SPAANDER Co.,
Binnenlandsch Nieuws.
V00K UW KLEEDINU naar
De dingen om ons heen.
en door Italiaan als hij, want tot de grootste daden
van opoffering is de Italiaan in staat on hij is ge
duldig, zachtmoedig en vol vertrouwen, do Italiaan,
nl. die hier in mot do natuur leeft. Er zijn hier ook
heviger karakters dan bij ons on in menig ander
land; hoe kan dat ook anders op een zoo vulkani-
schen bodem en onder een zon die alles zoo gauw tot
rijpheid doet komen 1 In één nacht bloeien de rozen
op, die 'savonds verflonsd neerhangen; de wijn, de
tintelende vurige wijn, gerijpt onder zonnigen he
mel is het product van de groote warrategeefster. de
zon! De menschen drinken hier mei. liters den zon
neschijn, kunnen we zeggon, daardoor stroomt hun
bloed soms zoo hartstochtelijk wild, zoo onberede
neerd hevig, maar de man die straks een ander in
oplaaiende jalouzie om het leven bracht, zal al
licht eenige oogenblikken later tot een daad van op
offerende liefde in staat zijn.
Franciskus nu, had één groote hartstocht: zijn
brandende liefde voor JezusI Niet altijd was deze
hem. bewust; als jongeling was hij een vurig sol
daat; hij. had het avontuurlijke van den vader, die
gaarne op reis ging naar vreemde landen, maar
ook het buitengewoon zachtzinnige van de moeder
die uit de Provence stamde en haar jongen toen hij
nog klein was. de zoete Fransche liederen voorzong.
Ook in Franciskus dus. waren twee verschillende na
turen. maar deze bloedsmenging maakte hem mis
schien juist tot zulk een mooi mensch. Hij' vocht in
een oorlog tegen Perugia, werd gevangen genomen
en moest een jaar lang in een donkere kerker zuch
ten. Of eigenlijk is het woord „zuchten" hier niet
op zijn plaats; Franciskus behoorde tot de zonnige
naturen, die overal het licht opvangen. Een vlinder,
die zijn cel binnen vloog, een vogel, die zich op de
tralies van zijn venster neerzette, een stukje van het
b'auw van den hemel, dat hij door een luchtgat ont
dekte, al deze dingen gaven hem stof genoeg om zijn
mede gevangenen met een vroolijk lied op te beuren.
Toen hij weer tehuis was gekomen, wierp een he
vige ziekte hem op het ziekbed; langzaam herstelde
hij, maar toen was er, evenals in Ignatius de Loyola,
iets in hem veranderd.
Toen Franciskus weer voor het eerst, nog leunend
op zijn stok, buiten ging wandelen, zette hij zich
neer op de oude stadsmuur van Assisi en liet zijn
b'ikken dwalen over het blauw-grijze dal aan zijn
voeten, waardoor een breede rivier zich heen slin
gert. Daarboven verhief zich het trotsche Perugia....
van kind af kende hij dit landschap, maar hoe an
ders scheen hem nu) heel dit panorama als voorheen!
Het kwam hem voor, dat hij er zich evenmin in
thuis kon voelen als in zich zelf! En hij vroeg zich
af, wat er met hem gebeurd mocht zijn in deze we
ken, die hij meestal in bewusteloozen toestand door
bracht
Ja wie kan verklaren hoe en door wat wonder uit
Saulus den Paulus geboren wordt? Maar deze Pau-
lus, deze Franciskus is nu ook geworden tot den hei
ligen mensch, wiens sterven geheel dit jaar. dat ge
rekend wordt in Juli aan te vangen, zoo feestelijk
herdacht wordt. Zelfs zullen er in Rome en Milaan
standbeelden voor dezen nederigsten aller menschen
worden opgericht en dat is nu alweer een hulde, die
heel slecht past hij de herdenking van den oot
moedige. die het evangelie der armoede predikte!"
Maar van het oogenblik, dat er comité's worden op
gericht om een feestviering op groote schaal op touw
te zetten, kan men allerlei uitingen verwachten die
blijk geven dat men niet in de eerste plaats vraagt
hoe men de nagedachtenis van een groot mensch kan
eeren op een wijze, die met zijn geest overeenkomt.
