VAN DIT EN VAN DAT EN VAN ALLES WAT Het eiland Pifcairn. DAMRUBRIEK. doq RADIO. PANTOMIME 11 11 11 11 8 ij B II §1 B B H B 11 B m B 11 11 H 1 4 Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 8_Mei 1926. No. 7840. 1! M IR 9 9 1 ffl aa 'me izie i'Jei rtoi lm iaari eei wel be coin- :;.0^ t dt> amp rdeu de tee in 1 aat| do. v«„ icldi liili kailV lU* van ;toa dok. ;ert. ons. )ud- ^er- met lijke o.a. suite HOLLAND—BELGIë, 1—«I Eerst van Duitschland zwaar verloren Nu van België op den kop, 't Is niet om te overkomen, Wat een nationale stropI Hier is niets aan te verand'ren, Wat een blauwe voetbal-scheen, Holland kreeg een stevig lesje, België won met liefst 5—11 Heel 't maatschappelijke leven Is weer voor een week ontwricht, Leest de treffende ontroering Van des sportmans aangezicht 1 Eerst de onvolprezen helden, Vol van reine voetbal-trouw, Hoort de Vlaamache leeuw eens brullen, Met een voetbal in z'n klauwt! Wat scheert ons de Tweede Kamer, Wat deert ons het. parlement, Lente, liefde en belasting, Meer of minder tractement! Wat scheert ons een 'Mussolini, Of een man als Abd-el-'Krim, Somb're donderwolken schuiven Langs don Zuider voetbal-kim 1 Heeft daarvoor ons dapper landje Tachtig jaar den strijd gewaagd, "Waarvan nu de roem krachtdadig Met 1—5 wordt weggevaagd! Heeft d&arvoor Michiel de Ruyter Zich gestort in menig bui En z'n blauwe kiel gedragen Voor 'n gescheurde Oranje-trui? 1 Klaag niet Holland, laat je raden, Er is niets meer aan te doen, Stort geen laffe, zilte tranen, „What is in a.... voetbalschoen!" Zwijg en laat de natie treuren Met een diep bewogen hart, Als een eenig volk van broeders, Dat de zwaarste slagen tart! Ween niet, Holland, houd je kranig, Sticht op gindschen onheilsplek Een bescheiden cenotaaphje Voor „den onbekenden back!" Om spontaan te demonstreeren Met de nationale trouw 'Elk jaar twee minuten stilte, Veertien dagen lichte rouw!! Mei 1920. Alle rechten voorbehoudenl KRIOES. m. In ons tweede artikel kondigden wij aan, dat wij op de in dat artikel behandelde stof nog even zouge^ moeten terugkomen. Dit blijkt thans juist gezien te zijn, in verband met eenige vragen, welke ona hierom trent bereikten. Men heeft soms blijkbaar niet begrepen, wat wij m« bedoelden met wisselstroom en wat met een „volle dige slingering". Ook zou een nadere verklaring van het „Hoe en Waarom" van fig. T A welkom zijn. Al vorens wij verder gaan, zullen wij deze kwestie eoo kort en duidelijk mogelijk behandelen. het ïnk- uke :hu- dio- het :ien eer! hel STADSGEZICHTEN. Op het perron als de trein voor de blombollen velden het station binnensnort. Er bestaan dan twee electrische stroom soorten, nl. i-gelijk-" en „wisselstroom". Bij de eerste stroom- soort vindt er, indien gewensebt, dus bij het inschake len van de leiding, voortdurend strooming van elec- triciteit plaats van één punt naar een ander (nl. van stroombron naar verbruikstoestel) en wel steeds in dezelfde richting en, zoolang ten minste de omstan digheden in het net niet veranderen (bijvoorbeeld; door bijschakelen van lampen, e.d.) steeds van dezelfde grootte. Dit is nu bij wisselstroom niet het geval, al thans wat de richting beteft. De wisselstroom „wis selt" van richting en neemt in bovengenoemd geval van een stroomsterkte nul geleidelijk/ toe, tot een zekere (naar behoefte) maximum stroomsterkte, om daarna weer af te nemen tot nul. Dit noemt men een halve slingering. Maar hierbij blijft het niet. De stroom blijft af nemen, anders gezegd, de stroomsterkte gaat nu toe nemen in de andere richting, gaat dus stroomen dn een richting, tegengesteld aan de oorspronkelijke (van verbruikstoestel naar stroombron)!, totdat ook daarbij weer dezelfde maximum-grootte bereikt is, om ver volgens weer af te nemen tot nul. 'Hierna herhaalt zich het geheele proces, hetwelk men een volledige slingering noemt. Zooals ree'ds gezegd, treden deze slingeringen (voN ledige) in een normaal wisselstroomnet 50 maal per seconde op. Men kan dit verschijnsel heel goed vergelijken met de beweging, welke de slinger van een klok maakt. Als de klok stilstaat, hangt de slinger in den „nul"- stand.