SPAANDER Co., Binnenlandsch Nieuws. V00K UW KLEEDINU naar De dingen om ons heen. en door Italiaan als hij, want tot de grootste daden van opoffering is de Italiaan in staat on hij is ge duldig, zachtmoedig en vol vertrouwen, do Italiaan, nl. die hier in mot do natuur leeft. Er zijn hier ook heviger karakters dan bij ons on in menig ander land; hoe kan dat ook anders op een zoo vulkani- schen bodem en onder een zon die alles zoo gauw tot rijpheid doet komen 1 In één nacht bloeien de rozen op, die 'savonds verflonsd neerhangen; de wijn, de tintelende vurige wijn, gerijpt onder zonnigen he mel is het product van de groote warrategeefster. de zon! De menschen drinken hier mei. liters den zon neschijn, kunnen we zeggon, daardoor stroomt hun bloed soms zoo hartstochtelijk wild, zoo onberede neerd hevig, maar de man die straks een ander in oplaaiende jalouzie om het leven bracht, zal al licht eenige oogenblikken later tot een daad van op offerende liefde in staat zijn. Franciskus nu, had één groote hartstocht: zijn brandende liefde voor JezusI Niet altijd was deze hem. bewust; als jongeling was hij een vurig sol daat; hij. had het avontuurlijke van den vader, die gaarne op reis ging naar vreemde landen, maar ook het buitengewoon zachtzinnige van de moeder die uit de Provence stamde en haar jongen toen hij nog klein was. de zoete Fransche liederen voorzong. Ook in Franciskus dus. waren twee verschillende na turen. maar deze bloedsmenging maakte hem mis schien juist tot zulk een mooi mensch. Hij' vocht in een oorlog tegen Perugia, werd gevangen genomen en moest een jaar lang in een donkere kerker zuch ten. Of eigenlijk is het woord „zuchten" hier niet op zijn plaats; Franciskus behoorde tot de zonnige naturen, die overal het licht opvangen. Een vlinder, die zijn cel binnen vloog, een vogel, die zich op de tralies van zijn venster neerzette, een stukje van het b'auw van den hemel, dat hij door een luchtgat ont dekte, al deze dingen gaven hem stof genoeg om zijn mede gevangenen met een vroolijk lied op te beuren. Toen hij weer tehuis was gekomen, wierp een he vige ziekte hem op het ziekbed; langzaam herstelde hij, maar toen was er, evenals in Ignatius de Loyola, iets in hem veranderd. Toen Franciskus weer voor het eerst, nog leunend op zijn stok, buiten ging wandelen, zette hij zich neer op de oude stadsmuur van Assisi en liet zijn b'ikken dwalen over het blauw-grijze dal aan zijn voeten, waardoor een breede rivier zich heen slin gert. Daarboven verhief zich het trotsche Perugia.... van kind af kende hij dit landschap, maar hoe an ders scheen hem nu) heel dit panorama als voorheen! Het kwam hem voor, dat hij er zich evenmin in thuis kon voelen als in zich zelf! En hij vroeg zich af, wat er met hem gebeurd mocht zijn in deze we ken, die hij meestal in bewusteloozen toestand door bracht Ja wie kan verklaren hoe en door wat wonder uit Saulus den Paulus geboren wordt? Maar deze Pau- lus, deze Franciskus is nu ook geworden tot den hei ligen mensch, wiens sterven geheel dit jaar. dat ge rekend wordt in Juli aan te vangen, zoo feestelijk herdacht wordt. Zelfs zullen er in Rome en Milaan standbeelden voor dezen nederigsten aller menschen worden opgericht en dat is nu alweer een hulde, die heel slecht past hij de herdenking van den oot moedige. die het evangelie der armoede predikte!" Maar van het oogenblik, dat er comité's worden op gericht om