Belangrijke Memoires. RIJWIELEN op termijnbetaling. Eenmaal Yoet aan boord A. J. PRINS, Woensdag 21 Juli 3926. 69ste Jaargang. No. 7880. Uitgevers i N.V. v.h. TRAPMAN Co., Scbagen. Feuilleton. XngSt houd veeT van t±M't^nk^g4^6nd noodi?- Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. r (I Dit blad verschijnt viermaal por wook: Dinsdag, Woensdag, Donder dag on Zaterdag. BIJ inzonding tot 's morgens 8 uur, worden Advor- tontiöu nog zoovoel mogelijk iA hot ooE9tuitkomend numinoc goploatst. POSTREKENING No. B8880. INT. TELER. no. BO. Prijs pot 8 maandon f 1.85. Losso nummoBJ cc.A ADVURTEN- TI6N van 1 tot 6 rt'gols i 1.10. lodoio rogol moot BO cont (bowl; '1, inhogropon). Grooto lottors wordon noot plaatarnlmto bosokondL i 1 m HL Grenfell was nog niet lang in Zuid-Airika of al lerlei strubbelingen begonnen. Het begon op de dia mantvelden in bet voorjaar van 1875. De mijnwee kers, echte gelukzoekers, hoofdzakelijk Duitsche Jo den en Ieren, waren in opstand gekomen tegen den gouverneur van Kimberley, hadden dezen gevangen genomen en oen eigen regeering uitgeroepen. Do Britsche regeering te Kaapstad besloot, een strafexpeditie uit te zenden ten einde de gewone orde van zaken ween te herstellen. Aan het hoofd der expeditie stond Sir Airthur Cunynghame en Grenfell als diens adjudant. Het was een klein expeditie corps van slechts 300 man, dat uittrok ojiu de 700 re bellen (te onderwerpen. Hot legertje was echter yol vuur ami do rebellen te lijf te gaan. Groot was dan ook de teleurstelling toen bij. do nadering van Ktm- berley bleek dat de regeering den toestand ad reeds meester was. De toestand in de mijnvelden was in 1875 geheel anders dan thans nu alles in baden van groote maat schappijen is. Toen echter had men honderden klei ne eigenaren, die ieder een „mijntje" van 6 bij 4 voet bewerkten. De blauwe klei werd door middel van emmers aan ijzerdraad naar boven en dan door kaf fers naar sorteertafels gebracht. Het was een raar gezicht dat netwerk vin ijzerdraad. Natuurlijk waren er ook al weer menschelijke hyena's, die probeerden de kaffers over te halen diamanten te verduisteren en voor een prikje te verkoopen. Grenfell vertelt van een geval hoe een kaffer een diamant verduisterde, daarna voor 15 pond aan een Jood verkocht, die er behalve een winst van 1660 pond ook nog tien jaar dwangarbeid voor kreeg. Behalve Kimberley was er'nog Du Toits Pan en de Beers. De laatste naam is beroemd geworden in de diamantwereld. Voor milliarden guldens zijn op bet eigendom van den boer de Beer aan diamanten ge vonden. De Beer kreeg in 18?2 voor zijn bezit 36000 guldon en wist in 1875 al aan Grenfell te vertellen, dat bij veel te weinig gekregen had. Inderdaad was het bezit, natuurlijk veel meer'waard, toen het' zoo [rijk n diamanten hleek. Maar ten eerste dacht de Beer Fn 1872 dat hij den koopers te slim was afge weest en tc.n tweede zijn eri kapitalen mee gemoeid geweest do diamanten aan de oppervlakte te krijgen en to vindon. Aan do troepen werd uit dankbaarheid voor hun komst eenlge karren met blauwe klei gezonden. De klei word eerlijk onder de mannen verdeeld en die begonnen te wasschen en te zoekon. Er werden geen groote diamanten gevonden, maar een der sergeants maakte voor zijn portie toch 18 pond. Dat was toch een aardig cadeautje. Niet alle bewoners van de diamantveldon waren blij, dat de troepen kwamen. Om' te beginnen na tuurlijk de rebellen niet, maar buitendien hadden een heele boel eerzame burgers en diamantdelversi het hazenpad gekozen. Men was zepr verbaasd, daar er op die menschen als burgers niets te zeggen viel tot bij nader onderzoek bleek, dat het deserteurs wa ren, die 20 jaar tevoren gedurende den Kaap-oorlog