Ware Woorden.
Even Lachen.
ROMMELKRUID-
De Wereld der Vrouw
Nuttige Wenken.
Vertrouw uw vriend zóó, dat hij zonder nadeel
ook uw vijand worden kan.
i
De rozen van de vreugde groeien aan de grens
von verdriet.
i
Wie nuttig wil zijn voor anderen/behoeft niet ver
te gaan, om iemand te zoeken.
Een onechte steen wordt nog afschuwelijker, als
wij hem in goud gaan vatten.
i
Wees een man des vredes, maar strijdt uw geheele
leven.
De vrouw kan veel, machtig is haar invloed, in
dien ze zich in haar vrouwelijk karakter vertoont
maar vooral dit laatste moet niet verloochend wor
den.
GOED GEZEGD.
Man (tot vrouw, die hem juist heeft verblijd met
een tweeling): Zul je dan nooit dat overdrijven af-
leeren?
HET TOPPUNT VAN OVERLEG.
Vriend: Waarom heb je dat behang aan den muur
gespijkerd, in plaats van geplakt?
Mr. Schraap: Denk je soms, dat ik van plan ben,
mijn keele leven hier te blijven wonen?
IEDER ZIJN BEURT.
Een ondernemend handelaar zond aan een bekend
dokter een kist sigaren, die niet besteld waren en
deed er meteen een nota bij, ten bedrage van f25.
De brief die erbij was, luidde: Ik heb u deze siga
ren op eigen initiatief gezonden, omdat ik er van
overtuigd ben, dat de geur u zeker zal aanstaan.
De dokter antwoordde: U heeft me wel niet ge
vraagd u te onderzoeken, maar ik zend u op eigep
initiatief 5 recepten, in de overtuiging, dat u er
net zoo mee ingenomen zult zijn, als ik met uw si
garen. De prijs per recept is f5, zoodat we net quitte
zijn.
PAS OP DEN STIER.
Een zeer bijziend nieuwsgierig man, zag in een
veld een boom staan, waaraan een bord was ge
spijkerd. Hij kon niet lezen wat er op stond en klom
over het hek om het te gaan lezen. Eenige oogen-
blikken later klom hij weer terug, toen hij een ge
weldige stoot tegen het onderste deel van zijn rug
kreeg van een woedende stier. Toen hij weer bij
kennis kwam, sprak hij: Ik ben toch blij, dat ik ge
lezen heb wat er op dat bord staat: Pas op den
stier!
HET VRACHTPAARD.
Vrouw (tot haar man, die met pakjes beladen is):
„Kun je m'n paraplu even vasthouden, mannie, ter
wijl ik de kaartjes neem?"
Dappere man: „Best. Steek 'm maar achter mijn
oor."
BOVEN HUN BIER.
Bediende: „Hebt u gebeld mijnheer?"
Fuifnummer (op zijn vriend wijzend die bi} hem
te feesten is): „Peters, wie van ons beien w-woont
hier?"
ZIJ DEED WAT HAAR GEZEGD WAS.
„Lieve hemel!" zei mevrouw tot de nieuwe meid,
„geef jij de kat vogeltjeszaad? Ik heb je toch gezegd
dat je dat aan de kanrie moest geven!"
„Ja", antwoordde de meid, „daarom juist, de ka
narie zit in de kat".
WAAROM NIET?
„Moeder als de menschen rouw dragen hebben ze
dan ook zWart nachtgoed?"
„Natuurlijk niet, jongen".
„Waarom niet? Zijn ze 'anachts <J-vn zo- he-
droofd als overdag?"
1
VOORDEELIG.
Klein Sammetje heeft er veel pleizier in om tel
kens op z'n hoofd te gaan staan.
„Kan je daar niet mee uitscheiden?" waarschuwt
moeder.
„Och vrouw", zegt vader Moos, laat Sammie be
gaan, zoo slijten z'n schoenen niet".
GOED GEZEGD.
Meneer Bihbernikkel had tot nog toe onopgemerkt
aan het feestmaal gezeten, toen het zijn beurt was
om te speechen. Hij stond op, liet zijn blik gaan langs
de schilderijen en langs de muren van de feestzaal
en begon, terwijl hij met uitgestrekten arm op de
schilderijen wees:
„Mijne Heeren, waarvoor hebben we eigenlijk al
'die geschilderde schoonheden aan den wand noodig,
als we er zooveel aan tafel hebben zitten!"