Er zijn ook ter eere van het Franciskaner-jaar
postzegels uitgegeven waaronder één waarop voor
gesteld wordt: het sterven van den heiligede post
beambte besmeurt het zieltoogende lichaam met
een vetten stempel, die ruw en hard op de gewijde
voorstelling neerkomt en de collectioneurs zullen
jacht maken op deze postzegels, die hun plaats in
de verzamelingen vinden en even zooveel gedenktee-
kenen zullen zijn van den, wansmaak van het fascis
tische Italië 1 B. F.
ANNA PAULOWNA.
Uitslag openbare vexkooping van een huismans-
woning, 2» schuren en 20.96.00 HA. weiland, staande
en gelegen aan den MIddenvliet te Anna Paulowna,
eigendom van den heer A. 'Kaptein, door Notaris van
Riet, te Bergen.
do slak. „Ik vraag hem niefc te antwoorden. Hij
dringt aan. En dan ben ik brutaal1." Hij Zuchtte;
de tyrannie der wereld drukte zwaar op dezen man.
Mr. Marrapit liet zijn ontstemming blijken door
met zijn tong tegen zijn gehemelte te klappen. „Je
bent onbeschaamd, wanneer je in mijn tegenwoor
digheid vloekt. Je bent brutaal, wanneer je mijn
katten de schuld van iets geeft, waaraan zij geen
sohuid hebben."
„Ik geef de schuld niet aan de katten. Het is hun
natuur. Wanneer de wind dezen kant uit is, merk
ik het. Ik trek die lucht niet aan. JLk probeer
ervanaf te komen. Het is hard vervloekt hard.
Ik ben een tuinman, geen windscherm."
Teikens wanneer Mr. Marrapit de gelegenheid
had met Mr. FJtetcher to spreken, placht hij met
zeer duidelijke krachtinspanning te slikken. Het
was wraak, dat hij wegslikte: en hoe bitter de
pil' ook was, toch mislukte liet hem zeiden die neer
te krijgen. Mr. Fietcher sprak tegen hem zooals
geen ander Jid van zijn personeel durfde spreken,
liet woord ontsiag placht naar Mr. Marrapit'»
mond te springen: de wetenschap, dat Mr. Fietoner
voor een buitengewoon k.e.n loon werkte, deed het
verstijven, voor het zijn tong bereikte. Duizenden
werknemers moeten dagelijks buigen onder de ver
nederingen van hun werkgevers; het is ben aan
moedigende gedachte voor dit ïager, dat er meesters
zijn, dxe, in toom gehouden door vrekkigheid, da-
ge-ijk> ineenkrimpen onder impertinenties van slecht
beta-a-de bed.enden.
Mr. Marrapit slikte. Hij Zeide:. „Aan de lucht,
waarover ik klaag, hebben mijn katten geen schuld.
Het is tabak. Het ruikt naar tabak. Ik wil geen
tabak in mijn tuin."
Tweemaal snoof Mr. Fietcher met een 'krullend
geluid. Hij wees naar een olhi tegen den muur:
,Daar komt het vandaan."
„Ga je vergewissen."
De tuinman drong door de struiken; snoof luid
ruchtig. „Er wordt hier niet gerookt," zeide iiij'.
„Ongetwijfeld rookt iemand op een verborgen
plekje. Je hebt het zelf geroken. Volg de lucht.'T
Zweet parelde op Mr. FletcheFs voorhoofd. Hü
streek er zijn hand over en stak een vochtig on ge
melijk gezicht tusschen liet gebladerte naar zijn
meester pit.
„Ik zoji graag willen weten," vroeg hij, ,of "Hit
m het vervolg een van mijn baantjes is. Ben ik
aangenomen, om iederen dag luchtjes na te ja
gen? Het is hard vervloekt hard. Ik ben een
tuinman, geen bloedhond."
V.
