iliiitm Nltm-
Mmintit- In
WOUDA's
Dinsdag 27 Juli 1926.
Jaargnog. No. 788?.
Uitgevers i N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen.
Eerste Blad.
Raad Callanfsoog.
Feuilleton.
Eenmaal voet aan boord
Zelfrijzend Bakmeel
Gemengd Nieuws.
SCHAGER
COURANT.
Dit blad vorachljnt viermaal por woolc: Dinsdag, Woonsdag, Donder
dag on Zaterdag. DIJ inzonding tot 'a morgens 8 uur, wordon Advor-
tontlön nog zoovool mogelijk in hot oeretultkornond nummoc goi>luatut.
POSTltlüClCNING No. 23330.
INT. TELEF. no. 20.
Prijs pej 8 maandon fl.05. Losso nummoza 0 cont. ADVERTEN-
TïttN van 1 tot 5 rogola f 1.10, iodoro jrogol moor 20 cont (bowljeno,
lnbogropon). Grooto loltora woftlon naar plaatst«ilmto horokoncL
DIT MUMMER BESTAAS UXÏ ETWKE BLAAEN.
Vergadering van den Raad op Maandag 26 Juli
1926, des morgens 10 uur.
Voorzitter de heer Mr. D. Breebaart, waarnemend
secretaris de heer Kooiman.
Ziekte en hooibroel.
Voorzitter opent do vergadering en deelt mede, dat
tot zijn spijt de vergadering niet voltallig is. Van
den heer MooiJ n.1. is bericht ingekomen, dat hij we
gens ongesteldheid de vergadering niet kan bijwo
nen, terwijl mededeeling is ontvangen dat de heer
Vries verhinderd is aanwezig te zijn. Voorzitter
spreekt den wensch uit, dat de heer Mooij weer spoe
dig hersteld in ons midden zal kunnen verschijnen.
De notulen worden, onder dankzegging aan den
waarnemenden secretaris, onveranderd vastgesteld.
Nog volgens een oude regeling.
Van het Prov. Bestuur is <-e mededeeling ontvan
gen, dat do uitkeering over 1926, ingevolge de wet
van 1867, aan onze gemeente zal bedragen f 1066.06Y*.
B. en W. stellen voor hierop geen beroep in te stel
len, maar wijzen er den Raad op dat onze gemeente
een uitkeering geniet van fl.66M per inwoner, wat
in verhouding met andere gemeenten in de buurt
een heel laag bedrag is. De norm is vastgesteld naar
den toestand in 1867 en het komt B. en W. niet
aanbevelenswaard voor om een dergelijke regeling
te treffen over een zoo groot tijdsbestek. Beter was
een regeling voor den tijd van 5 jaar. B. en W. zul
len te zijner tijd zich dan ook tot de regeering en
de Tweede Kamer wenden ten einde te trachten ver
hooging van de bijdrage te krijgen tot het niveau
van de andere gemeenten in de buurt. Het schrijven
wordt voorts voor kennisgeving aangenomen.
De heeren A. Vader en F. Veul zonden bericht, dat
zij hunne benoeming als lid van het Burgerlijk Arm
bestuur aannemen.
Watergebrek.
Van enkele inwoners van Callantsoog is een schrij
ven ingekomen, dat zij door grooten afstand niet zijn
aangesloten aan het P.W.È. Door de droogte hebben
zij geen voldoende water, terwijl het nog voorradige
water niet meer is te gebruiken. Adressanten vra
gen nu het plaatsen van een kraan op den hoek Ab-
besteeërwegZwarteweg.
In het prae-advies wijzen B. en W. erop dat na het
inkomen van bet adres, het sindsdien heeft geregend
en de bakken dus wel weer gevuld zullen zijn. Met
net oog op de kosten, vinden B. en W. het boven
dien rliet gewenscht een kraan te plaatsen. Zij heb
ben zich tot den lieer Baken gewend en deze heeft
zich bereid verklaard, desgewenscht water af te ge
ven tegen 2K cent per emmer van 20 liter. Op deze
wijze oordeelen B. en W. het een oplossing, die wei
nig kost en toch aan haar doel beantwoordt.
Zonder bespreking wordt aldus besloten.
Ged. Staten hebben goedgekeurd een suppletoire
begrooting, dienst 1925.
