Belangrijke Memoires.
RIJWIELEN op termijnbetaling.
Eenmaal Yoet aan boord
A. J. PRINS,
Woensdag 21 Juli 3926.
69ste Jaargang. No. 7880.
Uitgevers i N.V. v.h. TRAPMAN Co., Scbagen.
Feuilleton.
XngSt houd veeT van
t±M't^nk^g4^6nd noodi?-
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
r (I
Dit blad verschijnt viermaal por wook: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag on Zaterdag. BIJ inzonding tot 's morgens 8 uur, worden Advor-
tontiöu nog zoovoel mogelijk iA hot ooE9tuitkomend numinoc goploatst.
POSTREKENING No. B8880. INT. TELER. no. BO.
Prijs pot 8 maandon f 1.85. Losso nummoBJ cc.A ADVURTEN-
TI6N van 1 tot 6 rt'gols i 1.10. lodoio rogol moot BO cont (bowl; '1,
inhogropon). Grooto lottors wordon noot plaatarnlmto bosokondL
i 1 m
HL
Grenfell was nog niet lang in Zuid-Airika of al
lerlei strubbelingen begonnen. Het begon op de dia
mantvelden in bet voorjaar van 1875. De mijnwee
kers, echte gelukzoekers, hoofdzakelijk Duitsche Jo
den en Ieren, waren in opstand gekomen tegen den
gouverneur van Kimberley, hadden dezen gevangen
genomen en oen eigen regeering uitgeroepen.
Do Britsche regeering te Kaapstad besloot, een
strafexpeditie uit te zenden ten einde de gewone
orde van zaken ween te herstellen. Aan het hoofd der
expeditie stond Sir Airthur Cunynghame en Grenfell
als diens adjudant. Het was een klein expeditie
corps van slechts 300 man, dat uittrok ojiu de 700 re
bellen (te onderwerpen. Hot legertje was echter yol
vuur ami do rebellen te lijf te gaan. Groot was dan
ook de teleurstelling toen bij. do nadering van Ktm-
berley bleek dat de regeering den toestand ad reeds
meester was.
De toestand in de mijnvelden was in 1875 geheel
anders dan thans nu alles in baden van groote maat
schappijen is. Toen echter had men honderden klei
ne eigenaren, die ieder een „mijntje" van 6 bij 4 voet
bewerkten. De blauwe klei werd door middel van
emmers aan ijzerdraad naar boven en dan door kaf
fers naar sorteertafels gebracht. Het was een raar
gezicht dat netwerk vin ijzerdraad. Natuurlijk
waren er ook al weer menschelijke hyena's, die
probeerden de kaffers over te halen diamanten te
verduisteren en voor een prikje te verkoopen.
Grenfell vertelt van een geval hoe een kaffer een
diamant verduisterde, daarna voor 15 pond aan een
Jood verkocht, die er behalve een winst van 1660
pond ook nog tien jaar dwangarbeid voor kreeg.
Behalve Kimberley was er'nog Du Toits Pan en de
Beers. De laatste naam is beroemd geworden in de
diamantwereld. Voor milliarden guldens zijn op bet
eigendom van den boer de Beer aan diamanten ge
vonden. De Beer kreeg in 18?2 voor zijn bezit 36000
guldon en wist in 1875 al aan Grenfell te vertellen,
dat bij veel te weinig gekregen had. Inderdaad was
het bezit, natuurlijk veel meer'waard, toen het' zoo
[rijk n diamanten hleek. Maar ten eerste dacht de
Beer Fn 1872 dat hij den koopers te slim was afge
weest en tc.n tweede zijn eri kapitalen mee gemoeid
geweest do diamanten aan de oppervlakte te krijgen
en to vindon.
Aan do troepen werd uit dankbaarheid voor hun
komst eenlge karren met blauwe klei gezonden. De
klei word eerlijk onder de mannen verdeeld en die
begonnen te wasschen en te zoekon. Er werden geen
groote diamanten gevonden, maar een der sergeants
maakte voor zijn portie toch 18 pond. Dat was toch
een aardig cadeautje.