een feestviering op groote schaal op touw te zetten, kan men allerlei uitingen verwachten die blijk geven dat men niet in de eerste plaats vraagt hoe men de nagedachtenis van een groot mensch kan eeren op een wijze, die met zijn geest overeenkomt. Er zijn ook ter eere van het Franciskaner-jaar postzegels uitgegeven waaronder één waarop voor gesteld wordt: het sterven van den heiligede post beambte besmeurt het zieltoogende lichaam met een vetten stempel, die ruw en hard op de gewijde voorstelling neerkomt en de collectioneurs zullen jacht maken op deze postzegels, die hun plaats in de verzamelingen vinden en even zooveel gedenktee- kenen zullen zijn van den, wansmaak van het fascis tische Italië 1 B. F. ANNA PAULOWNA. Uitslag openbare vexkooping van een huismans- woning, 2» schuren en 20.96.00 HA. weiland, staande en gelegen aan den MIddenvliet te Anna Paulowna, eigendom van den heer A. 'Kaptein, door Notaris van Riet, te Bergen. do slak. „Ik vraag hem niefc te antwoorden. Hij dringt aan. En dan ben ik brutaal1." Hij Zuchtte; de tyrannie der wereld drukte zwaar op dezen man. Mr. Marrapit liet zijn ontstemming blijken door met zijn tong tegen zijn gehemelte te klappen. „Je bent onbeschaamd, wanneer je in mijn tegenwoor digheid vloekt. Je bent brutaal, wanneer je mijn katten de schuld van iets geeft, waaraan zij geen sohuid hebben." „Ik geef de schuld niet aan de katten. Het is hun natuur. Wanneer de wind dezen kant uit is, merk ik het. Ik trek die lucht niet aan. JLk probeer ervanaf te komen. Het is hard vervloekt hard. Ik ben een tuinman, geen windscherm." Teikens wanneer Mr. Marrapit de gelegenheid had met Mr. FJtetcher to spreken, placht hij met zeer duidelijke krachtinspanning te slikken. Het was wraak, dat hij wegslikte: en hoe bitter de pil' ook was, toch mislukte liet hem zeiden die neer te krijgen. Mr. Fietcher sprak tegen hem zooals geen ander Jid van zijn personeel durfde spreken, liet woord ontsiag placht naar Mr. Marrapit'» mond te springen: de wetenschap, dat Mr. Fietoner voor een buitengewoon k.e.n loon werkte, deed het verstijven, voor het zijn tong bereikte. Duizenden werknemers moeten dagelijks buigen onder de ver nederingen van hun werkgevers; het is ben aan moedigende gedachte voor dit ïager, dat er meesters zijn, dxe, in toom gehouden door vrekkigheid, da- ge-ijk> ineenkrimpen onder impertinenties van slecht beta-a-de bed.enden. Mr. Marrapit slikte. Hij Zeide:. „Aan de lucht, waarover ik klaag, hebben mijn katten geen schuld. Het is tabak. Het ruikt naar tabak. Ik wil geen tabak in mijn tuin." Tweemaal snoof Mr. Fietcher met een 'krullend geluid. Hij wees naar een olhi tegen den muur: ,Daar komt het vandaan." „Ga je vergewissen." De tuinman drong door de struiken; snoof luid ruchtig. „Er wordt hier niet gerookt," zeide iiij'. „Ongetwijfeld rookt iemand op een verborgen plekje. Je hebt het zelf geroken. Volg de lucht.'T Zweet parelde op Mr. FletcheFs voorhoofd. Hü streek er zijn hand over en stak een vochtig on ge melijk gezicht tusschen liet gebladerte naar zijn meester pit. „Ik zoji graag willen weten," vroeg hij, ,of "Hit m het vervolg een van mijn baantjes is. Ben ik aangenomen, om iederen dag luchtjes na te ja gen? Het is hard vervloekt hard. Ik ben een tuinman, geen bloedhond." V. Iets verder in den tuin vond Mr. Marrapit tselï de bron van de lucht, die zijn neusgaten belèedigd had. Links afslaande, kwam hjj erbij op oen plek, waar zij oprees uit een afgezonderd grasperkuit do overblijfselen van een pijp steeg gestadig een dun rookkolommetje op. Beïeedigd. keek Mr. Marrapit; woedend keerde mj zich naar den stap, die op het pad achter hem klonk. De slanke en groote jonge man, die naderde, was die neef George, wiens komst in Mr. Marrapit» Perceel 1, huiamanswoning, 2 schuren en1 3.18.00 H.A. weiland, kooper S. Raven te Breezaud voor f 10810. Perceel 2, groot 2.