Iets verder in den tuin vond Mr. Marrapit tselï
de bron van de lucht, die zijn neusgaten belèedigd
had. Links afslaande, kwam hjj erbij op oen plek,
waar zij oprees uit een afgezonderd grasperkuit
do overblijfselen van een pijp steeg gestadig een
dun rookkolommetje op.
Beïeedigd. keek Mr. Marrapit; woedend keerde
mj zich naar den stap, die op het pad achter
hem klonk.
De slanke en groote jonge man, die naderde, was
die neef George, wiens komst in Mr. Marrapit»
Perceel 1, huiamanswoning, 2 schuren en1 3.18.00
H.A. weiland, kooper S. Raven te Breezaud voor
f 10810.
Perceel 2, groot 2.(35.90 H.A., kooper fam. Kaptein,
Voor f 6371,18.
Perceel 3, groot 2.65.80 H.A., kiooper P. Hoogland
c.s. voor. f 4678.08,
Perceel 4, groot 2.64.40 HA., kooper C. Smit, Hei!-
loo, voor f 4663.44.
Perceel 5, groot 1.23.40 H.A., kooper J. Vlaar, Bree
zand, voor f 2468.
Perc. 6 en 7, groot 4.81.80 H.A., kooper H. Timmer,
Anna Paulowna, voor f 9260.20,
Perceel 8 arbeiderswoning, kooper P. Hoogland c.
s. voor f 1560.
Perceel 9, groot 1.26.86 H.A., kooper L. Raven, Bree
zand, voor f 2054.16.
Perceel 10, groot 2.31.90 H.A., kooper1 H. A. v.
IJzendoorn, Breezand, voor f 4266.96.
i Totale opbrengst f 45122.02.
WIERINGERWAAKD.
Onze plaatsgenoote mej. !D. Jansen, heeft dezer dar
gen een vaste aanstelling gekregen als. ambtenares
aan het kantoor van den "Raad van Arbeid te Alk
maar.
OUDE NIEDORP.
Voor Hoofd der Openbare Lagere school alhier
hebben zich aangemeld 12 sollicitanten.
ST. MAARTEN.
Schreef men van uit den Langendijk, dat het met
het rooien der vroege aardappelen wel een weekje
langer zal duren, daar deze met dit koude weer wei
nig of niets vooruit gaan, dit is een kwestie van tijd
en dan heeft men van dit product weer volop.
Anders is dit echter met de koolplanten. Wanneer
men hier en elders de z.g.n. plantenbanen ziet staan,
krijgt men onwillekeurig de gedachte ,zou het nu
dit jaar nog mogelijk zijn dat al het beschikbare land
met kool zal kunnen worden beplant?" De banen
staan, bijna zonder uitzondering, ongekend dun en
slecht. Naar beweerd wordt zijn er alreeds planten iu
voorkoop, waarvoor 1 cent per stuk wordt betaald.
Ook de uienvelden lev.eren door de aanhoudende
kou een treurigen aanblik op, daar ook deze in hot
algemeen te dun zijn opgekomen en nu door bet gure
weer nog als sneeuw voor de zon verdwijnen. Tot
troost kan echter strekken dat een dunne akker uien
in den herfst toch nog een heel beste kan zijn, dus
wees spaarzaam met omhalen.
WORDT MEN DAN NOOIT WIJZER.
Dezer dagen is een heer uit Australië, die een
rondreis door Europa maakt, te 's-Gravenhage het
slachtoffer geworden van eenige geraffineerde op
lichters, die hem voor ruim 10.000 gulden bestolen
hebben.
De Australiër had to Brussel kennis gemaakt met
een landgenoot, die zich Williams noemde. In het
begin van deze week waren zij naar Den Haag
vertrokken, waar zij hun intrek namen in een groot
hotel. Het plan bestond om den volgenden dog naar
Amsterdam te gaan en vandaar per vliegtuig naar
Londen te vertrekke»
Denzelfden dag dat ze naar Amsterdam zouden
gaan, maakten ze in de ochtenduren een wandeling
over den Vijverberg. Een heer die eenige passen vóór
hen liep, liet een taschje vallen, en de Australiër
was zoo beleefd om dit op te nemen en den eige
naar weer ter hand te stellen.