Niet alle bewoners van de diamantveldon waren
blij, dat de troepen kwamen. Om' te beginnen na
tuurlijk de rebellen niet, maar buitendien hadden
een heele boel eerzame burgers en diamantdelversi
het hazenpad gekozen. Men was zepr verbaasd, daar
er op die menschen als burgers niets te zeggen viel
tot bij nader onderzoek bleek, dat het deserteurs wa
ren, die 20 jaar tevoren gedurende den Kaap-oorlog
het vaandel verlaten hadden. De generaal schold
don menschen straf en diensttijd vrij, zoodat zij weer
spoedig naar Kimberley terugkeerden om hun bezig
heden to hervatten.
Het is wellicht interessant er op te wijzen, dat deze
lieden later tot de „Uitlanders" behoorden, de groot
ste bestrijders der politiek van de Boerenrepublie
ken en wier voortdurende agitatie tezamen met die
dor mijnmngnaton, de Duitscbo Joden Belt, Barnato,
Julius Wiernher en anderen, aanleiding heeft ge
geven tot den Boerenoorlog,
Het is we^ typisch dat de Engelschen In Zuid-A!M-
ka heden nog „uitlanders" blijven. Zij zijn geen Zuid-
Afrikaan geworden, doch blijven Engelschman, ter
wijl do Hollander» die zich In Zuid-Afrika vestigt,
83.
dooi A. S. M. HLTCHINSON.
Voor Nederland bewerkt door
W. J. A. ROLDANUS Jr.
Myn Mary knipte een paar tranen wog. Sinds
zy dien ochtend opgestaan was, waren haar zenu
wen gespannen geweest, zoo zag zij tegen dit on
derhoud op. Zij had zich ingedacht in alle .moge
lijkheden ten einde in het huis van haar George
te komen, en toch scheen 't succes zich ieder oogen-
blik vorder van haar te verwijderen.
„U neemt mij zoo op," beefde zij.
„U opnemen! -Een vreeselijko beschuldiging. On
mogelijk! De tafel1 staat tusschen ons in."
„U begrijpt mij verkeerd." Zn bedwong een snik
met, haar zakdoek. Zij zag gct xiogI knap uit. Mr.
Marrapit plaatste naast haar het beeld van Mrs.
Major; m allo opzichten won zy het. Hij vond 't
zachte gouden haar mooi; hot kleine gezichtje,
dat er door omlijst werd; haar slank figuurtje.
Zjjn katten, vermoedde hij, zouden die liiflve kleins1
handjes op prns stellen; hij daoht, dat zij flinke,
stevige beenen hebban zou, waartegen rif zich kon
den schuren. Die van Mrs. Major, vreesde hij,
zouden voel' knokiger geweest zijn; geen beenen,
maar bozemsteelen.
Mary bracht weer haar aaHoafc aan baar Hein
••maa^'la kaar dwozoii anEst
BTOotor. „U begnjpt nm verhoerd," herhaalde jiij.
,Jk kan uw verwvjt piet aanvaarden," anfcwoord-
ÊdfhJL°,L,n™ldrï «terpen toon. „U wikkelt uw
bedoelingen ia. Ik duik on tast ernaar. Probeer uw
1? hoon neen to laten rijn. Ga mot om-
zachtigheid te werk.
fa'SrriSS? 5. te boschnldigan n verkeerd
„O, neen."
«öd? ka—latten. Onge
twijfeld onder den invloed der emotie. Vorder.?
«mvT T°u hAa^Tn0U9' verder. „Ik houd veel
van kar—katten. Als u mg ra dienst noemt, geloot
VAN RUSWIJK'9
SCHOENHANDEL. SCHOENMAKERIJ.
UITGEBREIDE KEUZE.