het vaandel verlaten hadden. De generaal schold don menschen straf en diensttijd vrij, zoodat zij weer spoedig naar Kimberley terugkeerden om hun bezig heden to hervatten. Het is wellicht interessant er op te wijzen, dat deze lieden later tot de „Uitlanders" behoorden, de groot ste bestrijders der politiek van de Boerenrepublie ken en wier voortdurende agitatie tezamen met die dor mijnmngnaton, de Duitscbo Joden Belt, Barnato, Julius Wiernher en anderen, aanleiding heeft ge geven tot den Boerenoorlog, Het is we^ typisch dat de Engelschen In Zuid-A!M- ka heden nog „uitlanders" blijven. Zij zijn geen Zuid- Afrikaan geworden, doch blijven Engelschman, ter wijl do Hollander» die zich In Zuid-Afrika vestigt, 83. dooi A. S. M. HLTCHINSON. Voor Nederland bewerkt door W. J. A. ROLDANUS Jr. Myn Mary knipte een paar tranen wog. Sinds zy dien ochtend opgestaan was, waren haar zenu wen gespannen geweest, zoo zag zij tegen dit on derhoud op. Zij had zich ingedacht in alle .moge lijkheden ten einde in het huis van haar George te komen, en toch scheen 't succes zich ieder oogen- blik vorder van haar te verwijderen. „U neemt mij zoo op," beefde zij. „U opnemen! -Een vreeselijko beschuldiging. On mogelijk! De tafel1 staat tusschen ons in." „U begrijpt mij verkeerd." Zn bedwong een snik met, haar zakdoek. Zij zag gct xiogI knap uit. Mr. Marrapit plaatste naast haar het beeld van Mrs. Major; m allo opzichten won zy het. Hij vond 't zachte gouden haar mooi; hot kleine gezichtje, dat er door omlijst werd; haar slank figuurtje. Zjjn katten, vermoedde hij, zouden die liiflve kleins1 handjes op prns stellen; hij daoht, dat zij flinke, stevige beenen hebban zou, waartegen rif zich kon den schuren. Die van Mrs. Major, vreesde hij, zouden voel' knokiger geweest zijn; geen beenen, maar bozemsteelen. Mary bracht weer haar aaHoafc aan baar Hein ••maa^'la kaar dwozoii anEst BTOotor. „U begnjpt nm verhoerd," herhaalde jiij. ,Jk kan uw verwvjt piet aanvaarden," anfcwoord- ÊdfhJL°,L,n™ldrï «terpen toon. „U wikkelt uw bedoelingen ia. Ik duik on tast ernaar. Probeer uw 1? hoon neen to laten rijn. Ga mot om- zachtigheid te werk. fa'SrriSS? 5. te boschnldigan n verkeerd „O, neen." «öd? ka—latten. Onge twijfeld onder den invloed der emotie. Vorder.? «mvT T°u hAa^Tn0U9' verder. „Ik houd veel van kar—katten. Als u mg ra dienst noemt, geloot VAN RUSWIJK'9 SCHOENHANDEL. SCHOENMAKERIJ. UITGEBREIDE KEUZE. PRIJZEN UITERST BILLIJK. geen Hollander blijft, doch Zuid-Afrikaan wordt, het Nederlandsch Verbond ten spijt. Het is wel jammer, want indien werkelijk de Nederlanders en hunne af stammelingen bleven hechten aan Nederland, dan zou de macht van Nederland veel grooter zijn en zouden de vele goede eigenschappen van het N;e- derlandsche ras meer tot haar recht komen. Daar vredelievendheid of liever haat tegen oorlogvoeren een der karaktertrekken is, zou men zeer zeker den wereldvrede daardoor meer naderen. Daar echter do politiek van, Nederland steeds la ge weest een lafhartige, een'die wegcijfert, de werkelijke grootheid en beteekenis van bet wereldrijk Neder land voelen de Nederlanders in andere gewesten evenmin als de afstammelingen van Nederlanders een neiging om met trots te blijven behooren tot het moederland. Engeland heeft in dit opzicht een veel breedere en de juiste politiek gevoerd. Wanneer Engelschen in China in gevaar verkeeren, stuurt de Britsche regee- ring dadelijk een oorlogsschip, wanneer Nederlan ders in China in gevaar verkeeren kibbelen de mi- nisiers van Marine en Kolonie er over wie de kosten zal dragen indien er vanuit Java een oorlogsschip gezonden zal worden en gebeurt- er niets. Mon moet dan aan de Japanners om bescherming der