(35.90 H.A., kooper fam. Kaptein, Voor f 6371,18. Perceel 3, groot 2.65.80 H.A., kiooper P. Hoogland c.s. voor. f 4678.08, Perceel 4, groot 2.64.40 HA., kooper C. Smit, Hei!- loo, voor f 4663.44. Perceel 5, groot 1.23.40 H.A., kooper J. Vlaar, Bree zand, voor f 2468. Perc. 6 en 7, groot 4.81.80 H.A., kooper H. Timmer, Anna Paulowna, voor f 9260.20, Perceel 8 arbeiderswoning, kooper P. Hoogland c. s. voor f 1560. Perceel 9, groot 1.26.86 H.A., kooper L. Raven, Bree zand, voor f 2054.16. Perceel 10, groot 2.31.90 H.A., kooper1 H. A. v. IJzendoorn, Breezand, voor f 4266.96. i Totale opbrengst f 45122.02. WIERINGERWAAKD. Onze plaatsgenoote mej. !D. Jansen, heeft dezer dar gen een vaste aanstelling gekregen als. ambtenares aan het kantoor van den "Raad van Arbeid te Alk maar. OUDE NIEDORP. Voor Hoofd der Openbare Lagere school alhier hebben zich aangemeld 12 sollicitanten. ST. MAARTEN. Schreef men van uit den Langendijk, dat het met het rooien der vroege aardappelen wel een weekje langer zal duren, daar deze met dit koude weer wei nig of niets vooruit gaan, dit is een kwestie van tijd en dan heeft men van dit product weer volop. Anders is dit echter met de koolplanten. Wanneer men hier en elders de z.g.n. plantenbanen ziet staan, krijgt men onwillekeurig de gedachte ,zou het nu dit jaar nog mogelijk zijn dat al het beschikbare land met kool zal kunnen worden beplant?" De banen staan, bijna zonder uitzondering, ongekend dun en slecht. Naar beweerd wordt zijn er alreeds planten iu voorkoop, waarvoor 1 cent per stuk wordt betaald. Ook de uienvelden lev.eren door de aanhoudende kou een treurigen aanblik op, daar ook deze in hot algemeen te dun zijn opgekomen en nu door bet gure weer nog als sneeuw voor de zon verdwijnen. Tot troost kan echter strekken dat een dunne akker uien in den herfst toch nog een heel beste kan zijn, dus wees spaarzaam met omhalen. WORDT MEN DAN NOOIT WIJZER. Dezer dagen is een heer uit Australië, die een rondreis door Europa maakt, te 's-Gravenhage het slachtoffer geworden van eenige geraffineerde op lichters, die hem voor ruim 10.000 gulden bestolen hebben. De Australiër had to Brussel kennis gemaakt met een landgenoot, die zich Williams noemde. In het begin van deze week waren zij naar Den Haag vertrokken, waar zij hun intrek namen in een groot hotel. Het plan bestond om den volgenden dog naar Amsterdam te gaan en vandaar per vliegtuig naar Londen te vertrekke» Denzelfden dag dat ze naar Amsterdam zouden gaan, maakten ze in de ochtenduren een wandeling over den Vijverberg. Een heer die eenige passen vóór hen liep, liet een taschje vallen, en de Australiër was zoo beleefd om dit op te nemen en den eige naar weer ter hand te stellen. Tot zijn verrassing bemerkte de Australiër dat deze geen Nederlander maar een Ier was, die zich later O'Breen noemde. Daar men wederzijds zeer tevreden was over de nieuwe kennismaking, werd besloten een glas champagne te