PRIJZEN UITERST BILLIJK.
geen Hollander blijft, doch Zuid-Afrikaan wordt, het
Nederlandsch Verbond ten spijt. Het is wel jammer,
want indien werkelijk de Nederlanders en hunne af
stammelingen bleven hechten aan Nederland, dan
zou de macht van Nederland veel grooter zijn en
zouden de vele goede eigenschappen van het N;e-
derlandsche ras meer tot haar recht komen. Daar
vredelievendheid of liever haat tegen oorlogvoeren
een der karaktertrekken is, zou men zeer zeker den
wereldvrede daardoor meer naderen.
Daar echter do politiek van, Nederland steeds la ge
weest een lafhartige, een'die wegcijfert, de werkelijke
grootheid en beteekenis van bet wereldrijk Neder
land voelen de Nederlanders in andere gewesten
evenmin als de afstammelingen van Nederlanders
een neiging om met trots te blijven behooren tot het
moederland.
Engeland heeft in dit opzicht een veel breedere en
de juiste politiek gevoerd. Wanneer Engelschen in
China in gevaar verkeeren, stuurt de Britsche regee-
ring dadelijk een oorlogsschip, wanneer Nederlan
ders in China in gevaar verkeeren kibbelen de mi-
nisiers van Marine en Kolonie er over wie de kosten
zal dragen indien er vanuit Java een oorlogsschip
gezonden zal worden en gebeurt- er niets. Mon moet
dan aan de Japanners om bescherming der Neder
landers vragen.
- De bloohartigheid blijkt ook weer bij het Neder-
landsch-Belgische vordrag. Mijn Belgische vrienden
zeggen zelf, dat het belachelijk is, zooals wij in onze
schulp kruipen, en dat, indien het verdrag aange
nomen wordt, men meteen weet, dat de „Bataven"
laf zijn en dat men dus kalm met heel andere eischen
zal kunnen komen, zoodat Zeeuwsch-Vlaanderen en
Limburg opgeëischt zullen worden.
Het mooiste i9, dat België en het land dat België
ophitst, Frankrijk, wel heel spoedig zullen moeten
ontwapenen willen zij niet tot revolutie komen.
Amerika knijpt den frank net zoo Lang tot Frank
rijk zijn imperialistische politiek laat varen en gaat
ontwapenen.
Voor het half failliete België ln de schulp kruipen
is toch werkelijk meer dan schandelijk voor een
land als Nederland.
Ik' ben echter afgedwaald en wil weer op de me
moires van Qronfell terugkomen,
Grenfell was met verlof dn Engeland, toen die her
richten omtrent de houding der inboorlingen in Zuid
Afrika zoo donker werden, dat hij besloot zijn verlof
te bekorten en zoo spoedig mogelijk naar Zuid-
Afrika te vertrekken. Grenfell voelde, dat door
thuis te blijven, hij de kans op promotie zou verlie
zen, terwijl buitendien naar zijne meening rijn Va-'
derland hem noodig had.
Reeds vier Kaffer-oorlogen hadden de Britten be-l
vochten, in 1819, 1835, 1846 en 1851 en nu smeulde
het vuur voor een nieuwen oorlog. De Galekas en
de Gaikas begonnen met het vermoorden van fami-
lies die ver in het veld voorgetrokken waren en al
spoedig wak het noodig eene strafexpeditie uit te
zenden.
