iiltltü Nitiis- Aifirteitie- La Raad Wielingen. Eenmaal voet aan boord Dinsdag 3 Augustus 1926. 69sto Jnnrgaog. No. 7887. UitgeversN.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen. Eerste Blad. Feuilleton. Binnenlandsch Nieuws. Dit blad verschijnt viermaal por wook: Dinsdag, Woensdag, Donder- dug on Zatordag. DIJ inzending tot 's morgens 8 uur, worden Advor- tontióu nog zoovoel rdogolijk in hot ootstultkomond nummoc geplaatst. POSTiUÜviïNING No. 23330. INT. TELEF. no. 20. Prijs per 3 maandon f 1.06. Losso nummers 0 cc.it. ADVERTE&- TïóN van 1 tot 5 rebels f 1.10, iedoro rogol moor 20 cent (bewijze, lnboffropon). Grooto lottors woeden naar plaatsruimte» borokond. DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE* BLADEN. Vergadering van dén Raad der gemeente Wie- ringen, op Zaterdag 81 Juli 1926, des voormiddaga 10 uut. L Voorzitter do hoor L. O. Kolff, burgemeester, secretaris de heor C. F. van Duin. Afwezig de heeren Bosker, wethouder en M. Kooij Hamerstukken. Voorzitter heet de aanwezigen welkom, en opent de vergadering. De notulen worden gelezen en onveranderd goed gekeurd. Van Gedeputeerde Staten is ingekomen de goed keuring tot liet aangaan van een geldleening, groot f 7100. Van Ged. Staten is gqedgekeurd terug ontvangen 8de suppletoire begrooting, dienst 1925. Door Ged. Staten zyn vernietigd de aanslagen in de forensenbelasting van R. Min nes, D. Koorn en Jb. Koorn. i Al deze stukken worden voor kennisgeving aan genomen. Eveneens worden voor kennisgeving aangenomen: de zeegras-maandstaat over Juni, het verslag van Warenkeuring te Alkmaar ril de Spoor-Tramweg- maatschappij WieringenSohagen, waarbij divi dend werd uitgekeerd van 2.4 pet. Door Joh. Takes Dz. en N. Kaptedn Jz. is ont heffing van hondenbelasting gevraagd; daar hun honden zijn gestorven. Goedgevonden wordt, dat voor do helft ontheffing verleend wordt. Voor het schoolfeest. Is ingekomen een schrifven van het bestuur van de Vereeniging voor getrouw schoolbezoek en het houden van schoolfeesten, om de subsidie per kind te vorhoogon van f 0.25 op f 0.50., aangezien het aantal kindoren vergroot is, en er menschen zijn» (ba do kosten voor hun kind niet kunnen betalen. Voorzatter zegt, dat hoewel dat laatste juist is, er ook vele menschen zijn. die het# wel zouden kunnen betalen, zoodat B. en W. het niet gewenscht aehtcn, aan dit verzoek te voldoen. De heer Dub kan zich niet met het advies van B. en W. vereenigen. Het kan best waar zijn- zegt spr., dat er menschen zijn, die het best kunnen betalen en niet doen, maar dit pleit dan in ieder geval niet voor die welgestelden. Het voorstel van B. en W. treft alle kinderen, en het mag niet, dat die kinderen gestraft worden voor de schrielheid der welgestelden. En waar er, volgens het advies van B. en W., geen financieel© bezwaren zijn. wensoht spr. aan net verzoek te voldoen. De heer Kaan vindt eveneens, dat door de kren terigheid van een zeker aantal menschen 't heele schoolfeest niet gedupeerd behoeft te worden. Voorzitter licht toe, dat er op het oogenblük f100 aan wordt gegeven en dat is z.i. voldoende. Het schijnt echter, dat de meer gegoeden er niet zooveel meer voor over hebben en dat is te betreu ren, want do menschen moeten toch inzien, dat de kinderen zoo af en toe eens het eiland moeten verlaten om meer van de wereld te zien. Do hoer Lub: Juist, omdat do kinderen hier al zoo weinig vreugde genieten, moeten we het ver