iliiitti 'Bitlis-
Mmintit- Luilinllü.
Muziektuin. Zondag speelt de Amsterdamsche Postharmonie
en zingt Alkmaarsch Dubbel Mannenkwartet - Jonker.
Donderdag 29 Juli 1926.
69ste Jaargang. No. 7805.
Uitgevers s N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen.
Eerste Blad.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Uit en voor de Pers.
Feuilleton.
Eenmaal voet aan boord
Dit blad verschijnt viermaal por wook: Dinsdag, Woonsdag, Donder
dag on Zaterdag. Dij inzonding tot 'h morgens 8 uur, j|ordon Advor-
tontlrtn nog zoovool mogulljk in Kot oorstuitkomond nuu^Jor geplaatst.
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. no. 20.
Prijs per 8 maandon fl.05. Losso nurnmors Q co~t. ADVEIÏTEN-
TIöN van 1 tot 5 regels f 1.10, lodoro ragol moor 20 cont (bawljano,
inbogropon). Grooto lot tors wojcdon naar plaataruimto borokond.
DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN.
Zitting van Dinsdag 27 Juli 1925.
Uitspraken van de zitting van Dinsdag 20 Juli 1920.
J. F. Praat, Alkmaar, verduistering, 3 maanden
gev. voorwaardelijk met 3 proefjaren.
Bate de Boer, Lonneker, landlooperij, 1 dag hech
tenis en 9 maanden opzending.
Voor den Politierechter.
EENVOUDIGE BELEDIGING.
Guurtje Visser uit Egmond aan Zee, heeft aldaar
op den 29sten Mei de huisvrouw van Krap een niet
nader te noemen titel gegeven, welke voor deze nu
niet bepaald vleiend, ja zelfs beleedigend was,
Guurtje, die schitterde door afwezigheid, moest des
wege heden terecht staan en wordt wegens eenvou
dige beleediging veroordeeld tot f5 boete of 5
dagen hechtenis.
ONVERZETTELIJK.
Joh. Zendveld, een 24-jarige fabrieksarbeider uit
Egmond B#men, heeft in Juni van dit jaar, toen de
rijksveldwachters Kramers en Miné hem daartoe be
leefd uitnoodigden, zijn onverzettelijke wil getoond
en niet voldaan aan die uitnoodiging om mede te
gaan. Er zijn nu eenmaal van die uitnoodigingen, die
men niet kan weigeren. En wanneer je tenslotte niet
wilt en toch moet, dan bedragen de kosten f15 of
15 dagen.
UITGESTELD.
De. zaak tegen Gerrit en Chris v. d. Berg, terzake
mishandeling, wordt wegens het niet opkomen van
een getuige én beklaagde Gerrit, uitgesteld tot den
24sten Augustus.
STRIJB EN STRONT.
Wordt voortgezet de zaak tegen Strijbis te Ha
renkarspel. wegens mishandeling van Stroet op den
20sten Mei van dit jaar. De zaak heeft reeds eer
der gediend, maar aangezien nog een tweetal ge
tuigen gehoord moesten worden, indertijd uitgesteld.
Er kon toen niet uitgemaakt worden of Strijbis zijn
tegenstander bij de keel dan wel bij de borst te pak
ken had gehad. In de dagvaarding werd de keel
genoemd, maar Strijbis houdt steeds vol, dat hij
zich tot de borst van Stroet beperkt beeft.
De beide opgeroepen getuigen Scboorl en Prins
brengen niet veel licht in de zaak, zoodat de O. v.
J. requisitoir nemende, tot vrijspraak van beklaag
de moot besluiten, aangezien het in de dagvaarding
ten laste gelegde niet kan worden bewezen.
De uitspraak is eensluidend.
Strljb kan du9 terugzien op oen met succes gevoerd
proces, maar we zullen hem hoogstwaarschijnlijk
nog eens terugzien, want bij zijn vertrek gaf hij te
kennen dat hij nu tegen Stroet een aanklacht zal
indienen wegens mishandeling die hij van Stroet
op zijn erf heeft ondervonden.
Auf Wiedersellen!
EEN BOFFERT.