35.
door A. S. M. HUTGHINSON,
Voor Nederland bewerkt door
W. J. A. ROLDANUS Jr.
De hemelsblauwe oogen van den professor dansten
van blijdschap. Ilij richtte zich op op zijn oude, beven
de beenen; was, voor George het hem beletten kon,
het haardkleedje overgestrompeld en drukte hem
hartelijk en warm de hand.
„Kranig, George!" jubelde hij. „Kranig! Kranig! Dat
is het schitterendste nieuws. In geen tijden heb ik
zoo'n gelukkigen dag gehad. Dokter! Het is schitte
rend! Schitterend!"
Hijgend van opwinding viéT hij in zijn stoel'
terug. „Bel eens, Georg-e. Dat moeten we feeste
lijk vieren."
Een dienstbode kwam.,Susan," reide de profes
sor, „breng erven eon kleine flèsoh Champagne een
twee glazen. Mr. George is door zijn examen. Wat
vlug Susan."
Susan was vltLg; de kurk sprong; de glazen
schuimden. „Nu zullen we ieder een glas nemen,"
zeide de professor. „Ik geloof, dat het mi? op dit
uur .dooden zal, en als mijn vrouw mij betrapt,,
zal zij mij naar bed sturen; dus moeten we ogy-
sohieten. Op jo gezondheid, George; God zegene je
en veel geluk 1"
Als de dappere oude man, die hif was, dronk hij
ad fundum, waarna hij Susan vroeg vlug allés weg
te nemen voor dat mevrouw het merkeu kon. i
„En vertel me nu j'e plannen' eens, George. Wel
ken weg noem je naar Harley Street?.
Toen vertelde George aan den 'hartallijkeni ouden
man de heele tragische geschiedenis 't meisje,
waarmede hij' wilde trouwen; de praktijk, die hij
wilde koopen; de man, die zijn mooie scherpen, zelfs
nog voor hu ze in zee gebracht had, schipbreuk:
had doen lijden.
.De professor, die Zelfs niet in staat was vrek
kigheid te begrijpen, werd woedend in zijn afschuw
over wat hij hoorde. Toen 't verhaal uit was,
barstte hij los: „.Maar het is van jou. Het geld
is van jou! Het is een onwettige toeëigening.
„Dat is Juist wat ik ook zeg!"
„Er moet gezorgd worden, dat bij het j'e geeft."
George laonte bitter.. „Dat zeg ik ook. Maar hoe?"
„Ben je zeker van j'e feiten, George?"
„^k ben naar Somersetis House geweest en heb
het testament van mijn moeder gelezen."
„Dan zullen we hem door de wet «drongen het
te geven."
„Daarheb ik over gedacht," zeide George. ,ïk
geloot niet, dat het mogelijk is. De passage luidt
Een gunstig rapport van den
schoolarts.
Van den schoolarts is rapport ontvangen over het
afgeloopen jaar. Rapporteur wijst er op dat hij, door
dat hij -tevens nagenoeg overal als huisarts optreedt,
zeer goed op de hoogte is met den gezondheidstoe
stand der leerlingen en dit jaar dan ook weer heel
weinig verbetering behoefde te worden aangebracht.
Een woord van hulde wordt gebracht aan het on
derwijzend personeel voor de goede samenwerking.
Aan het einde van het rapport wordt nog de wen-
schelijkheid uitgesproken de privaten te vervangen
door één met waterspoeling.
Voorzitter dankt den schoolarts voor de inzending
van het rapport. Wat den wensch betreft over de ver
betering van de privaten, prijsopgaaf is gevraagd
en na ontvangst der opgave, zullen B. en W. met
nadere voorstellen in den Raad komen.
Een aantal ingekomen verslagen zal bij' de leden
circuleeren en voorzitter hoopt dat de leden ze
minutieus zullen doorwerken.
Een verzoek om subsidie van het Genootschap tot
zedelijke verbetering van gevangenen, zal bij de
begrooting worden behandeld.
Vastgesteld wordt een suppletoire begrooting 1926,
tot een bedrag van f252, zoomede een suppletoir ko
hier hondenbelasting, tot een bedrag van f10.
Wijziging geldleenlngsbeslnlt.
Was er in de vorige vergadering een besluit geno
men tot converteeren van 4 geldleeningen in één
geldleening, aan te gaan met de Bank van Ned Ge
meenten, gebleken was dat Ged. Staten bun goed
keuring aan dit besluit niet zouden verleenen. Nadat
om die reden getracht was van de Bank van Ned.