Luitenant-generaal Tieriger (later bekend als
Lord Chelmsford) kwam aan het hoofd der troepdn
te* staan, terwijl o.a. Evelijn Wood en Redvers Bul-
Ier, beiden zeer bekende figurtn in de latere boe
renoorlogen, bevel voerden over een regiment. Gren
fell werd aan den genoralen staf toegevoegd. Toen
men te King William's Town aankwam, was die
plaats gevuld met boerenfamilies die voor de kaf
fers gevlucht waren. De manlijke leden namen
dienst in het Engelsche leger. Al spoedig begon het
expeditiekorps te trachten de kaffers uii do bo&schon
te drijven. Typisch was dat gedurende zulk een
drijfjacht, de vrouw en kinderen der Kaffers met
witte vlaggen te voorschijn kwamen en zich in de
nabijheid neerzetten. Zoodra 'het duister begon to
worden, eindigde de slag, dan trokken vrouwen en
kift deren ween naar hun mannen en vaders, doch
niet dan nadat zij het eten, haar door de soldaten
verschaft, hadden genuttigd. De arme wezens wa
ren vrijwel uitgehongerd en maar al te blij' van wat
te eten te krijgen. Zij waren heelemaal niet bang
voor de soldaten, overtuigd, dat die alleen tegen
mannen en niet tegen vrouwen en kinderen streden.
Grenfell prijst den moed en bekwaamheid van
Evelijn Wood en Redvers Bulier, die dikwijls wan
neer de troepen aarzelden, allèen vooruit gingen het
bosch in en dan natuurlijk dadelijk door de troe
pen gevolgd werden. Het resultaat der expeditie
was, dat Sandilli, de aanvoerder der Gaika's sneu
velde en met hem de meeste zijner aanvoerders en
een groot deel der Kaffers.
Ternauwernood was de opstand der Galekas en Gai
kas onderdrukt of een paar maanden later kwam
bericht, dat Cetawayo, de koning der Zoeloes, zich
in zijn hoofdstad TJlundi gereed maakte om een in
val ie doen in het gebied der blanken. Reeds werden
alle blanken uit Zoeloeland verdreven, zoodat Sir
Bartle Frere, de gouverneur, meende, een ultima
tum aan Cetawayo te moeten zenden. De laatste was
echter zoo overtuigd van zijn kracht, dat hij meende,
dat -Engeland nimmer voldoende strijdkrachten zou
kunnen zenden omi hem en zijn dapperen te weer
staan,
De generaal, sedert den dood van zijn vader Lord
Chelmsford geworden, verdeelde zijn troepenmacht
in vier afdeelingen, die langs verschillende wegen
op Ulundi, de militaire hoofdplaats van Cetawayo
moesten optrekken.
Kolonel Pearson zou over de Tugela trekken,, ko
lonel Durnford zou in reserve blijven, kolonel Glyn
moest bij: Rorke's Drift passeeren en Sir Elvelïln
Wood zou van af de B'loed Rivier opereeren.
Op, 19 Januari 1879 marcheerde do 'divisie van ko
lonel Glyn van Rorke's 'Drift naar het Ideni Bosch
en kampeerde op een heuvel, genaamd Isandhlav'ana
Cetawayo liet eerst de troepen weer kalm van hot
kamp vertrekken, overviel toon zoowel de vooruit-
getrokken kolonne als de in het kamp achtergebleven
soldaten en richtte een waar bloedbad aan. Kolonel
Durnford kwam met bereden troepen ter hulp en
viel in een hinderlaag. Cetawayo's overwinning was
volkomen. Met 20 a 30000 Zoeloes met speron en lan
sen bewapend, had hij vijftig Engelsche officieren
en 800 Engelsche soldaten, behalve nog de talrijke
gekleurde troepen in den pan gehakt.
Grenfell kreeg order om van Help Mekaar met
drie compagniën naar het oorspronkelijke kamp in
Rorke's Drift te rijden en trof daar inderdaad
het kamp nog in tact. Luitenant Chard, de comman
dant had. zoodra hij in de verte schieten hoorde,
het wijs geacht, om het kamp in staat van tegen
weer te brengen éoor van karren en zakken levens
middelen een borstwering te maken. Nauwelijks go-
Teed werd het kamp door drieduizend Zoeloes be
stormd. De aanval kon echter worden afgeslagen.
UEERBNSTRAAT 38.
RIJWIELHANDEL, TBL. No. 2, SGHAGBN.