zoek inwilligen. De heer Oden is het volmaakt met den heer Lub eens. Het ligt op den weg van het gemeentebestuur, zegt spr., het schoolfeest niet alleen intact te hou den. doch zelfs te bevorderen en zoo noodig uit te breiden. Voorzitter: Het is geenszins de bedoeling van R. en W. om het schoolfeest niet te laten doorgaan. De heer Lont meent, 'dat na het lezen van dit verslag, de menschen misschien milder gestemd worden en meer goodgeefsoh zullen worden, wat echter door den voorzitter wordt betwijfeld. Deze gelooft eerder, dat het een tegenovergestelde uit werking zal hebben. De heer J. Koodj zou desnoods den middelweg willen bewandelen, als deze. verdubbeling te veel is. De heer Kaan wil het voor ^§n jaar pro- beeren, om dan weer te zien. Tenslotte wordt het voorStel-Lub, om de Subsi die per kind van f '0.25 tot f 0.50 te verhoog,en, aangenomen, met de heeren Herman, Engel', Lub, Oden, J. Kooij en Kaan voor en de heeren Bakker, Minneg en Lont tegen. VAN RUSWIJK'S SCHOENHANDEL. SCHOENMAKERIJ. UITGEBREIDE KEUZE. PRIJZEN UITERST BILLIJK. TenNeerste vacature-J. Rotgans Sz., die niet meer! in aanmerking wenschte te komen: no. 1. W. Her mans Jz., no. 2. Th. Boersen. Ten tweede vacature-O. J. Bosker: no. 1. O. J. Bos-1 ker, no. 2. J. Klein. Een armvoogd. Als armvoogd had'bedankt de heer J. Rotgans Sz. Door Armvoogden werd de volgende voordracht in- gezoüden: S. Koorn Jz., S. Rotgans Jz., en G. Sipren- koling, allen aan het Stroe. Gekozen wordt de heer S', Koorn. Jz. met 6 stem men, een stem op den heer Rotgans en 2 blanco. I Een vlnchthaven en losplaats. door A. S. M. HUTCJIINSON. Voor Nederland bewerkt door W. J. A. ROLDANUS Jr. liet ontbijt was klaar gezet in een kleine zitkamer boven het portaal, die naast zijn slaapkamer lag. George drukte de arme Roos in haar mand; droeg die naar binnen. Mrs. Pinner was bezig; bloemen op tafel te zetten. George droeg het manclje naar het raam; zette het op oen stoel; ging zelf zitten. Met zijn rechterhand trommelde hij: op het deksel. Het was zijn bedoeling de Roos met schrik te vervullen over dit trommelen, dat haar zou boletten een protest te uiten tegen krampachtig samengetrokken ledematen. „Ik zal u een beetje lekkere thee en wat visch brengen", zeide Mrs. Pinner tot hem. To#n hij zich haar doofheid herinnerde, schreeuw de George, bang dat zij te dicht bij het mandje zou komen, haar van het raam toe: „Dank u, Mrs. Pin ner. Maar ik heb liever geen thee. Ik wil geen thee hebben. Ik drink melk. Een heele boel melk. Ik ben een groote melkdrlnker". De Roos bewoog zich. George stompte op het mandje. „Liefst zoo gauw mogelijk, Mrs. Pinner". Mrs. Pinner sloot de deur; de Roos gaf aan haar ge voelens uiting door 'n lang, doordringend „Miauw!" George hield, angstig luisterend, zijn adem in. Maar Mrs. Pinner hoorde niets, bleef kalm naar beneden loopen. Hij veegde zijn voorhoofd af. Dat was het begin. Toen Mrs. Pinner terugkwam met een kan melk en een afgedekte schaal op een blad, had George, na wanhopig zoeken, zijn plan de campagne opge maakt. ,.Ik wilde afspreken, Mrs. Pinner begon hij. „Indien u wilt wachten tot ik het blad neergezet heb, mijnheer, zal ik dichter bij u komen. Ik ben zoo hard h oorend, dat u het niet zult willen gelooven". .George sprong van de mand op; ging naar de tafel. Zijn leven hing er van af een afstandje behouden ti^schen mand en Pinner. ,.Ik wilde afspreken, dat ik deze kamer als particu liere zitkamer houd". Bij de rondvraag brengt de heer Lub ter sprake de ligplaats van de schippers aan het Woud. Spr. wil i voor kleine schepen daar een vluchthaven hebben ten naaeeug scutx. 