Tot zijn verrassing bemerkte de Australiër dat
deze geen Nederlander maar een Ier was, die zich
later O'Breen noemde. Daar men wederzijds zeer
tevreden was over de nieuwe kennismaking, werd
besloten een glas champagne te drinken op de
nieuw gesloten vriendschap.
Gedurende het gesprek vertelde de heer O'Breen,
dat hij optrad als executeur-testamentair yan zijn
broer, die in Australië was overleden en 50.000 pond
sterling had nagelaten met de bepaling, dat deze
som onder de armen verdeeld moest worden.
O'Breen zocht nu geschikte personen, die zelf goed
gesitueerd waren om hem bij de verd'eeling van
dit geld behulpzaam te zijn. Op voorstel van Wil
liams belastte de Australiër zich om in Australië
een zeker bedrag onder de armen te distribueeren.
Maar degenen, die deze taak op zich namen, 2ei
O'Breen, moesten zelf over voldoende contanten be
schikken. Hoe meer contanten, hoe meer geld men
krijgen kon om onder de armen rond te deelen.
De Australiër ging op dit voorstel in; hij had nog
800 pond bij de Rotterdamsche Bank gedeponeerd en
zou dit bedrag wel even halen.
huishoaiding' Mr. Marrapitis rust zoo ■ernstig' ge
stoord had. Wee© na den dood van zijn moeder,
was George op zijn vijftiende jaar onder de voog
dijschap van zijn oom gekomen. De verantwoorde
rijkheid was hem door Mrs. Marrapit opgelegd.
Vergeefs "had hij er zioh kracthig tegen verzet; zij
dwong hem door tranen en voortdurende smeek
beden aan haar wensch gehoor te geven. Vergeefs
betoogde hij, dat zijn middelen niet waren wal zij
dacht; zij verzekerde hom en bevestigde die ver
zekering door haar testament dat met haar
George haar geld zou medegaan.
En toen het testament gelezen was, troostte
het ©enigszins "Mi". Marrapit voor de snotterende
I'ast, die hij na de begrafenis naar Ilercxn's Holt
met ZLeh mede nam. Het was een eenvoudig testac
ment beval' 'George aan in de hoede van haar
broeder Christopher Marrapit; gaf "den wensch to
kennen, dat George tot het beroep van wijlen haar
echtgenoot, die dokter geweest was, opgeleid zou
worden, vermaakte voor dat doel alles aan genoem
den broeder.
George was achttien, toen Mr. Marrapit hem in
het St. Peters Hospita! deed. „Ik doe je," had Mr.
Marrapit gezegd, terwijl hjj zijn aantekeningen die
hij voor het gesprek had gereed gemaakt, raadpleeg
de, „hoewel het enorm veel geld kost, een loopbaan
betreden, die echter een langdurige en dure oplei
ding vereischt. Je moeder heeft het gewild."
Mr. Marrapit vertelde er niet bij, dat George's
moeder er afzonderlijk voor had betaald. Deze man
wist, dat de Jeugd die vereering voor het Gezag*,
,welke 'zij bezitten mag, verliezen zou, wanneer het
Gezag de motieven openbaart, die het tot zijn da
den aanzetten.
„Voor mij sluit dit groote zelfopoffering in,"
ging hij voort. „Ik deins er niet voor -terug. Van
jou eischt het onophoudelijke toewijding aan je
boeken, je studies, je onderzoekingen. Je bent niet
langer een jongen: Je bent een man. De ij dele
sport der jeugd moet achter je liggen. Een ernstig
leven moet ernstig onder het oog gezien worden.
„Ik deins er niet voor terug," had George ge
antwoord.
„Voor je persoonlijke uitgaven zal ik je "een klei
ne toelage geven. Je woont in mijn huis, zoodat je
niet. veel behoeften hebben zult."
„Ik heb gelioord," viel' George zwakjes -in, ,dat
men. veel beter werken kan, alfs men op kamers
dicht bij het hospitaal' woont."
„Leg dat nader uit. Je bent verkeerd ingelicht."