- Wordt de klok aan het loopen gebracht, dan zien wij den slinger eerst naar de eene zijde uit slaan, vervolgens terugkeeren, don nulstand voorbij>- gaan en daarna naar de andere zijde uitslaan. Ook deze beweging herhaalt zich aanhoudend. Bevestigt men nu aan de onderzijde van den slinger een tee- kenstift, en legt men onder den slinger een stuk pa pier, in gebogen vorm, zoodat de slinger steeds het papier raken kan, dan zal- de slinger zijn „uitslag" aanteekenen. Dat wordt dan een rechte lijn. Als men eehter het papier regelmatig verschuift in één rich ting, bijv. naar zich toetrekt, dan krijgt men de tee- kening te zien, zooals in fig. HA in beeld gebracht. Wij gelooven met het bovenstaande eventueel» moeilijk^ heden voldoende verklaard te hebben. I Het aantal zendstations neemt geregeld toe. Hoe veel „amateurs" zenden er wel niet, hetzij in het ge heim, hetzij met toestemming van de regeering. Het zal duidelijk zijn, dat dit twee dingen bemoeilijkt, nl. het „zenden" zonder een ander station te storen (dus zenden op een verschillende golflengte) en het „ont vangen" zonder twee stations tegelijk op te nemen. Over het algemeen kunnen wij zeggen, dat de zendantennes <luchtnettefa) als groep en de ontvang- antennes. ook als groep, niet zooveel, in grootte zul len verschillen. i Beschouwen wij nu de ontvangnntennes nader, dan suilen wij zien, behoudens uitzonderingen, dat deze ongeveer 15 'Meier !ang zljn. 'd.w.z. de draden gespan nen tusschen de antenne-masten zijn pl.m. 15 M. lang. Veel doet het er niet toe of men een drie-, twee- dan wel één-draadsante anf gebruikt. Bij deze antenne lengte moeten wij echter optellen de invoerleiding naar het ontvangtoestel en de leiding naar de aarde (aardleiding). Om c'e gedachte te bepalen, zullen wij aannemen, dat de gezamenlijke lengte 30 M. be draagt, Deze antenne heeft dan een golflengte van pl.m. 4 X 30 M. pl.m. 120 M. Elke antenne heeft namelijk een eigen golflengte van ruim 1 maal de lengte der draden. Met onze voorbeeldantenne zouden wij dua een zendstation kunnen hooren dal met ëen golflengte van pl.m. .120 M. werkte en daarmee zou alle ont vangstmogelijkheid verder ophouden. Maar zoo erg is het gelukkig niet. Er zijn middelen om deze an tenne eenvoudig van lengte te veranderen. Hoe, dat zal in een volgend artikel verteld worden. Wanneer Iemand 9ns medelijden inboezemt en te vens eerbied, la zijn macht over ons onbeperkt. Het is soms zeer zwaar, zijn plicht te doen, maar het is zwaarder den last te dragen, die het niet vol brengen van onzen plicht ons oplegt. "Aan een handig man wordt veel vergeven; niets aan een onhandige. I' Bedenk: als men een hart laat glippen en vallen, dan breekt het meteen. W.IRE WOORDEN. Een luimig meisje toont in haar gedrag .hoeveel verdTiet een zwak verstand, een slecht humeur en een eigenzinnig hart veroorzaken kunnen aan hen, die haar toch onuitsprekelijk liefhebben. Dr. Arnold Höllriegel vertelt aan hst „Berlïner Ta- geblatt" over zijn bezoek aan het eiland Pitcairn, be- hoorende tot de eilandengroep Polynesië, gelegen in den Stillen Oceaan. De Europeaan, aldus Dr. Hdllriegel, die alleen de drukbevaren zeeën van, het oude werelddeel kent, ver moedt niet, hoe leeg en eenzaam de Stille Oceaan is. Zooals de nachtelijke hemel van bet zuidelijk half rond bij het Zuiderkruis en nabij den helst fonkelen den sterrenhemel een ontzettende duisternis en leege plaats heeft, die ze, den ..kolenzak" noemen, zoo heeft de groote Zee der Antipoden tusschen Chili en de duizend eilanden van Polynesië zijn d'oode plaats, die afschuwelijke leegte, waarboven slechts de vreeselijke verlaten klippen van Salas y Gomez uit steken, alsmede dë -ongevoelige verborgenheid van het Paascheiland. Vanaf ons schip, van Nieuw Zeeland naar Panama onderweg, heeft men sedert acht dagen geen stukje land gezien en geen enkel schip. Den vijfden dag, na dat ons zelfs de grootgevleugelde albatrossen