SchagerCourant WOUDA's Am ïieerenconïecfie B. H. Lenghaus, Winkel. Zaterdag 22 Mei 1926. 69ste Jaargang. No. 7847. Tweede Blad. DE V0GELSCHRHK. 15 °|o 15 15 °|o Parel-Tarwebloem Kantongerecht te Schagen. waarop do vogeltchrik etond. derzoek van b regenwater nieti bekend is. Dit is De geur van de tuinboonen, die rondom den voge trouwen» gfljJi een zaak van het gemeentebestuur. het ffem^ntebestuur echter vrijstelling tot aan- het P.W.B. - - -«is geh' -aiei. v A18. het gem^ntebestuur echter vrijstelling tot aan- wal aan jden^acbterkant verspreidde de "klaver haar ^uiting y/leent, wordt daarvan Verschrikker bloeiden, dreef over het weitje. Op der een Pinkstergeschiedenis, door H. G. CANNEGIETER. (Nadruk verboden.) Hij stond er al, toen de krookjes waren gaan bloeien, en nu de gouden regen was opengegaan, stond hij er nog. Het was een droge oude vogelver schrikker, zonder eenige zwier of oorspronkelijkheid. Zijin vaalgroene lor van een jas hing slap neer bij den stok en zijn deukhoed, uit het model gezakt, druilde daarboven. Een bos half vergaan stroo prikte uit zijn mouwen en stak door de gaten van zijn ver schoten broek. Sinds lang trokken de vogels zich van dezen boe man geen zier meer aan. Ze zetten zich op zijn schouders en decoreerden met het bewijs van hun minachting zijn hoed. Ook de kinderen, die langs het veld des morgens naar school gingen, bemoeiden zich niet met den vo gelverschrikker. Ze wierpen hem niet met steenen, tiokken heb niet omver en behingen hem niet met spot. Ze zagen hem niet, omdat er niets aan deze fantasie-looze verschijning te zien was. Hij was niet posierlijk of romantisch, zooale andere vogelver schrikkers "-wel kunnen zijn. Hij bestond voor hen niet. De eenige die hem in eere hield, was zijn baas, die hem daar opgesteld had als het bewijs van zijn macht. Met een goedkeurenden blik gaf boer Adri- aanse op zijn morgenwandeling te kennen, dat hij tevreden was over zijn vogelverschrikker. Adriaanse mocht den vogelverschrikker wel; het was de eenige onder het personeel, over wie hij tevreden kon zijn. De rest was eigenlijk niets gedaan. Het waren niet meer de degelijke, brave werklui van vroeger; over die oude getrouwen, die hij had gekend, toen zijn vader nog op de boerderij was, raakte Adriaanse nooit uitgepraat. Maar het tegenwoordige werkvolk, wat was het? Lijntrekkers waren het, oproer kraaiers, doorbrengers, die '-.-el veel wilden verdie nen, maar er zoo weinig mogelijk voor wilden doen. Eiken dag, als hij op zijn inspectie-wandeling zijn akkers en weiden langs ging, stemde het werkvolk hem kregel. De eenige, bij wien hij in zijn humeur bleef, was de vogelverschrikker. Dè vogelverschrik ker sprak hem nooit tegen; de vogelverschrikker klaagde nooit over te lange dagen; de vogelver schrikker vroeg nooit om meer loon. Nooit behoefde Adriaanse zich bij den vogelverschrikker te ergeren over een fijne sigaar, die hij rookte of over een duur pak, dat hij droeg. De vogelverschrikker was altijd eenvoudig, altijd stilzwijgend, altijd nederig, gelijk het een ondergeschikte van den rijken boer Adri aanse betaamt. Daarom kon Adriaanse soms met een gevoel van vriendschap bij den vogelverschrikker opkijken. De vogelverschrikker deed zijn plicht. Hij stond daar, dag en nacht op zijn post, om musschren en menschen te beduiden: „Hier blijf je af! Dit is het veld van boer Adriaanse en daar heb je niets te maken." Zoo was het goed; zoo moest het zijn. En tevreden sukkelde Adriaanse op zijn groote gele klompen weer naar zijn boerderij. Daar lag de krant klaar en stond de koffie gereed. Moeizaam trok de oude boer zijn stijve leden uit de veel te wijde jas, waarin hij zich op zijn morgen-tournée tegen kouvatten beschermde. Hij zette rijn voeten met te grove sokken op de plaatstoof, haalde zijn bril uit den koker en begon te lezen. Maar spoedig lei hij de krant neer. Het zinde hem weer niet vandaag. De krant was hem langzamer hand een ergernis geworden. 