0j eon dam. £aar jn £en j,0ek ongeveer, om bij slecht weer een toevlucht te hebben. De gemeen ter ekerung, dienst 1926, wijst uit» dat j Voorzitter wijst er op, dat de Visscherijvereeniging de gewone dienst met een nadeelig saldo van j daartoe indertijd reeds stappen heeft gedaan, maar f 2850.64 en de kapitaalsdienst met een batig zonder resultaat. Spr. heeft daaraan Indertijd mee- ,saldo van f 1917.73 sluit. 1 gewerkt. De heeren Bakker, J. Kooq- en M. Kooy worden j De heer Lub heeft zich laten zeggen, dat het beter met het nazien der rekening Deiast, welke eveneens met het nazien van de rekening en balans der Zeegras-exploitatie, 'dienstjaar 1925-1926, .worden belast, welke rekening ook zooeven is aangeboden. Een noodzakelijk stukje straat. Volgt een voordracht tot het aanbrengen van een Minkerbestrating op den Boursdijk te Den Oever. Voorzitter licht toe, dat vanwege de Zuiderzee werken een bestrating is aangelegd tot aan de oude haven bij Polder Waard Nieuwland. De be strating door degemeente aangelegd, strekt zich uit tot Tjjsen, zoadat het stukje, tuascihen den heer Tijsen en do dixectdekeet der Zuiderzeewer ken onbestraat is gebleven. Voor het alsnog be straten hiervan, bedragen de kosten) i' 600, waarvoor was geweest als men toen niet alleen aan den Zul- derzeeraad had geadviseerd, maar ook aan Mr. Vis sering, directeur van de Ned. Bank en aan de regee ring. Was er dan tusschen deze verschil van mee ning geweesx, dan had men toch de kans gehad, dat de kwestie in behandeling was genomen. Voorzitter zegt, dat het gemeentebestuur nog wel eens kan probeeren en dan eerst met het Visschers- fonds en den D.E.T.V. in overleg kan treden. De heer Oden wijst er nog op, dat het aan den Noordhoek onmogelijk is om wier te lossen aan den wal. Spr. zou een aanlegdam voor het aanvoeren van zeegras willen hebben. Er wordt aan den Noord hoek niet gemaaid, omdat mon niet weet hoe men het zeegras aan den wal moet krijgen. De heer Kaan meent, dat. als men daar een los plaats voor zeegras wil hebben, het daar een haven door de Zuiderzeewerken aan <ie gemeente een l *al moeten worden. En spr. vreest dan, dat het te bijdrage van fSOO wordt gegeven. Aangezien in Hiur zal^worden, gezien het belang dat er mee is ge- de toekomst bedoelde weg een groote verkeers weg belooft te worden, aldus spr., met het oog op de drooglegging van de Wieringermeer, welke plannen reeds aan B. en W. ter inzage zijn voor gelegd, hebben B. en W. gemeend, tot aeZe be strating te moeten meewerken. Dit. deel grond is van de gemeente en blijft dus aanstonds het on derhoud, als het bestraJb is, voor rekening der gemeente. Algemeen goedgevonden. Evenals vorig jaar. Een voorstel van den heer Oden, om tot ver deeling onder de maaiers van de winst, eventueel vallende op den verkoop van den zeegrasoogst 1926, over te gaan op de zelfde wijze als vorig jaar, wordt met algemeens stemmen goedgekeurd. Aangeboden wordt de suppletoire begrooting 1926. Met aigemeene stemmen goedgekeurd. Zetters-voordracht. Voor een tweetal vacatures in het college van zet ters worden de volgende twee dubbeltallen opge maakt. „Zij was er vroeger nooit voor gebruikt, maar zij kon er voor ingericht worden", zeide Mrs. Pinner toi hem. Zij zou met