Gemeenten gedaan te krijgen dat zij haar aanbod een
maand langer gestand zou doen en deze Bankinstel
ling zich daartoe bereid had verklaard, bleek uit het
inmiddels ingekomen scürijven van Ged. Staten, dat
dit College niet accoord ging met de aangebrachte
wijziging in de termijnen van aflossing, maar daar
entegen de oude aflossingsregeling gehandhaafd wil
de zien.
Hoewel H en W. hefc. beter oordeelden, dat de
aflossingen volgens bun idee zouden plaats vinden,
nl. ieder jaar van de nieuw aan te gane geldleening
een gelijk bedrag, stellen zij voor aan het verlangen
van Ged. Staten te voldoen. In de eerste jaren zal
de conversie thans alleen wat rentevoordeel' geven.
De heer Visser informeert nog naar de wijze van
aflossen, waarop de Voorzitter mededeeling daar
over doet en de heer Kruisveld tot den heer Visser
zegt: Je grootvader-zeggers kunnen er nu genot
van hebben.
VAN R IJ S W IJ K'S hebben zij den smaak van menschenvleesch gekregen.
SCHOENHANDEL. SCHOENMAKERIJ. Er zullen 400 jagers, waaronder bekende Europeesche,
UITGEBREIDE KEUZE. met inlandsche helpers aan de campagne deelne-
PRIJZEN UITERST BILLIJK. men.
Overeenkomstig het voorstel van Bi. en W. wordt
besloten. L'I
De ilnanclëele uitkomst over 1825.
Aangeboden worden diverse rekeningen en wel":
de gemeenterekeninpr, dienst 1925, aangevende
voor aen gewonen dienst: ontvangsten f39304.01,
uitgaven f 48160, nadeelig saldo f3855.99; kapitaal-
dienst: ontvangsten f 42312.82, uitgaven 42063.15,
Voordeeüg salao f 249.67;
de rekening van het Burgerlijk Armbestuur: ont
vangsten f 3638.37, (uitgaven f 3132.15, batig Saldo
f 506.22.
Voorzitter deelt mede, dat voor volgend Jaar het
Burg. Armbestuur f 100 minder subsidie Zal vragen.
De rekening van het G.E.B. sluit voorts nog, voor
den gewonen dienst, ontvangsten f 11904.02Va, uit-
g.alVen f 11347.49, batig saldo f 556.53V2, de kapitaals-
dienst sluitin ontvangst en uitgaaf op f 3006.53V8.
De rekeningen zullen nagestien worden door de
leden van den raad, uitgezonderd de beide web
houders.
Bü de rondvraag verlangt niemand ider leden het
woord, aoodat sluiting volgt.
Voor Winkeliers bij Gross.
v.h. M. DE HAAS te Alkmaar.
woordelijk aldus: „Aan mijn broeder Christopher
Marrapit 4000 pond, en ik verlang dat hrj mijn
George opvoedt in het medische beroep. Niet
DE MYSTERIEUZE ZIEKTE.
De moerasziekte in het gebied van de Ohle breidt
zich uit. Ook in het district Reichenbaph, het over
stromingsgebied van de Peile, Liegnitz en de Ne-
der-Silezische districten Lüben en Glogau hebben
zich gevallen voorgedaan. Te Langenbielau werden
tot dusver 300 personen aangetast. Hier en in an
dere plaatsen kwamen ook typhusgevallen voor.
EEN ROOVERSBENDE TE BRESLAU.
Sedert ongeveer een half jaar werden te Breslau
in het centrum der stad talrijke rooverijen, over
vallen en afpersingen gepleegd. De politie is er thans
in geslaagd de bende in handen te krijgen. Zij be
stond uit 10 personen.
BRAND IN DE HAVEN VAN SJANGHAI.
Uit Sjanghai wordt gemeld, dat een hoeveelheid
thee in het entrepot van de haven ter waarde van
60.000 pd. st. verbrand is. De totale schade van den
brand wordt op 90.000 pd. sterling geschat.
EEN CAMPAGNE TEGEN LEEUWEN.
Het blad „African World" meldt, dat de gouver
neur der provincie Mozambique in Portugeesch
Oost-Afrika een campagne voorbereidt tegen de leeu
wen, die vele slachtoffers maken onder de inlanders
ten N. en ten Z. van de delta van de Zambesi. Ge
raamd wordt dat er jaarlijks aldus 4000 inlanders
worden gedood. Deze staat van zaken wordt aan den
oorlog toegeschreven in dien zin, dat door de groote
troepenbewegingen in de districten van Mozambique
en Quilimane het kleine wild is weggetrokken, waar
door de wilde verscheurende dieren, geen voedsel
meer vindend, op de lijken van onbegraven of onvol
doende begraven inlanders zijn gaan azen. Zoodoende
DE HITTEGOLF IN AMERIKA.