Joh. Hoogland, oud 29 jaar, te Oudkarspel, heeft
op den 23sten Mei te Allernaar den heer Hollander,
toen die zijn motor, welke hij aan een broer van be
klaagde in huur had afgestaan, kwam terughalen,
omdat de betaling wat lang uitbleef, enkele klap-
pen op diens hoofd gedeponeerd.
Getuige Hollander, die niet verschenen is, schijnt
echter met deze kloppartij begonnen te zijn.
Beklaagde, die anders geen raensch kwaad zal
doen, wordt tenslotte wegens gebrek aan bewijs
vrijgesproken.
DE HIT VAN MEESTER,
j Cornelia Pancras, geboren te Harenkarspel en echt-
vriendin van Corn. Moester te Heerhugowaard, komt
thans haar opwachting bij de heeren Rechters ma
ken. Niet uit eigen beweging natuurlijk, maar om
dat zij op den lOden Juni van dit jaar bij Heijmans
te Heerhugowaard een stuk hout door de ruiten
wien
De zaak zit namelijk zoo: De hit van Meester loopt
bij Hijmans in de wei, maar toen Meester op ge
noemden datum z'n havermotor uit het land meende
te halen, was deze verdwenen en moet Hijmans ge-
zegd hebben dat hij de hit niet af wilde geven. De
I zaak belandde via de Meester bij diens echtvriendin,
I maar deze had al niet veel meer succes dan Meester
zelf. Volgens het zeggen van Hijmans en dien zwa
ger, getuige Mak, moet Cornelia toen in haar op
gewondenheid een stuk hout opgeraapt hebben en
dit linea recta in de ruiten van Hijmans hebben
gedeponeerd, iets wat door Cornelia ten stelligste
wordt ontkent
De O. v. J. vindt dat de bewijzen zeer zwak zijn
en vraagt f 10 of 10 dagen.
De Politierechter vindt echter, dat het wettig be
wijs wel, doch het overtuigend bewijs niet geleverd
is, zoodat beklaagde wordt vrijgesproken.
MET HET JUK.
De 29-jarlge Bergenaar Adrianus Johannes van
Wonderen, heeft op 8 Juni zijn neef Apeldoorn de
VAN RIJSWIJK'S
SCHOEN HANDEL. SCHOENMAKERIJ.
UITGEBREIDE KEUZE.
PRIJZEN UITERST BILLIJK.
hardheid van een juk doen loeren kennen, doch
Apeldoorn was van een dergelijk experiment niet ge
diend en diende een aanklacht in met dit geyblg, dat
Janus voor genoemd experiment een boete opliep
van f20 of 20 dagen de pot in.
DE VROUW IN 'T SPEL.
Dirk Kuiper en Klaas Hollander te Callantsoog,
resp. 23 en 24 jaar oud, hebben in den nacht van
13 op 14 Juni aldaar den 20-jarigón P. J. Kooij uit
Schagerbrug, toen deze zijn meisje huiswaarts go-1
leidde, terdege onderhanden genomen, zoodat Piet's
oog alras de traditioneele kleuren begon aan te t
hemen.
Minnenijd was hier de oorzaak, want Kuiper had
van te'voren met Piet's meisje gedanst en Hollan
der heeft gemeend zijn vriend in de ure des gévaars
niet in den steek te mogen laten.
De President vind het niet manhaftig en de beide
vrienden knikten bevestigend, blijkbaar volkomen
bewust van hun schuld.
Ze werden veroordeeld tot een geldboete van f20,
te vervangen door 20 dagen hechtenis.
HET SCHOT IN DE LUCHT.
Gerrit Corn. Kater uit Callantsoog staat te recht,
ter zake dat hij op 12 Juni den hond van zijn buur
man Kuiper, toen deze zich op het erf van zijn va
der in de kippenren bevond, te hebben doodgescho
ten.
Beklaagde Kater vertelt, dat de bpwuste hond
reeds vele malen op het erf kwam en dan een groote
opschudding in de ren veroorzaakte, zoodat reeds
enkele kuikens gesneuveld waren. Om het beest nu
schrik aan te jagen, had hij een schot hagel in zijn
richting afgevuurd, maar ongewild had het doel ge
troffen. Tenminste, de hond is jankend weggeloopen
en in den Zandweg dood neergevallen.