drinken op de nieuw gesloten vriendschap. Gedurende het gesprek vertelde de heer O'Breen, dat hij optrad als executeur-testamentair yan zijn broer, die in Australië was overleden en 50.000 pond sterling had nagelaten met de bepaling, dat deze som onder de armen verdeeld moest worden. O'Breen zocht nu geschikte personen, die zelf goed gesitueerd waren om hem bij de verd'eeling van dit geld behulpzaam te zijn. Op voorstel van Wil liams belastte de Australiër zich om in Australië een zeker bedrag onder de armen te distribueeren. Maar degenen, die deze taak op zich namen, 2ei O'Breen, moesten zelf over voldoende contanten be schikken. Hoe meer contanten, hoe meer geld men krijgen kon om onder de armen rond te deelen. De Australiër ging op dit voorstel in; hij had nog 800 pond bij de Rotterdamsche Bank gedeponeerd en zou dit bedrag wel even halen. huishoaiding' Mr. Marrapitis rust zoo ■ernstig' ge stoord had. Wee© na den dood van zijn moeder, was George op zijn vijftiende jaar onder de voog dijschap van zijn oom gekomen. De verantwoorde rijkheid was hem door Mrs. Marrapit opgelegd. Vergeefs "had hij er zioh kracthig tegen verzet; zij dwong hem door tranen en voortdurende smeek beden aan haar wensch gehoor te geven. Vergeefs betoogde hij, dat zijn middelen niet waren wal zij dacht; zij verzekerde hom en bevestigde die ver zekering door haar testament dat met haar George haar geld zou medegaan. En toen het testament gelezen was, troostte het ©enigszins "Mi". Marrapit voor de snotterende I'ast, die hij na de begrafenis naar Ilercxn's Holt met ZLeh mede nam. Het was een eenvoudig testac ment beval' 'George aan in de hoede van haar broeder Christopher Marrapit; gaf "den wensch to kennen, dat George tot het beroep van wijlen haar echtgenoot, die dokter geweest was, opgeleid zou worden, vermaakte voor dat doel alles aan genoem den broeder. George was achttien, toen Mr. Marrapit hem in het St. Peters Hospita! deed. „Ik doe je," had Mr. Marrapit gezegd, terwijl hjj zijn aantekeningen die hij voor het gesprek had gereed gemaakt, raadpleeg de, „hoewel het enorm veel geld kost, een loopbaan betreden, die echter een langdurige en dure oplei ding vereischt. Je moeder heeft het gewild." Mr. Marrapit vertelde er niet bij, dat George's moeder er afzonderlijk voor had betaald. Deze man wist, dat de Jeugd die vereering voor het Gezag*, ,welke 'zij bezitten mag, verliezen zou, wanneer het Gezag de motieven openbaart, die het tot zijn da den aanzetten. „Voor mij sluit dit groote zelfopoffering in," ging hij voort. „Ik deins er niet voor -terug. Van jou eischt het onophoudelijke toewijding aan je boeken, je studies, je onderzoekingen. Je bent niet langer een jongen: Je bent een man. De ij dele sport der jeugd moet achter je liggen. Een ernstig leven moet ernstig onder het oog gezien worden. „Ik deins er niet voor terug," had George ge antwoord. „Voor je persoonlijke uitgaven zal ik je "een klei ne toelage geven. Je woont in mijn huis, zoodat je niet. veel behoeften hebben zult." „Ik heb gelioord," viel' George zwakjes -in, ,dat men. veel beter werken kan, alfs men op kamers dicht bij het hospitaal' woont." „Leg dat nader uit. Je bent verkeerd ingelicht." „Ik zou dan voortdurend omgang hebben met mannen, die in hetzelfde werk opgaan als ik. We zouden avonds over ons vak kunnen praten ën discussieeren „Zoek dien omgang in je "boeken. Raadpleeg dia Discussieer