haar man over de voorwaarden spreken. „Maar ik wil, dat zij inderdaad mijn particuliere zitkamer is. Ik wil niet, dat iemand er inkomt, ten zij ik er ben. U moet namelijk weten, Mrs. Pinner, dat ik een uitvinder ben. Ja een uitvinder. O ja, een uitvinder. En ik moet hier dingen laten liggen zeer fijne instrumenten, die niemand aan mag raken, Vreeselijk fijn. Ik zal den heelen dag uit zijn. Ik zal mijn uitvinding medenemen in de open lucht, om er proeven mede te nemen. Mijn uitvinding Hij wees met zijn hand naar het mandje. Mrs. Pinner begreep het volkomen, kwam onder den indruk. „O, lieve hemel ja, Mijnheer. Zeker. Een uitvindér; stel je voor!" Zij keek naar het mandje*. „En zit de uitvinding daarin?" „Precies", verzekerdo George haar. „Neem me niet kwalijk, Mijnheer, dat ik het vraag; maar u zeide, dat u het mode nam in de open lucht is het een van die luchtschepen, Mijnheer?" „Ja, dat is het", antwoordde George openhartig. Dit was een nuttig denkbeeld en hij ging er dadelijk op in. „Dat is het. Hot is een luchtschip". „Wel1 heb ik van me leven!" bewonderde Mrs. Pinner, terwijl' zij naar het mandje keek. „Daarin ,een luchtschip I" „Miauw!" sprak de Roos doordringend. Mrs. Pinner hield haar hoofd naar één kant; keek onder de tafel. „Ik zou or een eed op durven doen, dat ik een kat hoorde." George voelde zeqr duidelijk, dat Zijn liaar lood recht op zijrf hoofd sfcond. Hij dwong zijn angstig gelaat te glimlachen„Hot was een haan, die in et hok kraaide, Mrs. Pinnen." Mrsv Pinner nam 'de verklaring met een veront schuldigend .Lachje aan. „Ik ben zoo hardhoorend, dat u het niet zou willen gelooven. Maar ik had er een eed op willen doen. Doch ik zal' u niefc langer ophouden, Sir." Zy nam de deksel van de schaal. Een schelvLch werd zichtbaar. Een mooie, groote, stevige krimpschelvisch, waarvan een wolkachtige damp opsteeg. George, voorzag een ramp. Die reuk! Die hon gerige kat! Hij duwde Mrs. Pinner bijna tegen "de deur. „Dank u, dank u. Ik heb nu alles. Ik zal bellen als „Miauw ,God zegene mijn ziel!" riep Mrs. Pinner uit Er een kat; viel op. hinden en knieën: stak Haar .1 lmoi:d onder de soph. mooid. Hetbelang van enkele visschers zal volgens de regeering niet opwegen tegen de hooge kosten. Of de heer Lub moet met een beschermenden dam te vreden zijn, Ook wordt verzanden gevreesd* De heer Lub is voor verzanden niet bang, voor kleine schepen is er steeds voldoende water. De heer Oden wijst er op, hoe groot het gevaar is aan den Noordkant" en zegt dat er bijna één vis- schersschuit is verongelukt. Spr. is er zeker van dat als de toestand zoo blijft, er ongelukken zullen gebeuren en de kosten, al zijn die wat hoog, wegen toch niet zwaarder als menschenlevens. Spr. meent, dat de regeering hier moet helpen, weinig als ze reeds doet voor deze menschen. Ook de heer Herman acht het maken van een vluphthaven noodzakelijk, maar spr. vraagt, of dan geen plan moet worden opgemaakt. De heer J. Kooij meent, dat de grootere schepen er ook wel gebruik van' zullen maken, daar spr. voor verzanden niet bevreesd is. Immers zoolang bet gat dicht is, wordt het daar steeds dieper. Voorzitter zegt, dat het gemeentebestuur graag, zal probeeren, om een vluchtplaats te krijgen. De heer Lub dringt er bij zijn partijgenoot Oden op aan, niet te veel aan de losplaats vast te houden, te duur als dan het geheel zal worden en spr. is dan 1 bevreesd, dat er niets van komt. De heer Oden