Neder landers vragen. - De bloohartigheid blijkt ook weer bij het Neder- landsch-Belgische vordrag. Mijn Belgische vrienden zeggen zelf, dat het belachelijk is, zooals wij in onze schulp kruipen, en dat, indien het verdrag aange nomen wordt, men meteen weet, dat de „Bataven" laf zijn en dat men dus kalm met heel andere eischen zal kunnen komen, zoodat Zeeuwsch-Vlaanderen en Limburg opgeëischt zullen worden. Het mooiste i9, dat België en het land dat België ophitst, Frankrijk, wel heel spoedig zullen moeten ontwapenen willen zij niet tot revolutie komen. Amerika knijpt den frank net zoo Lang tot Frank rijk zijn imperialistische politiek laat varen en gaat ontwapenen. Voor het half failliete België ln de schulp kruipen is toch werkelijk meer dan schandelijk voor een land als Nederland. Ik' ben echter afgedwaald en wil weer op de me moires van Qronfell terugkomen, Grenfell was met verlof dn Engeland, toen die her richten omtrent de houding der inboorlingen in Zuid Afrika zoo donker werden, dat hij besloot zijn verlof te bekorten en zoo spoedig mogelijk naar Zuid- Afrika te vertrekken. Grenfell voelde, dat door thuis te blijven, hij de kans op promotie zou verlie zen, terwijl buitendien naar zijne meening rijn Va-' derland hem noodig had. Reeds vier Kaffer-oorlogen hadden de Britten be-l vochten, in 1819, 1835, 1846 en 1851 en nu smeulde het vuur voor een nieuwen oorlog. De Galekas en de Gaikas begonnen met het vermoorden van fami- lies die ver in het veld voorgetrokken waren en al spoedig wak het noodig eene strafexpeditie uit te zenden. Luitenant-generaal Tieriger (later bekend als Lord Chelmsford) kwam aan het hoofd der troepdn te* staan, terwijl o.a. Evelijn Wood en Redvers Bul- Ier, beiden zeer bekende figurtn in de latere boe renoorlogen, bevel voerden over een regiment. Gren fell werd aan den genoralen staf toegevoegd. Toen men te King William's Town aankwam, was die plaats gevuld met boerenfamilies die voor de kaf fers gevlucht waren. De manlijke leden namen dienst in het Engelsche leger. Al spoedig begon het expeditiekorps te trachten de kaffers uii do bo&schon te drijven. Typisch was dat gedurende zulk een drijfjacht, de vrouw en kinderen der Kaffers met witte vlaggen te voorschijn kwamen en zich in de nabijheid neerzetten. Zoodra 'het duister begon to worden, eindigde de slag, dan trokken vrouwen en kift deren ween naar hun mannen en vaders, doch niet dan nadat zij het eten, haar door de soldaten verschaft, hadden genuttigd. De arme wezens wa ren vrijwel uitgehongerd en maar al te blij' van wat te eten te krijgen. Zij waren heelemaal niet bang voor de soldaten, overtuigd, dat die alleen tegen mannen en niet tegen vrouwen en kinderen streden. Grenfell prijst den moed en bekwaamheid van Evelijn Wood en Redvers Bulier, die dikwijls wan neer de troepen aarzelden, allèen vooruit gingen het bosch in en dan natuurlijk dadelijk door de troe pen gevolgd werden. Het resultaat der expeditie was, dat Sandilli, de aanvoerder der Gaika's sneu velde en met hem de meeste zijner aanvoerders en een groot deel der Kaffers. Ternauwernood was de opstand der Galekas en Gai kas onderdrukt of een paar maanden later kwam bericht, dat Cetawayo, de koning der Zoeloes, zich in zijn hoofdstad TJlundi gereed maakte om een in val ie doen in het gebied der blanken. Reeds werden alle blanken uit Zoeloeland verdreven, zoodat Sir Bartle Frere, de gouverneur, meende, een ultima tum aan Cetawayo te moeten zenden. De laatste was echter zoo overtuigd van zijn kracht, dat hij meende, dat -Engeland nimmer voldoende strijdkrachten zou kunnen zenden omi hem en zijn dapperen te weer staan, De generaal, sedert den dood van zijn vader Lord Chelmsford