daarmede. Zij zijn onfeilbaar. George zeide niets meer. Op dat oogenblik waa de vrijheia van het hospitaal', vergeleken bij den scli'to.dwang, een vurig strijdros, waarop hij alle an dpro verlangens „uitreed Hot vooruitzicht van nieuwe en vreemde boeken in plaats van die, welke hij zoo van harte verafschuwde, was een aanlokke lijke verrukking. Wordt vervolgd. Heer en Alkmaar - Langestraat. Toon dit gebeurd was, maakte men nog een wan deling. Gedurende .deze wandeling drong O'Breen er op aan, dat de Australiër Hem volkomen zou ver trouwen. Hij> wist hom zelfs zoo ver te krijgen, dat de Au straliër hem zijn portefeuille met 800 pond gaf, een kostbaren gouden ring met diamant, een gouden horloge en e engouden potlood. Zoogenaamd om te zien of men elkaar volkomen vertrouwde. Even later verdwenen Williams en O'Breen om naar zij voorgaven een ring te koopen. De Australiër zou even wachtenen bleef wach ten. Hij begreep ten slotte, dat hij op zeer handige wijze opgelicht was. Bij de politie hoQrde hij, dat Williams en O'Breen internationale oplichters war ren, die reeds o.a. het vorige jaar in Den Haag verschillende slachtoffers gemaakt hadden. De politie heeft onmiddellijk alles in het werk ge steld om de daders, te arresteeren. Dit is echter nog niet gelukt. W ARMENHUIZEN. De voorbereiding voor het concours van den N. H. Zangersbond a.hier te houden op 27 Juni en 4 Juli, zijn reeds flink gevorderd. De burgerij heeft zeer ruim geteekend op het garantiefonds en er zijn reeds eenige oe e teek en ex» toegezegdenkel© vereenigingen en particulieren zu.len nog worden aangekocht om een bedrag voor dit doel beschikbaar te wil en stellen. Het Hoofdbestuur benoemde in de Jury de hee- ren Sam Vïoss'ng, W. He pe en M. C. v.d. Rovaarh Op 27 Juni, den eer sten dag van het concours, zal "gezongen worden door: de zangvereenigingen in de 3e afdeeling B, in de 2e afdeeling en een Vrouwenkoor. Den 4den Juli, den 2den dag van het Concours, zu ien zingen: 3e afdee'ing A, le afdeeling gemeng de koren, een vrouwenkoor en le afdeeling man nenkoor. Beide dagen zull'en de koren, Mie een eersten prijs behalen, aan den eerewedstrijd deelnemen. Het ligt in de bedoeling, dat den eersten dag na afloop van het concours een gemaskerd bal zal' worden gehouden, terwnl de laatste dag met een 'bal-champêtre zal woraen gesloten. WAR MEN HUIZEN. De dienstplichtigen van de Echtingen 1914 en 1917 zijn gehouden om Qp 30 Juni a.s. te Alkmaar in het gebouw Korenbeurs aan het Luttik-Oudorp aan het jaarïïjksch onderzoek deel' te nemen. MASSA-SCHORSING TE GRAVE. Men meldt uit Grave aan „De Msb.": In de Woensdag gehouden vergadering van den gemeenteraad zijn als raadslid geschorst de hee- ren: B. W. Jacob, wethouder, F. J. B. A. Burhorst, wethouder, en L. J. A. Genevace, en R. M. A. P. bestuur. De Raad bestaat nu nog slechts uit de heeren J. G. v. Hees, wethouder, J. S. H. Baumann, wethou der, en H. v. Vugt. De bedoeling van het schorsingsbesluit is een defi nitieve uitspraak te krijgen over het al of nigt ge oorloofd zijn van leveringen van raadsleden aan Hot Burgerlijk Armbestuur. KAASMERK VERVALSCHT. De rechtbahk te Leeuwarden heeft gisteren, na ge daan verzet, een koopman uit Oranjewoud wegens het vervalschen van een kaasmerk, veroordeeld tot één maand gevangenisstraf. Aanvankelijk was he:n 2 maanden opgelegd. DE EERSTE VROUWELIJKE MAKELAAR. Tot de makelaars, die de eerste