'tLiep mis met de we reld. De rust was er uit. De eene nieuwigheid volgde de ander op. En wat voor onzinnige dingen de menschen zich wel niet in den kop haalden! Niets deugde meer; alles moest veranderd. Eiken dag las je van een nieuwe vereeniging, die ze hadden opge richt om de wereld te hervormen; zelfs in zijn vre dig dorpje hielden ze vergaderingen en liepen ze naar meetings. Alsof ze met al die drukte de wereld konden verbeteren! Nee, 't was eenmaal zooals 't was, naar God's bestel en daar kon geen mensch wat aan doen. Oorlog en armoede en dronkenschap was er altijd geweest en zou er altijd wel blijven, hoe hard de volksmenners schreeuwden. Dan waren ze vromer geweest in zijn jongen tijd; toen legden ze zich1 bij, God's bestel rustig neer. 't Was wel niet even mooi in de wereld, maar je leefde toch niet voor je plezier, zooals ze tegenwoordig schenen te meenen.... Wat was dat? Daar lag tusschen de lcrantên een brief! Adriaanse hield het papier dicht bij zijn oogen en met opeengeknepen lippen volgde hij in span ning de letters. Steeds wreveliger werd zijn gezicht. „Nee, maar, nóu Wordt het nog mooi! Dat moest er nog bijkomen!" barstte hij uit, en met een hoonend lachje schoof hij den brief op zijn. „Dat moest er nog bij komen!" Doch, terwijl hij hoofdschuddend nadacht over den inhoud van den brief, kwam er iets van weemoed in zijn oogen. De harde trekken van zijn gezicht wer den zachter en het was, of hij, met zijn vineers op het tafelblad trommelend, zich aan mijmering overgaf. Zijn kleinzoon! Wat was hij blij geweest met den jongen. Toen zijn zoon was gestorven en de weduwe met het kind zich in het dorp vestigde, stelde Adri aanse zich voor, dat hij nu op zijn eenzamen ouden dag iets van aanspraak zou krijgen. Ze mochten hem hier op 't dorp niet; ze noemden hem hard en vrek kig, maar dat was niets aan naijver, omdat hij de rijkste man was in de gemeente. Zijn kleinzoon zou hem vergoeden, wat hij aan genegenheid bij de ou deren miste. En hij had het kind en zijn moeder ver wend, zooveel hij nog tot verwennen in staat was. Och, och! wat een teleurstelling was dat gewor den. Ja, toen het kind klein was, toen was het een aardig vent'*1 geweest. Maar. zoodra hij naar school ging, werdi hij al weer net als <le rest. Wat had die tegenwoordige jeugd toch. met haar opstandigheid en verbeelding? Jacob was naar de Hooger Burger School geweest, maar daarvandaan was hij erger dan ooit thuisee-. komen. Het leek wel een socialist. En nu verbeeldde die aap van een jongen zich, dat hij hier op het dorp de wereld moest redden. Hij had vereenigingen ■mee opgericht en zat ini 't (bestuur van een jeugd bond! die zich 'weet wat voorstelde met haar hervor- min-g van de maatschappij en verbetering van de mensohheid. Zulk tuig, ze waren nog niet eens -droog achter de ooren! En nu durfden ze daar Waarempel hem zoomaar een bric schrijven met de vraag of ze ziin land voor een.... meeting mochten gebruiken! Stel je voor, hier in 't dorp ook al een meeting. Voor en Volken bond en de wereldvrede! Jawel, dat gaat zóómaar. Die kwajongen Adriaanse. nog steeds met de vingers op het tafel blad trommelde, keek het. venster nit. 