Ofschoon dit niet de bedoeling van Gerrit was,
wordt hij wegens dierenmishandeling tot f 20 boete óf
20 dagen hechtenis veroordeeld.
Hot geweer, waarmee het noodlottige schot gelost
was, was ter trechtzitting aanwezig, doch zal weer
aan den eigenaar worden teruggegeven.
DE KOPSTOOT.
Jan Langeris, een net heertje, in blauw costuum,
zijn woopplaats hebbende op de Zeedijk te Am
sterdam, bracht 12 Juni een bezoek aan Hoorn, al
waar hij tegen den avond met Corn. Roemer en
diens verloofde Joh. Keizer, een straatje omliep. Op
het Dal passeerden zij den vijftigjarigen Van Enk,
welke, nog onbewust van hetgeen zou gebeuren,
kalm zijn weg ging. Plotseling werd hij echter door
Langeris aangevallen, die hem een kopstoot gaf.
Nu is een kopstoot,w anneer hij door een geoefend
man wordt toegepast, geen prettige gewaarwording.
Dit moet Van Enk ook gedacht hebben, toen hij
dat ondervond, echter niet wetende waaraan hij deze
vriendelijkheid te danken had.
Joh. Keizer, als getuige aanwezig, zegt van een
kopstoot niets gezien te hebben, zoodat de O. v. J.,
ofschoon hij de vaste overtuiging heeft, dat beklaag
de schuldig is, dezen, bij gebrek aan bewijs, zal moe
ten vrijspreken.
Overeenkomstig de eisch luidt de uitspraak.
DE FINANCI6N DER GEMEENTEN.
De a. r. „Standaard" noemt de waarschuwing
■door Minister Kan tot de Ged. Staten der «onder-,
scheidene provincies gericht in verband met den
weinig rooskleurigen toestand, waarin zdoh finan
cieel verschillende gemeenten bevinden, hoognooclig.
De gezamenlijke uitgaven der gemeenten klom
men in 20 jaren tyds van. rond 110 millioen tot
rond 1000 millioen per jaar; eene stijging alzoo
tot het negenvoudige.
Een en ander wijst op een toestand, die tot heel
ernstige bezinning
Sommigen zijn met hun therapie dadelijk klaar.
Verhoog de uitkeering aan de gemeenten met enkele
millioenen, zoo roepen ze. Alsof dat niet een ver
schuiving van de laste ware met minder waarborg
voor een gepaste zuinigheid l Ons dunkt dat het
Rijk, alvorens nieuw geld ter beschikking te stel
len, eerst eens zousmoeten vorderen, dat de ge
meenten in hare huishoudingen gelijksoortige be
zuinigingen tot stand brachten als het Rük zelf
bereids deed. Vele gemeenten leven er' in dat op
zicht nog zoo maar wat op los, geven zelfs aan
belastingverzwaring de voorkeur boven toepassing
van geoorloofde en mogelijke bezuiniging.
Natuurlijk is daar niets .tegen te doen. zoolang
een gemeente zorgt voor een behoorlijk financieel
beheer. Do ingezetenen der gemeente Mezen hun
eigene gemeentelijke Overheid ,en dragen een last,
dien zij' zichzelf Oplegden.
Anders staat het evenwel met gemeenten, wier
budget niet siltdfc en die om extra .hulp komen vra
gen. Daarvoor kunnen zeer goede gronden aanwe
zig zijn, een gemeente kan economisch zoo zwaar
getroffen zijn, dat het ondoenlijk blijkt om zelfs op
de eenvoudigste wijze in de behoeften van de open
bare diensten te voorzien.
Dan is extra hulp volkomen gewettigd.
Maar het komt ook Wel voor, dat men vastzit
37.
door A. S. M. HUTCHINSON,
Voor Nederland bewerkt door
W, J. A. ROLDANUS Jr.
Goorge rilde over al! zijn leden. Dat er .een de
tective aan te pas zou komen, had hij niet voorzien.
Zij waren bij de voordeur. Hij legde zijn hand op
Mr. Marrapifs arm. .,0, neen, geen detective. Neem
er geen detective bij."