kamer A der Recht bank te Amsterdam beëeigde, behoorde een dame, raej. M. E. Lagaay. Zij is de eerste vrouwelijke makelaar. Meer in het bijzonder zal zij als makelaar in onroerend goed op treden. ER VAN DOORI De vrouw van een groentehandelaar te Groningen is er met haar minnaar, een kermisreiziger, vandoor gegaan, medenemend een geldkistje met f2000, toc- behoorend aan haar man en diens compagnon. Eindelijk is dan toch te Parijs de befaamde com missie samengekomen ter voorbereiding der „ont wapeningsconferentie". Alle leden der voorbereidingscommissie zijn „er voor", met animo, met geestdrift, met enthousiasme en met al die edelaardige eigenschappen, waarmede men kan zijn voor een hoog ideaal.,. Het eenige ongeluk is, dat uit niets blijkt, in welk opzicht de heeren het nu met elkander eens zijn om dit ideaal te verwezenlijken. Integendeel, uit alles blijkt, dat zij allemaal wat anders willen en dat elk hunner ieder ander afzonderlijk en alle anderen te zamen zoo hard wantrouwt als maar mogelijk is. Dat Jhr. Loudon in deze omstandigheden de on dankbare taak op zich heeft genomen een commissie voor te zitten, die met bijna wiskundige zekerheid niets anders zal opleveren dan een leidraar voor een later debat, dat op niets uitloopt, is in hem te waar- deeren. Is een daad van moed. Want Lóudon weet vooruit, dat het werk van zijn commissie is gedoemd, tet onvruchtbaarheid. Te meer, omdat hij als eerste ge de legeerde, van Nederland na tuurlijk heeft medegewerkt aan de verklaring die generaal Van Tuynen namens de Haagsche regeering aflegde en die hij vermoedelijk anders zelf zou hebben uitgesproken. Ons land heeft sedert een eeuw niemand lastig ge vallen en-zijn buitenlandsche politiek geheel inge richt op defensie en neutraliteit. Bovendien heeft het met de meeste instemming gastvrijheid verleend aan de Vredes (lees: beperking der bewapening) conferen ties en heeft het de eer behalve de politieke ook een aantal principieele voorstanders van ontwapening on der zijn burgers te tellen. Men mag dus aannemen, dat het aan Nederland niet zou liggen of de ontwapening kwam er met vlag en wimpel door, althans een belangrijke beperking der wapening. Maar nu komt de Nederlandsche gedelegeerde en houdt een rede, die te oordeelen naar het telegrafisch uittreksel vrij omvangrijk is geweest, doch aaneen hangt van „mits" en „indien" en „levensbelangen" en wat dies meer zij. Beperken graag, als wij het allemaal doen en allemaal tegelijk doen. Maar rekening houden met geografische, strategische en economische elementefl van het levensbelang van een bedreigd land. Dan rekening houden met den ^ijd noodig om militaire en economische elementen te mobiliseeren. Van dien tijd hangt het af in hoeverre het oorlogspotentieel kan worden beperkt. En voor de koloniën geldt een ge heel afzonderlijke berekening Een dergelijk standpunt is zeer fraai en zeer weten schappelijk en zou vermoedelijk als examenvraag op een handelshoogeschool opgeld doen, want: als men #de verklaring good beschouwt, komt zij neer op deze vraag: wat is do contante waarde van een bewape ning, x, die in y dagen kan worden opgevoerd tot z.? Beroken dit voor allo landen. Verminder alle zoo g" vonden contante waarden der verschillende nationuU strijdkrachten met 't zelfde* voor allen gelijke on /oo hqog mogelijk gestelde percentage, dan heeft men do practisch-bereikbare beperking. Enzal men bij