- LAAGZIJDB D 62.
Ik zeker, dat uw katten van mij* zullen gaan houden.
„Die ^mogelijkheid geetF ik toe. Üw uiterlijk be
valt npj. Uw stom bevalt zny. Indien u op de
hoogte was van de groote hypergevoeligheid van mijn
katten, dan zoudt u begrijpen, dat zij die dingen op
prijs zullen stollen. Ik vraag van u geen veeartsonij-
kundige kennis, ik vraag van u sympathie cn mede
gevoel. Ik neem u niet in dienst om mijn katten te
verplegen ofschoon dat, mochten zij ziek worden,
ook tot uw taak bohooren zou maar om hun ge
zellin, hun vriendin te zijn. U bent een dame; zij.
die een stamboom hebben, zullen dat waardeeren. Ik
hoor, dat u een wees bent; dat is ook een band, die
u aan hen vindt. Alle katten zijn wezen. Hun eonige
betreurenswaardige karaktertrek is, dat zij geneigd
zijn hun kroost te vergeten. Voor zoover dat mogelijk
is. heb ik alles in het werk gesteld om dat gebrek
bij mijn katten te verbeteren. Bij hen wordt de hei-1
ligheid van den huwelijksband streng in het oog
gehouden. Polygamie is iets afschuwelijks. En nu
genoeg daarover. Ga zitten, als het u blieft."
Mary nam een stoel. Mr. Marrapit, die voor haar
stond, keek op haar neer. Van links keek hij, van
rechts Hij ging naar den schoorsteenmantel terug.
„Het Is in orde", zeide hij. „U hebt een goede schoot.
Dat is van het hoogste belang. De salarisquaestie is
geregeld. Kom morgen. U bent aangenomen." i
BOEK V.
Over Mr. Marrapit op de pijnbank; over George
ln marteling.
hoofdstuk: i.
Margaret visoht; Mary bidt.
I.
Mar/s eerste maand op Heron's Holt verliep
isonder belangrijke gebeurtenissen, behoeft niet uit
voerig verhaald te worden. We volgen den Ibop der
liefde tusschen haar cn George; en binnen don
straal van Mr. Marrapit's oog durfde de liefdo niet
kruipen. Zij zag haar houding tegenover elkander
en heft bewustzijn daarvan maakte hun voorzichtig
heid akelig stijf. Tusschen bewoners van hetzelfde
huis moeten ^beleefdheden in acht genomen wor
den, maar myn Mary en mijn George verloren die,
bang als fö$ waren, dat adtfe daaraan een verkeerde
aflegging gegeven aan worden, met opzet uit het
oog». Zulks hinderde Margaïet. Het jonge meisje
wikkelde haar sentimentaliteit om Mary; ging ge
heel1 op in ©en, die, zoo knap, zoo jong, naar brood
verdienen moest in een vreemd huis. Die jonge meis
jes voelden zich tot elkaar aangetrokken en het
duurdenietlang of Margaret vertelde over haar
roeping.
Zij praatten over boeken, Margaret wendde haar
hoofd af, zeide op don toon van iemand, die oen
gemeenplaats debiteert: schrijf ook, zie. je."
Zij snakte naar het „Heusoh" van haar vriendin
maar dit kwam niet en dat was een groote teleur
stelling. Zij wierp een blik op Mary, die met een
strakke uitdrukking in haar oogen zat te kijken
giet belachelijke moisjo had oen locomotief hooren
uiten; wist, dat hot de trein was,.die haar George
naar Londen bracht}. Margafet wierp een blik op
Mary; herhaalde luider: „Ik schrijf ook, zie je.
Nu volgde het vcrrukkolijk antwoord. Mary
schrok wakker: „Heusch!"
„O, niet do moeite om over te spreken," zeide
Margarot vlug.
tl,OI" zeide Mary; waa mot haar gedachten weer
bij deal trein.