vindt, dat best, als eerst de vlucht plaats er is, komt de losplaats later wel,of wel licht kan het lossen dan wel tegen don dam ge schieden. Een gevaarlijke toestand. De heer Oden verzoekt B. en W-, of zij er met klem bij d« pir. der Zuiderzeewerken op willen aandrin gen om de verbinding van Westerland met den Noordkant'te herstellen. Op dit oogonbllk is de Noord)' kant geheel geïsoleerd. De weg is uitgegraven en men kan er niet door heen als door het land en dat kan niet zonder gevaar gebeuren., terwijl men tevens, als men daar onbekend is, kans loopt in een zes ma ter diepen afgrond te rijden. Ter zitting wordt nog de toestand geïllustreerd met te vertellen hoe het {ten dokter daar is ergaan. Voorzitter belooft, dat B. en W. er werk van zullen maken om spoedig verbetering te krijgen, Meer politietoezicht. De heer Oden wijst op het verzo3k van de burgerij van Westerland, om daar doorloopend politietoezicht te hebben en vraagt, of hèt niet mogelijk is, daar een veldwachter te stationneeren. De menschen zijn on gerust. Aanrandingen en baldadigheden geven daar toe aanleiding. Voorzitter zegt, dat er dagelijks toezicht is, dat toezieht kan moeilijk 'worden uitgebreid. Bovendien wordt het wel wat overdreven, wat den toestand daar betreft. Voorzitter ia zelf den toestand wezen opne^ men. Maar het heeft spr./s volle aandacht. 1 Voor de werkeloozen. De heer Kaan informeert of B. en W. al reeds heb ben gedacht aan een eventueels steunregeling bij werkeloosheid. Voorzitter antwoordt hierop bevestigend en zegt, dat B. en W. re#ds aan bet werk zijn. Het Stroeër kerkhof. De heer Lont wijst op den slechten toestand van het hek aan het Stroeër kerkhof, waarop bij' dit voorjaar ook reeds de aandacht heeft gevestigd. Voorzitter zegt, dat toen den heer Lont is verzocht het hok te laten maken, dus kan dit alsnog gebeu ren. Met den wensch van een prettige kermis sluit voorzitter de vergadering. George vloog naar het mandje; Zijn angsten wre kend op de opgebikbige 'gevang-ene, schudde hij' 't werp kefc met een vreesehjken smak op den grond; zette er zijn voet op. Mrs. Pinner sfcond, zwaar hijgend, op. ,Hebb u geen kafc gehoord, Mijnheer?" „Ik heb geen kafc gehoord. Ala er een kat was, zou ik die gehoord hebben. Ik zou hefc 'gevoeld hebben. Ik heb een afechuw van kafcten. Ik kan altijd zeggen, wanneer er een kat in de buurt is. Er is geen kat. Wees zoo goed mij te laten ont bijten." De arme Mts. Pinner maakte beschaamd haar verontschuldigingen. „De quaestie is, dat we van ochtend allemaal ons hoofa vol mét katten hebben. In de nieuwe courant, Mijnheer, staat, zooals u misschien gelezen hebt, dat er een kat gestolen is, Mijnheer. Honderd pond belooning, en, zooals de courant zegt, kan ae kat onder je neus zijn. vve maken ér allemaal jacht op, Mijnheer." Zij ging weg. George liep do kamer op en neer; drukte zaju hoofd tegen nefc koude marmer van den schoorsteenmantel. Zijn voorhoofd gloeide; on- dor m zijn maag, had hij een pijnlijk mislukt gevoel1: „Allemaal' op jacht ernaar! AHomahl .op jacht er naar! Toen de Roos haar flanken had doen opzwellen met de heele schel visch; toen reageer end op een: '„Stook je kop er in!" het goudldige schepsel' oen kop vol molk uifcgesliirpt ha.d, zette George haar weer gevangerr; snelde, met de mand ouder zijn arm, naar huiten. .Mr. Pinner was, toen George erdoor vloog, be zig1 in de gelagkamer uit een courant aan een stal- jongen. een