En hij begreep niet. waarom al de dames hem na
dien zoo vijandig behandelden.
DRIJVENDE DOKKEN.
Hoe zorgvuldig voorbereid en nauwkeurig uitge
voerd de bouw van zeeschepen ook zijn moge, toch
hebben zij telkens herstellingen noodig, die in de
droogdokken moeten geschieden.
Deze worden in drie typen onderscheiden: het ge
graven dok, de helling en 't drijvende dok, waarvan
het laatste het meest practische is en dus meer en
meer gebruikt wordt^ vooral omdat het verplaatst-
baar is. Door een prachige machinerie zijn de drij
vende dokken in staat de grootste zeeschepen op te
nemen.
Het machtigste droogdok van Engeland is te
Southan;;.io? gestat Lumed o t r,,— de
Southern Railway Company. Het is in staat een
schip op te nemen met 60.000 ton waterverpiaatsing
en lichtte onlangs het reusachtige s.s. „Berengaria"
van de Cunard-lijn. Het schip weegt 52.200 ton en is
én der grootste schepen, die ooit in 'n drijvend dok
zijn opgenomen.
Het drijvend dok ziet er uit als een zeer groote,
vierkante doos, waaraan de korte einden ontbreken.
Het bestaat uit 3 deelen, een vloer of ponton en twee
zijwanden, die te zaïnen een U vormen. De lengte
van het dok te Southampton bedraagt 960 voet, de
breedte tusschen de wanden 140 voet en deze laatste
hebben een hoogte van 50 voet.
De ponton bestaat uit een aantal tanks en als de
ze met water gevuld worden, zinkt 'het dok jen kan
onder het schip geschoven worden.
Is het schip tusschen de wanden vastgezet, dan
pompt men door krachtige machines de tanks uit,
waardoor het dok rijst en het schip omhoog brengt.
Om de „Berengaria" te lichten, moesten meer dan
80.000 ton water in het dok worden toegelaten.
Wat de drijvende dokken spoedig populair maakte,
is de snelheid, waarmee zij 'gebouwd kunnen wor
den, hun betrekkelijk geringe kosten in vergelijking
met een gegraven dok en hun bijzonder gemakkelij
ke verplaatsbaarheid. Waar een drijvend dok, in
staat om een hedendaagsch groot zeeschip te lichten,
3.600.000 a 4.800.000 gulden kost, zou een gegraven
dok zeker'driemaal zoo duur zou zijn. Terwijl 't eerste
in eenige maanden gereed is, zou de aanleg van het
laatste zeker 5 jaren vereischen.
Te Wallsend, b.v. werd een drijvend dok van
11.000 ton's lichtvermogen, voltooid en op zijn be-
ptemrofng gelev a aa de onderteeke-
ning van. het contract. In tegenstelling met het
vaste dok heeft bet drijvende de gebeeie wereld tot
zijn arbeidsveld en kan gemakkelijk van de eene
haven naar de andere vervoerd worden, waar het
vaste dok steeds op zijn plaats moet blijven.
Door hun open einden kunnen de drijvende dok
ken alle sehepen opnemen, die langer zijn dan zij
zelf.
Het dok van Medway, dat 680 voet lang is, heeft
met succes schepen gelicht van 800 a 900 voet lengte.
Wanneer blijkt, dat een dok niet voldoende kracht
heeft, om een beschadigd schip geheel uit het wa
ter te lichten, kan het dat toch voldoende omhoog-
brengen, dat de iroodige herstellingen gedaan kun
nen worden. j
Drijvende dokken worden altijd geheel afgebouwd,
op de werven en dan' naar hun bestemming ge- I
sleept. Dit is vaak, door de ontzaglijk groote afstan-
den, welke zij hebben af te leggen en de stormen, die
zij op hun reis te doorstaan kunnen hebben, een
moeilijk en gevaarlijk werk.