geworden, verdeelde zijn troepenmacht in vier afdeelingen, die langs verschillende wegen op Ulundi, de militaire hoofdplaats van Cetawayo moesten optrekken. Kolonel Pearson zou over de Tugela trekken,, ko lonel Durnford zou in reserve blijven, kolonel Glyn moest bij: Rorke's Drift passeeren en Sir Elvelïln Wood zou van af de B'loed Rivier opereeren. Op, 19 Januari 1879 marcheerde do 'divisie van ko lonel Glyn van Rorke's 'Drift naar het Ideni Bosch en kampeerde op een heuvel, genaamd Isandhlav'ana Cetawayo liet eerst de troepen weer kalm van hot kamp vertrekken, overviel toon zoowel de vooruit- getrokken kolonne als de in het kamp achtergebleven soldaten en richtte een waar bloedbad aan. Kolonel Durnford kwam met bereden troepen ter hulp en viel in een hinderlaag. Cetawayo's overwinning was volkomen. Met 20 a 30000 Zoeloes met speron en lan sen bewapend, had hij vijftig Engelsche officieren en 800 Engelsche soldaten, behalve nog de talrijke gekleurde troepen in den pan gehakt. Grenfell kreeg order om van Help Mekaar met drie compagniën naar het oorspronkelijke kamp in Rorke's Drift te rijden en trof daar inderdaad het kamp nog in tact. Luitenant Chard, de comman dant had. zoodra hij in de verte schieten hoorde, het wijs geacht, om het kamp in staat van tegen weer te brengen éoor van karren en zakken levens middelen een borstwering te maken. Nauwelijks go- Teed werd het kamp door drieduizend Zoeloes be stormd. De aanval kon echter worden afgeslagen. UEERBNSTRAAT 38. RIJWIELHANDEL, TBL. No. 2, SGHAGBN. - LAAGZIJDB D 62. Ik zeker, dat uw katten van mij* zullen gaan houden. „Die ^mogelijkheid geetF ik toe. Üw uiterlijk be valt npj. Uw stom bevalt zny. Indien u op de hoogte was van de groote hypergevoeligheid van mijn katten, dan zoudt u begrijpen, dat zij die dingen op prijs zullen stollen. Ik vraag van u geen veeartsonij- kundige kennis, ik vraag van u sympathie cn mede gevoel. Ik neem u niet in dienst om mijn katten te verplegen ofschoon dat, mochten zij ziek worden, ook tot uw taak bohooren zou maar om hun ge zellin, hun vriendin te zijn. U bent een dame; zij. die een stamboom hebben, zullen dat waardeeren. Ik hoor, dat u een wees bent; dat is ook een band, die u aan hen vindt. Alle katten zijn wezen. Hun eonige betreurenswaardige karaktertrek is, dat zij geneigd zijn hun kroost te vergeten. Voor zoover dat mogelijk is. heb ik alles in het werk gesteld om dat gebrek bij mijn katten te verbeteren. Bij hen wordt de hei-1 ligheid van den huwelijksband streng in het oog gehouden. Polygamie is iets afschuwelijks. En nu genoeg daarover. Ga zitten, als het u blieft." Mary nam een stoel. Mr. Marrapit, die voor haar stond, keek op haar neer. Van links keek hij, van rechts Hij ging naar den schoorsteenmantel terug. „Het Is in orde", zeide hij. „U hebt een goede schoot. Dat is van het hoogste belang. De salarisquaestie is geregeld. Kom morgen. U bent aangenomen." i BOEK V. Over Mr. Marrapit op de pijnbank; over George ln marteling. hoofdstuk: i. Margaret visoht; Mary bidt. I. Mar/s eerste maand op Heron's Holt verliep isonder belangrijke gebeurtenissen, behoeft niet uit voerig verhaald te worden. We volgen den Ibop der liefde tusschen haar cn George; en binnen don straal van Mr. Marrapit's oog durfde de liefdo niet kruipen. Zij zag haar houding tegenover elkander en heft bewustzijn daarvan maakte hun voorzichtig heid akelig stijf. Tusschen bewoners van hetzelfde huis moeten ^beleefdheden in acht genomen wor den, maar myn Mary en mijn George verloren die, bang als fö$ waren, dat adtfe daaraan een verkeerde aflegging gegeven aan worden, met opzet uit het oog». Zulks hinderde Margaïet. Het jonge meisje wikkelde haar