'Hij kon niet ontkennen, da tde jongelui een goede keus hadden gedaan, toen ze het oog richtten op zijn land. Dat weitje lag daar zoo schilderachtig beschut door het opgaand! geboomte en omgeven door de akkers, zoete lucht. En hier, vóór aan den weg, waar het weitje grensde aan den hof van de (boerderij, pronk ten de gouden regen 'en de sering. Je zoudt voor je pleizier den Volkenbond en de wereldvrede willen bevorderen ini zoo'n heerlijke omgeving. Maar de vogelverschrikker stond daar en beduidde musschen en menschen: „Afblijivenl Je hebt op 't veld van boer Adriaanse niets te maken!" Die opge schoten jongens en meiden moesten maar zien, d&t ze ergens anders terecht kwamen. Lpededeeüig gedaan. Spr. hoort er van op dat het regenweer van beklaagde is goedgekeurd. Dj£ goed keuring ia niet aan het gemeentebestuur, maar rea- sorieert onder de Bemoeiingen van de Gezondheids commissie. Nadat beklaagde nog heeft medegedeeld, dat hij zich maar niet dadelijk zal neerleggen bij de desbe treffende voorschriften tot aansluiting en nog is ge bleken dat het water niet was goedgekeurd maar ook niet afgekeurd zegt beklaagde wordt overeen- En zoo nam boer Adriaanse dan ook onmiddellijk j komstig het requisitoir van den Ambtenaar van de pen in zijn stijve vingeTS en schreef, kort en krachtig, dat er van 't heele geval niets kon komen. 'Daarmee dacht hij, dat hij' van de zaak af was. Toen boer Adriaanse echter op Hemelvaartsdag van zijn morgen-inspectie terug 'kwam, zat daar zoo waar zfln kleinzoon bijl de krant en de koffie. Jacob?! Hoe kom jij hier?" En Jacob vertelde, dat zijn kameraden hem had den afgevaardigd, nog eens met grootvader te gaan praten. Want grootvader wist zelf wel, dat er buiten zijn Weitje hier in het dorp geen gelegenheid voor een meeting bestond, 't Was nergens zoo beschut en zoo feestelijk ingelijst. En je moest voor zooiets toch een terrein hebben, waar wat boomen en bloemen I stonden, die je vanzelf in de stemming brachten, om I van 't goede te getuigen, Hoe prachtig, zou de muziek hier klinken en zou 't voor grootvader eigenlijk ook niet aardig zijn. als hij 't venster openschoof, in zijn eigen huis het zingen te kunnen hooren? Toe, groot vader moest het maar doen; ze zouden er hem zoo dankbaar voor zijn en hem vast eerelid van den jeugdbond maken.... „Ja, ja, je kunt mooi praten, jij, kwajongen. Maar je moet niet denken, dat je daarmee je grootvader beduvelt die zooveel meer van de wereld gezien heeft dan jij...." En grootvader bleef onverbiddelijk. Toch was Ja cob al blij, dat hij, toen hij eindelijk' naar huis ging, gedaan had gekregen, dat grootvader er nog eens een nachtje over zou.slapen 's Middags, na zijn dutje, liep de oude man 't veld het O. M. het onderzoek van deze zaak opnieuw ge opend en de zaak aangehouden tot 17 Juni e.k. EEN BEKENDE STROOPER. De tweede zaak gold die van iemand die zijn naam eer aandoet, n.1. C. J. Strooper uit de Zijpe, die op Oudejaarsdag van vorig jaar zich in de ver lofzaak van Hoogvorst heeft opgehouden met een jachtgeweer bij zich en verder verdacht wordt van overtreding der Jachtwet. Als getuige wordt eerstens gehoord Dieuwertje Wit, die heeft hooren schieten, den verdachte over een hek heeft zien komen, in zijn hand een nog spartelende haas, die beklaagde met zijn geweer sloeg. Met de haas in zijn hand heeft zij beklaagde op de fiets den