„Ik zou dan voortdurend omgang hebben met
mannen, die in hetzelfde werk opgaan als ik.
We zouden avonds over ons vak kunnen praten
ën discussieeren
„Zoek dien omgang in je "boeken. Raadpleeg dia
Discussieer daarmede. Zij zijn onfeilbaar.
George zeide niets meer. Op dat oogenblik waa de
vrijheia van het hospitaal', vergeleken bij den
scli'to.dwang, een vurig strijdros, waarop hij alle an
dpro verlangens „uitreed Hot vooruitzicht van
nieuwe en vreemde boeken in plaats van die, welke
hij zoo van harte verafschuwde, was een aanlokke
lijke verrukking.
Wordt vervolgd.
Heer en
Alkmaar - Langestraat.
Toon dit gebeurd was, maakte men nog een wan
deling. Gedurende .deze wandeling drong O'Breen
er op aan, dat de Australiër Hem volkomen zou ver
trouwen.
Hij> wist hom zelfs zoo ver te krijgen, dat de Au
straliër hem zijn portefeuille met 800 pond gaf, een
kostbaren gouden ring met diamant, een gouden
horloge en e engouden potlood. Zoogenaamd om
te zien of men elkaar volkomen vertrouwde.
Even later verdwenen Williams en O'Breen om
naar zij voorgaven een ring te koopen.
De Australiër zou even wachtenen bleef wach
ten. Hij begreep ten slotte, dat hij op zeer handige
wijze opgelicht was. Bij de politie hoQrde hij, dat
Williams en O'Breen internationale oplichters war
ren, die reeds o.a. het vorige jaar in Den Haag
verschillende slachtoffers gemaakt hadden.
De politie heeft onmiddellijk alles in het werk ge
steld om de daders, te arresteeren. Dit is echter nog
niet gelukt.
W ARMENHUIZEN.
De voorbereiding voor het concours van den N.
H. Zangersbond a.hier te houden op 27 Juni en
4 Juli, zijn reeds flink gevorderd.
De burgerij heeft zeer ruim geteekend op het
garantiefonds en er zijn reeds eenige oe e teek en ex»
toegezegdenkel© vereenigingen en particulieren
zu.len nog worden aangekocht om een bedrag voor
dit doel beschikbaar te wil en stellen.
Het Hoofdbestuur benoemde in de Jury de hee-
ren Sam Vïoss'ng, W. He pe en M. C. v.d. Rovaarh
Op 27 Juni, den eer sten dag van het concours,
zal "gezongen worden door: de zangvereenigingen
in de 3e afdeeling B, in de 2e afdeeling en een
Vrouwenkoor.
Den 4den Juli, den 2den dag van het Concours,
zu ien zingen: 3e afdee'ing A, le afdeeling gemeng
de koren, een vrouwenkoor en le afdeeling man
nenkoor.
Beide dagen zull'en de koren, Mie een eersten
prijs behalen, aan den eerewedstrijd deelnemen.
Het ligt in de bedoeling, dat den eersten dag na
afloop van het concours een gemaskerd bal zal'
worden gehouden, terwnl de laatste dag met een
'bal-champêtre zal woraen gesloten.
WAR MEN HUIZEN.
De dienstplichtigen van de Echtingen 1914 en 1917
zijn gehouden om Qp 30 Juni a.s. te Alkmaar in
het gebouw Korenbeurs aan het Luttik-Oudorp aan
het jaarïïjksch onderzoek deel' te nemen.
MASSA-SCHORSING TE GRAVE.
Men meldt uit Grave aan „De Msb.":
In de Woensdag gehouden vergadering van den
gemeenteraad zijn als raadslid geschorst de hee-
ren: B. W. Jacob, wethouder, F. J. B. A. Burhorst,
wethouder, en L. J. A. Genevace, en R. M. A. P.
bestuur.
De Raad bestaat nu nog slechts uit de heeren J.
G. v. Hees, wethouder, J. S. H. Baumann, wethou
der, en H. v. Vugt.