Ondanks de voorspellingen, dat de warmte zou af
nemen, bleef de hoogo temperatuur gisteren overdag
aanhouden. Des nachts trachtten de menschen buiten
eenige rust te vinden. Er bestaat eenige beducht
heid nopens het voldoende zijn der drinkwatervoor
ziening, maar er is geen reden tot ongerustheid. Niet
temin bevelen de autoriteiten zuinigheid aan bij het
verbruik.
DRASTISCHE MAATREGELEN IN BELGIS.
Krachtens een reeks bepalingen welke de minister
raad besloten heeft aan den koning voor te leggen,
zal de minister van Nijverheid een maximumprijs
voor steenkool kunnen vaststellen en den uitvoer er
van kunnen beperken.
De publieke vermakelijkheden zullen om een uur
'8 nachts worden gesloten, met uitzondering van die
in de badplaatsen. Het zal verboden zijn des namid
dags warme maaltijden op te dienen.
De m inisterraad heeft voorts de heffing overwogen
van een belasting van tien francs op buitenlandsche
auto's bij het binnenrijden in België.
DRAMA DER ELLENDE.
Te Saint-Denis heeft een man van tachtig Jaar zelf
moord gepleegd na eerst zijn oen-en-tachtlg Jarige
vrouw in haar slaap te hobbon doodgeschoten. Dit
drazna der ellende heeft zich op do volgende wijze
afgespeeld. Het echtpaar Beaufils hoeft zijn leven
lang hard gewerkt, de man de laatste dertig jaar als
monteur bij denzelfden baas. Zij waren arm maar
tevreden en ondanks zijn hoogen leeftijd werkte de
man nog geregeld. Een jaar geledon werd de vrouw,
die een jaar ouder was dan haar man, bedlegerig
en de ellende deed haar intrede in de woning der
oudjes. De man kon niet meer geregeld naar zijn
werk gaan, want wie moest er, als hij niet thuis
was. de oude vrouw helpen? Alras werden dus de
spaarduitjes aangesproken, want uit de berichten, die
men in de Fransche bladen over dit tragische geval
kan lezen, blijkt nergens, dat de tachtigjarige man,
na dertig jaar bij denzelfden baas te hebben gewerkt,
eenig pensioen genoot. Toen bet overgespaarde geld
op was, werd de gemeentelijke armenzorg om onder
steuning gevraagd, maar deze was zoo gering, dat
de beide oude menschen aan bet zwartste gebrek wa
ren overgeleverd. Toen beeft de man zijn wanhoops
daad gepleegd.
DE TOENEMENDE DUURTE IN BELGIë.
Naar de correspondent der N.R.Ct. te Brussel meldt,
valt ten gevolge van de toenemende duurte der le-
vensmiddelen,'speciaal van het brood, onder de ar
beiders een zekere beroering waar te nemen. In de
industrieele centra van bet Walenland, vooral in de
Borinage en de streek van Charleroi, wordt, door
de communisten, van deze onrust gebruik gemaakt
om zooveel mogelijk agitatie te verwekken en de
arbeiders tegen de socialistische ministers op te zet
ten.
Ook in den schoot van de Arbeiderspartij zelf be
gint de oppositie bet hoofd op te steken en reeds heb
ben de Brusselsche afdeeling der Metaalbewerkers-
centrale een het Arbeiders verbond van Vilvoorde aan
de Brusselsche Federatie van de Socialistische Ar
beiderspartij moties gezonden, waarin verklaard
wordt dat, voor de sociaal-democratische ministers,
zoon
wIL_Jeens
staat er „waarmede ik verlang." Ik! geüouf nieb, dat
er jean wettelijke manier is om bet gelid te krijgen,
dab ik noodig, neb 500 pond."
II.
Tien minuten lang antwoordde professor Wyvern
niet. Hij staarde in bet vuur en nu en dan deed eed
van zijn giohellachjes Zijn gebogen oude schouders
schudden. Dan wendde bij zich tot George: „Niet
wettelijk, wat zou jo dan van onwettelijk .zeggen,
George?"
George begTeep bem niet.