Ruigeweg zien ingaan. Prachtig, oordeelt de president deze getuigenis. De volgende getuige is de electricien W. A. Bruin, die niet zoo positief in zijn verklaringen is. Hij was dien dag in het café Hoogvorst, toen beklaagde bin nenkwam met jachthond, rijwiel, zak, waarin een konijn of haas, iets waar spr. geen verstand van heeft, wat trouwens wel goed is, zegt de president. Met een 2-deelig iets is beklaagde achter het biljart èegaan. Dat dit echter een wapen zou zijn, dat kan hij niet wettig en overtuigend bewijzen. Dat behoeft ook niet,-zegt de kantonrechter, dat zullen wij wel doen. Uit het procesverbaal blijkt dat deze getuige te genover den verbalisant, den brigadier te 't Zand, wat positiever in zijn verklaringen was en de pre- in. En onwillekeurig bleef hij treuzelen op 't weitje.) sident vraagt dan ook alles behalve vriendelijk Wat was 't hier toch prachtig en stil. Je werd eraan getuige Bruin, of hij niet staat te liegen, haast anders van, op zoo'n Zondagschen 'dag. Maar derde getuige in deze zaak caféhouder Hoog- kom komi dat was maar gekheidvorst, is inmiddels overleden en de Ambtenaar van Zijn schreden richtten zich naar den vogelver- M. wijst in zijn requisitoir er dan ook op, schrikker. Hij bleef voor den ouden getrouwe staan dat men er niet in geslaagd is het wettig en over- en keek hem Techt in zijn strooien gezicht. En ineens tuigend bewijs te leveren, zoodat hij vrijspraak voor i trof hem een ontstellende vergelijking. Terwijl alles I beklahgde vraagt. I aan zijn voeten geurde en bloeide, wuh de vogelver- J Uitspraak over 14 dagen. schrikker even. stoffig en stijf al» altijd. Een dood, vermolmd ding tusschen al dit ontluikende leven.1 1 Een belachelijke, armzalige verschijning. Een ding! i Maar plotseling schrok Adriaanse van zichzelf Het J I was, of zijn trouwe vriend hem iets zei met zijn j 1 strooien gezicht Ze waren kameraden, de vogelver- schrikker en hij. Ze waren gelijken. Ook hij was stoffig en stijf tusschen de bloeiende jeugd. Ook hij was dood en vermolmd. Belachelijk en armzalig was hij met zijn: ...Afblijven!" i „Onding!" riep hij uit en met een driftig gebaar 1 schopte hij den vogelverschrikker omver. Het ge vaarte zakte opzij en plofte in 't boonenbed neer. Een paar geurende bloemen 'knapten af bij zijn val. Maar boer Adriaanse keek, alsof hem een wonder was geopenbaard. „Kijk nou toch ereis aan!" fluis terde hij- verrast. En hiji tilde den stok omhoog met de vodden van kleeren. Ja, waarlijk, de oude stok was uitgeloopen.. Een frischgroene twijg stak dwars door die rafels. En 'knoppen botten daaraan. „Heb ik van mijn leven!" zei Adriaanse, en heel j zijn gezicht straalde van blijde verrassing. I Zoodra hij thuis was, schreef hiji aan Jacob. 1 deze liep dadelijk met het prachtige bericht Om meer bekendheid te geven aan onze slaan wi{ ondanks onze lage P'ijicn gedurende de maand Mei 15 korting loe. Aanbevelend, BALDADIGHEID. EP Chr. Keesman, M. Quak en L. Blaauboer uit de naar Wieringerwaard, hadden de aardigheid op 13 De- zijn medebestuurders. Niet alleen het weitje kregen cember die leuning vam eien brug te beschadigen, ze voor hun Pinks:erbetooging, maar ook nog een Blaauboer had de omgebogen leuning nog weer tientje voor -de onkosten van het feest. EP groot- recht gebogen, terwijl de getuige J. de Boer beklaag- vader zou, ter opluistering, op de boerderij, de vlag den nog had gewaarschuwd dat niet te doen, want uitsteken. dat het gemeentewerk was. Kon het mooier? Ze begrepen er -niets van, maar Juist, zegt de president en dat betalen de belas- dadelijk vertrok een deputatie met Jacob vooraan, •oto boer Adriaanse uit erkentelijkheid voor zijn steun het eerelidmaatscJhap aan te bieden. En toen op den Pinksterdag de muziek speelde en di9 vlaggen wapperden en liederen weerklonken, waaruit het geloof in de liefde en het vertrouwen op de rnenschheid sprak,' hadden de redenaars geen geestdriftiger toehoorder dan de harde, stijve hoer, die den vogelverschrikker had) omgeschept. tingbetalers. Waar Blaauboer blijkbaar de baldadige handeling eerder ongedaan had willen maken, wordt deze >vrij- gesproken, terwijl de uitspraak ten opzichte van Keesman en Quak luidt, ieder f 6 dokken of in 1 week probeeren zoete jongens te worden, n.1. naar» een tuchtschool. DAT WAS EEN TRUC. Opnieuw kwam in behandeling de zaak tegen C. Kuiper te Anna Paulowna voor het vervoer van personen met een niet gekeurd openbaar middel van vervoer, zonder echter voor dat vervoer vergoeding l te hebben gevraagd. Als getuige trad nu op de «agent van politie C.. Hartog, die vertelt dat beklaagde herhaaldelijk is I gewaarschuwd dat hij rijn autobus moet laten keu- |ren, hoe indien er weinig passagiers zijn, door be- klaagde een Fordje wordt gebruikt en ook hoe daar om de politie de auto tenslotte in beslag heeft ge nomen. Want door deze oneerlijke concurrentie krijgt de politie ook last met andere autobushou ders. De Ambtenaar van het O. M. wijst er op, dat be klaagde is een lastig man, die zich niet stoort aan de bepalingen ten aanzien van deze openbare mid delen vervoer en hij als parasiet op den weg is, een voordeeliger positie inneemt dan zijn collega's, i die de keuringsgelden betalen. Vorige maal is wel uit de getuigenverklaring van Pranger gebleken, dat Voor Winkeliers bij Gioss v.h. M. PK HA.-xS te Alkmaar Openbare terechtzittting op Donderdag 20 Mei 1928. het niet laten betalen door de passagiers een truc wATrmemivr is' want Pranger was verbaasd dat hij niet behoefde wai^kleidinO'. betalen. Spr. requireert f15 of 10 dagen, wat de Ook de zitting yan vandaag stond m het teeken kantonrechter in zijn uitspraak omzet in f10. j van zeer „dunne zaakjes, n.1. waterleiding. Dun I dan in deze beteekenis dat water niet eens ver- JAGEN OP SPOORSNEEUW. i dund kan worden en bo'vendien dood als het waar is D. Berkhout, van beroep visscher, maar ook jager, wat we een anti-waterleidinger wel eens hebben wonende te Warmenhuizen, stond terecht wegens hooren beweren, dat leidingwater zoo dood is, er overtreding van de jachtwet, doordat hij op 16 De- was geen leven in, wat deze persoon als een tekort- cember gejaagd had op spoorsneeuw, wat de actieve koming wilde zien. verbalisant Kranenburg glashelder weet aan te Maar laten we regelmatig vertellen wat deze zeer toonen. lange zitting ons alzoo bood. Wel tracht Berkhout zijn baantje schoon te pra- Na de uitspraak van een 4-tal minderjarige boos- ten, maar de kantonrechter blijkt nog wel eenig ver doeners, verscheen als eérste beklaagde de heer C. «tand te hebben van jagen, en het wilde er bij hem L. van den Bergh. notaris te Schagen. Hem was ten bijv. niet in, dat beklaagde met een geweer bij zich, i laste gelegd, dat hij op 28 Februari 1926! zijn woning strikken ging zetten, overdag, voor het vangen van aan de Laan nog niet bij het P.W.B. had aangeslo- bunsings, zooals beklaagde dat vertelde, ten. De Ambtenaar van het O. M. vorderde f 25 of 14 Beklaagde vertelt dat zijn huis van top tot teen dagen