„Zoo noodig neem ik veertig detectives. Ik zal
de omstreken bevolkenmet debectivos."
.Een warme rilling liep nu over George's ledön.
„Oom laten we de zaak onder ons liouden. Ver
trouw op mij. Ik zal uw kat vinden."
„Den tuin in!" riep Mr. Marrapit. „Voeig; je by
de zoekers. Ga voor, oeziel, moedig aan."
„Haalt u er dan geen detective by
Mr. Marrapit antwoordde niet. Hij had de halldeur
geopend. Mr Fletcher kwam gemelijk naderbij.
Mr. Marrapit stak eon hand uit. „Terug! Terugl'
schreeuwde hij heesch.
Moe gaf. Mr. Fletcher antwoord. „Het dient ner
gens voor, Mr. Marrapit. Ik hen voor en achter ge
weest. Ik heb hier gekeken, daar gekeken; naar bo
ven, naar beneden gekeken. Ik ben duizelig van het
kijken." Hij kwam voor hen staan.
„Jij bent ook dadelijk ontmoedigd!" riep Mr. Marra
pit.. „Terug, zwakkeling. Geef het nooit opl" De zwak
keling veegde zijn transpireerend voorhoofd af. „Maar
ik geef het wel op. Ik geef het op, Mr. Marrapit; ik
dank ervoor om nog langer te blijven kruipen en
klimmen en sissen. Het is hard vervloekt hard. Ik
ben een tuinman, geen slang".
IVft'. Marrapit sloeg de deur dicht. George haastte
zich weg; ging in don moestuin zitten, om te denken.
Hij was bang. Tot dusverre had het plan geen suc
ces. Detectivesl
Hij zocht zoogenaamd een uur; toen hij het huis
weer binnen ging, voelde hij zich veel kalmer. Door
gebracht in overpeinzingen, gaf dat uur hem de koel
bloedigheid van den nacht terug. Eerst was hij ze-
nuwachtig geweest, maar nu had hij zich vermand.
Hij omgordde zijn lendenen voor de rol, die hij spe
len moest; met nieuwe vastberadenheid en 'zelf
vertrouwen ging hij naar binnen.
II.
Dien ochtend werd er óp Heron's Holt niet ontbeten.
Toen George zich gekleed, gebaad, geschoren had,
ging hij zijn oom zoeken, dien hij in de studeerka
mer vond.
De onthutste oude man liep met een dicht be
schreven blad papier in zijn hand te ijsberen. Hij
wendde zich tot George.
„In het uur van mijn beproeving ben ik ook ge
bukt onder den last van vroegere smarten. Giste
ren is er een noodlottige scène tusschen ons geweest.
Vloeken zijn over je lippen gekomen".
„Vergeet bet, Sir, vergeet hetl"
„Dat is mijn verlangen. Het ongeluk jammert
door de gangen. Laten we in zijn tegenwoordigheid
particuliere verschillen begraven. In deze angstwek
kende catastrophe is alle hulp vereiselit. Jij hebt
jeugd, manlijkheid, jouw hulp zou onschatbaar zijn".
„U kunt op mijn hulp rekenen", antwoordde
George, „Ik zal niet rusten voor de Roos aan u te
ruggegeven is."
Dat was volkomen waar, r.ooals hij merken zou.
„Zeer prijzenswaardig", zeide Mr. Marrapit. Nu deze
recrüut gewonnen was, sloeg Mr. Marrapit in plaats
van een smeekenden, weer een bevelenden toon aan.
„Terwijl jij zocht, heb ik plannen ontworpen". Hij
wcos op het blad papier, dat hij in zijn band had.
„$lior zijn ze. Lees ze door".
George las, gaf het papior terug. „Indien deze re
geling de Roos niet teruggeeft," verklaarde hij, zal
niets dat doen. Ik zie, dat u mijn naam niet ge
noemd hebt". Ik ben bang, dat u aan mijn hulp ge
twijfeld hebt. Ik geloof, dat ik mij zal voegen bij
de de hij keek naar het papier „de buiten-
muursche zoekers. Ik ken de streek goed. Ik kan
ver en vlug loopen."
Mr. Marrapit hechtte er zijn goedkeuring aan. „Ont
bied het huishouden", beval hij.