Een zeer lastige reis had een drijvend dok van tie
Tyne naar Callao in Peru, een afstand van 11000
mijlen. Het dok verliet Engeland in Augustus, voort
bewogen door, 2 machtige sleepbooten en kon eerst
in April d.a.v. zijn bestemming bereiken. In den 'At-
lantischen Oceaan had het zware zeeën te weer
staan en het vorderde slechts langzaam. Nabij Zuid-
Amerika knapten de kabels en in een hevigen storm
werden zoowel de sleepbooten als het dok zwaar be
schadigd, waardoor een oponthoud van twee maan
den voor de herstellingen werd veroorzaakt.
Wat als een der moeilijkste sleepreizen wordt be-
PARIJSCHE MODE.
In bijgaande afbeelding zien wij onder No. 50 een
zomercofituioo te et zoogeuao mdo „smoking-jas" van
zwArt rips en met geborduurde zijzakken. Het hoedje
is van cröpe de chine in een bijpassende kleur. No. 52
geeft een elegant geheel, bestaande uit een langen
recht vallenden mantel van zwarte zijde, gevoerd met
oen liehtere kleur zijde, passend bij de tint van den
tok. Het rokje is gepliaseerd en is, evenals de jum
per van cröpo do chiue.
Knippatronen zijn verkrijgbaar onder opgave van
Nos. 50 en 51. Kostoh: 70 cent per stuk.
MOEDERS EN HAAR KINDEREN»
„Hoeden passend maken'1.
Een moeder zegt:
„Het komt dikwijls voor, dat de hoeden van mijn
kinderen te ver over het hoofd zakken. Dit euvel kan
gemakkelijk cn snel verholpen worden door rondom
in de voering een klein strookje te naaien, of wel al
leen voor en achter, naar gelang het noodig is om
den hoed goed op het hoofd te doen passen."
VOOR DEN WASCHDAG.
Men behoeft de flinke huisvrouw uit ons kleino
landje gelukkig niet zooveel te vertellen inzake dc
wasch en wat daarbij behoort. De meeaten hebben
haar „hoogeschool" wel doorloopen. Maar iets blijft
er toch altijd nog wel te leeren en vooral bet door
halen en wringen is oen zaak van belang. Grauwe,
dikke kleeren of stoffen komen meestal al heel hel
der en voldoende gewasschen te voorschijn na een
enkele maal doorhalen. Echter moet men dit omspoe- i
len zooveel mogelijk in heet water doen, aangezien
het in de kleeren getrokken vuil juist op de dikke
stoffen het eerst terug valt, indien men koud water j
gebruikt. Voelt het goed na de eerste doorhaling nog
glibberig aan, dan moet een tweede behandeling vol-
gen, daar anders bij het drogen kans op krimpen
bestaat en het goed te hard wordt. Mits men goed
weet om te spoelen en het goed bij het drogen in gun
stig zonlicht kan hangen, is er weinig blauwsel noo
dig, tenzij de stoffen geel van kleur zijn
Indien koken voor wit katoen en linnen beslist
noodzakelijk is andere stoffen moet men nimmer
koken behoort dit te geschieden na de eigenlijke
wasch en tenminste na het wringen Het koken moet
beginnen in koud water met zeep. In den pan of pit
moet vQldoendo water zijn om het goed vrij van den
bodem te houden en ook om de verschillende klee-
dingstukken (of werkkielen) elk voldoende ruimte te
geven. Dit voorkomt schroeien en geeft tevens aan
het zeep-water gelegenheid overal door té dringen.
De gewone kleeren mogen vijf minuten nadat het
kookpunt bereikt is blijven doorkoken, andere, vui
lere kleeren en werkpakken minstens tien minuten.
Bij het koken moet men geen soda gebruiken.
HOE MEN EEN SCHOENPOETSER MAAKT.
Men neemt twee oude stukken velvet of fluweel,
ongeveer 15 c.M. lang cn 10 c.M. breed, welke men
aan elkaar naait in den vorm van een zakje. Het
zakje vult men dhn op met katoen-snippera, kapok,
enz., terwijl het laatste einde daarna ook wordt dicht
genaaid. Men heeft nu oen schoenpoetser, welke heel
wat lichter en beter werkt, dan welke borstel ook.
schouwd, is het overbrengen van het drijvende dok
„Dewey" van Baltimore in de Vereenigde Staten
van Noord-Amerika naar de verafgelegen Philippij-
nen. Het groote, logge gevaarte ■maakte deze reis
door het Suez-Kanaal over-een afstand van 140Ö0
mijlen. Ook deze reis kon niet zonder tegenspoeden
volbracht worden. Gedurende een storm op de Mid-
dellandsche Zee brak het dok los en was gedurende
3 dagen aan de grillen van de golven overgeleverd.