met verbeurdverklaring van het geweer of te van water voorzien is en wel van water dat beter vervangen met een boete van f 10 of 5 dagen, is dan leidingwater en de buizen in zijn huis zijn Op de vraag hoe beklaagde bekend staat, zegt ver niet voor de waterleiding van de provincie geschikt, balisant dat hij 14 dagen tevoren beklaagde nog had omdat ze een dergelijken druk niet kunnen weer- gewaarschuwd niet op spoorsneeuw te gaan jagen, staan. Wel heeft beklaagde geen bezwaar tot aan- De uitspraaJk luidde: f 15 boete of 10 dagen, ver- - sluiting, maar in dat geval zou hij worden belast beurdverklariaig geweer of f 10 (boete of 5 dagen met het betalen van den omslag die wordt geheven hechtenis en 3e. verbeurdverklaring opbrengst van de naar de oppervlakte van het perceel. Het betreft geschoten 'haas tot een bedirag van f1 2 of 1 dag hedh- hier een groot perceel, dat beklaagde wel zou wil- tenis. ien aansluiten, mits er een meter vooor 't gebruik werd geplaatst. In dat geval zou hij het water ge bruiken voor tuinbesproeiing én andere dingen, waarvoor dat stugge water beter is te gebruiken. Op i e desbetreffende vraag van den Kantonrech te ntwoordt beklaagde, dat hij onder toezicht van politie met de ziekenzuster een monster MAG JE IN ZEE "VRIJ SCHIETEN? P. Voorhuizen, arbeider t>e Anna 'Paulowna, was op 11 December' jl. in open veld «aangetroffen met een jachtgeweer zonder in bezit te, zij-n van een jacht- acte. Beklaagde geeft op verzoek van den president de regenwater heeft laten nemen en ter onderzoek nair noodige toelichting. Beklaagde zegt dan ini zee te Utrecht heeft gezonden. Daarover is rapport ingeko men, het water is niet afgekeurd. Waar de kantonrechter vraagt of daarvan bewijs kan worden overgelegd, zegt beklaagt:e, dat er een analyse moet zijn bij het gemeentebestuur, hij heeft het niet. Als getuige wordt dan gehoord de heer W. J. Bel, hoofd -van het bijkantoor Schagen van het P.W.B„ die mededeelt dat hem over de kwestie van het on- hehiben geloopen, buiten den zeedijk. Schiet je dan garnalen? vraagt de president, maar ganzen e.d. bleken de slachtoffers te 'rijn. Beklaagde 'oordeelt, dat de zee vrij is. Ihij: doet het voor zijn broodje en zij-n broer heeft verleden jaair voor de rechtbank de mededeelin-g gekregen, dat schie en in zee vrij was. Als getuige treedt naar voren de rijksveldwachter Cors.anje, die m'ededeelt 'hoe te Anna Paulowna de onjuiste tmeening heeft post gevat dat men aan den buitenkant van den dijk vrij ia om te jagen. De president erkent, dat die meening onjuist ia, maar dat men in Anna Paulowna van zekere zijde gestijfd wordt in die meening. Ze moeten het dan daar maar eens voelen dat het anders ia De Ambtenaar van het O. M. vindt het jammer dat men vani zekere richting in dezen gestijfd wordt en dat de mens-chen daarvan d!e dupe worden. Be klaagde was niet in 't bezit van 'n jachtakte en dat kan het bedrf toch wel opleveren. Het OJM. eischt f 15 of 10 dagen, met verbeurdverklaring van het ge weer of f 7.50 boete, te vervangen door 5 dagen hechtenis. Het is toch mijn vuurwapen, zegt' Voorthuizen, (maar de president zegt, dat de jachtwet is overtre den. Mijn hart is wel goed, zegt spr., maar ik imag het geWeetr. niet teruggeven. De uitspraak luidt f 10 of 5 dagen, en venbeurdi- verklaring van "het geweer of f 7.50 of 4 dagen. Voor (hetzelfde feit wordt C. Voorthulzen opge knapt met dezelfde straf. ALWEER éóN WAAR ZE PTKI OP HEBBEN, -Louw Suiker van 't Rijp je, gem. St. Maarten, heeft