Het was slecht van haar. „Gedichten," zeide Mar
garet met nadruk.
Mary kwam terugvliegen van den trein. „O, hoe
interessant."
.Dadelijk trok Margarot zioh terug. „O, het is
mets," zeide 'Zij, niets." Zij keek naar de verre wol
ken, fluisterde: „Niels" met oen langen zucht.
Van hier naar, met gr ooien tegenzin', het voor
lezen van haar gedichten aan Mary was slechte éen
Btap; van' daar tot het vertellen over Bill niet
meer. Haar aardige vorzen waren zoo duidelijk
geschreven voor een hart, dat in harmonie met 't
hare klopte, dat Mary de vraag wel stellen moest.
Deze kwam na een uur voorlezens de dichteres
te midden van een stapel manuscripten op haar
bod, Mary in oen laag stoeltje voor haar.
Met trillende stem besloot de dichteres het refrein
van een prachtig vers:
„Beat for beat., your hoart, my darling;
Bets witn nr'ne.
Skylarks carol. quiok rosponsive,
Love divine."
De dichteres slaakte een zachten zucht, legde 't
stuk papier neer.
Mary zuchtte ook. „Tb weet zeker, dat het voAr
Dank zij deze dappere tegenweer was tenminste het
oorspronkelijke kamp met al do munitie en al het
proviand gered,
Cetawayo moet echter wel gedacht hebben, dat hij
juist gezien had en dat de Engelschen geen vol
doende macht tegen zijne duizenden en duizenden
dappere krijgers konden plaatsen.
Wel waren er honderden van zijne krijgers door
hot geschut en geweervuur gevallen, maar tegen een
stormaanval van dertigduizend man, rennende met
opgeheven speren in de hand op de troepen toe, was
een betrekkelijk klein aantal soldaten [niet beistand
Had mon behoorlijk dekking gehad zooals luitenant
Chard in Rorke's Drift, <dan was het wat anders ge
weest, nu echter kon men deze menschelijke lawine
niet tegenhouden,
Grenfell bezocht kort na den slag de plaats van
overval en zag hoe officieren 'en soldaten naast el
kaar Jagen, met leege hulzen om zich heen, inet de
speren doorstoken, terwijl zij nog trachtten de vuren.
De slag bij Isandhlavana is nog niet vergeten in
Engeland. Verscheidene families werden in rouw ge
dompeld. De naam Cetawayo kreeg een bijzondere
klank, want een Zoeloekoning, die zulk eene over
winning wist te behalen, op de Engelsche legermacht
was niet een gewone zwarte, maar een man, waar
mede rekening gehouden moest worden. In elk ge
val een moedig man, een bekwaam strateeg was die
zwarte Zoeloekoning Cetawayo.
Zitting van Dinsdag 20 Juli 1928.
Uitspraken van de zittipg van Dinsdag 13 Juli 1928.
Pi eter Wagenaar, Amsterdam, gedetineerd, diefstal
rijwiel, 1 jaar hechtenis.
Steph. Bern. v. <L Berg, Amsterdam, gedetineerd,
diefstaLriJwiel, 1 Jaar hechtenis.
Dirk van Lunteren, Amsterdam, gedetineerd, dief
stal met inbraak, 4 jaar hechtenis.
Corn. Bergen en Pieter Kuipers, Ursem, gedeti
neerd, diefstal lammeren en paardestaarton, resp. 1
jaar on 9 maanden hechtenis.
Nieuwe zaken.
VERDUISTERING.
De 28-jarigo Jozephus Fredericus Praat, destijds
bode tusschen Alkmaar on de hoofdstad, thans zon-
dor beroep, heeft in April van dit jaar van den gros
sier Reens uit Amsterdam een fiets meegekregen
voor den rijwielhandelaar Mijman to Alkmaar, on
der rembours. Het geld heeft Joseph na het van
Mijman ontvangen te hebben, niet afgedragen aan
Reens, maar gebruikt om andere gaatjes mee te
stoppen.