DE THEE NATIONALE DRANK IN MAROKKO.
Bij de onderhandelingen tussclien de vertegen
wóordigers van Abd el Krim en de Fransche on
Spaansche gedelegeerden te Oudjda, werden volgens
landsgebruik geweldigo hoeveelheden thee gedron
ken. Dit nationale gebruik der Marokkanen is on
der eigenaardige om|jtandigheden daar bekend er
bemind geworden. Het was in de achttiende eeuw,
zoo verhaalt de overlevering, toen pelgrims van
Moghreb naar Cekka in de heilige stad geloofsgenoo-
ten ontmoetten, die uit het Verre Oosten waren ge-
komeii. Deze hadden bij hun reisbehoeften ook
eenige pakken thee, waarvan zij hun vrienden uii
Marokko lieten proeven.
Dezen smaakte de drank zeer goed en zij verzoch
ten een kleine hoeveelheid theebladen om ze mee
naar huis te nemen. De medegebrachte drank werd
cadeau gedaan aan den sultan van Moghreb en deze
vond de drank zoo heerlijk, dat hij den alcohol voor
zich en zijn familie afschafte en beval, dat slechts
deze drank aan zijn hof gedronken mocht wor
den. De mare van de voortreffelijkheid der thee
ging spoedig door1 het geheele volk en sindsdien is
de thee Marokkaansche volksdrank geworden.
HET MODERNE VERKEER.
Dat het moderne autoverkeer de autoriteiten voor
bijna niet op te lossen verkeersproblemen gesteld
heeft, is bekend. Zelfs in steden, die niet tot wereld
steden getekend kunnen worden, heeft men met
moeilijkheden te kampen. Toch schrikt men van de
cijfers, als men ze voor oogen krijgt. Amsterdam logt.
gedurende de laatste jaren eenig© millioenen gul
dens ten koste aan het verbeteren van dtf verkeers
wegen. Steeds meer geruischloozo straten borden
aangelegd en als Amsterdam tien mlllloen heeft uit
gegeven, zal nog slechts, een vierde gedeelte der stad
„geruischloos" zijn.
Interessante cijfers hoeft dezer dagen ook het
Beiersche ministerie van binnenlandsche zaken ge-
geven. Volgens deze cijfers moesten van de 6750
K.M. der staatswegen in Beieren 3440 K.M. of 51 pet.
veranderd worden. Slechts 12 pet. der wegen was
geschikt voor het moderne verkeer. Een vijfde ge
deelte der wegen eischte onmiddellijke verbetering.
Gedurende de eers'e tien jaren zullen jaarlijks 3
mtllioen gulden voor het onderhoud en de verbete
ring der wegen noodig zijn. De Duitsche bladen vree
zen, dat het grootste gedeelte dezer uitgaven door
belastingen zal moeten worden opgebracht.
ISOLEER END E MUREN.
De wanden en'daken van onze huizen beschutten
ons togen regen en wind, alsmede ;egen sterke zon
resfralon. Do, meeste wand- «i dnkco«iHt. ucjj.ci zj.iu
echter niet In staat ons iegon-dc oÈffflTTgruarrvc gev 1-
gen van temperatuurswisselingen te beschermen.
We ondervinden vooral op hinderlijke wijze in hit-
teperïoden. dat stoffen, die voor water, lucht en licht
ondoordringbaar zijn. het doortreden van warmte of
koude niet beletten. De steenachtige sloffen, die voor
den bouw van de muren onzer huizen worden ge
bruikt, zijn over het algemeen niot voldoende isolue
rond. Het isoleerend vermogen der muren kan ech
ter in hooge mate worden versterkt door bekleeding
daarvan met isoleerend materiaal of wel. en zulks
is uit den aard der zaak veel oeconomischer, door zo
direct van isoleerend of wel poreus materiaal op te
trekken. Dit poreuse materiaal is bovendien aan
zienlijk lichter dan b.v. gewone hak-teen -A bet' n
waardoor behalve een betere isolatie tegen tempera
tuurswisselingen .nog andere voordeeleii worden ver
kregen, die we vooral vinden in de mogelijkheid van
het toepassen van lichtere fundeeringen, ouderslag-
binten, enz.