een leerplichtig zoontje van 9 November tot en met 12 December 1925 niet naar de bijzondere school al daar doen gaan en mocht -daarover -een en ander me- dedeelen. Eerst evenwel deed de president mededeet- ling over een ingekomen rapport van het hoofd der school, waarin er op werd gewezen, hoe merkwaar dig, het is dlat zuliki een schoolverzuim plaats vindt -uit winstbejag der «ouders. De op te leggen boeten wegen toch niet op tegien de baten :en wat de finan- tieele omstandigheden va-n beklaagde betrof, er: was veel waarheid in 'het gezegde van de buren, dat LouW Suiker heeft en verdient een rijk stuk broed. Dat rapport pleit niet erg voor je, Suiker, zegt 'de -president. Eln< tben kregen we Suiker te hooren, lan-g niet suikerzoet, die vertelde hoe hiji met het H. dl S. in overleg- waa getreden om een andere schoolregeling te krijgen voor zijn kinid, hoe het H. -d. S. zou infor- meeren bij 'den schoolopziener, maar beklaagde er niets mieer van hoorende, zellf zijn zoontje Leo vrijl- willig, naar school stuurd'e. 't .Is zoeken, dat is 't. En dan die verdiensten, f 28 voor ons 12én, is dat nu Tijk lóón? Hij: moet zijn ei'gen (maar eens nakijken. Ik met mijn groote huishouden, terwijl hij1 wel 3 maal zooveel! inkomen -heeft. Er is (heel wat te doen ais je een- iedier eerlijk wil kunnen aanzien en dat kan hij: (het H. d. S.) met al zijn loon -niet doen. Die iman ziet ze (vliegen). Door den A-mbtenay v. h. OLM. wordt in zijn requi sitoir. gewezen op het feit, dat de ouders veelal in zulke gevallen hun eigen Voordeel in 't oog houden, niet dat 'hunner kinderen. Het bewuste ventje schijnt ook te rookenwat ook al) niet goed! zal wer ken op de hersenen. De eisdh luidt f 20 of 10 dagen. Beklaagde vindt een dergelijke eisch verschrikke lijk, vooral waar hiji eerst met het H. d. S. in over leg is getreden. De uitspraak luid:t f 10 of 5 'dagen. WATERLEIDING. G'errit Zwakman, kruidenier te Amsterdam, had zijn perceell op de Laan niet aangesloten aan de wa terleiding. Beklaagde had nooit een persoonlijke aanschrijving gehad. Hier was de uitspraak f 2 of 2 dagen. Jb. Blom, Schagen, -had zijn perceel ook niet aan gesloten. aan de waterleiding. Het regenwater was niet goedgekeurd en dus moest de bestaande veror dening worden gehandhaafd. Daarom f 2 of 2 dagen. Zoo was -het bok met Jn. Vi9ser, landbouwer te Schaden, maar deze wees er op dat hij op 27 Januari nog geen eigenaar van bedoeld perceel was, want de betaaldag was 15 Maart. Op 17 Juni mag be klaagde de koo-pacte meenemen en dan hooren we er weü meer van. CoTn. Wit. Valkkoog, timmerman, had 2 percee- len niet aangesloten aan de waterleiding. Voor één perceel was genoeg water, het andere perceel werd bewoond door een behoeftige weduwe., die 6000 liter wat-er voor haar hoofd alleen heeft dus dan sta je e-r eerst nog eens voor, vo-or je aansluit, meent be klaagde. De eisch is 2 maal f 2 of 2 maal 2 dagen. Beklaagde vraagt zeer belangstellend hoe het oor deel nu is van den kantonrechter over het geval naast hem, waar een stuk leiding in den grond zit, maaT het perceel toch niet is aangesloten Daar bemoei ik me niet mee, zegt de president, 'ik heb er niets mee :e maken. Uitspraak overeenkomstig den eisch. VAJN 3 PERC-EELEN ER 2 AAINGESLOTEN. De volgende, beklaagde is da heer G Dorbeck te Schagen. wien ten last e is gelegd, dat zijn perceel aan de Hoogaijde op 11 Maart jl. niet was aangeslo ten aan de waterleiding.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1926 | | pagina 5