Beklaagde Praat, die zijn naam geen eer aandoet,
mompelt zooiets van een bekentenis.
De O. v. J., het rapport van beklaagde in aanmer
king nemende, beveelt beklaagde in de clementie van
de rechtbank aan en eischt een voorwaardelijke ge
vangenisstraf van 8 maanden.
De verdediger, Mr. Sluis uit Alkmaar, reflecteert
zich volkomen aan het'oordeel van de rechtbank.
MET VACANTIE.
Bate de Boer, een ongeveer 25-Jarige jongeling uit
Lonnoker. is zwervende aangetroffen in het arrondis
sement Alkmaar.
Beklaagde had werk willen zoeken, maar aange
zien zijn costuum in een dusdanigen toestand van
verval verkeerde, werd hij overal weggestuurd.
Een rapport over beklaagde uitgebracht, bracht aan
het licht, dat hij reeds eerder een gevangenisstraf wa
gons diefstal achter den rug had, iets wat nu niet
direct tot aanbeveling strekte..
Ten slotte elBcht de O. v. J. een hechtenis van 2 da
gen en 9 maanden opzending naar eon rijkswerk-
iemand gesohravetn is," ziedde rij.
Margaret knikte. Het jonge meisje was in böö te
groote verrukking om te kunnen sproken.
„Vertol me alles," smookte Mary.
Toen vertelde Margaret, de geschiedenis van Bul
met intieme bij zonderheden en in de mooie zin
nen van een dichterlijken geest vertelde rij die.
Liefde is terecht geschildord als een naakte baby.
Mannen echter plegen als rij moeten een baby
to bekijken met eon sohuohter wantrouwen, dat, tel
kens als het kind trapt, do Hoeren naar beneden
trekt: vrouwen zijn verzot op iedoren centimeter
van net mollige wezentje. En top is het met de
liefde. Mannen zullen als zij moeten are
met preutsch decorum bespreken, vrouwen ont-
iodon die.
Hot is dus noodig-, dat wat Margaret aan Mary
vertelde, geheim blijft.
Toen zij klaar was, stak ril eon hand uit voor
do belooning van haar vertrouwen. ,»En heb jij
bon jij -T- ik weet feitelijk niets van je, Mary. Hè,
vertel op, ben J ij verliefd P"
Dicht gingen de poorten van Miary's emotie. Hier
dreigde vreeselijk gevaar. Zij lachte. „O, ik heb geen
tijd om verliefd te worden, wel?"
Margaret zuchtte medelijdend; keek dan naar
Mlary.
Mary las den blik goed. Zij waren vrouwen en zij
lazen in elkaar door de kennis van haar sexe. Mary
wist, dat de blik van Margaret die van een boog
schutter was, die op zijn doel mikt en de trefkansen
berekent. Zij zag de pijl, die straks op' haar borst
zou aansnorren; bedwong haar emoties; zoodat zij
bij het krijgen van de wond niet ineenkrimpen zou.
Margaret trok de pees aan. „Geen tijd om verliefd
to worden?" prevelde zij. Zij richtte de pijl, schoot.
„Houdt, Je van George, liefste?"
Mary bukte zich over haar schoenveters. Ondonks
haar voorzorgen had de pijl haar doorboord en zij
verborg haar gezicht, om haar blos te verbergen.
„George?" vroeg zij, met haar hoofd bij den grond.
„Ja. George. Houdt je van George?"
Mijn Mary ging. brutaal, rechtop zitten. „George?
0. je be doeli je neef? Misschien is hij heel aardig.
Feitelijk heb ik hem nog nooit gesproken, sinds ik
hier ben."
„Dat weet ik. Natuurlijk heeft hij het op het oogen-
blik heel druk. Geloof je, dat je van hem zoudt hou
den, als je hem beter leerde kennen?"
Wordt vervolgd..