dienstmeisje en een kleinen roodhari ger! Pianer voor te le%n: „Het kan zijn in John o Groats, of m Land's End." Hij sloeg op d^ toon- bank. „Maasluister nu eens! Het kan ook in Dip- pleford Admiral zijn." Juist omdat zij ,in Dippleford Admiral was, vluchtte zijn jonge uitvinder door de gelagkamer zonder zelfs een beleefd „Goeden morgen" te wen- schen. v Op het postkantoor zond George, terwijl hij een trommel enden voet op de verschrikte Roos hield, een telegram aan Mr. Marrapit. „Geloof, ben op spoor. Moet voorzichtig zijn. Z<^r niets Brunger." Hij wierp eightpence halfpenny neer. 'Vluchtte in de richting van een bosch, dat een heuvel in de verte bekroonde. Vrees had zich van dezen man meester gemaakt., ZUTDSCHARWOUDE. Zekere K., die een schuit met kool voor een koopman naar de laadplaats zou brengen, werd daarin door een tweetal transportarbeiders, die daarin onderkruiperswerk zagen, bemoeilijkt en ge dreigd met de ldoet. Bevreesd voor erger, liet) de heer K. de schuit in den steek en kon dus geen daggeld verdienen, hoe gaarne hij dit ook als werk- looze had gedaan. WIERINGERWAABD. Het bestuur van de Sportclub heeft noodgedrongen besloten om, de te houden harddraverij een week uit te stellen en deze nu te. hquden op 22 Augustus. De reden hiérvan is.dat men te Schoorl 'ook den 15 Aug. laat draven, hoewel 't toch bekend, was, dat Wierin- gerwaard dien datum reeds had vastgesteld. Toch zeker niet erg. sportief. HOOFDSTUK VII. Paniek te Dippleford AdmiraX I. George verliet dien avond Dippleford Admiral. Hij verliet het met grooten spoed. Er was geen droefheid bij het vaarwel. Er was geen vaarwel. Toen hij om zeven uur naar zijn zitkamer in het logement terugging melancholiek door een hongerigen dag vol' overpeinzingen in de bossehen, met de Roos door middel van twee zakdoeken vast gebonden aan een boom bestelde hij zijn avond eten: melk, visch en cotelétten. Mrs. Pinner vroeg hem of dat alles zijn zou. Zij en haar mani gingen naar een evangelisatie-bij een-' komst, hert dienstmeisje was uit; alleen de jongen was thuis, George hoorde het nieuws met groote dankbaar heid. Den geheeléin dag waren zijn zenuwen op oen zware1 proef gesteld geweest. Het was een prachtige gedachte, dat hij: en die beroerde kkat voor ©enige uren het huis voor zich hebban zouden. Zoodra Mrs. Pinner de kamer verlaten had, viel hh op do ootelettem aan. Den geheeïen dag had hij niet gegeten: De Roos moest waohten. Nauwelijks hij begonnen, of het toeslaan van een deur,, voetstappen en schreeuwende stem op het erf zeiden hem, dat Mrs. Pinner en echtgenoot op weg naar de evangeüsatie-bijeenkomst waren. Nadat de tafel' afgenomen was, maak te George 't avondeten voor zijn gevan gene gereedliep naar 5t mandje, om haar erbij te brengen. Toen hij haar pr&chtige lichaam oplichtte, hoorde nij achter zich een uitroep, een zenuwachtig geschuifel. In een paniek, die zijn hart stil' deed staan, liet George de kat vat vallen, keerde zich om. De rood harige Pinner Jr., dien hij 's ochtends in de gelag kamer geziéh had, krabbelde onder een sopha uit en vloog naar de deur. „Halt!" riep George, door angst aan den grond genageld. De roodharige Pinner liep door. „Halt!" bnilde George, worstelend met de ver bijstering, die hem vasthield. „Halt jonge duivel1!" De jongen was al half door do deur, toen Ge orge naar hem toe sprong. i Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1926 | | pagina 1