sentimentaliteit om Mary; ging ge heel1 op in ©en, die, zoo knap, zoo jong, naar brood verdienen moest in een vreemd huis. Die jonge meis jes voelden zich tot elkaar aangetrokken en het duurdenietlang of Margaret vertelde over haar roeping. Zij praatten over boeken, Margaret wendde haar hoofd af, zeide op don toon van iemand, die oen gemeenplaats debiteert: schrijf ook, zie. je." Zij snakte naar het „Heusoh" van haar vriendin maar dit kwam niet en dat was een groote teleur stelling. Zij wierp een blik op Mary, die met een strakke uitdrukking in haar oogen zat te kijken giet belachelijke moisjo had oen locomotief hooren uiten; wist, dat hot de trein was,.die haar George naar Londen bracht}. Margafet wierp een blik op Mary; herhaalde luider: „Ik schrijf ook, zie je. Nu volgde het vcrrukkolijk antwoord. Mary schrok wakker: „Heusch!" „O, niet do moeite om over te spreken," zeide Margarot vlug. tl,OI" zeide Mary; waa mot haar gedachten weer bij deal trein. Het was slecht van haar. „Gedichten," zeide Mar garet met nadruk. Mary kwam terugvliegen van den trein. „O, hoe interessant." .Dadelijk trok Margarot zioh terug. „O, het is mets," zeide 'Zij, niets." Zij keek naar de verre wol ken, fluisterde: „Niels" met oen langen zucht. Van hier naar, met gr ooien tegenzin', het voor lezen van haar gedichten aan Mary was slechte éen Btap; van' daar tot het vertellen over Bill niet meer. Haar aardige vorzen waren zoo duidelijk geschreven voor een hart, dat in harmonie met 't hare klopte, dat Mary de vraag wel stellen moest. Deze kwam na een uur voorlezens de dichteres te midden van een stapel manuscripten op haar bod, Mary in oen laag stoeltje voor haar. Met trillende stem besloot de dichteres het refrein van een prachtig vers: „Beat for beat., your hoart, my darling; Bets witn nr'ne. Skylarks carol. quiok rosponsive, Love divine." De dichteres slaakte een zachten zucht, legde 't stuk papier neer. Mary zuchtte ook. „Tb weet zeker, dat het voAr Dank zij deze dappere tegenweer was tenminste het oorspronkelijke kamp met al do munitie en al het proviand gered, Cetawayo moet echter wel gedacht hebben, dat hij juist gezien had en dat de Engelschen geen vol doende macht tegen zijne duizenden en duizenden dappere krijgers konden plaatsen. Wel waren er honderden van zijne krijgers door hot geschut en geweervuur gevallen, maar tegen een stormaanval van dertigduizend man, rennende met opgeheven speren in de hand op de troepen toe, was een betrekkelijk klein aantal soldaten [niet beistand Had mon behoorlijk dekking gehad zooals luitenant Chard in Rorke's Drift, <dan was het wat anders ge weest, nu echter kon men deze menschelijke lawine niet tegenhouden, Grenfell bezocht kort na den slag de plaats van overval en zag hoe officieren 'en soldaten naast el kaar Jagen, met leege hulzen om zich heen, inet de speren doorstoken, terwijl zij nog trachtten de vuren. De slag bij Isandhlavana is nog niet vergeten in Engeland. Verscheidene families werden in rouw ge dompeld. De naam Cetawayo kreeg een bijzondere klank, want een Zoeloekoning, die zulk eene over winning wist te behalen, op de Engelsche legermacht was niet een gewone zwarte, maar een man, waar mede rekening gehouden moest worden. In elk ge val een moedig man, een bekwaam strateeg was die zwarte Zoeloekoning Cetawayo. Zitting van Dinsdag 20 Juli 1928. Uitspraken van de zittipg van Dinsdag 13 Juli 1928. Pi eter Wagenaar, Amsterdam, gedetineerd, diefstal rijwiel, 1 jaar hechtenis. Steph. Bern. v. <L Berg, Amsterdam, gedetineerd, diefstaLriJwiel, 1 Jaar hechtenis. Dirk van Lunteren, Amsterdam, gedetineerd, dief stal met inbraak, 4 jaar hechtenis. Corn. Bergen en Pieter Kuipers, Ursem, gedeti neerd, diefstal