De bedoeling van het schorsingsbesluit is een defi
nitieve uitspraak te krijgen over het al of nigt ge
oorloofd zijn van leveringen van raadsleden aan Hot
Burgerlijk Armbestuur.
KAASMERK VERVALSCHT.
De rechtbahk te Leeuwarden heeft gisteren, na ge
daan verzet, een koopman uit Oranjewoud wegens
het vervalschen van een kaasmerk, veroordeeld tot
één maand gevangenisstraf. Aanvankelijk was he:n
2 maanden opgelegd.
DE EERSTE VROUWELIJKE MAKELAAR.
Tot de makelaars, die de eerste kamer A der Recht
bank te Amsterdam beëeigde, behoorde een dame,
raej. M. E. Lagaay.
Zij is de eerste vrouwelijke makelaar. Meer in het
bijzonder zal zij als makelaar in onroerend goed op
treden.
ER VAN DOORI
De vrouw van een groentehandelaar te Groningen
is er met haar minnaar, een kermisreiziger, vandoor
gegaan, medenemend een geldkistje met f2000, toc-
behoorend aan haar man en diens compagnon.
Eindelijk is dan toch te Parijs de befaamde com
missie samengekomen ter voorbereiding der „ont
wapeningsconferentie".
Alle leden der voorbereidingscommissie zijn „er
voor", met animo, met geestdrift, met enthousiasme
en met al die edelaardige eigenschappen, waarmede
men kan zijn voor een hoog ideaal.,.
Het eenige ongeluk is, dat uit niets blijkt, in welk
opzicht de heeren het nu met elkander eens zijn om
dit ideaal te verwezenlijken. Integendeel, uit alles
blijkt, dat zij allemaal wat anders willen en dat elk
hunner ieder ander afzonderlijk en alle anderen te
zamen zoo hard wantrouwt als maar mogelijk is.
Dat Jhr. Loudon in deze omstandigheden de on
dankbare taak op zich heeft genomen een commissie
voor te zitten, die met bijna wiskundige zekerheid
niets anders zal opleveren dan een leidraar voor een
later debat, dat op niets uitloopt, is in hem te waar-
deeren. Is een daad van moed.
Want Lóudon weet vooruit, dat het werk van zijn
commissie is gedoemd, tet onvruchtbaarheid. Te meer,
omdat hij als eerste ge de legeerde, van Nederland na
tuurlijk heeft medegewerkt aan de verklaring die
generaal Van Tuynen namens de Haagsche regeering
aflegde en die hij vermoedelijk anders zelf zou hebben
uitgesproken.
Ons land heeft sedert een eeuw niemand lastig ge
vallen en-zijn buitenlandsche politiek geheel inge
richt op defensie en neutraliteit. Bovendien heeft het
met de meeste instemming gastvrijheid verleend aan
de Vredes (lees: beperking der bewapening) conferen
ties en heeft het de eer behalve de politieke ook een
aantal principieele voorstanders van ontwapening on
der zijn burgers te tellen.
Men mag dus aannemen, dat het aan Nederland
niet zou liggen of de ontwapening kwam er met vlag
en wimpel door, althans een belangrijke beperking
der wapening.
Maar nu komt de Nederlandsche gedelegeerde en
houdt een rede, die te oordeelen naar het telegrafisch
uittreksel vrij omvangrijk is geweest, doch aaneen
hangt van „mits" en „indien" en „levensbelangen" en
wat dies meer zij.
Beperken graag, als wij het allemaal doen en
allemaal tegelijk doen. Maar rekening houden met
geografische, strategische en economische elementefl
van het levensbelang van een bedreigd land. Dan
rekening houden met den ^ijd noodig om militaire en
economische elementen te mobiliseeren. Van dien tijd
hangt het af in hoeverre het oorlogspotentieel kan
worden beperkt. En voor de koloniën geldt een ge
heel afzonderlijke berekening
Een dergelijk standpunt is zeer fraai en zeer weten
schappelijk en zou vermoedelijk als examenvraag op
een handelshoogeschool opgeld doen, want: als men
#de verklaring good beschouwt, komt zij neer op deze
vraag: wat is do contante waarde van een bewape
ning, x, die in y dagen kan worden opgevoerd tot z.?