„Er is een heel slecht denkbeeld bij mij opge
komen," ging de professor voort. „Ik zou me er
voor moeten schamen, maar dat doe ik niet. Th
geloof, dat bet heel grappig zóju zijn; ik geloof, dat
je oom bet zou verdienen. Ik weet zeker, dab het
grappig zou^tijn, en ik geloof, dat 't heel' goed te
„Vertel," zeide George.
De oude schouders van den Professor schudden
weer. „Neen, ik zeg het je niet,'.' zeide hij. Ik wil
er geen deel aan hebben, omdat, wanneer mijn
vrouw erachter kwam, zij mij naar bed sturen en
daarin houden zou. Maar ik wil1 je een kléine
geschiedenis vertellen, George. Als die een weg
opent, welken jij volgen wilt, dan geloof ik, dat liet
heeHgrai>pigi zou zijn. Maar je moet het mij niet
„Het is heel1 geheimzinnig. Maar vertel 'de ge
schiedenis.
„Dat zal1 ik. Toen ik student in Duitsöhabd was,
hadden we een professor, Meyer genaamd. Hij
droeg een pruik, omdat hij heelemaal kaal was.
Hij was erg gervoelig over die kaalheid en wilde
niet, dat iemand het wist maar wij wisten het.
Op een middag zou. er een beroemde violist in onze
stad spelen. Allé professoren kondigden' aan, dat
zij hun colleges op een ander uur zouden gevetiy
zoodat de studenten het concert zouden kunnen bij
wonen. Maar professor Meyer zeide, dat hij er
niet aan dacht. Heb was een schakel^ in een reeks
die niet gemist kon worden zijn leerlingen,,
waartoe ik behoorde, waren dus woest, te meer
daar we recht hadden op een vacantiedag. Nu meest
een week voor het concert de burgemeester van onze
stad een groot banket geven ter viering van den
honderdjarigen geboortedag van een beroemd bur
ger. Daar moest onze professor Meyer een rede
voering honden. Welnu, toen hij hardnekkig bleef
weigeren om vacantie te geven, belegden we een
groote vergadering en besloten ons die vacantie te
verschaffen, welke ons rechtmatig toekwam. Onze
meest lief had hü zou z'ijti pruik verliezen twee
dagen voor het banket bij dan burgemeester. Een
onzer Zou, wanneer hij 's avonds naar zijn kamer
ging hem zijn pruik afrukken. Voor zijn verslagen
heid zouden wjj veel' iruodeljj(ien toonem en hem bot- j
vendien onze hulp aanbieden. Misschien zou hij onze j
Sogingen aanmoedigen door den prijs aan te bieden, i
ien wij het meest begeerden. De samenzwering
leidde bot een schitterend succes. We namen de
pruik. We hulden hem in ons medelijden. „Vindt
en geeft mij mijn pruik terug," zeide Hij, „en jullie
krijgt je vacantie." We vonden de pruik en kregen
i vacantie. Dat is het verliaaL"
George begreep de bedoeling met. Hij stak een
been uit, staarde naar de teen. Hij staarde naar
i het vuur; hij staarde naar den professor, die zich
gichelend in zijn handen wreef.
„Ik begrijp niet hoe die geschiedenis mij helpen
ken," zeide hij.
„Dan moet je er maar eens goed over denken,'-
antwoordde professor Wyvern. „Meer durf ik niet
te zeggen. Ik mag geen deel hebben aan de conolu-
i sie, die eruit getrokken kan worden. Maar begrijp
io niet, dat het ding, dat professor Meyer het
liefst had, zijn pruik was. Welnu Bill heeft me
verteld, dat heb ding, dat je oom het meest ter
j wereld lief heeft, is -
Uit George's oogen schoten vexnken. Hij sprong
met een vuurrood gezicht op. „Zijn kat!" riep hij.
„Zijn Boos van Saron! Ik begrijp het. Ik begrijp
het! Bij God, ik zal het doen. Duister eens
„Neen, dat zal ik niet" zeri.de do professor. Ik
wil er absoluut niets van webecn. Daar hoor ik mijn
vrouw."
„Ik begrüp het. In orde.r Maar vertel het aan
niemand, zedis niet aan Bill."
„Ik kan het niet vertellen, want ik weet niets'
Maar ik vermoed, dat liet iets heel' grappigs is."
En de professor Jiet een J.uid: „Ha, ha ha!" hoeren.
„Liefste," zeide Mrs. Wyvern bij de deur, waar
Iiacn je zoo hard om?"