verlaten hadden, de laatste boden van het vaste land, zagen wij een hooge, rood en groen begroeide rots, het ei land Pitcairn. Het eiland Pitcairn is een van de meest romanti sche -plaatsen op aar$le, en de épische sage, die aan diUeiland verbonden ié, is bovenmate ontroerend. Ik zag dit stukje land verlangend aan, als ware het Ro- binsons eiland zelf of beter nog, het schattenelland van Stevenson, waarmee het in alle opzichten een ge lijkenis vertoont; een rotsmassa, slechts acht kilome ter in omtrek, uit de branding opstijgend tot een hoogte van 400 meter. Ik wist, dat ons schip eenige uren in de nabijheid van het eiland zou vertoeven, om vruchten aan boord te nemen en Tik verlangde inmiddels aan land gebracht te worden. De kapitein zag mij met zijn glasheldere zeemangoogen aan en grijnsde. „Maar zeker docter, ik zal U dadelijk een boot géven; het is op het oogenblik gemakkelijk genoeg om te landen. U zult mooie oude orarjeboomen zien en veel «kokosnoten; ook een paar duizend' onbelang rijke hutten. Maar U moet Uw bagage in de boot mee nemen; ik weet, dat ik U aan land zet, maar of ik U na twee uur wederom af kan laten halen, moeten we aan de voorzienigheid overlaten Iemand, die een beetje op Pitcairn gaat landen, de duivel héle deze onuitstaanbare kust, moet er volkomen op voorbet- reid zijn, dat zijn schip plotseling zonder hem weg vaart. O, het duurt misschien maar twee weken, waarop de volgende boot het eiland wesr kan aan doen, maar misschien ook maken weer en wind het Verzoeke alles betreffende deze rubriek te zenden aan C. AM ELS Wz., WINKEL. OPLOSSING PROBLEEM No, 59. Wit: 38-33, 37-31, 23-18, 47-41, 41X3, 35-30, 18-11, 8X8, wint. OPLOSSING PROBLEEM NO. 60. Wit: 49-43, 28—22, 22X42, wint. Deze week 2 mooie vraagstukken van G, W. Splt- tuler. No. L ZWART. WIT. Stand Zwart, 9 schijven, op: 7 8 12 14 18 19 22 23 35. Stand Wit, 9 schijven, op: 18 27 29 33 34 37 38 44 50. Wit wint als 't volgt: Wit 29-24, Zwart 19X28, Wit 18-11, Zwart 22X33, Wit 11X22, Zwart 28X17, Wit 44—40, Zwart 35X44, Wit 50X10, wint. No. Z. ZWART. 'M Hl m 9 m m M m mi m WIT. Stand Zwart, 9 schijven, op: 11 14 15 18 19 20 23 28 33. Stand Wit, 9 schijven, op: 25 26 81 32 34 35 37 42 48. Wit 40—34, Zwart 15—24, Wit 31—27, Zwart 42X22, Wit 26-21, Zwart 2iX37, Wit 48—42, Zwart 37X48, Wit 21-17, Zwart 48X30, Wit 35X13, Zwart 18X9, Wit 17X10, Zwart 15X4, Wit 25X3, en wint. onmogelijk en duurt het een kwart jaar.... Alzoo, U bent bereid, een poosje op Pitcairn te lévent ik schaam mij. Ik ben bereid! „De ganscbe bevolking van hel eiland komt buiten dien aan boord, lacht de kapitein en wijet op drie overgeladen zellbooten, die juist van wal gaan. f In het jaar 1788 kwam een klein oorlogsschip van de Ehgelsche marine, de „Bounty", in de wateren der Zuidzee, met een wetenschappelijke commissie a an boord, die exemplaren van den onschatbaren broodboom zou verzamelen, welke naar West-Indië overgeplant zouden worden. De geschiedenis van de ze reis vormt den meest werkelijken en verschrikke- lijksten zeeroman, die de zee, ooit aanschouwd heeft. In het kort zij gezegd,, dat op den 28sten April 1789 de bemanning van de „Bounty" aan het muiten sloeg onder aanvoering van den eersten officier, Fletscher Christian, en dat de kapitein en het trouwgebleven deel van de bemanning in een boot van het schip gezet werden. Noch het ongelooflijke lijden dezer ne gentien mannen kan hier verteld worden, noch de wreede gestrengheid, waarmee later een deel der mui ters behandeld werd, dat door een strafexpeditie aan booTd van de „Pandora" later op Fahiti werd ge vonden en .gevangen genomen. Hier alleen dit: negen muiters, onder wie Christian, hadden hun eerste toe vluchtsoord, Tahiti, niet voor zeker genoeg gehou- den en waren met de „Bounty" verder gevlucht, niet zonder een aantal 'Kanakische(l) vrouwen en ook eenige bruine mannen aan boordi te hebben genomen. Fletscher Christian schijnt met bet bestaan van het

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1926 | | pagina 15