Beroken dit voor allo landen. Verminder alle zoo g"
vonden contante waarden der verschillende nationuU
strijdkrachten met 't zelfde* voor allen gelijke on /oo
hqog mogelijk gestelde percentage, dan heeft men do
practisch-bereikbare beperking. Enzal men bij een
eventueele botsing wel zien in welke mate do rege
ringen elkander om den tuin hebben geleid met rit* op
gaaf omtrent de contante waarde hunner strijdmacht
en in welke mate zij de procentueel» afdanking
hebben ontdoken.
Waarbij dan -nog komt, dat ieder land, dat zijn ko
loniön dicht bij huis heeft, volgens het schema - Van
Tuynen, iii do koloniale strijdmacht een extra-bron
van reservemateriaal heeft, ontzegd aan den anderen
staat, wiens koloniën te ver afliggen om in oorlogs
tijd troepentransport te gedoogen.
Als dit het standpunt is.van een land, dat graag
zou willen ontwapenen, dat betrekkelijk weerloos is
en niemands eigendom begeert, hoe moeten dan len
den er over denken, die militair sterk zijn, zoo sterk,
dat voor hen macht nog niets meer beteekent dun
recht?
Volgens de kenners van wind en weer te Genève is
het standpunt van Nederland ongeveer identisch met
het Engelsche en staat het, evenals dit, tegenover dat
van Frankrijk.
Het is vrij duidelijk, dat men de aanstaande procen
tueels vermindering der strijdmachten niet mag be
perken tot die welke zijn belichaamd, in onmiddellijk
beschikbare legers en zee- of luchtvloten.
Hiervan kan geen sprake zijn.
Met korten, zeer intensieven óefeningstijd kan men
ieder weerbaar mensch:.man of vrouw, geschikt ma
ken voor zijn of haar rol in een eventueel internati
onaal conflict. Terwijl toch het leger zeer klein is, kan
eën staat, die dit systeem van bereid-zijn stelselmatig
toepast, militair veel sterker zijn, dan zijn buurman
met veel grooter leger onder de wapens.
Niet op den eersten, maar zeg op den vijfden dag
der mobilisatie.
Alleen echter op <'eze voorwaarde, dat het land met
deze korte, doch algemeene training, beschikt over
voldoend wapentuig van allerlei aard en over de ge
legenheid van onmiddellijke verdere vervaardiging
van munitie en technische hulpmdidelen en uitrus
ting.
Doze opsomming geeft aanstonds het middel aan de
hand om tenminste eenige controle uit te oefenen n
te verhinderen dat onder het mom van „o zoo'n klein
leger" feitelijk een geheele natie onder de vaandels
staat.
Het is natuurlijk dwaasheid te verwachten, dat er
ooit een tijd zal aanbreken, dat naties even fatsoenlijk
onder elkander zullen leven als onder particulieren
wel eens voorkomt.
Trucs en tricheeren zijn onderdeelen van elke di
plomatie ook van de niet-geheime.
Maar het moet tocfl al heel raar loopen, als een
land, dat officieel 10.000 man onder de wapens heeft
zonder dat de Volkenbond het zou merken, kleeding,
wapens, munitie en wat dies meer ter beschikking
had voor 100.000 man.
In onzen zwaur-protectionistischen tijd, nu do
drukker van een pak speelkaarten tegen de. lamp
loopt, en Engelsche douanen speelgoedkatjes- in be
slag nemen, omdat deze brave dieren zes snorharen
van kunstzijde hebben, die niet behoorlijk zijn afin-
gegeven (historisch!) kan men voor een internationale
controlecommissie niet het bestaan verbergen van een
dubbel zoo grooten voorraad van een cn ander, dan
toegelaten is.
Bij een dergelijke intensieve oefening zal er dus
altijd een tijdje voorbijgaan, waarin er wel man
nen beschikbaar zijn, doch geen wapens, naar ver
houding der mogelijke getalsterkte. Want' zelfs als
ieder een geweer heeft is de man toch weerloos zon
der ettelijke honderden «patronen. Goed verborgen
machinegeweren kunnen opduiken, maar zoo'n draag
baar kanonnetje had in dien grooten oorlog 15 a 20
duizend patronen per dag noodig en men ha-d er
gaarne twee per sectie als minimum.