Een van de belangrijkste materialen, die hier in
aanmerking komen, is wel do drijf steen met een ge
wicht van 700 Kg. per M3. tegenover 1700 Kg. voor
1 M3. metselwerk van baksteen en 2000 Kg. voor 1
M3. grint beton. Een baksteencn muur van 33 c.M.
dikte heeft b.v. ongeveer hetzelfde isoleerend ver
mogen ais een drijfsteen muur van 22 c.H. dikte.
De productieplaats van de drijfsteen is de Nicuwie-
der Ketel/ ook het Neuwieder bekken genaamd, dat
tusschen Andernach en Coblenz door den Rijn ver
deeld wordt en dat een gebied omvat van 15 kilo
meter lengte bij evenveel breedte.
Terwijl de grens der linker Rijnzijde den Voor-
Eifel mot hare uitgebluschto kraters vormt, vormt
het randgebergte van het westelijk woud, de rechter-
rijnsche afsluiting van dit dal.
Dg puimsteen, welks beddingen zich uitstrekken
van do oevers van het Laacliermeer .over den go-
heolen Nieuwieder ketel Rijn-afwaarts tot Brohl cn
Rijnopwaarts to Iioppart, verder de Moezel opwaarts
tot Hatzenport en tot over de hoogten van het Wes
terwoud tot aan de omstreken van Marburg aan do
Lahn is, een product van vulkanischen oorsprong.
Het is in zijn hedendaagschen vorm ontstaan door
doorstrooming van verschillende gassen en dampen,
die zich bij de uitgeslingerde gloeiende lava's door
hunne snelle verharding vormde.
Ofschoon de benaming „puimzandsteenen", Duitsch:
„Bimssandsteine" voor drijfsteencn, ook wel ten
onrechte, „Tuffsteine" genaamd, een betere naam zou
zijn, zoo kan men aannemen dat de tegenwoordig
algemeen aangenomen naam van drijfsteen volgt uit
analogie voor het woord „Schwimmstein" (zwem
steen) als het gevolg van het geringe specifieke ge
wicht van deze steensoort. Want werkelijk drijft
deze steen in het water.
Ofschoon uit enkele overleveringen blijkt, dat ten
tijde der Romeinen het puimsteenzand van het Neu
wieder bekken alreeds trt verschillende doeleinden
voor hot bouwen gebruikt werd. kan do tegenwoor
dige drijfsteen-industrie nauwelijks meer dan op een
60-jarig béstaan terugblikken.
Dat, deze industrie in die betrekkelijke korte
spanne tijds zich op zulk een geweldige wijze kon
uitbreiden, is. wel het beste bewijs, voor. de voor
treffelijke eigenschappen ervan.
Het in de natuur voorkomende puimsteenzand is
al naar de zuiverheid vermengd met de devonisdho
lei en grauwakke en ook meer of minder met grof-
of fijnkorrelige en andere vulkanische zandsoorten.
Het wordt in de openlicht op hoopon gelegd en met
kalkmelk geroerd op zulk een wijze, dat elk stukje
puimsteenzand door de kalkmelk geheel ontrokken
is. Daarop wordt het gereedzijndo mengsel, waartoe
ongeveer (r centimeter gebrande kalk in stukken
voor 1000 drijfsteenen Van de normnalgroottc V'/j X
25 X 12 c.M. gerekend worden, door middel van
ijzeren hamers in do bepaalde vormen gehakt, zoo
wel voor metselste nen als voor stéenen voor
schoorsteenpijpen. Ken verharding van 2 weken in
de openlucht is voldoend© om tie gereedzijndo gtee-
nc-n van hunne stellingen (lattenstellingpn) te ver
wijderen en in telbar© rUen op te stapelen, waarbij