„Ha, ha, ha! Het is iets heel' grappigs."
Mrs. Wyvern drukte een kus op zijn dunne haren.
„Lieve William, het is toch niet een van die pijn
lijke geschiedenissen uit je jonge dagen."
George bleef dineeren. Tegen negen uur nam hij
afscheid. Hij gingr niet naar huis. Dwalend door
laantjes, kwam hij in een weiland, ging op een
hek zittten en rookte daar vele pijpen, peinzend
over zijn plan.
m.
Het was geen melancholiek proces. Nu en dan
schudde hij van 't lachen; eenmaal moest hij zelffe
zijn pijp uit zijn mond nemen, om uit te barsten)
- j7> --- -in een schaterlach, welke een paar konijnen, die
samenzwering werd gerechtvaardigd door zijn kop- dicht bij zijn voeten aan het flirten waren, op de
pigheid. Hi] zou het ding verliezen, dat hij ^t vlucht joeg. Lang peinsde hij
#Een kerkklok sloeg elf. Om tien uur was hij te
diep begraven geweest. Nu was zijn hoofd uit het
hol', waarin hij gewerkt had, en trok 'b geluid zijn
aandacht. Nu lagen de bewoners van Ileron's Holt
bo bod. „Ik zal1 het vannacht doen!" riép George.
„Ik zal het op staanden voet doen!"
Hij trok .zijn pijn aan. Een dikke rookwolk
kwam eruit. De pijp brandde goed en daar voor
zichtigheid hem zeide, dat 't goed zou zijn een
poosje to wachten, zoodat de slaap de bedden lek
kerder warm maken zou, besloot hij, dat hij' deze
laatste pijp als samenzweerder rook en zou: do vol
gende pijp zou hij rooken als bedrijver van het
kwade.
Hij trok zijn pijp aan. Een dikke rookwolk
klink van het raam verwijderen, waarachter de
Boos van Saron sliep. Zelf zou hn zich van haar
persoon meester maken en zich dan wegspoeden
naar de ingevallen hut in het kreupelboschje. Daar
kon zy 's nachts veilig liggen; noen de hut noch 't
boschje lagen op iemands weg. Den volgenden dag,
wanneer de afschuwelijke diefstal ontdekt was,
zou hij naar bevind van omstandigheden bandelen.
Zijn medelijden zou geen grenzen kennen; zelf zou
hij de onderzoekingstochten leiden. Als 't denk
beeld van een belooning niet bij Mr. Marrapit op
kwam, moest hij het opperen. Onwaarschijnlijk was
het, dat in heb eerste oogenblik van verlies wanneer
het no_gs chijnen kon, dat de Boos in de buurt was,
de bewoning hefc door hem begeerde bedrag zou
naderen. Het sfcfcond aan zijn slimheid dat te ver
krijgen. Maar het zon ónmogelijk Zijn de Boos per
manent in de hut te houden. Morgen, wanneer hif
schijnbaar zocht,.kon hij de plek, Waar zij lag,
bewakenmaar hij kon met altijd schildwacht zijn.
Het land zou doorzocht worden, geen steen onom
gekeerd gelaten worden.
Zooals hij de zaak nu inzag, moest het plan zijn
onder voorwendsel van een spoor te hebben ergens
aan gene zijde van de spoorbaan te komen en de
Roos met zich mede te nemen; want het succes van
zijn heele plan hing af van het verborgen houden dor
kat, tot Marrapit in de diepste wanhoop over hot
terugkrijgen van zijn Roos op zijn knieën liggen
zou en dan tot de hoogste extase opgevoerd zou wor
den, wanneer zij weer in zijn armen gelegd werd.
George zeide tot zichzelf, dat hij voorbereid moest
zijn op de mogelijkheid, dat zijn oom niet in het
openbaar een zoo groot bedrag als 500 pond als be
looning zou aanbieden. Dat ontmoedigde hom ech
ter niet. Inderdaad zou het het beste zijn, als die
som werd uitgeloofd, maar. bij gebreke daarvan,
rekende George tenslotte op Mr. Marrapit's dank*
baarheid. Ongetwijfeld zou het, wanneer hij de kat
„vond", Mr. Marrapit's natuurlijk antwoord zijn in
ruil daarvoor de som te geven, welke hij dien middag
zoo heftig geweigerd had. In ieder geval zou hij niet
kunnen weigeren die te leenen.
Wordt vebvolgd.