Het is bij werkelijke controle natuurlijk on
mogelijk die voorraden te hebben of ze in korten lijd
te maken.
Het indus:rieel-best geequipeerd land. beschik
kend oVer de meeste en beste grondstoffen, heeft in
het algemeen een voorsprong. Maar omdat zulk,een
land vermoedelijk nu reeds een vrij aanzienlijke
weermacht heeft zou het, na een 'krachtige algemeene
procentueele vermindering toch altijd voor eenzeer
zware taak staan, om van de eene week op de an
dere het noodige oorlogsmateriaal te hebben voor een
zeg tienmaal zoo gtro,ot leger.
Ér zit dus als men eenmaal het stelsel van
evenredigheid in beperking aanvaardt iets in om
niet alleen het staand leger.- maar ook de eventueele
reserve van menschenmateriaal en de capaciteit van
industrie en van aanvoer zoomede de voorraden van
grondstof in aanmerking te nemen.
'Men moei niet uitsluitend rekenen mei wat heden-
de militaire kracht is van eorr land, maar ook met
het quantum Waartoe die kracht in korten tijd' (on
binnen hoeveel tijd) kan worden vermeerderd. Pas
als men dit weet kan men afspreken met hoeveel
procent een en ander wave te verminderen.
Theoretisch is dit standpunt juist.
I
De handelaar in looden soldaatjes, die honderd
doozen van 40 soldaten in voorraad heeft, plus een
centenaar lood, een mud kolen en voldoende gietvor
men, beschikt dus „potentieel" over 40 X 100 4000
•pus 50.000 soldaent als ieder dier figuurtjes twee
gram weegt.
Neemt men hem 50 dooien af plus een halve cen
tenaar lood en de helft zijner gietvormen dan heeft
.hij (in den zelfden.tijd) bij mobilisatie 27.000 in
plaats van 54.000 poppetjes.
Vanwege de evenredigheid is bij zijn buren de ver
houding dezelfde.
Dus blijft alles theoretisch gelijk in deze speel
goedwinkels of -fabriekjes.
Wat heeft deze beperking dan uitgehaald behalve
een. (problematische) bezuiniging? (Wij komen later
hierop terug). Wie voor de pnoccntieele beperking
sterker was. blijft het er na ook. In precies gelijke
verhouding.
Zoodat er dus hoogstens financieel eenige. vooruit
gang zou zijin te constateeren.
Dit is evenwel niet genoeg.
Behalve de heeren die deze potentieels sterkte als
basis nemen, zijn er andere, die ook de ligging van
het land in aanmerking nemen en - zeer terecht
ook willen rekernen mei de mate waarin een land
wordt bedreigd. Dan -wel wat minstens even vaak
een factor vaan bedreiging; is hoeveel vijanden het
zich heeft gemaakt.
Het land met de meeste vijanden of de gevaarlijk
ste ligging zou dus het recht móeten hebben op een
relatief grooter leger.
De Bisschop van Utrecht heeft het gortig ge
maakt. Heeft een weide veroverd op den Heer van
Muiden, een brug bij Gorkum hezët, een boomgaard
leeggegeten in de Betuwe en ten slotte herten ge
schoten van den Graaf van Zutfen. Op deze helden
daden is een vrede gevolgd, waarbij hij zoowat al
zijn veroveringen behield.
Omdat 'hij1 speciale hondgenooten had in Westfrto-
zen. Overijselaars en -Brabanders. Nu gaat men ont
wapenen en komt do Bisschop met de modedeeling
dat als zijn buren allemaal voor do helft ontwapenen
hij het maar voor een kwart kan doen. omdat hij
„omringd is door een wereld van- vijanden".
Behoeft aan dit argument nog iets te worden too-
gevoegdi om er het vooze van aan le duiden?
Wordt vervolgd.
UITKIJK.