George riep Margaret; samen voerden zij het be
vel uit.
In een halven kring groepeerde het huishouden
zich om het hoofd, en wel in deze volgorde: Mrs. Ar-
mitage, Clara, Ada, Mr. Fletcher, Frederick, Mary,
Margarei, George.
Met het papier in zijn hand keek Mr. Marrapit
hen aan. Hij wees op Frederick.
„Die jongen züigt op een walgelijk stuk pepermunt.
Spuw uit".
Blij om die afleiding richtten allen hun blik op den
schaamteloozen jongen. Hij werd vuurrood, streed,
slokte, slikte uit zijn oogen stroomden tranen.
„Stijfkop!" donderde Mr. Marrapit. „Spuw uit, heb
ik .gezegd. Je wordt beheerscht door je snoeplust;
je buik is je God".
„Ik heb ook heelemaal geen ontbijt gehad", ant
woordde Stijfkop woest.
„En je krijgt geen ontbijt, voor de Roos terug is.
Hartelooze. Hoe kan je aan eten denken, terwijl zij
misschien van hónger omkomt?" De booze man
wendde zich tot allen. „Dit zijn de plannen om haar
terug te krijgen. Leent het oor. Jij, boosaardige jon
gen, gaat onmiddellijk naar de boerderij en bestelt
daar zooveel melk als Mrs. Armitage je zegegn zal.
Mr. Armitage, jij met je cjienstboden Fletcher,
jij met je jongen, zijn de binnenmuursche werkers,
de werkers binnen de muren. George, Margaret, Miss
.Humfray de buitenmuursche. Mrs. Armitage, zorg,
dat iedere kop e'n schaal met melk gevuld wordt.
Fletcher, zorg, dat die op tusschenruimten van der
tig voet langs den muur gezet wofden. Als onze ver
dwaalde in de buurt is, zal zij daardoor aangetrok
ken worden. Margaret en Miss Humfray naar het
dorp. Verzamelt een leger dorpsjongens. Beschrijft
onze Roos. Laat hen in den geheelen omtrek naar
haar zoeken. Doet zelf aan dat zoeken mede. Laat
den roep van: ,Roos! Roos!' in iedere laan weer
klinken. George, jij zoekt ook wijd on zijd. Stuur mij
inmiddels een rijtuig van het station. Ik zal naar het
postkantoor rijden om een detective te tolephonceren.
Ik heb nog niet besloten welke detective. Het is
een gewichtige zaak. Aan het werk. Laat ijver, laat
liefde voor de verlorene ieder aansporen om do in
spanning der aiideren te overtreffen! Fletcher, zet
bet raam open. Die stinkende jongen hoeft de lucht
hier verpest".
HOOFDSTUK V.
Een detective op Heron's Holt
I.
Mr. David Brunger, particulier detective, had aijn
kantoor in Bolt Buildings, Westminster.
Naar de bovenste verdieping van het reusachtige
gebouw geschoten in een electrische lift, afslaande
naar links en in overeenstemming met de instruc
ties van den liftjongen vijf treden op, stond de cliënt
I voor drie deuren. Op de eerste stond:
DAVID BRUNGER (klerken).
Op de middelste:
DAVID BRUNGER (Privé)
En op de derde:
DAVID BRUNGER (Kantoor).
Deze teekenen van een groot personeel én bloei
ende zaken waren in harmonie met de pakkende ad
vertenties, die Mr. David Brunger nu en dan in de
couranten liet opnemen.
„Ga uw vrouw na", luidden deze bijvoorbe.eld, ter
wijl zij or in een kleinen lettertype, dat aan een ge
fluister deed denken, aan toevoegden: „David Brun
ger zal haar nagaan". „Wat houdt uw echtgenoot
lang op zijn kantoor?" gingen zij voort. „David
Brunger zal er achter komen. Geheim onderzoek
van iederen aard, vlug èn goedkoop uitgevoerd door
David Brunger's grooten staf van geschoolde detec-
tiven (mannelijke en vrouwelijke): David Brunger
heeft nooit gefaald. David Brunger heeft duizenden
ponden gestolen eigendom, tallooze vermiste ver
wanten teruggebracht. David Brunger, 7 Bolt Build
ings, Strange Street, S. W. Tel. 0000 West".