een eventueele botsing wel zien in welke mate do rege ringen elkander om den tuin hebben geleid met rit* op gaaf omtrent de contante waarde hunner strijdmacht en in welke mate zij de procentueel» afdanking hebben ontdoken. Waarbij dan -nog komt, dat ieder land, dat zijn ko loniön dicht bij huis heeft, volgens het schema - Van Tuynen, iii do koloniale strijdmacht een extra-bron van reservemateriaal heeft, ontzegd aan den anderen staat, wiens koloniën te ver afliggen om in oorlogs tijd troepentransport te gedoogen. Als dit het standpunt is.van een land, dat graag zou willen ontwapenen, dat betrekkelijk weerloos is en niemands eigendom begeert, hoe moeten dan len den er over denken, die militair sterk zijn, zoo sterk, dat voor hen macht nog niets meer beteekent dun recht? Volgens de kenners van wind en weer te Genève is het standpunt van Nederland ongeveer identisch met het Engelsche en staat het, evenals dit, tegenover dat van Frankrijk. Het is vrij duidelijk, dat men de aanstaande procen tueels vermindering der strijdmachten niet mag be perken tot die welke zijn belichaamd, in onmiddellijk beschikbare legers en zee- of luchtvloten. Hiervan kan geen sprake zijn. Met korten, zeer intensieven óefeningstijd kan men ieder weerbaar mensch:.man of vrouw, geschikt ma ken voor zijn of haar rol in een eventueel internati onaal conflict. Terwijl toch het leger zeer klein is, kan eën staat, die dit systeem van bereid-zijn stelselmatig toepast, militair veel sterker zijn, dan zijn buurman met veel grooter leger onder de wapens. Niet op den eersten, maar zeg op den vijfden dag der mobilisatie. Alleen echter op <'eze voorwaarde, dat het land met deze korte, doch algemeene training, beschikt over voldoend wapentuig van allerlei aard en over de ge legenheid van onmiddellijke verdere vervaardiging van munitie en technische hulpmdidelen en uitrus ting. Doze opsomming geeft aanstonds het middel aan de hand om tenminste eenige controle uit te oefenen n te verhinderen dat onder het mom van „o zoo'n klein leger" feitelijk een geheele natie onder de vaandels staat. Het is natuurlijk dwaasheid te verwachten, dat er ooit een tijd zal aanbreken, dat naties even fatsoenlijk onder elkander zullen leven als onder particulieren wel eens voorkomt. Trucs en tricheeren zijn onderdeelen van elke di plomatie ook van de niet-geheime. Maar het moet tocfl al heel raar loopen, als een land, dat officieel 10.000 man onder de wapens heeft zonder dat de Volkenbond het zou merken, kleeding, wapens, munitie en wat dies meer ter beschikking had voor 100.000 man. In onzen zwaur-protectionistischen tijd, nu do drukker van een pak speelkaarten tegen de. lamp loopt, en Engelsche douanen speelgoedkatjes- in be slag nemen, omdat deze brave dieren zes snorharen van kunstzijde hebben, die niet behoorlijk zijn afin- gegeven (historisch!) kan men voor een internationale controlecommissie niet het bestaan verbergen van een dubbel zoo grooten voorraad van een cn ander, dan toegelaten is. Bij een dergelijke intensieve oefening zal er dus altijd een tijdje voorbijgaan, waarin er wel man nen beschikbaar zijn, doch geen wapens, naar ver houding der mogelijke getalsterkte. Want' zelfs als ieder een geweer heeft is de man toch weerloos zon der ettelijke honderden «patronen. Goed verborgen machinegeweren kunnen opduiken, maar zoo'n draag baar kanonnetje had in dien grooten oorlog 15 a 20 