpen. „O. ga niet van me weg.
Percival! Percival, ga niet weg!"
Hij kuste haar in aanbidding. „Houdt je zooveel
van mij?"
Zij steunde op hem en herhaalde alleen maar: „Ga
niet van me weg. Percival. Percival, dat mag je niet
doen"; en terwijl hij haar tot bedaren trachtte te bren
gen en nog geheel verward was over haar uitval,
barstte zij in een stroom van tranen uit en verander
de zijn gevoel van geluk, in bezorgdheid.
„Dora! Wat is er nu? Wat is er, lieveling? zeg het
me, zeg het me danl Schrei nie ten heef toch niet zoo"
Zij had zichzelf nog niet in bedwang, toen het ge
luid van wielen op den weg en het schijnsel van rij
tuiglantaarns hen deed opschrikken. Zij hield zich in
en greep den kop van haar paard. Het was een rij
tuig, dat haar tegemoet gezonden was. De knecht
nam haar paard over en bleef bij het portier staan, en
maakte het haar onmogelijk haar gedrag te verklaren
zolfs als zij dat had willen en kunnen doen.
Wordt vervolgd.