II.
Terwijl Mr. Marrapit op Heron's Holt aan zijn óm
hem 'gegroepeerde huishouding zijn bevelen omtrent
het zoeken naar de Roos van Saron gaf, trad Mr.
David Brunger in Bolt Buildings de- deur, gemerkt
„David Brunger (Privé)" binnen.
Een telephoon, een gaskachel, een lessenaar, een
bureaustoel, een fauteuil, een klein tafeltje en een
stoel met houten zitting vormden het meubilair van
het appartement
„Voor mijzelf boud ik van eon strenge en een
voudige omgeving", placht Mr. David Brunger in den
bureaustoel tegen zijn cliënt in den fauteuil te zeggen.
„Voor mijzelf en hij knikte met zijn hoofd naar de
muren met een air, dat een buitensporige woelde in
liet meubilair van „(Klerken)" en „(Kantoor)" scheen
te kennen te geven.
Toen Mr. Brunger binnentrad, ontsloot hij de les
senaar, ontdekte het peukje van een half opgerookte
sigarette, stak het aan en begon de sportbladen na te
lezen, om to zien welke paarden hij dien dag op de
races moest spelen.
Om tien uur stroomde de groote staf geschoolde
detectiven (mannelijk en vrouwelijk), genoemd in
Mr. Brunger's advertenties, de trap op, klopte op de
deur en marcheerde in de kamer. Zijn naam van den
staf) was Issy Jago, een Joodscho jongeling van ze
ventien jaar, wiens uiterlijk in de hoogste mate de be
wijzen leverde van de groote sommen, die hij be-
j steedde aan kappers en toiletzeep.
Mr. Issy Jago ging op den stoel met houten zit
ting voor de kleine tafel zitten; bewerkte de nagels
van zijn vingers met den rand van een omnibus-
kaartje; bestudeerde daarna de rubriek „Rechtsza
ken" in de „Daily Telegraph".
I Het was zijn werk, wahneer hij klagers of be-
klaagden vond, die gebruik zouden kunnen maken
van Mr. David Brunger's diensten, dezen Mr. David
Brunger's kaartje te zenden met een collectie ge-
I heel ongevraagde referenties, door Mr. Brunger voor
die gelegenheid samengesteld en gedicteerd.
Ook was het zijn werk cliënten to ontvangen.
Wanneer men op „David Brunger (Klerken)" hoor-
I de kloppen, sloop Mr. Issy Jago uit „David Brunger
(Privé)" naar het kleine kabinet, waartoe de deur,
gemerkt „David Brunger (Klerken)", toegang gaf.
Door die deur glijdend op eon wijze, dat de cliënt
geen blik naar binnen werpeu kon, placht hij den
cliënt met een vertrouwelijk knipoogje te zeggen:
„De quaestie is, dat we daar een cliënt hebben
een zeer bekende persoonlijkheid, die liever niet wil
weten, dat hij ons raadpleegt". De geimpressionneer-
de cliënt werd dan in „David Brunger (Privé)" ge
bracht.
Tusschen „David Brunger (Privé)" en „David Brun
ger (Kantoor)" bestond er daarentegen geen verbin
ding. In werkelijkheid was er geen kamer achter
„Kantoor)": de deur gaf toegang tot het dak. Wan
neer derhalve een aarzelende cliënt op „(Kantoor)"
verkoos te kloppen, dook Mr. Issy Jago uit „(Privé)"
en fluisterde: „De quaestie is, dat*daar een belangrijk
particulier consult gehouden wordt Scotland Yard
raadpleegt ons". En de geimpressionneerde cliënt
werd dan in „David Brunger (Privé)" gebracht.
In beide gevallen placht, als de cliënt binnenge
loodst. was, Mr. Issy Jago naar „(Klerken)" te gaan
en daar op het kabinet te gaan zitten tot Mr. Brun
ger's bel hem weer riep.
Voor hét privilege om de waardigheid van zijn
kantoor te verhoogen door zijn naam op het kabi
net en de uitgang naar het dak te hebben, be
taalde Mr. Brunger dertig shilling extra per jaar.