lammeren en paardestaarton, resp. 1 jaar on 9 maanden hechtenis. Nieuwe zaken. VERDUISTERING. De 28-jarigo Jozephus Fredericus Praat, destijds bode tusschen Alkmaar on de hoofdstad, thans zon- dor beroep, heeft in April van dit jaar van den gros sier Reens uit Amsterdam een fiets meegekregen voor den rijwielhandelaar Mijman to Alkmaar, on der rembours. Het geld heeft Joseph na het van Mijman ontvangen te hebben, niet afgedragen aan Reens, maar gebruikt om andere gaatjes mee te stoppen. Beklaagde Praat, die zijn naam geen eer aandoet, mompelt zooiets van een bekentenis. De O. v. J., het rapport van beklaagde in aanmer king nemende, beveelt beklaagde in de clementie van de rechtbank aan en eischt een voorwaardelijke ge vangenisstraf van 8 maanden. De verdediger, Mr. Sluis uit Alkmaar, reflecteert zich volkomen aan het'oordeel van de rechtbank. MET VACANTIE. Bate de Boer, een ongeveer 25-Jarige jongeling uit Lonnoker. is zwervende aangetroffen in het arrondis sement Alkmaar. Beklaagde had werk willen zoeken, maar aange zien zijn costuum in een dusdanigen toestand van verval verkeerde, werd hij overal weggestuurd. Een rapport over beklaagde uitgebracht, bracht aan het licht, dat hij reeds eerder een gevangenisstraf wa gons diefstal achter den rug had, iets wat nu niet direct tot aanbeveling strekte.. Ten slotte elBcht de O. v. J. een hechtenis van 2 da gen en 9 maanden opzending naar eon rijkswerk- iemand gesohravetn is," ziedde rij. Margaret knikte. Het jonge meisje was in böö te groote verrukking om te kunnen sproken. „Vertol me alles," smookte Mary. Toen vertelde Margaret, de geschiedenis van Bul met intieme bij zonderheden en in de mooie zin nen van een dichterlijken geest vertelde rij die. Liefde is terecht geschildord als een naakte baby. Mannen echter plegen als rij moeten een baby to bekijken met eon sohuohter wantrouwen, dat, tel kens als het kind trapt, do Hoeren naar beneden trekt: vrouwen zijn verzot op iedoren centimeter van net mollige wezentje. En top is het met de liefde. Mannen zullen als zij moeten are met preutsch decorum bespreken, vrouwen ont- iodon die. Hot is dus noodig-, dat wat Margaret aan Mary vertelde, geheim blijft. Toen zij klaar was, stak ril eon hand uit voor do belooning van haar vertrouwen. ,»En heb jij bon jij -T- ik weet feitelijk niets van je, Mary. Hè, vertel op, ben J ij verliefd P" Dicht gingen de poorten van Miary's emotie. Hier dreigde vreeselijk gevaar. Zij lachte. „O, ik heb geen tijd om verliefd te worden, wel?" Margaret zuchtte medelijdend; keek dan naar Mlary. Mary las den blik goed. Zij waren vrouwen en zij lazen in elkaar door de kennis van haar sexe. Mary wist, dat de blik van Margaret die van een boog schutter was, die op zijn doel mikt en de trefkansen berekent. Zij zag de pijl, die straks op' haar borst zou aansnorren; bedwong haar emoties; zoodat zij bij het krijgen van de wond niet ineenkrimpen zou. Margaret trok de pees aan. „Geen tijd om verliefd to worden?" prevelde zij. Zij richtte de pijl, schoot. „Houdt, Je van George, liefste?" Mary bukte zich over haar schoenveters. Ondonks haar voorzorgen had de pijl haar doorboord en zij verborg haar gezicht, om haar blos te verbergen. „George?" vroeg zij, met haar hoofd bij den grond. „Ja. George. Houdt je van George?" Mijn Mary ging. brutaal, rechtop zitten. „George? 0. je be doeli je neef? Misschien is hij heel aardig. Feitelijk heb ik hem nog nooit gesproken, sinds ik hier ben." „Dat weet ik. Natuurlijk heeft hij het op het oogen- blik heel druk. Geloof je, dat je van hem zoudt hou den, als je hem beter leerde kennen?" Wordt vervolgd..

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1926 | | pagina 1