duizend patronen per dag noodig en men ha-d er gaarne twee per sectie als minimum. Het is bij werkelijke controle natuurlijk on mogelijk die voorraden te hebben of ze in korten lijd te maken. Het indus:rieel-best geequipeerd land. beschik kend oVer de meeste en beste grondstoffen, heeft in het algemeen een voorsprong. Maar omdat zulk,een land vermoedelijk nu reeds een vrij aanzienlijke weermacht heeft zou het, na een 'krachtige algemeene procentueele vermindering toch altijd voor eenzeer zware taak staan, om van de eene week op de an dere het noodige oorlogsmateriaal te hebben voor een zeg tienmaal zoo gtro,ot leger. Ér zit dus als men eenmaal het stelsel van evenredigheid in beperking aanvaardt iets in om niet alleen het staand leger.- maar ook de eventueele reserve van menschenmateriaal en de capaciteit van industrie en van aanvoer zoomede de voorraden van grondstof in aanmerking te nemen. 'Men moei niet uitsluitend rekenen mei wat heden- de militaire kracht is van eorr land, maar ook met het quantum Waartoe die kracht in korten tijd' (on binnen hoeveel tijd) kan worden vermeerderd. Pas als men dit weet kan men afspreken met hoeveel procent een en ander wave te verminderen. Theoretisch is dit standpunt juist. I De handelaar in looden soldaatjes, die honderd doozen van 40 soldaten in voorraad heeft, plus een centenaar lood, een mud kolen en voldoende gietvor men, beschikt dus „potentieel" over 40 X 100 4000 •pus 50.000 soldaent als ieder dier figuurtjes twee gram weegt. Neemt men hem 50 dooien af plus een halve cen tenaar lood en de helft zijner gietvormen dan heeft .hij (in den zelfden.tijd) bij mobilisatie 27.000 in plaats van 54.000 poppetjes. Vanwege de evenredigheid is bij zijn buren de ver houding dezelfde. Dus blijft alles theoretisch gelijk in deze speel goedwinkels of -fabriekjes. Wat heeft deze beperking dan uitgehaald behalve een. (problematische) bezuiniging? (Wij komen later hierop terug). Wie voor de pnoccntieele beperking sterker was. blijft het er na ook. In precies gelijke verhouding. Zoodat er dus hoogstens financieel eenige. vooruit gang zou zijin te constateeren. Dit is evenwel niet genoeg. Behalve de heeren die deze potentieels sterkte als basis nemen, zijn er andere, die ook de ligging van het land in aanmerking nemen en - zeer terecht ook willen rekernen mei de mate waarin een land wordt bedreigd. Dan -wel wat minstens even vaak een factor vaan bedreiging; is hoeveel vijanden het zich heeft gemaakt. Het land met de meeste vijanden of de gevaarlijk ste ligging zou dus het recht móeten hebben op een relatief grooter leger. De Bisschop van Utrecht heeft het gortig ge maakt. Heeft een weide veroverd op den Heer van Muiden, een brug bij Gorkum hezët, een boomgaard leeggegeten in de Betuwe en ten slotte herten ge schoten van den Graaf van Zutfen. Op deze helden daden is een vrede gevolgd, waarbij hij zoowat al zijn veroveringen behield. Omdat 'hij1 speciale hondgenooten had in Westfrto- zen. Overijselaars en -Brabanders. Nu gaat men ont wapenen en komt do Bisschop met de modedeeling dat als zijn buren allemaal voor do helft ontwapenen hij het maar voor een kwart kan doen. omdat hij „omringd is door een wereld van- vijanden". Behoeft aan dit argument nog iets te worden too- gevoegdi om er het vooze van aan le duiden? Wordt vervolgd. UITKIJK.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1926 | | pagina 10